ruimte voor de spontane stad. Masterproject Aarhus Toon Roegiers, 2e Master in de Architectuur LUCA School of Arts Gent 2012-2013 Promotoren: Jan Maenhout, Roeland Smits
Inhoudstafel
1.
Inleiding
3
2.
Aarhus havenstad
6
2.1 2.2 2.3 2.4
Restruimte langsheen de breuklijn Potentie van de breuklijn Nieuwe grootstedelijke ontwikkelingen: top-down stretegie Bottom-up strategieĂŤn in Aarhus
3.
Onderzoeksvraag
16
4.
Site
18 4.1 4.2 4.3
5.
Stedelijke analyse 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
6.
Space-syntax analyse Positie van de site in het stedelijk weefsel Mobiliteit Aarhus Context van de site Potentie van de site Bestaand masterplan Cultuur, sport en recreatie in Aarhus 40
Emergent urbanism Volumestudies Synthese methdoiek
Ontwerp 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.8 7.9
8.
26
Ontwerpmethodiek 6.1 6.2 6.3
7.
Impressie en verwondering Site in detail Spontane ontwikkelingen op de site
48 Interactieve paviljoenen Uitwerking programma Referenties Inplantingsplan Aanzicht en snede Plannen Materiaalkeuze Sfeerbeelden
Literatuurijst
77
-3-
AARHUS
-4-
1.
Inleiding masterproject
In de architecturale discipline en –meer specifiek- de richting ‘Urban Architectural Design’, is het architecturaal ontwerp sterk gegrond in onderzoek en analyse van zijn context. Het project is een vertaling van een ontwerpend onderzoek waarin verschillende factoren, zowel op schaal van de stad als op schaal van het gebouw en de mens, een impact zullen hebben op het finale ontwerp. Op basis van grondige analyse van de stad en met de huidige en toekomstige plannen van de stad indachtig, wordt er een visie samengesteld voor een ontwerp. Deze visie zal zich uiteindelijk vertalen in het ontwerp van een ankergebouw waarin het voorgaande onderzoek en haar conclusies geïmplementeerd zijn. De locatie voor dit masterproject is de stad Aarhus in Denemarken. Zij fungeert als site en onderzoekssubject. In dit masterproject poog ik derhalve een architecturaal antwoord te geven op hedendaagse problematieken en in te spelen op tendensen welke sterk gegrond zijn in zowel het fysiek gebouwde stedelijk weefsel als in de culturele karakteristieken van de stad en zijn bevolking.
-5-
2.
Aarhus havenstad
De haven van Aarhus speelt een belangrijke rol de economische ontwikkeling van het land en de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de stad. De haven is vandaag een draaischijf voor handel en industrie voor het hele vasteland van Denemarken. De laatste decennia is de haven dan ook fel uitgebreid en heeft nu een groot deel van de baai van Aarhus ingenomen. De haven heeft hierdoor echter een duidelijk visuele en fysieke breuk tussen stad een zee versterkt. De haven wordt gekenmerkt door een reeks armen welke het stadscentrum omsluiten. In het noorden vinden we de plezier- en vissershaven terug en de voormalige pier voor container opslag. Centraal vinden we de aanmeringsplaats voor de ferry richting Kalundborg en Sjaellands Odde. In het Zuiden vinden we de industriële haven en de nieuw ontwikkelde containerpier. Begin jaren ‘90 besloot men de haven uit te breiden om de capaciteit van containers en industriële activiteiten te vergroten. Vandaag heeft dit grote herstructurering van de haven tot gevolg. Grote delen van de haven, welke niet meer gebruikt worden voor industriële doeleinden, worden geherprogrammeerd in functie van grootstedelijke woonontwikkelingen om de toekomstige bevolkingsgroei te kunnen opvangen. Een voorbeeld hiervan is het oude containerhaven in het Noorden. Projecten als de ‘Iceberg’ en ‘The Lighthouse’ zijn in volle ontwikkeling en geven al een beeld van de toekomst van de voormalige containerhaven.
-6-
SITE
-7-
-8-
2.1
Restruimtes lagsheen de breuklijn.
De huidige breuklijn tussen de haven en de stad bestaat vandaag vooral uit een aaneenschakeling van restruimtes die hun functionaliteit in de tijd verloren hebben. Deze restruimtes worden hoofdzakelijk getypeerd door een geïsoleerd karakter, worden vaak als tijdelijke parking gebruikt, als stortplaats van allerlei materiaal of locatie voor illegale handelingen. Deze ruimtes worden door de Sola Morales omschreven als ‘Terrains vagues” welke een sterke dualiteit bezitten:
“Spaces as internal to the city yet external to its everyday use. Due to their marginalization, they have the sense of externality to the order and security of the city making them alluring as a way out of the typically homogenized urban realm.” ( De Sola Morales, I. 1995)
-9-
- 10 -
2.2
Potentie van de breuklijn
De terreinen langs deze as bieden evenwel veel potentieel naar de toekomstige ontwikkeling van de nieuwe haven. Aarhus grijpt de kans om de connectie van de voormalige industriële haven met het stadcentrum te versterken. Deze as moet de groenzones aan de kustranden van de stad met elkaar verbinden en eveneens een nieuwe culturele en recreatieve impuls geven aan het havengebied. De breuklijn moet een poort worden die het stadcentrum en het nieuwe wonen aan de haven verbindt.
Momenteel zijn er op deze as ontwikkelingen gaande zoals de bouw van een nieuwe universiteitscampus aan de haven, een kantoorcomplex, een evenementenplein en een ‘Urban media space’. Deze projecten zijn zeer centraal gelegen en hebben een sterke relatie tot het historische stadscentrum. De recreatieve as beperkt zich echter niet tot het stadscentrum maar loopt zowel in Noordelijke als Zuidelijke richting verder tot aan de groene kustzones. Deze plekken markeren de limiet van de stadsgrens en de haven en kunnen in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen in de verdere ontwikkeling van de ‘recreatieve as’.
- 11 -
- 12 -
2.3 Nieuwe grootstedelijke ontwikkelingen: top-down strategie De ontwikkeling van de nieuwe haven van Aarhus is een project van enorme omvang maar zal desondanks in een zeer kort tijdskader uitgevoerd worden. De belangrijkste en meest in-het-oog-springende projecten op het uiteinde van de arm worden heden ten dagen al uitgevoerd. De volledige ontwikkeling van de haven lijkt een typisch voorbeeld van een top-down stedelijke strategie die een volledig stadsdeel in enkele jaren tijd zal vormgeven. Het volledige project bestaat dan vooral ook uit prestige en uithangbord projecten die de stad Aarhus een internationaal herkenbaar gezicht moeten geve ook al hebben deze projecten eigenlijk weinig met de identiteit van Aarhus te maken. Nadelig aan de grootschaligheid van zo een stedelijk project is een zeer lang termijndenken welke direct wordt vastgelegd in een soort van ‘eindresultaat’ zonder veel marge voor spontane ontwikkelingen en eventuele overgangsscenario’s. Er wordt voornamelijk ingespeeld op de potentiële demografische groei die Aarhus in de komende jaren zal ondergaan. Ondanks het feit dat dit een zeer valide argument is en een problematiek die aandacht vereist, wordt dit wel zeer snel vertaald in een vrij monofunctionele totaaloplossing zoals hier voorgesteld wordt. Het top-down concept leidt dus nogal snel tot een generische stedelijke structuur en een homogenisering van het gebied. De kwaliteit van stedelijke publieke ruimte kan ten koste gaan van de vormgeving van de grootschalige projecten en de vooraf sterk afgebakende planning.
- 13 -
2.4
Bottom-up ontwikkelingen in Aarhus
In Aarhus zijn er echter ook ontwikkelingen en initiatieven die eerder vanuit een bottom-up principe zijn ontstaan. Hier ligt de nadruk vooral op het informele karakter en de spontane interactie tussen de gebruikers. Vaak ontstaan deze projecten uit een initiatief voor een eerste informeel gebruik van een terrein of een gebouw en word hier dan verder op ingespeeld. De bottom-up strategie kan een mogelijke aanpak zijn in tegenstelling tot het huidige top-down denken.
Godsbanen cultuurcentrum Een mooi voorbeeld hiervan is de ‘Godsbanen’ site. Een oude verlaten werkplaats voor treinstellen werd omgebouwd tot een cultureel productiecentrum. De oude hallen worden multifunctioneel ingezet als workshopruimtes en exporuimte en worden aangevuld met een nieuw multifunctioneel paviljoen waarin cafe, restaurant en concert- of filmzaal in ondergebracht werden. Het volledige project is een soort cultureel laboratorium waar spontane interactie ontstaat tussen verschillende disciplines.
- 14 -
- 15 -
3.
onderzoeksvraag.
“How can architecture act in the terrain vague without becoming an agressive instrument of power and abstract reason? “ ( De Sola Morales, I. 1995) In het onderzoek poog ik een strategie naar voor te brengen die eerder vanuit een bottom-up principe de toekomstige haven terug in relatie kan brengen met de stad en zijn inwoners. Hoe kan een meer informele en spontane aanpak op stedelijk niveau en het niveau van het bouwwerk een katalystor betekenen voor nieuwe activiteiten aan de haven zonder daarbij een aggressieve en formele ingreep op de restruimte te zijn ? Hoe kan de huidige breuklijn overwonnen worden of tot een voordeel omgebogen worden?
- 16 -
- 17 -
4.
Site
4.1 Impressie en verwondering De keuze van de site is in eerste instantie ontstaan dankzij een grondige verkenning van de haven van Aarhus. De locatie van de site bleek opmerkelijk aangezien zij op de breuklijn lag tussen de stad en de haven. Deze breuklijn werd in de verf gezet door de aangrenzende spoorlijn. Het is een site die geïsoleerd leek in het landschap. Dit in contrast met het zeer open karkater van de haven. Een eerste indruk van de site was een gevoel van verwaarlozing. De site wordt gekenmerkt door een groot aandeel aan ongebruikte restruimte. Een leegstaande hangar en vervallen barakken zijn de laatste resten van een schijnbaar industriële activiteit gelinkt aan de haven. De aanwezigheid van grafitti en een hoop junk doet vermoeden dat het terrein er al een hele tijd verlaten bijligt. De aanwezige constructies worden bijgevolg ook niet meer gebruikt. Het terrein lijkt vandaag een soort ‘waiting space’ te zijn. Een terrein die wacht op een bepaalde ontwikkeling, een heropleving, maar die door zijn specifieke ligging en geïsoleerd karakter steeds verder in verval geraakt.
- 18 -
1 6 7
2
5 4
3
- 19 -
1
2
1
3
Boven: Spoorlijn langsheen de site. Een zeer fysieke grens die het terrein isoleerd van de haven. Onder rechts: Voetgangersbrug in een stalen constructie over de spoorweg en het terrein.
- 20 -
4
5
6
7
Boven: Fietserstunnel onder het wegdek verbindt de fietsas langs het terrein met de openbare weg. Onder: Bestaande hangar uit een houten constructie. Grafitti-artiesten kunnen hier onopgemerkt hun ding doen. Een deel van de hal werd afgebakend als mini-voetbalpleintje.
- 21 -
4.2
Site in detail
Langs de kant van de haven merken we de aanwezigheid van de vissershaven en de bijhorende infrastructuur. Deze omvat een serie aan werkplaatsen, schuurtjes, garageboxen langsheen de spoorlijn, een visrestaurant en visverwerkingsbedrijfje aan de kade. De rest van de kade wordt gebruikt als standplaats voor boten. Links van de site is er de aanwezigheid van een voetganger- en fietspad. Tussen de straat en de fietseras bevindt zich een klein driehoekig terrein, ingevuld als groenzone maar verder zonder meerwaarde. Er is een sterk hoogteverschil tussen de openbare weg, de rijwoningen en het terrein. Er wordt echter niet ingespeeld op het hoogteverschil tussen de kade en de straat. De fietsas splitst zich op en loopt via een smalle fietserstunnel onder het autoverkeer door naar de linkerstraatkant. Dit is een vrij onaangenaam element in deze omgeving en is zeker niet uitnodigend voor de passerende fietser. Meer noordelijker is het terrein geflankeert door een smallere straat en de achtergevel van enkele rijwoningen, bestaande uit hagen, hekkens en tuinhuisjes. Nog verder staat een langwerpig apartementsblok met zicht op de haven.
a
D
c
- 22 -
b
a
a
b
c
d
- 23 -
4.2
Spontane ontwikkelingen op de site
De gekozen site is duidelijk een voorbeeld van een restruimte die zijn vitaliteit en functionaliteit verloren is. Dit, hoogst waarschijnlijk onder de invloed van herstructureringen en verschuivingen van programma in de haven. Het terrein heeft zijn relatie met de stad en de haven verloren. Er zijn echter tekenen van spontane en informele invulling van het terrein. Het feit dat er een klein voetbalplein ingericht werd door jongeren in de leegstaande hal is hier een voorbeeld van. Ook geïmproviseerde objecten opgebouwd uit gevonden materiaal, lijkt er op te wijzen dat hier geskate werd. Dit kunnen tekenen zijn voor een noodzaak aan bepaalde programma’s of functionaliteiten in het gebied.
- 24 -
- 25 -
5.
Stedelijke analyse
5.1
Space syntax-analyse
Doelstelling van de space syntax-analyse: Space syntax is een methode om de circulatie doorheen een stad te onderzoeken aan de hand van een configuratie van lijnen in de globale hiërarchie van het netwerk. Dit netwerk wordt bepaald door het stratenpatroon en de publieke ruimte. Aan de hand van dit patroon wordt een ‘movement economy’ gesimuleerd die kan bepalen welke delen van het netwerk beter geïntergreerd zijn dan andere. Deze integratie kan gedefinieerd worden als de navigeerbaarheid in het netwerk en de intuïtieve flows door de stad. De connectiviteit van de onderlinge ijnen en de rechtstreeks zichtlijnen zijn hier doorslaggevend in het vormgeven van het globale netwerk. De Activiteiten in de stad halen voordeel uit deze stromen van beweging door de stad en zullen zich dan ook op een intuïtieve manier vestigen in de delen van het netwerk die goed geïntegreerd zijn. De space syntax kan ook gebruikt worden als onderzoekend instrument naar de relatie tussen ruimtelijke configuraties en sociale effecten zoals criminaliteit. Hoe slechter het gebied geïntergreerd is hoe meer geïsoleerd en meer kans op criminele feiten die onopgemerkt kunnen plaatsvinden. Deze methode werd in de loop van de jaren ‘70 ontwikkeld door Bill Hillier en Julienne Hanson aan ‘The bartlet, University College of London’.
- 26 -
Integratie De site ligt volgens de spacesyntaxanalyse in een blauw-groene zone van het netwerk in de nabijheid van gele lijnen. Dit betekend een matige tot slechte integratie in het globale netwerk. De ruimtelijke configuratie is dus vrij unidirectioneel of doodlopend, echter wel in de nabijheid van een gele lijn. Het grootste deel van de haven lijkt matig geïntegreerd en vooral de zuidelijk industriële haven is slecht geïntegreerd in het netwerk. Dit is vrij logisch aangezien dit een geïsoleerd terrein is. Opmerkelijk is de integratie van het stadscentrum dat gemiddeld scoort. Dit kan te wijten zijn aan de slechte integratie van de haven die de flow langsheen de kust verhindert. De rode ring rond de stad kan op die manier niet gesloten worden en beïnvloed hierdoor het stadscentrum.
Connectiviteit De site ligt opnieuw in een slechte zone wat connectiviteit betreft, enigszins wel in de nabijheid van een gele lijn. Dit betekent dat er in dit gebied weinig onderlinge connecties in het netwerk zijn met andere lijnen.
- 27 -
5.2 Positie van de site in het stedelijk weefsel De structuur van het stedelijk weefsel breidt zich vanuit een dens centrum geleidelijk landinwaarts uit naar de stadsrand. Het aandeel aan open ruimte neemt landinwaarts toe maar zelfs binnen de stadsring is er nog de aanwezigheid van grote open ruimtes en groenzones. Er is een duidelijke aanwezigheid van een ringvormig netwerk rond het stadcentrum die zorgt voor een vlotte verbinding rond de stad en naar het centrum toe. De noord-zuid-as langsheen de haven sluit de ring langs de kust. Ondanks het feit dat de site volgens de space syntax vrij slecht geïntegreerd is in het stedelijk netwerk, ligt deze toch in de nabijheid van huidige verkeers- en fietsassen en een spoorlijn, weliswaar zonder stophalte. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat de site aan de rand van de stad geïsoleerd ligt en slechts één lange verbinding heeft langs de breuklijn en weinig andere verbindingen met de rest van het netwerk. Dit is een interessante dualiteit en potentie die zeer eigen aan het terrein is. Ze is geïsoleerd in het stedelijk netwerk en uitgesloten van alledaagse activiteiten maar heeft toch de potentie om vrij goed bereikbaar te zijn.
Boven: Densiteit bebouwing Onder: Water
- 28 -
Boven: Stratenpatroon Onder: Spoornetwerk
Boven: Hoofdverkeersaders Onder: Belangrijke fietsassen
- 29 -
5.3 Mobiliteit in Aarhus Aarhus wil zich in de toekomst verder gaan profileren als duurzame en milieubewuste stad op vlak van mobiliteit. Zoals in veel Deense steden wordt ook hier het gebruik van de fiets als alternatief voor de auto sterk gepromoot. In de stad zijn er dan ook vaak stalplaatsen voor stadsfietsen te vinden die door iedereen gebruikt kunnen worden. Een uitgebreid fietsnetwerk is ĂŠĂŠn van de grote troeven van de stad. Dit netwerk wil men in de toekomst nog uitbreiden met 6 grote hoofdassen langsheen de kust en richting het hinterland. Het openbaar vervoer wordt in de toekomst aangevuld met een lightrailtraject. Deze moet de huidige treinverbinding met de omringende gemeenten vervangen en nieuwe verbindingen met toekomstige projectgebieden maken. Deze verbinding zal eveneens een groter aantal tussenstops voorzien in het netwerk. In beide gevallen is de ligging van de site opnieuw gunstig ten opzichte van de toekomstige verkeersinfrastructuren van het lightrailtraject en de vernieuwde fietsassen. Deze locatie kan met andere woorden een belangrijke tussenstop in het netwerk worden voor zowel fietsers als lightrail-gebruikers. In het fietsnetwerk kan een verdeelplek voor stadsfietsenworden tot de mogelijkheden behoren.
- 30 -
- 31 -
5.4 Context van de site. De site ligt gepositioneerd tussen twee grote woonzones. Enerzijds de residentiĂŤle wijk op het vasteland en anderzijds de nieuwe woonontwikkelingen op de arm van de haven. De site ligt ook in de nabijheid van 2 groenzones: het risskov bos en het stedelijk kerkhof. Dit kerkhof heeft het karakter van een park. Dichter bij site vinden we nog de jacht- en vissershaven en outdoor tennisterreinen, verscholen tussen de bebouwing en het kerkhof. Meer naar het zuiden komen we in de buurt van de grote universiteitscampus en het historische stadscentrum.
- 32 -
1
2
3
4
De site ligt in de nabijheid van vijf grote wijken met elk diverse karakters en functionaliteiten: 1. De directe omgeving van de site is een overgangszone van het stadscentrum naar de residentiële buitenwijken. 2. De nieuwe ‘prestige’ ontwikkelingen op de arm van de haven. 3. Het stadscentrum met diverse culturele activiteiten 4. Universitaire campus 5. Residentiële wijken in de stadsrand
5 - 33 -
5.5 Potentie van de site Uit voorgaande analyse kan besloten worden dat het terrein een bepaalde excentriciteit bezit, zowel op vlak van locatie, inplanting, bereikbaarheid als van eigen karakteristieken van informeel gebruik. Deze excentriciteit bevat de potentie van dit terrein om een sterke aantrekkingspool van activiteiten te worden die verschillende stedelijke gebieden kan samenbrengen.
- 34 -
- 35 -
5.6 Bestaand masterplan In het bestaande masterplan lijkt de potentie van het terrein echter teniet gedaan. Het masterplan doet geen echte uitspraak omtrent de positie en implementering van de recreatieve as in dit gebied. Er is geen programmatie verbonden met de recreatieve as, buiten de toekomstige bouw van een nieuw zwembad. De recreatieve as doet enkel dienst als ‘scenic route’ naar de stad toe. Deze as heeft bijgevolg weinig tot geen connectie met de huidige vissershaven en het stadscentrum. Daarnaast is het aanleggen van een kanaal en het groeperen van de havenzone in kleinere eilanden , een overbodige ingreep en bevordert het de segregatie van de gebieden. Het lijkt mij aangewezen om de infrastructuurbarrière te gaan ‘verzachten’ en eventueel te gaan implementeren in een project. Hiermee zou de potentie van bestaande infrastructuur gebruikt kunnen worden om het terrein een impuls te geven. Het masterplan doet wel uitspraken omtrent bouw-densiteit en volumitrie. De volumes worden langs de lengte van het terrein vernipperd om de doorkijk van de stad naar de haven te bevorderen. Dit lijkt een vrij logisch en legitiem argument, men kan alleen de vraag stellen of de aanbeveling van 30% terreinbezetting daar perse een rechtstreeks gevolg van moet zijn. Door het verhoogde en hellend terrein zou er immers een grotere terreinbezetting en densiteit mogelijk kunnen zijn terwijl toch de doorzichten gevrijwaard kunnen blijven. Het masterplan geeft als programma voor dit terrein ‘wonen en commerciële functies’ op. Dankzij zijn strategische ligging lijkt het mij echter aangewezen om deze site anders te gaan programmeren. De recreatieve as speelt hierin een belangrijke factor. Het gebied is zowel een eind- als beginpunt maar ook een kruispunt voor doorsteekmogelijkheden en zichten richting de haven. De site zou dus in functie van de recreatieve as geprogrammeerd moeten worden en moet zijn potentie van locatie en karakteristieken gebruiken om een betere realtie met de haven aan te gaan. Dit zou een duidelijk transgressiegebied van de stad naar de haven kunnen worden.
- 36 -
- 37 -
5.7
Cultuur, sport en recreatie in Aarhus
Om de mogelijkheid van recreatieve programma’s langs de as te onderzoeken is het noodzakelijk om op grotere schaal de recreatieve impulsen in Aarhus te gaan analyseren. Aarhus is een stad met veel culturele impulsen en veel ruimte voor groen, sport en recreatie. Het jeugdige karakter van de stad werkt dit zeker in de hand en in het stedelijk weefsel is dit dan ook zeer merkbaar. Aarhus heeft momenteel een zeer ruim aanbod aan culturele instellingen en activiteiten maar ook op vlak van sport en recreatie is Aarhus zeer actief. Dit maakt immers ook deel uit van de Deense mentaliteit. De denen hebben een grote band met hun lichaam en fysieke gezondheid. Ze zijn dan ook zeer actief in alles wat met sport en vrijetijdsactiviteiten te maken heeft. In de analyse is duidelijk weergegeven waar de recreatieve en culturele clusters zich bevinden. Men zou kunnen spreken van een recreatieve en sportieve ring rond het historisch centrum waar zich de grotere sportcentra en recreatieve buitenruimtes bevinden. Ook de grotere parken bevinden zich hier. In het centrum vinden we de kleinschaligere indoor recreatie zoals fitnesscentra. De belangrijkste culturele activiteiten en instellingen vinden we, zoals verwacht, ook vooral in het historisch centrum terug. Publieke ruimte welke ingezet wordt als evenementenruimte vinden we hoofdzakelijk in het historisch weefsel terug en rond de universitaire campus.
De culturele clusters bevinden zich uiteraard in het stadscentrum en rond de universitaire campus. Een groot deel van het stedelijk netwerk in het historisch centrum wordt vaak tijdelijk ingezet als evenmentenruimte en culturele buitenruimte in de stad. De haven hier nauwelijks bij betrokken.
- 38 -
Zowel op vlak van cultuur als sport en recreatie is de haven een “dode� zone. We kunnen concluderen dat de gekozen site wel in de nabijheid van grote parkzones ligt en dichtbij een outdoor sportfaciliteit ligt. Dit beperkt zich echter tot indoor fitnesscentra en enkele outdoor tennispleinen. Er is tevens weinig sprake van culturele impulsen of ruimte voor culturele evenementen in dit gebied. Dit lijkt een uitgelezen kans om het gekozen terrein met deze recreatieve en culturele functies te gaan programmeren om het terrein als magneet voor omliggende gebieden te facilliteren. Dit in tegenstelling tot het woonprogramma wat het masterplan voorstelde.
De recreatieve clusters bevinden zich vooral in de ring rond het stadscentrum. Hier vinden we de grootschalige sportterreinen en infrastructuren terug, vaak in nabijheid van een groenzone. In het centrum bevinden zich vooral de kleine indoor fitnesscentra. De haven is hier weinig of niet in betrokken.
- 39 -
6. Ontwerpmethodiek 6.1 Emergent Urbanism
“Emergent Urbanism is a form obtained as a result of following certain processes. The opposite of emergence is design: its is a form conceived by a designer which will be used as a blueprint for its realization. In emergence, form is the result. In design it is the starting point. “ ( Helie, M., Emergent urbanism, 2009) Op basis van dit principe probeer ik een systeem en bijhorend proces te ontwikkelen die verbonden is aan de karakteristieken van het terrein om de stedelijke ruimte structuur te geven.
- 40 -
6.2
Zichtlijnen en loopassen
Een eerste stap in het ontwikkelen van een systeem bestaat uit het bepalen van de belangrijkste zichtlijnen en loopassen. Deze zijn gebaseerd op bestaande looplijnen en zichten welke belangrijke visuele ankerpunten richting de haven kunnen vastleggen. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire verbindingen. Primaire verbindingen lopen langs en loodrecht op het terrein en secundaire verbindingen in de langse richting op het terrein zelf. Op basis van dit model is een densiteit bepaald die op het terrein mogelijk is. Uit dit proces vloeit een eerste vormelijke suggestie.
- 41 -
De noodzaak van de primaire loopassen loodrecht op het terrein wordt aangetoond aan de hand van een space syntax uitgevoerd op het terrein. Hieruit blijkt dat een betere integratie van het terrein mogelijk is mits minstens één nieuwe verbinding wordt gemaakt met het groter netwerk van het stedelijk weefsel. De aflijning van de volumes is een gevolg van de flow of de “movement economy” die in de space syntax gesimuleerd wordt.
“An Emergent city begins with a network structure. Over time these paths are paved and upgraded, and important junctions of paths become the central open space of the city. The placement of buildings and uses is also an evolved structure that matches the flows of movement“ ( Helie, M., Emergent urbanism, 2009)
- 42 -
integratie
Connectiviteit
- 43 -
6.3 Volumestudies naar bouwhoogte en doorkijk In combinatie met de zichten en doorsteken op het terrein is het aangewezen om de bouwhoogte en zijn implicaties op de omgeving te gaan bekijken. Dit in 3D en op maquette. uit deze analyse lijkt het aangewezen de volumes van Zuid naar Noord in hoogte te laten afnemen. Dit om de zichten van de hoger gelegen woningen niet te zeer te belemmeren. Verschillende gradaties aan versnippering en variatie kunnen extra doorzichten of doorsteken opleveren. In maquette werd dit verder onderzocht met meer aandacht naar reliĂŤf en zichtlijnen. De mogelijkheid om de volumes schuin te gaan vormen i.f.v. de zichtlijnen bleek minder efficiĂŤnt naar programmatie van gebouwen en gebruik van tussenruimtes. Een meer rechtlijnige volumetrie lijkt hier meer aangewezen.
- 44 -
- 45 -
6. 4 Synthese methodiek Voorgaande processen kunnen samengevat worden in systeem van layers die uiteindelijk de stedelijke voetafdruk van het project zal worden. De basis bestaat uit de bestaande infrastructuur en het reliĂŤf. Het terrein wordt verder gestructureerd volgens de movement flows in een grid dat op het terrein wordt geprojecteerd. Op dit grid worden de funderingpunten voor de toekomstige constructies ingepland overeenkomstig met de doorsteken over het terrein. Het grid is tevens een structurerend middel voor de stedelijke tussenruimtes en pleinen. Het reliĂŤf wordt bewerkt om de toegankelijkheid van de nieuwe assen mogelijk te maken. Het terrein wordt verhoogd en wordt als een lange trap of tribune vormgegeven die een nieuwe relatie met de haven en het terrein mogelijk maakt. Uiteindelijk worden de volumes gevormd en ingepland volgens de movement flows en het geintroduceerde grid. De hoogte en densiteit van de volumes zijn aangepast aan de volumestudie en voorziet een goede balans tussen bezetting en maximale zichten naar het water.
- 46 -
Inplanting volumes
Verhoging terrein
Structurerend grid en movement flows
bestaand reliĂŤf
Bestaande infrastructuur
- 47 -
7.
Ontwerp
7.1
Interactieve paviljoenen
Het basisconcept voor het ontwerp vloeit voort uit de processen van voorgaand onderzoek. Een paviljoenstructuur gebaseerd op het geĂŻntroduceerde grid is de basis voor een diversiteit aan activiteiten die een trekker moeten vormen voor de omliggende stedelijke gebieden. De paviljoenen worden telkens afgewisseld door tussenuimtes, gevormd door de zichten en loopassen. Deze ruimtes verbinden de paviljoenen in de langse richting en zorgen voor interactie in de buitenruimtes tussen de volumes. Door afwisselend met meer open en gesloten volumes te werken, wordt de dynamiek en interactie vergroot. Elk volume wordt geflankeert door een open ruimte maar door het open karakter van bepaalde volumes kunnen de activiteiten van ĂŠĂŠn volume doorgetrokken worden over het volledige terrein en wordt de diversiteit en de schaal van de activiteiten ook uitgebreid.
- 48 -
- 49 -
Mobility Pedestrian/Cycling route light rail
REcreation waterfront recreation sports youth
Community/culture eventsquare community initiatives
SPORTS/RECREATION indoor sportsfacilities
culture Performance space expo space ateliers/rehearsal rooms
community community-youthcenter knowledge center library
- 50 -
7.2
Uitwerking programma
Stedelijke strategieën Sport en recreatie als drager in het landschap Door zijn ligging en positie ten opzichte van de recreatieve as is het aangewezen om strategieën toe te passen die in lijn liggen met het doelstellingen van deze as op stedelijk vlak. Allereerst is een goede voetgangers- en fietsverbinding met de binnenstad noodzakelijk, evenals een een goede integratie van de nieuwe lightrail in het terrein. Het landschap van het terrein moet met de recreatieve functie indachtig worden ontworpen. Het informele karakter en de mogelijkheid tot spontane activiteiten moet behouden blijven. het is dus aangewezen om in te zetten op kleinschaligere vrijetijdsactiviteiten en sporten en niet zozeer de grootschalige outdoor sporten welke meer bestemd zijn voor de buitenrand van de stad. Het terrein moet dus een meer informeel en lokaal karakter krijgen met veel diversiteit aan activiteiten gerelateerd aan de stad en het water. De invulling van de publieke ruimte kan als een combinatie van activiteitenpleinen en recreatief groen ontworpen worden.
Gebouw strategieën Culturele en community-gerichte trekkers Het programma van de paviljoenen moet eveneens in relatie staan tot de recreatieve as en zijn omgeving. Ook hier wordt opnieuw gefocust op de meer kleinschalige, informele activiteiten en sporten met veel diversiteit. De recreatieve buitenruimte kan doorgetrokken worden in de gebouwen en op verschillende niveau’s plaatsvinden. Daarnaast moet een culturele invulling voor een breder platform voor creatieve activiteiten zorgen. De aanwezigheid van de jeugd in de nabijgelegen universitaire campus en een algemene jonge demografie in de regio zorgt voor vele culturele initiatieven die deze ruimtes goed kunnen gebruiken. Deze ruimtes kunnen variëren van performance ruimte tot ateliers, repetitieruimtes en tentoonstellingsruimte.
Het volledige programma zal uiteindelijk op zowel lokaal als stedelijk vlak invloed kunnen uitoefenen. De eerder kleinschalige programma’s zorgen voor een lokaal karakter maar door de grote diversiteit en de interactie tussen de programma’s kan de site ook op stedelijk vlak een sterk aantrekkingspunt zijn.
- 51 -
7.3
Referenties
Volgende referenties geven een beeld van hoe informeel en spontaan gebruik van ruimte in de stad kan gefaciliteerd worden.
Park Spoor Noord is een voorbeeld van een herbestemming van een industriĂŤle site in een recreatief park en een herprogrammering van bestaande gebouwen in flexibel invulbare paviljoenen. De site is op deze manier een sterke aantrekkingspool en activiteitenhub geworden binnen de stad.
Plug n Play in Orestad, Kopenhagen is een voorbeeld van een recreatief landschap met multifunctionele sportvelden en outdoor vrijetijdsmogelijkheden. De grote diversiteit aan mogelijke activiteiten zorgt ook hier voor een grote aantrekkingskracht.
De basketbar in Utrecht is een voorbeeld van hoe een kleinschalige ingreep in het stedelijkweefsel toch een sterke aantrekkingskracht kan uitoefenen.
- 52 -
Park Spoor noord, Antwerpen
Plug N Play, Orestad. Kragh & Berlund
Basketbar, Utrecht. NL Architects
- 53 -
Volgende referenties zijn voorbeelden van paviljoenen dankzij hun ruimtelijkheid en subtiele materialiteit er in slagen een ongedwongen karkater aan de architectuur te geven die op zich dan weer meer uitnodigend kan zijn voor een groter publiek en voor een grotere variatie aan invullingen en activiteiten.
- 54 -
High School Sport and Leisure Building, Wroclaw. Major Architekci
Maritiem Museum & tentoonstellingsruimte, Oudeschilde. Mecanoo Architects
Godsbanen cultureel productiehuis, Aarhus. 3XN Architects
- 55 -
- 56 -
- 57 -
Voorlopige snede
7.4
Inplantingsplan
- 58 -
- 59 -
clubhuis
7.5
communitycenter
Aanzicht en snede
- 60 -
jeugdhuis
indoor skatehal
- 61 -
Paviljoen 1
7.6
Paviljoen 2
Plannen
De planopbouw van de paviljoenen zijn gelijkaardig in elk paviljoen en volgens eenzelfde logica. Volgens het ge誰ntroduceerde grid wordt naar een zoveel mogelijk open plan gestreefd. Elk paviljoen heeft vaste elementen zoals verticale circulatie, technische en sanitaire ruimtes. Deze donkere ruimtes bevinden zich telkens op het gelijkvloers tegen de wand van het verhoogde terrein aan de straatkant. De ruimtes rondom deze vaste elmenten kunnen dan op verschillende manieren ingedeeld en ingevuld worden. De invulling en indeling van de paviljoenen is vervolgens ontworpen in functie an het vooropgestelde programma.
- 62 -
Paviljoen 3
Paviljoen 4
- 63 -
Paviljoen 2: Communitycenter en wijkbibliotheek
- 64 -
- 65 -
Paviljoen 3: Jeugdhuis en performance space
- 66 -
Paviljoen 1: Clubhuis
- 67 -
- 68 -
- 69 -
7.7
Materiaalkeuze
De textuur en karakteristieken van gebruikte materialen zullen in grote mate gaan bepalen wat een bepaalde uitstraling van een gebouw zal zijn en hoe dat tegenover de gebruiker en voorbijganger zal overkomen. Het gebouw heeft op vlak van programma als vormgeving een meer informeel en ongedwongen karakter, de paviljoenen moeten dan ook toegangkelijk zijn voor een breed publiek. De gebruikte materialen moet die ongedwongenheid ook uitstralen. Ze mogen niet de indruk wekken van een plechtig, formeel karakter. In de publieke ruimte koos ik voor vrij eenvoudige verhardingsmethodes en geen dure betegeling of strakke straataanleg. De keuze gaat hier naar industriĂŤle Stelconplaten voor de grotere oppervlaktes afgewisseld met grindverharding voor kleinere stroken of oppervlaktes. De materiaalkeuze voor het gebouw moet opnieuw een ongedwongen karakter krijgen. De textuur en de patina van cortenstaal zorgt voor een bepaalde uitstraling van tijdelijkheid en recyclage welke in lijn ligt met de beoogde karakteristieken van het gebouw. Grote glazen vlakken worden voorzien van een dubbele gevel, afgewerkt met een geperforeerde stalen maasnet. Hierdoor wordt de transparantie behouden maar wordt het strakke karakter van grote glasvlakken gebroken. Tegelijk zorgt deze gevel ook voor zonwering en vermindert de opwarming door de grote glazen vlakken. De kleur van het gegalvaniseerd staal zorgt voor afwisseling met de bruin-oranje kleur van het cortenstaal maar sluit er ook goed bij aan.
- 70 -
7.8
Structuur
Er wordt gekozen voor een structureel grid van 8 op 8 meter, waarop een staalframe constructie opgebouwd wordt. De keuze gaat naar een staalconstructie wegens zijn laag eigengewicht, snelle fabricage en hoge recycleerbaarheid. Het industrieel uitzicht van van de constructie komt in overeenstemming met het beoogde ongedwongen karakter van het gebouw. De vloeropbouw bestaat uit kanaalplaatvloeren wegens hun grote overspanningsmogelijkheden.
- 71 -
- 72 -
- 73 -
- 74 -
- 75 -
8.
Literatuurlijst
Nabian, N. Ratti, C. 2012. Top-Down/Bottom-Up Urbanism. SENSEable City Laboratory MIT Cambridge De Sola-Morales, I. 1995. Terrain vagues. Cynthia C. Davidson Helie, M. Emergent Urbanism, (http://emergenturbanism.com/) Urhahn Urban Design. 2010. Manifest voor de spontane stad. BIS Publishers Lay-out 22, Sport in the city. Amsterdam, Stimuleringfonds voor de Architectuur Shift architecture urbanism, Paul Zuidgeest Landschapsarchitectuur. 2012. Sport en de stad: stedelijk sportplein Binnenrotte. Rotterdam,Nai pubishers. A+t. 2010. STRATEGY PUBLIC Landscape Urbanism Strategies. Ă lava, A+t architecture publishers A+t. 2012. STRATEGY RECLAIM Remediate Reuse Recycle. Ă lava, A+t architecture publishers
- 76 -