6 minute read

Tatum op de thee

Next Article
Gassan

Gassan

Op de thee bij

MAKELAARS-BINK BART

Advertisement

ELKE MAAND GAAT TATUM DAGELET OP DE THEE BIJ EEN INTERESSANTE, BEROEMDE OF BERUCHTE BEWONER VAN ZUID.

In 2001 maakte hij zijn jongensdroom waar door zijn eigen makelaarskantoor te openen. Inmiddels is Ter Haar Makelaars in de Jacob Obrechtstraat een begrip in Amsterdam Oud-Zuid en kent eigenaar Bart ter Haar (49) zo ongeveer elk deurtje in de stad. Hoog tijd om eens achter zíjn deur te kijken! Na een complete verbouwing van anderhalf jaar woont Bart sinds een jaar in de Hacquartstraat, waar hij er héérlijk bij zit. Met als kers op de taart een ruim dakterras met buitenkeuken én jacuzzi. Tijdens het theedrinken vertelt Bart over zijn makelaarsbestaan en waarom hij zo ongelooflijk blij wordt van de buurt.

Als geen ander ken jij Amsterdam op jouw duimpje, toch ben je hier niet opgegroeid? “Klopt, ik ben opgegroeid in Laren, Noord-Holland.”

Ah, oorspronkelijk ben je een Gooise kakker? “Haha, zo kun je dat wel omschrijven, met standaarden waar ik mee opgroeide als de plaatselijke hockeyclub en goede scholen. Ik heb daar een ongelooflijk fijne tijd gehad. Eerlijk gezegd heb ik weleens overwogen terug te gaan naar het Gooi, om mijn zoon dat ook te kunnen bieden: het buitenleven, vlotten bouwen en met zwarte modderhanden thuiskomen. Toch ben ik heel erg blij dat ik in Amsterdam woon. Hier in Amsterdam is reuring, het is booming. Ik hou ervan om over de straten te lopen en dan ben ik ook nog eens makelaar, waardoor ik bijna elk deurtje en de persoon die er woont ken. Ik ben bang dat ik snel zou wegkwijnen in het Gooi. Ineens

rode broeken ga dragen, het gras maai, de tuin aanhark...”

Wanneer besloot jij naar het Amsterdamse te verhuizen? “Op mijn achttiende moest er iets gebeuren qua studie, ik ging rechten studeren in Amsterdam. Dat heb ik precies twee jaar volgehouden. In die jaren ben ik nog nooit naar de faculteit geweest, sterker: ik heb mijn studieboeken nooit opgehaald. Ik was alleen maar aan het feesten. Met acht kerels woonden we in een pand op de Kloveniersburgwal, tegenover de sociëteit, dus je kunt je voorstellen dat wij een leuke tijd hebben gehad. Dat huis was in beheer bij Hoen Makelaars, waar een vriend van de familie werkte, zij waren zo aardig dat we daar voor 350 gulden per maand in mochten zitten. We hebben daar bijna drie jaar gewoond, echt fantastisch.”

In Amsterdam ging je helemaal los? “Vol gas, op elk gebied. Ik heb echt de tijd van mijn leven gehad. Met veel feestjes, nachtclub RoXY en Richter... In die tijd reed je nog lam met de auto naar huis, dwars door de Leidsestraat, alles kon en mocht. Na twee jaar feesten vertelde ik mijn ouders nooit in de collegebanken te hebben gezeten, waarna zij per direct de geldkraan dichtdraaiden. ‘Ga maar werken’, zeiden ze. En zo ben ik op mijn 22ste begonnen in de makelaardij.”

Hoe kwam je erbij om makelaar te worden? “Ik vroeg mijn vader waarmee je goed geld kon verdienen, hij antwoordde: ‘Door te werken op de beurs óf in het onroerend goed.’ Eerst heb ik een halfjaar voor ING als stock trader op de beurs gewerkt. Vréselijk vond ik dat. Vervolgens ben ik bij Hoen Makelaars gaan werken. From scratch heb ik alle facetten van het vak geleerd, van archief- tot backofficemedewerker, tot aan- en verkoop. Op een gegeven moment mocht ik ‘naar buiten’: in een Fiat 500 met een bruin Heinekenflesje als versnellingspook reed ik door de straten van Amsterdam. In die tijd ontbrak het aan de huidige technologie, dus je moet je voorstellen dat het aan- en verkopen destijds heel anders verliep. ‘s Ochtends vroeg reden we naar de postbode bij het Centraal Station om het aanbod op te halen, dat waren kartonnen presentaties. Vervolgens belden we op kantoor meteen naar alle klanten om te vertellen wat er op de markt was. In totaal heb ik een jaar of zes bij Hoen gewerkt en nadat ik de opleiding Makelaardij had afgerond, ben ik in 2001 voor mezelf begonnen.”

Je zit al 26 jaar in het vak, heb je er nooit genoeg van? “Nee. Tot op de dag van vandaag geeft dit werk mij enorm veel energie. Voornamelijk het aankoopproces vind ik ontzettend leuk: het intensief zoeken, met mensen op pad gaan, het sluiten van de deal... Een huis kopen is voor mensen één van de duurste en belangrijkste aankopen in hun leven. Het mooie is dat je als makelaar ook emotioneel meeleeft met de klanten en mee mag delen in het geluk. Iedere dag is een avontuur, omdat ik nooit weet hoe mijn agenda eruitziet. Ik hou ervan om buiten te spelen, met mensen om te gaan en mooie panden te zien. Als ik een kantoorbaan zou hebben en van negen tot vijf achter een scherm zit, zou ik gillend gek worden. Daarbij vind ik het heel fijn om in Amsterdam te werken: met de fiets of op de scooter ben je overal zo. Elk stadsdeel heeft iets leuks, maar ik vind het wel elke keer heerlijk om terug te komen in Oud-Zuid.”

Waar in Amsterdam heb jij zoal gewoond? “Op mijn 26ste kocht ik mijn eerste koopwoning op de Herengracht, een appartement van zestig vierkante meter. Daarna heb ik vijftien jaar in de Jacob Obrechtstraat gewoond, boven mijn kantoor. Toen ik met mijn vrouw een zoon kreeg, misten we een buitenruimte en verhuisden we naar een nieuwbouwproject op de Valkenburgerstraat, heel leuk aan het water. Maar de buurt vond ik vréselijk: continu reden er van die Hop on-Hop off bussen waar toeristen uitkwamen die meteen een joint opstaken, en dan loop je daar met je tweejarige kind... Gek genoeg had ik ook altijd hoofdpijn in dat huis. Ik heb zelfs een man laten komen met zo’n wichelroede, twee dagen lang. Hij vertelde dat het een oud kerkhof was geweest, daarna een casino en een bordeel. In 2017 ben ik gescheiden en iets gaan huren op de Minervalaan, tussen de expats en bejaarden. Als net gescheiden man was dat een drama. Sowieso geen gezellige tijd, want daarbovenop kwam ook nog eens corona. Maar hier in de Hacquartstraat word ik ontzettend blij. Ik kocht dit huis anderhalf jaar geleden, heb het van top tot teen verbouwd en woon hier nu net een jaar.”

Waar word je zo blij van? “Ik vind de buurt heel leuk, het is nog geen vijf minuten lopen van de Cornelis Schuytstraat, ik heb áltijd parkeerplek voor de deur en ik vind de mensen in de straat heel gezellig. We hebben een straat-groepsapp, er worden borrels en dinertjes georganiseerd. Dat buurtgevoel heb ik voorheen altijd gemist.” Woon je hier met je zoon, een geliefde? “Mijn zoon woont hier week-op-week-af. De ene week kan ik doorwerken en dingen voor mezelf doen, de andere week ben ik er volledig voor mijn zoon, ideaal. We hebben ook een hond, een Golden Retriever. En sinds vier maanden heb ik een vriendin. Ik ontmoette haar tijdens het inparkeren, in De Pijp.”

En waar kom je – als snelle makelaar – even helemaal tot rust? “Ik golf bij The International, de golfclub in Badhoevedorp. Het is een kwartiertje rijden en dan ben ik vierenhalfuur aan het spelen met achttien holes. Voor mij is dat dé ultieme ontspanning, echt vakantie. Dan kan ik mijn hoofd weer leegmaken. Ook vind ik het enorm ontspannend om na een werkdag heerlijk op mijn dakterras te zitten.”

“Hier heb je het buurtgevoel.”

Op de Zuidas borrelen de advocaten, waar borrelen de makelaars? “Voorheen borrelden we bij Café Wildschut en Gruter, maar tegenwoordig zitten we eens in de maand bij Hoppe, dat is dan weer niet in Zuid.”

Ga je Zuid ooit uit? “Nee. Ik ben ongelooflijk blij dat ik in AmsterdamZuid woon. Dichtbij het park, de uitvalswegen, leuke vrienden in de omgeving... Daar word ik heel vrolijk van.”

This article is from: