aan(ge)dacht
nummer 28
aan
ge
september 2009
dacht Nieuwsbrief 28
Beste Lezer,
september 2009
Het wordt een boeiend schooljaar! Tal van initiatieven komen stilaan op kruissnelheid. Eind september mogen jullie bij uitgeverij Acco een vertaling verwachten van “Leren met Reflecto” van Pierre Paul Gagné. ZorgzaamOmgaan, vzw. werkt verder aan een cursus en ouderwerkboek voor ouders van kinderen met ADHD. Het belooft iets speciaals te worden. Want ervaringsdeskundigheid is een belangrijk aspect dat in deze cursus een vaste plaats krijgt. Er zijn reeds filmopnames gemaakt. Maar in de toekomst nog meer daar over.
Vragen, kritiek, bijdragen of andere reacties altijd welkom!
aangedacht@skynet.be In- of uitschrijven op bovenstaande adres
Agenda Dinsdag 15 september 2009 Workshop “Diploma op zak …en nu? CC De Valkaart A.Rodenbachstraat 42, Oostkamp aanvang 20u abonnees. gratis; anderen €5 door Katrien Boone ZitStil, vzw. Dinsdag 22 september 2009 Workshop “Diploma op zak …en nu? CC Het Spoor Eilandstraat Harelbeke 20u abonnees. gratis; anderen €5 door Katrien Boone ZitStil, vzw. Dinsdag 29 september 2009 Drukke kinderen gewoon druk of ADHD?door Marc Derudder Welzijnshuis "Mardijck", Sporkijnstraat 6, Veurne om 20u Inl Sprankel vzw, leden €2,5 niet leden €5
Jan Vanthomme
Steeds meer middelbare scholen gaan actief op zoek naar een beleid dat jongeren met ADHD in gunstiger omstandigheden wil opleiden. Dit is toe te juichen, zeker wanneer bovendien maatwerk ingebouwd wordt. Na de hype van de jaren ’90 van vorige eeuw rond ADHD ervaren we nu dat iedereen ‘weet’ wat ADHD is en zich nog weinig vragen stelt over de aanpak. Toch blijven individualiseren , een open communicatie, betrekken van ouders en jongeren zelf, de voorwaarden tot een geslaagde aanpak. Tenslotte wensen wij iedereen een positief nieuw schooljaar toe! Jan
Inhoud ☺ De start van een nieuw schooljaar is steeds een spannend gebeuren. Soms zijn er onzekerheden. In veel gevallen kennen de ouders de nieuwe leerkracht en is er voldoende vertrouwen. Maar zelfs dan, is een overleg zinvol. We geven enkele suggesties! ☺ Aandacht krijgen… wie wil dit niet - maar liefst positieve aandacht. Aandacht is in de opvoeding de motor, de krachtbron binnen de relatie met ons kind. We staan in deze bijdrage daar even bij stil.
Enkele berichten: ART is het Engelse woord voor kunst. Maar in de jaren ’90 van vorige eeuw, gaf Kaplan (een natuurpsycholoog) daar een andere betekenis aan. Attention Restoration Theory. Deze theorie biedt inzicht over welke omgevingen een positieve invloed hebben op de gerichte aandacht. Kaplan schrijft verder dat vertoeven in de natuur ervoor zorgt dat onze aandacht terug aangevuld wordt. Terwijl dit duidelijk minder het geval is wanneer men zich in een drukke stad bevindt. Deze ART theorie is gebaseerd op eerder werk van James
info aangedacht@skynet.be
1
1
aan(ge)dacht
Dinsdag 6 oktober 2009 start ouderleergroep voor ouders van lagere schoolkinderen met ADHD. 6 sessies telkens op di. Positief Omgaan met ADHD Begeleiding:Centrum voor Opvoedingsondersteuning Roeselare en Zorgzaam Omgaan. Voor wie?: ouders van lagere schoolkinderen met ADHD. Kosten bijdrage: 10 € per gezin. Inschrijven. telefonisch: 0492/580 135 of via E-mail: info@zorgzaamomgaan.be Meer informatie: www.zorgzaamomgaan.be Dinsdag 13 oktober 2009 Workshop ‘Ik zie,ik zie .. wat jij niet ziet. (observeren) CC De Valkaart A. Rodenbachstr. 42 Oostkamp 20u abonnees. gratis; anderen €5 door Katrien Boone ZitStil, vzw. Don. 15 en vrijd. 16 okt workshop ‘Leren leren met Reflecto’ CeBCO, vzw. De workshop gaat door bij vzw SIG te Destelbergen Inlichtingen www.cebco.be
Dinsdag 20 oktober 2009 Workshop ‘Ik zie,ik zie .. wat jij niet ziet. (observeren) CC Het Spoor Eilandstraat Harelbeke 20u abonnees. gratis; anderen €5 door Katrien Boone ZitStil, vzw. Dinsdag 15 december 2009 Info-avond “Overleven met ADHD” CC De Valkaart A. Rodenbachstr. 42 Oostkamp 20u abonnees. €3; anderen €5 door Katrien Boone ZitStil, vzw.
1
nummer 28
september 2009
18921. Hij maakt het onderscheid tussen vrijwillige en onvrijwillige (gerichte) aandacht. De onvrijwillige aandacht is verbonden aan sterke prikkels die ons interesseren of waarvoor we gemotiveerd zijn. Vrijwillige aandacht is het gevolg van een bewust denkproces. Wie gefascineerd wordt door een natuurlijke omgeving (bijv. een zonsondergang of en boswandeling), waarin hij/zij zich bevindt, ervaart zonder het te weten een verhoging van de aandacht (onvrijwillig) en op het zelfde moment kan de vrijwillige, bewuste gerichte aandacht zich terug opladen. Dit betekent dat iemand na een verblijf in de natuur, later beter zou presteren op denktaken die vrijwillige gerichte aandacht vereisen. Daarentegen zou het vertoeven in een drukke stad waar voortdurend onze aandacht opgeëist wordt door getoeter en andere geluiden en waar we aandacht moeten hebben om veilig een straat over te steken, ervoor zorgen dat onze vrijwillige aandacht minder hersteld wordt. In een artikel van 2008 uit het tijdschrift ‘Psychological Science. The Cognitive Benefits of interacting with Nature’Merc G. Bermans; John Jonides; Stephen Kaplan Volume 19 nr 12 blijkt dat studenten die een parkwandeling duidelijk beter presteerden op het nazeggen van cijferreeksen in omgekeerde volgorde, dan de controlegroep die in de stad even ver wandelden. Bovendien was het resultaat niet het gevolg van stemmingsveranderingen (bijv. men voelt zich beter en daardoor presteert men beter). Maar de onderzoekers gingen nog verder. In een volgend experiment lieten ze andere studenten kijken ofwel naar natuurfoto’s of naar stadsopnames. Ze kregen bovendien verschillende aandachtstests maar indien de ART theorie zou kloppen zou alleen de bewuste aandacht verbeteren en zo geschiede. We weten dat buitenlucht goed is voor de aandacht -verschillende onderzoeken bevestigen dit steeds - maar welke aandacht juist daarvan profiteert is nu aangetoond. Alhoewel het hier niet om studenten ging met ADHD betekent dit wel dat zeker bij kinderen met ADHD een half uurtje ‘groene’ tijd zinvoller is dan een half uur pc-spelletjes. Eenzelfde effect werd ook al bewezen via meditatie. Waar wacht je nog op? Je krijgt hier een aandacht behandeling die geen neveneffecten kent, kosteloos is, zonder doktersvoorschrift te krijgen is en bovendien je algemeen welbevinden verbetert. Een Zweedse mag niet rondrijden met 'ADHD' op haar gepersonaliseerde nummerplaat. De administratie vindt de keuze van de vrouw uit Södertälje discriminerend, provocatief en ongepast. De criteria voor gepersonaliseerde nummerplaten worden alsmaar strenger in het Scandinavische land. Zo zijn 'sexy' combinaties al langer niet meer toegestaan. Gepersonaliseerde nummerplaten mogen niet dezelfde zijn als de gewone nummerplaten. Er moet een duidelijk verschil zijn. Voor nummerplaten die verwijzen naar geregistreerde merken is de toestemming nodig van de merkenhouder en combinaties mogen ook niet aanstootgevend of provocatief zijn. Blijkbaar is ADHD aanstootgevend of provoactief?!!!
en dit is geen typfout!
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
2
2
aan(ge)dacht
nummer 28
september 2009
Tips bij het begin van het nieuwe schooljaar. Jan Vanthomme Van ouders hoor je soms verschrikkelijke verhalen over de aanpak van de school ten opzichte van hun kind. Maar uit mijn contacten met de scholen krijg je soms ook minder fraaie zaken te horen over de medewerking van ouders. Gelukkig bestaan er veel mooie verhalen; commentaren waaruit respect en begrip voor ouders en school weerklinken. Een goed schooljaar wordt voor een groot deel bepaald door goede communicatie. En goede communicatie vereist begrenzing. Ouders hebben hun eigen situatie waarbij de leerkracht niet altijd weet van heeft. Dit geldt evenzeer voor de leerkracht. Ieder bevindt zich op zijn terrein en daar tussen zijn grenzen, die moeten gerespecteerd worden. Een vlotte communicatie is vandaag makkelijker dan ooit. We kunnen elkaar vlot bereiken. Email, sms… bieden kansen om snel info door te geven zonder de ontvanger zwaar te belasten. Maar goede communicatie vraagt oogcontact en daarom is een overleg in levende lijve wel aangewezen, zeker bij de start van een nieuw schooljaar. Wie een goede band heeft met het CLB kan dit contact aanvragen via de consulent. Je kan via de zorgcoördinator van de school een afspraak maken. Wie het liever intiem heeft, contacteert de leerkracht zelf. In schoolbrochures of op de website is het telefoonnummer wel te vinden. Enkele suggesties. 1. Wees oprecht rond de problemen die jouw kind stelt. Het is daarom belangrijk van de leerkracht in te lichten. Ieder kind is uniek en dit is ook zo bij een kind met ADHD. Het is daarom niet slecht van de kenmerken die het gedrag van je kind bemoeilijken door te nemen met de leerkracht. We geven hieronder een lijstje waaruit wellicht enkele punten ook voor jouw kind gelden. o mijn kind maakt veel slordigheidfouten o het is moeilijk voor mijn kind om langer dan …. minuten gericht te blijven op een taak of huiswerk. o mijn kind heeft moeite om een taak af te maken o soms lijkt mijn kind niet te horen, zelfs als je hem/haar aanspreekt. o mijn kind is niet georganiseerd en zelfs met hulp blijft het moeilijk o mijn kind verliest of vergeet makkelijk dingen zoals huiswerk, schoolgerief… o mijn kind heeft een hekel aan taken of opdrachten die een langdurige concentratie vragen. o mijn kind vergeet makkelijk opdrachten uit te voeren. o mijn kind is van het minste dat hij/zij ziet of hoort afgeleid. o mijn kind lijkt wel als door een motor aangedreven. o mijn kind maakt veel ondoelmatige bewegingen; zoals wriemelen met de handen, tikken met de vingers op de tafel met de benen wiebelen… o mijn kind kan niet lang stilzitten o mijn kind praat veel, zelfs als hij niet echt iets te zeggen heeft. o mijn kind stoort makkelijk de activiteiten van anderen, zeker bij rustige spelletjes o mijn kind gooit antwoorden eruit zonder dat de vraag volledig gesteld werd. o mijn kind kan soms ongepaste opmerkingen geven. Hij/zij praat zonder eerst na te denken. o mijn kind kan moeilijk zijn/haar beurt af wachten. o mijn kind onderbreekt voortdurend activiteiten van anderen o mijn kind voelt zich snel onrecht aan gedaan. o mijn kind is graag haantje de voorste of valt graag op. 2. Vergeet echter niet de positieve punten te vermelden. Welke interesses heeft jouw kind? Voor wat is hij gevoelig? Wat kan hij goed? Zijn er taakjes die hij goed doet? Is hij/zij creatief? Gebruikt hij/zij fantasie. …Herinner je kind wat het vroeger al geleerd heeft. Welke vooruitgang werd al geboekt. Wijs het kind eventueel op zijn groei. De herinnering van een Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
3
3
aan(ge)dacht
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
nummer 28
september 2009
leuk kamp met de jeugdbeweging past hier ook bij. En vergeet niet dat de positieve opmerkingen het sterkst tot uiting komen wanneer ze vermeld worden door iemand waarnaar het kind opkijkt! Bereid je kind voor op succes! Zorg dat het voldoende nachtrust krijgt, dat het schoolritme van vroeger opstaan en tijdig naar bed, reeds een week vooraf opgestart wordt. Maak het kind niet onzeker door te wijzen op obstakels die zich in de loop van het schooljaar zouden kunnen voordoen… Leg de twijfel die jezelf voelt, niet op de schouders van je kind. Toon vertrouwen in de nieuwe leerkracht. Start de dag met een goed ontbijt. Fruitsap en de traditionele ‘bruine’ boterham horen daar ook bij. Ontbijtgranen zijn lekker maar hoeven niet elke dag. Huiswerk vormt dikwijls een struikelblok. Taken moeten op tijd gemaakt worden, soms moet materiaal meegebracht wordt naar klas. Afspraken of nota’s, klasagenda … moet men meebrengen naar huis… en dit allemaal voor een kind die de aandacht niet lang kan richten, snel afgeleid is en/of een zwak geheugen heeft. Creëer dagelijkse routine; dit leidt tot gewoonte waardoor het kind geen weerstand meer vertoont bij het maken van het huiswerk. Zoek een persoonlijk interessepunt tussen leerkracht en kind. Mensen die iets gemeenschappelijks hebben, werken makkelijker en beter met elkaar. Ik herinner mij een conflict tussen onze zoon en zijn leerkracht in het zesde leerjaar. Toen uit een gesprek met onze zoon en meester Bert bleek dat Bert iedere dag ging zwemmen en een natuurfanaat was, reageerde mijn zoon terug met respect. Meer dan 10 jaar later is dit nog zo! Een gemeenschappelijk interessepunt hoef je niet ver te zoeken: een hobby, vroegere jeugdbeweging of zelfs een lievelingsgerecht kunnen al voldoende zijn om een band te creëren. De leerkracht is ook maar een mens. Wanneer hij/zij geconfronteerd wordt met een waslijst van moeilijk gedrag of negatieve punten… zullen de verwachtingen duidelijk (grijs) gekleurd zijn. Men moet de problemen niet achterhouden. Je hoeft ook niet alles op te sommen, maar vergeet vooral de positieve kenmerken niet. Misschien kan je kind goed puzzelen of bouwen, houdt hij van sport. Sommige kinderen zijn heel zorgend en helpen graag … Help zoeken naar oplossingen indien er zich een probleem voordoet in klas. Beperk je contact met de leerkracht niet enkel tot het opsommen van allerlei onhebbelijkheden maar stel oplossingen voor. Vertel hoe je thuis probleemgedrag succesvol aanpakt. Suggereer een beloningssysteem dat thuis werkt enz. …Maar dring je als ouder niet op. Het is aan de leerkracht om uit te maken wat kan, wat werkt, wat haalbaar is? Werk mee met de leerkracht! Maak duidelijk dat een schooljaar met een kind met ADHD maar zelden vlekkeloos verloopt. Geef aan dat conflicten thuis geen uitzonderingen zijn en dat dit in klas dus ook kan voorkomen. Eén of twee kinderen met ADHD leggen een zware druk op het gezin. Maar een klas van 25 leerlingen waarvan 4 met ADHD is ook geen comfortabele situatie. Toon je bereidheid aan de leerkracht om mee te werken! Vergeet de andere leerkrachten niet! Indien het vorig schooljaar goed verliep, aarzel dan niet om aan te dringen voor een contact tussen de huidige leerkracht en deze van vorig jaar. In veel scholen is er wel een klasoverdracht maar specifieke (vaak kleine) tussenkomsten die positief werken worden dikwijls niet vermeld en als van zelfsprekend beschouwd. Bovendien kan een vroegere leerkracht als bemiddelaar optreden bij conflicten buiten de klas. Enkele tips voor de leerkracht. Er wordt –zeker in het secundair onderwijs- vaak gebruik gemaakt van een leerlingvolgkaart. Dit is een hulpmiddel en heeft als doel leerkracht, ouders en de leerling met ADHD te helpen bij het verbeteren (aanpassen) van zijn/haar gedrag.2 Iedere dag rapporteert de leerkracht hoe vaak een vooropgesteld doel bereikt werd. De leerling
2
In de praktijk is een leerlingvolgkaart meestal gericht op negatief gedrag. Het wordt dan geen hulpmiddel om goed gedrag aan te leren maar een middel om via straf een gedragsverandering te creëren. Inmiddels weten de meeste opvoeders dat zo iets weinig effect heeft- tenzij omgekeerd. Soms is de leerlingvolgkaart geen hulpmiddel maar een doel op zich en moet iedereen zich in allerlei bochten wringen om het systeem toch maar in werking te houden. Niet zelden krijgt het kind dan straf omdat de kaart niet ingevuld is … met wat is men dan in godsnaam bezig!
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
4
4
aan(ge)dacht
nummer 28
september 2009
brengt die kaart me naar huis. Indien de leerling een afgesproken niveau van positief gedrag vertoont, ontvangt hij een beloning. Het gebruik van een leerlingvolgkaart verloopt in drie stappen. o Stel vooraf de doelen vast. Kies drie doelen in samenspraak met de leerkracht en betrek ook de leerling daarbij. Probeer een doel op schools vlak, gedragsmatig vlak en in relatie met andere leerlingen. Je kan bijvoorbeeld enkele gedragsaspecten vooropstellen en de leerling daar één uit laten kiezen waaraan hij/zij wil werken. Stel haalbare doelen voorop en formuleer deze zo concreet mogelijk, liefst meetbaar. Een doel is bereikt als het in 80% van de gevallen lukt. o Zet een beloningsysteem op: dagelijkse beloningen: • een bepaald dessert. • computer of gametijd bijv. 5 of 10 min. extra. • 15 of 30 minuten later naar bed. Wekelijkse beloningen: • een video huren • een speciale activiteit met papa of mama • uitstel van een bepaald taakje. School-klasbeloningen • zorgen voor de dieren • dranklijst naar de directie brengen. • positieve nota in de agenda. o Wees strenger naarmate het gedrag verbetert. Waar aanvankelijk verwacht wordt dat de leerling bijv. de eerste 10 min in de les niet antwoordt voor de beurt, wordt dit uitgebreid naar 20 min. Maar je kan niet alleen met de tijd spelen je kan ook het aantal verwachte gedragingen laten toenemen. Zo zijn we aanvankelijk tevreden wanneer Jan drie keer per week zijn agenda laat ondertekenen maar na een tijd verwachten we dat de agenda vier keer per week ondertekend is. Klasregels. Bespreek de regels liefst zo vroeg mogelijk bij het begin van het nieuwe schooljaar. Waarom niet de eerste dag. Zet ze op papier en laat de leerlingen die ondertekenen. Voorbeelden: o Eerst je hand opsteken, en wachten tot je het woord krijgt vooraleer je iets vraagt. o Materiaal wordt na gebruik terug op zijn plaats gelegd. o We staan na het signaal binnen de 30 seconden in stilte in de rij. … Veel kinderen hebben moeite met het opvolgen van instructies. We bieden duidelijke richtlijnen aan in stapjes. We laten de kinderen de opdrachten herhalen. We doen oefeningen voor aan het bord. … Wees duidelijk in het omschrijven van taken. Noteer die op het bord. Laat die overnemen in hun agenda en ondertekenen door de ouders. Controleer het kind met ADHD of hij/zij kan volgen. Werk eventueel met een ‘buddy’ een vriendje, die de schoolagenda van het kind met ADHD mag controleren. Splits grote opdrachten in stukje op en laat het kind na ieder stukje tot bij jou komen vooraleer hij mag doorwerken. Zeg duidelijk wat je bedoelt en/of verwacht. Bijv; “willen jullie je boek uithalen … “ wordt vervangen door “Neem jullie boek en leg het open op bladzijde ….” Beloon in het openbaar en differentieer per leerling. Bepaald gedrag kan bij een bepaald kind als evident gezien worden terwijl een ander kind om het zelfde gedrag mag geprezen worden. Je kan dat aan de klas toelichten maar je moet daarvoor geen verantwoording afleggen. Tenslotte ben jij als leerkracht baas over jouw klas!
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
5
5
aan(ge)dacht
nummer 28
september 2009
Aandacht geven aan kinderen : het voedsel voor het opvoeden. Jan Vanthomme Kinderen vragen naar aandacht en wij geven hen aandacht. Soms hebben ze hulp nodig en schenken wij hulp. Uit het gedrag kan blijken dat een kind onvoldoende grenzen kent. Wij bieden grenzen aan. Maar soms is het gedrag onaanvaardbaar en zijn sancties nodig. Opvoeden is zoeken naar een evenwicht tussen de vraag van het kind en het aanbod dat wij daar tegenover plaatsen. Het principe van vraag en aanbod is al langer gekend in de economie. Wanneer je in de winterperiode op zoek bent naar salade zal je voor die zomergroente meer betalen dan in de maand augustus. Het aanbod is beperkt en dit doet de prijzen stijgen. Een groenteteler die door gunstige klimatologische omstandigheden in de zomer over een enorme voorraad salade beschikt zal de prijs voor een krop geleidelijk zien dalen. Blijft zijn prijs te hoog dan zal hij zijn groenten niet aan de straatstenen kwijtraken want ook collega’s zitten met een overschot. De prijs van het ogenblik wordt bepaald door de spanning tussen de behoefte naar groenten en de beschikbare voorraden. Over een langere periode beschouwd moet de gemiddelde prijs zowel de kosten dekken van productie en verkoop en aan elke tussenpersoon een voldoende winstmarge waarborgen. De consument beslist zelf of hij behoefte heeft aan het product en/of hij bereid is om daar de prijs van het ogenblik voor neer te tellen. In perioden van overvloed is die prijs laag. In perioden van schaarste is die prijs hoog. Hoe vertalen we dit naar de alledaagse situaties van het opvoeden? Zolang de vraag van je kind (lees het gedrag) jouw pedagogische kwaliteiten niet overbelast is er geen probleem. Je slaagt erin om voldoende aandacht te geven en waar nodig kan je ingrijpen. De dagdagelijkse moeilijkheden kan je het hoofd bieden. Wanneer je tussenkomsten weinig uithalen of meer nog het gedrag verslechtert dan kom je onder spanning te staan. De vraag overstijgt het aanbod. De prijs stijgt! Welke prijs? Je kan niet zomaar de dagdagelijkse routine volgen. De gewone structuur moet je verlaten. Dit kost tijd, energie en vraagt overleg met je partner.
Mieke Mieke is een wolk van een kind. Ze is drie jaar. Ze trippelt zo bevallig aan de hand van haar mama. Mama en papa mogen met dit kind overal naar toe, nooit zijn er problemen. Meer zelfs, iedereen overlaadt de fiere ouders met complimentjes. Mieke vraagt weinig zorgen. Ze gaat op tijd naar bed en slaapt meestal als een roosje. Als ze moe wordt, merk je dat vlug. Ze brengt haar duimpje in haar mond. En met haar wijsvinger streelt ze zachtjes haar neusrug. In het eerste kleuter gaf de juf daar al eens een opmerking over. Duimzuigen is niet goed voor de tandjes. Maar ja het is toch nog een kind. Straks leert ze dat wel af. Mieke is bij de pinken en begrijpt zo veel! In het tweede kleuter (groep 1) vertelt juf Herlinde dat Mieke haar tong tussen haar tandjes steekt bij het spreken. Daardoor lispelt ze bepaalde klanken. De schoolarts denkt dat dit mogelijks met het duimzuigen zou te maken hebben. Vanaf nu leert mama Mieke om geen duim meer in de mond te steken. Telkens ze dit nog doet geeft ze een opmerking. ’s Morgens ligt Mieke vreedzaam te slapen… met de duim in haar mond. Bij de apotheker koopt mama een product dat slecht smaakt maar onschadelijk is en iedere avond smeert ze Miekes duim daarmee in. Overdag blijft mama opmerkingen geven. Papa vindt dat Mieke al oud genoeg is om daar zelf op te letten en geeft regelmatig een standje als Mieke terug duimzuigt. Mama is het daar niet mee eens en ’s avonds spreekt ze haar echtgenoot daarover aan. Het komt niet tot een vergelijk want haar man verwijt haar dat ze eigenlijk Mieke te veel toelaat. Meer dan eens komt het voor dat Mieke wenend naar haar komt toegelopen omdat ze een berisping kreeg van papa toen ze haar duim in haar mondje had. Gelukkig vindt ze troost bij haar mama! En dit verhaal gaat verder. Uiteindelijk wordt de hulp van een logopedist ingeroepen. Samen gaan ze op weg.
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
6
6
aan(ge)dacht
nummer 28
september 2009
Een vrij onschuldig probleem creëert plots spanning. Onzekerheid sluipt binnen en kleine verschillen in aanpak worden uitvergroot. De vraag overstijgt het aanbod! Indien het aanbod groter is dan de vraag spreken we in eerste instantie van stimuleren.
Brent Brent is 5 jaar. Volgend schooljaar zet hij de stap naar het eerste leerjaar (groep 3). In zijn school gaan de leerlingen dan elke week zwemmen. De turnleerkracht gaat er prat op dat alle leerlingen van het derde leerjaar (groep 5) kunnen zwemmen. Brent is motorisch niet zo sterk. Na een moeilijke geboorte duurde het vrij lang vooraleer Brent kon stappen. Hij valt nog regelmatig. Je ziet Brent maar zelden zonder een pleister of een blauwe plek. De eetsituatie verloopt niet zoals je het zou wensen. De kruimeldief, de vaatdoek stoffer en blik zijn altijd in de buurt want heel vaak sneuvelt er wel een beker of is de tafel ingesmeerd met chocopasta. De ouders van Brent vinden dit niet aangenaam maar ze hebben geduld want hun zoontje heeft het daar nu eenmaal moeilijker mee. Om het Brent volgend jaar wat gemakkelijker te maken bij het zwemmen, besluiten ze iedere zondagvoormiddag naar het zwembad te gaan. Alhoewel Brent het aanvankelijk niet leuk vindt geniet hij stilaan van dit moment ook al omdat de warme chocolademelk achteraf zo heerlijk smaakt. Brent vraagt hier niet om te gaan zwemmen. Maar de ouders kijken vooruit. Ze zijn proactief. Ze nemen actie gericht naar de toekomst. Bovendien belonen ze zijn wil om mee te gaan met chocolade. Dit is wat we noemen de ontwikkeling stimuleren. Als ouder kan je dit op verscheidene domeinen doen. Wie zijn kind stimuleert moet oog en oor hebben voor het kind. Hoe jong ook, kinderen en jongeren hebben iets te vertellen. Niet enkel met woorden maar met heel hun lichaam en gedrag. Wat doet mijn kind met het aanbod? Hoe reageert het daarop? Wordt dit niet teveel?
Kinderen van de leeftijd van 6 jaar kunnen wel eens een taakje aan. Met de leeftijd schakelen we de kinderen meer in om een boodschap te doen, wat onkruid te wieden, een handje toe te steken bij allerlei huishoudelijke karweitjes. Indien je als ouder er alleen voorstaat is het bijna dwingend dat je wat steun krijgt van je kinderen. Als beide ouders werkend zijn, hun carrière uitbouwen, is de noodzaak om kinderen snel zelfstandig te leren omgaan met de huishoudelijke gewoontes handig. Ik denk echter niet dat de kinderen meer taken moeten doen dan vroeger. De samenleving zag er anders uit. De gezinnen waren kroostrijker en bijgevolg dienden de kinderen een stuk verzorging en huishoudelijke taken over te nemen. In deze tijd nemen deze vaardigheden bij de jeugd af. Is dit erg? Ik denk dat hier een genuanceerd antwoord op zijn plaats is. Sommige vaardigheden kunnen immers later nog verworven worden. Alleen mis je de kans om kinderen eisen op te leggen; indien ze nooit geen taakje moeten uitvoeren, zijn ze koning te rijk maar wat nog belangrijker is: ze ervaren geen frustratie! Wilhelmina Bladergroen zei het lang geleden: je hebt “denk–kinderen” en je hebt “doekinderen”; zoals Wim… .
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
7
7
aan(ge)dacht
nummer 28
september 2009
Wim Wim kreeg het moeilijk op school toen hij in het 3de leerjaar (groep5) zat. Er werden meer eisen aan logisch denken gesteld. Het wiskundig redeneren en de redactiesommen gingen stilaan zijn petje te boven. Thuis had men Wim zo goed en zo kwaad als het kon geholpen. Maar stilaan beseften de ouders dat het opgelegde leerprogramma te snel ging voor hun zoon. Wim zelf werd zich bewust van zijn leerproblemen. Sommige reacties van medeleerlingen begonnen hem te kwetsen. Wim was een werkertje en hij zette zich dubbel zo hard in. Aan het eind van het schooljaar had de leerkracht een overleg met de ouders. Daarin werden de resultaten overlopen van de schoolvorderingen en testuitslagen van onderzoeken die de schoolbegeleidingsdienst had opgezet. Men concludeerde dat buitengewoon (speciaal) onderwijs een voor de hand liggende keuze was, maar mits een aangepast curriculum (leerlijn) zou zijn huidige school het leren van Wim stimuleren. De ouders van Wim konden zich daar volledig in vinden omdat ze respect hadden voor de mogelijkheden en beperktheden van hun kind. Wim was een jongen die het liefst ‘buiten’ leefde. Helpen met papa in de tuin of bij opa in de moestuin was zijn ding. De ouders van Wim wisten dat daar zijn toekomst lag. En iedere gelegenheid die zich voordeed waarbij ze Wim konden prijzen werd aangegrepen. In de familie apprecieerde men zijn werklust en toen hij ouder werd kreeg hij de kans om allerlei klusjes uit te voeren voor wat zakgeld. Na de lagere school is Wim naar de tuinbouwschool getrokken met een vracht van ervaring en werkmotivatie die hem daar ten goede kwamen. Wim kreeg positieve aandacht. Hij voelde op die wijze dat hij uniek was. De directeur van de school hoorde van de interesses die Wim had. Hij vernam dat de ouders hun zoon daar toe stimuleerden. Toen Wim op school allerlei karweitjes mocht doen voelde hij zich terug beter ondanks de leerproblemen. Bij kinderen die eerder cerebraal zijn: in boeken lezen, naar documentaires kijken, heeft men minder de neiging hen actief te laten deelnemen aan het huishouden. Toch is dit belangrijk! Kinderen leren beseffen dat er nu eenmaal plichten zijn,dat niet alles in hun wereld zo van zelfsprekend is. Als je kind geen vragende partij is om wat te helpen; tafel dekken, vaat ledigen … mag je dit afdwingen.
Spelen is en moet een belangrijk deel uitmaken van de leefwereld van de kinderen. In het spel merk je heel sterk de individuele verschillen op. De aard van de spellen diet kinderen kiezen zegt veel over hun persoon. Kiezen kinderen voor fantasie spel? Laten ze zich daarbij leiden door de media? Zijn ze met andere woorden gevoelig aan de trends die zich voortdurend aanbieden via tekenfilms, jeugdfilms, musicals …? Is je kind eerder gericht op constructiemateriaal zoals bouwdozen, realistisch speelgoed …? Kan je kind zich alleen bezig houden of moet hij altijd iemand in de buurt hebben? Speelt je kind graag met andere kinderen? Kan hij/zij gemakkelijk het speelgoed delen. En dan hebben we het nog niet over: opruimen, zich voldoende lang bezig houden… Hoe staat het met de relaties met broer en zussen? In al die situaties herken je de eigenheid van je kind.
David Toen Arne geboren werd was zijn broer David 18 maand. Een fiere oma feliciteerde haar zoon en schoondochter. “Wat mag je blij zijn dat ze niet veel in leeftijd verschillen want ze zullen zoveel aan elkaar hebben!” Het eerste jaar viel dit goed mee. David leefde zijn eigen leventje en alhoewel hij soms wat minder aandacht kreeg had hij daar niet veel last van. Integendeel terwijl mama de borst gaf aan klein broertje kon hij er soms wat vanonder muizen. David was een actief kind hield zich altijd bezig. Zijn grootste plezier had hij in het verzamelen van allerlei prularia, speelgoed bestuderen (uit
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
8
8
aan(ge)dacht
nummer 28
september 2009
elkaar halen), blokken uithalen tot er snel weer iets anders zijn aandacht trok. Na een jaar begon Arne al maar beter te kruipen en vertoonde hij interesse voor alles rondom zich en dus ook voor het speelgoed van ‘grote’ broer. Dit was niet gemakkelijk voor David. Een vermanende vinger zoals hij van mama kreeg, had niet veel invloed op broertje. En wie niet luisteren wil moest maar voelen dacht David maar dat was dan weer buiten mama gerekend. Mama zorgde voor een veiliger plaats voor het speelgoed van David. Wanneer kleine Arne rustig in de box speelde kon David het niet laten om speelgoed weg te nemen. Mama moest alsmaar meer tussen beide komen. Ze was nog maar terug in de keuken of de ellende begon weer. Het was alsof haar vermaningen niet doordrongen. Zelfs al gaf ze David een tik even later was het weer ellende. Op een middag liep David na een standje weg naar het toilet. Hij bleef maar weg. Mama ging kijken. Zij vond David wenend op het toilet. “Waarom moest Arne wel geboren worden? Hij was veel beter dood. Jullie moeten toch niets meer van mij hebben!” Het moederhart kreeg het moeilijk. Mama hield voet bij stuk. Zij bleef tussen beide komen als het echt nodig was. Daarnaast zorgde ze voor exclusieve momenten met David waar ze samen speelden of tv keken. Later waren er nog talrijke conflicten tussen de broers. Pas toen ze elk hun eigen weg gingen in vrije tijd en school, verbeterde hun relatie. Als adolescenten hadden ze respect voor elkaar en vormden ze - zoals in veel gezinnen- coalities om bij hun ouders gunsten af te dwingen! Jonge kinderen willen zo graag aandacht. De geboorte van een broer of zusje brengt in heel wat gezinnen spanningen mee in relatie met andere kinderen. Sommige kinderen gaan zover dat ze terug bedplassen. Hun slaapritueel wijzigt. Ze vertonen angst bij het slapen gaan enz. … Zeker indien de geboorte van een nieuw broertje of zusje gepaard gaat met het starten op school kan dit voor verwarring zorgen bij het eerst geboren kindje. De reacties die het kind dan geeft kunnen erg verschillen. Uiteraard geven we wat extra aandacht. Onze eigen beslommeringen moeten plaats maken. De agenda dienen we bij te sturen. Als het kind van school of crèche thuiskomt zijn we er voor hem/haar. Zich inleven in wat het kind voelt, luisteren naar het verhaal dat het te vertellen heeft, zijn voorwaarden om de kwaliteit van die momenten te verhogen. Bij twee oudergezinnen laten beide partners hun onvoorwaardelijke liefde kennen. Maar laat je niet meeslepen door de negatieve gevoelens die het kind uitstuurt. Er zijn kinderen die zich op die leeftijd zeer negatief uiten. Ze wekken medelijden op. Ze blijven aandacht zoeken ook al is dit op een negatieve manier. Je houding hierbij is doorslaggevend. Blijf standvastig in wat je doet maar trek ook grenzen. Niet alles kan of mag. Wanneer je kind bijv. agressief wordt, verdient het geen aandacht. Je kan je kind negeren. Je kan het even laten uitrazen in een andere ruimte …
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
9
9
aan(ge)dacht
nummer 28
september 2009
Boven dit alles zijn er enkele gouden regels: o Reageer op een duidelijke manier. Vertel wat niet kan en vooral wat je verwacht dat je kind wel doet. Handel telkens op dezelfde wijze op het ongewenste gedrag. Zeker bij jonge kinderen is het wegnemen van aandacht een zeer krachtig middel om negatief gedrag te stoppen. Maar je moet het kunnen. Je moet beseffen dat je niet zal toegeven. En bovenal blijf er rustig bij. Kinderen hebben nood aan een consistente voorspelbare aanpak! o Besef: dat aandacht geven aan ongewenst gedrag kan zorgen voor het herhalen van dit negatieve gedrag. Als Jochen telkens weer begint te wenen bij zijn huistaak en jij iedere keer kwaad wordt tot papa thuis komt en er zich mee bezighoudt, leert Jochen dat indien hij weent zijn papa tenslotte helpt. Vooral kinderen die niet gewoon zijn van een pluim te krijgen, zoeken waardering op een negatieve manier. o Als we iets wensen van ons kind is het belangrijk dat dit voor het kind duidelijk is. Zeker bij peuters en kleuters is het soms moeilijk om dit duidelijk te maken. “Je moet flink zijn” “Wees gehoorzaam” zijn uitingen die voor kinderen niet altijd duidelijk zijn. Wat we wensen moeten we concreet maken. “Flink-zijn” kan dan betekenen dat je wenst dat het kind aan tafel blijft zitten tot iedereen klaar is met de maaltijd. “Gehoorzaam-zijn” kan inhouden dat het kind, na twintig tellen, komt als je hem/haar aanspreekt. o Vergeet vooral niet van goed gedrag te belonen. We vinden als ouder veel dingen vanzelfsprekend maar een complimentje doet vaak wonderen. De relatie krijgt er een positieve injectie door. De communicatie kleurt positief! Soms merken ouders op dat positief gedrag negatief wordt als je zomaar je goedkeuring toont. Zeker bij twee spelende kinderen die voor één keer zonder ruzie het met elkaar goed vinden. Als je het meent en dit oprecht uit dan blijft dit hoe dan ook hangen. Je bevestigt de kinderen en leert hen wat je van hen wenst en je creëert een situatie waarnaar je kan terugwijzen. Positieve aandacht kost geen geld en is een veilige belegging voor de toekomst!
Positieve aandacht geven aan kinderen versterkt hun zelfwaardegevoel. Ze krijgen de boodschap dat ze goed bezig zijn, dat ze de moeite waard zijn. Wees oprecht in je communicatie. Complimentjes geven is schitterend maar moeten gemeend zijn en in verhouding staan met het gedrag dat je wil prijzen. Dit is ook van toepassing in de gesprekken die we voeren met onze kinderen. Luister naar wat je kinderen te zeggen hebben. Laat je interesse blijken. Dit betekent niet dat je met alles moet akkoord zijn. Blijf jezelf! Als ouder ben je volwassene. Je past je taalgebruik wel aan volgens de leeftijd van het kind maar je blijft ouder. Dit betekent dat niet alle onderwerpen zomaar geschikt zijn om over te praten. In onze communicatie zijn we niet enkel ontvanger, we zenden ook boodschappen uit. Wanneer het aanbod de vraag te veel overstijgt creëert dit een spanning die ziekmakend kan worden. Dit fenomeen doet zich voor bij ouders die teveel van hun kind eisen. Of die hen teveel betrekken in hun dagelijkse besognes.
Jan Vanthomme
info aangedacht@skynet.be
10
10