Tijd voor een rechtvaardige belastinghervorming GREG VERHOEVEN
Vrijden k een bel en over astinghervorm ing ANDRÉ
DEC OST
De auteur is adviseur Vlaams ABVV
ER
De laa ts te jare André De n zag e drach t n in ve financi coster is profes he t bela ën aan sor pu rschille de KU sting sy nde lan Leuven 1 blieke leren. E st e d e e m gron n comm nkele d d ig is a arvan w sie s he te evalu st aand t a e ren ona levensl ren en e en st ich t me voors te erk aca fhanke lijk van llen to t t als op demisc Pour un h gedre hervorm welke o e révolu ven Mir verheid ing te fo dere w ti o rlees R n fiscale d an o o rmu aren m e vi k van de , zoals ew in h in o f m Aust rali Fr e d e t e e anse ec Verenig r opgeze ho o gë, de Ta onomen d Konin t door x Work krijk o f Landais de bevo Federal ing Gro he t , Pike tt e g de m Tax Refo up in N y in e rm in d ie is n u te S w he t bela 2 aez. A rs, zoa -Zeelan e Veren ls de H nsting sy d, o f d e igde Sta e st n U e ry e S te m onde Da t alle Review Preside n. Belg r de loe en al re ië st aa nt’s Advi in p t la d so g u ti e s nie t a veert d ry Pane nomen in de sl e o28 lleen m l on m| oMEI ech ts te verhee DE GIDS e t wo2013 e t he t g rden en rsende aller be evoel d even tue teneur lasting at in he t p wereld e l b ij g e st uurd en leve ubliek deb a t a . n. Ik be ls zoud n imme en w e h rs verr e ier van zek er d a t dit he t
DE GIDS | MEI 2013
28
TIJD VOOR EEN RECHTVAARDIGE BELASTINGHERVORMING | HET HOOFDSTUK
N
aar aanleiding van de bijdrage van André Decoster werden we gevraagd te reageren op de voorstellen tot fiscale hervorming die de professor hierin naar voren schuift. Gezien de actualiteit van het thema in het kader van de uitgebreide fiscale autonomie voor Vlaanderen na de 6e staatshervorming doen we dat maar al te graag.
is de fiscale behandeling van financiering van de onderneming via eigen vermogen of via schuld zo neutraal mogelijk te maken. Vanuit efficiëntie oogpunt klopt dit natuurlijk, maar in de praktijk stellen we toch vast dat dit budgettair een zeer dure maatregel is, en dat het bovendien alles behalve een effectief instrument is om investeringen en tewerkstelling hier te houden.
EEN INTERESSANT VOORSTEL Het moet gezegd dat dit een bijzonder interessant en lezenswaardig voorstel is, waarin zoals de titel al doet vermoeden, zeer open en vrij wordt nagedacht over hoe een belastingsysteem best kan ontworpen en/of hervormd worden.
Vervolgens wordt gesteld dat een vergroening van de fiscaliteit een dubbele winst inhoudt, omdat er minder vervuild zal worden en ze voor extra overheidsinkomsten zal zorgen. Ongeacht het feit dat ook wij voorstander zijn van een vergroening van de fiscaliteit, stellen we ons vragen bij de hieraan gekoppelde conclusie dat de financiële opbrengst die hierdoor gegenereerd wordt kan gebruikt worden om de lasten op arbeid te verlagen.
Hierbij wordt vanuit een dubbel uitgangspunt vertrokken, namelijk dat een goed ontworpen belastingsysteem zowel efficiënt als rechtvaardig moet zijn. Wat efficiëntie betreft houdt dit in dat het belastingsysteem zo weinig mogelijk welvaart mag vernietigen, in die zin dat het economisch gedrag van de actoren waarop het van toepassing is er zo min mogelijk door mag veranderen. Vanuit rechtvaardigheidsoogpunt stelt Decoster, en we onderschrijven dit ten zeerste, dat een rechtvaardig belastingsysteem de breedste schouders de zwaarste lasten doet dragen, waardoor de noodzakelijke correctie van de ongelijke verdeling van talenten en kansen in de samenleving wordt bewerkstelligd. TOCH ENKELE BEDENKINGEN Ondanks het feit dat we appreciatie koesteren voor zowel deze gedurfde oefening als de progressieve uitgangspunten van waaruit ze vertrekt, moeten ons ook enkele bedenkingen van het hart wanneer we dieper ingaan op een aantal van de concrete voorstellen van de professor. Zo wordt gesteld dat de notionele intrestaftrek een goede maatregel is, omdat hij er op gericht
Het klopt dat milieubelasting een groot deel van de milieukosten van vervuilend gedrag internaliseert, en dat dit gedrag tegelijkertijd nooit volledig zal uitgebannen worden. Maar desondanks kan men toch niet rond het feit dat de belastbare basis (het vervuilend gedrag in deze) steeds kleiner zal worden indien de milieubelasting effectief haar werk doet. Wanneer dan gepleit wordt om arbeid te vervangen door vervuilend gedrag als belastbare basis, zonder dat hierbij gewag wordt gemaakt van andere inkomstenbronnen (zoals belasting op vermogen bijvoorbeeld) staan we hier van nature sceptisch tegenover. Tenslotte is er de vennootschapsbelasting. Ondanks het feit dat professor Decoster wel degelijk argumenten aanhaalt die pleiten voor de belasting van inkomsten uit kapitaal, stelt hij dat vanuit economisch oogpunt een vennootschapsbelasting daartoe geen geschikt instrument is. De redenering hierbij is dat het niet de bedrijven zijn die een dergelijke belasting betalen, maar wel de aandeelhouders (via de diviDE GIDS | MEI 2013
29
HET HOOFDSTUK | TIJD VOOR EEN RECHTVAARDIGE BELASTINGHERVORMING
Het moet gezegd dat dit een bijzonder interessant en lezenswaardig voorstel is.
denden) of de werknemers (via de lonen). Daarom wordt ervoor gepleit om de aandeelhouder zelf te belasten via zijn inkomen uit aandelen, al is dit in realiteit niet haalbaar gezien de vele informatieproblemen en het gebrek aan internationale coördinatie. Deze twee obstakels, die Decoster overigens zelf aanduidt, maken dat we zullen blijven strijden voor een billijke vennootschapsbelasting, zolang het bankgeheim niet is opgeheven en internationale fiscale samenwerking niet in een verder stadium zit. NOOD AAN NIEUWE INKOMSTEN VOOR VLAANDEREN Los van deze bedenkingen zijn we verheugd met de globale analyse van Decoster, in die zin dat de conclusies die hij er uit trekt zeer nauw aansluiten bij een aantal van de uitdagingen die naar aanleiding van de 6e staatshervorming op ons afkomen. Deze hebben vooral betrekking op de noodzaak om nieuwe inkomsten aan te boren ter financiering van de naar Vlaanderen overgehevelde bevoegdheden, niet in het minst inzake sociaal beleid. De kans is namelijk zeer reëel dat de door de 6e staatshervorming overgehevelde middelen ontoereikend zullen zijn om de dynamiek van de sociale bescherming - bij ongewijzigde regelgeving - op te vangen. Daarom pleiten we er ook al enige tijd voor dat de Vlaamse Regering nieuwe inkomsten aanboort, in plaats van een beleid te voeren dat eenzijdig focust op lastenverlagingen (die dan nog vaak enkel de meer welvarende groepen in de samenleving toekomen). De voorstellen die Decoster in zijn werkstuk doet sluiten op dat gebied zeer nauw aan bij onze vi30
DE GIDS | MEI 2013
sie. Zo komt het belang van het behoud en, mits voldoende maatschappelijk draagvlak, de versterking van de progressiviteit in de personenbelasting er zéér sterk uit naar voor. De reden hiervoor is simpel, zeker vanuit rechtvaardigheidsperspectief: het is de personenbelasting die het grootste deel van de herverdelingstaak vandaag op zich neemt en zo de ongelijke spreiding van talenten en kansen in de samenleving corrigeert. Maar de uitbreiding van de Vlaamse fiscale autonomie heeft er voor gezorgd dat de gewesten voortaan 25 procent minder krijgen uit de opbrengst van de federale personenbelasting. Dit heeft tot gevolg dat ze voortaan zelf verantwoordelijk zijn voor het innen van deze inkomsten aan de hand van een gewestelijke opcentiem die overeenkomt met ongeveer 33 procent. We zullen er dus sterk over moeten blijven waken dat bij de uitvoering van de 6e staatshervorming en het daaruit voortkomende Vlaamse fiscale beleid de progressiviteit op zijn minst behouden blijft, en liefst nog versterkt wordt. In dat verband is het ook belangrijk dat de huidige progressiviteit van het belastingsysteem niet wordt uitgehold door allerhande aftrekken en verminderingen. Decoster toont aan dat het effect van dergelijke verminderingen en aftrekken niet groot genoeg is om de progressiviteit van het systeem teniet te doen, maar dat deze effecten wel duidelijk in het voordeel van de hogere inkomensklassen spelen. Zo is de woonbonus bijvoorbeeld een cruciaal element in de beslissing van woningzoekenden om een eigen woning te verwerven. Tegelijkertijd duwt het echter ook de prijzen omhoog op zowel de eigendomsmarkt als de hieraan gekoppelde private huurmarkt (de huurmarkt fungeert als substituut voor de eigendomsmarkt). Dit dubbele mechanisme heeft tot gevolg dat steeds meer mensen met een laag sociaal-economisch profiel gedwongen worden op de private huurmarkt op
TIJD VOOR EEN RECHTVAARDIGE BELASTINGHERVORMING | HET HOOFDSTUK
zoek te gaan naar een woning. Ze moeten hier bovendien steeds hogere huurprijzen voor betalen. Zonder de indruk te willen wekken dat we het belang onderschatten van dergelijke belastingverminderingen, zijn we dus wel van mening dat we kritisch moeten kunnen nadenken of hier geen bijsturing ten voordele van de lagere inkomensgroepen aan de orde is. Tenslotte pleit Decoster ook voor het heffen van belastingen op belastbare grondslagen waarbij de gedragsreactie zo klein mogelijk is, simpelweg omdat dit vanuit efficiëntieperspectief de ‘goedkoopste’ manier is om overheidsmiddelen te verzamelen. Wanneer aan dit soort (in het vakjargon) inelastische belastbare basissen wordt gedacht, liggen de successierechten natuurlijk voor de hand. Een belasting op ontvangen erfenissen zal amper of geen gedragsreactie veroorzaken bij de
actoren waarop de belasting valt, en de middelen die ermee worden verzameld kunnen op een herverdelende manier worden ingezet. De professor stelt zich, net als wij, dan ook terecht de vraag of de recente beweging om de successierechten te verlagen wel de beweging in de juiste richting is, dan wel of een belastinghervorming net niet moet overwegen om die opnieuw te verhogen. LAAT HET ECHTE DEBAT BEGINNEN Het belang van een efficiënt en rechtvaardig belastingsysteem belangt iedereen aan: zowel werkgevers als werknemers, bedrijven als gezinnen. In het licht van de komende staatshervorming en de daarbij horende uitbreiding van de Vlaamse fiscale autonomie, is een degelijk inhoudelijk debat over de vormgeving van het Vlaamse fiscale beleid dan ook onontbeerlijk. Wij zijn alvast blij dat professor Decoster een eerste voorzet heeft gegeven.
In het oorspronkelijke artikel van André Decoster is een kleine zetfout gekropen. De gemiddelde voet voor ‘Bouwsparen’ is weggevallen, waardoor alle cijfers vanaf daar een rij zijn opgeschoven. Bij deze de integrale en juiste grafiek. Onze excuses en dank aan de attente lezer.
Dienstencheques
Lange termijnsparen
Woningaftrek
Pensioen-sparen
Energie
Intrestaftrek
Woonbonus
Bouwsparen
Deciel van Bruto belastbaar inkomen het brutobelastbaar inkomen Gemiddeld per Aandeel in (per belasting- aangifte totaal in % plichtige)
Bewezen bedrijfslasten14
Tabel 3: Aandeel van de fiscale uitgaven per deciel (in %)
1
0,6
0,0
0,0
0,0
0,0
0,1
0,0
0,0
0,0
0,8
2
3,8
0,0
0,0
0,1
0,1
0,1
0,1
1,3
0,1
3,1
3
4,7
0,0
0,2
0,6
0,5
1,0
0,6
4,9
1,0
2,5
4
5,5
0,1
1,1
1,6
1,3
2,0
2,1
8,6
2,0
3,7
5
6,8
0,5
3,0
4,1
3,2
3,7
5,1
12,0
5,7
7,6
6
8,8
1,0
6,8
10,2
6,8
8,8
9,0
12,9
8,3
7,1
7
10,6
2,5
11,7
18,2
9,3
11,7
13,3
10,9
12,0
8,0
8
12,8
4,5
17,7
21,9
14,6
16,6
17,6
11,8
14,4
11,1
9
16,4
9,3
26,0
22,9
22,4
24,2
22,6
15,2
21,0
19,9
10
30,0
82,0
33,5
20,3
41,7
31,9
29,6
22,5
35,6
36,3
Kostprijs in miljoen €
-
1255
864
815
673
600
498
489
278
137
Gemiddelde voet
17,8
0,64
0,44
0,42
0,35
0,31
0,26
0,25
0,14
0,07
DE GIDS | MEI 2013
31