“Super
Primair systeem de nieuwe versie van BIS NOA
XBIS is de nieuwe versie van BIS NOA op de markt en voldoet aan de moderne webstandaarden.
Bij ingebruikname kunt u deelnemen aan een kennisworkshop, verzorgen wij nazorgsessies, krijgt u werkplekinstructie, zorgen wij voor individuele begeleiding etc. Daarnaast bieden wij u een uitgebreide E-Learning module waarmee u eenvoudig en snel (nieuwe) medewerkers ‘up and running’ krijgt.
NCCW biedt woningcorporaties met XBIS de nieuwste versie van BIS NOA, het ERP systeem dat samen met meer dan 160 klanten voortdurend wordt doorontwikkeld. Vanuit haar datacenter in Almere een bewezen totaaloplossing, inclusief uitwijk, beheer, release updates, aansluiting op wijzigingen in de wet- en regelgeving etc.
Enkele
van onze klanten op XBIS: Anne-Marjet:
makkelijk en leuk om mee te werken”
NAAR CO2NEUTRAAL
Koploper in verduurzaming. En dat schrijf ik met trots. Want woningcorporaties hebben met energiebesparing een straatlengte voorsprong op commerciële verhuurders en de koopsector. Deze special van Aedes-Magazine laat zien wat corporaties doen en wat er nog moet gebeuren.
En in deze special ook aandacht voor hoe corporaties bewoners betrekken bij verduurzaming en dus een comfortabel, maar zeker ook een betaalbaar huis bieden. Intensieve samenwerking met huurders, gemeenten, bouwers, installateurs en onderhoudsbedrijven is hard nodig om onze doelstellingen te kunnen behalen. Gemiddeld energielabel B in 2021 en 30 jaar later moeten onze woningen evenveel energie opwekken als verbruiken. Op lange termijn is CO2-neutraal de belangrijkste doelstelling, want we moeten echt af van gas en olie. Volgend jaar heeft elke corporatie een plan van aanpak om dit doel te halen. Elke corporatie op zijn eigen manier, passend bij de woningen in beheer.
Gemiddeld label B halen we, daar geen misverstand over. Maar voor sommige corporaties kan het verstandiger zijn om pas na 2021 een huizenblok te vervangen door energiezuinige nieuwbouw. Geld – geld van de huurder – kun je maar één keer uitgeven. In politiek Den Haag kijkt men echter snel naar de korte termijn. Met een beetje moed zet de politiek in op CO2-neutrale woningen. Het huidige kabinet ziet dat de opgave voor corporaties groot is en geeft ons ruimte om zelf initiatief te nemen. Dat is realistisch en geeft vertrouwen.
Wat mij betreft is dit ook het vertrekpunt voor een toekomstig kabinet. Daarmee maken we graag afspraken over een aftrek van de verhuurderheffing voor corporaties die verduurzamen. Een breed gedragen oplossing, want ook de Taskforce Bouw onder leiding van Bernard Wientjes adviseert het kabinet zo’n aftrek. Alleen dan kunnen we verder versnellen en komen de klimaatdoelstellingen van Parijs in zicht. En over Parijs gesproken: wij zitten dan wel in de kopgroep, we zouden graag zien dat de commerciële verhuurders en kopers aanhaken. Het is de verantwoordelijkheid van de politiek om ook met hen afspraken te maken. Want verduurzaming hoeft toch niet alleen van woningcorporaties te komen!?
Marnix Norder Voorzitter‘We maken graag afspraken over aftrek van verhuurderheffing voor corporaties die verduurzamen’
OP WEG NAAR CO2-NEUTRAAL
Alle sociale huurwoningen moeten CO2-neutraal zijn in 2050, spraken corporaties onderling af. Hoe gaan zij dat waarmaken? En wat is daarvoor nodig van andere partijen?
REPORTAGE: KEUZES IN
VERDUURZAMEN
Stapsgewijs woningen energiezuiniger maken of juist flink investeren in nul-op-de-meter-woningen. Er zijn verschillende manieren om de energiedoelstellingen te halen. Twee voorbeelden.
‘MEER MOGELIJK DAN JE
DENKT’
Bewoners actief betrekken bij verduurzamen en gedragsverandering stimuleren helpt om de energierekening omlaag te krijgen. Onderzoeker Henk Visscher geeft tips en vier bewoners vertellen over hun ervaringen.
Zonder gas
Tomatensoep, kippenragout, panna cotta. De inductiekookplaat heeft geen geheimen meer voor de 100 deelnemers aan deze kookworkshop in Breda. Ze wonen allemaal in de Moerwijkzichtflat die van het gas af gaat. De meerderheid van de bewoners heeft daar zelf voor gekozen. Een van de argumenten voor hen: een warmteafleverset met eigen thermostaat neemt minder ruimte in dan een cv-ketel op aardgas. Om de overstap naar elektrisch koken te vergemakkelijken hebben ze allemaal een inductiekookplaat met pannenset mogen uitkiezen op kosten van woningcorporatie AlleeWonen. De nieuwe warmteleverancier levert restwarmte van de Amercentrale in Geertruidenberg. Een duurzamere oplossing dan aardgas. Het nieuwe verwarmingssysteem is onderdeel van het groot onderhoud dat AlleeWonen uitvoert. De 241 woningen zijn straks comfortabeler met goed isolerende gevelplaten, HR++ glas en een verbeterde mechanische ventilatie. Straks stoot de flat zo’n 30 procent minder CO2 uit. Voor de meeste bewoners zullen de totale woonlasten dalen.
Veilige rookgasafvoer voor uw bewoners!
Helaas vallen er jaarlijks slachtoffers als gevolg van koolmonoxidevergiftiging, soms zelfs met dodelijke afloop. Bij het los raken van rookgasafvoerbuizen en/of dakdoorvoeren kan er namelijk koolmonoxide vrijkomen. Dat ruik je niet, dat proef je niet en dat zie je niet. Daarom adviseert de vereniging van rookgasafvoerfabrikanten Rogafa om voortaan te kiezen voor concentrische rookgasafvoeren voor nieuwbouw én bij renovatie. Concentrische systemen bieden, door de pijp-in-pijp constructie, een extra vangnet bij lekkages. Hierdoor wordt de kans op koolmonoxidevergiftiging sterk gereduceerd.
In de meeste landen in Europa is concentrisch al verplicht. In Nederland is dat niet zo en wordt er vaak nog voor enkelwandige systemen gekozen, omdat die goedkoper waren. Daarom heeft Ubbink UbiFit Concentrisch Push-Fit ontwikkeld dat net zo veel kost als een enkelwandig systeem.
GeniaAir systeem All electric en Hybrid
• Het innovatieve warmtepompsysteem van AWB voor verwarming, warmwater en koeling
• All electric en hybrid oplossingen mogelijk • Eenvoudig toepasbaar in bestaande bouw en nieuwbouw
• Appartementen en woningen met hoog- en laagtemperatuur CV-systemen en met of zonder gas Behaal uw energiedoelen Er kan een EPC verbetering tot 0,40 of tot 3 stappen in de Energie Index in het woninglabel worden gerealiseerd en een energiekostenbesparing van 35%.
Startpunt voor verbetering van iedere woning en energieprestatie Kijk voor meer informatie op: www.awb.nl/genia-air
Alle sociale huurwoningen moeten CO2-neutraal zijn in 2050, spraken woningcorporaties onderling af. Omwille van het klimaat, de energierekening van bewoners en de kwaliteit van de woningen. Hoe gaan woningcorporaties deze ambitie waarmaken? En wat is daarvoor nodig van bijvoorbeeld het Rijk en de bouwsector? Aedes-voorzitter Marnix Norder is optimistisch: ‘We zijn met z’n allen toegegroeid naar de gedachte: het gaat niet goed als we gas blijven verbranden. Kom op.’
Duurzaamheid is de komende jaren één van onze vier prioriteiten, stelden woningcorporaties met elkaar vast op het Aedes-congres in april dit jaar. In 2050 moeten corporatiewoningen CO2-neutraal zijn. Er gebeurt al ontzettend veel, zegt Aedes-voorzitter Marnix Norder. ‘Wij lopen voorop in het verduurzamen van woningen. Daar ben ik trots op.’ De sector beloofde ook in 2021 gemiddeld energielabel B te halen (zie kader Afspraken over energie). Voor de lange termijn denkt Aedes niet meer in labelstappen. Norder: ‘Als er een Energieakkoord 2.0 komt, dan moet dat gaan over de hoeveelheid energie die we besparen en de reductie van CO2-uitstoot. Dat is bepalend voor de klimaatontwikkeling.’ Zo kan een corporatie woningen op stadsverwarming aansluiten en daarmee veel CO2 besparen. Aantal labelstappen: nul, want dat geldt alleen bij verbeteringen aan de woning. Andersom zorgen sommige isolatiemogelijkheden weliswaar voor een hoger energielabel, maar doen weinig voor het milieu.
‘Vandaar onze inzet op CO2-neutraal.’ Eind 2018 heeft elke woningcorporatie een plan gereed waarin staat hoe ze dat gaat realiseren. Het mooie aan deze werkwijze vindt Norder dat alle corporaties zich individueel committeren aan de doelstellingen. ‘Ze kunnen doen wat het beste bij hen past. In Amsterdam moet de stadswarmte verduurzaamd, in Heerlen kun je mijnwaterwarmte gebruiken, en zo heb je in elke regio beperkingen én kansen.’
AFSPRAKEN OVER ENERGIE
2012
Aedes tekent het Koepelconvenant Energiebesparing Gebouwde Omgeving: eind 2021 gemiddeld label B.
2013
Aedes en 40 anderen partijen sluiten het Energieakkoord voor duurzame groei: herbevestiging van afspraken in convenant, mits in 2013 ingevoerde verhuurderheffing investeringen dat toestaan.
2016
Energieagenda kabinet: CO2-uitstoot moet in 2030 met 40 procent en in 2050 met 80 tot 95 procent zijn teruggedrongen.
2017
Woonagenda Aedes: gemiddeld energielabel B op sectorniveau in 2021, alle corporatiewoningen CO2-neutraal in 2050 en elke corporatie moet daarvoor eind 2018 een plan hebben.
www.aedes.nl/energie
Ook de Rijksoverheid vindt dat oplossingen als het gaat om energiebesparing lokaler moeten worden gezocht. Gemeenten mogen daarom vanaf 2018 nieuwbouwwijken aanwijzen waar geen aansluiting meer komt op het gasnet. Nu hebben bewoners daar volgens de wet nog recht op. En dat staat vernieuwing in de weg, zegt Tjalling de Vries, programmaleider Warmte bij het ministerie van Economische Zaken. ‘Het kabinet wil in Nederland naar een CO2-uitstoot van bijna nul in 2050. Daarvoor moet de gebouwde omgeving, goed voor 30 procent van het energieverbruik, van het aardgas af. Dat heeft consequenties voor veel huishoudens. Niet meer koken op gas, bijvoorbeeld.’ Gemeenten moeten met projectontwikkelaars, bouwbedrijven, woningcorporaties, netbeheerders en eindgebruikers kijken naar goede alternatieven. ‘Bijvoorbeeld aansluiting op een warmtenet, een warmtekoudeopslag of all-electric’, zegt De Vries. ‘Wij verwachten van woningcorporaties vooral dat ze het gesprek met de huurder hierover aangaan.’
GOEDE DEAL
Elke partij heeft zo zijn eigen belangen en drijfveren om rekening mee te houden. Woningcorporaties hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het halen van de klimaatdoelstellingen, vindt Norder. Tegelijkertijd moeten zij blijven zorgen voor voldoende, betaalbare en kwalitatief goede sociale huurwoningen, al dan niet aangepast op specifieke doelgroepen.
Voor huurders – zeker als ze zijn aangewezen op de sociale huursector – is een woning en wat die kost, minstens zo belangrijk als het redden van het klimaat.
‘Het is de kunst en onze taak om die twee hand in hand te laten gaan’, zegt Norder. Het kan verstandiger zijn om een bepaald blokje woningen pas aan te pakken na 2021 en vervangende nieuwbouw neer te zetten.
‘Als je aanpak ertoe leidt dat de totale woonlasten bij normaalgebruik dalen én je verstandig investeert, dan heb je een goede deal voor klimaat, corporatie en huurder. En dan vind ik ook dat je van huurders kunt verwachten dat ze meewerken.’
LAT
‘We hebben de corporaties hard nodig’, zegt Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord. Hij noemt de gebouwde omgeving het zorgenkindje. Niet alleen bij de particuliere koopwoningen moet het tempo omhoog. Ook de corporaties moeten er harder aan trekken. ‘Het aantal nul-op-de meter-woningen blijft achter. Aedes heeft in het Energieakkoord toezeggingen gedaan voor Label B-woningen in 2021. Die afspraak moet men nakomen en niet pas een jaar later zoals Aedes nu bepleit.’ Ondanks de huidige achterstand is hij optimistisch en enthousiast. ‘Ik heb vertrouwen in de daadkracht van lokale corporaties. Veel corporaties geven aan er mee aan de slag te willen. Dus dat moet lukken.’ Nijpels gaat ervan uit dat er een Energieakkoord 2.0 komt als het huidige in 2023 afloopt. Hij waarschuwt de corporaties dat de lat hoog komt te liggen. ‘De politiek zal nooit accepteren dat huurwoningen pas in 2050 CO2neutraal zijn. Dat is pas over 33 jaar! Dat moet sneller.’
Norder legt uit dat 2050 niet in steen gebeiteld is, maar mede afhangt van hoe snel de techniek zich ontwikkelt én hoeveel geld er beschikbaar is. ‘Wij hebben laten uitrekenen dat met de stand van de technieken nu en de investeringsruimte die er is, het gros van onze leden het niet eerder redt dan 2070. Maar omdat we ervan uitgaan dat techniek zich blijft verbeteren, lijkt 2050 realistisch.’ Verduurzaming kan natuurlijk sneller als er in de corporatiesector meer geld beschikbaar blijft. ‘Maak daarom een aftrek van de verhuurderheffing mogelijk voor corporaties die in energiebesparing investeren.’ Hoewel Nijpels het oordeel daarover aan de politiek laat, ziet hij er wel wat in. ‘Ook financiering door pensioenfondsen is wat mij betreft een goede optie.’
GROTE SCHAAL
Aedes gaat de innovatie bij corporaties de komende jaren op verschillende manieren aanjagen. Binnen de Vernieuwingsagenda (zie kader) organiseert Aedes bijeenkomsten zodat corporaties van elkaar
kunnen leren. En Aedes gaat de markt uitdagen. Op het gebied van de inkoop van zonnepanelen en renovatie van woningen tot nul-op-de-meter. ‘Van NOMrenovaties zijn al een aantal goede voorbeelden, bijvoorbeeld bij Wonen Limburg en Woonwaard’, vertelt Norder. ‘Ik wil een inschrijving organiseren waarbij corporaties uit heel Nederland kunnen aangeven hoeveel woningen zij in welk jaar willen renoveren tot nul-op-de-meter. Dan kunnen we in één keer marktpartijen uitnodigen voor een aanbesteding.’
Een prima plan, vindt Maxime Verhagen van Bouwend Nederland. ‘Op technisch vlak is al veel mogelijk. Met de Stroomversnelling en zeer energiezuinige nieuwbouw (ZEN) is ervaring opgedaan. Nu is de uitdaging: hoe gaan we op grote schaal verduurzamen, zorgen dat we iedereen meekrijgen?’ Dat zit hem – of het nu gaat om sociale huurwoningen of particuliere koopwoningen –meer in aspecten als de financiering, het inzichtelijk maken van keuzes en in het enthousiasmeren van huurders en eigenaren. Bouwbedrijven kunnen
Marnix Norder: ‘Maak een aftrek van de verhuurderheffing mogelijk voor corporaties die in energiebesparing investeren’
inzichtelijk maken welke maatregelen, op welke termijn welke effecten hebben. Verhagen: ‘Het is belangrijk dat verduurzaming een serieuze positie krijgt in het strategisch voorraadbeheer en de meerjarenonderhoudsplanning van woningcorporaties. Corporaties en bouwbedrijven kunnen dan samen kijken hoe energie-besparende maatregelen daarin passen en hoe je het kunt combineren met andere uitdagingen, zoals bouwen voor ouderen. En of je misschien niet beter kunt slopen.’ Met haar partners van de Bouwagenda streeft Bouwend Nederland naar schaalvergroting en kostenreductie. ‘Met de Bouwcampus kijken we hoe we renovatieconcepten kunnen ontwikkelen die grootschalig zijn toe te passen en efficiënter zijn wat kosten betreft. Een hele wijk in één keer is een stuk efficiënter.’
OASE
De boodschap is vooral: aan de slag. ‘Dat is spannend, vanwege de lokale verschillen en mogelijke innovaties weten we nu eenmaal nog niet precies wat de goede oplossingen nu en straks zijn’, zegt Tjalling de
Vries. ‘Maar we moeten beginnen, willen we het doel voor 2050 halen. Vanuit het Rijk willen we partijen daar de ruimte voor geven. Zij kunnen bij ons aangeven wat ze nodig hebben om stappen te kunnen zetten. Met de Green deal aardgasvrije wijken hebben we al een goed begin gemaakt.’ Volgens De Vries is het ook de taak van de Rijksoverheid om in de gaten te houden of de keuzes op lokaal en regionaal niveau gezamenlijk leiden tot het halen van de doelstellingen. ‘Onze rol is sturend zijn waar het de doelen betreft, duidelijkheid geven over financiële en juridische randvoorwaarden, en adviserend waar het de oplossingen betreft.’
Norder ziet de energietransitie niet alleen als een opgave maar ook als kans. ‘Als we er op tijd bij zijn, is het een kans voor onze economie.’ Hij is daar optimistisch over. ‘We zijn met elkaar gegroeid naar de gedachte: kom op, het gaat niet goed als we gas en olie blijven verbranden voor onze energievoorziening. Bewijzen stapelen zich op. Er zijn inmiddels zoveel initiatieven, zoals de Bouwagenda. Wij hoeven alleen maar op de rijdende trein te stappen.’ Voor de sociale huisvesting levert het een win-winsituatie op. ‘Ik kwam deze winter in een jaren 60-woning van Woonwaard, die net gerenoveerd was tot nul-op-de-meter. Toen ik binnenstapte voelde ik meteen een heel ander klimaat dan ik ken uit woningen die niet gerenoveerd zijn. Er is een stabiele temperatuur in het hele huis, het tocht niet en de verwarmings-elementen zitten in de vloer. De bewoners hadden hun mond vol over het comfort. En ze zijn netto minder kwijt aan woonlasten. Dus je komt in een oase van kwaliteit, in een heel simpele woning uit de jaren 60. Als we dat kunnen, en we kunnen het ook nog op een manier die betaalbaar is, dan moeten we dat toch gewoon doen?’
Meerjarenbegroting; bent u er klaar voor?
Nu het jaarrekeningtraject en de dVi-verantwoording naar CorpoData achter de rug zijn, breekt de tijd voor de (meerjaren)begroting weer aan. Ook de dPi voor CorpoData dient zich weer aan. Bent u er al klaar voor? Wij belichten graag een aantal aandachtspunten voor u.
Implementatie nieuwe formats
De afgelopen periode zijn corporaties druk bezig geweest met het afronden van de jaarrekening en dVi en het implementeren van de nieuwe formats voor verslaggeving. Om een goede aansluiting tussen begroting en realisatie te waarborgen, zullen de nieuwe formats ook toegepast moeten worden op de prognosecijfers voor de komende jaren.
Scheiding DAEB/niet-DAEB
In het scheidingsvoorstel is de vermogensverhouding tussen de DAEB-tak en niet-DAEB-tak van corporaties vastgelegd. In de begroting 2018 zullen corporaties meer aandacht moeten besteden aan de splitsing tussen de prognoses voor DAEB en niet-DAEB, in de vermogenssfeer en resultaten. Corporaties zullen de onderlinge verhoudingen en financiering de komende jaren dan ook nauwlettend moeten volgen én de eigen verwachtingen managen. Ook vergt aandacht om na te denken over de wijze waarop de scheiding in de administratie wordt ingericht, de rapportages van de twee activiteiten in de managementrapportages wordt verantwoord en de processen hierop aansluiten.
Marktwaarde
In de jaarrekening 2016 is het bezit voor het eerst gewaardeerd op marktwaarde. De marktwaardeontwikkeling van het bezit moet ook voor de dPi inzichtelijk worden gemaakt. Deze ontwikkelingen dienen in de eigen begroting en prognoses te worden opgenomen. De impact en betekenis hiervan zal duidelijk gemaakt moeten worden aan stake holders, toezichthouders en andere partijen.
Ratio-analyse
De afgelopen jaren is nadrukkelijk gekeken naar de ontwikkeling van de liquiditeitspositie en cashflows en naar de wijze waarop de DAEB en niet-DAEB-tak zijn gefinancierd. Ratio’s als solvabiliteit, DSCR, LTV en ICR moeten voldoen aan de gestelde normen. Het is wijs de ontwikkeling van deze ratio’s de komende jaren scherp in de gaten te houden. Functionele winst- en verliesrekening en kostenverdeelstaat Corporaties stellen de winst- en verliesrekening in de jaarrekening op volgens de functionele methode. Voor de toebedeling van de indirecte kosten wordt vaak gebruik gemaakt van een kostenverdeelstaat. Het heeft de voorkeur ook de begroting en prognoses volgens dit model op te stellen.
Toekomstbeeld
De begroting en meerjarenprognoses laten het (financiële) toekomst beeld van de corporatie zien: Wat zijn de plannen voor de komende jaren? Wat is de financiële impact? Waar liggen risico’s voor de corpo ratie? Met welke mogelijke scenario’s moet rekening worden gehouden? Kortom: het zijn waardevolle prognose- en sturingsinstrumenten.
De begroting in uw organisatie Een begroting opstellen, is niet nieuw. Maar de nieuwe modellen vragen vaak wel een extra tijdsinvestering. Door de hoeveelheid werkzaamheden van de financiële afdeling kan de implementatie van de nieuwe modellen in de verdrukking komen. Hiermee dreigt de begroting zijn functie als prognose- en sturingsinstrument te verliezen.
Meer informatie
Meer informatie over de werkzaamheden die wij voor de begroting en (meerjaren-) prognose voor uw organisatie kunnen uitvoeren vindt u op onze website (www.hofmeier.nl). U kunt natuurlijk ook direct contact opnemen met onze Sector Manager Corporaties Peter van Gilst op 06-51415946 of via p.vangilst@hofmeier.nl
» goedemorgen «
Corporatiebestuurder van Oost Flevoland Woondiensten TRUUS SWERINGA
Mensen goed laten wonen en je bedrijf goed leiden. Daar is de corporatiebestuurder verantwoordelijk voor. Truus Sweringa ontvangt ons in haar energiezuinige woning met zonnepanelen en zonneboiler in Dronten. ‘Uiteindelijk ben je vaak voordeliger uit als je op de lange termijn denkt.’
TEKST: LATIFA VONK, FOTO’S: SIMONE-MICHELLE DE BLOUWDe tafel is feestelijk gedekt. ‘Normaal eet ik snel iets aan het aanrecht voordat ik om half acht op mijn fiets stap’, zegt Truus Sweringa lachend. Sinds 2000 is zij directeur-bestuurder van Oost Flevoland Woondiensten (OFW) in Dronten. Een corporatie met hechte samenwerkingsverbanden – de voedselen speelgoedbank zitten bijvoorbeeld in het pand. En een corporatie die voorloopt op het gebied van verduurzaming. De doelstelling van gemiddeld label B in 2021 is nu al ruim gehaald. Het geheim? ‘Wij werken langjarig met een integrale aanpak en denken vanuit bewoners.’
Ruim de helft van de woningen van OFW is gebouwd in de jaren 60 en begin jaren 70, de beginperiode van de polderstad. 40 jaar later waren die tegelijkertijd aan groot onderhoud toe. Sweringa: ‘We dachten: laten we dat in één keer goed doen.’ De woningen werden daarom direct gemoderniseerd, bijvoorbeeld met een grotere badkamer, en geïsoleerd waardoor ze van label E, F of G naar label A of A+ gingen. ‘De organisatie was
eigenlijk al heel snel gewend aan de integrale werkwijze’, vertelt Sweringa terwijl ze nog een kop koffie inschenkt. Ze starten altijd met een probleemanalyse, bespreken die met de huurdersorganisatie en houden meestal ook een enquête. ‘Dan krijg je een gesprek over wat mensen echt belangrijk vinden.’ Beslissingen nemen gaat volgens het principe People, Planet, Profit. Dit houdt in dat ze, naast de bedrijfsecomische aspecten, kijken naar de meerwaarde voor bewoners en het milieu. Deze denkwijze verwacht OFW ook van aannemers; scoren zij goed op die P’s, dan krijgen zij vaker een uitnodiging voor een aanbesteding. ‘Dan gaat het bijvoorbeeld ook over de inzet van leerlingen, tevredenheid van bewoners, de woon-werkafstand van werknemers en het gebruik van milieuvriendelijke verf.’ Bij de kapper of in de supermarkt spreken huurders Sweringa soms spontaan aan omdat ze zo blij zijn met hun gemoderniseerde huis. ‘Mensen zien bij elkaar wat het resultaat is van onze aanpak. Dan vragen ze ons: wanneer zijn wij aan de beurt? Veel bewoners leveren aan het begin van een informatieavond al een akkoordverklaring in.’ En wat voor huurders fijn is: er staat geen extra huurverhoging tegenover de lagere energiekosten, een jaarlijkse besparing van zo’n 350 euro. Essentieel in het meekrijgen van mensen is dat zij voelen dat je voor hen bezig bent, benadrukt Sweringa. Ze gebruikt daarom in de communicatie geen ingewikkelde termen als ‘innovatie’ en ‘experiment’.
TRUUS SWERINGA (61)
DIRECTEUR-BESTUURDER VAN: Oost Flevoland Woondiensten (4.960 wooneenheden in de gemeente Dronten)
VERDIENT: 10.023 euro bruto per maand
RIJDT: fiets en Mitsubishi (elektrisch)
THUISSITUATIE: getrouwd. Vijf volwassen kinderen (eerder huwelijk echtgenoot) en vijf kleinkinderen
OPLEIDING: Ecologie van het wonen (Universiteit Wageningen)
NEVENACTIVITEITEN: vicevoorzitter RvT Flevo-Landschap, lid RvT Almere College stichting voortgezet onderwijs Kampen/ Dronten, lid RvA Impact ( sociale werkplaats), lid RvA Woonenergie, lid RvA Aenergie, lid kandidaatstellingscommissie Aedes, lid regieraad Bouw/oost Nederland, voorzitter werkgroep transitie Vastgoed RBON, lid bestuurlijke kopgroep Energie 2050 provincie Flevoland, lid Groene Huisvesters
‘Huurders willen niet in een experiment wonen, ze willen gewoon een goed huis. Zeg dus daarom precies wat je voor hén doet.’
TOEKOMST
De buitenschil van de woningen is volledig geïsoleerd, dat maakt de stap naar nul-op-de-meter straks kleiner; alleen de duurzame installaties moeten er dan nog in. Het streven is dat de woningen van OFW in 2050 energieneutraal zijn. 200 woningen per jaar krijgen zonnepanelen, er is een experiment met een hybride warmtepomp en de corporatie denkt na over de toekomst van gas in haar woningen. Die toekomstvisie verder uitstippelen gaat in nauw overleg met de huurdersorganisatie waarmee OFW een harmonieuze relatie heeft. Ze steunden de corporatie toen die in 2013 minder kon investeren door de verhuurderheffing en doordat ze de schulden per woning moest terugbrengen. ‘Dat deed mij heel goed. De gemeente gaf de voorkeur aan nieuwbouw maar de bewoners en wij wilden in ieder geval de modernisering afronden.’ Ondanks dat investeringsdipje loopt OFW op schema. Hoe financieren ze dat? Sweringa: ‘De woningen gaan weer 40 jaar mee, daardoor is de afschrijvingstermijn langer. En de onderhoudskosten daalden enorm door de ingrepen, we moesten het WSW zelfs uitleggen hoe dat zit. En we hebben nauwelijks faalkosten. Kortom: uiteindelijk ben je vaak voordeliger uit als je – zoals wij – op de lange termijn denkt.’
‘Huurders willen niet in een experiment wonen, ze willen gewoon een goed huis’
Ingrid Pierik is bij Wonion dagelijks bezig met de verduurzamingsopgave van de corporatie. Zij is blij dat corporaties hierin voorop lopen. ‘En door marktpartijen uit te dagen om met goede, nieuwe ontwikkelingen te komen, kunnen we de particuliere verhuurders en eigenaarbewoners verleiden ook mee te doen.’
Ingrid Pierik, beleidsadviseur Techniek bij Wonion‘ZOEK NAAR EEN BALANS TUSSEN SCHAALVERGROTING EN DIVERSITEIT’
ILLUSTRATIE: MENNO WITTEBROODZou er echt nog iemand zijn die serieus vraagt wat woningcorporaties met duurzaamheid te maken hebben? Nou vooruit dan, omdat verduurzaming comfortabele woningen oplevert en lagere energielasten voor bewoners. Bovendien willen wij dat onze huizen hun waarde blijven behouden. Daarom moeten we investeren in het zo duurzaam en energiezuinig mogelijk maken ervan. En ga eens na hoeveel grondstoffen en energie we verbruiken in onze 2,4 miljoen woningen. Daarmee teren we in op wat de aarde ons geeft.
Corporaties zijn dan ook volop bezig met het verduurzamen van hun woningen. Overal in het land zijn pilots waar innovatieve maatregelen en concepten worden uitgeprobeerd. Met de dit jaar gestarte Vernieuwingsagenda wil Aedes al die kennis en activiteiten bundelen (zie kader). Een coalitie van experts van corporaties en andere samenwerkingspartijen zorgt ervoor dat corporaties zoveel mogelijk van elkaars ervaringen profiteren. Zodat we niet allemaal zelf het wiel hoeven uit te vinden. Dat is belangrijk, want we staan voor een grote opgave.
Veel verschillende auto’s
De samenwerking met marktpartijen is daarbij wezenlijk. Ook die samenwerking verandert. Corporaties stellen bouwers, aannemers en leveranciers steeds vaker open vragen. Zij schrijven niet meer voor welke energetische maatregelen genomen moeten worden, maar formuleren in plaats daarvan de energieprestatie die een woning moet leveren. Het is dan aan de markt om met slimme, duurzame en betaalbare oplossingen te komen. Waar dat mogelijk is, zullen we daarbij als corporaties samen moeten optrekken. Door onze vragen te bundelen en een gezamelijk uitvraag aan de markt te doen. Maar
laten we daar niet in doorslaan. Eén uniforme uitvraag voor één type woning is niet mogelijk. De bestaande woningen die we moeten renoveren zijn immers verschillend. We willen ook rekening houden met de wensen van onze huurders. En we willen straks in 2050 niet constateren dat al onze CO2-neutrale woningen er hetzelfde uitzien. Dus moeten we samen met de marktpartijen op zoek naar een goede balans tussen schaalvergroting en diversiteit. Ik ben ervan overtuigd dat dat kan. Net zoals in de autoindustrie, daarin worden heel veel auto’s gemaakt die aan allerlei verschillende wensen tegemoetkomen.
Zelf keuzes maken
Het goede aan de ondersteuning van Aedes vind ik verder dat aan corporaties niet langer de vraag gesteld wordt: wat doen jullie aan verduurzaming? Maar: hoe pakken jullie het aan? Een van de middelen die Aedes nu ontwikkelt, is de Routekaart 2050. Die geeft voorbeelden voor een plan van aanpak voor verschillende scenario’s om in 2050 CO2neutrale woningen te hebben. Zo kunnen ook corporaties die minder ver zijn dan andere aan de slag. Nu kunnen we daarbij nog zelf keuzes maken en kan iedere corporatie op eigen wijze een verduurzamingsplan maken. Passend bij de lokale mogelijkheden. Doen we dat niet, dan volgen straks ongetwijfeld wettelijke verplichtingen.
Vergeleken met particuliere verhuurders en met de koopsector lopen corporaties voorop in het verduurzamen van woningen. Soms krijg ik de vraag of het reëel is dat juist mensen met lagere inkomens, de doelgroep van corporaties, de voorhoede vormen. Mijn antwoord: ik vind het mooi dat dankzij corporaties juist de minst
vermogenden in een duurzaam huis kunnen wonen. Omdat het comfortabel is en flink kan schelen in de energielasten. En als we marktpartijen uitdagen om met goede, nieuwe ontwikkelingen te komen, is het toch mooi als we de particuliere verhuurders en eigenaar-bewoners kunnen verleiden mee te doen?
‘Eén uniforme uitvraag voor één type woning is niet mogelijk, woningen zijn immers verschillend’
‘Met RGS financiële zekerheid voor zorgonderhoudskosten’
GROESBEEK – De Famegroep is als planontwikke laar al tien jaar betrokken bij alle vastgoedvraag stukken van de ZZG Zorggroep in Groesbeek. Ook voor het beheer en onderhoud. ‘Sinds twee jaar heeft ZZG meer gebouwen in eigendom gekregen,’ zegt Ton ten Brinke, externe ontwikkel manager voor de ZZG Groep namens Fame. ‘Qua onderhoud hebben we gekozen voor resultaatgericht samenwerken (RGS) voor de komende 40 jaar. Daarmee hebben we voor 40 jaar financiële zekerheid.’
Bij de ZZG Zorggroep werken 3.500 mensen, die zich dagelijks met heel veel passie bezig houden met mensen in de omgeving van Nijmegen die niet meer thuis kunnen wonen. De doelstelling is dat zij het leven voort kunnen zetten in woonzorggebouwen, zoals ze dat thuis gewend zijn. Naar volle wederzijdse tevre denheid wordt door de ZZG Zorggroep samengewerkt met Fame. Niet alleen qua nieuw bouwconcepten van apparte menten voor dementerenden en somatisch zieken. Ook voor de achttien zorgcomplexen die de ZZG Zorggroep zelf in eigen dom heeft, denkt Fame actief mee over de beheersing van de onderhoudskosten. Hierbij is Ton ten Brinke de vastgoedregisseur die alle eindjes aan elkaar knoopt voor de ZZG Zorggroep.
Financiële grip
Twee jaar geleden is Fame gevraagd om voor een aantal
gebouwen van de ZZG Zorgroep integraal gebouwbeheer en gebouwonderhoud te organi seren. Op basis van overeen gekomen kwaliteitseisen voor de komende 40 jaar, tegen de laagst mogelijke kosten, met zo min mogelijk bewonersover last én met elk jaar grip op de kosten via een activiteitenplan zonder meerkosten. “We zijn in gesprek gegaan met onder houdsbedrijven in de buurt van Nijmegen,” aldus ten Brinke. “Eéntje bracht ons op het spoor van RGS. Met deze partij zijn we in 2015 gestart met RGS-pilots voor drie gebouwen voor de komende veertig jaar. Sinds die tijd zijn we verzekerd van kwalitatief hoogwaardig onderhoud voor deze gebou wen. We weten van tevoren wat we aan onderhoudskosten kwijt zijn. En door de langdurige RGS-samenwerking betalen we niet teveel. Via RGS daalden de onderhoudskosten in het eerste jaar al aanzienlijk. Het ligt voor de hand dat we op termijn voor RGS gaan kiezen voor alle zorggebouwen.”
Dubbelslag
Wat de ontwikkelmanager betreft is er een dubbelslag gemaakt. De onderhoudsvraag is uitgezet in aanbesteding voor een marktconforme prijs op basis van RGS. Tegelijker tijd is de allerbeste werkwijze geborgd qua kwaliteit, prijs en bewonersoverlast. “Wat ons betreft is de 40-jarige samen werking met één onderhouds
bedrijf, en alle andere samen werkingspartners, oneindig,” sluit de ontwikkelmanager af. “Die samenwerking is overigens altijd opzegbaar als het niet bevalt. Maar we hebben alle vertrouwen in deze uitstekende RGS-onderhoudspartner voor planmatig, periodiek en service onderhoud. Die ook partners zoals, installateurs, dakdekkers,
energie-experts, elektrotechnici en experts van liften en automa tische deuren aanstuurt. Samen moet dat voortdurend leiden tot minder kosten, betere kwaliteit en nog meer tevreden bewoners en medewerkers. Qua klanttevredenheid ligt de lat best hoog: onze ambitie is het rapportcijfer 9.”
De winst van RGS bij ZZG Zorggroep • voor 40 jaar financiële zekerheid • verzekerd van kwalitatief hoogwaardig onderhoud • integraal gebouwbeheer en onderhoud • zo min mogelijk bewonersoverlast • grip op kosten via activiteitenplan zonder meerkosten • minder kosten, betere kwaliteit
Verzekerd van resultaat met een VGO-bedrijf
Met resultaatgericht samenwerken (RGS) kunt u tot wel 20% besparen op directe kosten en tot wel 50% op indirecte kosten. Deze werkwijze leidt ook nog eens tot een betere kwaliteit, een snellere doorlooptijd en een hogere bewonerstevredenheid. Voor vastgoedonderhoudsbedrijven, die de kunst van het resultaatgericht samenwerken verstaan, bestaat een erkend keurmerk. Dat is het VGO-keur. Op www.vgokeur.nl vindt u alle details én vastgoedonderhoudsbedrijven met het VGO-keur bij u in de buurt.
Ton ten Brinke, externe ontwik kelmanager voor de ZZG Groep namens Fame‘Het verschil met onze vroegere flat is enorm’
Hun nieuwe nul-op-de-meterwoning is de eerste eengezinswoning van het gezin Broeils. Kimberley, haar man Roliën en hun dochters Anaiyah (4 jaar), Keyra (2 jaar) en Jayda (10 maanden) wonen er sinds juni 2016. ‘Het is hier ’s winters heerlijk warm’, zegt Kimberley.
‘Hier voor woonden wij in een flat. Het verschil met dit huis is enorm. Niet alleen omdat we nu veel meer ruimte hebben. Ook omdat het in onze oude flat eigenlijk altijd koud was. Nu hebben we vloerverwarming,
dat is heerlijk warm. Ik ben zo tevreden met dit huis. Voordat we hier introkken, ben ik naar een voorlichtingsbijeenkomst geweest van de corporatie, de bouwers en de fabrikant van het ventilatiesysteem. Ik hoorde toen waar ik in deze woning op moet letten. Met het warme water moeten we bijvoorbeeld wat zuiniger omspringen. Als we ’s avonds afgewassen hebben, kan ik mijn drie dochters niet te lang douchen. Het warme water is dan na een tijdje op. We hebben ons wel moeten aanleren daar rekening mee te houden. De eerste maanden
was onze energierekening 40 euro per maand. Dat bedrag hadden we zelf doorgegeven omdat we nog geen idee hadden hoeveel energie we zouden verbruiken. Om de twee maanden kregen we een overzicht van ons verbruik waaruit bleek dat we geld terug zouden krijgen. Voor verwarming van de woning zelf gebruiken we heel weinig energie door de goede isolatie. Dat maken de zonnepanelen helemaal goed. Nu is onze energierekening 10 euro per maand. En we verwachten dat dit bedrag nog lager zal worden.’
TEKST: MARJON VAN WEERSCH, FOTO: HERMAN ENGBERS» groeten uit «
EINDHOVEN
Overal in Nederland zijn de woningmarkt en de bewoners anders. In deze rubriek zoomen we op één regio in. Hoe is de situatie? En welke rol spelen de woningcorporaties? En voor deze special: hoe staat het daar met duurzaamheid? Dit keer Brainport Eindhoven, de slimste regio ter wereld.
TEKST: JAN SMIT, FOTO'S: HOLLANDSE HOOGTE EN WOONBEDRIJF
Klimplanten en ingebouwde vogelhuisjes aan de gevels. Gezamenlijke dakterrassen met weelderige tuinen. Laadpalen voor elektrische auto’s, regentonnen voor de opvang van hemelwater, zonnepanelen. Zo op het eerste gezicht ogen ze vrij traditioneel, de vorig jaar door woningcorporatie Woonbedrijf opgeleverde huurwoningen – 68 appartementen, 14 eengezinswoningen – aan de Karel de Grotelaan in Eindhoven. Maar die schijn bedriegt. De woningen maken deel uit van de Aireywijk in Genderdal, een wijk die behoort tot de ‘groenste’ van de stad. En misschien nog wel belangrijker: het zijn de eerste woningen in Nederland die geheel zijn gebouwd volgens de duurzaamheidsprincipes van The Natural Step (TNS). Dat wil zeggen: zonder materialen die de bodem uitputten en de natuur aantasten, zonder schadelijke chemische stoffen en met aandacht voor mensen.
VOORTREKKERSROL
De bouw en voorbereiding van dit project, waarbij de nieuwe bewoners (‘groene huurders’) nauw zijn betrokken, namen in totaal liefst vier jaar in beslag. Maar die investering was het geld en de inspanningen meer dan waard. ‘Je hebt toch een soort voortrekkersrol’, glimlacht een trotse Rob Bogaarts, portefeuillehouder Duurzaamheid bij Woonbedrijf, terwijl hij ons door de wijk leidt.
Bogaarts wijst op de zonnepanelen op de daken van de eengezinswoningen. ‘Dit zijn bijvoorbeeld geen gewone panelen, maar geïntegreerde. Daar komt geen dakpan meer aan te pas. Die zijn speciaal hiervoor gemaakt.’ Deze exclusiviteit geldt voor veel van de gebruikte materialen. ‘Soms best lastig’, vervolgt Bogaarts. ‘Je bent aan het pionieren. Maar het is ons gelukt. Hoe? Door op zoek te gaan naar geschikte partners. Voor de keukens zijn we in zee gegaan met één fabrikant. Die heeft voor ons een eco-keuken ontworpen waarin onder meer vezels van tomaten- en maisplanten zijn verwerkt. Diezelfde keuken verkoopt hij nu ook aan anderen. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’
Duurzaamheid leeft in Eindhoven. In nauwe samenwerking met onder meer de gemeente en de Technische Universiteit (TU/e) lopen de corporaties daarbij voorop: Woonbedrijf, ’thuis, Wooninc. en Sint Trudo. Eindhoven wil in 2050 energieneutraal zijn, conform het klimaatakkoord van Parijs.
Eindhoven in cijfers
Gemeentebestuur: PvdA, SP, D66 en GroenLinks Woningmarktregio: Metropoolregio Eindhoven Prestatieafspraken: ja, voor 2017 Woningcorporaties: Woonbedrijf, ’thuis, Wooninc., Sint Trudo Aantal sociale huurwoningen: ruim 40.000 Verhoudingsocialehuur/vrije-sectorhuur/koop: 41%/12%/47%
Daarbij koerst ze zowel op de Energie-Index, als op de CO2-uitstoot. Corporaties kunnen hieraan een substantiële bijdrage leveren: de ruim 40.000 sociale huurwoningen in de stad zijn goed voor ongeveer een achtste van de CO2-emissie.
Op initiatief van de gemeente werken de corporaties daarbij volgens de principes van TNS. ‘Aan de hand van die principes bedachten we gezamenlijk negen doelen waar we op sturen. In de prestatieafspraken geven de corporaties aan wat ze op basis daarvan gaan doen’, vertelt Joop Ketelaers, adviseur Duurzaamheid bij de gemeente.
DUURZAAMHEID IN DNA
De bodem niet uitputten, geen schadelijke chemische stoffen gebruiken, de natuur niet aantasten en aandacht voor mensen, deze vier principes van TNS staan bij Woonbedrijf centraal. Daarbij richt de corporatie zich op de medewerkers, maar ook op huurders, leveranciers en andere belangenhouders. Bogaarts: ‘We zijn rustig begonnen. De leveranciers bijvoorbeeld hebben we eerst geïnformeerd. Nu gaan we een stap verder. Wie niet meegaat loopt op termijn het risico dat we niet meer met ze samenwerken.’
Ook ’thuis richt zich bij het verduurzamen op alle stakeholders. ‘Wij kiezen niet voor een topdownbenadering, maar willen bereiken dat mensen zelf met ideeën komen. Dat deze werkwijze als het ware in hun DNA gaat zitten. Dat geldt voor de medewerkers, maar ook voor onze relaties’, vertelt manager Vastgoed Luc Reusken.
Dat ‘verinnerlijken’ lukt aardig. Zo goed dat ’thuis er in gaat slagen alle woningen al in 2020 op een energielabel van gemiddeld B te krijgen, voorspelt Reusken. De corporatie heeft daarvoor extra geld uitgetrokken.
GOEDE SAMENWERKING
Om de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid te bereiken trekken ’thuis en Woonbedrijf veel samen op. Ze hebben bijvoorbeeld gezamenlijke projecten op het gebied van zonnepanelen en cv-ketels.
Voor die zonnepanelen bestaat veel belangstelling. Reusken: ‘Van de huurders die zijn geselecteerd, doet 34 procent mee. Dat is veel; bij vergelijkbare projecten is dit gemiddeld zo’n 20 procent.’
Bij de cv-ketels gaat het om hybride-ketels, een combinatie van een warmtepomp op elektra met een cvketel op gas voor piekmomenten. Met deze ketels anticiperen de corporaties alvast op het verdwijnen van aardgas uit de Nederlandse huishoudens.
Ook met de gemeente en de TU/e is er nauwe samenwerking. Een goed voorbeeld hiervan is de zogenoemde Energieroadmap, de routekaart die moet leiden naar een energieneutraal Eindhoven in 2050. Woonbedrijf en de gemeente waren de opdrachtgevers, de TU/e tekende voor de inhoud.
Over deze samenwerking is Ketelaers, de adviseur Duurzaamheid van de gemeente, goed te spreken. Binnen de koopsector wordt dat een stuk lastiger, vreest hij. De gemeente bekijkt momenteel in welke wijk er kansen liggen om van het gas af te komen. ‘Dan krijg je te maken met allemaal particuliere eigenaren. Grote vraag is: hoe trek je die over de streep? Dat is een flinke uitdaging.’
‘Een fabrikant heeft een ecokeuken voor ons ontworpen met vezels van tomaten- en maisplanten’
Dag van het Huren: je kunt nog mee doen!
Zet het mooie werk van jouw corporatie in de schijnwerpers op zaterdag 7 oktober tijdens de Dag van het Huren. Ruim 55 corporaties hebben zich al aangemeld. Aanmelden kan nog steeds. Kijk daarvoor op www.dagvanhethuren.nu. Samen maken we er een mooie dag van. De kracht van deze dag is namelijk massa!
Welke activiteiten kun je als corporatie organiseren? Organiseer net als Woonstede een informatiemarkt met het accent op langer zelfstandig wonen en een openhuizenroute langs seniorencomplexen. Of pak het aan zoals Woningbelang en vraag via een kaartje aan huurders welke activiteiten zij graag zien op zaterdag 7 oktober. Om deel te nemen hoeven corporaties geen nieuwe dingen te bedenken of iets groots op te zetten. Het aanbieden van al bestaande activiteiten kan ook. Zet je bijvoorbeeld jaarlijks trouwe huurders in het zonnetje? Doe dat dan eens op de Dag van het Huren. Meer inspiratie nodig? Kijk dan op www.dagvanhethuren.nu.
Publiciteit
Aedes zorgt voor publiciteit, ideeën, gadgets, formats en kant-en-klare teksten ter promotie. En Aedes ontwikkelt een brochure over het werk en het speelveld van een corporatie. Goed om uit te delen. Denk ook aan de flyer Branche in beeld, een overzichtelijk kaartje met feiten en cijfers over corporaties. Deze is te vinden op www.dagvanhethuren.nu.
Aanmelden kan nog!
Laten we de krachten bundelen! Doe mee aan de Dag van het Huren op zaterdag 7 oktober 2017.
Meld je aan via www.dagvanhethuren.nu of mail vragen of suggesties naar: dagvanhethuren@aedes.nl.
Nel Cakular-van Santen (71) bewoner en lid huurdersorganisatie. ‘Eerst wilde ik geen spouwmuurisolatie, ik was bang voor schimmel. Inmiddels ben ik gerustgesteld. Wij zijn als huurdersorganisatie blij dat Wooncompagnie zoveel mogelijk huizen aanpakt in kleine stapjes, wat dat betreft hebben ze goed naar ons geluisterd.’
Paul Stegers, teamleider Beheer en Onderhoud bij Wooncompagnie: ‘Wij willen dat zoveel mogelijk mensen iets hebben aan de renovaties. Daarom voeren we bij veel woningen een aantal maatregelen uit.’ Een voorbeeld daarvan is vloerisolatie. Stegers demonstreert op de foto hiernaast welk materiaal daarvoor gebruikt wordt.
Aangeharkte voortuinen, potten vol fleurige bloemen; de Hermanus Reyntjeslaan uit 1968 is een keurige straat in Monnickendam, in beheer bij woningcorporatie Wooncompagnie. Opvallend zijn de tientallen kleine gaatjes in de gevels van een aantal huizen. Die zitten er tijdelijk, om er van buitenaf spouwmuurisolatie doorheen te spuiten. Het is een van de ingrepen waardoor de woningen in korte tijd van een energielabel E naar B en soms zelfs A gaan. Ook de vloeren en daken worden geïsoleerd. Wooncompagnie pakt dit jaar ruim 3.000 woningen op een vergelijkbare, stapsgewijze manier aan. Ze maakt hierbij gebruik van 1,2 miljoen euro die ze via de STEP-subsidie ontvangt.
‘De verduurzaming door labelsprongen is een weloverwogen keus’, vertelt Paul Stegers, teamleider Beheer en Onderhoud terwijl hij ons rondleidt door de straat in Monnickendam. ‘Wij voeren liever een aantal maatregelen uit bij veel woningen dan veel maatregelen bij een paar woningen. Dan hebben meer mensen er iets aan.’ Die
keuze is gemaakt in overleg met de huurdersorganisatie naar aanleiding van een groot project in 2013 in Schagen waarbij 57 woningen voor 75.000 euro per woning werden gerenoveerd. ‘Dat was een mooi prestigieus project, maar met een voordeel voor slechts 57 huishoudens. De huurdersorganisatie vroeg zich af: is dit nou de manier? We besloten het anders te doen, zodat zoveel mogelijk mensen ervan kunnen profiteren.’
HOUDEN WAT GOED IS
Wooncompagnie heeft 14.000 woningen in 12 gemeenten en 60 kernen in Noord-Holland, vooral eengezinwoningen. De corporatie is bezig met een inhaalslag op het gebied van verduurzaming en ander onderhoud. Dit stond een paar jaar op een lager pitje door een fusie en reorganisatie. Naast de projectmatige aanpak met labelstappen kijkt de corporatie ook welke woningen ze direct functioneel kan verbeteren om ze toekomstbestendiger te maken, denk aan het vergroten van een badkamer of twee kleine slaapkamers
samenvoegen. ‘Als een grotere ingreep nodig is, zoals een gevel vervangen, dan gebeurt dat ook’, vertelt Stegers. ‘We doen wat we kunnen in de bestaande voorraad, maar we willen niet iets weggooien wat nu nog goed is.’ Als het tijd is voor periodiek schilderwerk worden direct de ramen vervangen voor beter isolerend glas. En in een aantal kernen waar veel vergrijzing en leegstand is maakt Wooncompagnie soms de keus om te slopen in plaats van intensief te renoveren.
LAGERE ENERGIEREKENING
Bewoners hoeven geen huurverhoging te betalen voor de standaard energierenovatie. Dat kan door onze interne kosten laag te houden en scherp te zijn op wat we uitgeven aan onderhoud. Wooncompagnie wil de huren betaalbaar houden. Het levert huurders zelfs iets op, tot 50 euro per maand. Hierdoor en door het beperken van de jaarlijkse huurverhoging – soms worden de huren zelfs verlaagd – nemen de kosten voor huur en energie (woonquote) voor bewoners nauwelijks toe. Daarover zijn goede afspraken gemaakt met de huurders-
organisatie. ‘Een lagere energierekening zou heel fijn zijn’, zegt Joke Pieterse (77), die al 22 jaar in de straat woont. ‘In de winter heb ik het altijd koud. Dan voel ik zo de kou over de vloer trekken. Daarom moet ik flink stoken, ik betaal 137 euro per maand.’ Ze merkt nu in de zomer al dat de isolatie ook helpt tegen warmte. ‘Op de zolder is het nu heerlijk koel.’
GASVRIJ
Stegers verwacht dat de woningen van de corporatie in 2020 gemiddeld een energielabel B hebben, in lijn met de afspraken hierover door de corporatiesector. Wooncompagnie kijkt ook verder, hoe ze haar woningen CO2-neutraal krijgt in 2050. In de gemeente Purmerend werken corporaties, gemeente en netbeheerder bijvoorbeeld samen om te kijken hoe ze de stad binnen 15 jaar van het aardgas kunnen krijgen. Stegers: ‘Wat zijn de kosten en de baten en hoe ga je dat verdelen, dat zijn vragen waar we naar kijken. Zo is er
‘We doen
wat we kunnen in de bestaande voorraad, maar we willen niet iets weggooien wat nu nog goed is’
Joke Pieterse (77, op de rechter foto) en hondje Rudy ‘Ik woon hier heerlijk, al 22 jaar. Maar in de winter heb ik het altijd koud. Het liefst laat ik de deur van mijn woonkamer open staan, maar dan voel ik zo de kou over de vloer trekken. Daarom moest ik flink stoken. Ik betaal 137 euro per maand. Dat is best veel, dus ik ben benieuwd of ik straks echt minder betaal. Toen het laatst zo warm was, merkte ik wel dat het nu op de zolder een stuk koeler is, heel fijn.’
mogelijk een tweede stadsverwarmingscentrale nodig. Het zou kunnen dat onze euro het meeste rendement heeft als we daarin investeren, iets wat nu niet mag. En wie betaalt de 600 euro die de netbeheerder rekent als je een huis afsluit van gas?’ Ook kijkt Stegers hoe Wooncompagnie beter kan samenwerken met 22 andere corporaties in Noord-Holland die zijn verenigd in het Eco-platform. ‘Misschien kunnen we wel meer bereiken als we al ons budget voor energieinvesteringen op één hoop gooien.’
W ONEN LIMBURG: VERDUURZAMEN OP VIER SPOREN
In Limburg rijdt bestuurder Wim Hazeu van Wonen Limburg van zijn kantoor in Roermond naar Weert, waar de corporatie een tijdje terug 272 zonnepanelen op een seniorencomplex legde. Het is een half uur rijden, langs korenvelden die er in de zon prachtig bijliggen. Je krijgt meteen een idee van het uitgestrekte werkgebied van Limburgs grootste corporatie: 26.000 woningen in zo
ongeveer de hele provincie. Met veel variatie: wat grotere steden als Roermond, maar ook veel kleine dorpjes. Die variatie zie je terug in het duurzaamheidsbeleid van de corporatie. Wonen Limburg verduurzaamt haar woningen op vier verschillende manieren – ‘sporen’, noemt Hazeu ze.
ZONNIG-LIMBURG
Terwijl hij zijn auto door het zonnige Limburgse landschap stuurt, vertelt hij over één van die sporen: Zonnig-Limburg, waarmee de corporatie op grote schaal snel en goedkoop een deel van haar woningen van zonnepanelen voorziet. ‘We begonnen met een aantal corporaties; nu doen er elf mee. Iedere corporatie kan wel met haar eigen clubje die panelen inkopen en regelen dat ze op de daken komen, maar dat kan beter. We richhten samen een tijdelijke projectorganisatie in: dan heb je schaalvoordeel, dus lagere inkoop-prijzen en minder overheadkosten.’ ZonnigLimburg werkt op aanvraag van huurders. ‘Als een huurder ons zegt dat hij panelen op zijn woning wil en de woning is er geschikt voor, dan doen we dat gewoon.
Jos Peeters (62) bewoner van seniorencomplex Willem Litjenshof in Weert en initiatiefnemer van een zonnepanelenproject ‘Ik wist: dit complex leent zich heel goed voor zonnepanelen. Het heeft een groot dak zonder obstakels, genoeg ruimte. Via Wonen Limburg lagen er binnen een jaar 272 panelen op het dak. Ik moest wel mijn medebewoners overtuigen: eerst was maar 70 procent van de bewoners enthousiast over het idee. Ik heb samen met een duurzaamheidsadviseur van Wonen Limburg voorlichting gegeven en zo zijn veel mensen over de streep gekomen. Nu is de volle 100 procent van de bewoners blij met de zonnepanelen.’
SCOREBORD
In Weert ontmoeten we zo’n huurder: Jos Peeters. Hij wilde graag zonnepanelen op het dak van de Willem Litjenshof, het complex waar hij woont. Via de huismeester kwam hij bij Zonnig-Limburg terecht en sinds mei van dit jaar liggen ze er: 272 panelen. In de hal van het complex hangt een bord waarop de bewoners kunnen zien hoeveel energie de panelen hen al opgeleverd hebben. Ook in hun eigen appartement kunnen de bewoners zien wat de zon hen aan energie bezorgt. ‘Hoeveel heb jij, Jos?, vragen mijn medebewoners. Iedereen is enthousiast’, aldus Peeters. Door de panelen is de energierekening van de bewoners tot wel 80 procent lager.
Terug in de auto stoppen we even bij een oude arbeiderswijk, waar Hazeu het ‘tweede spoor’ laat zien: de reguliere energieprojecten. Daarbij gaat het om het beter isoleren van woningen, het aanbrengen van HR-ketels en zonnepanelen op het dak. ‘Hierbij maken we twee à drie labelstappen per woning. Af en toe misschien zelfs vier.’
Wonen Limburg pakte op deze manier sinds 2011 zo’n 4.000 woningen aan. De komende vier jaar komen daar nog zo’n 4.000 woningen bij: Wonen Limburg heeft marktpartijen uitgedaagd met goede oplossingen te komen en selecteerde vier aannemers die de klus klaren. Om de bouwers scherp te houden heeft de corporatie afgesproken dat de aannemer die het beste presteert meer woningen mag renoveren. Aan de andere kant is er een innovatiebudget, dat Wonen Limburg en de bouwers samen gebruiken om nieuwe, slimme oplossingen voor het energievraagstuk te ontwikkelen. En het gaat goed. De ambitie van gemiddeld label B in 2020 voor alle woningen van de corporatie wordt gehaald. ‘Sterker nog, het lijkt erop dat we voor de komende 4.000 woningen zelfs gemiddeld label A gaan halen.’
CO2-NEUTRAAL
‘Een gemiddeld label B in 2020 is de kortetermijndoelstelling’, zegt Hazeu. ‘Tegelijkertijd werken we om de langetermijndoelstelling van CO2-neutraal in 2050 te
halen.’ Daar komen de laatste twee sporen van Wonen Lim burg aan tegemoet. Aan de ene kant is dat het renoveren van bestaande woningen tot nul-op-de-meter-woningen (NOM-woningen) in het kader van de Stroomversnelling: een samenwerkingsverband van corporaties en bouwers, die experimenteren met deze vorm van bouwen. NOM-wonin gen verbruiken helemaal geen energie; ze leveren vaak zelfs juist energie aan het stroomnet. Bij het laatste spoor sloopt Wonen Limburg verouderde woningen, om er NOM-wonin gen voor terug te bouwen.
WARMTEPOMPEN EN VLOERVERWARMING
We stoppen in Helden, waar een rij NOM-woningen bijna klaar is. De bouwvakkers zijn er druk in de weer, op de daken liggen al zonnepanelen en warmtepompen. ‘Die warmte pompen verwarmen water voor de vloerverwarming en de douche’, legt projectmanager Perry Kemp uit. ‘De ontwikke lingen gaan heel snel. Twee jaar geleden hadden we niet zo’n energiezuinige woning kunnen neerzetten.
De zonnepanelen van toen hadden veel minder vermogen dan de panelen die nu op het dak liggen. Met dit tempo van ontwikkeling zijn nieuwe woningen over tien jaar allemaal stroomfabriekjes.’
Bouwvakkers leggen in juli 2017 de laat ste hand aan nul-opde-meter-woningen in het Limburgse Helden. De bouw ging snel: de bouw startte in februari 2017.
‘Als een huurder zonnepanelen wil en zijn huis is er geschikt voor, dan doen we dat gewoon’
HOOGLER AAR ANKE VAN HAL
Of een duurzaamheidsproject lukt hangt niet alleen af van techniek en geld. ‘Luister goed naar wat bewoners bezighoudt. Daarbij aansluiten is een belangrijke succesfactor’, zegt Anke van Hal. Zij is hoogleraar Sustainable Housing Transformation aan de TU Delft en hoogleraar Sustainable Building en Development aan Nyenrode Business Universiteit. Tegenwoordig doet ze ook in Canada onderzoek. ‘Het gaat niet alleen om energiebesparing of om minder CO2-uitstoot. Het gaat vooral over geluk.’
Jaren geleden kocht Anke van Hal een huis. Een mooie, nieuwe keuken stond destijds hoger op het lijstje dan investeringen in verduurzaming. Zelfs bij de specialist duurzaam bouwen van destijds. Nu is ze hoogleraar aan twee universiteiten. ‘Niemand is tegen duurzaamheid, maar het geeft nu eenmaal zelden de doorslag’, zegt ze. ‘Daarom moeten we het koppelen aan dingen die mensen echt belangrijk vinden.’ Het is een van de boodschappen die Van Hal gepassioneerd uitdraagt. Het nationale Energieakkoord uit 2013, de Energieagenda van de rijksoverheid uit 2016: Van Hal onderschrijft het belang, maar ze mist de bredere benadering. ‘In Nederland verengen wij duurzaamheid vaak tot het thema energie. Ook als het gaat om de gebouwde omgeving. De energieopgave is lastig en daarom hebben we de neiging die te versimpelen. Om te beginnen moeten we accepteren dat het complex is’, vindt Van Hal. ‘Uiteindelijk kunnen we dan veel meer bereiken.’ In plaats van over de energieopgave, praat Van Hal daarom liever over het klimaatprobleem. ‘Energiebesparing en nieuwe energievoorzieningen dragen bij aan de oplossing ervan. Maar we moeten meer aanpakken. Bijvoorbeeld ervoor zorgen dat regenwater weg kan en dat steden niet oververhit raken. Dan praten we gelijk ook over wat mensen echt belangrijk vinden: hun leefomgeving en hun levenskwaliteit.’
Corporatieszijnvolopbezigmethetverduurzamenvanhun woningen.Datiseenheelgroteopgave.Nuzegtu:ermoetnog meergebeuren.
‘De ambities van corporaties zijn prima. Op de korte termijn een inhaalslag maken met labelsprongen en voor de langere termijn werken aan CO2neutrale woningen. Daarbij pleit ik er overigens voor om daar waar het kan, nu al meer te doen dan een renovatie naar label B. Als je alleen isoleert, is de stap naar energiezuinige installaties straks veel groter. Ik ben geen voorstander van een dogmatische aanpak waarbij je alle woningen meteen naar nul-op-de-meter brengt. Maar je moet wel in woningen de lat nu al zo hoog mogelijk leggen. We moeten immers gemiddeld op B uitkomen en voor veel woningen is dat heel ingewikkeld. Waar het kan, moet je nu dus al verder gaan. En dat is inderdaad een forse opgave. Maar juist door de energieopgave te koppelen aan andere zaken, ontstaan er meer mogelijkheden. Neem vegetatiedaken. Die zorgen voor isolatie, maar bufferen ook het water en leiden tot minder verstoffing van de omgeving. En als je er zonnepanelen oplegt, verhogen ze ook nog eens het rendement daarvan. Als je alleen maar met energiebesparing bezig bent, pas je niet zo snel vegetatiedaken toe, terwijl dat én energie bespaart én andere voordelen biedt. Een bredere aanpak betekent ook verder kijken dan alleen naar de woningen. De buurt en verdere omgeving moeten we er ook bij betrekken, het groen en water. En daar waar het moeilijk is om duurzame energie op de woning op te wekken, kan een corporatie bijvoorbeeld ook met de gemeente de mogelijkheid onderzoeken van een warmtenet met restwarmte uit de omgeving.’
Betutteling
Van Hal houdt zich al ruim 30 jaar bezig met verduurzaming van de bouw. Ze trekt graag lessen uit het verleden. Zo rondde ze met haar collega’s recent een onderzoek af naar de eco-wijken uit de jaren 90. Mensen wonen er nog steeds graag, zegt ze. ‘Dat komt vooral door de kwaliteit van de woonomgeving. De woningen zelf en de energetische technieken zijn vaak verouderd. Wat opvalt, is de betutteling waarmee sommige maatregelen toen gepaard gingen. Ik heb er zelf ook aan bijgedragen. Neem de badkamers zonder bad. Een warm bad kost immers veel energie. Een ander voorbeeld zijn
Anke van Hal (51) is praktijkhoogleraar Sustainable Housing Transformation (TU Delft) en hoogleraar Sustainable Building en Development (Nyenrode Business Universiteit). Tegenwoordig woont zij deels in Canada waar ze onderzoek doet naar duurzaamheid in de bestaande woonomgeving.
de
‘Het gaat niet alleen om energiebesparing, het gaat over streven naar geluk’
HomeMates
Anke van Hal is medeinitiatiefnemer van het Canadian Dutch Sustainable Building & Planning Network (www.parallel52.org) en van HomeMates, een onafhankelijk kennisplatform dat de aandacht wil vestigen op de derde, onderbelichte, succesfactor van energievriendelijk renoveren (naast goede techniek en voldoende budget): werken vanuit bewonersperspectief. Het platform verzamelt ook mooie verhalen. Meer informatie: www. homemates.nl.
toentertijd populaire serres. Die plaatsten bouwers voor de goed geisoleerde buitengevel van de nieuwe huizen. Met het idee dat die ruimte in het voor- en najaar de lucht kon voorverwarmen zodat er minder energie nodig was. Wat deden de bewoners? Ze sloegen de buitenmuur eruit en trokken de serre bij de woonkamer. Het resultaat: een grote woonkamer, maar niet meer goed geïsoleerd.’
En laten we niet denken dat dit soort dingen nu niet meer gebeuren, zegt Van Hal. ‘We zijn nu weer de bloopers van vijftien jaar verder aan het creëren. Bijvoorbeeld nul-op-de-meterwoningen met vaste uitblaaspunten waardoor de plattegrond van de woning niet meer te veranderen is. Terwijl mensen vaak behoefte krijgen aan een andere indeling als hun huishoudsamenstelling of levensstijl verandert.’
Om dit soort fouten te voorkomen heeft ze een folder samengesteld met vragen die elke renovatiespecialist zich bij een project zou moeten stellen. Te vinden op de website van HomeMates, het kennisplatform dat Van Hal met collega’s heeft opgericht (zie kader).
Heeftunogmeertipsvoorgeslaagdeduurzaamheidsprojecten?
‘Als ik professionals, ook van woningcorporaties, vraag wat de belangrijkste succesfactoren zijn, geven ze bijna altijd hetzelfde antwoord: het project moet betaalbaar zijn en technisch goed voldoen. Maar daarnaast is er nog een heel scala aan factoren met grote invloed op het slagen van duurzaamheidsprojecten. Wij noemen dit “de derde succesfactor”. Dan hebben we het over allerlei gedragswetenschappelijke, zeg maar “zachte” factoren. Een mooi voorbeeld daarvan komt uit Engeland. Daar maakte bijna niemand gebruik van een subsidie voor dakisolatie. Wat bleek? De grootste hobbel om het dak te isoleren was de grote puinhoop die de meeste mensen op hun zolder hebben. Nadat de isolatiesubsidie werd gecombineerd met een aanbieding voor een opruimhulp, wilden mensen hun dak wel isoleren. Techniek en geld zijn kortom niet de enige redenen waarom projecten soms niet lukken. Belangrijk is dat de mensen het echt willen. Renovatiespecialisten, dat geldt ook voor mijzelf, zijn echter vooral opgeleid met “harde” technische en financiële kennis. We moeten dat meer combineren met kennis over “zachte” factoren. Samen met onder meer Energieonderzoek Centrum Nederland, de TU Delft en Nyenrode doen we met HomeMates nu ook onderzoek naar onderliggende relevante gedragswetenschappelijke kennis. De derde succesfactor ontrafeld heet het onderzoek. We verwachten het resultaat eind dit jaar te publiceren.’
U doet ook onderzoek in Canada. Welke lessen leert u daar? ‘Wat ik echt opvallend vind, is de manier waarop ze in Canada, in Toronto met name, complexe hoogbouwwijken aanpakken. In Nederland zijn wij geneigd om in eerste instantie de rijtjeswoningen te verduurzamen. En als we dat onder de knie hebben, volgen de portieketagewoningen. De hoogbouw is vaak het laatst aan de beurt. Vanuit energiebesparing is dat ook het minst interessant. De woningen in flats hebben minder buitengeveloppervlak en dus ook minder energieverlies. De opgave is technisch en sociaal ook ingewikkelder.
In Toronto woont een half miljoen mensen in torenflats. Hun sociaaleconomische omstandigheden zijn vaak niet goed. Duurzaamheid, energiebesparing: dat is wel het laatste waar deze bewoners mee bezig zijn. Wat mij fascineert, is hoe hier techneuten en social workers samen optrekken om vanuit de behoeften van de bewoners tot een aanpak te komen die ook bijdraagt aan het behalen van de energiedoelstellingen. Ze ontwerpen bijvoorbeeld eerst samen met de bewoners centrale moestuinen, knappen
‘Techniek en geld zijn niet de enige redenen waarom projecten soms niet lukken, belangrijk is dat de mensen het echt willen’
oude fietsen op. Sommige bewoners worden getraind in groenonderhoud en fietsen maken en krijgen een certificaat dat hun kans op werk vergroot. Hier pakt men duurzaamheid dus echt breed en integraal aan. Het thema energie wordt ook veel breder opgevat, net als in onze eco-wijken van destijds. Door lokaal voedsel te produceren, hoeft het niet van elders aangevoerd te worden. En ook als mensen meer fietsen bespaar je energie. Ondertussen wordt zo geleidelijk aan de wijk verbeterd, mensen leren elkaar beter kennen, voelen zich veiliger. Zo ontstaat er in een periode van gemiddeld drie jaar langzaamaan ook draagvlak onder de bewoners voor energiebesparing in de woning. Uiteindelijk telt voor hen ieder dubbeltje dat ze besparen op energie, maar je moet dat thema eerst zien te koppelen aan andere dingen die voor hen veel belangrijker zijn.’
Hoe ziet u dit voor zich in Nederland?
‘Ook in sommige hoogbouwwijken in ons land kennen we grote sociaaleconomische problemen. Zitten politici en beleidsmakers met de handen in het haar over een juiste aanpak. Ik ben ervan overtuigd dat het winst oplevert wanneer we de aanpak van deze sociaaleconomische problemen combineren met onze duurzaamheidsdoelstellingen. Dus ik pleit ook hier voor een intensieve samenwerking tussen technische en sociaal georiënteerde professionals. En voor goed luisteren naar wat bewoners bezighoudt. Het gaat niet alleen om energiebesparing, het gaat ook niet alleen om minder CO2-uitstoot. Het gaat over streven naar geluk. En die ambities kunnen elkaar versterken.’
Uzegt:verduurzamingvandegebouwdeomgevinggaatookover geluk.Nugaanbestuurdersvangemeentenencorporatieshun wenkbrauwenmisschientochfronsen.
Ze lacht. ‘Ja, dat is heel Nederlands. Geluk is blijkbaar een pretentieus woord, daar krijgen sommige mensen jeuk van. Kunnen we het niet over bewonerstevredenheid hebben, hoor ik dan. Maar geluk is meer dan niet ontevreden zijn. En uiteindelijk wil iedereen gelukkig zijn. Met relatief weinig kosten kun je kleine veranderingen in de gebouwde omgeving aanbrengen die positieve gevolgen hebben voor het klimaatprobleem en maken dat mensen gelukkiger zijn op hun plek. Groen in de omgeving maakt bijvoorbeeld aantoonbaar gelukkiger. Streven naar geluk kan de motor zijn om mensen zo ver te krijgen dat ze energie besparen. Met alleen technische kennis krijgen we dat niet voor elkaar. Mooie verhalen vertellen, helpt ook. Negatieve verhalen onthouden we beter, ook dat is een bekend gedragswetenschappelijk gegeven. Over nulop-de-meterwoningen doen bijvoorbeeld veel negatieve verhalen de ronde. Deels zijn die inmiddels achterhaald. Laten we elkaar dus meer verhalen vertellen over duurzaamheidsprojecten die goed gelukt zijn.’
‘Doe daar waar het kan al meer dan een renovatie naar label B’
Nieuwe regels, nieuwe kansen.
Nieuwe regels, nieuwe kansen.
Nieuwe regels, nieuwe kansen.
Nieuwe regels, nieuwe kansen.
Als woningcorporatie krijgt u te maken met een nieuwe werkelijkheid. Regelgeving verandert en er komt een nieuw stelsel voor woningwaardering. Dat is al reden genoeg om een betrouwbare juridische partner te wensen die u hierbij kan ondersteunen.
Als woningcorporatie krijgt u te maken met een nieuwe werkelijkheid. Regelgeving verandert en er komt een nieuw stelsel voor woningwaardering. Dat is al reden genoeg om een betrouwbare juridische partner te wensen die u hierbij kan ondersteunen.
De woningmarkt staat onder druk. Als woningcorpora tie krijgt u te maken met een nieuwe werkelijkheid. De regelgeving verandert ingrijpend. Op meer dan één gebied. Telkens moeten nieuwe keuzes gemaakt worden. Reden genoeg om een betrouwbare juridi sche partner te wensen die u hierbij kan ondersteunen.
De woningmarkt staat al tijden onder druk. Als woningcorporatie krijgt u voortdurend te maken met nieuwe regels. Op meer dan één gebied. Telkens moeten nieuwe keuzes gemaakt worden. Reden genoeg om een betrouwbare juridische partner te wensen die u hierbij kan ondersteunen. Een partner die u tijdig waarschuwt bij nieuwe ontwikkelingen. En u vertelt hoe u kunt voorsorteren.
Als woningcorporatie krijgt u te maken met een nieuwe werkelijkheid. Regelgeving verandert en er komt een nieuw stelsel voor woningwaardering. Dat is al reden genoeg om een betrouwbare juridische partner te wensen die u hierbij kan ondersteunen.
Als woningcorporatie krijgt u te maken met een nieuwe werkelijkheid. Regelgeving verandert en er komt een nieuw stelsel voor woningwaardering. Dat is al reden genoeg om een betrouwbare juridische partner te wensen die u hierbij kan ondersteunen.
De woningmarkt staat onder druk. Als woningcorpora tie krijgt u te maken met een nieuwe werkelijkheid. De regelgeving verandert ingrijpend. Op meer dan één gebied. Telkens moeten nieuwe keuzes gemaakt worden. Reden genoeg om een betrouwbare juridi sche partner te wensen die u hierbij kan ondersteunen.
Onze advocaten en juristen hebben zich volledig toegelegd op het vastgoed- en huurrecht. Wij kunnen u dan ook met veel kennis van zaken adviseren (en als het moet namens u procederen) over zaken rond (ver)huur, (ver)koop, woonfraude, huurprijzen, algemene huurvoorwaarden, overlast, renovatie, bouw, projectontwikkeling en de regelgeving rond de volkshuisvesting.
Onze advocaten en juristen hebben zich volledig toegelegd op het vastgoed- en huurrecht. Wij kunnen u dan ook met veel kennis van zaken adviseren (en als het moet namens u procederen) over zaken rond (ver)huur, (ver)koop, woonfraude, huurprijzen, algemene huurvoorwaarden, overlast, renovatie, bouw, projectontwikkeling en de regelgeving rond de volkshuisvesting.
Onze advocaten hebben zich volledig toegelegd op het vastgoed- en huurrecht. Wij kunnen u dan ook met veel kennis van zaken adviseren (en als het moet namens u procederen) over zaken rond (ver)huur, (ver) koop, woonfraude, huurprijzen, algemene huurvoorwaarden, overlast, renovatie, bouw, projectontwikkeling en de regelgeving rond de volkshuisvesting.
De advocaten van Hielkema & co hebben zich volledig toegelegd op het vastgoed- en huurrecht en overzien het gehele speelveld. Zij kunnen u dan ook met solide kennis van zaken adviseren (en als het moet procederen) over zaken rond (ver)huur, (ver)koop, woonfraude, huurprijzen, algemene huurvoorwaarden, overlast, renovatie, bouw, projectontwikkeling en de regelgeving rond de volkshuisvesting.
Onze advocaten en juristen hebben zich volledig toegelegd op het vastgoed- en huurrecht. Wij kunnen u dan ook met veel kennis van zaken adviseren (en als het moet namens u procederen) over zaken rond (ver)huur, (ver)koop, woonfraude, huurprijzen, algemene huurvoorwaarden, overlast, renovatie, bouw, projectontwikkeling en de regelgeving rond de volkshuisvesting.
Onze advocaten en juristen hebben zich volledig toegelegd op het vastgoed- en huurrecht. Wij kunnen u dan ook met veel kennis van zaken adviseren (en als het moet namens u procederen) over zaken rond (ver)huur, (ver)koop, woonfraude, huurprijzen, algemene huurvoorwaarden, overlast, renovatie, bouw, projectontwikkeling en de regelgeving rond de volkshuisvesting.
Omdat u niet alleen asbest wilt saneren.
Maar ook iets moois wilt opbouwen.
Onze advocaten hebben zich volledig toegelegd op het vastgoed- en huurrecht. Wij kunnen u dan ook met veel kennis van zaken adviseren (en als het moet namens u procederen) over zaken rond (ver)huur, (ver) koop, woonfraude, huurprijzen, algemene huurvoorwaarden, overlast, renovatie, bouw, projectontwikkeling en de regelgeving rond de volkshuisvesting.
Vertrouwde expertise
Vertrouwde expertise
Nieuw kantoor. Vertrouwde expertise. Hielkema & co is ontstaan in 2015 uit een afsplitsing van de vastgoedpraktijk van Unger Hielkema advocaten.
Nieuw kantoor. Vertrouwde expertise. Hielkema & co is ontstaan in 2015 uit een afsplitsing van de vastgoedpraktijk van Unger Hielkema advocaten.
Hielkema & co kan bogen op meer dan 25 jaar ervaring in de praktijk van de volkshuisvesting. Wij komen graag bij u langs voor een kennismaking.
Vertrouwde expertise
Nieuw kantoor. Vertrouwde expertise. Hielkema & co is ontstaan in 2015 uit een afsplitsing van de vastgoedpraktijk van Unger Hielkema advocaten.
Nieuw kantoor. Vertrouwde expertise. Hielkema & co is ontstaan in 2015 uit een afsplitsing van de vastgoedpraktijk van Unger Hielkema advocaten.
Hielkema & co kan bogen op meer dan 25 jaar ervaring in de praktijk van de volkshuisvesting. Wij komen graag bij u langs voor een kennismaking.
Hielkema & co kan bogen op meer dan 25 jaar ervaring in de praktijk van de volkshuisvesting. Wij komen graag bij u langs voor een kennismaking.
Dé vastgoed- en huurrechtadvocaten
Dé vastgoed- en huurrechtadvocaten
U wilt geen half werk. U wilt niet alleen asbest saneren, maar ook weer iets moois opbouwen. En u wilt niet alleen een concurrerende prijs, maar ook vakmensen die hun werk verstaan. Man&Mach is asbestspecialist in Noord- en Midden Nederland en helpt u snel en vakkundig. Bij enkele panden, maar ook bij complete woningblokken. Wij saneren, renoveren en plaatsen desgewenst zonnepanelen. Ook voor sloopwerkzaamheden kunt u bij ons terecht. Samen werken we aan een gezonde en veilige woonomgeving.
Dé vastgoed- en huurrechtadvocaten
De Boelelaan 7, 1083 HJ Amsterdam Tel. 085 782 28 20 www.hielkemaco.nl
De Boelelaan 7, 1083 HJ Amsterdam Tel. 085 782 28 20 www.hielkemaco.nl
Dé vastgoed- en huurrechtadvocaten
De Boelelaan 7, 1083 HJ Amsterdam Tel. 085 782 28 20 www.hielkemaco.nl
De Boelelaan 7, 1083 HJ Amsterdam Tel. 085 782 28 20 www.hielkemaco.nl
Taxaties voor woningcorporaties
De leden van Aedes beloven in de Woonagenda dat de woningen in de corporatiesector in 2021 gemiddeld label B hebben. Een handvol corporaties zit daar nu al op, voor de rest ligt er een flinke uitdaging de komende jaren. Hoe gaan die corporaties dat halen?
‘Met ons reguliere nieuwbouw- en renovatieprogramma zou Eigen Haard pas in 2030 op de gemiddelde Energie-Index van 1,4 zitten: ook wel label B genoemd. Daarom hebben we na de zomer van 2016 een versnellingsprogramma ingezet: SAmen VErduurzamen, ofwel SAVE. We verbeteren nu 1.000 extra woningen per jaar. Als je daar onze sloop- en nieuwbouwprojecten en renovaties bij optelt, komen we op bijna 2.000 woningen per jaar. Met deze versnelling
zit Eigen Haard in 2023 op gemiddeld label B. We denken er nu over na om nog meer te versnellen. Maar we zitten wat dat betreft in een spagaat. We willen niet de langetermijndoelstelling in de wielen rijden: CO2-neutraal in 2050. Want met het geld dat we nu uitgeven om een woning sneller label B te geven, kunnen we ze op een later moment misschien wel in één keer CO2-neutraal maken.’
‘De wil is er, de ambitie is er, maar we lopen vaak tegen praktische zaken aan. Allereerst kost verduurzamen tijd. Alleen al met het verkrijgen van instemming van huurders ben je zo een half jaar verder. Ook kunnen we bepaalde verduurzamingsmaatregelen niet toepassen bij alle woningen. Zo passen zonnepanelen niet op elk dak. Verder zit het
gemeentebeleid soms in de weg. Een collega-corporatie in Amsterdam mocht bijvoorbeeld geen zonnepanelen leggen op een van haar complexen, omdat het een beschermd stadsgezicht betrof. Ondanks alle inspanningen denk ik dat corporaties elkaar moeten compenseren om in 2021 gemiddeld label B te halen. Eigen Haard en andere stedelijke corporaties hebben veel oude woningen. Technisch is het heel ingewikkeld om die te verduurzamen. Door bijvoorbeeld het bijplaatsen van zonnepanelen op woningen van corporaties in andere steden, kun je een deel van Amsterdam compenseren. Het is een sectorbrede inspanning.’
‘We hebben een versnellingsprogramma ingezet’
GEERT JAN STOLK
16 min of meer persoonlijke vragen en 16 vragen over sociale huisvesting. Deze keer is het voorzitter Geert Jan Stolk van Zon op Nederland die blind de vragen kiest.
Wat doet u op zaterdagochtend?
‘Ik lees de Volkskrant. Ik begin met het nieuws op de voorpagina. En ik lees altijd de column van Arnon Grunberg. Daarna sta ik langs de lijn. Mijn twee dochters van 19 en 21 jaar voetballen. Vaak ben ik grensrechter. Soms fluit ik de wedstrijd.’
Wat zou u doen aan de wachttijden voor een sociale huurwoning?
‘Ik heb nooit in een sociale huurwoning gewoond. Ik weet dat de wachttijden in Amsterdam onbeschrijflijk lang zijn. Ik zou maatregelen nemen om de doorstroming te verbeteren en nieuwe woningen bouwen.’
Uit wat voor nest komt u?
‘Mijn vader was een gereformeerde predikant, in de omgeving van Rotterdam. Hij is 87 jaar. Ik heb wel enige zendingsdrang van hem meegekregen. Ik ben niet gelovig, maar ik waardeer zijn visie op het leven. De gemeenschapszin, er voor elkaar zijn, dat spreekt mij erg aan. Mijn moeder, zij is overleden, was ook altijd erg actief in de buurt.’
Moet een overlastgever de wijk uit?
‘Dat is een lastige vraag. Als het even kan vind ik van niet. Maar goede vrienden hebben zeer veel last gehad van een gestoorde buurman. De rechter heeft uitspraak gedaan, hij moest gedwongen worden opgenomen. Dat was een nare weg voor iedereen. Maar soms is het de enige oplossing.’
» zestien uit tweeëndertig
Aan welk huis bewaart u de beste herinneringen en waarom?
‘Ik heb vanaf mijn 21-ste bijna achttien jaar in een kraakpand in Amsterdam-Oost gewoond. Het was een gribus. We betaalden niets, maar stuurden ieder jaar een fruitmand naar de eigenaar. Hij stuurde die steevast terug met de mededeling dat hij die niet kon aannemen. Het was bijzonder om met vrienden, en later met mijn vriendin, in één huis te wonen. Mijn dochters zijn er geboren.’
Op welk sociaal medium bent u het meest actief?
‘Ik ben privé niet echt actief op de sociale media, daar wil ik geen tijd voor vrij maken, maar LinkedIn gebruik ik wel.’
Welk land vindt u een voorbeeld als het om wonen gaat?
‘Ik denk dat Nederland het zo slecht niet doet.’
Wat maakt een wijk goed om in te wonen?
‘Vooral de mensen. En dan het liefst een mix van bewoners van diverse afkomst.’
Hoe ervaart u uw dagelijkse woon-werkverkeer?
‘Kort. Ik ga meestal op de fiets. Vanuit Ransdorp fiets ik over de Schellingwouderbrug in twintig minuten naar mijn kantoor op IJburg in Amsterdam.’
Hoe woont u als u 85 jaar bent?
‘Ik zou graag met vrienden in één huis wonen, zodat je er voor elkaar kan zijn. We hebben het er wel eens over. Het idee is goed, maar of het ervan gaat komen is afwachten.’
Hoeduurzaamisuweigenwoning?
‘Ik woon in een houten vrijstaande woning uit 1750, met een fundering van koeienhuiden. We hebben het huis goed geïsoleerd. Er is beperkt ruimte voor zonnepanelen, we hebben er drie. Op andere daken ben ik eigenaar van 23 panelen.’
Uw buurmeisje van acht vraagt wat voor werk u doet. Wat antwoordt u?
‘De zon schijnt altijd, ook als je het niet ziet. Door de warmte van de zon kunnen we bijvoorbeeld licht laten branden in een huis. Ik help mensen om dat mogelijk te maken.’
Als u de baas van Aedes was, wat zou u als eerste doen?
‘Ik zou samen met de bestuurders van corporaties en huurdersorganisaties bekijken hoe we vooral de huurders kunnen laten profiteren van duurzaamheidsmaatregelen, zoals zonnepanelen op daken.’
Kunnen we in Nederland wonen helemaal aan de markt overlaten?
‘Zeker niet. Het is belangrijk dat mensen met een laag inkomen in een kwalitatief goede woning kunnen wonen.’
Met wie zou u het liefst een uur in de lift vastzitten?
‘Als het dan toch moet met minister Kamp. Ik zou hem vragen waarom de regelingen voor de energietransitie, zoals zonnepanelen op het dak, zo ingewikkeld zijn. Voor gewone mensen is het vaak niet te begrijpen.’
Wat was uw laatste goede voornemen? ‘Zon op Nederland begeleidt veel burgerinitiatieven. We komen soms eigenheimers tegen die het zelf het beste denken te weten. Dat maakt samenwerking soms lastig. We moeten er zelf ook op bedacht zijn om ruimte te laten voor andere oplossingen. Goed naar elkaar luisteren is erg belangrijk.’
Geert Jan Stolk (1960) is voorzitter van Zon op Nederland, een coöperatie zonder winstoogmerk die burgerinitiatieven voor zonnepanelen op het dak begeleidt, bijvoorbeeld op daken van corporaties. Hij is directeur van een communicatiebureau in Amsterdam. www.zonopnederland.nl
POLYFILLA PRO. HET REPARATIEMERK VOOR
TOTAAL VASTGOEDONDERHOUD.
Totale garantie
Tot 10 jaar systeemgarantie op de houtreparatie inclusief het AkzoNobel verfsysteem. Opgenomen in de Sikkens en Trimetal bestekken.
Totale
service
100% inspecties en rapportage, technische adviezen en bestekservice. Houtreparatietrainingen op drie niveaus.
Totaal assortiment
De beste reparatie oplossingen voor minerale en houten ondergronden. Volledig afgestemd op de eisen van de professional.
Kijk op poly llapro.nl of neem contact op met een van onze account managers (073 59 993 33).
Neopixels Bodemisolatie
De beste bodemisolatie voor u en uw huurders
Schimmel, ongedierte, een te hoge luchtvochtigheid… allemaal zaken waar u en uw huurders niet op zitten te wachten. Een vochtige kruipruimte kan tot dit soort ongemakken leiden. Neopixels® Bodemisolatie is een duurzame oplossing tegen vocht en kou in de kruipruimte. Neopixels®beantwoordt de meest gestelde vragen over dit fenomeen.
Hoe ontstaat een vochtige kruipruimte?
Een groot deel van Nederland ligt onder de zeespiegel. Bovendien zijn er veel bouwwerken gerealiseerd op plekken waar in het verleden een rivier of een sloot lag. De bodem van de kruipruimte is veelal vochtig, er treedt dan ook waterdamptransport op vanuit de kruipruime naar de woning. Naast waterdamptransport vanuit de kruipruimte vindt er warmteverlies plaats van de woning naar de kruipruimte. Neopixels® Bodemisolatie is een goede oplossing voor het beperken van het warmteverlies bij vochtige en/of moeilijk bereikbare lage kruipruimtes.
Wat is Neopixels® Bodemisolatie?
Neopixels® Bodemisolatie bestaat uit grijze parels van geëxpandeerd polystyreen (EPS). De grijze parels hebben een diameter tussen 5 en 9 millimeter en zijn opgebouwd uit duizenden gesloten cellen. In deze gesloten cellen kunnen water en waterdamp niet binnendringen. Neopixels® Bodemisolatie schimmelt of rot dus niet. De micro-organismen die houtrot kunnen veroorzaken hebben een voedingsbodem nodig om te leven, naast vocht en een voldoende hoge temperatuur. Neopixels® Bodemisolatie bevat geen voedingsstoffen voor schimmels en bacteriën en gedraagt zich uitstekend in een vochtige omgeving.
Hoe werkt het?
Door het aanbrengen van een laag Neopixels® Bodemisolatie blijft de temperatuur van de lucht onder de bodemisolatie op de bodem laag, hierdoor treedt er minder verdamping op. Ook is de luchtsnelheid op de bodem van de kruipruimte lager wanneer deze is bedekt met Neopixels® Bodemisolatie. Daardoor is er minder verdamping van vocht uit de bodem en wordt de kruipruimte droger.
Wat is het effect van bodemisolatie?
Neopixels® Bodemisolatie verduurzaamt de woning en brengt de luchtvochtigheid in huis in balans. Hierdoor verbetert het woonklimaat in huis. Het isoleert bovendien de begane-grondvloer van de woning.
Door wie wordt de isolatie aangebracht?
Door vakkundige installateurs, die zijn opgeleid aan onze Neopixels® Academy. Zij werken met door Neopixels® ontwikkelde machines, waardoor altijd de hoogste kwaliteit wordt gegarandeerd. Bovendien gebeurt het aanbrengen snel en efficiënt.
Wat zijn de voordelen van Neopixels® Bodemisolatie voor u en uw huurders?
De belangrijkste voordelen zijn als volgt:
• De begane-grondvloer is beter geïsoleerd, wat bijdraagt aan het energielabel van de woningen;
• Isolatie is niet gevoelig voor vocht;
• Voorkomt het rotten van balken, vloeren, beton en roesten van leidingen;
• Gemakkelijk te recyclen, zonder veel energie;
• Milieuvriendelijk vanwege de hoge eco-efficiëntie.
TRIPLE HR PREMIUM
MEER WETEN
Meer informatie vindt u op www.neopixels.nl/ bodemisolatie. Op www.neopixels.nl/installateurs vindt u de gecertificeerde installateurs.
www.neopixels.nl
Neopixels Bodemisolatie verduurzaamt de woning
» slimmer en beter voor elkaar «
VERNIEUWENDE PRAKTIJKVOORBEELDEN
Woningcorporaties werken aan goed en betaalbaar wonen in Nederland. Dat doen ze door samen te werken en te innoveren. Dit keer voorbeelden uit Utrecht, Gelderland en Goes. Zie ook: www.aedes.nl/vernieuwingsagenda
Leven van de zon en de wind
Energiegenerator Powernest staat sinds begin juli op het dak van een flat van tien verdiepingen van Bo-Ex in Utrecht. Uit de test moet blijken of de windenergie – samen met de zonneenergie van collectoren – de flat het hele jaar rond van energie kan voorzien.
De energiegenerator is al een jaar getest op een toren containers van zeven meter hoog in de Eemshaven. De windomstandigheden zijn daar anders. ‘Vandaar nu deze test in stedelijke omgeving’, vertelt Alexander Suma van IBIS Power.
Met Bo-Ex testen ze nu hoe bewoners het apparaat ervaren. Voor Bo-Ex staat de betaalbaarheid voor huurders voorop.
ENERGIELEVEREND
André van Leeuwen van Bo-Ex: ‘Na renovatie eind 2018 is het streven dat de flat energieleverend en CO2-neutraal is.’ Behalve isolatie, komen er energiezuinige liften en verlichting. De stadsverwarming – kosten per appartement nu 190 euro per maand – maakt plaats voor laagtemperatuurverwarming en koken gaat van gas naar elektrisch. Met de energie die overblijft kunnen onder
andere enkele elektrische auto's opgeladen worden. Bo-Ex onderzoekt de mogelijkheden om dit betaalbaar te maken. ‘Een optie is dat de huurders een EPV-vergoeding betalen aan onderhoud en afschrijving van de installaties. Flink lager dan wat zij nu aan energie kwijt zijn. Mocht deze test slagen dan gaan we onderzoeken of de Powernest ook geschikt is voor een flat van vier verdiepingen. www.tki-inside-out.nl
Opdracht gebundeld
Vijf Gelderse corporaties bundelen hun vraag aan marktpartijen om een voorstel te doen voor het (gefaseerd) klaar maken van woningen voor nul-op-de-meter. KleurrijkWonen is een van de vijf corporaties. Projectleider Vernieuwbouw Roland Kuijpers: ‘Iedere corporatie diende woningen aan voor de gezamenlijke vraag. Het zijn allemaal renovaties van eengezinswoningen uit de jaren 70. De corporaties stelden aan de marktpartijen, in dit geval leveranciers, als voorwaarde dat het dak, de gevel en/of de installaties energetisch vernieuwd worden. Zij moeten gebruik-maken van moderne technieken en de huurder moet er blij van worden.’ De corporaties stoeiden allemaal met dezelfde duurzaamheidsvragen. ‘We leren nu samen innovatief en slim met de markt samen te werken. Met financiële steun van de provincie Gelderland hebben we een externe kartrekker erbij betrokken. Iemand die de spelers in de markt goed kent. Bij vernieuwende projecten als deze zijn tegenslagen bijna onvermijdelijk. Het is belangrijk om elkaar dan niet weer direct los te laten. Zo valt het financiële voordeel nu nog tegen omdat het om slechts 10 tot 40 woningen per corporatie gaat.’ Na een voorselectie zijn drie marktpartijen overgebleven. In september is bekend welke leverancier de klus krijgt. En dan rollen volgend voorjaar de kant-en-klare daken en gevels uit de fabriek.
voor elkaar
Riool als warmtebron
In Goes is het riool straks warmtebron voor 60 appartementen van woningcorporatie RWS partner in wonen. ‘In het riool zit altijd warmte, zonde om die niet te gebruiken’, zegt directeur-bestuurder Maarten Sas.
Riothermie heet deze techniek en Goes is een van de eerste gemeenten in Nederland die dit toepast om woningen te verwarmen. ‘Dit systeem vormt geen enkele belasting voor de aarde. Een voordeel is ook dat er geen sprake is van energieopslag. We onttrekken energie uit een continue stroom van warm afvalwater.’
De gemeente Goes speelt een belangrijke rol in het project. ‘Zowel onze corporatie als de gemeente zijn altijd op zoek naar het bedenken van nieuwe oplossingen voor het energievraagstuk. De gemeente moest het riool vervangen en door extra investeringen kon zij dat combineren met deze techniek. De kennis en ervaring die we hier samen opdoen, willen we delen met andere gemeenten en corporaties.’ Sas verwacht met riothermie 80 procent van de vraag naar warmte van de appartementen te kunnen realiseren. Een cv-ketel blijft nodig om in de koude wintermaanden bij te kunnen stoken. Vinden de toekomstige bewoners van de appartementen het geen gek idee, het riool als warmtebron voor hun huis? ‘We gaan goed uitleggen hoe het werkt. Het is een dubbel buizenstelsel. In de rioolpijp is een warmtewisselaar ingebouwd en die haalt alleen de warmte uit de rioolbuis. En dat is dus helemaal gescheiden van het rioolwater.’
toezicht
DUURZAAMHEID OP DE TOEZICHTSTAFEL‘Weet wat er speelt’
Duurzaamheid gaat veel verder dan een paar zonnepanelen op het dak. Toezichthouders van corporaties moeten kennis hebben over innovaties op het terrein van duurzaamheid én de ambities van het bestuur kennen. Alleen dan kunnen zij de juiste vragen stellen om goede afwegingen te maken.
TEKST: LISETTE VOS, FOTO’S: MARK PRINSCaro Niestijl, huurderscommissaris bij Rijswijk Wonen, schetst aan de hand van een praktijkvoorbeeld in een notendop het dilemma van de toezichthouder. De raad van commissarissen (RvC) van de corporatie wees onlangs een investeringsvoorstel van het bestuur af om etagewoningen uit de jaren 50 om te bouwen tot nulop-de-meterwoningen. ‘We staan in de startblokken. Maar de investering per woning bleek veel hoger dan aanvankelijk gedacht, en daarmee het rendement te laag. We moeten elke euro goed onderbouwen, het gaat om maatschappelijk kapitaal.’
Vier jaar geleden gaf de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) de publicatie Toezicht op duurzaamheid uit. Een vijfkoppige VTW-werkgroep Duurzaamheid (zie kader) is voor de VTW-leden nu weer aan de slag met het thema, want de urgentie voor corporaties om in duurzaamheid te investeren, is alleen maar groter geworden. Vorig jaar ondertekende Nederland als één van de ruim 170 landen het klimaatakkoord van Parijs. In vervolg op het Convenant Energiebesparing Huursector is afgesproken dat corporatiewoningen in 2021 gemiddeld label B hebben.
In de Woonagenda van Aedes staat ook dat in 2050 alle woningen CO2-neutraal moeten zijn. Daarnaast zet het Rijk in het zogeheten Grondstoffenakkoord in op het volledig hergebruik van grondstoffen.
MEER DAN ZONNEPANELEN
Afwachten is geen optie meer, ook niet voor toezichthouders. De ontwikkelingen gaan snel: duurzaamheid gaat al lang niet meer alleen over isolatie van woningen of zonnepanelen op het dak. In wijken worden woningen bijvoorbeeld steeds vaker aangesloten op een warmtenet. Dit systeem (dat verwarmingsketels vervangt) kan nog groener worden door het stoken van biogas in plaats van aardgas om warmte te produceren. Ook het hergebruik van materialen is in opkomst. Tegelijkertijd is het lastig om inzichtelijk te maken welke groene maatregelen welke opbrengsten op welke termijn opleveren. Simpel gezegd: hoeveel CO2-besparing levert elke euro investering op.
Dat vraagt niet alleen om meer kennis bij corporaties, maar ook bij de raden van toezicht. Idealiter moet iedere toezichthouder basiskennis hebben om over het thema duurzaamheid de juiste vragen te kunnen stellen aan het bestuur. Wie die kennis niet heeft, kan zich laten bijscholen. Toch vindt Elfrieke van Galen, commissaris bij Ymere, een aparte commissaris Duurzaamheid geen goed idee. ‘Je loopt het gevaar dat de commissaris en de bestuurder voor de troepen uitlopen, en dat de andere leden van de RvC achterblijven in de discussie. Iedereen moet kunnen meepraten om de juiste afwegingen te maken.’
AFWEGINGEN
Om die juiste afwegingen te kunnen maken moet duurzaamheid onderdeel uitmaken van de brede visie van de corporatie. Investeringen in groene maatregelen hebben immers directe invloed op de betaalbaarheid en de kwaliteit van wonen. Toezichthouders moeten het bestuur op dat brede kader aanspreken, stelt Gerard van Bortel, vicevoorzitter RvC bij Parteon. ‘Breng bijvoorbeeld concreet in beeld hoe duurzaamheid zich verhoudt tot het strategisch voorraadbeleid. Ga je wel of niet investeren in woningen uit de jaren 50? Welke financiële afwegingen maak je? We moeten op het juiste moment de juiste vragen stellen.’
Naast duurzame investeringen in vastgoed, speelt beïnvloeding van gedrag een grote rol. Huurders kunnen
zelf energie besparen door het licht niet te lang te laten branden of op tijd de verwarming laag te zetten. Volgens Anne-Jo Visser, huurderscommissaris bij studentenhuisvester SSH in Utrecht, valt er ook bij studenten veel te winnen. ‘De vraag is hoe wij hun gedrag kunnen beïnvloeden. Neem de grote koelkast in het studentenhuis, die is vaak niet energiezuinig. Tegelijkertijd hebben Utrechtse studenten van de huurdersvereniging op eigen initiatief een plan over duurzaamheid geschreven. Zij vinden dat er veel meer gedaan kan worden.’
De raad van commissarissen, onder wie Anne-Jo Visser, en het bestuur van SSH hebben in een gezamenlijke sessie het thema duurzaamheid besproken in relatie tot strategisch voorraadbeleid. ‘In Utrecht wonen veel studenten in de historische binnenstad. Dat zijn oude panden. De gemeente wil per wijk een warmtevoorziening aanleggen en buurten aardgasvrij maken. Wat betekent dat voor onze strategie?’
ROUTEKAART 2050
Nog niet alle corporaties zijn volop met de toekomst bezig. Om de doelstelling voor 2050 (alle woningen CO2-neutraal) te halen, ontwikkelt Aedes samen met de corporaties de Routekaart 2050 (zie kader). Volgend jaar moeten alle leden een plan van aanpak hebben. Corporaties kunnen via verschillende scenario’s hun einddoel bereiken, op basis van de lokale situatie en afspraken met lokale partners, zoals de gemeente. Aedes biedt corporaties daarbij ondersteuning: op het maken van strategische keuzes en risicoanalyse én op het gebied van technische innovaties. Voor toezichthouders is het noodzakelijk dat het bestuur van de corporatie zijn ambities deelt. Dat benadrukt ook Elfrieke van Galen, commissaris bij Ymere: ‘Als je niet weet dat de routekaart van Aedes wordt ontwikkeld, kan je er niet naar vragen. Juist op het gebied van duurzaamheid is het belangrijk om te weten wat er speelt. De ontwikkelingen staan niet stil, er is volop beweging. We kunnen er niet meer om heen, ook niet als toezichthouders. Maar we moeten wel de juiste informatie op tafel hebben.’
ONZEKERHEID
Caro Niestijl, huurderscommissaris bij Rijswijk Wonen, vindt het ook belangrijk dat het bestuur de plannen en ambities over duurzaamheid deelt. ‘We kunnen van elkaar leren. Veel is nog onzeker. We weten bijvoor-
VTW-WERKGROEP DUURZAAMHEID
De VTW-werkgroep wil het thema duurzaamheid voor de VTW-leden praktische handvatten geven. De leden van de werkgroep stellen een checklist voor toezichthouders op die globaal uit drie stappen bestaat: maak duurzaamheid onderdeel van de visie van de corporatie, stel de rol van de toezichthouder vast (inclusief vragen aan het bestuur) en maak concreet welke maatregelen nodig zijn om de CO2 terug te dringen. Daarnaast gaat de VTW masterclasses en kennissessies geven voor de leden. In de VTW leergang voor nieuwe commissarissen wordt het thema duurzaamheid opgenomen.
De leden van de werkgroep staan op pagina 52, van links naar rechts: voorzitter Albert Kerssies (VTW-directeur en commissaris Habeko Wonen) en de VTW-leden: Caro Niestijl (Rijswijk Wonen), Elfrieke van Galen (Ymere), Anne-Jo Visser (SSH) en Gerard van Bortel (Parteon).
Meer informatie volgt op de website www.vtw.nl en in de nieuwsbrief van de VT W.
ROUTEKAART 2050
Meer informatie over de Routekaart 2050 is te vinden in het dossier Energie en duurzaamheid op de website van Aedes: www.aedes.nl/energie.
beeld niet welke concrete oplossingen een warmtenet biedt. Wat levert het binnen 10 jaar op? Binnen die onzekerheid moeten we beslissingen nemen.’ Volgens VTW-directeur Albert Kerssies en commissaris bij Habeko Wonen, hebben toezichthouders handvatten nodig om strategische keuzes te maken (zie kader). ‘Dat helpt om verder te kijken dan alleen zonnepanelen. Bij veel commissarissen blijft het daarbij.’
Welke route de corporatie ook kiest, investeringen in duurzaamheid kosten doorgaans veel geld. Volgens Ronald Franken, adviseur Duurzaamheid bij Aedes, moeten corporaties echter breder kijken dan alleen de financiële investeringen en mogelijke risico’s. ‘Níet investeren is ook een risico’, stelt hij. ‘Het maatschappelijk belang speelt een grote rol. Corporaties kunnen juist het goede voorbeeld geven. Daarbij hoort kwalitatief goed bezit op basis van goed rentmeesterschap.’
OPLEIDING BEHEER EN ONDERHOUD
MODULE BASIS TECHNISCH BEHEER EN ONDERHOUD
Door het volgen van de module Basis technisch beheer en onderhoud leren de verantwoordelijke medewerkers binnen de organisatie in te spelen op de ontwikkelingen in de coöperatiewereld en de vastgoedportefeuille.
De deelnemers krijgen tools aangereikt om het technisch beheer en onderhoud voor te bereiden, te organiseren en vooral in de hand te houden. U staat niet meer voor verrassingen en krijgt zicht op het proces rond beleid en uitvoering van het MJOP in uw organisatie.
Deze module is herzien en vernieuwd naar de laatste ontwikkelingen in de markt. De module is onderdeel van onze opleiding Technisch beheerder / Opzichter onderhoud en is ook uitstekend geschikt als opstap in het carrière pad naar Onderhoudskundige vastgoed.
• Actueel en vernieuwd
• Direct toepasbaar in uw organisatie
1984
Corporaties maken volgend jaar een plan voor een CO2-neutrale woningvoorraad in 2050. De Woonagenda tekende dit met grote steun op. Terecht. Een stevige onderlinge afspraak leidt tot stappen. Ondertussen is 2050 even ver van 2017 verwijderd als 1984, namelijk 33 jaar. Wisten we in 1984 hoe 2017 zou zijn? Nee, natuurlijk niet. Ik was tweedejaars student economie. Het vak ‘inleiding informatica’ werd ingevoerd. We hadden nog geen flauw idee van de digitale mogelijkheden. Mobiele telefoons bestonden niet, maar wel peperdure pc’s en internet als academisch speeltje. Kodak dacht filmrolletjes te blijven verkopen. Economische modellen – we werden erin geschoold – voorspelden een –weggelachen – werkloosheid van meer dan een half miljoen. Niet veel later was het realiteit. Wat wil ik hiermee zeggen? Simpelweg dat 33 jaar een onzinnige planperiode is. Tot 2050 vinden er nog meerdere technologische en economische doorbraken plaats die ons denken over een CO2-neutrale woningvoorraad op z’n kop zetten. Stel je voor. Wat als de prijs van duurzame energie zo daalt, dat het isoleren van huizen niet meer nodig is? Wat als we duurzame energie in en om de woning opwekken, zodat er geen infrastructuur meer is? En het zal je maar gebeuren dat jouw corporatie dan net heel veel geld in een ander scenario heeft gestoken. Is dit een advies om niets te doen? Nee, natuurlijk niet. Ten eerste moeten wij als corporaties met onze bouwpartners alle innovatie bundelen op een centraal punt, zodat we bouwstenen kunnen ontwikkelen voor de transitie naar duurzaam opgewekte energie. Ik geloof dat als daaraan een economisch aantrekkelijk (lees: niet-gesubsidieerd) model ten grondslag ligt, die transitie veel sneller gaat dan wij nu voor mogelijk houden. Ten tweede moeten we in een gestaag, maar niet overhaast tempo doorgaan met verduurzamen van onze woningen. Dat kan leiden tot desinvesteringen, maar het draagt ook bij aan risicospreiding voor het geval een echte technologische doorbraak onverhoopt niet komt. Op dat laatste punt ben ik trouwens een rasoptimist: het doel van CO2-neutraliteit in 2050 stellen, zal zorgen voor een enorme impuls aan technologisch onderzoek. Simpelweg omdat er een wereld te winnen is voor degenen die een doorbraak realiseren. Wij kunnen het klimaat daarvoor creëren door gerichte vragen aan de markt te stellen. Dat moeten we samen doen! Nu. Ook al lijkt 2050 ver weg. De opgave is daar naar.
Henk Peter Kip is directievoorzitter bij Mitros in Utrecht. hkip@mitros.nl
'CO2-neutraliteit in 2050, zal zorgen voor een enorme impuls aan technologisch onderzoek'
Als groep van specialistische bedrijven leveren wij flexibel maatwerk bij calamiteiten en in de facilitaire dienstverlening.
Of het nu gaat om gevelreiniging, hulp na een calamiteit, glasbewassing of asbest saneren. Dolmans staat voor u klaar.
088 - 3656267 dolmans.com
‘WAT ALLEMAAL MOGELIJK IS, HEEFT MIJ ENORM VERRAST’
Het energiezuinig renoveren van een woning levert altijd meer comfort op. De woning is minder koud, tochtig en vochtig. Voor een succesvol project is echter meer nodig. Namelijk: bewoners actief bij de verduurzaming betrekken en gedragsverandering stimuleren zodat de energierekening ook echt omlaag gaat. Onderzoeker Henk Visscher geeft tips en vier bewoners vertellen over hun ervaringen. TEKST: MARJON VAN WEERSCH EN TANJA COPAL
» energie en bewonersgedrag
‘IK BESPAAR MEER SINDS IK ALS ENERGIECOACH WERK’
Jet Rooseboom (50) combineert haar drukke baan als receptioniste met werk als vrijwillig energiecoach bij huurders van Achterhoekse corporaties.
‘Mensen leren op een andere manier te denken, dat vind ik het leukste. Bij energiebesparing wordt vaak gedacht aan grote ingrepen, maar het gaat er vooral om dat je anders leert kijken. Met hele simpele aanpassingen kun je ook energie besparen. Ruim een half jaar geleden zag ik een oproep voor vrijwillige energiecoaches in de lokale
krant. Ik volgde een cursus en mag nu medemedebewoners adviseren. Het is een initiatief van het verduurSaam energieloket in samenwerking met de Achterhoekse corporaties, waaronder mijn eigen corporatie Wonion. Ik ben altijd bezig met energiebesparing, dus hier besteed ik graag mijn vrije tijd aan. Gemiddeld zie ik één bewoner per week; stellen met kinderen, ouderen. Het verduurSaam energieloket belt me als een bewoner zich meldt. Met overzichten en tabellen geef ik inzicht in mogelijke besparingen. Laatst was ik in een schitterende keuken, maar daar brandden
t waalf halogeenspots. Ik adviseer dan om ze te vervangen voor ledlampen. Die verbruiken 75 procent minder stroom en geven toch fijn licht. Zelf ben ik meer gaan besparen sinds ik als energiecoach werk. De standby-killer voor de televisie had ik al, maar nu heb ik er meerdere. Het klokje op de magnetron in mijn bijkeuken brandt echt voor niemand. Ventileren hoeft alleen in de ruimtes waar je bent. Overdag zijn mijn ramen nu dicht, zo lekt er geen warmte weg. Als ik thuiskom zet ik ze open in de ruimtes waar ik ben. Dat betekent besparen en comfortabeler binnenkomen.’
» energie en bewonersgedrag
‘Een lekkere warme en comfortabele woning, dat is wat bewoners willen’, zegt Henk Visscher, hoogleraar Woningkwaliteit en Procesinnovatie aan de TU Delft. Lastiger is het om door labelsprongen daadwerkelijk energie te besparen. ‘Die energiebesparing blijkt namelijk meestal lager dan waar we van uitgaan.’ Visscher baseert die uitspraak op verschillende onderzoeken, onder andere in opdracht van de Amsterdamse Rekenkamer en het ministerie van Binnenlandse Zaken. De conclusie: er zit een verschil tussen het theoretische en daadwerkelijke energieverbruik. Dat laten ook andere meer recente onderzoeken zien.
GEDRAG
Het begint al bij de uitgangssituatie. ‘Energielabels schatten het werkelijke energieverbruik in woningen met slechte labels te hoog in.’ Hij pakt er een grafiek bij: ‘Hier zie je dat de woningen met label G in theorie 40 kubieke meter gas per vierkante meter per jaar verbruiken. In de praktijk gebruiken mensen in deze woningen de helft daarvan. Mensen weten dat ze in een slecht geïsoleerd huis wonen en houden daar rekening mee.’ Vervolgens heeft het energiezuiniger maken van woningen een kleiner effect op het energieverbruik dan gedacht. Ook dat heeft deels te maken met het gedrag van bewoners. ‘Als hun huis energiezuiniger is, worden mensen minder kritisch. Ze verwarmen meer kamers, vinden het comfortabel en stellen de temperatuur hoger in. Verder is de techniek ook niet perfect. We maken een ontwerp, gaan bouwen en installaties aanleggen. In al die fases kunnen er foutjes gemaakt worden.’
Wat betekent dit? ‘In ieder geval niet dat we dan maar moeten stoppen met verduurzamen’, benadrukt Visscher. Wat dan wel? ‘Standaardoplossingen zijn er niet’, zegt hij. ‘We moeten meer kennis verzamelen en ons beleid daarop afstemmen. Woningcorporaties moeten voorzichtig zijn in het berekenen van de terugverdientijd van hun investeringen omdat die gebaseerd zijn op de theoretische energiebesparing in een woning. Eigenlijk moet je elk huishouden afzonderlijk bekijken. Grote gezinnen gebruiken bijvoorbeeld meer energie voor verwarming. En we zien ook een relatie met het inkomen. Een huishouden met een lager inkomen heeft een hoger energieverbruik. Een mogelijke verklaring is dat mensen minder of niet werken en daarom vaker thuis zijn. Verder moeten we
HENK VISSCHER (1962)
Is hoogleraar Woningkwaliteit en Procesinnovatie aan de TU Delft. Hij houdt zich vooral bezig met het energiezuiniger maken van de bestaande woningvoorraad. Hij onderzoekt waardoor het energieverbruik wordt bepaald. Behalve kenmerken van de woningen en de installaties en de kwaliteit daarvan, spelen daarbij ook het gedrag en de comfortvoorkeuren van de bewoners een belangrijke rol.
OND ERZOEK IN OPDRACHT VAN AEDES
Visscher onderzoekt momenteel in opdracht van Aedes in het kader van de Vernieuwingsagenda het effect van labelstappen en bewonersgedrag op het daadwerkelijke energieverbruik. Hij brengt in kaart welke technische en gedragsmaatregelen de meeste CO2-reductie opleveren en kijkt daarbij ook naar de kostenefficiency.
natuurlijk onderscheid maken tussen energie voor verwarming en het elektriciteitsverbruik voor huishoudelijke apparaten.’
GERICHTE BEZOEKEN
‘Het onderwerp energie en duurzaamheid staat bij de meeste mensen niet op nummer één’, zegt Visscher. Goede voorlichting blijft daarom erg belangrijk. ‘Vloerverwarming geeft bijvoorbeeld een heel ander soort ervaring dan de straalverwarming van een radiator. Dat moeten we bewoners uitleggen.’ Visscher gelooft niet zo in algemene voorlichtingscampagnes. Het is beter om mensen te selecteren op hun gas- en elektriciteitsverbruik. Als de privacywetgeving het mogelijk maakt, vindt hij gerichte bezoeken aan ‘grootverbruikers’ een goed idee. ‘Dan kun je hen vragen: “U gebruikt dubbel zoveel energie als uw buren, heeft u een idee hoe dat komt? Heeft u een oude koelkast, een waterbed of andere apparaten die altijd aan staan?” Die aanpak werkt beter dan huis aan huis kijken of mensen hun lampen laten branden.’
» energie en bewonersgedrag
‘WAT ALLEMAAL MOGELIJK IS, HEEFT MIJ ENORM VERRAST’
Jan Paul Berns woont in een volledig energieneutrale flat in De Bilt. De flat uit 1964 had energielabel F en is in 2016 duurzaam gerenoveerd in opdracht van Woonstichting SSW.
‘Wat er allemaal mogelijk is qua energiebesparing. Dat heeft me het meest verrast. Een warmteterugwinsysteem, daar had ik nog nooit van gehoord. Maar nu heb ik hem in mijn huis. Je gebruikt de warmte uit de lucht in de woning opnieuw, zo bespaar je energie. Het maken van de plannen voor de renovatie van deze flat en die aan de
overzijde van de straat begon eind 2015, de werkzaamheden startten in maart 2016. Woningstichting SSW begon met een blanco blad, zonder concreet plan. Samen met drie bewoners uit dit gebouw en vier uit de andere flat vormden we de klankbordgroep. We praatten mee over het ontwerp en mochten meebepalen wie de uitvoering op zich zou nemen. Na elke presentatie van een architect of aannemer dook ik het internet op, om meer te leren. Tot de renovatie van mijn flat ging spelen hield ik me nooit zo bezig met energiebesparing. Maar inmiddels weet ik er veel van af. Mijn woning heeft
nieuwe kozijnen, dubbel glas, verwarming door een warmtepomp, een warmteterugwinsysteem, een dik pak isolatie en 266 zonnepanelen. De renovatie liep uit omdat er asbest in de kitnaden van de oude kozijnen zat. Ik ben er al die tijd blijven wonen. Dat was wel heftig, maar de begeleiding en ook het contact met de uitvoerders was heel goed. Mijn belangrijkste advies voor mensen die dit ook gaan doen? Denk actief mee en blijf rustig.’
» energie en bewonersgedrag «
Mare Nynke Zijlstra (42) is één van de initiatiefnemers en bewoners van Iewan, een duurzaam gebouwd complex van 24 sociale huurwoningen in Lent van corporatie Talis.
‘De huizen van onze woongemeenschap zijn opgebouwd uit een skelet van hout, gevuld met stro. Aan de binnenzijde zijn ze afgesmeerd met leem en aan de buitenzijde is het gebouw merendeels afgewerkt met onbehandeld hout. De zonnepanelen voorzien volledig in onze stroombehoefte. Iewan is één van de weinige nieuwbouw-
projecten in Nederland dat niet is aangesloten op het riool. Afvalwater wordt natuurlijk gefilterd en hergebruikt, wassen doen we met regenwater. Zo besparen we ruim de helft van het drinkwater. Ongelooflijk toch! Het begon als een halve grap in 2009, de wens om te wonen in een eigen gebouwde eco-wijk. Met een clubje mensen zijn we plannen gaan smeden. Uiteindelijk onstonden er een visiedocument en een programma van eisen, die we aan de man wilden brengen. We wisten meteen dat we het plan binnen de sociale sector wilden realiseren. Duurzaam wonen is vaak niet
haalbaar voor mensen met een krappe portemonnee. Woningcorporatie Talis was bereid om in te stappen. De besluitvorming heeft vijf jaar geduurd, daaraan merk je dat we aan het pionieren waren. Wanneer een bewonersgroep nu met gelijksoortige ideeën komt, gaat de realisatie veel sneller. We hebben het complex in eigen beheer en wijzen zelf vrijkomende woningen toe. Je hoeft geen veganist te zijn om bij ons te wonen, maar we vragen nieuwe bewoners wel om een ecologische houding, hart voor het project en vooral om gevoel voor humor.’
‘KLEDING WASSEN DOEN WE MET REGENWATER’ FOTO:» energie en bewonersgedrag «
‘INDUCTIE KOKEN IS SNELLER EN BETER VOOR HET MILIEU’
De woning van Peter van Ewijk (54) werd in opdracht van woningcorporatie Elkien gerenoveerd van label C naar nul-op-de-meter.
‘Vóór de renovatie was het hier op een tropische dag wel 38 tot 40 graden binnen. Ik heb een gevel op het zuiden. Mijn woning is nu voorzien van een nieuwe schil met een dikke isolatielaag, ik heb nieuwe kozijnen met driedubbelglas, de vloer is geïsoleerd en ik heb zonnepanelen op het dak. Ondanks de hele warme dagen is het binnen nog niet boven de 23 graden geweest. Ik moest qua
gewoonten wel een knop omzetten. Beneden heb ik de ramen nu bijna niet meer open, dat is beter om de temperatuur stabiel te houden. Ik vind het heel prettig. Als ik beneden kom, is het meteen comfortabel warm in de woonkamer. Een warmteterugwinsysteem zuigt vuile lucht op en geeft schone lucht terug. Als ik kijk naar wat er in de filters blijft hangen weet ik zeker dat het werkt. Dat ik niet meer op gas kook vind ik uitstekend. Inductie koken is sneller, pannen blijven mooi en het is beter voor het milieu. Sinds de renovatie betaal ik een comfort toeslag van 85 euro aan Elkien, dat
is minder dan de elektriciteitsrekening van 125 euro per maand die ik had. Ik betaal niets meer aan de energiemaatschappij. Hoewel het niet verrekend wordt, houd ik zelf bij wat ik verbruik en wat de zonnepanelen opwekken. Deze zomermaanden verbruik ik gemiddeld 6 kilowatt per dag aan stroom. De panelen wekken zo’n 20 kilowatt per dag op, fantastisch toch? Ik heb voor de renovatie weleens aan verhuizen gedacht. Maar inmiddels weet ik het zeker: Ik blijf hier.’
Investeren in duurzaamheid: voor klimaat of portemonnee?
‘Het klimaat staat nu centraal’ ‘Sinds het klimaatverdrag van Parijs is het klimaat het belangrijkste voor ons bij verduurzaming. En dan is het mooi dat we daarmee ook bijdragen aan de betaalbaarheid voor huurders. Daarvóór was het bij ons nog precies andersom: het was niet primair de taak van corporaties om de aarde te redden, maar om betaalbare huisvesting te verzorgen. Vóór “Parijs” stopten wij wat betreft het verduurzamen van woningen bij isolatie. Nu denken we aan het klimaatneutraal maken van woningen. Dat is niet rendabel; het kost ons geld. Waar duurzaamheid vroeger een extra beleidsdoelstelling van onze corporatie was, is het nu een zelfstandige doelstelling, naast betaalbaarheid.’
Ronald Leushuis, lid raad van bestuur woningcorporatie Talis
‘Huurders moeten vruchten plukken’ ‘Voor ons is het én én. Energiebesparing is nodig voor het klimaat, maar moet gepaard gaan met een lagere energierekening voor huurders. Corporaties zijn er tenslotte om betaalbare huisvesting voor lagere- en middeninkomens te verzorgen. En de huren zijn de afgelopen jaren flink gestegen, dus het is ook wel nodig. Daarnaast hebben corporaties draagvlak nodig voor verduurzaming. Ze moeten bij een renovatie
Goede isolatie, zonnepanelen en warmtepompen: corporaties zijn drukdoende hun woningen te verduurzamen. Het klimaat wordt er beter van en de huurder betaalt een lagere energierekening. Maar wat is het belangrijkste: het milieu of die portemonnee van de huurder?
die gepaard gaat met een huurverhoging instemming van 70 procent van de bewoners hebben. Een beter klimaat is goed voor alle huurders, maar dat is niet voor alle huurders genoeg. Zij moeten echt de vruchten plukken van de verduurzaming.’ Marcel Trip, woordvoerder Woonbond
‘Verlagen woonlasten staat bovenaan’ ‘Wij maken onze woningen klimaatneutraal, niet per se vanwege het klimaat maar vooral vanwege de betaalbaarheid voor huurders en de bruikbaarheid van de woningen op de lange termijn. Het verlagen van de woonlasten staat bij Lefier bovenaan. Daarnaast moeten de woningen in 2050 nog bruikbaar zijn. Dat betekent dat ze van het gas af moeten en nul-op-de-meter moeten
zijn. En dat we geen verlies op woningen accepteren vanwege het klimaat. Daarom zijn wij in de Stroomversnelling gestapt: daarmee kun je rendabel investeren in verduurzaming. Want de huurder gaat niet meer betalen dan hij nu doet en de corporatie ontvangt het geld dat de huurder voorheen aan zijn energieleverancier betaalde, gemiddeld zo’n 150 euro.’ Lex de Boer, bestuurder woningcorporatie Lefier(Groningen)
‘Maatregelen moeten rendabel zijn’ ‘Als verduurzamingsmaatregelen zo rendabel mogelijk zijn, dan krijg je de maximale energiebesparing voor je duurzaamheidsbudget. Dan heeft zowel het klimaat als de portemonnee er wat aan. Maar nu is dat vaak niet zo. De investeringen van onze corporatie Woonstede brachten gemiddeld maar een kwart van de energiebesparing die ze verwachtten. Dat is volgens de corporatie een landelijk beeld. Omdat geen duidelijke verbetering in zicht kwam hebben we als huurdersorganisatie het lokale klimaatconvenant opgezegd. Kan iemand mij trouwens uitleggen waarom de corporatiesector het mes op de keel krijgt om hun woningen te verduurzamen, terwijl de koopsector niks hoeft op dit gebied?’
Wim Kok, voorzitter Huurdersbond Ede en omgeving
Reageer op de volgende stelling via www.aedes.nl/destellingTEKST: QUINTEN SNIJDERS
ondertussen in Monnickendam
TEKST: MARGRIET PFLUG, FOTO: JEROEN VAN KOOTEN1.600 KEER DUURZAAM
De Bernhardlaan is een paar weken groen versierd om te vieren dat woningcorporatie Intermaris de 200ste woning in Monnickendam heeft verduurzaamd. En sinds 2015 verduurzaamde de corporatie in totaal in NoordHolland ruim 1.600 woningen. Dat levert nu jaarlijks een besparing van zo’n 500.000 kubieke meter gas en 200.000 euro aan elektriciteit. In dit tempo haalt Intermaris in 2021 gemiddeld een label B voor alle woningen die ze in beheer heeft. De corporatie wil het liefst zo veel mogelijk woningen verbeteren naar label A of B in plaats van een kleiner aantal naar nul-op-de-meter. Zo kunnen veel huurders na de renovatie profiteren van een goed geïsoleerd en comfortabel huis met lagere woonlasten. Ondanks de kleine vergoeding die ze betalen voor de duurzaamheidsmaatregelen. De huizen in de Bernhardlaan zijn met zonnepanelen en vloer-, gevel- en dakisolatie naar label A gegaan.
DE OPLOSSING VOOR UW LEEGSTAAND VASTGOED
Ad Hoc zorgt voor leegstaand vastgoed en voor de wijk. Denkt u aan leegstaand vastgoed, dan denkt u aan leegstandsrisico’s of leegstandskansen. Ad Hoc Beheer beperkt de risico’s, benut de kansen en houdt daardoor de leefbaarheid van de wijk op peil. Door het plaatsen van tijdelijke gebruikers of tijdelijke huurders in leegstaand vastgoed geven wij buurtbewoners een veiliger gevoel en verhogen wij de betrokkenheid in de wijk. Ad Hoc Beheer is er voor u én uw huurders bij sloop-, renovatie of duurzaamheidsprojecten. Zo doen wij dat al meer dan 25 jaar: samen!
Heeft u leegstaand vastgoed en bent u benieuwd naar wat Ad Hoc voor u kan bieden? Wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend gesprek.
AEDES CORPORATIEDAG 2017
Zie hoe een huis wordt gebouwd in slechts één dag. Hoor hoe het staat met de thema’s uit de Vernieuwingsagenda. Volg daarnaast enkele inspirerende workshops of luister naar auteur en trendwatcher Menno Lanting, hoogleraar Duurzaam ondernemen Jan Jonker of naar onderzoeker Albert Jan Kruiter. Doe inspiratie op, leer van elkaar en deel vooral ervaringen tijdens de Corporatiedag 2017: Slimmer en beter voor elkaar! op donderdag 23 november.
De middag staat in het teken van vernieuwing, innovatie en samenwerking. Corporatiemedewerkers en de partners van de Vernieuwingsagenda zijn van harte welkom. De inlooplunch begint om 12.30 uur. Het programma start vanaf 13.30 uur en duurt tot 16.30 uur.
Uitreiking innovatieprijs I-Opener
De dag sluiten we af met de uitreiking van de I-Opener, een prijs voor innovaties in de sector, een gezamenlijk initiatief van Aedes en KWH. Dit jaar is het thema van de I-opener: Wonen & zorg. Hiervoor kunt u projecten aanmelden. Kijk op de website www.aedes.nl/corporatiedag hoe dat moet.
Locatie Corporatiedag 2017: Bouw & Infrapark Harderwijk Ceintuurbaan 2, 3847 LG Harderwijk Aanmelden? Aanmelden voor de Corporatiedag 2017: Slimmer en beter voor elkaar? Kijk dan op www.aedes.nl/corporatiedag.
De Corporatiedag is een samenwerking tussen Aedes, ActiZ, Aedes, Bouwend Nederland, CVN, Het Corporatiehuis (KWH/Stekademy), Kennisplatform Corpovenista, Platform31, FLOW en de Stroomversnelling.» huisvester van het volk «
Dries Kreijkamp
‘We leven op een bol, we zijn geboren uit een bol, waarom dan niet wonen in een bol!’ Het grootste deel van zijn werkende leven heeft kunstenaar Dries Kreijkamp (19372014) de bolwoning gepromoot. Hij roemt de voordelen: materiaal- en ruimtebesparend, goedkoop en in serie in de fabriek te maken, zeer milieuvriendelijk, energiezuinig en zo goed als onderhoudsvrij. De eerste testversie in 1965 is van hout en aluminium. Beneden in het koele donkere deel van de bol zijn de slaapkamers en de woonkamer is boven in het warme deel. Eind jaren 70 weet Kreijkamp de gemeente ’s-Hertogenbosch te interesseren. Met experimentensubsidie van het toenmalige ministerie van VROM mag hij voor eenen tweepersoonshuishoudens 50 bolwoningen bouwen met een vloeroppervlak van ongeveer 50 vierkante meter. De bollen zijn van cement met glasvezel versterkt. Kreijkamp gebruikt liever lichtgewicht polyester maar dat is te brandgevaarlijk. Bij oplevering in 1984 hebben de bolwoningen een huur van 374 gulden per maand, exclusief 30 gulden stookkosten. De bolwoningen trekken vanaf het allereerste moment internationaal de aandacht. Maar Kreijkamp vindt het eindresultaat te veel een compromis. Het poreuze materiaal van de buitenkant is snel vies en niet met een tuinslang schoon te spoelen zoals polyester. In de zomer kan het binnen heel warm worden, de ronde wanden zorgen voor een ongebruikelijke akoestiek en dwingen tot creatief ruimtegebruik. Tot het laatst van zijn leven blijft Kreijkamp sleutelen aan het ontwerp, maar niemand wil ze meer maken. De bolwoningen zijn nog altijd sociale huurwoningen en in beheer bij BrabantWonen. De huurders noemen zichzelf liefdevol ‘bolbewoners’ en ontvangen nog regelmatig (internationale) filmploegen.
Meer over de geschiedenis van sociale woningbouw op www.canonvolkshuisvesting.nl.
» colofon «
Alineastijl voor gehele colofontekst: AE_colofontekst, met Tekenstijl voor tekst vet
Aedes-Magazine is zowel een gedrukte als een digitale uitgave van Aedes vereniging van woningcorporaties.
Aedes-Magazine is gratis en verschijnt zes keer per jaar.
Aedes is de brancheverenging voor woningcorporaties in Nederland. Zij werken dagelijks aan goed en betaalbaar wonen voor mensen die om welke reden dan ook steun in de rug nodig hebben. Corporaties beheren 2,4 miljoen huurwoningen, waarin 4 miljoen mensen wonen. 1 op de 3 huishoudens
in Nederland woont in een corporatiewoning. Ongeveer 300 corporaties zijn lid van Aedes, dat zijn vrijwel alle corporaties in Nederland. Aedes behartigt hun belangen, ondersteunt hen bij het uitvoeren van hun taken en biedt een platform voor kennisuitwisseling en ontmoeting. Aedes is ook de werkgeversvereniging van de corporatiebranche.
Redactie Mariet Bolluijt, Margriet Pflug en Latifa Vonk (hoofd- en eindredactie); Hanneke Nagtzaam, Quinten Snijders, Rutger Spanjer en
Marjon van Weersch (redactie); Devika Mangal, Carolien van der Ploeg en Ingeborg van Velzen (productie). M.m.v. Peter Breyer, Tanja Copal, Henk Peter Kip, Jan Smit en Lisette Vos.
Redactiesecretariaat T (088) 233 37 50 E aedesmedia@aedes.nl
Grafische vormgeving Gedrukt: Curve grafische vormgeving BNO, Haarlem Digitaal: Bynder en Label A, Amsterdam/Rotterdam
De Hoop Pekso
SNEL EN ZONDER OVERLAST EEN VLOER RENOVEREN?
Zwam en vocht zijn slecht voor een houten constructie en de gezondheid van bewoner(s). Met name aantasting van de houten vloer kan grote problemen geven, zoals rotte balken en een mu e lucht. Een nieuwe begane grondvloer uit het Renomaatconcept biedt een passende oplossing. Bovendien voelt de gerenoveerde vloer warmer aan en geeft meer comfort voor de bewoner(s).
Geen renovatieproject is hetzelfde Bij het vervangen van een begane grondvloer is het een verrassing wat er onder de houten vloer vandaan komt. Rust de woning op een lichte of zware fundering? Is de kruipruimte droog of staat deze onder water? De Hoop Pekso heeft zich in deze vraagstellingen verdiept en levert met Renomaat de oplossing.
Een oplossing op maat
Renomaat biedt vier renovatievloeren met speci eke eigenschappen en toepassingen waarbij onderscheid wordt gemaakt in droge en natte vloersystemen. Bij een droog systeem komt er geen beton aan te pas, er is geen droogtijd van beton en zandcementvloer waardoor de bewoners gemiddeld binnen één dag terug kunnen keren in de woning. Zo beperkt u de doorlooptijd en kosten van de renovatie én overlast voor de bewoner(s).
En vooral belangrijk, het renoveren van een begane grondvloer moet eenmalig zijn. De vloeren in het Renomaatconcept zijn corrosiebestendig en isolerend, dus een duurzame keuze.