7 minute read

Wat doe jij?

Hoe stimuleer je kleinschalige activiteiten?

In het Meerjarenplan 2019-2023 heeft de vereniging besloten te focussen op kleinschalige activiteiten. “Voorheen organiseerden wij vanuit het bestuur activiteiten voor de hele afdeling. Maar de wensen en behoeften van deelnemers én vrijwilligers zijn veranderd. De coronapandemie heeft die behoefte versterkt. Liever nemen zij deel aan kleinschalige activiteiten. Op welke manier pakken vrijwilligers dit op en hoe stimuleren we andere vrijwilligers om dit ook te organiseren?”

Elly van der Schaft, afdeling Maastricht

“Houd je vrijwilligers betrokken”

“Eens in de week of twee weken komen we als bestuur bij elkaar en zoeken we naar passende activiteiten die de vrijwilligers in kleine groepjes kunnen ondernemen. We merken dat dit aanstekelijk werkt en er is een natuurlijke wisselwerking ontstaan: door onze vrijwilligers betrokken te houden, komen zij op hun beurt actief met ideeën voor kleinschalige activiteiten. Daarom zijn we vanuit het bestuur ook altijd bezig met de vraag wat we voor onze eigen vrijwilligers kunnen doen. In de vorm van attenties, maar ook door alle vrijwilligers actief samen te brengen en te luisteren naar hun verhalen.”

Patricia Hagen Afdeling Bunnik

“Nieuwe aanwas vrijwilligers inspireren”

“Een groot deel van onze vrijwilligers is tussen de 60 en 80 jaar oud. Veel vrijwilligers kunnen of willen zelf niet rijden en dus heb je vaak vervoer nodig. Voor corona werkten we wel eens met taxibusjes, wat het uitje duur maakte. In september organiseerden we een lunch in het centrum van Heiloo. Hier konden de deelnemers én vrijwilliger gemakkelijk naartoe reizen, al dan niet te voet of met de rollator. Dat beviel iedereen heel goed. Het draait natuurlijk uiteindelijk gewoon om het samenkomen. Er is een nieuwe aanwas aan vrijwilligers en de komende bijeenkomst met hen is voor ons belangrijk. We hopen hen te inspireren en activeren om meer kleinschalige activiteiten in de buurt te organiseren.”

Coby Kakes Afdeling Heiloo

“Houd het kort, bekend en niet te ingewikkeld”

“Net voor de eerste lockdown, organiseerden we voor deelnemers en vrijwilligers een eerste kleinschalige activiteit. Veel van onze deelnemers zijn op leeftijd en we merken dat zij niet een hele dag op pad hoeven, dat is voor velen te druk. Samen buurten, daar draait het uiteindelijk om. En zulke kleinschalige activiteiten hebben we erin gehouden. De vrijwilligers hebben meer persoonlijke aandacht voor de deelnemers en vinden het ook leuker om mee te doen. Onze ervaring? Houd het kort, bekend en niet te ingewikkeld. Dan komen ook de vrijwilligers zelf met initiatieven.”

Jacqueline Melisse Afdeling Zundert

‘Iedereen moet kunnen meedoen’

Op uitnodiging van de Zonnebloem bezocht Tweede Kamerlid Lucille Werner op maandag 4 oktober Het Nationale Theater in Den Haag. Het bezoek viel samen met de eerste dag van de Week van de Toegankelijkheid. Een mooie gelegenheid om de toegankelijkheid in vrijetijdslocaties onder de aandacht van de politiek te brengen.

Lucille Werner is vanwege haar lichamelijke beperking erg betrokken bij het onderwerp toegankelijkheid. “Meedoen is een onderwerp dat me aan mijn hart gaat. Een beperking moet normaal worden. Hiervoor is het belangrijk dat we een onderwerp als toegankelijkheid beter tussen de oren krijgen. Bij mij zit het in ieder geval in het bovenste laatje”, aldus Werner. “Goed om te zien dat Het Nationale Theater hier in samenwerking met de Zonnebloem zo goed mee bezig is. Ik hoop dat ze de kennis uitdragen naar de andere theaters in Nederland.”

Slim en betaalbaar

Het Nationale Theater liet onlangs haar locatie op toegankelijkheid keuren door het project Onbeperkt Eropuit van de Zonnebloem. Dat gebeurt met ‘mystery guests’ (vrijwilligers in een rolstoel of scootmobiel) en keurmeesters die de technische keuring verzorgen. Op basis van hun bevindingen voerde Het Nationale Theater een aantal slimme en betaalbare aanpassingen door. Zo werd de naam ‘invalide toilet’ veranderd in ‘aangepast toilet’, werden muurbeugels aangebracht en afvalbakken zonder voetpedaal geplaatst. De pinapparaten bij de kassa werden losgeschroefd en de rolstoelplaatsen in de zaal (1e rang) kregen het tarief van een tweederangs kaartje. “Dit laatste is precies waar de Zonnebloem zich sterk voor maakt. Wij vinden dat niemand gehinderd mag worden door zijn beperking, ook niet op financieel gebied”, zegt Zonnebloemdirecteur Marc Damen.

Informatie vooraf

“Een pand uit 1804 dat gebouwd werd als paleis wordt waarschijnlijk nooit honderd procent toegankelijk”, vertelt theaterdirecteur Cees Debets. “Daarom is het verstrekken van goede informatie belangrijk, zodat bezoekers weten of ze ons theater kunnen bezoeken en wat hiervoor nodig is.” Rob Verberne, professional Mobiliteit & Toegankelijkheid bij de Zonnebloem, is het er roerend mee eens: “Een dagje uit begint niet op locatie, maar thuis achter de laptop. Staat er online geen goede informatie, dan haken mensen al af. Verstrek daar-

“Een beperking moet normaal worden. Dat geldt dus ook voor toegankelijkheid.”

‘Mystery guests’ Corrie van Kooten – van der Meiden (links) en Natalja van Luijk (rechts) in gesprek met Lucille Werner.

om op de website zo veel mogelijk details. Bijvoorbeeld over de parkeermogelijkheden, de toiletten, de breedte van de gangpaden. Mensen kunnen dan zelf beslissen of een bezoek mogelijk is of niet.” ‘Mystery guest’ Natalja van Luijk weet uit ervaring dat het dan soms alsnog misgaat: “Dan informeer ik vooraf of het toilet rolstoeltoegankelijk is, maar als ik dan naar het toilet moet, blijkt deze alleen te bereiken via een trap.”

Belevingsworkshop

“Als je bewustzijn wilt creëren, moet je de mensen zelf laten ervaren hoe het is om een beperking te hebben”, zegt Martijn de Bruin, keurmeester bij Onbeperkt Eropuit. “Daarom maakt een belevingsworkshop deel uit van het project Onbeperkt Eropuit. Medewerkers krijgen in hun eigen theater, museum, bioscoop of dierentuin een paar opdrachten: ga naar de wc en ga wat te drinken halen. Bij het uitvoeren van de opdrachten nemen ze plaats in een rolstoel of krijgen ze een beperkingspak aan, waarmee we allerlei beperkingen kunnen simuleren. Voor veel deelnemers aan de workshop is het een ‘echte eyeopener’!”

Bejegening

Toegankelijkheid is belangrijk, maar de bejegening is misschien nog wel belangrijker. Ook dit onderwerp komt voorbij in de workshop. Martijn: “Medewerkers van een vrijetijdslocatie willen soms zo graag gastvrij zijn voor mensen in een rolstoel, dat deze bezoekers zich juist ongemakkelijk voelen.” Natalja vult aan: “Het gebeurt ook vaak dat mensen uit ongemak de begeleider aanspreken, niet de persoon in de rolstoel. Fijn dat hier ook aandacht voor is.” Medewerkers van Het Nationale Theater hebben alle adviezen ter harte genomen. Zij geven voortaan zelf een training aan nieuwe collega’s over bejegening en ontvangst. Zo is onbeperkt meedoen niet langer alleen uitgenodigd worden op een feestje, maar ook ten dans gevraagd worden.

‘Bakken en gezellig bijkletsen’

Je hebt ‘m vast al gezien: het bakboek dat samen met dit decembernummer van ZON op de mat lag. Ter inspiratie voor een gezellig huisbezoek delen we elf recepten om samen met je deelnemer te maken. Op deze pagina geven we je alvast een voorproefje: de appelvlaai. Chef-kok Rudolph van Veen. “Tijdens het mengen en kneden van het deeg en het schillen van de appels is het fijn om gezellig bij te kletsen. Als het goed is, wordt het maken van deze taart net zo leuk als het snoepen wanneer hij klaar is.”

• voor 1 vlaai of 12 personen • bereidingstijd 45 minuten • wachttijd 1 uur en 30 minuten

INGREDIËNTEN BEREIDING

Deeg

- 425 g volkorenmeel - 75 g rietsuiker - Mespunt zout - 200 g koude boter, in stukjes - 1 el azijn - 120 ml koud water

Vulling

- 1 kg appels, met schil en in partjes - 150 g rietsuiker - 2 el honing - 2 el instant banketbakkersroom (poeder) - 1 tl kaneel - 50 g amandelmeel

Afwerking

- 1 losgeklopt ei - 2 el rietsuiker

Extra benodigdheden

- Vlaaivorm (24 cm) - Plastic folie 1. Meng in een kom het meel met de suiker en het zout. Kneed de boter met je vingertoppen erdoorheen tot fijne kruimels. Voeg de azijn en het water toe en kneed kort en snel tot een gelijkmatig deeg. Laat het deeg ingepakt in plastic folie 30 minuten rusten in de koelkast. 2. Verwarm de oven voor op 190°C. 3. Meng in een andere kom de appel met de suiker, honing, banketbakkersroompoeder en kaneel. Beboter de vlaaivorm en leg eventueel bakpapier op de bodem. Rol de helft van het deeg uit tot een ronde plak en bekleed de vlaaibodem ermee. Strooi het amandelmeel over de bodem. Dit vangt het vocht uit de appels op, maar geeft de vlaai ook een lekkere amandelsmaak.

Verdeel de appelvulling over de vorm en druk stevig aan. 4. Rol de andere helft van het deeg uit tot een rechthoekige plak en snijd hiervan repen van 2 cm breed. Bestrijk de repen met ei en rol ze spiraalvormig op. Leg deze deegspiralen vanuit het midden gerold op de vlaai. Sluit ze goed op elkaar aan en werk tot aan de buitenrand. Bestrooi de vlaai met rietsuiker en bak hem in 55-60 minuten gaar. Laat volledig afkoelen voor je de vorm weghaalt en de vlaai aansnijdt.

TIP Gebruik bij voorkeur een platte vlaaivorm. Een springvorm kan ook, mits je hem niet tot bovenaan vult. Instant banketbakkersroom neemt het vrijkomende vocht uit de appels op.

Maizena of arrowroot zijn prima alternatieven, maar Rudolphs favoriet is roompoeder.

This article is from: