nieuwsbrief aan(ge)dacht 30

Page 1

aan(ge)dacht

nummer 30

aan

ge

maart 2010

dacht Nieuwsbrief 30

Beste Lezer,

Vragen, kritiek, bijdragen of andere reacties altijd welkom!

aangedacht@skynet.be In- of uitschrijven op bovenstaande adres

Links Wie een bijsluiter van een medicijn mist of gewoon een bijsluiter wil raadplegen kan dit doen op onderstaande link. Het gaat om een bestand van 5000 medicamenten. www.fagg-afmps.be

Boek

Maart 2010

Het zal je maar overkomen. Je vertrouwt je baby toe aan een onthaalmoeder en dan wordt dit vertrouwen op een verschrikkelijke manier vernietigd. Hoe ga je daar mee om? Vragen, vragen, ‘hadden we maar ….’ ‘Als we ….’ een mallemolen van gedachten is haast niet te stoppen. En toch gaan mijn gedachten ook naar die onthaalmoeder uit de mini-créche. Wat voelt zijn nu? Hoe plaats je dit? Kan je dit wel plaatsen? Wat met de ‘analyse’ van de pers? Wellicht waren er signalen? Baby Shaken syndroom; we hadden het al eerder uitgebreid over dit syndroom in aan(ge)dacht nummer 9 (2005). Dit is een fenomeen dat meer dan vroeger de media haalt… en dit is goed in het kader van sensibilisering. Zou dit meer voorkomen dan vroeger? Is er een verband met de stressmaatschappij waarin we leven? Regelmatig hoorde ik in gesprekken met ouders hoe wanhopig men kan zijn wanneer een baby dag in, dag uit alle energie uit je lijf zuigt. Hoe het gekrijs de stoppen haast doet doorslaan, wanneer je moe opnieuw je bed uitstrompelt. Zelfzorg is het codewoord! Maar niet iedereen kan dit zo makkelijk invullen. We plaatsen achteraan deze brief nog enkele tips die we eerder publiceerden. We wensen alle ouders de kracht om hoopvol verder op te voeden en een sociaal netwerk indien het eens moeilijk gaat. Zelfhulpgroepen kunnen daarbij een steun zijn. www.zorgzaamomgaan.be www.zitstil.be www.sprankel.be … Groeten, Jan

Inhoud

Veel ouders voelen zich totaal verantwoordelijk voor het geluk en het welzijn van hun kinderen. Vaak hebben ze het gevoel tekort te schieten: omdat hun kind ziek of niet gelukkig is, omdat ze moeten schipperen tussen gezin en werk, omdat ze piekeren over de scheiding,

Jan Vanthomme

☺ Omgaan met verschil: een handicap integreren, houdt kansen in. Maar betekent dit; aanvaarden van het verschil? Of streven naar ‘normaliteit’ om de economische last te verminderen. We lieten ons inspireren door een artikel van Pieter Verstraete. ☺ Het ‘korte termijn geheugen’ ook wel werkgeheugen genoemd staat onder controle van een aandachtsysteem,. En juist aandacht is zo fragiel bij kinderen met ADHD. Rekening houden met problemen van het ‘korte termijn geheugen’ is daarom nuttig bij het dagelijks functioneren van de kinderen met ADHD.

Enkele berichten: 

Uit een onderzoek van Volksgezondheid blijkt dat het aantal kinderen en jongeren voor wie minstens één verpakking ADHD-medicijnen werd voorgeschreven steeg van 6.007 in 2004 naar 23.251 in 2007, een stijging van 74 procent. Dit is een enorme stijging en intussen zijn we 2010 en zijn deze cijfers allicht weer achterhaald. Maar toch is dit geen reden tot paniek. Vooreerst komen we met die voorschriften niet aan een voldoende aantal om alle kinderen met ADHD een proeftherapie voor te schrijven. Bovendien betekent dit niet dat alle deze voorschriften leiden tot een

info aangedacht@skynet.be

1

1


aan(ge)dacht

omdat alles perfect moet zijn ... Journaliste Kaat Schaubroeck interviewde ouders die zich om uiteenlopende redenen schuldig voelen tegenover hun kinderen, en die open hun verhaal wilden vertellen Uit de verhalen blijkt hoe schuldgevoelens voortdurend aangewakkerd worden door maatschappelijke clichés. Dit boek biedt een verfrissende kijk op het ouderschap. Ugit. De Geus, € 18,90 Aantal pagina's: 288 ISBN 9789044513288

nummer 30

Agenda Dinsdag 23 maart ‘10 infoavond ‘ADHD-Toolkit &Opvoeden : vraag en aanbod’ door Ilse Dewitte orthopedagoge KUL

Dinsdag 30 maart ‘10 ADHD tegen wil en dank! KUL Kortrijk E. Sabbelaan Kortrijk. Prof.Marina Danckaerts. van 19:30 tot 21:30 toegang €20 org. Bemok en PU KUL tel : 056 24 61 84 mail : info.pav@kuleuvenkortrijk.be

Jan Vanthomme

langdurig gebruik, want wie één verpakking aankocht stond reeds geregistreerd. Laten we niet naïef zijn: veel kinderen nemen medicatie en niet iedereen heeft daar onmiddellijk behoefte aan. Werken aan gedragsverandering, zelfzorg, het afstemmen van de omgeving aan het probleem van het kind… moeten evenveel kansen krijgen. En laten we niet flauw doen; ook al zijn ouders soms direct en volhardend in het ‘eisen’ van medicatie, het is nog altijd de arts die voorschrijft en het is dus zijn verantwoordelijkheid! Het fenomeen op de rug van de ouders steken is wat te kort door de bocht. Dergelijke cijfers geven nogmaals aan dat een degelijke diagnose belangrijk is. Het probleem is echter soms de lange wachttijd. Het riziv is de overkoepelende organisatie die de mutualiteiten in staat stelt om tussen te komen bij bepaalde behandelingen. Zo biedt zij de kans aan revalidatiecentra om kinderen met ADHD in begeleiding te nemen. Zij spreken wel nog van hyperkinetische stoornissen een term van zo’n 30 jaar geleden maar dit nemen we er graag bij. Het RIZIV heeft nu hun afspraken met erkende revalidatiecentra veranderd. Voor kinderen met ADHD zijn er enkele positieve veranderingen. Wie ADHD heeft en nog geen 19 jaar is kan therapie krijgen. Let wel de stoornis moet op diverse domeinen een probleem vormen waarvoor verschillende therapieën te verantwoorden zijn. Indien na onderzoek blijkt dat een multidisciplinaire revalidatie gewettigd is kan een aanvraag ingediend worden. Waar vroeger 3 verschillende disciplines nodig waren, zijn twee disciplines nu voldoende. Bovendien kan je de therapie spreiden in de tijd. Vroeger kreeg je twee jaar zonder onderbreking en was de kous af. Nu krijg je 288 zittingen (zou je kunnen vertalen als therapiedagen) die je kan nemen tot de 19de verjaardag. Meer info vindt men op: www.riziv.fgov.be/care/nl/revalidatie/convention/news/pdf/agreement20100101.pdf

CC De Spil zaal Komedie Roeselare 19u30 €5 inr; ZOOM, vzw. Dinsdag 23 maart ‘10 Boekensteun voor moeilijke lezers door Luk Van den Steen Zaal Rinus Beverseaardeweg Roeselare om 20u Org vzw Sprankel Leden €2.5 niet –leden €5

maart 2010

Voor meer informatie over de erkende centra voor ambulante revalidatie kan je terecht op volgende webstek: www.revalidatie.be klik door naar ‘centra’. 

Vergeleken met rechtshandige kinderen hebben tweehandige kinderen twee keer zoveel kans op leer- en taalproblemen en het vertonen van ADHD symptomen. Dit stond te lezen in het laatste nummer van Pediatrics. Volgens Dr. Alina Rodriguez van het Imperial College te Londen voegt deze studie - naast vroeger onderzoek- argumenten toe aan de stelling dat er een mogelijk verband is tussen gemengde handigheid (ambidextrie), een problem met de hersenschakelaartjes in de rechterhersenhelft en ADHD symptomen. De onderzoekers baseren zich op gegevens 7871 Finse kinderen geboren in 1986 en die ze testen aan 7 of 8 jaar en opnieuw aan 16 jaar. 87 kinderen (1,1%) waren ambidexters. Deze bevindingen geven niet aan dat alle tweehandige kinderen leerproblemen of ADHD zullen ontwikkelen, maar er is wel sprake van een verhoogd riscico.

info aangedacht@skynet.be

2

2


aan(ge)dacht

nummer 30

maart 2010

Omgaan met verschil Jan Vanthomme Zou ADHD een verschil in temperament kunnen zijn? En wanneer is dit verschil niet meer normaal? Als dit verschil in aandacht en snelheid van reageren en van bewegen zo sterk afwijkt van het ‘normale’, dan is/moet het wel een neuro-biologische stoornis zijn of niet soms? Waar blijft de test die dit kan uitmaken? Meten is weten! Maar wàt je meet en wiè meet zijn nog veel belangrijker! Hoe meet je nu of iemand ADHD heeft? Je vertelt je verhaal aan de arts. Deze overloopt een vragenlijst die uitdrukkingen bevat als ‘Is vaak niet in orde …’ wat is vaak precies? Wanneer je boven een drempelwaarde scoort zijn er argumenten om over ADHD te spreken. Als je daarna ‘geluk’ hebt, stap je het kabinet uit met een voorschrift Rilatine! Maar stel dat de diagnose op een professionele manier gebeurt. Dit wil zeggen met het beluisteren van alle partijen die met het opvoeden van het kind te maken hebben, ondersteunt door onderzoeken en met het oog voor eventuele andere stoornissen. Stel dat dit allemaal plaatsvindt, hoe meet je dan de ernst van de stoornis? Misschien zijn de ouders wel zeer nauwgezet en hebben ze snel last van een kind die slordigheid en wanorde met zich meevoert. Misschien is de school weinig begripsvol en hanteert de leerkracht nauwe grenzen en acht hij een goed resultaat belangrijk voor het gemiddelde van zijn klas. De kans dat ‘afwijkend gedrag’ als een probleem zal ervaren worden is wellicht groter. Moeten we niet meer geduld opbrengen voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis? Ik denk het wel. Dit vraagt voor ouders van kinderen met een ‘echte’ ADHD-stoornis een buitengewone inspanning. Bovendien moet die inspanning jaren – decennia volgehouden worden. Gewoon leren leven met een kind met ADHD is trouwens niet voldoende. Je moet er bovendien tegenin gaan. De evolutie proberen om te buigen. En dan komt het (meestal) goed. Meer zelfs, er bestaat een ‘gave’ va ADHD! Mensen hebben het nu eenmaal voor diversiteit. Ik haal Pieter Verstraete aan 1”De erkenning van het verschil of het nu gaat om geslacht, huidskleur, geaardheid, sociale afkomst, psychische stoornis of handicap – is het uitgangspunt bij uitstek geworden van allerhande maatschappelijke discussie”. Het is evident dat verschillen bespreekbaar zijn. Dat mensen met ADHD of autisme, dyslexie… als ‘volwaardige’ burgers aanzien worden. Men gaat nog een stap verder: als je bijv. autisme hebt, lig je misschien goed in de markt als het over informatica en computer gaat. Maar je moet wel een hoogbegaafd persoon met autisme zijn… en er zijn ook veel anderen. Een job vinden is één ding, maar hoe staat het met relatievorming? Waarom zou je bang zijn van ADHD? Het staat tegenwoordig als synoniem voor creativiteit, enthousiasme … Dat kan best. Maar het plaatje is toch wel anders als je naast ADHD een ernstige leerstoornis heeft, onhandigheid je kenmerkt en je zelfwaardegevoel een knauw kreeg nadat je jaren gepest werd in de lagere school! De slinger slaat mijn inziens wat teveel in één richting en dat is nooit goed. De ‘waarde van het verschil’2 was ooit wel merkbaar toen blinde soldaten goed verdienden na de kruistochten in de 13de eeuw. Sommigen verminkten zichzelf en staken zich in een legeruniform om er financieel beter van te worden. Maar dit is een ‘zichtbare’ handicap3. Bij psychisch lijden blijft dit moeilijker. Pieter Verstraete 4 spreekt in zijn artikel over de ‘kapitalisering van het verschil’. ’Het verschil is met andere woorden een stuk menselijk kapitaal geworden. En wil men een succesvol en gelukkig leven leiden, dan moet men bereid zijn in dit kapitaal te investeren”. Dit is een gevaarlijk gegeven. In plaats van verschillen te aanvaarden gaat de maatschappij ze exploiteren om uiteindelijk zoveel mogelijk ‘normaliteit’ na te streven. Het gaat dan inderdaad niet meer om respect voor het verschil maar om uitbuiting! Opvoeden mag niet afgemeten worden als een ‘product’ waarbij de meest efficiënte en effectieve weg nagestreefd moet worden. Ouders opzadelen met schuldgevoelens omdat het bij hen niet loopt zoals onze maatschappij het voorstelt is niet terecht. Dit brengt mij terug bij de inleiding van dit artikel. Een juiste, correcte diagnose is de aanzet voor een andere manier van opvoeden waarbij voorzieningen, therapieën … een waardevol en noodzakelijk gegeven zijn. Maar waarbij het resultaat niet mag afgewogen worden ten opzichte van de winst voor de maatschappij.

1

Dr. Pieter Verstraete in het Nederlands Tijdschrift voor Orthopedagogiek nummer 48 december 2009 blz 525 ‘De waarde van het verschil’ cfr supra 3 met excuus voor de woordspeling 4 cfr noot 1 blz 530

Jan Vanthomme

info aangedacht@skynet.be

3

3


aan(ge)dacht

nummer 30

maart 2010

Wanneer het werkgeheugen faalt! Kinderen met aandachtstoornissen vertonen vaak veel problemen op het vlak van het geheugen. Dit is niet verwonderlijk aangezien ons geheugen onder het gezag van de aandacht staat. Vooral het werkgeheugen is kwetsbaar voor afleiding en verstrooidheid. Wat is dit ‘werkgeheugen’? Wanneer Iebe een oefening als ‘39 + 14 =’ te horen krijgt, kan hij niet onmiddellijk antwoorden. Hij zal zich eerst de juiste oplossingswijze moeten herinneren, vooraleer hij de getallen kan optellen. Deze oplossingswijze kent hij al langer en heeft hij goed onthouden. Hij diept dit op vanuit zijn lang geheugen en samen met de getallen plaatst hij dit in zijn ‘werkgeheugen’. De getallen zijn nieuw en wil hij deze niet vergeten, dan zal hij ze moeten herhalen. Misschien stelt hij deze getallen voor in zijn hoofd. En dan moet hij van start gaan met het optellen. Hij telt eerst 39 + 10… intussen mag hij de 4 niet vergeten… Al dit denkwerk speelt zich af in het werkgeheugen en vraagt zijn aandacht. Het werkgeheugen is de plaats waar we informatie (zoals hier de som) moeten onthouden (herhalen), bewerken (we stellen de som voor) over een korte periode. Zonder ons ‘werkgeheugen’ kunnen we geen informatie vasthouden en verwerken. Een beetje afleiding kan volstaan om de informatie (bijv. de getallen of tussenoplossingen) te verkiezen. Het enige wat ons dan te doen staat, is opnieuw gaan rekenen. Wat doet ons werkgeheugen blokkeren? 1) Ons werkgeheugen is beperkt in het opnemen van informatie. Zo kunnen volwassenen 7 elementen opslaan (sommige onderzoekers spreken over slechts 5). Dit is niet veel! Denk maar aan een telefoonnummer. Dit bevat al snel 9 cijfers en toch kunnen we dit onthouden. Dit komt omdat we de cijfers groeperen. Zo krijg je geen 9 cijfers, maar bijv. 4 groepen, bijv. 057-23-63-64 en dit lukt ons dan wel weer. Als volwassenen slechts 7 informatie-eenheden kunnen onthouden, dan moet dit bij kinderen nog minder zijn. Zo kan een 5-jarige slechts 3 elementen opslaan. Wanneer we teveel informatie binnenkrijgen kan ons werkgeheugen overbelast raken! 2) Het werkgeheugen is niet alleen beperkt in aantal informatie-eenheden, het is tevens een vluchtig denkplekje. Je kan amper 15 tot 20 seconden de informatie vasthouden. Als je de informatie niet wenst te vergeten, moet je die doorsturen naar je zolderkamer waar het lange termijn geheugen alles bewaart. Als Iebe snel afgeleid is en even aan andere dingen denkt, dan aan dit sommetje dan zijn 15 seconden zo voorbij en is het sommetje verloren! Een kind met een aandachtsstoornis heeft daarom een kwetsbaar geheugen. 3) Er zijn grote verschillen tussen mensen als het om geheugen gaat. Niet alleen verschillen we in de hoeveelheid informatie die we kunnen opslaan en in de duur om deze vast te houden. We verschillen ook in onze voorkeur bij het verwerken van de informatie. Ons werkgeheugen kan je onderverdelen in 3 onderdeeltjes: - Visueel-ruimtelijke opslag: het gaat hier om informatie die we kunnen zien. - Auditief-verbale opslag: deze lus binnen ons werkgeheugen bevat geluiden en woorden. - Emoties: de info die in ons werkgeheugen binnenkomt roept emoties op. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Deze emoties worden opgewekt vanuit het lange termijn geheugen, waar onze vroegere ervaringen verblijven. De ene persoon heeft een voorkeur om visuele informatie te verwerken, terwijl iemand anders dan weer makkelijker woorden, geluiden,… kan onthouden. Van jonge kinderen weten we dat ze eerder een voorkeur hebben voor visuele informatie…, maar dat is niet altijd zo!

Jan Vanthomme

info aangedacht@skynet.be

4

4


aan(ge)dacht

nummer 30

maart 2010

Allerlei emoties

Het werkgeheugen en leren Het werkgeheugen is zeer belangrijk bij het leren. Denk maar aan zinnendictee. In de hogere klassen worden de zinnen niet meer woord per woord aangeboden. De leerlingen moeten de zinsdelen in het werkgeheugen plaatsen, terwijl ze bovendien nog moeten schrijven en nadenken over de correcte schrijfwijze. Kinderen krijgen tijdens een schooldag heel wat instructies. Drie of vier opdrachten na elkaar horen is geen uitzondering. Kinderen met een beperkt werkgeheugen zullen daarom vaak in de problemen komen, omdat ze onvoldoende alle info lang genoeg in hun gedachten kunnen houden. Het zijn die kinderen die vaak zaken vergeten, aanwijzingen maar half opvolgen, details over het hoofd zien, andere handelingen uitvoeren dan deze die geÍist worden,‌ De vraag die rijst is, of dit een probleem van het geheugen zelf is, of meer een aandachtsprobleem. Bij dit laatste zie je kinderen normaal presteren in een voldoende motiverende omgeving, want dan staat hun aandacht op scherp en wordt het geheugen goed bewaakt. De impact bij kinderen met een beperkt werkgeheugen is groter en resulteert frequent in leerstoornissen. Een beperkt werkgeheugen functioneert als een flessenhals. De informatie die opgenomen wordt, komt er maar gedeeltelijk uit. Een leerkracht die daar rekening mee houdt, kan de leerkansen van de kinderen toch wel vergroten.

Hoe herken je een beperkt werkgeheugen? -

woorden weglaten bij zinnendictee letters weglaten bij het overschrijven problemen om richtlijnen te volgen problemen om lange zinnen te begrijpen problemen om een gesprek te volgen problemen om een vraagstuk op te lossen wanneer de oplossing uit meerdere stappen bestaat problemen met leerbegrip - details ontgaan.

Jan Vanthomme

info aangedacht@skynet.be

5

5


aan(ge)dacht

nummer 30

maart 2010

Welke tips kunnen we hanteren bij een zwak werkgeheugen? -

Bij het noteren van verschillende opdrachten, bijv. om in de klasagenda te noteren, kan er gebruik gemaakt worden van verschillende kleuren. Bij zinnendictee wordt per woord een stippellijntje aangegeven. Vooral de leerling(en) te laten starten met de uitvoering, vragen we van de opdracht nog even te herhalen. Hou instructies zo kort mogelijk. Zo wordt de hoeveelheid informatie beperkt. Splits langere instructies op in deelopdrachten. Moedig kinderen aan om te vragen naar herhaling van de opdracht, wanneer die niet gevat werd. Leer kinderen geheugensteuntjes gebruiken en laat visuele ondersteuning toe, bijv. pictogrammen. Leer leerlingen sleutelwoorden markeren bij begrijpend lezen of toepassingen (verhaalsommen).

Jan Vanthomme

info aangedacht@skynet.be

6

6


aan(ge)dacht

nummer 30

maart 2010

Hoe omgaan met een huibaby? 1. Probeer uit te maken wat de baby van streek brengt. Zorg ervoor dat je baby:  Niet hongerig is of geen boertje moet laten.  Een droge luier heeft.  Gemakkelijke kleren draagt.  Het niet te koud of warm heeft.  Niet oververmoeid is of overprikkelbaar is door spel, geluid of fel licht.  Niet ziek is of koorts heeft.  Geen pijn heeft. 2. Help de baby te ontspannen.  Doof de lichten  Wikkel de baby voorzichtig in  Schommel de baby zachtjes  Geef de borst, de fles of een fopspeen.  Wandel met jouw baby  Speel wat rustgevende muziek  Fluister, zing of spreek zachtjes tegen de baby  Neem je baby mee voor een ritje inde kinderwagen of auto.

3. Hou je baby in veiligheid Ook al probeer je de bovengenoemde middelen, toch kan het dat de baby blijft wenen. Neem dit niet persoonlijk. Iedere verzorger heeft het moeilijk met een huilende baby. Als je overweldigd wordt; je gefrustreerd voelt of je vreest de zelfcontrole te verliezen; volg dan de volgende richtlijnen:  Stop  Adem diep in en tel tot 10  Plaats je baby op een veilige plaats zoals de wieg of de baby-box  Verlaat de kamer en sluit de deur  Zoek een rustige plaats voor jezelf en neem een time-out  Check je baby om de 5 tot 15 minuten  Als je kalm bent en je hebt jezelf onder controle, begin dan opnieuw met stappen 1 en 2.  Wees niet bang om hulp te vragen:  Bel een vriend(in)of familielid  Vraag een andere volwassene om even toezicht te houden  Bel de huisarts  Bel 100of 112 (gsm)

Jan Vanthomme

info aangedacht@skynet.be

7

7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.