Vlaanderen Sport!

Page 1

Interview Sportsocioloog Jeroen Sc heerder

‘We zijn niet per se gezonder bezig’ Er zijn alsmaar meer mensen die aan sport doen. Maar zegt dat ook iets over onze fysieke conditie? Professor Jeroen Scheerder weet het antwoord. – Door Benedict Vanclooster

T

ussen de steeds weerkerende berichten over obesitas en andere uitdijende welvaartsaandoeningen door was het opmerkelijk nieuws: nooit eerder deden zo veel Vlamingen aan sport als vandaag. De conclusie komt uit een grootschalige sportparticipatiestudie, die aan de KU Leuven nu al sinds 1969 om de 10 jaar wordt uitgevoerd. De meest recente bevraging, onder leiding van professor Jeroen Scheerder, dateert van 2009. De synthese van de indrukwekkende dataset staat gepresenteerd in het pas verschenen boek Vlaanderen sport! (1) Blijkt dat vandaag ruim 60 procent van de volwassenen aan sport deelneemt, 20 procent meer dan 2 decennia geleden.

Niet elke vorm van sportbeoefening is ook gezond.

Scheerder: Nee, soms zelfs integendeel. Tussen die ruim 60 procent volwassen sportbeoefenaars zitten er ook veel met obesitas die zeggen: ‘Verdorie, die 10 Miles van Antwerpen, ik wil ze ook eens gelopen hebben.’ Is dat verantwoord? Ik denk het niet. Maar je ziet ze alsmaar meer, mensen die helemaal niet voorbereid zijn maar toch de uitdaging aangaan, al was het maar voor de één of andere weddenschap. Hoe komt dat?

Scheerder: Doordat het ons soms aan begeleiding ontbreekt. Sport is ook op dat vlak een spiegel van Jeroen Scheerder: Dat meer mensen de weg vinden naar sport, de maatschappij. Onze sportbeoefening is zeer is natuurlijk positief. Maar het is niet zo dat we daarom per se gevoelig voor de individualisering in de samenlemet zijn allen gezonder bezig zijn. Om een ving en er misschien ook voor “We willen zelf bepalen een stuk gangmaker van. We vergelijking door de tijd te kunnen maken, hanteren wij een ruime definitie van sport. Het willen heel duidelijk zelf bepalen met wie, waar, hoe, is meer een beleidsdefinitie dan dat we kijken met wie, waar, hoe, wanneer en wanneer en waarom naar de gezondheidswaarde. Zo nemen we waarom we sporten, en vooral bijvoorbeeld ook hengelen op in onze cijfers, aan niets meer gebonden zijn. Dat we sporten.” omdat daar in het kader van sportsubsidies ook verklaart waarom onze sportdeeloverheidsgeld naartoe gaat. En wie 1 keer in het jaar bij wijze name in clubverband relatief gesproken daalt: van van spreken met zijn grote teen in een klein zwembad gesukkeld bijna 49 procent van alle sportactieve volwassenen is, beschouwen we ook al als sportbeoefenaar. Die persoon heeft in 1999 naar een kleine 39 procent in 2009. Nochop zijn minst al de moeite gedaan om naar het zwembad te gaan, tans zijn het onze sportclubs die het best geplaatst is onze redenering. Maar je kunt niet zeggen dat daar veel zijn om mensen op een regelmatige en medisch gezondheidseffect tegenover staat. Dankzij onze ruime definitie verantwoorde manier aan sport te laten doen. van sport krijgen we anderzijds ook een beeld van de mensen die De Vlaming verlaat alsmaar meer de traditionele helemaal niet met sport in contact komen: bij de volwassenen een structuur van de sportclubs en -federaties, groep van bijna 40 procent. terwijl de commerciële aanbieders marktaandeel

Een reden om hoera te roepen?

Vanuit gezondheidsperspectief doen we te weinig aan sport?

winnen.

Scheerder: Bij de volwassenen doet slechts 22 procent meer dan 1 keer per week aan sport, wat algemeen aangenomen toch een absoluut minimum is om enig gezondheidseffect te genereren. Ook bij de kinderen en jongeren stellen we vast dat respectievelijk 46 procent en 43 procent maar heel matig – maximaal 1 keer per week – met sport in contact treedt. Meer sportactief betekent dus niet noodzakelijk dat er gemiddeld meer tijd aan sport besteed wordt.

Scheerder: Denk aan de Golazo’s van deze wereld (het organisatiebureau achter de DVV Running Tour en de Bpost Bank Cycling Tour, nvdr.). De stadslopen, de wielertoeristenklassiekers: ze wekken meer belangstelling dan ooit. We merken ook een stijgende populariteit van de zogenoemde ‘sport light’: zelf sporten, met een vriend(in) of collega, buiten een georganiseerde structuur.

22 BODYTALK ARPIL-MEI 2013


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.