17 oktober: dag van de witte lakens?!
ELKE VANDERMEERSCHEN
Elke Vandermeerschen is beleidsmedewerker bij BAPN, Belgisch Netwerk Armoedebestrijding
Naar aanleiding van 17 oktober, Werelddag van verzet tegen armoede, stijgt de aandacht voor de problematiek van armoede op diverse publieke fora, in de media, bij politici. Armoede wordt - wederom - als een onrecht uitgeroepen. Overal worden witte lakens uitgehangen als teken van solidariteit, en er wordt opgeroepen om de handen in elkaar te slaan om ‘er iets aan te doen’.
32
DE GIDS | OKTOBER 2013
17 OKTOBER: DAG VAN DE WITTE LAKENS?! | HET HOOFDSTUK
och zien we nauwelijks verbetering, integendeel. Ondanks ronkende verklaringen en diverse actieplannen (op niveau van alle beleidsdomeinen) neemt de armoede zelfs nog toe. België heeft als doelstelling in het kader van de strategie Europa 2020 aangenomen om 380.000 mensen uit de armoede te halen tegen 2020. We zijn niet op weg om dit te behalen, erger nog, bij de laatste rapportering hierover moest worden vastgesteld dat er ongeveer 75.000 mensen méér in armoede terechtgekomen zijn. Zijn we dan met zijn allen machteloos in de strijd tegen armoede, dat we - ondanks de bekommernis & inzet van zoveel betrokkenen, uit zowel middenveld als beleid - er niet in slagen vooruitgang te boeken?
T
COMPLEX MAAR NIET ONVERMIJDELIJK Armoede is inderdaad een complex fenomeen, maar dit wil niet zeggen dat we dit als iets ‘onvermijdelijks’ dienen te beschouwen, een natuurlijke wetmatigheid, die dus moeilijk te vermijden of te bekampen valt. Armoede is een product van een foute herverdeling, een resultaat van politieke keuzes en beslissingen. Het kan inderdaad iedereen ‘overkomen’, iedereen kan individueel door omstandigheden in armoede terechtkomen, maar dit wil niet zeggen dat we collectief niet in staat zijn om dit te voorkomen en de wereld uit te helpen. Armoede heeft niet de onvermijdelijkheid van een aardbeving of tsunami. Vanzelfsprekend is de armoedeproblematiek complexer dan enkel het gebrek aan middelen. Denken we maar aan de gevolgen van diverse vormen van sociale uitsluiting, aan wat mensen in armoede vaak een ‘gekwetste binnenkant’ noemen. Mensen in armoede ervaren uitsluiting op diverse vlakken als huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs… ze ontwikkelen o.a. daardoor een aantal vaardigheden (overlevingsmechanismen, bepaalde vormen van creativiteit…) die andere mensen minder bezitten en vice versa. Maar zon-
België wil 380.000 mensen uit de armoede halen tegen 2020. Volgens het laatste rapport zijn er ongeveer 75.000 mensen méér in de armoede terechtgekomen.
der die multidimensionaliteit te miskennen, mag men de aandacht niet afleiden van het inkomensvraagstuk, dat erg cruciaal blijft in de strijd tegen armoede. Indien we de uitsluiting op financieel vlak kunnen bestrijden, is reeds een erg belangrijk deel van de armoedeproblematiek opgelost, en zijn we allen beter gewapend om ook de andere aspecten te voorkomen en aan te pakken. EEN ADEQUAAT MINIMUMINKOMEN Als we het hebben over de strijd tegen ‘financiële armoede’, worden 3 bepalingen onderscheiden: (wettelijk) minimuminkomen, de Europese armoederisicogrens en tenslotte (adequaat) minimuminkomen. t De term ‘(wettelijk) minimuminkomen’ wordt vandaag gebruikt om het bedrag aan te duiden waar een burger van een land recht op heeft als onderste inkomensgrens, als laatste vangnet, wat in België overeenkomt met het bedrag van het leefloon. (€ 544,91 voor een samenwonende, € 817,36 voor een alleenstaande en € 1.089,82 als je een kind ten laste hebt) t De (Europese) armoederisicogrens, dit is een afspraak die in Europees kader werd gemaakt, deze wordt bepaald op 60% van het mediaan inkomen1, (Bijvoorbeeld voor een alleenstaande is dit € 1.000) De armoederisicogrens werd in Europees kader vastgelegd en is in die zin ook een erg bruikbare DE GIDS | OKTOBER 2013
33
HET HOOFDSTUK | 17 OKTOBER: DAG VAN DE WITTE LAKENS?!
De Europese armoederisicogrens heeft beperkingen. In volle crisis en extreme armoede in Griekenland, is volgens deze indicator de armoede in Griekenland afgenomen.
indicator voor vergelijkend onderzoek en monitoring. Maar deze indicator kent ook enorme beperkingen: enerzijds zorgt het relatief kader dat een hele bevolking kan verarmen zonder dat dit zich weerspiegelt in de cijfers (op dit moment, in volle crisis en extreme armoede in Griekenland, is volgens deze indicator de armoede in Griekenland afgenomen). Daarnaast wordt ook door mensen in armoede en diverse academici aangegeven dat de 60% mediaan grens in België bijvoorbeeld (afhankelijk van gezinstype) een bedrag aangeeft waarmee een persoon in realiteit in België niet kan rondkomen en niet waardig kan leven.2 Om hieraan tegemoet te komen is al jarenlang sterk onderzoek verricht en zijn, via samenwerking van universiteiten én mensen in armoede en hun verenigingen de budgetstandaarden ontwikkeld (zie ook artikel Referentiebudgetten tonen weg naar sociaal inclusieve samenleving in GMG mei – red.). Die geven aan (via het berekenen van een korf van noodzakelijke goederen en diensten voor een kwalitatief leven) hoeveel je nodig hebt om waardig te kunnen leven: t Het adequaat minimuminkomen, hiermee wordt aangeduid wat iemand nodig heeft om waardig te kunnen leven, dit wil zeggen niet enkel te overleven (eten, huur betalen…) maar ook volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving (vrijetijdsactiviteiten, mobiel zijn…). Als we het (wettelijk) minimuminkomen bekijken, stellen we vast dat dit beduidend lager is dan de 34
DE GIDS | OKTOBER 2013
Europese armoederisicogrens. Zowel die Europese armoederisicogrens als het bedrag aangegeven door de budgetstandaard liggen 25% hoger voor bijvoorbeeld een alleenstaande. Het is dan ook behoorlijk vreemd te constateren dat onze overheden enerzijds de Europese armoede(risico)grens erkennen, daar ook gebruik van maken in hun monitoring, en tegelijk uitkeringen en vervangingsinkomens onder deze grens houden. Dit betekent niet meer of niet minder dan dat de overheid mensen in armoede laat leven. In het federaal regeerakkoord werd aangekondigd dat de laagste inkomens verhoogd zouden worden, maar daar werden direct een aantal voorwaarden inzake budgettaire ruimte aan gekoppeld. Maar in de praktijk zien we dat de druk op de laagste inkomens nog versterkt wordt, zowel nominaal als relatief. Een duidelijk voorbeeld is de versterkte afbouw van de werkloosheidsuitkeringen (wat mensen ook richting armoede & OCMW duwt) en het feit dat de laagste uitkeringen nog steeds onvoldoende welvaartsvast zijn. Naast het leefloon is er ook een mogelijkheid om mensen aanvullende steun te bieden. Veel OCMW’s maken hiervan gebruik om te trachten mensen toch in een leefbaar inkomen te voorzien. Maar deze aanvullende steun is geen recht, verschilt van gemeente tot gemeente, sommige mensen krijgen het wel, andere - in een gelijkaardige situatie - dan weer niet, er zijn geen duidelijke regels of criteria. Mensen in armoede worden hier ook zelden over geïnformeerd en ervaren het al dan niet ontvangen van aanvullende steun als arbitrair. Terwijl de OCMW’s (& VVSG) zelf toegeven dat die aanvullende steun eigenlijk onontbeerlijk is om überhaupt te kunnen (over)leven, aangezien de leeflonen ontoereikend zijn. BAPN, het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding, eist dan ook jaar na jaar, op 17 oktober, samen met diverse partners, zoals de verschillende vakbonden van dit land, het optrekken van
17 OKTOBER: DAG VAN DE WITTE LAKENS?! | HET HOOFDSTUK
alle inkomens tot boven de reële armoedegrens! Er kan geen geloofwaardige federale regering komen als ze dit niet realiseert! CONDITIONALISERING Niet enkel het bedrag van uitkeringen is problematisch. Ook de toenemende conditionalisering zorgt ervoor dat veel mensen in mensonwaardige situaties terechtkomen. Het recht op een minimum inkomen is in België niet onvoorwaardelijk. Er zijn een zevental voorwaarden: met betrekking tot verblijf, leeftijd, nationaliteit/statuut, je bestaansmiddelen, werkbereidheid, andere rechten, en in bepaalde gevallen voorwaarden omtrent het aangaan van een contract met het OCMW.3 In theorie liggen deze voorwaarden vast, en kan een OCMW hier niet van afwijken. In de praktijk ervaren mensen in armoede een toenemende voorwaardelijkheid, met zeer vergaande interpretaties van deze voorwaarden. De voorwaarde tot werkbereidheid bijvoorbeeld, wordt vaak vertaald tot de voorwaarde om een bepaalde job aan te kunnen nemen - onafhankelijk van de wenselijkheid - en zelfs de mogelijkheid van de betreffende persoon om hierop in te gaan. Vaak wordt het individu verantwoordelijk gesteld voor structurele maatschappelijke tekortkomingen. Een vaak voorkomend probleem is bijvoorbeeld het gebrek aan kinderopvang. Het feit dat mensen niet op een jobaanbod kunnen ingaan door een gebrek aan kinderopvang (ook al zijn ze overal ingeschreven, staan ze op wachtlijsten…) maakt hen ‘niet werkbereid’ (want niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt), met alle gevolgen (sancties) van dien. Ook al bij aanvraag is dit vaak problematisch, de voorbeelden waar mensen een leefloon geweigerd worden, na schorsing door RVA, met als enige argumentatie het overnemen van de argumentatie van de RVA, zijn legio. Deze conditionalisering heeft niet enkel als gevolg dat mensen in individuele gevallen hun rechten (onterecht) verliezen, in situaties van extreme armoede terechtkomen, maar heeft ook tot gevolg
Het is vreemd te constateren dat onze overheden enerzijds de Europese armoede(risico)grens erkennen, daar ook gebruik van maken in hun monitoring, en anderzijds uitkeringen en vervangingsinkomens onder deze grens houden.
dat mensen een algemeen wantrouwen hebben ten opzichte van het OCMW. Ze vertellen ‘zo weinig mogelijk’, of vragen zelfs geen leefloon meer aan, maar trachten te overleven in een zwart circuit. Waar de voorwaarden voor het bekomen van een leefloon vastliggen, is dit niet het geval bij aanvullende steun. Eenzelfde dossier kent in gemeente A een dergelijke behandeling, in gemeente B een andere, en zelfs binnen eenzelfde OCMW kan dit afhankelijk zijn van de sociaal assistent. Dit geeft als gevolg dat deze pasmunt worden in een ongelijke onderhandeling, en dat ‘de cliënt’ zich volledig overgeleverd voelt aan de willekeur van de sociaal assistent. Men ontwikkelt een patroon van ‘sociaal gewenste antwoorden geven’. Mensen geven aan dat ze een constant schuldgevoel en angst met zich meedragen, wat vanzelfsprekend niet echt empowerend werkt. We zijn er dan ook van overtuigd dat het recht op een menswaardig inkomen prioritair is en automatisch gerealiseerd dient te worden. Dit zal het vertrouwen in hulpverlening en samenleving ten goede komen, en de noodzakelijke stabiele basis geven om stappen te zetten (waar mogelijk) om toekomst en perspectief te kunnen opbouwen. INKOMENSVERDELING Als we het over ‘minimuminkomen’ hebben, dienen we ook het bredere plaatje van inkomens(her) DE GIDS | OKTOBER 2013
35
HET HOOFDSTUK | 17 OKTOBER: DAG VAN DE WITTE LAKENS?!
Het feit dat mensen niet op een jobaanbod kunnen ingaan door een gebrek aan kinderopvang (ook al zijn ze overal ingeschreven, staan ze op wachtlijsten…) maakt hen ‘niet werkbereid’ met alle gevolgen (sancties) van dien.
verdeling onder de loep te nemen. We worden platgeslagen met de mantra dat er ‘geen geld is’. De crisis veroorzaakt door ‘het grote geld’ moet met alle middelen bestreden worden, en we moeten nu eenmaal de broeksriem aanhalen. Wel, we hebben goed nieuws: er is wel geld! We hebben enkel een toenemend collectief onvermogen om dit degelijk te verdelen. Het aantal extreem rijken neemt nog steeds toe, het budget voor sociale vooruitgang neemt nog steeds af. Ook dit is geen aardbeving of tsunami, maar het resultaat van politieke keuzes. Wie heeft al concrete doelstellingen en streefcijfers geformuleerd om de ongelijkheid tegen te gaan? Wie heeft al een ambitieuze fiscale hervorming aangekondigd die écht herverdelend werkt? Wie heeft deze maatregelen al in de praktijk gebracht? Laten we hopen: de volgende federale regering (en bij uitbreiding in de andere lidstaten en op Europees vlak). Een goed argument om een degelijke inkomensherverdeling te realiseren is volgens ons een rechtvaardigheid op zich. Maar laten we niet naïef zijn, dit staat niet op ieders verlanglijstje. Maar niet getreurd, veelvuldig onderzoek heeft aangetoond dat dit niet enkel altruïstische motieven dient, in-
1. 2. 3. 4.
36
tegendeel. Wilkinson & Pickett bijvoorbeeld, tonen aan dat er een directe link is tussen meer gelijkheid en welzijn & geluk voor een hele samenleving. Zo is er in een meer gelijke samenleving bij voorbeeld minder druggebruik, tienerzwangerschappen, zelfdodingen.4 Een groter bnp zal in onze westerse landen niet per se voor een toename van gezondheid en geluk zorgen, een betere herverdeling wel. Een toekennen van een minimuminkomen boven de reële armoedegrens aan iedereen is hierbij een eerste stap. Bovendien - nog een sterk argument voor wie solidariteit & rechtvaardigheid waarden van de oude doos vindt - zou een verhoging van de laagste inkomens ook de economie ten goede komen: want deze extra middelen komen rechtstreeks terug in de economie terecht. De mensen die een laag inkomen hebben, sparen niet, maar hebben alle middelen nodig om te (over) leven. Indien deze inkomens verhoogd worden, zullen deze deels ingezet worden voor levensnoodzakelijke goederen en diensten, deels voor goederen en diensten die het leven ook aangenaam kunnen maken. Win-win, niet? Samen met diverse andere partners in België (waaronder ook de vakbonden) blijven we dan ook de krachten bundelen, om te streven naar het waardig inkomen voor iedereen, o.a. in een Nationaal Netwerk Minimum Inkomen. Op 17 oktober, maar ook op 18, 19, 20… We hopen dan ook dat iedereen die dit jaar de witte lakens uithangt op 17 oktober effectief ook alles in het werk stelt om iedereen de toegang tot een adequaat minimuminkomen te verschaffen. Het is niet enkel onze plicht, een democratie anno 2013 waardig, het is bovendien in ieders belang. Als dat nog niet genoeg is, laat dan maar die aardbeving komen. Q
Mediaan wil zeggen ‘midden’ inkomen, als je alle inkomens op een rij plaatst in stijgende volgorde, zijn er evenveel links als rechts van het ‘midden’ inkomen. Hiervan wordt dus 60% berekend als armoedegrens. De term ‘armoederisicogrens’ is dan ook misleidend, een ‘verhoogd risico om in armoede terecht te komen’ verbergt het feit dat mensen met enkel zo’n inkomen effectief in armoede leven. 26 mei 2002. - Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie, art 3 The Spirit Level: Why Equality is Better for Everyone (2009) Richard Wilkinson & Kate Pickett
DE GIDS | OKTOBER 2013