6 minute read

Tatum op de thee

Next Article
Rob’s Reiscolumn

Rob’s Reiscolumn

Op de thee bij

FLY ON THE WALL LYSANDER WIERING

Advertisement

ELKE MAAND GAAT TATUM DAGELET OP DE THEE BIJ EEN INTERESSANTE, BEROEMDE OF BERUCHTE BEWONER VAN ZUID.

Verborgen verhalen, bijzondere mensen, de rafelranden van de samenleving... Als visueel antropoloog en regisserend cameraman dompelt Amsterdammer Lysander Wiering (35) zich onder in schemerwerelden. In 2017 verscheen zijn debuutfilm Dokter Co, waarvoor hij twee jaar lang dokter Co volgde, een gepensioneerde dokter die medische bijstand biedt aan uitgeprocedeerde asielzoekers. De documentaire werd goed ontvangen, waardoor er weer nieuwe deuren voor hem opengingen als onafhankelijk filmmaker. In zijn woning op de Maasstraat vertelt Lysander over zijn carrière als ijsbeer in Oostenrijk, zijn huidige baan als cameraman op Urk en hoe hij als tienjarig jongetje de brug tussen het witte bekakte Amsterdam-Zuid en Michael Jordan visualiseerde.

Waar groeide jij op in Amsterdam? “Bij het Leidseplein, op steenworp afstand van mijn middelbare school, het Barlaeus. Maar ik ging naar de basisschool in Oud-Zuid, dus mijn leventje speelde zich tot mijn twaalfde voornamelijk af in AmsterdamZuid. Op mijn tiende ging er wel een nieuwe wereld voor me open toen ik op basketbal ging. Iedereen op school begon ineens te basketballen onder invloed van de film Space Jam, met Michael Jordan in de hoofdrol. Het Amerikaanse basketbal was een soort onbereikbare wereld als je in Amsterdam-Zuid op de basisschool zat. Ik weet nog goed dat ik de Apollohal binnenliep voor mijn eerste basketbaltraining en daar onze trainer zag staan. Tree Marioneaux, heette hij. Een zwarte Amerikaan van 2.12 meter uit New Orleans. Ik kantelde mijn hoofd omhoog, keek naar hem en dacht: dichterbij Michael Jordan kun je niet komen. Tree werd een god voor ons. Al moesten we tweehonderd push-ups doen of honderd keer om het veld rennen, voor hem deden we álles, want hij was de brug tussen het witte bekakte Amsterdam-Zuid en Michael Jordan. En na een aantal jaren werd ons team onder leiding van Tree zo goed, dat we ieder jaar Nederlands kampioen werden. Tree had het voor

elkaar gekregen om van jongetjes uit AmsterdamZuid, Nederlands beste team te maken. De liefde voor basketbal is tot op de dag van vandaag gebleven. Toen ik naar het Barlaeus ging, verplaatste mijn wereld ineens naar het Centrum. Naast mijn basketbal- en oude schoolvrienden raakte ik ook bevriend met jongens afkomstig uit andere stadsdelen. Eerst vanuit het Barlaeus-college en later doordat ik bij een bedrijf ging werken met internationale collega’s. Na werktijd zaten we bijna iedere dag met z’n allen in de kroeg. Al die verschillende landen, culturen en perspectieven, geweldig was dat. Daarna ben ik lang gaan reizen. Zo kreeg ik een inkijkje in allemaal verschillende werelden.”

Die ‘andere’ werelden, is dat ook wat jou aanspreekt als filmmaker? “Ja, mijn interesse gaat uit naar verborgen verhalen, die zich buiten het oog van de samenleving afspelen. Een andere wereld of een groep mensen die verder verwijderd staan van de maatschappij. Ik hou ervan dicht op de huid te zitten bij mensen. Een wederzijds vertrouwen op te bouwen door langere tijd met ze op te trekken, en vanuit dat perspectief de mens te filmen.”

Heb je al zo’n ‘verborgen wereld’ in Amsterdam-Zuid ontdekt? “Voor mijn studie Visuele Antropologie aan de Universiteit van Leiden moest ik een afstudeerfilm maken. Op het moment dat ik op zoek was naar een onderwerp, het liefst in de buurt, fietste ik door de Van Ostadestraat. Ik zag een lange rij bijzondere mensen voor een pand staan, mensen die er anders uitzagen dan de meeste mensen die je in deze buurt ziet. Het trok mijn aandacht, ik ging binnenkijken en het bleek inloophuis Makom voor dak- en thuislozen te zijn. Daklozen hebben letterlijk geen huis en thuislozen zijn mensen die wel een huis hebben, maar bijvoorbeeld eenzaam zijn en zich niet thuis voelen in hun huis. Binnen kreeg ik een rondleiding en vervolgens liet ik de leidinggevende weten dat ik wel vrijwilliger wilde worden, met het idee in mijn achterhoofd om daar op den duur ook een film te maken. De volgende dag ging ik als vrijwilliger aan de slag, vijf dagen in de week hield ik me daar bezig met de boel opruimen. Ik raakte bevriend met een aantal bezoekers, die ik buiten het inloophuis ben gaan volgen met mijn camera. Zij lieten me zien hoe ze overleefden in Amsterdam en uiteindelijk mocht ik ook binnen filmen bij Makom. Mijn afstudeerfilm ‘Het Inloophuis’ ging over het concept ‘thuis’: wat betekent dat voor een dak- of thuisloze? Voor de één was dat het Beatrixpark – waar hij sliep – een ander zei: “Thuis, is wat je in je hart hebt.” Ik volgde Rini, een thuisloze vrouw die dagen in eenzaamheid spendeert totdat ze naar het inloophuis kan. Zulke verborgen verhalen spelen zich hier in het welvarende Zuid dus ook af, achter de muren zit genoeg eenzaamheid. Mensen hebben onderling steeds minder contact, de reden dat het niet zichtbaar is, is het effect van die anonimiteit. Eenzaamheid is een welvaartsziekte.”

Is Zuid jouw ‘thuis’? “Ja, ik voel me hier wel thuis, vooral als ik lang ben weggeweest. Ik heb veel gereisd en backpackers zeggen altijd: “Home is where I lay my head down”. Maar na al dat backpacken was ik ook heel blij om weer hier te zijn. Dan word je geconfronteerd met in

“Ook Zuid heeft verborgen verhalen en rafelranden”

wat voor luxe je eigenlijk leeft. Hoe je het getroffen hebt met een huis waar je de verwarming aan kunt zetten en waar warm water uit de kraan komt. Ik voel me alleen minder thuis bij de veranderingen in de Rivierenbuurt: het stijgen van de koop- en huurprijzen, de toename van Tesla’s en VanMoofs... Als ik hier te lang ben, moet ik weer reizen, haha! Ook ga ik regelmatig naar Zuid-Amerika, waar mijn vriendin woont.”

Sinds wanneer woon je in Zuid? “Inmiddels dertien jaar. Nadat ik zeven maanden als ijsbeer had gewerkt in Oostenrijk, kwam ik weer terug in Nederland en was ik, net als daarvoor, een beetje aan het rondzwerven. Ik sliep bij vrienden of woonde antikraak. Vrij snel kreeg ik via via deze woning in de Maasstraat aangeboden. Ik zou niet meer terug willen naar het Centrum. Hier is alles. De rust, je zit tussen allerlei parken en met de fiets ben je overal zo.”

Je was... een ijsbeer? “Haha ja, ik werkte in een ijsbeerpak achter de bar, in een ijsbar. Een te gekke tijd was dat, ik begon pas om 16.00 uur met ijsbeer zijn, dus ik kon de hele dag skiën, als ik op tijd uit bed kwam. Toen ik weer terugkwam in Nederland waren intussen al mijn vrienden afgestudeerd en ben ik ook maar ‘s begonnen met studeren.” Ben je momenteel bezig met een nieuwe film? “Ik wil dolgraag weer een nieuwe documentaire maken, dus dat staat zeker nog op de planning. Mijn debuutfilm Dokter Co ging in première op het Nederlands Filmfestival en werd daarna op verschillende festivals in het buitenland vertoond. Dat gaf zo’n kick: het avontuur aangaan met een camera om vervolgens de wereld te kunnen laten zien wat jij ziet... Op dit moment draai ik de realityserie Urk!, waarin dorpsgenoten gevolgd worden. Dat bevalt me ook heel erg. Je kunt van alles vinden over Urk, maar er zijn weinig plekken in Nederland die zo eigen zijn. Helemaal in een tijd waarin alles verandert en het meeste op elkaar begint te lijken.”

Zuid ooit uit? “Dat weet ik niet. Het is ook goed om af en toe al het comfort achter te laten om te kunnen groeien. Ik zou best naar Zuid-Europa willen, maar wat me tegenhoudt is dat ik hier heel leuk werk heb. Als ik in Spanje zou gaan wonen weet ik niet of ik hetzelfde werk krijg. Intussen woon ik hier al zo lang, ik kan het me niet eens meer voorstellen hoe het is om ergens anders te wonen.”

This article is from: