![](https://assets.isu.pub/document-structure/220308091158-2827ac6a407ada909fc23beb5392c543/v1/e1584288ca88e77218385b563335ee83.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
5 minute read
Column Anton
from ABSOLUUT 23
by absbouwteam
MANIBIË
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220308091158-2827ac6a407ada909fc23beb5392c543/v1/0a4cb4348637e72f844a2ba0b2c1e5c8.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Ik kroop recht met het weeïg gevoel dat er iets mis was. Ik weet uit ervaring dat een zware val met een motor altijd voor een kort out-of-bodygevoel zorgt, een soort autoscopie waarbij je vanuit een zwevende positie op je eigen lichaam kan neerkijken, en nu was dat niet anders. Het eerste dat ik dan doe, is mijn hoofd wat ronddraaien om te voelen of er iets mis is met mijn nek, dan hef ik mijn benen op en draai ik met de voeten. Dat deed geen breuken vermoeden. Maar toen ik beide handen probeerde te bewegen, schoten de pijnscheuten door naar mijn hersenen. Vooral rechts leek iets mis. Het voelde alsof mijn handen tot voorbij de polsen in een bankschroef geplet hadden gezeten. Hoe meer de adrenaline verdween, hoe erger de pijn werd.
We waren voor één keer met enkel de mannelijke helft van de familie erop uitgetrokken om nog eens volle peer in Namibië offroad te gaan. Lufthansa bracht ons midden september van dit memorabele covidjaar van Brussel naar Frankfurt en vandaar naar Windhoek, waar een Cessna Grand Caravan (écht) stond te wachten om ons twee uur later op een ruwe gravel landingsstrip in Opuwo af te zetten. Daar wachtten Werner en Toit met hun Toyota bakkie, waar we achterin staande voor het eerst van de lauwe ochtendwind van het zuiden van Afrika mochten genieten terwijl ze ons naar de motorfietsen brachten. Na twintig uren reizen is het onze gewoonte om vrijwel onmiddellijk in de beschermkledij te kruipen en al een eerste afstand af te leggen tot we ergens in een droge rivierbedding een open terrein vinden met brandhout in de omgeving om daar onder de
MANIBIË
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220308091158-2827ac6a407ada909fc23beb5392c543/v1/857291711cdf4c925de7d7a3d31cef23.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220308091158-2827ac6a407ada909fc23beb5392c543/v1/3744658b2011a697631b70032e2e8adf.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220308091158-2827ac6a407ada909fc23beb5392c543/v1/bb2bd5a50bd44259ec2dedb2a9fbad73.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220308091158-2827ac6a407ada909fc23beb5392c543/v1/b84e433ef0e404a27dd2191fa8280571.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
blote hemel te overnachten. Ik kan weinig leukers bedenken. Vermoeidheid en Amarula, een likeur gemaakt van rijpe marulavruchten waar olifanten zo gek op zijn, brachten de nodige rust, want de dag erna wachtte ons de Van Zyl’s Pass, de beruchtste bergpas in Kaokoland.
Een Suzuki 400 DR-Z is een vlotte enduro motorfiets zonder meer. Je zal er geen wedstrijden mee winnen, maar het is een betrouwbare viertakt met voldoende power om het achterwiel vlot door het mulle zand van de Kunene-vlakte te trekken. En dat is daar nodig. Anderzijds is ie wat zwaar in de technische, rotsachtige gedeeltes, maar soit, we redden ons wel. Het enige dat ik nu vervloek aan die machine is het schakelaartje dat de motor doet afslaan als de pikkel niet volledig ingeklapt is. Mijn favoriete schoonzoon Bart denkt dat ik het maar verzin, maar ik denk echt dat ik, aan een redelijke snelheid manoeuvrerend op dat steile deel bergaf, met mijn hiel de pikkel naar beneden duwde, waardoor ik op het moment dat ik een sprong diende te wagen geen aandrijving meer had en los overkop ging tussen de rotsen. Daar kroop ik recht om vast te stellen dat er iets mis was met mijn handen. Anton Jr was snel ter plaatse, zette de motorfiets recht en daar ging ik weer, op de adrenaline die me restte. Maar een ongeluk komt nooit alleen.
Zo’n twee uur later zaten we rustig uit te kijken over de immense vlakte van de Steilrandberge (ik verzin dit niet), met nog een drietal kilometer technisch terrein voor de boeg, te wachten op Toit in de Toyota… die niet kwam. Een vijftal kilometer terug (!) was het differentieel aan de achteras afgebroken. Geen aandrijving meer, geen wisselstukken, game over. Op zowat de moeilijkst bereikbare plek van zuidwestelijk Afrika stond onze drager van drank, voedsel en benzine vast. Elk scenario veronderstelde een wachttijd van enkele dagen voor er een reservevoertuig met wisselstukken ter plaatse kon komen, dus gingen we daar de nacht in, nadenkend over de mogelijke oplossingen voor dit vraagstuk. Daar ben ik ook begonnen aan een eindeloze reeks Dafalgans en Ibuprofens, wetende dat we nog vijf dagen moesten rijden. Zonder was de pijn bijna niet te harden. Mét wel. Meer zelfs, ook al was mijn rechterhand gezwollen als een ballon, er bleef toch nog een hoop opwinding en rijplezier te beleven. Maar hey, dat doet Namibië met je, steeds opnieuw.
We reden de Van Zyl’s Pass in, uit, weer in en dan weer uit met vijf liter benzine in plastieken waterflessen op onze rug omdat er geen benzine voorhanden was in een straal van driehonderd kilometer. Maar ook zonder back-uptruck haalden we de volgende dag Purros en de Okahirongo Elephant Lodge, waar het koude water mijn gloeiende handen afkoelde. Bart en Gill kregen er af te rekenen met de moeder van alle buikvirussen, waardoor we de dagen erna af en toe dienden te stoppen om ze te laten leeglopen en powernaps te doen. Hun krachten vloeiden samen met het vocht weg uit hun lichaam. Mijn gehavende handen waren maar een voetnoot in die dagen. Het was al woensdagavond acht uur, de zon was onder, wanneer Toit eindelijk door het mulle zand kwam aangezwalpt met een nieuwe Toyota, geladen met onze levensmiddelen en slaapzakken. Het werd een feestelijke avond. We roosterden zebra en koedoe, lieten de Amarula rijkelijk vloeien en sliepen onder een miljoen sterren.
De rijkdom die deze ervaringen compromisloos aanreikt, is een heilzaam proces dat honing op mijn ziel legt. Voor mij kan het niet veel beter worden dan dit. Een magnifiek land, een enduro motor die me op de minst betreden paden van de wereld brengt en een uitdaging die me de grenzen van mijn eigen weerstand doet aftasten… Het is zonder meer de fluïditeit waar ik in wil leven. Het hoeft niet makkelijk, het hoeft niet allemaal op voorhand uitgeschreven te zijn. Bring it on! We zien wel waar het ons brengt. Namibië, of deze keer voor de foute fun Manibië, is het tweede minst bevolkte land van de wereld en mijn favoriete plek om ‘uit te hangen’. Wat een dijk van een land, wat een feest. Je moet het beleven om het te begrijpen. Het past in geen enkel format, tenzij je graag van luxelodge naar game park wil reizen. Don’t! Je leeft maar één keer, go for it. Bel Werner (0026481 1291333), hij zal opnemen. Kom een datum en een prijs overeen en laat iets fijns gebeuren. Het kan niet fout gaan, of wel… maar dan heel vaak met een goede uitkomst tot gevolg. Dat doet Namibië, steeds opnieuw.
Anton Sr Gonnissen Parijs, 7 november 2021