Renda 2016/3

Page 1

#3 oktober 2016

KENNISNETWERK BESTAANDE BOUW

RENDA ZOMERTOUR

Renda03_2016.indb 1

LEERLING & LEERMEESTER

INTERVIEW PETER HILDERING

10-10-16 12:15


Kom 12 januari naar de onvergetelijke workshop met Björn Kuipers

- SAMENWERKING EN VERANTWOORDELIJKHEID -

asislid? b l A ! n e d e expertle ! w u ie n r o o iaal tarief c e p s Gratis v n e g u te Upgrade n

Kuipers trekt in zijn lezingen mooie parallellen tussen situaties op het voetbalveld en situaties in zijn dagelijkse werk als ondernemer. Of je nu werkt bij een aannemer of als corporatiemedewerker; deze presentatie is een must voor iedereen die in de dagelijkse praktijk bezig is met samenwerken!

Deze workshop is speciaal voor iedereen die expertlid wordt tussen 1 september 2016 en 12 januari 2017. Profiteer van de vele voordelen als expertlid: √ Onbeperkt én met voorrang naar Renda events √ € 50 Korting op Renda workshops √ Wekelijkse nieuwsbrief √ Vier keer per jaar het magazine √ Single-user account op het online-archief van Renda √ Als expertlid word je opgenomen in het ledenoverzicht op Renda.nl Nog geen expertlid? Word nu lid voor € 254 of upgrade je basislidmaatschap voor het speciale tarief van € 159. Meld je aan via onze webshop op renda.nl of via je de QR-code.

www.renda.nl Renda03_2016.indb 2

10-10-16 12:15


hoofdredactioneel

nr 3 2016

3

Echt klantgericht zijn Tijdens een vakmatige bijeenkomst deze week, werd ik weer eens met de neus op de feiten gedrukt. Het blijft blijkbaar lastig voor mensen om zich in hun publiek te verplaatsten. Op deze bijeenkomst werd partijen de mogelijkheid geboden een presentatie te geven over hun bouwkundige producten. Mij bekroop het gevoel dat het niet voor mij was bedoeld, terwijl ik notabene in het vak zit. Toen ik rondkeek, merkte ik dat ik niet de enige was met die ervaring. Het lag niet aan de ervaring van de sprekers, zij deden dit duidelijk niet voor de eerste keer. Wees nou eerlijk, je kunt nog geen site openen of een blad openslaan of de term klantgericht vliegt om je oren. Maar als je je niet kunt verplaatsen in je publiek, je klant, is dat wel een holle term. Misschien wel goed om de definitie nog maar eens voor de dag te halen: klantgerichtheid draait in de kern om het signaleren van de wensen en behoeften van de klant, anticiperen op die wensen en er ook naar handelen. Vooral dat laatste is belangrijk, want daarmee kun je bewijzen ook echt klantgericht te werken. Erna van Holland Hoofdredacteur Renda

Bij Renda hebben wij er regelmatig mee te maken wanneer we bijeenkomsten organiseren. Renda-partners ervaren onze bemoeienis bij bijeenkomsten die we voor hen organiseren wel eens als lastig. Maar dat is omdat wij heel erg vanuit de klant, vanuit de diversiteit van de deelnemers, kijken en reageren. Een voorbeeld: veel bezoekers krijgen jeuk als het op reclame gaat lijken, jij misschien zelf ook wel. Ons advies is dan ook vaak om er andere partijen bij te halen die dezelfde opgave op een andere manier aanvliegen; er is tenslotte niet één waarheid. Zo zet je je publiek aan tot nadenken en krijg je ook goede vragen. Daarnaast hoor je ook eens het antwoord van een andere partij, daar kun je zelf weer van leren. Of we plaatsen er iemand uit de wetenschap naast, die de materie vanuit een geheel andere visie benadert. Dit scherpt de geest en voedt de discussie. En waar goed wordt gepraat, wordt kennis gedeeld en ontwikkeld. Voor een kennisnetwerk als Renda vormt dit de basis van ons bestaan, de toegevoegde waarde voor onze partners. Maar dan moet je zelf als organisatie ook je oor te luister leggen bij je klanten. Dat doen wij eens per jaar tijdens de Renda Denktank, dit jaar op 29 september. We kijken terug naar de oogst van de Denktank van vorig jaar en geven aan wat we hebben gedaan, zowel wat betreft bijeenkomsten als artikelen. We vragen de partners wat zij hebben gemist en waar we het komende jaar zeker aandacht aan moeten besteden. Een kennisnetwerk bestaat bij de gratie van zowel geven als nemen. Wat wij de deelnemers aan de Renda Denktank hebben gegeven, zijn de wijze lessen en ervaringen van Maarten Königs van HollandBrandingGroup, een ervaringsdeskundige op het gebied van allianties en samenwerkingen. Hij had die middag de regie in handen, zodat wij in onze rol konden blijven: luisteren en echt klantgericht werken. Ik hoop dat je erbij was, maar als dat niet het geval was, schroom niet om ons te laten weten wat in het komende jaar bij Renda niet mag ontbreken. ■

foto voorpagina: Rubriek Leerling & Leermeester foto: fleur reijngoudt

Renda03_2016.indb 3

10-10-16 12:15


Maatwerk voor onze partners Vernieuwt

Het kan je niet zijn ontgaan: Renda vernieuwt. Renda wordt persoonlijker, levert maatwerk aan haar partners en introduceert nieuwe rubrieken en concepten. Ook benadert de vakredactie proactief onze partners om hun kennis te verwerken in artikelen. Kennispartners komen naar voren in de online rubriek Uitgelicht en kunnen columns schrijven. Zo geeft Renda haar partners een gezicht. Eens per jaar kunnen zij hun invloed aanwenden in de Renda Denktank. Daar praten alle partners over de te volgen koers in het komende jaar; zij bepalen mede de inhoud van Renda.

Uniek Uniek is dat Renda voor een basispartnerschap lage tarieven hanteert en werkt met een menukaart. Zo is inzichtelijk waaraan partnergeld wordt uitgegeven en betalen zij alleen voor wat zij initiëren en delen in het netwerk. Corporaties zijn al binnenboord voor € 1500. Bedrijven betalen jaarlijks € 2500 voor het basispartnerschap. Voor kleine adviesbureaus heeft Renda speciale tarieven. Iedere kennispartner kan zijn partnerschap uitbouwen met de gerechten van de menukaart.

Partnerschap In een partnerschap voor corporaties vind je: » Uitgelicht » Welkomstinterview » Column » Renda Banenruil » Hoe woon jij? » Renda Denktank » Toegang tot acht events voor twee personen » Projectendatabase » Renda Magazine » Toegang tot archief voor de hele organisatie » Logo op de website en in het magazine Voor bedrijven komt daar nog bovenop: een groot thema-artikel binnen de Renda thema’s die worden bepaald tijdens de Renda Denktank.

Menukaart Inspiratiesessie € 2500 Renda Snelkookpan € 3500 Rendakaffee € 4500 Renda on Tour € 4500 Renda Proeflokaal (met gespreksleiding) € 2500 Renda Workshop € 1500 Renda Magazine Special vanaf € 7500 Projectomschrijving € 850 Renda artikel € 450 Renda video € 750

Interesse gewekt? Neem contact op met Evamarije Smit (06 16192662) voor een vrijblijvend gesprek!

Renda03_2016.indb 4

10-10-16 12:15


inhoud

nr 3 2016

5

inhoud interview peter hildering

22

“samen kijken hoe het slimmer kan” 10

leren van liebregts

terugkeren naar de vraag voor een innovatief aanbod 13

Column

Dirk Zuiderveld: Gekke Gerrit 16

24

rendakaffee

Renoveren naar label B 20

hoe woon jij?

Inge Hermens 22

project veghel

29

metamorfose via UAV-gc 24

leerling & leermeester

nieuwe rubriek over onderwijs in de praktijk 29

programma

strategisch voorraadbeleid re-invented 30

30

10

COLOFON Dit magazine is onderdeel van Renda, jouw netwerk bestaande bouw. Het magazine verschijnt 4x per jaar. Meer informatie op www.renda.nl. UITGAVE Aeneas Media Veemarktkade 8, Ruimte 4121 5222 AE ‘s-Hertogenbosch www.aeneas.nl RENDA TEAM Evamarije Smit (concept manager) Robert Dingemans (community manager) Fleur Reijngoudt (redacteur) VAKREDACTIE Erna van Holland (hoofdredacteur) Jan Kammeyer Haico van Nunen Ad Straub Jetske Thielen

Renda03_2016.indb 5

“Eigen Haard was nooit sexy”

RENDA DENKTANK Saskia van Bohemen (BoWall), Loulou de Bruijn (Vidomes), Bart Depoortere (Aralco), Annemieke van Doorn (Portaal), Frans Dusol (Dusol Vastgoedonderhoud), Bart Eissens (Sigma Coatings), Berrie Endevoets (Orly&Endevoets), Michiel van Gemert (Sankomij), Pascal de Graaf (Meetmij), Twan van Grinsven (Kemkens), Antje de Groot - Schuttert (Trebbe), Cas de Haan (Caspar de Haan), Klaas Jelle Hakvoort (Hakvoort Mens en Gebouw), Mildred Hermsen (KleurrijkWonen), Marike Hersevoort (TalenGroep), Erna van Holland (COB-WEB), Inge Huisman (Sint Joseph), Rob de Jong (Sto Isoned), Jan Kammeyer (Renda), Marco Kersing (OFW), Bart Kruyning (Rendon), Bryan Kilbryde (Sikkens), Bart Knaapen (KnaapenGroep), Rick Kops (Kops Aannemers), Joop van Laar (HeminkGroep), Georgeanne van Liebergen (De Loods Architecten & Adviseurs), Wim Meijer (Antares), René Meyboom (Bouwend Nederland), Carlo Muller (FM Consultants), Joost Nieuwenhuijzen (EFL),

Wouter Noordink (Over mijn huis), Haico van Nunen (BouwhulpGroep), Hans van der Plas (Gebroeders Van der Plas), Thieu Platenburg (BrabantWonen), Luc Reusken (‘thuis), Cor van Rijn (Woonwaard), Marcel Rodigas (SSW De Bilt), Remco Roozenboom (GroenWest), Benny van der Sanden (Van der Sanden Asbestsanering), John Sleegers (Area), Joost Stemkens (Fier Dakcontrol), Ad Straub (TU Delft), Kees Strooper (Heijmans), Paul Rob Simons (Woonbedrijf), Cees Stam (Eigen Haard), Erik Sterks (Hoedemakers), Jan Straatman (Balance & Result), Rein Swart (Accolade), Jetske Thielen (Duurzaam Vlechtwerk), Paul Uppelschoten (Huybregts Relou), Marjo Vankan (HEEMwonen), Ruud Verweij (Verweij Houttechniek), Nina Viegers (WonenBreburg), Sean Vos (SlimRenoveren), Monique de Vos-Faay (Faay Vianen), Hans van Vucht (Centrum voor Woononderzoek), Simone Wanders (Itho Daalderop), Jurgen Weerdenburg (ERA Contour), Lars Weijers (Weijerseikhout), Helmy van der Werf (De Variabele), Felix Wielinga

hoofdredactioneel  3 welkom nieuwe partners  6 banenruil  12 ‘in één minuut kan je wereld veranderen’  17 renda zomertour  18 trots op Het Schip  26 de kunst van het verleiden  34 social return bij WonenLimburg  36 komende Renda-events  38 renda-partners  39 (Renovatieplanner), André van der Wouw (Tiwos) en Dirk Zuiderveld (Noorderberg & partners). AAN DEZE EDITIE WERKTEN VERDER MEE Eric Harms, Dennis Mollet ADVERTENTIEVERKOOP Aeneas Media Sanne Verdonk; s.verdonk@aeneas.nl T 073 205 10 23 ONTWERP Twin Media bv, Rimke Bartels, Culemborg LEZERSSERVICE lezersservice@aeneas.nl, T 073 205 10 10 LIDMAATSCHAP 2016 Basislid Renda € 99,Expertlid Renda € 254,Meer weten over het lidmaatschap? Bel of mail met Evamarije Smit; 06 1619 2662, e.smit@aeneas.nl

Alle prijzen ex. btw. Buiten Nederland geldt een toeslag voor extra porto. Lidmaatschappen lopen voor één jaar en kunnen elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot twee maanden voor vervaldatum telefonisch, 073 205 10 10. VORMGEVING Imago Mediabuilders, Amersfoort

uitgever van Renda niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de informatie in deze uitgave. Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belanghebbenden kunnen contact opnemen met de uitgever. ISSN 2211-5358

VOORWAARDEN Renda wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen, e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de redactie ter inzage en zijn op te vragen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van het blad, zijn redactie en

10-10-16 12:15


6

nr 3 2016

vers bloed bij renda

Vers bloed bij renda Ook deze editie weer vers bloed bij Renda. Inmiddels zijn TalenGroep, Meetmij, Aralco, Trebbe, Woonwaard, Hemink Groep, Rendon en Van der Sanden Asbestsanering ook partner geworden. In de volgende Renda lees je wat hun drijfveren zijn. Nu eerst: Wie zijn deze nieuwe partners en waarom hebben ze zich aangesloten bij het netwerk? Carlo Muller FM Consultants

Joost Nieuwenhuijzen EFL, European Federation for living EFL staat voor European Federation for Living. Wij zijn op de eerste plaats een netwerkorganisatie van professionele organisaties die zich tot doel stelt om op Europees niveau kennis, ervaring en innovatie op het gebied van woningbouw, volkshuisvesting en vastgoedontwikkeling te delen. EFL heeft inmiddels goede ervaringen in het samenwerken met andere netwerken. Het delen van kennis biedt voor alle betrokkenen meerwaarde. Zo kunnen Renda-leden komend jaar wellicht gebruik maken van het Europese karakter van EFL en wij van de kennis binnen het Renda netwerk.

Renda ontwikkelt zich de laatste tijd tot een professioneel platform waar renovatie en transformatie centraal staat. En dit vanuit de gedachte van ketensamenwerking. Aanbieders en opdrachtgevers bundelen hun kennis en kunde en gaan gezamenlijk aan de slag met nieuwe opgaven en uitdagingen. Woningcorporaties, bouwers, producenten en adviseurs zoeken via Renda meerwaarde en samenwerking. Een goede ontwikkeling in onze sector waar de doelstellingen stevig zijn en waar de toekomstbestendigheid van de woningcorporaties en haar leveranciers centraal staat!

Berrie Endevoets Orly & Endevoets Rick Kops KopsAannemers Wij zijn partner van Renda geworden, omdat wij geloven dat innovatie het beste werkt wanneer je dit deelt met anderen die open staan voor samenwerking. Renda kan ons in contact brengen met partners die ook geloven in het delen van innovatie, waarbij vertrouwen en loyaliteit aan de basis staan.

Renda03_2016.indb 6

Orly & Endevoets is al zo’n 25 jaar gespecialiseerd in de renovatie, restauratie en onderhoud van de buitenschil. Positief verrassen is wat wij elke dag nastreven, van onze klanten woningcorporaties, VvE’s, gemeentes, overheden, aannemers en onderhoudsbedrijven. Daarom besteden wij veel aandacht aan het opleiden en ontwikkelen van onze mensen en onze organisatie. Het moet goed zijn en blijven. Daarnaast geloven wij in de kracht van ketensamenwerking. Orly & Endevoets verdiept zich in de marktontwikkelingen, bijvoorbeeld van bouwcomponenten voor de renovatie, en onderhoudt contacten met de meest vooraanstaande fabrikanten. Bij Renda ontmoeten wij graag mensen die ons uitdagen verder te denken over de invloed van de deelontwikkelingen op de gehele renovatiesector.

10-10-16 12:15


vers bloed bij renda

nr 3 2016

7

Mildred Hermsen KleurrijkWonen

Twan van Grinsven Kemkens De renovatie markt verandert in snel tempo. Energie vraagstukken, bewonerscommunicatie en de transitie van de woningcorporatie zijn allemaal vraagstukken waar onze organisatie mee te maken heeft. Daarom is het goed om kennis en ervaringen te delen binnen het platform Renda. Ons bedrijf heeft de nadruk op de nazorgfase en kan daar binnen Renda een interessante bijdrage voor leveren. Het komende jaar verwachten wij van Renda interessante bijeenkomsten, inhoudelijke uitwisseling van ervaringen en kennis. Daarnaast het ontmoeten en verbinden met andere Rendapartners, waaruit mogelijk nieuwe interessante samenwerkingen kunnen ontstaan. Energie besparen doe je samen.

Felix Wieringa / Johannes van den Berg Renovatieplanner In ons werkveld komen we zo’n beetje alles tegen rondom woningen: aannemers, corporaties en bewoners. We merken hierbij dat informatie omtrent de wensen, ideeën en belangen van deze laatste groep leidend worden bij renovatieprojecten. De Renovatieplanner gelooft dat informatie slechts waardevol is als het wordt gedeeld. Daarom gaat zij graag een samenwerkingsverband aan met Renda: om samen krachtiger te worden.

Renda03_2016.indb 7

KleurrijkWonen staat als woningcorporatie met 15.000 verhuureenheden voor uitdagende vraagstukken als het gaat om betaalbaarheid van het wonen en het denken en handelen vanuit onze klant. Wij geloven in een kennisnetwerk waarin je samenwerkt en gebruikt maakt van elkaars expertise om nieuwe uitdagingen aan te gaan.

Inge Huisman St. Joseph Voor ons is verbinden één van de belangrijkste speerpunten. Met huurders, partners en leveranciers. Wij zoeken graag de samenwerking met andere corporaties. Want we hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Renda geeft hier op professionele wijze vorm aan. Daarom sluiten we graag aan bij dit netwerk van professionals.

Remco Roozenboom GroenWest GroenWest is een woningcorporatie in het Groene Hart, die wonen betaalbaar maakt en houdt. Wij steunen mensen die het zonder ons niet redden op de woningmarkt. Samen met onze RGS-partners en door ketensamenwerking zetten wij onze financiële middelen zoveel mogelijk in voor onze maatschappelijke opgave. We worden zakelijker, zodat we ook sociaal kunnen blijven.

10-10-16 12:15


8

nr 3 2016

event: regisserend opdrachtgeverschap

Van opzichter tot regisseur

‘De I is er, maar het puntje nog niet’ Renda-partners Dusol, Gebroeders van der Plas en Area zitten als concullega’s in een consortium. Tijdens het event over Regisserend Opdrachtgeverschap op 26 mei in de Gruyterfabriek blikten zij terug op het afgelopen jaar. Vorig jaar vertelde de directie haar verhaal, dit keer was het de beurt aan de projectleiders. tekst en beeld fleur reijngoudt

V.l.n.r. Martin Treffers van Gebroeders van der Plas, Evamarije Smit van Renda en Ivo Ketelaars van Area.

“Was je voorbereid?” opent Evamarije Smit het gesprek met Ivo Ketelaars, projectleider bij Area. “Nee, niet echt!” lacht hij. “Zoiets wordt besloten en dan moet jij het gaan doen in de praktijk. Dat heeft een heel grote impact.” Het opstarten van het samenwerkingstraject tussen drie onderhoudspartijen en een woningcorporatie ging niet vanzelf. Het traject heeft als doel het hele planmatige onderhoud van Area Wonen bij drie onderhoudsbedrijven (Gebroeders van der Plas, Dusol Vastgoedonderhoud en Caspar de Haan) neer te leggen. Zij zijn samen de uitdaging aangegaan en al doende hebben ze geleerd. De tip van Ketelaars twee jaar na dato luidt: “Richt eerst je processen in en begin dán met de uitvoering.”

Uniformiteit, openheid, ketensamenwerking. Het is natuurlijk wel de bedoeling dat het allemaal leidt tot kostenbesparing. Zijn die besparingen inmiddels meetbaar? Ad Straub van de TU Delft stelt dat samenwerking áltijd iets oplevert: “Minder werk, het is veel leuker dus je krijgt er tevreden mensen voor terug, de prijskwaliteitsverhouding wordt beter en het levert meer op dan in een vastomlijnd bestek.”

Richt eerst je processen in en begin dán met de uitvoering

Area maakt inmiddels voor het planmatig onderhoud gebruik van de kennis, kunde en ervaring van de onderhoudsbedrijven. Hiermee is de rol van de woningcorporatie uit Uden veranderd van controlerend en voorschrijvend, naar regisserend. Vertrouwen, uniformiteit en transparantie spelen hierin een hoofdrol. In de praktijk blijkt aan de onderlinge transparantie een grens te zitten, stipt Martin Treffers van Gebroeders van der Plas aan: “Dat is logisch, want volgende week ben je misschien wel elkaars concurrent.” En dat is jammer, vindt Ketelaars, maar het moet werkbaar blijven. “Als jij bijvoorbeeld openheid vraagt over inkoopgegevens, kan je zomaar eens te ver gaan.”

Renda03_2016.indb 8

KOSTEN BESPAREN

Ad Straub, TU Delft

10-10-16 12:15


event: regisserend opdrachtgeverschap

VOORDELEN VAN KETENSAMENWERKING: ■■ ■■ ■■ ■■

Kortere doorlooptijden Hogere bewoners- en medewerkerstevredenheid Betere prijs-kwaliteitverhouding woningen Meerwaarde op de langere termijn

Ad Straub, TU Delft

HALLO JUMBO! VOETBAL VS ONDERNEMERSCHAP

Tijdens het event vierde de Gebroeders van der Plas hun 70 jarig bestaan. Vandaar dat zij een speciale gast uitnodigden. Meer dan honderd volwassen mannen, en een aantal vrouwen, zaten op het puntje van hun stoel. Stuk voor stuk hingen ze aan de lippen van Neerlands topscheidsrechter Björn Kuipers. De hectiek voorafgaand aan een fluitsignaal was hoorbaar, voelbaar en zichtbaar in de zaal. De adrenaline gierde door de lijven en, misschien nog wel belangrijker, je kon er ook nog wat van opsteken.

nr 3 2016

9

De harde kostenbesparingen worden volgens Straub pas echt zichtbaar bij de tweede cyclus en na een aanloopperiode. Om écht kosten te kunnen besparen, moeten alle boeken open!

EINDSPRINT

Op de vraag wat er allemaal nog beter kan, antwoordt Ketelaars: “De I is er, maar het puntje nog niet. Er moet nu een eindsprint komen, want er is geen weg meer terug.” ■

overgenomen door Jumbo Supermarkten. Na drie jaar en drie maanden was de 3,1 miljoen euro die Kuipers investeerde in zijn supermarkt ‘weg’.

Aan de hand van situaties in het voetbal, geeft Kuipers tips over samenwerken.

“De nieuwe winkel was echt een plaatje. Collega’s gingen voor elkaar door het vuur en namen elkaar werk uit handen. Het vertrouwen dat ik had in mijn personeel, vertaalde zich in een fantastische winkel. Maar, mijn mensen waren niet klaar om de stap van C1000 naar Jumbo te maken. De omzet liep weg”, deelt de topscheidsrechter zijn verhaal. “No way dat Kuipers dit gaat gebeuren!” Mensen durfden elkaar niet meer te helpen, omdat ze genoeg hadden aan hun eigen werk. Eigenhandig is hij met zijn mensen gaan praten, want alles draait om het team. Puur door (persoonlijke) aandacht kreeg Kuipers zijn ploeg weer op de rit. DE LESSEN VAN KUIPERS Topscheidsrechter Bjorn Kuipers te gast op het event van de Gebroeders van der Plas

Naast de vele prachtige voetbalwedstrijden die Kuipers al heeft mogen fluiten – hoogtepuntjes zijn o.a. de finale van de Europa League in Amsterdam (2013), de Champions League finale tussen Real en Atletico Madrid (2014) en tot en met de achtste finales stond hij op het WK in Brazilië – is hij ook supermarkteigenaar. In zijn lezing trok Kuipers paralellen tussen situaties op het voetbalveld en situaties waar je als ondernemer, of je nu aannemer bent of voor een woningcorporatie werkt, mee te maken hebt. Tot twee keer toe werd zíjn C1000 verkozen tot beste C1000 van Nederland. Ondanks dit succes kwam er een einde aan de formule. C1000 werd

Renda03_2016.indb 9

Je móet elkaar durven aanspreken, was één van de lessen van Kuipers. Op het voetbalveld is het de normaalste zaak van de wereld: pass die bal eens op mijn rechter- in plaats van op mijn linkerbeen. Je speelt steeds diep, maar ik wil hem in mijn voet. Op de werkvloer lijken we dit lastig te vinden. Les nummer twee is: winnen doe je door de juiste voorbereiding. Als Kuipers als scheidsrechter niet weet welke teams hij op het veld krijgt en welke spelers er voor hem staan, kan hij niet fluiten. Dat klinkt heel logisch, maar ditzelfde geldt voor ondernemers. “Ken je klant en durf elkaar te corrigeren.” Zelf Björn Kuipers in actie zien? Word nu expertlid en ontvang een gratis entreebewijs voor zijn presentatie op 12 januari 2016. Kijk voor meer info op pagina 2 van deze Renda.

10-10-16 12:15


10

nr 3 2016

WERKEN AAN VITALE WIJKEN

Eigen Haard maakt zich sterk voor vitale wijken. Dat zijn volgens Peter Hildering gemengde wijken waarin alle woningtypen vertegenwoordigd zijn. “De aangescherpte regels maken dat wij ons nu vooral op de sociale huursector moeten richten. Maar daarnaast is ook het middeldure marktsegment een belangrijk aandachtspunt. Ondanks dat dit niet meer tot het kerntakenpakket van de corporatiesector wordt gerekend. Want in de regio Amsterdam is inmiddels een nieuwe sociale doelgroep ontstaan, van huishoudens met een inkomen tussen de 35.000 en 50.000 euro. Deze mensen kunnen niet kopen en komen evenmin in aanmerking voor een goedkope sociale huurwoning. Zij vallen dus tussen wal en schip. Dan ben je het als corporatie aan je stand verplicht om je daar sterk voor te maken. En dat doen we dus ook.�

Renda03_2016.indb 10

10-10-16 12:15


interview peter hildering

nr 3 2016

“Samen kijken hoe het slimmer kan” Eigen Haard staat voor een enorme opgave, aldus directeur Vastgoedbeheer Peter Hildering. “We willen in tien jaar tijd circa 35 procent van ons bezit op het niveau van energielabel B brengen. Dat betekent dat er jaarlijks 1000 tot 1200 woningen ingrijpend moeten worden gerenoveerd. Daar kunnen wij alle hulp bij gebruiken die we kunnen krijgen. Ook van de leden van Renda.” door eric harms

Betrouwbaar: zeker. Solide: absoluut. Zorgvuldig: dat ook. Maar innovatief kon Eigen Haard in het verleden niet echt worden genoemd. “We hebben lange tijd vooral heel goed op de winkel gepast”, erkent Hildering. “Als het buiten slecht weer zou worden en corporaties in de problemen kwamen, wilden wij er zeker van zijn dat de ellende ons als laatste zou treffen. Daarin zijn we geslaagd. Ook in moeilijke tijden kon Eigen Haard gewoon doorgaan met nieuwbouw en onderhoud, waar collega-corporaties stilvielen. Eigen Haard was nooit zo sexy, maar we konden wel blijven produceren. Daar hebben we veel waardering voor gekregen.” Toch ontstond in de loop der tijd het verlangen naar meer. “We wilden beter kunnen inspelen op ontwikkelingen die van buitenaf op ons afkomen, van de overheid, vanuit de industrie, het bouwend bedrijfsleven. Dat zijn we ook aan onze stand verplicht. Eigen Haard behoort met 62.000 verhuureenheden tot de top vier van Nederland. Dat betekent dat je als organisatie ook maatschappelijke verplichtingen hebt. Dat je meedoet en ruimte biedt om te experimenteren en nieuwe dingen uit te proberen.”

INNOVATIEWEDSTRIJDEN

In het kader van de viering van het 100-jarig bestaan van de corporatie werd innovatie daarom tot speerpunt verklaard. “Vanaf toen zijn we ons bewust met innovatie bezig gaan houden. Eerst op de afdeling Strategie en later ook op onze andere afdelingen. Daarnaast hebben we jarenlang innovatiewedstrijden gehouden. Medewerkers konden in dat kader hun eigen ideeën aandragen om Eigen Haard slimmer en vernieuwend te laten werken en kregen vervolgens ook de kans om deze verder uit te werken en in de praktijk te brengen.”

Eigen Haard was nooit zo sexy, maar we konden wel blijven produceren

Daarmee werd Eigen Haard in de loop der tijd steeds innovatiever. Met aantoonbaar resultaat. Zo werd in 2012 de Gulden Feniks gewonnen voor de innovatieve aanpak van het renovatieproject De Koningsvrouwen van Landlust. “Ondanks de monumentale status van dat complex hebben we toch een energieprestatie van A++ kunnen halen.”

Renda03_2016.indb 11

11

interview

Ook in de nieuwbouw wordt inmiddels vernieuwend gewerkt. Zoals in de Overtoomse Veld in Amsterdam, waar volgens het Co-Green concept ketensamenwerking vorm en inhoud wordt gegeven bij de bouw van 470 klimaatneutrale woningen. “Dus we doen best wel wat.”

COREBUSINESS

De voorbeelden geven wel aan dat Eigen Haard innovatie en duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. “Het zijn inderdaad belangrijke thema’s voor deze organisatie”, aldus Hildering. “Maar dat neemt niet weg dat wij betaalbaarheid echt als onze corebusiness beschouwen. Dat staat ook centraal in onze portefeuillestrategie. We willen voldoende betaalbare woningen aanbieden voor de diverse doelgroepen en we vinden dat de kwaliteit van die woningen geen onderscheidende factor mag zijn.” De aandacht voor betaalbaarheid blijkt op alle fronten. “We zijn voortdurend bezig met de vraag hoe het slimmer, beter en goedkoper kan. We zitten wat dat betreft ook nog echt in de regierol. Vraag is wel of dat in de toekomst zo moet blijven. De basale kennis willen we in huis houden, maar de vraag is of er niet meer verantwoordelijkheden kunnen worden overgedragen naar de markt. Wat kan de markt en wat moeten wij doen om die regierol te kunnen blijven vervullen? Dat is een zeer actuele discussie.”

BREEDTE EN DIVERSITEIT

Temeer omdat Eigen Haard voor de opgave staat om 35 procent van de 57.000 woningen in portefeuille op energetisch niveau te upgraden van label e, f, of zelfs g naar tenminste label b. Hildering: “Een enorme klus, waarbij we niet eens zozeer de inbreng nodig hebben van de uitvoerende bouwbedrijven als wel van de producenten en leveranciers daarachter. Wat kunnen partijen als Stork, Honeywell of Intergas daaraan bijdragen? Of de leveranciers van glas, isolatiemateriaal en dakpannen? Daar ben ik weleens benieuwd naar.” Het zijn precies dat soort contacten, die Hildering bij Renda hoopt op te doen. “Het is de breedte en de diversiteit van het netwerk die mij aanspreken.” En waar Eigen Haard zelf de nodige kennis en ervaring aan hoopt te kunnen toevoegen. “Of het nu gaat om bewonersparticipatie, waar we prijzen mee hebben gewonnen, of om slim onderhoud van vastgoed, of om duurzame en betaalbare nieuwbouw. We hebben in de 107 jaar dat we nu bestaan veel expertise opgebouwd, waar we onze partners in dit netwerk graag van willen laten mee profiteren.” Hildering rekent dan ook op een goede samenwerking. Temeer omdat de verbinding vanuit de eigen organisatie is gelegd. “Een aantal van onze onderhoudsmensen kwam op enig moment in contact met Renda, en dat leidde hier intern tot de vraag of het niet goed zou zijn voor Eigen Haard om ons bij Renda aan te sluiten. Het is met andere woorden bottom up tot stand gekomen. En dat blijkt toch vaak de beste garantie voor succes.” ■

10-10-16 12:15


12

nr 3 2016

renda banenruil

Lef tonen levert altijd iets op Renda verbindt mensen. Dat nemen we bij de Renda Banenruil erg letterlijk. Professionals gunnen een collega uit de sector een kijkje in de keuken en andersom. Zo leren corporatiemedewerkers, bouwers, leveranciers en adviseurs elkaar beter kennen, elkaars taal spreken en het DNA van een organisatie doorgronden. Dit keer liepen Annemieke van Doorn-Willems (Portaal) en Janneke de Cort (KnaapenGroep) een dagje met elkaar mee.

14 JUNI 2016

Vandaag mocht ik meelopen met het oudste familiebedrijf van Nederland. Janneke is daar net als ik constant bezig met het zoeken naar nieuwe routes. Leuk om te zien dat ze nieuwe gedachten direct vertaalt naar concrete actie. Of het nu tante Keet is of de bewonersapp Over mijn Huis, haar motto is: snel in de praktijk brengen, kijken of het werkt. Deze ondernemersgeest spreekt me aan. Lef tonen levert altijd iets op, want weten wat niet werkt, heeft ook waarde. KnaapenGroep heeft een oorn-Willems oor Annemieke van D D duidelijk onderscheidend (l), Portaal profiel: renovaties voor corporaties met de bewoners als focus. In de praktijk neemt Bart Knaapen, directeur KnaapenGroep, alleen opdrachten aan die passen bij dit profiel. Wij als corporatie zijn nog wel eens geneigd om alles belangrijk te vinden. BINNEN KIJKEN

Janneke nam mij mee naar een renovatie in Venlo. Samen gingen we een woning binnen. De bewoner zat op dag drie van de renovatie: een dag met veel overlast. Ik verwachtte een geïrriteerde bewoner die er aardig klaar mee zou zijn, maar ik zag een stralende bewoner in een met plastic overdekte woonkamer. Tevreden keek ze naar haar nieuwe grote balkon waar ze koffie wilde gaan drinken. Ik zag hoe belangrijk het is dat de bewoners eerst iets krijgen, dat er credits opgebouwd worden. Het leed is dan makkelijker te doorstaan, want dat komt ook. En al heel snel, zo blijkt. Op het heetst van de dag valt de noodlift uit. Bij een gebeurtenis als dit staat in no time informatie op de website, hangt een briefje in de trappenhuizen en bij tante Keet. Bewoners informeren heeft net zo’n hoge prioriteit als de technische oplossing van de lift voor elkaar krijgen. Dat zien wij in de praktijk nog wel eens anders!

Renda03_2016.indb 12

20 SEPTEMBER 2016

Drie dingen zijn mij van deze dag het meest bijgebleven: het grote aantal hoogopgeleiden binnen Portaal, de impact die het continu afleggen van verantwoording heeft op de corporatie en het belang dat de corporatie hecht aan samenwerking. Nu klinkt dit misschien niet direct verrassend, maar ik ben mij er nu veel bewuster van. Ik sprak onder meer met Marlies Krol Door Janneke de Cort (directeur Vastgoed Projecten) en KnaapenGroep vroeg haar: “Wat zou jij doen als je directeur was van KnaapenGroep?” Haar antwoord: “Ik zou alles open gooien ten behoeve van de samenwerking: écht het gesprek aangaan en leren doorvragen, zodat projectleden belangen en verwachtingen bespreekbaar kunnen maken. Natuurlijk vindt de aannemer geld belangrijk en de corporatie kwaliteit. Maar wat verstaan we daar onder en hoe gaan we hiermee om?”

(R),

In mijn gesprek met Joris Gresnigt (programmamanager bij Portaal) kwam het grote aantal hoogopgeleiden ter sprake. Mede door de verantwoordingsverplichting die corporaties hebben, stikt het bij Portaal van de analisten. Daardoor beschikt de corporatie over steeds minder vakmensen. Als bouwer die vakmensen leveren is echter niet genoeg. Bouwers hebben volgens hem ook conceptuele denkkracht nodig, zodat zij corporaties kunnen ondersteunen bij het in kaart brengen van het hele speelveld voor het maken van beslissingen. De corporatie heeft met zoveel belangen rekening te houden, daar kunnen bouwers echt nog stappen maken. Deze gesprekken waren inspirerend en maken dat ik iedereen een dergelijke banenruil aanraad. De volgende banenruil tussen Portaal en Knaapen staat al gepland. Binnenkort steken de afdeling VOC bij Portaal en onze beheer- en onderhoudsafdeling Bij hard werken hoort de koppen bij elkaar.

goed

eten

Lees het hele verslag op renda.nl/banenruil_Portaal-Knaapen Zelf deelnemen aan de Renda Banenruil? Mail naar renda@aeneas.nl

10-10-16 12:15


leren van liebregts

nr 3 2016

Terugkeren naar de vraag voor een innovatief aanbod

leren van liebregts

Active house, Woerden

Martin Liebregts zat volkshuisvesting in het bloed. Een bevlogen man met een missie. De directeur van BouwhulpGroep en geestelijk vader van Renda overleed 10 september 2014. Twee jaar na zijn dood stellen wij de vraag: wat heeft hij de renovatiesector gebracht? In de serie Leren van Liebregts een uiteenzetting van de belangrijkste thema’s in zijn gedachtegoed. Wat kunnen we ervan leren? Dit keer het thema innovatie.

13

tekst haico van nunen, bouwhulpgroep en jan kammeyer foto’s bouwhulpgroep

Innovatie in de bestaande bouw was volgens Liebregts een ondergeschoven kindje. Hij was van mening dat concepten die in de branche als vernieuwend en innovatief werden gepresenteerd, in de praktijk al twintig jaar bestonden. In 2012 schrijft hij in een artikel in Renda dat het in de hele sector aan innovatief vermogen ontbreekt. In producten én processen. Om echte innovatie te realiseren is het volgens hem nodig terug te keren naar de vraag. Innovatie gaat dan niet om optimalisatie van bestaande producten en diensten, maar om een wezenlijke verandering in het denken en doen. “Innovaties worden in de renovatiesector vooral bepaald door de waan van de dag of de conjunctuur. Dat geldt ook voor de toeleverende industrie. Die heeft al bijna twintig jaar amper nieuwe producten op de markt gebracht. In plaats van nieuwe producten ligt de nadruk op kwaliteitsverbetering. Ook op het gebied van processen blijft de innovatie achter. In allerlei prestatiecontracten, ketensamenwerking en ‘lean’ werken komt vooral de zoektocht van bouwbedrijven naar continuïteit tot uiting. Dit leidt niet tot innovatie, want een langdurig contract biedt op geen enkele wijze de garantie op een beter en goedkoper product.” Echte en structurele procesinnovatie zag hij in een integraal aanbod van uitvoerende partijen. Nu, vier jaar later, zijn we over de aandacht voor innovatie in de bouwsector een stuk milder gestemd. We zien op verschillende plekken dat zijn wens en advies ten behoeve van structurele procesinnovatie (inte-

Renda03_2016.indb 13

graal aanbod uitvoerende partijen) zijn vruchten begint af te werken. Daarbij willen we wel gezegd hebben dat het onderscheid tussen kwaliteitsverbetering en innovatie niet altijd even scherp te onderscheiden is. Het rapport ‘The MasteringThree in de bouw’ van Nyenrode Business Universiteit kan daarbij een handig hulpmiddel zijn. In haar rapport onderscheidt zij drie krachtige, van elkaar te onderscheiden, onderling samenhangende en ook in samenhang in te zetten manieren om in samenwerking duurzaam te innoveren in de bouwsector. ■■ Beter samenwerken, gericht op meer efficiënte processen. ■■ Samen innoveren, gericht om meer effectieve producten. ■■ Samen duurzaam innoveren, gericht op een betere maatschappij.

PIEKEN EN DALEN

In het programma-artikel ‘De eindeloze zoektocht van de bouw’ in Renda 2013/4 wordt de geschiedenis van renoveren beschreven. Die kenmerkt zich door pieken en dalen. Het hoogtepunt lag begin jaren tachtig toen stadsvernieuwing in het centrum van de belangstelling stond. Renovatie vormde daar een essentieel onderdeel van. Nieuwe bouwmethoden werden geïntroduceerd om de uitvoeringstijd te bekorten. Het dieptepunt in de renovatiepraktijk ligt in het zeer recente verleden. Van 1996 tot 2005 stond de ontwikkeling in de bestaandebouwsector stil; alleen planmatig onderhoud en vervangingen van badkamer,

10-10-16 12:15


14

nr 3 2016

GOEDE VRAAGSPECIFICATIE

Zoals elke ondernemer begint met geloof in zijn ambitie, zo zal ook innovatie in de bestaande woningvoorraad haar kracht moeten vinden in de overtuiging om de oplossing voor goede en betaalbare woningen dichterbij te brengen. En dan ligt de opgave in eerste instantie bij 7,5 miljoen bestaande woningen die we in ruim honderd jaar gebouwd hebben. Een dergelijk proces komt niet zomaar van de grond. Het begint met een goede vraagspecificatie, en natuurlijk moet deze een gezonde bedrijfsmatige basis hebben. Maar vernieuwen betekent ook allereerst vooruitkijken, dus ondernemen. Dit houdt in dat er een nieuwe invulling gegeven moet worden aan goede, betaalbare woningen. Er moet eindelijk iets te kiezen zijn en kwaliteit moet hierbij de leidraad zijn. En dan zijn we terug in de toekomst. (Uit het programma-artikel ‘Nieuwe zoektocht met samenspel’ Renda 2012/3)

leren van liebregts

vatie. Maar dat wil niet zeggen dat ze zich dit specialisme zomaar eigen kunnen maken, want er zijn grote verschillen tussen nieuwbouw en renovatie. Nieuwbouw is redelijk uniform, terwijl bestaande bouw zich kenmerkt door een grote diversiteit aan maatregelen. Liebregts verbaast zich in hetzelfde artikel over het gebrek aan innovatie in de bestaande bouwsector: “Op zich is het vreemd dat zowel industrialisatie als innovatie binnen renovatie nog ver te zoeken zijn, gezien de grote omvang van de opgave. En voor zover er sprake is van vernieuwing, zijn het kopieën van nieuwbouw die vaak slechts beperkt passen. Met het oog op de wisselende belangstelling voor renovatie in de tijd en de bescheiden rol die het zo nu en dan vervulde, hoeft dit eigenlijk niemand te verbazen.” Sinds het artikel zijn de omstandigheden weer veranderd. De nieuwbouw is sterk afgenomen en er is een groeiende aandacht voor de bestaande bouw. Maar ondanks een perspectief voor de omvang van de renovatiemarkt is er nog steeds een beperkte innovatiekracht.

AUTONOME ONTWIKKELING

keuken en wc vonden nog plaats. Hierdoor is er sinds die periode eerder sprake van kenniskrimp dan –ontwikkeling of innovatie. Sinds 2006 is er sprake van een nieuwe opleving veroorzaakt door de steeds ouder wordende woningvoorraad en de financiële crisis. Sindsdien beginnen ook grote bouwbedrijven zich weer te interesseren voor reno-

Renda03_2016.indb 14

Voor zover er al sprake is van innovatie in de renovatiesector is die dus voornamelijk afgeleid van nieuwbouw. Zo zijn er een aantal aanbieders voor gevels en daken actief die meestal de energetische kwaliteit als leidraad hebben en afgeleid zijn van concepten zoals Passiefhuis en Active House. Deze technieken zijn niet specifiek voor de bestaande

10-10-16 12:15


leren van liebregts

bouw, maar voor de nieuwbouw ontwikkeld. Terwijl er, gezien de sterke ontwikkeling van de bestaande bouw, wel reden is tot autonome ontwikkeling. Die vindt momenteel wel plaats, maar zit vooral in het efficiënter maken van uitvoeringsprocessen. Ook op productniveau zijn innovaties hard nodig. Daarbij is een grote rol weggelegd voor de toeleverende industrie. Stroomversnelling lijkt een innovatieve oplossing te bieden, maar de vraag is of het daadwerkelijk een innovatie betreft. Het is een stapeling van maatregelen en producten. Maar er zou juist een betere afstemming tussen die producten moeten zijn om écht innovatief te zijn. Waarbij de aandacht voor gebruik en de betaalbaarheid niet als hinderlijke barrière wordt gezien maar als doel, naast de doelen van CO2-neutraal en duurzaamheid. Een andere benadering is om niet de woning als geheel te benaderen, maar om oplossingen op componentniveau toe te passen, die de eigenaar de mogelijkheid geven op het juiste moment de gewenste aanpassing te doen. Gebruik en betaalbaarheid staan dan voorop en duurzaamheid wordt daarin meegenomen. Het denken in componenten, die in een samenhangende gebruikskwaliteit voorzien zoals dak of gevel, biedt de mogelijkheid om producten optimaal op elkaar af te stemmen en juist dat te verbeteren waar behoefte aan is. Om betaalbaarheid en maatwerk te garanderen is standaardisatie nodig, maar dat is pas zinvol als er volledig begrip is over de eigenschappen van de woningen. Dit komt doordat het ingewikkeld is om iets toe te voegen aan een bestaand systeem. Het nieuwe aanbod in de renovatiesector moet betrekking hebben op onderdelen van de woning. Daarbij is het belangrijk de expertise van het bestaande te integreren in de aanvullende maatregelen. Zo kan er een nieuw evenwicht ontstaan.

GEBRUIKER HEEFT LEAD

Om tot innovaties te komen is een goed beeld van de marktvraag een vereiste. Maar uit de Grote-Renovatie-Enquete uit 2009-2010 van de BouwhulpGroep komt een ander beeld naar voren. Partijen in de reno-

KWALITEITSAANPASSING IN STAPPEN

Bij het kijken naar de bestaande bouw moet je toch in eerste instantie de blik hanteren die je ook hanteert als goede huisvader bij je eigen woning, of bij die van kennissen. In principe is de kwaliteitsaanpassing dan altijd selectief en wordt in stappen uitgevoerd, waarbij de toekomstige levensduur de sleutel vormt. Slechts bij hoge uitzondering en bij relatief ‘oude’ woningen wordt er rigoureus te werk gegaan en worden zowel buiten als binnen de bouwdelen grotendeels vervangen. De meer gangbare ambitie wordt veelal gekenmerkt door geleidelijkheid en richt zich op samenhangende bouwdelen zoals dak, gevel, woninginstallaties of keuken/douche/toilet. En alles wordt dan beschouwd in het licht van het geheel en de mogelijkheden in de tijd. Het aanbod van nieuwe bouwstenen voor renovatie – de componenten – is dringend noodzakelijk. Pas dan wordt de markt van de bestaande bouw echt volwassen en zelfstandig. (Uit het programma-artikel ‘Nieuwe bouwstenen voor renovatie’ uit Renda 2013/3.)

Renda03_2016.indb 15

nr 3 2016

15

vatiesector verschillen van inzicht over wat belangrijk is voor toekomstige ontwikkelingen van de vraag. Ze redeneren te veel vanuit de eigen positie, terwijl het faciliteren van het gebruik centraal zou moeten staan. Gelukkig ontstaan er nieuwe netwerken en allianties die op zoek gaan naar passende en innovatieve oplossingen. Vandaag de dag kenmerkt zich dat door meer samenwerking tussen partijen, zoals in projecten door bijvoorbeeld consortia of op een bredere niveau zoals in het kennisnetwerk Renda. Om zover te komen is een radicale verandering van de bouwsector nodig. De markt van inkopers moet vervangen worden door die van aanbieders. Daarbij speelt de gebruiker een belangrijke rol. Die heeft graag de lead bij verandering van zijn woonsituatie. Daarop zal het nieuwe integrale aanbod afgestemd moeten worden. Dat beperkt zich niet tot componenten of woningen, maar faciliteert het wonen, werken en zorgen in de huizen. Onderzoek, ontwikkeling en ontwerp worden de bindende factoren bij het zoeken naar nieuwe antwoorden en kunnen misschien prefabricage en industrialisatie in de bestaande bouw mogelijk maken. ‘Renovatie schreeuwt om innovatie, betekent niet dat als je maar hard genoeg roept, de innovatie er wel komt. De markt moet er zijn. De vooroordelen moeten losgelaten worden, de opgave begrepen worden. Samen vormen ze de boodschap die een basis kan zijn voor een vernieuwende praktijk met een andere kosten-kwaliteitverhouding’ (uit het programma-artikel ‘Renovatie schreeuwt om innovatie’ uit Renda 2012/1). Mondjesmaat begint innovatie te komen. De markt staat open voor ideeën. Maar nog steeds hebben we moeite om vooroordelen los te laten en goed te begrijpen wat de werkelijke opgave nu is. De opgave is om in de bestaande bouw ruimte te geven aan individuele wensen voor bewoners, aan betaalbaarheid en aan duurzame kwaliteit. ■

10-10-16 12:15


16

nr 3 2016

column: dirk zuiderveld

Gekke Gerrit “Wat ben jij nu weer allemaal aan het doen?” Met de nodige scepsis stelde ze me die vraag toen ik haar vroeg om een factuur te versturen met 83,33 procent reductie.

Het is een trend. Voorheen deed je hetzelfde kunstje met kleine variaties voor verschillende opdrachtgevers en zo hopte je van project naar project. En dat noemde je dan maatwerk. Tegenwoordig word ik steeds vaker betaald door meerdere opdrachtgevers in hetzelfde project. Iedereen minder uitgaven en zijn we allemaal gelukkig, maar eigenlijk gaat het toch over meer. Een mooi voorbeeld is ‘Ketelsamenwerking’ in Eindhoven. In deze samenwerking hebben twee woningcorporaties het installatieonderhoud aan hun woningen samengevoegd. Vier installatiebedrijven gaan er samenwerken om het onderhoudsproces zo goed mogelijk te optimaliseren. De aanleiding voor de ‘Ketelsamenwerking’ was dat firma A hetzelfde kunstje de ene week in de straat voor de ene opdrachtgever deed en de andere week firma B voor de andere opdrachtgever. Tel herman troost fotografie

Dirk Zuiderveld Managing partner, Noorderberg & partners

daarbij op het besef dat binnenkort de laatste gasgestookte ketel wordt opgehangen. Daarom hebben we gezegd; het kán anders en het móét beter. De kerndoelen zijn logisch en bleven ongewijzigd: huurders moeten ‘behaaglijk kunnen wonen’, de installaties moeten veilig zijn en het proces van onderhoud en vervangen moet zo slim mogelijk georganiseerd zijn. Dit zijn we gezamenlijk gaan vormgeven naar één optimaal proces. Dit betekent dus ook dat alle zes de organisaties zich conformeren aan deze werkwijze. Optimaliseren start met analyse: dezelfde doelen, dezelfde ketels en op het oog leken de werkwijzen redelijk hetzelfde. Her en der waren er detailverschillen met een bijkomende rapportage hier en een extra controle daar en dergelijke, op hoofdlijnen vergelijkbare processen. De praktijk bleek geheel anders, marginale verschillen creëren regelmatig grote effecten. Er waren forse verschillen in sleperspercentages en veiligheidsrisico’s of paragrafen in een contract die tot stevige factuurstromen leidden. Kortom, veel werk om het werk. “Vroeger had ik één medewerker op kantoor tegen vier mensen buiten, nu is dat één op twee, ook omdat elke opdrachtgever het weer anders wil.” De slotsom is dat we op basis van het beste uit deze zes werelden er voor elke organisatie een verbeterd proces staat en draait. Met een fors verlaagd kostenniveau bij iedereen. Bij verzoek tot maatwerk hebben we continu de vraag gesteld: “Wat doe je er dan echt mee en wat levert het op?” ‘Ketelsamenwerking’ laat zien dat denken en werken op basis van de principes van Total Cost of Ownership (TCO) weinig te maken heeft met alleen afkoop op basis van levensduur. Dat is zinloos. TCO staat voor product én proces met de O van Organisation – sorry voor het Engels. In Eindhoven hebben we voor bedrijfsoverstijgend TCO gekozen want ja, we zijn gekke Gerrit niet. ■ Lees elke week een nieuwe blog op renda.nl/columns

Renda03_2016.indb 16

10-10-16 12:15


workshop: het dak op

nr 3 2016

17

‘In één minuut kan je wereld veranderen’ Eén keer in de twee weken komt er iemand niet huis van het werk op het dak. Met die wetenschap begon de workshop over veilig werken op hoogte. Joost Stemkens van Fier Dakcontrol en Elko Petten van Vlindar begeleidden de gasten. Bewustwording, daar ging het om.

door robert dingemans

Dakspecialist Stemkens komt bij gebouweigenaren soms schrijnende situaties tegen. “Vaak weten ze niet wat de aanwezige beveiliging op het dak is en als ze het al weten, hebben ze geen idee of het veilig is. Laatst was ik op bezoek bij een corporatie die € 40.000 had uitgegeven aan het beveiligen van een dak. Maar er klopte weinig van. Je kunt je voorstellen dat er geschrokte reacties kwamen toen mijn advies was om de hele boel af te breken. Wat een geldverspilling.” Dat het ingewikkelde materie is, bleek wel toen Stemkens ook een aantal voorbeelden van goed beveiligde daken liet zien. Zelfs daar wisten oplettende bezoekers nog onvolkomenheden in te ontdekken.

KILL YOURSELF WITH FALL PROTECTION

Dat de moeilijkheid al begint bij de wetgeving bewijst het begin van de presentatie van Elko Petten van Vlindar. Hij schetst een aantal manieren waarmee je met goedgekeurde valbeveiliging toch nog de mist in kan gaan die in de praktijk helaas té vaak voorkomen. Zelfs een product dat gecertificeerd is volgens de richtlijnen en aan alle voorwaarden voldoet, is getest in een laboratoriumopstelling. Bevestiging kun je daar niet toetsen. Een muuranker bijvoorbeeld kan qua product prima zijn, maar als men vergeet voor verlijming eerst het boorgat schoon te blazen, zit hij niet goed vast. Maar zo zijn er meer knelpunten. Zo is gebiedsbegrenzing lang niet altijd zo veilig als je denkt. Een kabel van 1,98 meter kan gemakkelijk meegeven tot 2,5 meter. En wat te denken van de scherpe randen van het dak. Daar zijn (goedgekeurde) lijnen lang niet altijd op berekend. Als je dan van een dak af valt, heb je een serieus probleem.

HOE DAN WEL?

Volgens Petten zijn er vier stappen waarbij je als gebouweigenaar (of koper van de valbeveiliging) controle kunt uitoefenen. 1. Het product. Zorg dat het product gecontroleerd wordt. Is het product gecertificeerd? Kloppen de prestaties met de testuitslagen? 2. Samenstelling en constructie. Is het product ook bedoeld om in een bepaalde situatie mee te werken? Hoe zit dat met de samenstelling van de constructie? Is de constructie daarvoor geschikt? 3. Installatie. Heel essentieel, omdat heel vaak achteraf de bevestiging niet meer te zien is. De enige manier om dan nog te weten of de installatie goed is uitgevoerd, is een verslagje of installatiedossier. Bouw dat controlemoment in.

Renda03_2016.indb 17

Elko Petten: “Zelfs met goedgekeurde valbeveiliging kun je nog de mist in gaan.”

4. Inspectie. In de loop van tijd kunnen dingen verouderen. Situaties veranderen. Als je die vier stappen bijhoudt in een dossier heb je al veel zaken zeker gesteld. Na het theoriestuk vlogen de deelnemers in groepjes een praktijkcasus aan. Met kleurtjes en een liniaal werd een fictief dak beveiligd. Opvallend was de creativiteit die de vier groepjes aan de dag legden. Geen oplossing was hetzelfde. “Dat hoeft ook niet”, ligt Petten toe. “Er zijn altijd verschillende mogelijkheden. Bij elke oplossing moet je kijken: wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen? Wat zijn de aandachtspunten?

DAK DNA

De middag werd afgesloten met een korte presentatie van Joost Stemkens. “Ik merk vaak dat de visie over dakveiligheid persoonsgebonden en niet bedrijfsgebonden is. Je moet het juist onderdeel van je bedrijfsvoering maken, want je hebt er iedere dag mee te maken. Dan kun je ook de juiste keuzes maken.” Om dat laatste te illustreren liet Stemkens een TCO-model (Total Cost of Ownership) zien. Hij vergeleek daarbij een tijdelijk hekwerk, lijnbeveiliging en een permanent hekwerk aan het gebouw. Hoewel de laatste puur in aanschaf duur is, wordt dat beeld heel anders als je de gebruikskosten (bijvoorbeeld onderhoud, inspectie, training en persoonlijke beschermingsmiddelen) gaat meetellen. Dan wordt het duurdere vaste hekwerk ineens het goedkoopste. “Vaak kijken corporaties puur naar de stichtingskosten en te weinig naar de gehele looptijd. Dat kost bakken met geld.” Het complete artikel lees je via renda.nl/fier_dakcontrol ■

10-10-16 12:15


18

nr 3 2016

renda zomertour

Renda Zomertour Met een bond gezelschap stapten we op vrijdag 1 juli de bus in voor de Renda Zomertour. Onder de bezielende leiding van Paul Terwisscha van Woonbedrijf bezochten we Renda-partners Itho Daalderop, Faay en Sto Isoned. Er werd gegeten, gelachen en gedronken, maar ook veel gediscussieerd. Hoe krijgen we de leverancier dichter bij de bewoner? Lees het verslag van deze tour op renda.nl/innovatie-zit-in-de-genen.

Professionals willen innovaties zien en voelen, want onbekend maakt onbemind

We bekijken de innovaties van Itho Daalderop in hun fabriek

Reisleider Paul Terwisscha in gesprek op weg naar Sto Isoned

Renda03_2016.indb 18

Druk discussiërend in de bus, rijden we naar Vianen voor een bezoek aan Faay

Demonstratie van de Sto-Ecoshapes. Een fris gezicht

‘Werken met de Ecoshapes is makkelijk (lees: lichamelijk niet zwaar) en leuk werk’

10-10-16 12:15


renda zomertour

Bij Itho Daalderop peilen we de standpunten: Is de EPVregeling key voor verduurzaming van de bestaande bouw?

Waarop leg je de nadruk bij de keus voor een product? Prijs, duurzaamheid of gebruiksgemak?

Tot slot was het tijd om na te praten onder het genot van een frietje

Renda03_2016.indb 19

nr 3 2016

19

Rob de Jong, directeur van Sto Isoned, verdedigt zijn standpunt

Faay werkt met biobased grondstoffen als vlas, hout en gips

Monique de Vos Faay vertelt hoe zij als leverancier direct bij de bewoner aan tafel zitten

Volgend jaar een nieuwe bustour met nieuwe innovatieve Renda-partners

10-10-16 12:16


20

nr 3 2016

rendakaffee: renoveren naar label b

Label B met huurverhoging: ja of nee?

event

tekst robert dingemans

De verduurzaming van de bestaande voorraad is op dit moment voor iedere corporatie een hot item. Maar de weg er naartoe; daar wordt over gediscussieerd. Meteen naar NoM, of in kleinere stappen? Woonlinie en Area renoveren eerst naar label B. De volgende vraag is of je dan wel of geen huurverhoging vraagt. Tijdens het Rendakaffee op 16 juni gingen we met elkaar in debat.

Cas de Haan over de renovatie bij Area.

Renda03_2016.indb 20

10-10-16 12:16


rendakaffee: renoveren naar label b

nr 3 2016

21

De bijeenkomst werd mogelijk gemaakt door Renda-partner Caspar de Haan die bij beide corporaties een renovatietrein heeft lopen. Bij Woonlinie is het dochterbedrijf Moonen Onderhoud en Renovatie dat de kar trekt. Ook Area en Woonlinie brachten hun expertise in. De belangrijkste reden voor renovatie naar B in tegenstelling tot een hoger ambitieniveau weet Woonlinie-directeur Peter van den Heuvel mooi te verwoorden in het kader van het belangrijkste speerpunt van Woonlinie: betaalbaarheid. “De provincie Gelderland (die subsidie verleende, red) wilde eigenlijk een renovatie naar label A. Daar waren wij het niet mee eens. We hadden namelijk berekend dat we dan maar 30 huishoudens zouden helpen, tegenover 300 bij een label B-renovatie. Met als gevolg een besparing per huishouden van € 35 per maand. Dat is een volle boodschappentas per maand extra. Met dat argument vonden we gelukkig gehoor bij de provincie.” Die forse besparing was wel alleen mogelijk als Woonlinie de renovatie niet zou doorberekenen aan de zittende huurders. “Dat sprak ons wel aan”, ging Van den Heuvel verder. “Niet zo zeer vanuit principieel oogpunt, maar eerder met een pragmatische invalshoek. Op deze manier is het makkelijker om 100% commitment van bewoners te krijgen.” Area kijkt er anders tegenaan. Die wil de commitment van bewoners juist verkrijgen door goede communicatie. Manager wijkontwikkeling Ronald van Lith: “Wij nemen de klant mee. Bewustwording is daarin belangrijk en een huurverhoging hoort daarbij. Wij zetten in op een winwin, voor zowel de corporatie als de bewoner. Verduurzamen doe je samen.” Tijdens het Rendakaffee werden de twee argumenten op een speelse manier tegenover elkaar gezet. De gasten werden verplicht kleur te bekennen. Sean Vos van SlimRenoveren stond aan de kant van de

OOK AREA NAAR LABEL B ZONDER HUURVERHOGING

Renda-partner Area heeft naar aanleiding van het Renda Event ‘Renoveren naar label B, met of zonder huurverhoging’ besloten het huidige bezit met EPA-potentie aan te pakken zonder huurverhoging door te voeren. De woningcorporatie vindt een middenweg in een hybride variant. Dit omdat lange keukentafelgesprekken en het overtuigen van bewoners ook tijd en geld kost. Tijdens het event op 16 juni met Woonlinie, Area en Caspar de Haan werd gediscussieerd over de verduurzaming van de bestaande voorraad. De hamvraag was: vraag je dan wel of geen huurverhoging? Woonlinie doet dat niet, Area deed dat wel. “Er waren op het event ook mensen aanwezig die niet zo stellig waren, maar een meer hybride variant opperde. Met dat idee zijn we aan de slag gegaan”, vertelt Ronald van Lith, manager wijkontwikkeling bij Area. Frans Brouwers van Moonen Onderhoud & Renovatie is blij met het nieuws. Het bedrijf, onderdeel van de Caspar de Haan-bedrijven, voert de renovaties uit voor Woonlinie. Caspar de Haan doet dat voor Area. “Nu kunnen we alle technische opnames gaan doen. Bij één complex hadden de bewoners zelfs al getekend voor de huurverhoging, dat wordt nu teruggedraaid. Ook de projecten voor volgend jaar hebben allemaal een go gekregen”, aldus Brouwers. Tijdens het event vertelde Van Lith dat zij de commitment van bewoners verkregen door goede communicatie. Dit idee heeft Area nog niet losgelaten. Bewustwording van de bewoner, ook al wordt er geen huurverhoging meer doorberekend, staat nog steeds centraal.

Renda03_2016.indb 21

Petje op, petje af onder leiding van senior onderzoeker woningvoorraadbeleid Nico Nieboer van TU Delft.

huurverhoging. Volgens hem wordt er bij de bewonerscommunicatie te vaak vanuit angst gedacht. “Oh, als de bewoner maar geen nee zegt. Het heeft veel meer te maken met een goede communicatie. Als je de bewoner laat betalen, word je ook gedwongen kwalitatief beter werk te leveren.” Van den Heuvel van Woonlinie: “Een deel van de bewoners krijg je gewoon niet mee. Als je dan snel stappen wilt maken, zal je iets moeten verzinnen. Geen huurverhoging vragen is één van de mogelijkheden.” Terwijl de discussie zich voortbewoog, was er ook een groep mensen die zich naar het midden van de zaal bewoog en bewust geen kant koos. Zij stonden een hybride vorm voor. Laat de huurder wel betalen, maar alleen voor de zaken die je echt upgrade. Dus niet voor Triple Glass en een HR-ketel (die vervang je toch en horen bij het regulier onderhoud), maar wel voor zonnepanelen. En zo is voor alle standpunten iets te zeggen, vindt ook Cas de Haan. “We moeten gewoon heel erg snel naar die verduurzaming. Wat dat betreft gaat dat makkelijker zonder huurverhoging, maar de grootste winst zit hem het gedrag van die bewoners. Daar moeten we op focussen. Bewoners moeten daarbij - net zoals in een auto - in de gaten kunnen houden hoe zuinig ze bezig zijn. Dan gaat het pas echt leven.” Renda-redacteur Jan Kammeyer voegt toe: “Je moet het gevoel hebben dat je het zelf in de hand hebt. Zoals bij een verbruiksmeter in de auto of een co2-meter in huis. Geef het een speels karakter en mensen raken vanzelf meer betrokken.” ■

‘FINANCIËLE EFFECT BEPERKT’

Volgens Wessel Witteveen van Fineut is het financiële effect van verduurzamingsmaatregelen beperkt. Tijdens een gesprek met Renda’s Evamarije Smit belichtte hij de zaak van de financiële kant. Kijk het hele interview terug op Renda.nl/fineut.

10-10-16 12:16


tekst fleur reijngoudt beeld evamarije smit

Inge Hermens (62) wilde thuisblijven tijdens de renovatie vanwege haar vier katten. “Ik was bang dat zij last zouden hebben van de verbouwing, maar iedereen heeft rekening gehouden met mijn huisdieren. Je kunt op elke slak zout leggen, maar rommel en herrie heb je toch. Een renovatie was trouwens wel nodig, na 50 jaar.” De renovatie aan de Maaswaalflat in Nijmegen wordt uitgevoerd door De Variabele. Mevrouw Hermens woont er nu drie jaar. De vorige eigenaar had 47 jaar niets aan het appartement laten doen. “Dat wilde hij zelf niet hoor. Daarom heb ik drie jaar geleden al een nieuwe badkamer en een nieuw toilet gekregen. Ik dacht: laat mij nu maar met rust.” Maar toen ze de leidingen zag, snapte ze waarom ook haar woning toe was aan renovatie. “Dat die leidingen zo versleten waren zie je niet van de buitenkant. Er is er zelfs één gesprongen, omdat ze zo oud zijn. Bij een ander sprong de riolering. Die kwam gelukkig in de kelder terecht.”

De gesprongen riolering kwam gelukkig uit in de kelder

Over de uitvoering van en de communicatie tijdens de werkzaamheden is Hermens zeer te spreken. “Op een kalender stond wanneer ze wat aan je huis kwamen doen. Bij de voordeur hing een kastje voor je huissleutel. Met een code konden de klussers in dat kluisje. Je hoefde dus niet eens thuis te blijven als ze binnen moesten zijn.” “Ik heb nieuwe leidingen, een nieuwe badkamer, een nieuw toilet en een eigen centrale verwarmingsketel gekregen.” Dat laatste betekent dat de huur niet meer inclusief, maar exclusief is. Geen probleem voor Hermens. Zij regelt haar zaakjes graag zelf. Voorheen betaalde ze de huur altijd van haar salaris als toiletjuffrouw bij de V&D. “Sinds de V&D failliet is, ben ik werkloos. Nu de verbouwing achter de rug is, ga ik weer werk zoeken.”

Renda03_2016.indb 22

10-10-16 12:16


hoe woon jij? Inge Hermens OOK AAN HET VERDUURZAMEN GESLAGEN?

Laat ons weten wat je aan je (huur)huis hebt toegevoegd, vervangen of veranderd! Stuur je eigen foto’s en een kort verhaal over wat en waarom naar de redactie (renda@aeneas.nl) en je ziet jouw woning terug op Renda.nl of in het magazine.

Renda03_2016.indb 23

10-10-16 12:16


24

nr 3 2016

project

Metamorfose via UAV-gc

project

De renovatie van 79 woningen van Area zorgt voor een enorme metamorfose van de Bloemenwijk in Veghel. Voor KnaapenGroep, De Loods en Area een bijzonder project. Niet alleen vanwege de enorme energiebesparing, maar ook omdat er werd gewerkt met de UAV-gc. “Er ging heel wat procesmanagement mee gepaard.”

door fleur reijngoudt

Area zette een aanbesteding voor de renovatie van de Bloemenwijk in januari 2016 voor de tweede keer uit. Najaar 2015 liep de samenwerking met de toenmalige aannemer spaak. Het project liep wat vertraging op, maar het ontwerp lag al klaar. De bewoners werd toegezegd dat de woningen in december 2016 zouden worden opgeleverd. Area koos, mede vanwege die tijdsdruk, voor de contractvorm UAV-gc. Op die manier kon de corporatie optimaal gebruik maken van de uitwerkingen van het ontwerp en de aannemer keuzes laten maken in de manier van uitvoeren.

VRIJHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID

In een geïntegreerd contract als het UAV-gc liggen meer taken en verantwoordelijkheden bij de opdrachtnemer. “Je hebt te maken met projectmanagement en –beheersing, maar ook met prijsconsequenties, technisch en kwaliteitsmanagement en natuurlijk (bewoners)communicatie. KnaapenGroep paste het beste in dit totaalplaatje”, vertelt Jacqueline Dortmans, projectmanager van Area. “Zowel voor ons als voor Knaapen is het de eerste keer dat we in een renovatieproject officieel met een UAV-gc werken.” Bij een ‘traditionele’ renovatie ziet de opdrachtgever zich als deskundige partij. Dortmans: “In dit geval leg je het werk zo volledig mogelijk neer bij de opdrachtnemer. Aan ons de taak om de voortgang in de gaten te houden en te checken of het contract wordt nageleefd.” Voor Knaapen dé kans om te laten zien wat ze kunnen. “Soms bedenkt de opdrachtgever een plan, waarbij wij wel eens denken; kan dat niet anders?” reageert Bram Hendriks, projectleider bij KnaapenGroep. “Nu lag er een ontwerp dat als uitgangspunt diende, maar daarbinnen kregen we alle vrijheid.”

TIJDSDRUK

Normaal gesproken teken je eerst het definitieve ontwerp (DO) af. Daarna legt de aannemer het ontwerp voor. Vervolgens moet het uitvoeringsontwerp (UO) worden afgetekend. Dortmans: “Deze fasen moeten allemaal akkoord zijn. Vanwege de tijdsdruk liepen enkele fasen gelijktijdig. Je moet daarin een beetje geven en nemen. Na de uitvoering van de vier woningen is de LEAN-planning gemaakt, de onderaannemers zijn gemotiveerd en nu loopt alles goed.”

Renda03_2016.indb 24

Dat de samenwerking soepel verloopt, merkt ook Jan van de Bogaard (67). Hij woont al 46 jaar in deze buurt en merkt op dat de werkzaamheden elkaar in razend tempo opvolgen. Een renovatie was wel nodig in de Bloemenwijk. Volgens Van de Bogaard waren de huizen oud en tochtig. “Er kwam koude lucht door de vloer heen en wind onder de vensterbank door.” Deze problemen worden opgelost dankzij een nieuwe luchtdichte schil en een zelfregulerend ventilatiesysteem. De woningen krijgen kunststof kozijnen met HR++-beglazing, geïsoleerde stalen dakplaten voorzien van zonnepanelen en sommige bewoners, waaronder Van de Bogaard, hebben de vloer laten isoleren. Dankzij deze ingrepen wordt de levensduur van de woningen met veertig jaar verlengd.

SNEL HANDELEN

De esthetische en duurzaamheidwaarden ziet Hendriks, samen met de tijdsdruk en de manier van werken in een UAV-gc, als grootste uitdagingen van dit project. Het hele voortraject heeft Knaapen in drie maanden voor elkaar moeten krijgen. “Het begint pas nadat je het project gegund hebt gekregen”, zegt Hendriks. “Daar kwam heel wat procesmanagement bij kijken. Uiteindelijk komt het erop neer dat je in een half jaar een project neerzet.” Tijdwinst was hard nodig en kan behaald worden, omdat Knaapen als aannemer aan zet is. Tijdens de werkzaamheden kunnen zij veel sneller schakelen, omdat ze niet eerst om toestemming hoeven te vragen bij de opdrachtgever. “Zolang wij binnen de kaders van het contract blijven, kunnen wij direct dealen met problemen die we tegenkomen. Als een keuze invloed heeft op tijd of geld, dan overleggen we uiteraard eerst met Area.” Vooral voor Area draait het hier dus volledig om vertrouwen. En dat is er, zeggen zowel Hendriks als Dortmans. KnaapenGroep en Area kennen elkaar al van een eerder project in Veghel, maar nu zitten er toch weer andere personen aan tafel.

De Loods Architecten en Advieseurs houdt op 6 maart 2017, in samenwerking met Renda, een workshop over contractvormen. Blok deze datum alvast in de agenda. Meer informatie hierover volgt later op onze website.

10-10-16 12:16


project

PROJECTGEGEVENS Naam en plaats Bloemenwijk, Veghel Aantal woningen 79 Bouwjaar 1958 Eigenaar Area Architect De Loods Architecten en Adviseurs Aannemer KnaapenGroep Projectfase 4 woningen opgeleverd Verbeterniveau renoveren Start initiatief najaar 2015 Start uitvoering eind augustus 2016 Oplevering december 2016 Gemiddelde huurprijs € 432 Energielabel voor renovatie F Energielabel na renovatie A+

“We zitten nu in week vijf van de uitvoering en we lopen nog steeds strak volgens schema”, zegt Hendriks. Area is tevreden. Niet alleen vanwege de samenwerking en het vertrouwen, maar ook over het werken met een UAV-gc. Dortmans: “We zetten nu alle voor- en nadelen op een rijtje, om te bekijken of deze manier van werken voor elk type project geschikt is.”

nr 3 2016

25

WOONOMGEVING

Er zijn inmiddels vier woningen klaar. Van de Bogaard vindt ze mooi geworden. Naast de woningen zelf, wordt ook de woonomgeving verbeterd. Zo was de brandgang een rommeltje. Er was geen licht en de schuttingen waren veelal in minder goede staat. Dit geeft, zo stelt Area, een onveilig gevoel en een verwaarloosde indruk. Daar had Van de Bogaard weinig last van. Hij omschrijft zijn wijk als een rustige, goeie wijk waar de mensen een beetje op zichzelf zijn. “Dat is met de renovatie wel veranderd. Als de tuinen van achter open zijn, loop je toch sneller bij elkaar naar binnen om te zien hoe het er bij een ander aan toe gaat.” Het voelt, zo zegt Van de Bogaard, bijna alsof hij in een nieuwbouwwijk woont, maar hij is wel benieuwd naar de energieprestaties van zijn woning. Als het goed is gaat hij straks minder stookkosten betalen in zijn nieuwe huis met isolerende jas: “We moeten meer huur betalen, dus de energiebesparing moet meer zijn dan de huurverhoging, anders ga je erop achteruit en dat wil je natuurlijk niet.” ■

Zijn jullie ook bezig met een bijzonder project? Stuur een e-mail naar renda@aeneas.nl, dan komen wij er bij je op terug.

foto mark kamphuis

Renda03_2016.indb 25

10-10-16 12:16


26

nr 3 2016

renda on tour: het schip

Trots op Het Schip Liefde, passie en trots. Dat zijn de sleutelwoorden als we het hebben over Het Schip, bleek tijdens de Renda on Tour in Amsterdam. Eigen Haard is trots op dit monumentale bezit dat werelderfgoed waardig is. Het team werkt vol passie aan de innovatieve en duurzame renovatie/restauratie. Daarbij kent Het Schip ondanks de vele mankementen trotse bewoners. “Er was een lijst met klachten die niet op een behangrol paste, toch waardeerden zij hun woning met gemiddeld een 6,8.”

tekst en beeld: fleur reijngoudt

De liefde en passie zit in de secuur gebakken, exact gereproduceerde bakstenen (lees: een arbeidsintensief proces waarbij de blokken met draad worden gesneden om de originele rafelige rand te reproduceren), de speciale voeg, “want cement is nu heel anders dan vroeger”, het oog voor detail van aannemer Vastbouw, de optimale LEAN-samenwerking waarin hiërarchie verleden tijd is en gevoeligheid de tegenwoordige. Naast een zakelijke band ontstond een persoonlijke band met een gedeelde passie voor Het Schip. Het Schip was ziek van binnen. Er móest iets gebeuren. Wat allemaal wel en niet mag, hangt samen met de zogenaamde waardestelling. Bij restaureren gaat behoud voor vernieuwen, maar dit pand is bijzonder. Je hebt te maken met de beeldwaarde, die moet je eer aan doen. Maar ook met de volkshuisvestelijke waarde, immers de oorspronkelijke functie van het pand en de bedoeling van de architect. De woningen kregen waardestelling ‘indifferent’. Grof gezegd betekende dit dat Eigen Haard ín de woningen vrij spel had. Mede daarom is het gelukt om alle woningen naar label A te krijgen. Cisca van der Leeden, project manager bij Eigen Haard: “We willen niet van honderd jaar geleden naar nu, maar van honderd jaar geleden naar de volgende honderd jaar.”

gezien als cultureel erfgoed, maar omdat het van oorsprong een woonfunctie heeft, komt het niet in aanmerking voor de BRIM subsidie. Dit weer vanwege de belastingvoordelen van woonhuizen (aftrek onderhoud subsidiabele kosten voor particulieren). Daarbij vallen woningcorporaties niet onder de uitzonderingen, zoals gemeenten, provincies en zogenaamde POM’s (professionele organisaties voor monumentenzorg). Van der Leeden legt zich hier nog niet bij neer: “De monumentale buitenzijde van het complex vraagt veel meer geld. Het Schip betekent iets voor de stad, voor Noord-Holland, voor Nederland en misschien zelfs wel voor Europa. Toch is het ons nog niet gelukt ze te overtuigen.”

Het mag wat kosten, we kunnen het aan

“Eigen Haard is altijd een behoudende corporatie geweest met gezonde kasstromen,” zegt directeur Peter Hildering. “Elk dubbeltje wordt twee keer omgedraaid. De restauratie/renovatie van Het Schip heeft ons veel slapeloze nachten bezorgd. Je moet een verhaal hebben dat je kunt verkopen aan andere bewoners in andere complexen.”

SUBSIDIES EN SLAPELOZE NACHTEN

Een duurzaamheidsubsidie werd binnengehaald, een subsidie van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (nog) niet. Natuurlijk wordt Het Schip

Renda03_2016.indb 26

Vandaar het streven alle subsidiestromen boven tafel te krijgen en niet te veel uit de bocht te vliegen. Er werd ongeveer 950 duizend euro aan

10-10-16 12:16


renda on tour: het schip

subsidie binnengehaald. “Maar toen we eenmaal begonnen waren, werd ons steeds duidelijker hoe slecht het pand was. We zitten nu ongeveer op 170, 180 duizend euro aan bouwkosten per woning. Dat is zo’n 30 tot 50 duizend boven het normale. Hoe onrendabel de renovatie/restauratie is, weten we pas achteraf, maar we zijn blij dat we dit gebouw in ons bezit hebben. Het mag wel wat kosten, we kunnen het aan.”

EÉN DROOM IN DUIGEN

Een droom was om Het Schip na de verbouwing voor 100% in sociale huur te houden. Dit is vanwege de kosten niet gelukt. Ongeveer een kwart van de woningen, afhankelijk van het aantal terugkerende bewoners, zal na de renovatie in de vrije sector verhuurd worden. Hier was grote weerstand tegen, maar toch moet het gebeuren. De terugkerende bewoners houden hun huidige huur, plus verbeterkosten. Voor de kleine woningen is dit 130 euro, voor de middelgrote 150 en voor de woningen van boven de 80m2 is dit 180 euro. “Hierbij houden we er rekening mee dat huurders die nu in de sociale huur zitten, in de sociale huur blijven,” benadrukt Van der Leeden. Als bewoners ‘goed omgaan’ met hun woning, kunnen de energiekosten naar beneden. Om ze hierbij te helpen, heeft Eigen Haard energie coaches. “De label A woningen zijn voorzien van duurzame installaties waarbij rekening is gehouden met effectief ruimtegebruik,” vertelt Patrick Scholtenkamp van Viac. Zo staan er geen radiatoren in de woning, maar ligt er vloerverwarming. De woningen worden voorzien van warm water en elektra vanuit een collectief ketelhuis. De installaties daarvan staan op zolder, wat voorheen een berging was. Binnen een marge (-3/+3) is per ruimte de warmte te regelen. Omdat alle woningen eerst een gasaansluiting hadden en daar 120 euro aansluitingskosten per jaar voor betaalde, had Eigen Haard de financiële ruimte om deze innovatieve installaties te

Renda03_2016.indb 27

nr 3 2016

27

realiseren. De woningen zijn zo goed geïsoleerd, dat een koelingsvraag zou kunnen ontstaan. Dit moet de toekomst uitwijzen.

BIM (BUILDING INFORMATION MANAGEMENT)

Viac werd bij het project betrokken, omdat zij net als Eigen Haard, Vastbouw en Archivolt Architecten werken met BIM. Het grote voordeel van BIM is volgens Ramon Pater van Archivolt dat iedereen met hetzelfde model werkt. Zo werkt Viac samen met de installateur aan de werktekeningen. Het gaat niet zo zeer om het model zelf, maar om de informatie die je erin stopt. Het model is gekoppeld aan het bestek, de begroting en aan het meerjarenonderhoudsplan. Voor Eigen Haard is in een klap duidelijk wat ze aan onderhoud hebben tot 2057. Daarbij is het model via een iPad op de bouwplaats te bekijken. Op deze manier is iedereen te allen tijde op de hoogte van de meest recente informatie. ■ Lees het hele verslag op www.renda.nl/verslag_rendaontour_hetschip Renda wil bewoners een stem geven. Astrid André is lid van het Renda-bewonerspanel en heeft zelf als huurder een renovatietraject achter de rug en woont in een NoM-pilotwoning. “Mooi om te zien hoe deze woningen zo duurzaam gerenoveerd zijn. Onbegrijpelijk dat hier vroeger hele gezinnen in woonden. Voor mezelf zou ik het te klein vinden, maar, voor een starter die weet hoe je met zo’n monumentaal pand om moet gaan, een prachtige plek om te wonen.”

10-10-16 12:16


Professionele warme opname met directe bevestiging

PROJECTREGISTRATIE RENOVATIE & ONDERHOUD

Genoeg van al het papierwerk en misverstanden? Bouwtool voor de iPad neemt communicatieruis weg en dringt faalkosten terug. De juiste informatie is direct beschikbaar voor de juiste personen. Benieuwd naar wat Bouwtool voor uw woningcorporatie kan betekenen?

Minder faalkosten door betere communicatie Volledige projectregistratie tijdens de uitvoering, zonder papierwinkel Beter samenwerken door actuele informatie Gedetailleerd takenoverzicht met permanente kosteninzage

www.bouwtool.nl

Onze nieuwe website staat live! Ontdek de vele voordelen.

Een aantal voordelen op een rijtje: √

Kijk wie er deel uitmaakt van je netwerk en deel je kennis met vakgenoten.

Maak je eigen profiel aan en ontvang informatie op maat.

Meld je aan voor een event, met één druk op de knop verschijnt het in je agenda.

Inzicht in wie er nog meer naar het event komt.

Onze nieuwe website is responsive en dus ook goed leesbaar op mobiel en tablet.

www.renda.nl Renda03_2016.indb 28

10-10-16 12:16


leerling & leermeester

LEERMEESTER: RUUD HAVINGA (29)

LEERLING: JUSTIN HOYAS (19)

Martin Treffers, bedrijfsleider bij Gebroeders van der Plas, is heel tevreden over de constructie met Schilder^sCOOL. Leerlingen krijgen een contract bij het opleidingsbedrijf, zo lang ze studeren. In Justins geval is dat vier jaar: twee jaar niveau 2 en twee jaar niveau 3. Dit doet hij onder begeleiding van Ruud. De twee kunnen het goed met elkaar vinden: “Gelukkig maar, je zit toch 40, soms wel 50 uur per week met elkaar opgescheept.”

nr 3 2016

OPLEIDING: BBL, 1E JAAR, NIVEAU 3

29

LEERBEDRIJF: GEBROEDERS VAN DER PLAS

“Ik voel me echt een collega”

WAT IS RUUD VOOR EEN LEERMEESTER?

Justin: “Bij Ruud mag je alles doen. Ik voel me bij hem geen leerling, maar echt een collega.” Ruud: “Sommige leermeesters gebruiken een leerling als hulpje, ik doe dat niet. Je moet fouten kunnen maken om te leren.”

WAT ZIJN JOUW TAKEN/VERANTWOORDELIJKHEDEN?

Ruud: “De verantwoordelijkheid ligt altijd bij mij, maar na de bouwvak maak ik jou verantwoordelijk voor de bestelling van materialen, dan weet je dat vast.” Justin: “O, ja. Is goed.” Ruud: “Dan leer je meteen dat het niet vanzelfsprekend is dat er altijd kit in de keet ligt.”

HEB JE BEWUST VOOR DIT LEERBEDRIJF GEKOZEN?

Justin: “Nee, ik kende Gebroeders van der Plas eerst niet, maar ik vind het fijn dat het een groot bedrijf is. Zij hebben altijd werk voor leerlingen, ook in de winter. Al moet je in de winter wel acht weken naar school. Tegenwoordig werkt een BBL-opleiding iets anders. Naast die winterlessen heb je één keer in de twee weken theorie in plaats van, zo was het eerst, één dag per week.”

MATCHT DE THEORIE DE PRAKTIJK?

Justin: “We krijgen nu écht theorielessen, bijvoorbeeld over het hechten van verf, luchtvochtigheid enz.. Dat is wel handig. Eerst moest je een boek lezen en vragen beantwoorden. Daar had je niets aan.”

RUUD, KUN JIJ JUSTIN DIE THEORIE NIET BIJBRENGEN?

Ruud: “Ja en nee. Vroeger had je veel meer tijd voor begeleiding. Mijn leermeester zei gewoon: ‘Deze twee kozijnen moeten morgen klaar zijn’. Dan kwam-ie een paar keer kijken en hoorde je wat er wel en niet goed was. Nu moet het hele huis in die twee dagen klaar zijn. Communicatie is het sleutelwoord. Niet alleen met elkaar, maar ook met de klant. Je staat toch vaak bij mensen in de tuin, of zelfs binnen.” Justin: “Ik vind contact met bewoners leuk.” Ruud: “Niet iedereen vindt dat. Gelukkig is Gebroeders van der Plas groot genoeg. Er is altijd wel een ander plekje - of als je het niet met elkaar kunt vinden, een andere begeleider - te vinden.” ■

Renda03_2016.indb 29

10-10-16 12:16


30

nr 3 2016

programma

Strategisch voorraadbeleid re-invented

programma

Rond de negentiger jaren van de vorige eeuw ontstond in de corporatiewereld besef van de noodzaak om een samenhangend beleid te formuleren voor het hele bezit op korte en lange termijn (1). Hiermee wilde men de verbeterbehoefte op lange termijn bepalen in het kader van een veranderende woningmarkt.

door Haico van Nunen

Stond toen verhuurbaarheid centraal, nu liggen de afwegingen ingewikkelder. Vanuit duurzaamheid worden hoge eisen gesteld (denk aan het klimaatakkoord), betaalbaarheid is onveranderd een eis en de kwaliteitseisen van bewoners worden steeds dominanter en individueler (denk aan jezelf). Bovendien is de woningvoorraad meer gedifferentieerd in kwaliteit geworden dan destijds. De middelen om de strategie te realiseren zoals transformeren, renoveren of regulier onderhoud lopen tegen hun grenzen aan wat betreft betaalbaarheid, duurzame kwaliteit en individuele wensen.

invloed van economische omstandigheden kleiner is gebouwd dan in de periode daarvoor: eind jaren veertig tot begin jaren vijftig en eind jaren zeventig tot ver in de jaren tachtig. Vanaf 1965 zijn de eisen met betrekking tot energetische en akoestische kwaliteiten, brandveiligheid en gezond binnenklimaat steeds toegenomen. Naast deze differentiatie in uitgangskwaliteit zijn er in het verleden natuurlijk al verschillende ingrepen aan woningen geweest, waardoor de differentiatie alleen maar is toegenomen. Grofweg kun je stellen dat elke vijftien jaar er in een woning wel iets aangepast moet worden. Bijvoorbeeld na vijftien jaar de cv-ketel, na dertig jaar kozijnen en na vijfenveertig jaar het dak.

GEDIFFERENTIEERDE KWALITEIT

In de afgelopen tijd werden veelal woningen uit de periode 1945-1965 verbeterd. De woningen uit de zeventiger jaren zijn nu wat betreft hun leeftijd aan de beurt. Maar aan welke aanpassingen is behoefte? Gaat het om het herstellen van kwaliteit of om het toevoegen ervan? Maar de woningen uit de jaren zeventig kenmerken zich juist door een basiskwaliteit die al weer wat hoger ligt dan woningen uit de jaren daarvoor (2). Zeker als daar al een keer een nieuwe CV-ketel in geplaatst is en

De uitgangskwaliteit van woningen is afhankelijk van de bouwperiode. Het bouwjaar kenmerkt mede de kwaliteit van de woningen door de voorschriften die op dat moment golden, de bouwtechniek die gehanteerd werd en niet te vergeten de economische ruimte die beschikbaar ofwel aangewend werd. Elke periode heeft daarmee specifieke kenmerken. Zo zijn na de oorlog twee perioden te onderscheiden waarin onder

Renda03_2016.indb 30

10-10-16 12:16


programma

dubbel glas. Deze woningen hebben al een redelijke kwaliteit. Het energielabel is C of D. Vanwege deze redelijke kwaliteit komen deze woningen nog niet aanmerking voor woningverbetering, maar gezien de leeftijd zijn er wel een aantal grotere onderhoudsmaatregelen nodig. Het dilemma dat hier speelt is hoe om te gaan met de resultaten van het verleden? De aanvangskwaliteit en de eerder uitgevoerde maatregelen kunnen nu wel eens remmend werken. De redelijke kwaliteit is een belemmering ten opzichte van de wensenportefeuille, bijvoorbeeld vanuit duurzaamheid of bewonerswensen. Bij iedere verbeteropgave wordt de afweging gemaakt voor welke termijn je dat doet. Je kunt een woning voor korte termijn verbeteren, maar ook voor lange termijn. Daar horen verschillende prestaties bij, maar ook verschillende investeringen. En ook als corporatie kun je het geld maar één keer uitgeven en liggen deze uitgaven maatschappelijk onder een vergrootglas. Bovendien kenmerkt deze bouwperiode zich als een piek in de jaarlijkse bouwproductie. Daardoor is het aandeel in de totale voorraad van deze woningen groot. Allemaal argumenten om niets of weinig te doen, terwijl deze woningen veel voorkomen en wat betreft woninggrootte en uitrusting van goede kwaliteit zijn. Juist hierdoor liggen er kansen om de duurzame kwaliteit van de woningvoorraad te verhogen. Je moet alleen preciezer kijken naar welke kwaliteit je dan kunt toevoegen. De stem van de bewoner is hierbij uiteraard doorslaggevend Het is natuurlijk niet mogelijk om alle woningen in de komende jaren naar het hoogste niveau te brengen. De financiële middelen ontbreken,

Renda03_2016.indb 31

nr 3 2016

31

maar ook de capaciteit van opdrachtgevers en marktpartijen is niet toereikend. Het gaat er om een strategische keuze te maken voor de ingrepen. Dat houdt in dat je de afweging kunt maken om op een plek minder uit te voeren (of misschien wel niets), zodat je op een andere plek meer ruimte krijgt. In plaats van alles uit te voeren kun je er ook voor kiezen alleen dat te doen waar nu werkelijk behoefte aan is en je verder te richten op onderhoud. Dus op weg naar strategisch onderhoud met ruimte voor maatwerk.

COMPLEX ALS BEHEER-EENHEID

Maar nu komen we tot het volgende dilemma: waarom blijven we vasthouden aan oplossingen op complexniveau? Met strategisch onderhoud gaat het er om dat we kunnen variëren in de oplossingen, het complexmatig aanbrengen van maatregelen werkt dit tegen en is beperkend in het tegemoetkomen van bewonerswensen. Bij woningverbetering op complexniveau is een complex een administratieve eenheid om woningen te bundelen of te ordenen. Vaak omdat de woningen tegelijkertijd gebouwd zijn, het eenzelfde type betreft of soms alleen maar omdat ze nu eenmaal bij elkaar in de buurt liggen. Bij alles wat er aan de woning wordt gedaan vormt het complex het uitgangspunt. De meerjarenbegroting wordt voor het complex gemaakt, geplande ingrepen worden complexmatig verricht, maar ook de streefhuur en doelgroep wordt op complexniveau vastgelegd. Om in de beleidsachtbaan te blijven denken;

10-10-16 12:16


32

nr 3 2016

het complex is de drager voor het vormen van beleid, het verzamelen van informatie en uiteindelijk om de plannen te maken en uit te voeren. Ook bij besluitvorming op portfolioniveau is het complex de eenheid. De omvang van een complex varieert tussen 10 en meer dan 300 woningen. Maar het is lang niet altijd gezegd dat alle woningen dezelfde aanpak nodig hebben. We merken in de praktijk steeds meer dat het complex niet overal een passend antwoord op kan geven. Bij een complex wordt het gemiddelde al snel leidend voor het totaal. Op het geplande moment worden alle maatregelen uitgevoerd. Maar niet alles is op dat moment ook aan vervanging toe. De installatie is nog goed, de gevel niet meer en aan het dak wil je niets doen. Als je nu maatregelen achterwege laat, kom je de komende periode niet meer terug. Het wordt daarmee een afweging met meer variabelen. Er is behoefte aan maatwerk om voor nu én voor de toekomst het beste resultaat te behalen. Dat zou er voor pleiten om meer naar de individuele situatie te kijken in plaats van het complex als geheel te nemen.

CHIRURGISCH RENOVEREN

Er is steeds meer een behoefte om ‘chirurgisch’ te renoveren. Je kunt de opgave ook in kleine bouwdelen opknippen. Wat als je niet het hele complex als drager neemt, maar een component. Een component is dan te omschrijven als samenhangende bouwdelen die voorzien in een gebruiksfunctie en een gebruikskwaliteit. Door in componenten te denken, wordt de opgave behapbaar. Het gaat dan niet meer om het verduurzamen van een huis, maar om een duurzame gevel. De opgave is niet meer een betaalbare woningrenovatie, maar een oplossing voor het dak, met de beste prijs-kwaliteitverhouding. Waar bij complexdenken alles met elkaar samenhangt, bieden componenten de mogelijkheid om te kiezen voor het moment en de kwaliteit. Het eindpunt veran-

Renda03_2016.indb 32

programma

dert daarbij overigens niet. Met component-denken kun je als bewoner zelf die weg bepalen. Het uiteindelijk doel staat vast. Door anders naar de voorraad te kijken kun je het complex loslaten. Dat opent nieuwe mogelijkheden, zoals keuze en differentiatie, maar ook opgaven die te overzien zijn. Dit zorgt ervoor dat er een aanbod kan ontstaan van woningverbeteringen. Doordat een component op meer woningen dan het ene complex voorkomt, is de herhaalbaarheid groter. Daarmee ontstaat een opschaling die tot nu toe onderbelicht is gebleven en ontstaan er nieuwe kansen voor industrieel renoveren in de 21e eeuw.

DE VRAAG ACHTER DE VRAAG

Met strategisch onderhoud kun je op woningniveau je keuze maken. Bovendien kun je de opgave anders formuleren. Niet het programma per complex bepalen, maar op zoek naar een ander vorm van schaal. Dat kan de hele stad zijn, per blok of straat, of zelfs de individuele woning. Het laat je als corporatie nadenken over hoe je de opgave gaat benaderen. Houd je zelf strikt de regie in handen of mogen bewoners bepalen wat er gaat gebeuren? En welke kwaliteit ga je aanbieden? Voor een deel van de voorraad kun je oplossingen ontwikkelen, die op vraag van de bewoner aangebracht kunnen worden. Zie het als laaghangend fruit, om in ieder geval op plekken kleine verbeteringen aan te brengen. Deze verbeteringen moeten overigens toekomstige ambities niet in de weg staan. Voor andere woningen ga je veel verder en ligt de ambitie verder, energieneutraal komt dan om de hoek kijken. Maar daartussen in is een hele wereld aan mogelijkheden. Het gaat er om als corporatie duidelijk te maken waar je naar toe wil (visie) en daarop je vragen aan de markt te stellen. Het zoeken naar de vraag achter de vraag. ■ Strategisch voorraadbeleid; Ir M.Liebregts en Ir P. Huijbregts, BouwWereld 18 mei 1990 ‘Essay, de toekomst van de woningvoorraad’ M. Liebregts en H. van Nunen 2011

10-10-16 12:16


TVV is een onafhankelijk, interdisciplinair en actueel vaktijdschrift voor iedereen die betrokken is bij de wereld van bouwen en wonen. Al twintig jaar volgt TVV actuele thema’s en ontwikkelingen en levert daarmee een inspirerende bijdrage aan discussies binnen de vakwereld. Thema’s die aan de orde komen zijn onder andere: woonbeleid, herstructurering, krimp, leefbaarheid en duurzaam bouwen.

www.tvvnet.nl met o.a. het online archief

Ga naar www.tvvnet.nl/proefnummer en maak gratis kennis met vakblad.

1920 - 1935

Renda03_2016.indb 33

1936 - 1959

1960 - 1992

1993 - 1995

1996 - 2009

2010 - 2015

10-10-16 12:16


34

nr 3 2016

workshop: marketingpsychologie

De kunst van het verleiden

Tijdens een quiz werd de marketingkennis van de aanwezigen getest

Hoe kun je een ander effectiever verleiden? Dat was de hamvraag van de workshop over marketingpsychologie door Niels Götz. De casus werd toegespitst op bewonerscommunicatie, maar iedereen had het gevoel dat de opgedane kennis ook toe te passen is in relationele sfeer.

het oerbrein te raken. In dit brein liggen onze primaire behoeften opgeslagen. Denk aan voedsel, veiligheid, voortplanting, pijn en sociale acceptatie. Sociale uitsluiting is de grootste angst van de mens. Een belangrijk sociaal reflex waar je in het verleiden rekening mee kunt houden, is daarom sociaal bewijs. Daarbij is imitatie onze belangrijkste vorm van leren, denk maar aan hoe kinderen dat doen.

tekst en beeld fleur reijngoudt

DE VROUW IS KONING

De belangrijkste les in de kunst der verleiden is: denk altijd aan het hier en nu. Wat ziet jouw partner, de bewoner of een andere klant direct terug van jouw aanbod? Die bewoner die overtuigd moet worden voor een Nul-op-de-Meter woning (NoM) te gaan, moet je niet verleiden met voordelen die zich over vijf jaar pas uitbetalen. Daar hebben onze hersenen namelijk geen boodschap aan. Het deel van onze hersenen dat gericht is op het hier en nu, op overleven, is het reptielenbrein. Rationeel gedrag bestaat wel, maar kost ons bakken met energie. Je moet dus voldoende energie hebben voor rationeel gedrag. Daarom is het advies om mensen te overtuigen door ze in

Renda03_2016.indb 34

Je kunt een bewoner dus prima laten zien hoe goed een NoM-woning de buurvrouw bevalt, dat is sociaal bewijs. Met de nadruk op vrouw. We zijn er tijdens deze workshop achter gekomen dat het huis het domein van de vrouw is. Zo gaf Götz het voorbeeld van een aannemer die merkte dat hij offertes misliep, zodra de vrouw te horen kreeg dat er een steiger tegen het huis moest komen, toevallig aan de kant van haar bloemenperkje. “Blaas de boel maar af. Laat maar zitten. Dit gaat niet door”, imiteerde Götz. “Nu deze aannemer tijdens de offerteaanvraag met de klant bespreekt of hij misschien een boompje of plantje kan uitgraven, haalt hij bijna alle offertes binnen. “Hij hoeft dat plantje nooit uit te graven. Het noemen is al voldoende.”

10-10-16 12:16


workshop: marketingpsychologie

nr 3 2016

35

HANDIGE FEITEN BIJ HET VERLEIDEN: ■■

■■

■■

■■

■■

Hoe minder leestekens je gebruikt, hoe beter. Schrijf dus liever € 1499 dan € 1.499,-. Een inspraakavond met moeilijke boodschap? Zet wat groen (planten) bij de deur. Daar word je rustig van. Imitatie is ons belangrijkste leermiddel. We imiteren al sinds we baby zijn. Zorg dat het ergens lekker ruikt. Onze reuk is ons sterkste zintuig. ‘Nieuw is goed’ is een misvatting. Nieuw is namelijk vaak eng. Oplossing: nieuw is een verbeterde versie van wat men al kent.

HELP ONZE HELDEN

Met al deze kennis in het achterhoofd kraakten de aanwezigen hun hersenen over de volgende vraag: Hoe kunnen we één bewoner, Riet, verleiden om mee te doen aan een NoM-renovatie, terwijl deze bewoner er wat betreft energiekosten op achteruit gaat en anderen niet?

Hij hoeft dat plantje nooit uit te graven. Het noemen is al voldoende

Na de presentatie van Götz probeerden alle zeven groepen deze bewoonster te overtuigen door haar goed- of kwaadschiks te wijzen op het wij-gevoel. Het winnende groepje – dit werd bepaald door de jury bestaande uit Wouter Noordink van Over mijn huis, Astrid André als huurder en lid van het Renda-bewonerspanel en marketeer Barbara Molendijk - wilde dit aanpakken met een posteractie in de wijk: Help onze helden. Via een online platform kunnen mensen die erop achteruit gaan een hulpvraag indienen. Mensen uit de buurt kunnen daarop reageren en hun hulp aanbieden. Ook vindt er een kick off plaats in de

wijk en hangt er een wedstrijdelement aan deze actie: het blok dat als eerste 70 procent aan boord heeft, is als eerste aan de beurt. Naast de jury meldde Götz dat er in korte tijd mooie presentaties en mooie ideeën zijn geproduceerd. Zo zag een ander groepje een kans voor de kapper, want weet de kapper niet als de beste wat er in de buurt gebeurt? ‘Riet’ moet met hulp van de kapper weer onderdeel van de wijk worden. Een dilemma dat een aantal deelnemers heeft ervaren: ‘Is het wel onze taak om die individuele huurder te verleiden om mee te doen aan een energiezuinige renovatie en is het correct daar marketingtechnieken voor in te zetten?’ ■ De workshop over marketingpsychologie krijgt een vervolg en wel op 31 januari 2017. Barbara Molendijk en Raymond Calis van marketingbureau Bliksems vertalen marketingstrategieën uit andere sectoren naar het bewonersvraagstuk. Blok deze datum vast in de agenda en houd renda.nl/events in de gaten voor updates rond dit event.

Twee leden uit het Renda-bewonerspanel spreken zich uit over de workshop Marketingpsychologie. Astrid André is zelf huurder bij een corporatie en heeft als bewoner een renovatietraject meegemaakt. Wouter Noordink is eigenaar van Over mijn huis. Over mijn huis helpt de woningcorporatie en bouwer met de informatievoorziening rondom de renovatiewerkzaamheden. “Ik zat tijdens de casus in de jury. Als bewoner is het altijd boeiend om te zien hoe corporaties met hun bewoners omgaan. Hoe verloopt de communicatie? Deze workshop was interessant, want je leerde hoe we denken. Wat is mijn doel en hoe kan ik het bereiken? Je moet dus eigenlijk anders leren denken. Je zag hier en daar nog corporaties die de instelling hebben: Het huis is van ons, daar moet de bewoner zich maar bij neerleggen. Dat vind ik soms best pittig om te horen.” “De Renda bijeenkomst over marketingpsychologie vond ik erg bijzonder. Niels Götz nam ons in vogelvlucht mee door de werking van ons brein en de psyche van de mens. Hij illustreerde zijn verhaal met enthousiaste en begrijpelijke voorbeelden die voor het publiek soms verrassend, maar vaak ook erg herkenbaar waren. De inzichten van Niels gaven een beeld van de knoppen waaraan we kunnen draaien om bewoners beter te benaderen en ze gemakkelijker te overtuigen voor deelname aan bijvoorbeeld groot onderhoud trajecten. Bouwers en corporaties kunnen hier enorm veel baat bij hebben, mits ze de vertaalslag van de theorie naar hun dagelijkse praktijk in het contact met bewoners kunnen maken.”

Renda03_2016.indb 35

10-10-16 12:16


36

nr 3 2016

social return

Social Return van last naar lust Het begrip Social Return is pas sinds enkele jaren gemeengoed is geworden binnen de bouw- en infrasector. Deze nieuwe ontwikkeling kon voor de meeste bedrijven niet slechter worden getimed. Verkerende in een diepe periode van crisis. waarbij er vaak onvoldoende opdrachten voorhanden waren om het eigen personeel in dienst te kunnen houden. Daarnaast was er sprake van een overmatige prijsconcurrentie waarbij opdrachten vaak tegen kostprijs, of zelfs daaronder, werden aangenomen.

door dennis mollet, bouwend nederland

Al deze factoren bij elkaar opgeteld zorgde voor een scenario dat bij voorbaat gedoemd was te mislukken. Er ontstonden allerlei constructies waarbij opdrachtgevers, opdrachtnemers en aanvullende partijen druk in de weer gingen, maar het daadwerkelijk creëren van meerwaarde uitbleef. Als brancheorganisatie ontving Bouwend Nederland met regelmaat praktijkvoorbeelden die onuitvoerbaar waren: ■■ Door het hanteren van een methode waarbij het verplichte percentage Social Return over de totale aanneemsom wordt berekend in plaats van over de loonsom, werd soms gevraagd een hoger aantal Social Return-kandidaten in te zetten dan dat er aan totale manuren in de opdracht nodig zou zijn. ■■ Structurele inspanningen van bedrijven op Social Return-gebied werden niet meegewogen in de waardering, omdat dit buiten de opdracht viel of het mensen betrof die niet uit het bestand van de gemeente kwamen waar het werk verricht werd. ■■ Een dusdanige mismatch van opleiding en werkervaring (ontbreken van de benodigde veiligheidsopleidingen), waardoor de beschikbare kandidaten enkel ingezet konden worden voor schoonmaakwerkzaamheden, omdat ze om veiligheidseisen simpelweg de bouwplaats niet mochten betreden. Dit zorgde voor veel frustratie bij zowel de kandidaat als bij het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de inzet en begeleiding. Beiden in de wetenschap dat de inspanningen geen substantiële bijdrage zou leveren aan het toekomstig arbeidsperspectief. Door alle inspanningen leek het oorspronkelijke doel steeds meer naar de achtergrond te verdwijnen, want waar was het nu eigenlijk allemaal om te doen? De oorspronkelijke gedachte was om mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt weer terug te laten keren in de werkende maatschappij. Naast de maatschappelijke meerwaarde zou het een enorme economische meerwaarde moeten opleveren. In de praktijk bleek helaas het tegenovergestelde het geval.

Renda03_2016.indb 36

10-10-16 12:16


social return

Binnen de sector kwam het thema Social Return al snel hoog op de agenda en in de gesprekken die met opdrachtgevers werden gevoerd bleek dat ook zij erg worstelden met een goede invulling waarbij daadwerkelijk meerwaarde kan worden gecreëerd. De wens vanuit de sector om een uniform werkbaar landelijk beleid rondom Social Return te realiseren, leek al snel een brug te ver. Dit resulteerde in een meer regiogerichte benadering waarbij gesprekken met diverse gemeenten binnen de provincies werden opgestart. Belangrijke elementen in deze gesprekken waren het inrichten van werkbare constructies waarbij veiligheid voorop stond en er geen verdringing van bestaand personeel zou plaatsvinden. Aanvullend zouden zowel opdrachtgever als opdrachtnemer een gedeelde verantwoording op zich nemen om tot een succesvolle samenwerking te komen. Vanuit deze vertrekpunten werd verder gesproken om zinvolle constructies in te richten, waarbij kandidaten een structurele toekomst kon worden geboden binnen de sector. Waar heeft dit in de zuidelijke regio inmiddels toe geleid? Binnen de drie zuidelijke provincies zijn vandaag de dag verschillende uitwerkingen zichtbaar.

nr 3 2016

37

BRABANT VERRICHTE INSPANNINGEN MEENEMEN

In de provincie Brabant is de diversiteit op het gebied van Social Return nog groot. In de arbeidsmarktregio Brabant Zuid-Oost is men druk bezig om ruimte te bieden voor de Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO). Middels dit instrument kan een bedrijf aantonen welke inspanningen men in de reguliere bedrijfsvoering reeds verricht op het gebied van sociaal ondernemen. Indien een bedrijf gecertificeerd is, wordt men door de opdrachtgever vrijgesteld van overige inspanningen bij nieuw verworven opdrachten. Deze certificering brengt voor ondernemers uiteraard extra kosten met zich mee maar voorkomt wel dat reeds verrichte inspanningen niet worden gewaardeerd. Tevens voorkomt het veel ad hoc acties die nu nog vaak plaatsvinden. Aanvullend op deze ladder vinden gesprekken plaats om Social Return uit de concurrentiesfeer te halen. Bouwend Nederland is voorstander om dit in de vorm van een stelpost te doen. Ook hierbij zou provinciale uniformiteit de voorkeur genieten.

ZEELAND LIMBURG SOCIAL RETURN COÖRDINATOREN

De provincie Limburg was in het zuiden koploper door een vijftal coördinatoren aan te stellen die verantwoordelijk zijn voor de successen binnen hun werkgebied. In Noord Limburg werd afgelopen jaar door één van deze coördinatoren de samenwerking opgezocht met Wonen Limburg als vooraanstaande woningcorporatie, Bouwmensen en Bouwend Nederland. Door deze combinatie ontstond een model waarbij het opleidingsbedrijf de selectie van kandidaten op zich nam die door de gemeente werden aangedragen. Bouwmensen heeft als opleider binnen de bouwsector veel ervaring in het voeren van intakegesprekken en het uitvoeren van assessments dus van deze kennis werd dankbaar gebruik gemaakt. Bij geschiktheid stromen de kandidaten vervolgens het reguliere opleidingstraject in. Ditzelfde geldt voor zij-instromers. Indien tijdens de intakegesprekken blijkt dat een kandidaat meer geschikt is voor een aanverwante technische sector, dan wordt de kandidaat daar geïntroduceerd om vervolgens een andere richting in te stromen. Wonen Limburg stelt als opdrachtgever Social Return-eisen waarbij de bouwbedrijven gebruik mogen maken van de leerlingen van het opleidingsbedrijf. Deze leerlingen zijn al enige tijd bezig met hun opleiding, beschikken over de benodigde veiligheidscertificaten en zijn daardoor prima inzetbaar. Een bijkomend voordeel voor de woningcorporatie is dat een deel van hun huurders uit de doelgroep bestaat die op deze manier nieuwe mogelijkheden geboden krijgt om weer toe te treden tot de arbeidsmarkt. Deze samenwerking bleek dusdanig succesvol dat dit model momenteel wordt overgenomen voor infra-opdrachten in midden Limburg. De zeven gezamenlijke gemeenten treden hier zelf op als opdrachtgever waarbij zij samen met het vakgericht onderwijs een duurzame constructie inrichten waar de infrabedrijven gebruik van kunnen maken. Op dit moment wordt gewerkt aan een verdere uitrol over de gehele provincie Limburg.

Renda03_2016.indb 37

UNIFORM BELEID DOOR INFRA WERKT

De provincie Zeeland is er in samenwerking met de infrasector er als eerste in geslaagd om een uniform beleid af te stemmen met al haar gemeenten en het bedrijfsleven. Binnen een apart gevormde stichting worden plaatsbare kandidaten ondergebracht die vervolgens van werk naar werk worden uitgeplaatst. Door deze constructie zijn zij in staat om voldoende werkervaring op te doen om uiteindelijk een regulier dienstverband aan te kunnen gaan. Daar waar nodig worden opleiders betrokken om bijscholing te verrichten. Samengevat is er van provinciale uniformiteit voorlopig nog geen sprake. Landelijk zal dit nog langer op zich laten wachten. Neemt niet weg dat er stappen worden gezet om Social Return op een zinvollere manier te organiseren. Er leiden immers meerdere wegen naar Rome en lokaal draagvlak helpt om gezamenlijke successen te behalen. De bouw- en infrasector lijkt voorzichtig uit het diepste dal van de recessie te klimmen waarbij de verwachting is dat, mede door de vergrijzing, er structurele tekorten zullen ontstaan aan goede arbeidskrachten. Dit zal naar verwachting een positief effect hebben op de mogelijkheden voor Social Return. Een intensieve samenwerking tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers en het onderwijs zal veel bijdragen aan de maatschappelijke en economische problemen die we zowel vandaag de dag als naar de toekomst toe zullen moeten oplossen. Bovengenoemde ontwikkelingen zijn hier het bewijs van, maar zullen nog veel verder doorontwikkeld dienen te worden waarbij de basis ligt in wederzijds respect en begrip voor de situaties van onze gesprekspartners en specifieke omstandigheden. Indien we er gezamenlijk in slagen om dit besef tot in de haarvaten van onze organisaties te laten doordringen heeft Social Return zich volwaardig weten te evolueren van last tot lust. Social Return zal dan niet langer een op zichzelf staand begrip zijn, maar een logisch instroomkanaal voor arbeidskrachten binnen onze sector. ■

10-10-16 12:16


38

nr 3 2016

rendakaffee: duurzaam zonder nom

NoM is een weg, niet dé weg De zoektocht naar het beste alternatief voor NoM is in heel corporatieland in volle hevigheid toegeslagen. Diverse namen worden eraan gegeven: Nearly NoM of NoM ready. Centraal staat de vraag welke ingrepen verantwoord zijn met de kennis van nu. Veel corporaties doen ervaring op met enkele NoM-woningen in een pilotfase en realiseren zich dat deze optie niet haalbaar is voor het hele bezit. “Het is simpelweg te duur”, zegt Rein Swart, corporatiedirecteur van Accolade.

Het is simpelweg te duur

“Een NoM-woning kost al gauw een ton per woning en dat gaan we niet redden.” Ook stelt Swart zich de vraag of NoM überhaupt wel is waar we naar toe moeten willen: “Misschien is energie neutraal wel beter!” Bovendien wil Accolade dat de ingrepen ook voldoen aan duurzaamheidseisen volgens de Natural Step.

MEEDENKEN

Swart: “Ik wil heel graag horen van andere corporaties hoe ze hierover denken en welke stappen zij ondernemen. Op 8 november open ik de deuren van ons volledig duurzame kantoorpand in Heerenveen om met Renda-leden en partners te praten over deze keuzes en afwegingen. Samen met Renda zorgen wij voor een interactieve sessie, inhoudsdeskundigen en innovaties om samen tot een alternatief voor NoM te komen.”

RENDAKAFFEE bij Accolade DATUM 8 november 2016 TIJD vanaf 14.00 uur LOCATIE Van Kleffenslaan 5, Heerenveen ONDERWERP Moeten we wel naar Nul-op-de-Meter willen? Accolade

hoort graag van andere corporaties hoe zij hierover denken en welke stappen zij ondernemen. Praat jij mee tijdens het Rendakaffee? KOSTEN gratis voor leden en partners. Nog geen lid? Kijk op shop.aeneas.nl.

The Natural Step In de corporatie sector ligt op dit moment erg de nadruk op de wettelijke verplichting de energielabels te verhogen naar label B. Maar is de jacht naar labelstappen wel de goede weg om het klimaat en de bewoner te helpen? Staren we ons niet blind op een middel, terwijl we moeten kijken naar een gezamenlijk einddoel: het verhogen van kwaliteit en het verlagen van de belasting (op milieu en woonlasten).

Het idee is dat, als we de samenleving inrichten binnen de kaders van deze principes, de natuur in staat zal blijven zijn ons te voorzien van alles wat we nodig hebben om te leven.

door jetske thielen

Er is geen eenduidige definitie van duurzaamheid. Het lijkt wel alsof iedereen een andere taal spreekt wanneer het over dit onderwerp gaat. Hoe kunnen we gezamenlijk werken aan het realiseren van een duurzame wereld? Steeds meer corporaties, gemeenten en leveranciers gebruiken daar de The Natural Step voor. De naam zegt het eigenlijk al: Het is niet de bedoeling om in één klap de hele dagelijkse praktijk van een organisatie om te gooien, maar om stap voor stap maatregelen te nemen in de goede richting. The Natural Step biedt de gemeenschappelijke taal en gestandaardiseerde aanpak die je helpt bij het realiseren van je duurzame doelen middels vier principes.

Renda03_2016.indb 38

Duurzaamheidsprincipe 1 Duurzaamheidsprincipe 2 Duurzaamheidsprincipe 3 Duurzaamheidsprincipe 4 ... niet meer en sneller ... de natuur niet sneller ... geen dingen doen ... niet meer en sneller stoffen uit de aarde in het chemische stoffen in het afbreken dan de tijd die waardoor we mensen milieu brengen dan de nodig is om te herstellen. beperken in het vervullen milieu brengen dan de natuur kan verwerken. van hun basisbehoeften. natuur kan verwerken.

NATURAL STAPPENPLAN 1. EINDDOEL/VISIE OPSTELLEN Dit vormt het uitgangspunt voor alle

besluiten en acties. 2. BEWUSTWORDING Hoe werken onze ecologische en sociale

systemen, wat zijn de mogelijke uitdagingen om betere keuzes te maken en wat betekent dit voor de organisatie? 3. HUIDIGE SITUATIE Hoe werkt de organisatie nu en waar valt de meeste winst te behalen? 4. INNOVATIES EN OPLOSSINGEN Hoe kan de kloof tussen de huidige situatie en het einddoel worden gedicht? 5. PLANNING EN UITVOERING Wat gaat er gebeuren en wie is daarvoor nodig?

The Natural Step komt aan bod in het Rendakaffee op 8 november. Lees het hele artikel op renda.nl/the-natural-step.

10-10-16 12:16


Renda, jouw netwerk bestaande bouw wordt mede mogelijk gemaakt door de volgende partners:

KENNISNETWERK BESTAANDE BOUW

PARTNERS:

Renda03_2016.indb 39

10-10-16 12:16


VORMSTABILITEIT (LUCHTDICHTHEIDSKLASSE 4)

GELUIDSISOLATIE (TOT 48dB)

BRANDVEILIGHEID (30 MIN WBDBO)

INBRAAKVEILIGHEID (SKG3)

DEUREN VAN DALOC: DE MEEST ONTWIKKELDE DEUREN OP DE MARKT. Innovatie en duurzaamheid voor nieuwbouw, renovatie én transformatie. Daloc veiligheidsdeuren overtreffen de geldende eisen, hebben een gunstige TCO en bieden een hoog veiligheidsen comfortgevoel voor een competitieve prijs. Voor zowel aannemer, opdrachtgever als bewoner zijn er risicobeperkende en waardeverhogende voordelen. Als Zweeds marktleider en recent op de Nederlandse markt hebben we in korte tijd een mooi aantal projecten uitgevoerd voor aansprekende innovatieve beleggers, ontwikkelaars, woningcorporaties en aannemers. Bent u ook één van de game changers met de deur van de toekomst?

Renda03_2016.indb 40

Complete set met unieke eigenschappen Onze deur-kozijncombinaties zijn van staal, schadebestendig, trekken niet krom en sluiten kou, tocht, brand, rook, vocht en onaangename luchten buiten. Er is maar weinig wat u tegen zoveel zaken kan beschermen. Eventueel een super robot... Kijk voor meer informatie op daloc.com Veiligheidsdeur

10-10-16 12:17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.