Hermans Suikermais Jubileum Magazine

Page 1


lnnovation: De-husk whole sweet corn cobs, kernel safe!

We congratulate Mielieson their 30th anniversary!

Jubileum MAGAZINE

BESTE LEZER,

Als student aan de Hogere Agrarische School begon ik dertig jaar terug kleinschalig met de teelt van suikermaïs op een halve hectare. Inmiddels beslaat het eigen teeltoppervlak van Hermans Suikermaïs meer dan 100 hectare per jaar en de internationale teelt meer dan 500 hectare. Door nauwe samenwerking met telers over de hele wereld zijn we in staat om 365 dagen per jaar suikermaïs te leveren van de beste kwaliteit voor de juiste prijs.

In al die jaren is er veel veranderd, maar de passie is onverminderd gebleven om te allen tijde de beste suikermaïs te leveren. In dit jubileummagazine leest u over onze historie en onze visie op de toekomst. Ook komen enkele gewaardeerde klanten aan het woord en maakt u kennis met onze medewerkers die inmiddels net zo gepassioneerd zijn over de suikermaïs als ikzelf.

Ontdek ons bijzondere verhaal en lees snel verder!

Colofon

Dit is een uitgave van Fresh Publishers Stevinweg 2, 4691 SM Tholen

Copyright©2024 - Alle rechten voorbehouden

Redactie Izak Heijboer

Vormgeving Viola van den Hoven

Fotografie Martijn van Nijnatten, Hermans Suikermaïs

Acquisitie Andries Gunter

Druk Tinto Media

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele onvolkomenheden.

Inhoud

WERKNEMERS

Marijke Smedts

Con Storm

Karin Segers

Hubert Salimans

Maria Kubicka

Isa Vullers

GIEL HERMANS

Dertig jaar pionier in de verse suikermaïs

KLANTEN AAN HET WOORD

Fris-Co

Nature’s Pride

Staay Food Group Venlo

Bakker Barendrecht

Staay Food Group Papendrecht

Bud Holland

Giel Hermans

Dertig jaar pionier in de verse suikermaïs

Hoe was het gelopen als de docent op de Hogere Agrarische School in Deventer de suikermaïsteelt bij Giel Hermans niet onder de aandacht had gebracht? We zullen het nooit weten, maar de kans is miniem dat hij aan het pionieren was geslagen met de suikermaïs en deze Hollandse groente dertig jaar terug in het Nederlandse schap had geïntroduceerd.

“Hoewel mijn ouders niet uit de agrarische sector kwamen – mijn vader was actief in de techniek en mijn moeder had een kunstgalerie – heeft het er bij mij altijd wel ingezeten. Vanaf mijn zesde riep ik al dat ik boer wilde worden,” vertelt Giel. Hij koos dan ook voor een vervolgopleiding op HAS. Toen hij als eerstejaars op vrijdagmorgen

gereed zat voor de les Tuinbouw zat hij helemaal alleen in de klas. “Er was helemaal niemand! Ik had blijkbaar op donderdagavond een galafeest gemist. Opvallend, want meestal was ik er wel bij als er wat te drinken viel!”

Het werd echter een college om nooit te vergeten. Docent Gildemacher legde Giel uit dat de teelt van suikermaïs weleens een attractieve teelt kon worden in Nederland. In de Verenigde Staten was de suikermaïs al hot en er moesten ook in een trendvolgend land als Nederland kansen liggen, al was de consumptie nog nihil. “Toen dacht ik: ‘Minder kan het niet worden, ik ga het proberen.’ Zo ben ik als student gestart met de teelt op een halve hectare.”

Het lukte Giel om op school de suikermaïs teelt in te dienen als stage-opdracht. Alle opdrachten, van SWOT-analyses tot teelt en marketing, gingen dan ook in de richting van de maïs. Buitenlandse stages werden uitgevoerd bij telers in Frankrijk en Spanje, waar de suikermaïsteelt al op een veel hoger niveau lag. De druk lag in de oogstperiode van tien weken in de zomer-

periode en omdat teelt en school werden gecombineerd, moest moeder Hermans nog weleens in de bres springen.

“Ik ben gestart met 5.000 gulden spaargeld. Bij de Rabobank kon ik een studentenlening afsluiten van 12.000 gulden tegen 10% rente. De meeste studenten kochten daar een computer van, maar ik heb er mijn eerste heftruck van gekocht. Dat vond de bank niet leuk, maar van de heftruck heb ik veel plezier gehad. Die heeft hier wel 25 jaar gedraaid, dus die heeft z’n geld wel opgebracht,” lacht Giel. Hij huurde een loods in Herkenbosch, een dorpje bij Roermond. De eerste grote investering was een sorteerlijn, die hij kocht bij Frans Schepers van Machinefabriek Eillert. “Toen die

lijn werd geleverd, viel die van de vrachtwagen,” blikt Giel terug. Ook deze investering bleek een uitkomst. “Voorheen stonden we gewoon bij een bak maïs te pellen. Toen we een lijn kregen met verschillende bandjes, was dat een grote verbetering.”

De eerste teeltjaren verliepen goed en Giel schaalde de teelt met het jaar op. “De eerste jaren gingen we nog perspotjes opkweken bij plantenkwekerij Gipmans om de oogst te vervroegen. Daar hadden we begin mei al plantjes staan. Uiteindelijk bleek deze teelt toch te risicovol, waarna we in Zuid-Duitsland zijn gaan inkopen. Dankzij teelt met een foliesysteem en vliesdoek konden we zodoende vanaf half juli, in een normaal seizoen, de markt bedienen.”

“Toen ik startte, dacht ik dat ik de allereerste was die suikermaïs teelde in Nederland. Toen ik eenmaal aan het leveren was, bleek dat er meer pioniers waren. Zo ontmoette ik op de AGF-Totaalbeurs Jos de Regt, die in Zeeland volop aan de weg aan het timmeren was. Hij heeft echter vrij snel de afslag naar de diepvriesmaïs genomen, terwijl wij de volle focus hebben gehad op de grillige versmarkt. De diepvriesmaïs gaat naar hele andere kanalen en is bijvoorbeeld in het Midden-Oosten erg populair. We hebben elkaar dan ook nooit in de weg gezeten en hebben elkaar veel meer als een collega dan als concurrent gezien. Lang heb ik op het gebied van verse maïs het alleenrecht gehad en eerlijk gezegd had ik meer concurrentie verwacht. De kunst is dan natuurlijk om niet arrogant te worden.”

“Terugkijkend waren de beginjaren erg onprofessioneel, maar het is wel een hele mooie tijd geweest. Na vier, vijf jaar was het de vraag: stoppen we of gaan we door en maken we een professionaliseringsslag? We kozen voor dat laatste en schreven een businessplan om een nieuwe loods te bouwen. Van ABN AMRO kregen we een lening. De verhuizing naar Kessel heeft het bedrijf echt een boost gegeven. Zo waren we één van de eerste tuinbouwbedrijven met een laaddock, dat had ik gezien bij een nieuw tomatenbedrijf. Daarvoor moest ik nog praten als Brugman, want iedereen ging toen nog over de richel van een laaddeur.”

De sleutel tot de snelle groei in de eerste jaren, is volgens Giel de rassenkeuze geweest. “In Nederland waren er wel suikermaïsrassen, maar die

zagen er gewoon niet uit. In de Verenigde Staten waren ze hier al veel verder mee, daar ontmoette ik een zaadleverancier met prachtige rassen met een veel fijnere korrel. Hier in Nederland zaten er twaalf tot veertien korrels om de spil, in de Verenigde staten hadden ze er met achttien tot tweeëntwintig. Met die rassen hebben we echt een gigantische voorsprong genomen. De rassen waren van veel betere kwaliteit dan we in Europa gewend waren.”

“Groot voordeel was dat in die jaren internet nog nauwelijks haar intrede had gedaan, dus niemand kon die rassen vinden. Ik denk dat we hierdoor wel twintig jaar een voorsprong hebben opgebouwd met onze rassen. Die voorsprong verviel toen de veredelaar werd overgenomen door een Europese firma. Maar met een goed ras alleen ben je er niet. De kunst zit ’m in goede opvolgende rassen die naadloos op elkaar aansluiten onder verschillende weersomstandigheden. De kunst is om die rassen bij elkaar te zoeken. En daar ben ik wel goed in, al zeg ik het zelf. Hoe ik dat doe is het geheim van de smid, maar er komen heel wat proeven bij kijken. Want voor je een goed ras hebt, ben je al snel een paar jaar verder.”

“Uniek is wel dat, sinds ik maïs teel, we geen schadelijke insecten in de maïs hebben gehad. Andere landen hebben wel met de aantasting van de Spodoptera frugiperda te maken, maar wij hebben er geen last van.

SEIZOENSKALENDER

Half juli t/m half oktober Nederland

Half oktober t/m

half november Spanje

November Marokko

1 dec t/m 31 mei Senegal

Juni / Juli Marokko

Gelukkig is de maïs een hele sterke plant, maar de aantasting komt wel steeds dichterbij, zo zijn sinds de Kosovo-oorlog de rupsen wel in Kosovo aangeland. Ik verwacht daarom dat het een kwestie van tijd is voor we hier ook resistente rassen nodig hebben.”

Giel startte met de handpluk, maar kocht al snel een eenrijige oogstmachine. “Ik ben naar Zuid-Afrika geweest om te kijken of die goed werkte. Dat was natuurlijk niet zo, maar met de nodige aanpassingen hebben we er toch de eerste paar jaar mee geboerd. Vervolgens hebben we een zelfrijdende vierrijer gekocht. Door de jaren heen zijn we steeds verder aan het mechaniseren geslagen. Hiervoor heb ik veel aan de overkant van de oceaan gekeken om de processen efficiënter te laten verlopen. Inmiddels oriënteren we ons op robotisering. Met de stijging van het minimumloon is dat een absolute noodzaak, anders worden de groenten wel heel duur.”

Aan zijn reis naar Zuid-Afrika hield Hermans de merknaam Mielies – Zuid-Afrikaans voor

Mieke Hermans pakt suikermaïs in (foto 1993)

suikermaïs over. “Hoewel ons logo door de loop der jaren wel is geëvolueerd, heeft de Europese vlag met de maïs altijd wel centraal gestaan. Daarmee konden we ons goed onderscheiden, want 90% van de maïstelers heeft een groengeel logo,” vertelt Giel. Ook de website www.suikermaïs.nl legde hij als student meteen vast. “Dat was iets waar niemand toen mee bezig was, maar dat is wel een gouden greep geweest. Ook hebben we altijd wel meegedaan met beurzen, zoals de AGF-Totaal in Rotterdam, de Fruit Logistica in Berlijn en de Fruit Attraction in Madrid. De laatste jaren kiezen we er vooral voor om naar de beurs te gaan als bezoeker, maar we schuwen het niet om naar een beurs te gaan.”

Met de marketinglessen en het internationale karakter van zijn studie in zijn achterhoofd had Giel al snel het plan opgevat om alles wat hij produceert zelf te verkopen. “Bij de opstart ben ik nog lid geweest van de veiling, maar dan kon je het product voor de klok zetten en

was je vervolgens aan de goden overgeleverd. Daar had ik geen zin in, ik geloofde niet zo in dat veilingmodel. Grootwinkelbedrijven wilden steeds meer rechtstreeks met de telers doen, dus daar zag ik kansen. Zo ging ik met de kolven onder de arm naar de grootwinkelbedrijven toe en dat was vrij snel raak.”

Onder meer Albert Heijn was snel geïnteresseerd. De retailer voerde al Franse suikermaïs en ging graag met een Nederlandse teler in zee. “Inkoper Gé Happe van Albert Heijn kan eigenlijk gezien worden als de ‘godfather’ van de maïs in Nederland. Hij is degene die de suikermaïs in Nederland heeft geïntroduceerd. Die inspanningen zie je tot op de dag van vandaag terug. Mensen weten gewoon dat er jaarrond goede maïs bij de Appie te krijgen is. Via Cor Noordijk van Bakker Barendrecht kreeg ik de kans om de Nederlandse maïs te leveren, ik ben hem er nog altijd dankbaar voor dat ik als jong mannetje die kans kreeg.”

Wel krijgt Giel een boodschap van de inkopers mee. Ze wilden de suikermaïs jaarrond kunnen voeren. Daarvoor reist Giel in de beginjaren wat af en via contacten met telers in Frankrijk, Spanje, Marokko en de Verenigde Staten krijgt hij binnen enkele jaren de jaarrond levering voor elkaar. “In mijn studietijd had ik al veel contacten opgedaan en die kwamen toen goed van pas. Zo hebben we heel lang maïs uit Florida en Georgia geïmporteerd. Daarmee konden we gaten vullen in de markt en hebben we mooie successen geboekt, terwijl niemand wist waar de maïs vandaan kwam. Door devaluatie van de dollar en ook ‘hurricanes’ hebben we de laatste jaren de Amerikaanse maïs vervangen door de maïs uit Senegal.”

“De stap naar Senegal hebben we precies op het juiste moment gezet. We gingen er weer met de rugzak heen en kwamen daar een grote producent tegen die op zoek was naar afzet, dus die match was snel gemaakt. Ik zie Senegal echt als de groentetuin van Europa. Waar landen als Spanje en Marokko veel uitdagingen hebben op het gebied van water, is de beschikbaarheid in Senegal oneindig met een rivier die door de woestijn stroomt. De maïs die we in Senegal voor de Europese markt telen is voor de lokale bevolking veel te zoet. Wel zie je dat er steeds meer maïs voor de lokale markt wordt geteeld, dus dat is wel een bedreiging voor de export. En in Afrika maakt het niet zo uit of de maïs geel, groen

of krom geleverd wordt, terwijl wij klagen over elk vlekje en puntje.”

“De andere kant is bij ons dat alle certificeringsregels weleens wat te ver gaan. Vroeger stonden we hier met carnaval verkleed de maïs in te pakken, dat hoef je nu niet meer te doen, maar ik vraag me soms wel af of de regels niet te ver doorgeschoten zijn. Ik ben HBO-opgeleid, maar als je dan ziet dat je accountants en consultants nodig hebt om je papierwinkel in orde te maken om aan de wensen van de overheid te voldoen, dan gaat dat wel erg ver. We zijn echt een dienstenmaatschappij geworden en uiteindelijk zorgt dat ook voor duurdere producten.”

Eerste personeelsbezetting aan de pizza met o.a. Joachim Nieuwhof en inkoper
Edah (nu Hak)
Eerste grote klant Bakker Barendrecht
Giel neemt, samen met zijn vrouw Judith, de prijs van AGF Ondernemer van het Jaar 2011 in ontvangst

De acceptatie van de verse suikermaïs had tijd nodig. “In de beginjaren stonden we vaak op markten om de mensen te laten proeven. Op zo’n dag kreeg je wel duizend keer te horen dat mensen dachten dat de maïs voor de koeien en de kippen was. Dat is nu na dertig jaar wel een stuk minder,” blikt Giel, terug. Hij herinnert zich een actie bij de Edah in de Bijlmer nog goed. “In die tijd had Edah een gouden inkoopteam, bestaande uit Hero Haak , Harrie van de Mortel en Joachim Nieuwhoff, mijn voormalig klasgenoot van de HAS. Alle winkelbezoekers gingen de maïs in de winkel pellen. De AGF-chef was helemaal over de rooie, want alle gangpaden zagen groen. Maar we hadden wel een volle auto maïs verkocht en door dat soort acties ging de verkoop serieus lopen!”

Vandaag de dag ligt het aandeel van de suikermais dat haar weg vindt binnen de retail rond de 40%.

“Dat is ook weleens 80% geweest. Maar in hetzelfde college Tuinbouw van Gildemacher had ik geleerd dat je nooit meer dan 20% van je volume naar één klant moest sturen, dan werd het te risicovol. Ik moet eerlijk zeggen dat we in die jaren weleens fors boven dat percentage hebben gezeten, maar we hebben eraan gewerkt om de afhankelijkheid te verminderen. We doen met sommige retailklanten al wel dertig jaar goed zaken, maar we blijven alert en willen niet gebonden zijn. Zo werken we ook met onze leveranciers. We willen niet afhankelijk zijn en hebben bijvoorbeeld meerdere leveranciers van verpakkingsmaterialen.”

Naast de retail zorgden de Hollandse AGF-exporteurs voor de buitenlandse klandizie. “Exotenhandelaren als BUD, TFC, Westland Import en Nature’s Pride had ik al snel als klant en dat zijn de meesten tot vandaag de dag naar volle tevredenheid. Dan blijkt al snel de kracht van het Nederlandse logistieke netwerk. Niemand heeft volle pallets suikermaïs nodig, maar op

de mixpallets konden bijna alle exporteurs meeliften naar hun klanten. Onder meer Scandinavië, Zwitserland en Oostenrijk zijn grote exportmarkten. Het Verenigd Koninkrijk was dat ook, maar dat is sinds de Brexit verleden tijd. Ook leveren we veel maïs als bulkproduct naar telers/verpakkers in het buitenland. Het leuke is dat de exporteurs vaak een grote diversiteit hebben aan klanten en daar zijn we op meegelift. Ook allochtone ketens zijn in de loop der jaren goede klanten geworden. Die doelgroep eet flink wat maïs. Het

Uitbreiding teeltlocatie Spanje circa 1995
Werkbezoek Zuid-Afrika 1994

blijft lastiger om de maïs in Groningen of Friesland te slijten dan in Amsterdam.”

“Ook leveren we maïs aan de foodservice, zij staan bijvoorbeeld in een kraampje de maïs voor de winkel te grillen. Dat zijn weliswaar niet altijd de grootste volumes, maar het is margetechnisch wel een interessante groep. In Duitsland staat er op de kermis vaak wel een kraampje met maïs, dat is hier in Nederland een stuk minder. Wel hebben we klanten die de maïs

op festivals verkopen. Wij leveren hiervoor het basisproduct en laten de verkoop aan anderen over. Het is tenslotte ook wel fijn om op zondag thuis te zijn. Hollandse speciaalzaken hebben de potentie om het verhaal van de maïs aan hun klanten te vertellen, maar in de praktijk blijkt dat de omloopsnelheid in de groentewinkels vaak te laag is. Ook vind ik dat de horeca nog onvoldoende doet met suikermaïs, die verkoop is nu vooral voorbehouden aan de steakhouses en grillrestaurants.”

“Toen ik begon met de teelt lag de consumptie in Nederland per hoofd van de bevolking op 40 gram per jaar. Bij de laatste data die ik gezien heb, was dat 80 gram, dus dat hebben we in dertig jaar toch mooi weten te verdubbelen. Maar we zijn er nog niet, in de Verenigde Staten ligt de consumptie bijvoorbeeld op 10 kilo, dat zijn dertig kolven per jaar, dus er valt nog een wereld te winnen. Ik geloof ook dat de categorie nog wel verder zal groeien, mits die voldoende aandacht krijgt. Het blijft namelijk wel een product dat aandacht nodig heeft, maar gelukkig ook krijgt. Als een TV-kok de suikermaïs promoot, zien wij de afzet meteen toenemen. Vroeger werd de barbecue alleen geassocieerd met vlees. Tegenwoordig zie je in de reclame ook altijd een maïskolf op de grill. Die hele vegantrend is positief voor ons als groentetelers. Ook komen veel mensen op vakantie in het buitenland met maïsgerechten in aanraking, dus die groei wordt echt niet minder. Of we de 10 kilo in Amerika gaan evenaren, weet ik niet. Ik hoop in elk geval dat we er dan wat collega’s bij krijgen.”

In het Hollandse seizoen heeft Hermans Suikermais zo’n veertig mensen aan het werk. “Ik ben trots op ons personeelsbeleid. Waar veel tuinbouwbedrijven zijn overgegaan op Roemenen en Bulgaren zijn wij vast blijven houden aan onze Poolse mensen. De vij-

ver om uit te putten wordt in Polen steeds kleiner, maar wij hebben een goede groep van vaste mensen die voor ons werken en daar zijn we zuinig op. Met mechanisatie en automatisering proberen we het handjeswerk wel te beperken, maar doordat we steeds meer volume zijn gaan doen, blijft het aantal mensen redelijk gelijk. Ik heb altijd geïnvesteerd in ons machinepark om overcapaciteit te hebben. In de beginjaren werkten we hier zeven dagen per week, twintig uur per dag, maar dat houd je niet vol. Normaal gesproken willen we het werk gewoon in vijf werkdagen doen. Dat moet je organiseren, maar met ons machinepark kunnen we in korte tijd grote hoeveelheden maïs verwerken.”

De thermometer is een belangrijke graadmeter voor de consumptie van suikermaïs.

“Zodra de zon gaat schijnen in het voorjaar, schiet de maïsconsumptie omhoog. Mensen zijn dan de hutspot beu en zeker als het barbecueweer zijn intrede doet, gaat de afzet van de maïs skyhigh,” vertelt Giel.

“Die piek komt vaak in september weer ten einde en in de winter is ons verkoopvolume een stuk lager. Wel blijven we goed in de weer, omdat we ook de distributie voor

andere Europese partijen verzorgen. Daarbij komt onze locatie bij de Rotterdamse en Antwerpse haven.”

Hoewel Hermans met verschillende kleuren maïs heeft geëxperimenteerd, blijft de Europese consument volgens Giel trouw aan de gele maïs. “Maar in Afrika is juist de witte maïs populair. Die is ook heel lekker, alleen past die nog niet zo in het Europese eetpatroon. In Amerika is de geelwitte bicolour-maïs het meest geliefd. Voorlopig hebben wij onze handen vol aan de gele maïs, maar wellicht is het wat voor de volgende generatie om te experimenteren met andere kleuren.”

Op de vraag of Giel de maïs het liefste verpakt of onverpakt verkoopt, antwoordt de teler: “Ik verkoop het liefste de suikermaïs in blad, omdat dit de beste houdbaarheid geeft. Ik was in eerste instantie bezorgd dat hierdoor onze toegevoegde waarde minder werd, maar door onze rassenkeuze en kwaliteitsnormen, zien we toch wel dat de klanten het liefste hun suikermaïs bij ons kopen. Ze weten dat ze hierdoor verzekerd zijn van kwaliteitsmaïs van dezelfde rijpheid en dat er geen kleine kolfjes onderin

de kist liggen. We hebben een natuurproduct, maar het verkochte product moet gewoon goed zijn. Punt uit.”

“Toen we begonnen werd de meeste maïs verpakt in de bekende houten Holland-kistjes, per twee verpakt in een schaaltje. Waarom de maïs per twee verpakt werd, weet niemand. Waarschijnlijk is iemand op de veiling daar ooit – in navolging van bijvoorbeeld witlof – mee begonnen. Acht verpakkingen in een kistje was de standaard. Onze kolven waren dikker, waardoor de nietjes er vaak afgingen voor ze bij de veiling aankwamen. Ik heb nog hele discussies moeten voeren om niet acht, maar zeven verpakkingen per kist aan te leveren. Toen de houten kistjes werden vervangen door klein EPS-fust gingen er maar zeven verpakkingen in, dus toen was het snel geregeld.”

“Dagelijks zijn we op zoek naar nieuwe manieren om onze suikermaïs zo goed mogelijk aan te leveren. Zo kunnen we de kolf geheel ontbladeren, er een zogenaamd ‘window’ in maken of er handige suikermaïs lollies van maken. Ook zijn we ontzettend trots op onze geschilde maïs. Deze kolven worden door een machine op leng-

te gezaagd, geheel ontbladerd en per twee geflowpackt, waarna ze meteen de magnetron in kunnen. Sinds kort voeren we ook gekookte maïs. Dat was altijd een klein volume, maar de gemakstrend zet zich door en gekookte maïs is convenience en ook nog eens lang houdbaar. Met de nieuwste kooktechnieken kunnen we een mooi product op de markt brengen. Nu besteden we dat nog uit, maar in de toekomst willen we graag een eigen kookfabriek starten.”

De Nederlandse teelt heeft Hermans Suikermaïs in een straal van dertig kilometer rond het bedrijf in Kessel. “Met een stuk of acht andere telers uit

Stage bij maïsverwerker Frankrijk 1995
Giel tijdens zijn presentatie in Spanje bij Syngenta

de omgeving werken we nauw samen op het gebied van grondruil of contractteelt. Suikermaïs is een ideale wisselteelt. Zo’n vijf tot tien hectare van onze teelt, dus zo’n 10% van het areaal, is biologisch. Dit is een segment dat het prijstechnisch wat lastiger heeft. Tegelijkertijd zien we dat supermarkten het graag inzetten om hun bio-aandeel in de winkel op te schalen,” vertelt Giel. De laatste drie jaar is hij ook volop actief in de Belgische teelt. “Qua consumptie loopt België nog twintig jaar achter op Nederland, maar we zitten vlakbij de grens en hebben Belgische klanten. Belgen zijn chauvinistischer dan Hollanders en hebben een voorkeur voor lokaal product. We zijn momenteel een teeltcyclus over de grens aan het opzetten om ook in België twaalf weken

per jaar te oogsten en de klanten van lokaal product te voorzien.”

“De afgelopen vijf jaar ben ik bewust op zoek gegaan naar een team om me heen dat zelfstandig de toko kan draaien. Bovendien ben ik in mijn hart een pionier, dat zal wel een ondernemerseigenschap zijn. Als de business staat, verlies ik mijn interesse. Het is daarom goed om te zien dat we een mooi team hebben opgebouwd. Zo is Con Storm, die ik kende van de reservisten, de laatste jaren verantwoordelijk voor de operationele in- en verkoop. Hij werkt al jaren in de handel en kent dus het klappen van de zweep. Of ik de volgende dertig jaar nog ga halen, weet ik niet. De kunst is om gezond te blijven. Ondernemen is topsport, ze-

ker ook in de groenten. Ik heb in die dertig jaar al heel wat bedrijven af zien haken. Maar ik wil het bedrijf wel minder afhankelijk van mezelf maken. Of ik goed kan loslaten? Ik vind zelf dat het redelijk lukt, maar ik ben wel echt een kwaliteitsmens. Als we jaarrond een kwaliteitsproduct kunnen leveren, maakt dat me trots, maar daar wil ik dan ook geen concessies aan doen. We hanteren hier de visie dat klanten hier 365 dagen per jaar hun verse maïs kunnen halen. Continuïteit en kwaliteit staan daarbij bovenaan. De laatste jaren hebben aangetoond dat de beschikbaarheid van product geen vanzelfsprekendheid is, dus het sourcingnetwerk zal misschien nog wel belangrijker worden.”

Op de vraag naar de hoogte punten door de jaren heen, kan de titel van Agrarisch Ondernemer van het Jaar 2011 natuurlijk niet ontbreken. “Ik ben trots op de prominente plek die we op de markt innemen. Dat is echt een teamprestatie. We hebben acties, waarin we een half miljoen kolven in een week tijd verkopen. Mensen slaan dan volop aan het barbecueën of slaan hun hele wintervoorraad in. Soms krijg ik van vrienden in Curaçao een foto toegestuurd van de Mielies-maïs die daar in de supermarkt ligt. Dat is toch kicken!”

Als echte pionier is Giel met meer bezig dan suikermaïs alleen. Zo combineert hij sinds jaar en dag de teelt van de maïs met het houden van

Hereford runderen en natuurbeheer, waarbij de onverkoopbare maïs aan de runderen wordt gevoerd. Klanten kunnen in de slagerij terecht voor een ambachtelijk stuk vlees. Ook zijn nevenactiviteiten bij de plaatselijke brandweer en de reservisten van de Korps Mariniers zou hij voor geen goud willen missen. “Er is meer dan maïs en ik zoek altijd wel wat spanning en sensatie,” lacht de ondernemer. “Ik zou dan ook ongelukkig worden als ik elke dag van negen tot vijf hetzelfde moest doen, maar daarin heb ik met al de activiteiten de juiste combinatie gevonden. Zo zijn met drie dames in huis de dagen aardig gevuld!”

Op de vraag of de volgende generatie al in de startblokken staat, antwoordt Giel: “Dat moet nog blijken, maar het moet absoluut geen verplichting voor ze zijn. Veel belangrijker is dat ze - net als ik - doen wat ze leuk vinden. En soms hangt het leven van toevalligheden aan elkaar, als ik op die avond in mijn studententijd wél naar de feestavond was gegaan, had ik hier tenslotte niet gezeten…”

WERKNEMERS AAN HET WOORD

“Ik ben in 2016 aangenomen als managementassistente. Ik ben 600 meter van het bedrijf vandaan geboren en woon inmiddels al meer dan 20 jaar in Baarlo op slechts 3,5 kilometer van het bedrijf, dus dat is ideaal. De kwaliteitszorg kreeg ik er later als cadeautje bij,” lacht Marijke. “Toen ik startte hadden we nog twee of drie certificeringen, inmiddels zijn dat er acht geworden, dus daar heb ik mijn handen aardig vol aan. Zelf vind ik het leuk om mijn tanden in het kwaliteitsbeleid te zetten, maar ik snap dat het voor een ondernemer ook weleens vervelend is. Theorie en praktijk matchen namelijk niet altijd. Ook de eisen die klanten stellen gaan steeds verder. Soms vraag ik me dan ook wel eens af waar het een keer stopt.”

“Eerst waren we als bedrijf BRC-gecertificeerd, maar dat is later omgezet in een FSSC-certificering. Verder voldoen we aan de GlobalGAP en GRASP, Planet Proof, Beter Voor en Skal. Ik probeer de audits zoveel mogelijk te combineren, maar opgeteld zijn het toch zeker drie audits per jaar, de onaangekondigde audits nog niet meegeteld.”

“In de loop der jaren heeft het bedrijf een flinke professionaliseringsslag gemaakt. In het verleden waren productie en kantoor echt twee verschillende groepen, dat wordt steeds meer één team en daar probeer ik ook mijn steentje aan bij te dragen. Als office manager komen veel vragen op mijn bordje terecht en ben ik vaak de schakel tussen Giel en het personeel. Giel is een echte ondernemer en is vaak met toekomstplannen bezig, in pionieren is hij echt een kei. Maar het is ook

Marijke Smedts

“Schakel tussen Giel en het personeel”

Marijke is actief als ‘rechterhand’ van Giel. Voor Giel die regelmatig op reis is, geldt ze dan ook als steun en toeverlaat, die zorgt dat de toko blijft draaien.

belangrijk om de rest van het personeel mee te krijgen en dat is ook voor een relatief klein bedrijf best een uitdaging.”

“Zo vind ik het belangrijk dat de Poolse medewerkers zich op hun gemak voelen. Als die mensen wegvallen, heb ik ook niets meer te doen. Het zijn niet meer de Poolse medewerkers van vroeger. Ze hebben toch andere wensen, wat ook hun goed recht is. De Poolse cultuur is heel anders dan de Nederlandse cultuur, daarom probeer ik zo rechtstreeks mogelijk met ze te communiceren, zodat ik weet waar ze tegenaan lopen. Nu kan ik geen Pools en spreken zij vaak geen Engels, dus vaak gaat het met handen en voeten en met de hulp van Google Translate. Maar ik laat ook een paar keer per jaar een externe tolk komen om de mensen toch persoonlijk te spreken en dan probeer ik ook wat met hun feedback te doen.”

“Al met al heb ik een hele leuke en diverse functie. Je kunt het zo gek niet bedenken of het komt wel aan bod,” vertelt Marijke. “Waar ik voldoening uit haal? Sowieso als we weer een certificering binnen hebben. Maar ook haal ik voldoening uit de contacten met de Poolse medewerkers. Als mensen in de hal met plezier hun werk doen, dan word ik daar ook blij van. In de toekomst willen we de bedrijfsvoering nog verder digitaliseren, met name van de productie. Dat is best een uitdaging, maar uiteindelijk moet dat het werk voor iedereen makkelijker maken. Inmiddels doet mijn zoon hier ook vakantiewerk. Ik heb hem er echt niet toe gedwongen, maar hij vindt het hartstikke leuk. Blijkbaar werkt het aanstekelijk!”

Theo Thielen | Fris-co
“Ondanks dat we een kleine klant zijn, hebben we een uitstekende band”

De samenwerking tussen Hermans Suikermaïs en Fris-Co, dat gespecialiseerd is in de AGF-export naar Italië, is de twintig jaar al gepasseerd. Hoewel de Italianen volgens

Theo Tielen de suikermaïs nog nooit volledig in de armen hebben gesloten, verandert dat niets aan de samenwerking. “We kopen vaak kleine aantallen bij Hermans en ook nog eens heel onregelmatig, maar desondanks hebben we een hele goede band.”

De verklaring zit ’m volgens de exporteur vooral in het persoonlijke contact. “We hebben dezelfde bloedgroep. En of we nu een pallet kopen of een paar doosjes, dat verandert niets aan de verhouding. Ik ken Giel al uit een vorige periode, toen we beiden bij een andere exporteur werkten. Toen werd al snel duidelijk dat Giel niet iemand is om voor een baas te werken. Je moet hem niet in een keurslijf proppen. Toen hij zijn eigen bedrijf begon, kon hij zijn eigen creativiteit gebruiken en zag je hem opfleuren.”

Theo heeft veel bewondering voor het ondernemerschap van Giel. “Wat Rob Baan deed met de cressen, deed Giel met de suikermaïs. Hij riep naar iedereen wat voor een bijzonder product de maïs toch wel was. Daarmee heeft hij de verse suikermaïs

echt op de kaart gezet. Het is knap hoe het bedrijf door de jaren heen geprofessionaliseerd is. Ook de combinatie met de Hereford-runderen heeft hij goed voor elkaar. Met de circulaire gedachte om het afvalproduct van de maïs aan het vee te voeren, was hij in feite zijn tijd vooruit.”

Een speciale herinnering aan Giel bewaart Theo aan het eerste jubileumfeest van FrisCo. “Toen kwam hij met zijn legerjeep en slaapzak erin. Toen we de volgende dag de cadeaus kwamen halen, stond Giel nog op de parkeerplaats als laatst overgebleven gast, want hij was gewoon blijven slapen! Ook zijn we tijdens de beurs in Berlijn nog weleens met hem Kreuzberg in geweest. Er valt altijd wat te beleven me hem! Al met al is Giel in mijn ogen een heel bijzonder persoon. Hartelijk, sociaal, maar als het erop aan komt, weet hij precies wat hij wil.”

Con Storm

sourcing & commercie

“Net zo makkelijk spring ik zelf op de tractor”

Met 18 jaar ervaring in de AGF-handel trad Con Storm op 1 september 2021 in dienst bij Hermans Suikermaïs. “Naast de business kende ik Giel al van de reservisten van de Marine. Toen de vacature voor inkoper vrijkwam, bood Giel me meteen de gelegenheid om meer tijd vrij te maken voor de Marine. Dat was precies wat ik zocht!”

Officieel luidt de functietitel van Con Manager sourcing & commercie, maar in de praktijk is de functie veel breder. “Een inkoper pur sang zit hier niet zo op zijn plek, je moet hier wel een beetje een manusje van alles zijn. Regelmatig spring ik op de tractor of trek ik zelf een container met maïs leeg. Dat is ook wel weer de charme van het vak. Ook kan ik goed op afstand werken, waardoor het ideaal te combineren is met mijn werk voor de Marine.”

“Ik vind het erg knap hoe Giel de zaak heeft opgebouwd en hoe hij zich door het bedrijf beweegt. Hij heeft toch vanuit niets de zaak opgezet en het jaarrond verhaal is echt uniek. Voor vaste klanten hebben we altijd maïs beschikbaar, al moet ik zeggen dat het dit jaar door het natte voorjaar wel een uitdaging was. Wel blijft het met de maïs nog altijd ontzettend veel handwerk. Daar heb ik weleens mijn zorgen over. Niet zozeer dat de mensen het werk niet meer willen doen, maar wel of het betaalbaar blijft.”

“Bij mijn vorige werkgever verkocht ik een compleet assortiment. Dat is nu teruggebracht tot één product dus dat is best overzichtelijk. Ik vind de suikermaïs een erg leuk product met de nodige groeipotentie. Wel blijft het een relatief klein artikel

in de schappen van de retail, dat gaat me nog weleens een tikje te langzaam. Het nadeel is dat als je te maken hebt met een category manager die er weinig mee opheeft, dat het meteen een lastig verhaal wordt. Naast de supermarkten en groothandelsklanten in Nederland die we al jaren bedienen, zien we ook een groeiende vraag vanuit de foodservice, leveranciers van maaltijdboxen en etnische supermarkten.”

“We gaan steeds meer met z’n allen naar een maatschappij met minder vlees. Daarom is de maïs een mooie aanvulling. Als je een kolfje met aardappelen en groenten hebt gegeten, heb je niet perse meer een stuk vlees nodig. En we bieden alle mogelijke varianten en presentaties aan. Van maïs in de kolf, tot schaaltjes, lollies en gevacuumeerde maïs. Ons voordeel is dat suikermaïs echt de core business is. Dat zie je ook terug in de problemen en claims, want die zijn hier echt op één hand te tellen.”

Hans Zuijderwijk | Nature’s Pride

“Giel was de eerste die zijn klanten een rauwe kolf maïs liet eten”

Al zo’n twintig jaar werken Hermans Suikermaïs en Nature’s Pride samen. “We hebben altijd goed samengewerkt,” vertelt senior accountmanager Hans Zuijderwijk. “Kenmerkend aan Hermans is de betrouwbaarheid en de goede marktkennis. Dat heeft Giel altijd uitstekend in de hand gehad, met een duidelijke focus op de eetkwaliteit van de suikermaïs.”

“Met name richting de Scandinavische supermarkten, vooral in onze grootste markt Noorwegen, hebben we veel suikermaïs verkocht. Daar heeft ook de sousvide gegaarde Thaise maïs een plek op de markt gekregen, maar desondanks is het toch gelukt om de verse maïs terug te brengen in de retail. Dat is in de basis zeker te danken aan de input van Giel en zijn team.”

“In de suikermaïs is Giel een echte pionier geweest. Hij was de eerste die zijn klanten in Nederland een rauwe kolf maïs liet eten en dat deed hij met de nodige overtuiging. Veel andere spelers zijn er in de beginjaren nooit geweest op de Nederlandse markt en kwalitatief heeft Giel altijd voorop gelopen. Die innovatiekracht vind ik mooi. Zo heeft hij ook geprobeerd artisjokken hier te telen. Dat was minder succesvol, maar je kunt hem in elk geval niet verwijten dat hij het niet geprobeerd heeft.”

“Naast de supermarkten gaat er ook behoorlijk wat suikermaïs naar de groothan-

del. Dat gaat vaak niet in grote volumes tegelijk, maar ze nemen wel allemaal een paar doosjes mee. Door jaarrond een constant aanbod te hebben, verkopen we de suikermaïs het hele jaar door en met de opkomst van buitenlandse gerechten, zoals taco’s, is de consumptie alleen maar op een hoger niveau komen te liggen.”

Hans is lovend over het ondernemerschap van Giel. “Zijn visie op het bedrijf met onder meer zijn slagerij en runderen, kortom verantwoorde veeteelt én akkerbouw, dat hele plaatje klopt gewoon. In de beginjaren ben ik regelmatig vlees wezen kopen en mocht ik op audiëntie bij tante Annie, die destijds zorg droeg voor de mens in de organisatie in de breedste zin van het woord. Dat contact verliep altijd bijzonder plezierig. Ook vind ik het mooi hoe strijdvaardig Giel altijd is voor de agrarische sector in het algemeen. Die gedrevenheid heeft hij ook goed over weten te dragen op zijn personeel. Zo was Johan van Dommelen, waarmee we jaren gewerkt hebben, al net zo lekker fel.”

“Geen dag hetzelfde”

Karin Segers productie

Zeg je Hermans Suikermaïs, dan zeg je Karin. Vanaf 2010 is ze al actief in de productie en zo heeft ze het bedrijf behoorlijk uit zien groeien.

“Inmiddels werk ik hier al veertien jaar met veel plezier. Ik heb het zo goed naar mijn zin dat ik nooit de behoefte heb gehad om elders te gaan werken. In het begin werkte ik vooral aan de schillijn. Toen verwerkten we de losse maïs nog niet machinaal. Inmiddels zijn de verpakkingsmogelijkheden behoorlijk uitgebreid.”

“De variatie in het werk vind ik het allerleukste. Sorteren, verpakken, schillen, geen dag is hetzelfde. Het liefst sta ik aan de Husker, maar dat is dan ook minder zwaar dan de losse maïs. In de loop der jaren zijn de volumes wel flink toegenomen,

maar we staan dan ook met meer mensen in de loods dan in het verleden. De meeste collega’s in de loods spreken Pools, dus er is wel een taalbarrière, maar omdat ik al zolang met ze werk, snap ik inmiddels vrij snel wat ze bedoelen.”

Gevraagd naar een anekdote, herinnert Karin zich nog goed dat het bedrijf werd verkozen tot Agrarisch Ondernemer van het jaar in 2011. “Dat hebben we toen wel even goed gevierd met elkaar. Ook aan mijn 12,5-jarig jubileum is netjes aandacht geschonken.”

André Lamers | Staay Food Group

Venlo

“Unieke marktbenadering met jaarrond aanbod heeft afzet gestimuleerd”

Al vanaf de beginperiode doet André Lamers zaken met Hermans Suikermaïs. In eerste instantie voor Langfruit, dat later opging in Staay-Venlo. “De eerste jaren hadden we nog contact met Giel zijn moeder,” blikt de accountmanager voor exoten terug.

Het bedrijf heeft een hele professionaliseringsslag gemaakt. Giel Hermans wist de verse suikermaïs als een nieuw product te introduceren. Daarbij wist hij als producent in korte tijd een jaarrond aanbod in dezelfde verpakking te organiseren. Die unieke benadering stimuleerde de afzet en gaf duidelijkheid,” vertelt André.

“De verse suikermaïs blijft in ons assortiment een relatief klein artikel, maar de afzet vertoont door de jaren heen wel een groei, zowel in de kolf als op schaaltjes. Met name richting de etnische doelgroep, die voor ons ook erg belangrijk is, vinden de kolven goed hun weg. De verkoop is best weersafhankelijk. Vooral in de barbecue-periode krijgt de afzet een boost, maar de verkoop valt nooit helemaal stil.”

“Dankzij hun mondiale benadering kunnen wij onze klanten jaarrond van een hoogwaardige kwaliteit verse suikermais voorzien. Dat geeft Hermans een unieke positie op de markt. Het voordeel voor ons is dat Hermans bovendien dicht in de buurt zit. Daardoor zijn de lijnen kort en ga je nooit snel verder zoeken, ook omdat de kwaliteit van het product altijd dik in orde is.”

“Het leuke aan Hermans vind ik dat ze altijd bezig zijn met nieuwe concepten. Ze zitten vol ideeën, zo hebben ze ook weleens maïslollies geïntroduceerd. Ook de contacten zijn altijd plezierig en helder geweest. Giel is tenslotte geen man van onduidelijkheden. Dat maakt dat de samenwerking altijd prima verloopt.”

WERKNEMERS AAN HET WOORD

Hubert Salimans

“Ik ben iemand van de analyse”

De AGF-sector kende voor Hubert Salimans weinig geheimen, maar van een bedrijf met een breed assortiment kwam hij in de nichemarkt van de suikermaïs terecht. Daar leidt hij inmiddels de productie, maar springt hij net zo gemakkelijk bij in de commercie.

“Ik werk hier nog maar twee jaar. In mijn vorige functie werkte ik op het bedrijfsbureau van Frankort & Koning, een internationaal opererend AGF-handelsbedrijf, waar ik fungeerde als schakel tussen de in- en verkoop en stuurde ik acht mensen aan. De AGF-sector is me dus niet vreemd.”

“Zeventien jaar terug had ik ook al eens op de vacature van Hermans Suikermaïs gesolliciteerd, toen zagen ze het blijkbaar nog niet zitten met me. Maar mijn voormalige collega Con Storm, die iets eerder de overstap had gemaakt, wilde me nu graag erbij hebben.”

“Hoe je het ook wendt of keert, suikermaïs is een nichemarkt. Typisch een product waar klanten geen gezeur over willen hebben. Daarom proberen we ons te onderscheiden met onze productiekwaliteit en garantie van leveren. Mensen moeten je product de volgende keer weer graag willen kopen. Dat besef probeer ik hier bij de mensen in de productie ook goed achter de oren te krijgen.”

“Ik heb een agrarische achtergrond. De combinatie van natuurbeheer, vee en suikermaïs maakte me enthousiast. De basiskennis in de AGF had ik bij mijn vorige baan al volop opgedaan. De werktijden zijn hier prettig. Normaal werken we van 7:00 tot 16:00 uur, in de zomer soms wat langer en op zaterdag zijn we vrij. Dat geeft een mooie balans tussen werk en privé.”

“De lijntjes zijn hier kort en na twee jaar heb je best wel ideeën om de bedrijfsvoering te optimaliseren. De technische dienst wordt extern verzorgd. Samen met deze partij hebben we een nieuwe lijn bedacht om verse maïs met blad gereed te maken. Zeker in het Nederlandse seizoen besparen we hier zomaar twee, drie mensen mee.”

“Maria is mijn verlengstuk. Zij werkte hier al langer en moest in het begin best even wennen aan mijn werkwijze. Inmiddels kan ik wel zeggen dat we elkaar gevonden hebben en een goed team vormen. Samen kom je tot het optimale resultaat. Dat geldt ook voor de rest van het team. Iedereen maakt weleens een fout, maar als je mensen daarop afrekent, durven ze niets meer. Het is juist belangrijk dat mensen informatie geven en ook open staan voor feedback. Als je elke dag twee uur rondloopt en mensen helpt en stimuleert, kom je verder dan enkel af te gaan van een Excel-sheet.”

“Als Con op vakantie is, doe ik de in- en verkoop erbij. Het leuke is dat ik weer met hele andere klanten een klik heb dan hij. Dat verkopen vind ik eigenlijk best leuk, hoewel ik nooit een rasverkoper zal worden. Maar door eerlijk te zijn en elkaar wat te gunnen, kom je een heel eind. Ik ben wel iemand van de analyse. Die opgebouwde data was hier beperkt. In een paar weken hebben we een systeem bedacht dat veel meer overzicht geeft.”

“Wat je aan de voorkant bedenkt, komt er aan de achterkant uit. Daarom moet je goed beseffen waar je mee bezig bent als je de mensen en faciliteiten regelt. Dat voortraject is erg belangrijk. Zeker in het Holland-seizoen als in twee weken tijd 35-40% van het jaarlijkse volume binnenkomt. Dan is het heel belangrijk dat de koelketen gestructureerd verloopt. Het mooiste is dat als we aan het eind van de middag weer concluderen dat we het toch maar weer mooi gefikst hebben met elkaar.”

“Giel is een echte rasondernemer die de kwaliteit heeft om mensen enthousiast te maken. Voor de continuïteit probeert hij mensen binnen te halen die van meerwaarde zijn voor het bedrijf. Ik denk dat we het in deze nichemarkt goed doen en daar zijn zeker nog optimaliseringsslagen te maken binnen de bestaande klanten. Ik ben ervan overtuigd dat dit bedrijf bestaansrecht heeft. Wel blijft het een uitdaging om als relatief klein bedrijf aan alle regelgeving te voldoen.”

“Ik zou graag nog een keer meegaan naar Senegal om daar te kijken hoe de teelt verloopt. We halen daar inmiddels heel wat maïs vandaan. Maar mijn kracht ligt hier in de productie in de aansturing.”

Pieter den Hoed | lead buyer

Bakker Barendrecht:

“Het enthousiasme van

Giel voor de suikermaïs zorgt voor echte fans”

Bakker Barendrecht is bij Hermans Suikermaïs klant van het eerste uur. “Inmiddels werken we dus al ongeveer dertig jaar samen,” vertelt Pieter den Hoed, lead buyer bij Bakker Barendrecht. “Maïs was 30 jaar geleden een vrij onbekend artikel. Inmiddels is het een onmisbaar artikel in het groenteschap geworden. Zeker in de zomermaanden en in het barbecueseizoen. Ook buiten het seizoen is er een trouwe groep klanten die wekelijks maïs koopt.”

“Na jaren van groei heeft de maïsverkoop zich de laatste jaren redelijk gestabiliseerd, maar als je kijkt naar consumptie in andere landen zoals de Verenigde Staten lijkt er nog enorm veel potentie in te zitten. Maïs sluit ook goed aan op de trend naar een

meer plantaardig dieet. Het is voedzaam, lekker zoet, waardoor het ook goed aanslaat bij kinderen,” vertelt Pieter.

Hij typeert Giel als een gepassioneerde ondernemer die zich altijd 200% heeft ingezet

-en nog steeds inzet - om de maïs op een hoger plan te krijgen. “Samen met de voormalige inkoper van Albert Heijn is hij een echte ambassadeur van de suikermaïs in Nederland. De samenwerking gaat erg goed, open, oprecht en we proberen altijd om het samen elke keer weer beter te doen.”

“De rode draad van alle gesprekken, voorstellen en ontmoetingen is voor mij het eeuwige enthousiasme van Giel voor het product. Samples sturen, vooral veel mensen laten proeven en enthousiast maken voor het product. Dit enthousiasme wordt overgebracht op de mensen bij Bakker en Albert Heijn, wat zorgt voor echte fans.”

Gijs Heineke

| Director Sourcing

Groente, Fruit, Bloemen & Planten Albert Heijn

“Als ik aan Giel Hermans denk, dan denk ik aan enthousiasme, optimistisch en ondernemerschap. Giel heeft de mentaliteit om dingen te laten slagen en dat is ontzettend mooi. Giel voelt en neemt de verantwoordelijkheid om jaarrond Albert Heijn te voorzien van de beste maïs. Door een combinatie van eigen teelt onder Beter voor Natuur & Boer en door langetermijnsamenwerkingen met partners buiten Nederland. Samen dromen we wel eens over gigantische acties bij Albert Heijn, zodat klanten met winkelkarren vol aan verse maïs naar buiten lopen. Laten we samen deze droom verwezenlijken!”

“Thuis promoot ik tijdens barbecues met vrienden ook altijd de maïs en vraag ik de gasten om te proeven. Vrijwel iedereen is positief verrast over dit lekkere product! Voor mijn kinderen is dit dan ook by far de lekkerste snack van de barbecue,” besluit Pieter. “Voor Giel wens ik dat de landelijke consumptie de komende jaren nog verder zal groeien en dat hij daarmee een succesvolle groei van zijn bedrijf kan realiseren. Uiteraard in goede gezondheid, met veel plezier, en natuurlijk zijn aanstekelijke enthousiasme voor het product!”

WERKNEMERS AAN HET WOORD

Maria Kubicka voorvrouw productie

“Ik werk hier inmiddels 18 jaar, dus hoor bij de oude garde. Als uitzendkracht ben ik in vaste dienst gekomen. Ik woon in Kessel en ga alleen nog maar voor vakantie naar Polen. Mijn toekomst is hier! De laatste jaren heb ik me de Nederlandse taal ook steeds meer eigen gemaakt, dus dat werkt voor alle collega’s wel prettig.

“Inmiddels organiseer ik samen met Hubert de productie. Simpelweg komt het erop neer dat de juiste mensen op de juiste plek staan zodat de orders op tijd gereed zijn. Dat klikt heel simpel, maar daar gaat heel wat helpen en bijsturen aan

“De juiste mensen op de juiste plek zetten”

Als je je van Poolse uitzendkracht opwerkt tot ‘voorvrouw’ in de productie, dan weet je van wanten. Maria Kubicka is inmiddels na Giel het langste bij Hermans Suikermaïs in dienst.

vooraf. Ik ben zelf overal inzetbaar, alleen het binnenhalen van de oogst laat ik aan me voorbijgaan. Er is in de productie genoeg te doen.”

“We werken op orderbasis, dus het werk rouleert de hele dag door. Ik heb geen voorkeur voor het Nederlandse seizoen of het importseizoen. Die combinatie is prima. Elk seizoen heeft weer zijn charme.”

Frans Sinke | Staay Food Group Papendrecht

“Na 25 jaar hebben we de draad weer opgepakt”

Het eerste contact tussen Frans Sinke en Giel Hermans dateert alweer van zo’n 25 jaar geleden. Frans - destijds nog verkoper bij Van der Staay aan de Koopliedenweg op het Barendrechtse handelscentrum -beleverde de nodige supermarkten op winkelniveau met groeten en fruit, waaronder suikermaïs. “Zolang kennen we elkaar al en we hebben altijd leuk zaken kunnen doen,” vertelt Frans.

Onder meer vanwege de consolidatie in supermarktland verwaterde het contact tussen beide heren geruime tijd. “Maar inmiddels voorzien we ook vanuit onze locatie Papendrecht de nodige klanten in binnen- en buitenland van verse suikermaïs van Hermans,” vertelt Frans. Hij waardeert Giel als ondernemer: “Zijn enthousiasme is echt iets dat hem typeert. Het is gewoon een mooi mens. Daarbij zegt hij wat hij doet en doet hij wat hij zegt. Ik vind het knap hoe het hem is gelukt om jaarrond verse suikermaïs aan te bieden. En of hij het nu uit Florida, Marokko, Senegal of Duitsland moet halen, hij zorgt ervoor dat hij zijn klanten niet hoeft teleur te stellen.”

Frans ziet nog wel groeipotentieel in de afzet van suikermaïs. “In Amerika is het al een enorm populair product, maar ook de vraag in Nederland neemt steeds meer toe. Wel is het echt een weersgevoelig item. Zeker richting de markthandel zie je vooral de vraag toenemen als de barbecues weer

aangaan. De verkoop richting de retail blijft het hele jaar wel redelijk doorlopen.”

Staay Food Group is al jaren zelf ook actief in de teelt. Onder andere met het eigen teeltbedrijf Savasun S.A. in de buurt van Tarragona. De recente uitbreidingen in eigen teelt bij Staay waren aanleiding voor Frans om te vragen of Giel geen teeltlocatie zocht in het noorden van Spanje. Dat leidde ertoe dat beide heren dit voorjaar gezamenlijk naar Spanje afreisden met zaad in de koffer om de proeven uit te zetten voor de teelt van maïs. “Dat gaat zeker een vervolg krijgen,” verzekert Frans.

Ook loste Frans na 25 jaar zijn belofte in om een keer het bedrijf in Kessel te bezoeken. “Prachtig om Giel zijn bedrijf te bekijken, inclusief al het vee en de slagerij. Daar is hij al net zo gedreven mee bezig. Ik ben er blij mee dat we samen de draad weer op hebben gepakt en ik hoop dat de samenwerking nog een lang vervolg krijgt!”

Isa Vullers

marketing & communicatie

“Het circulaire verhaal van deze onderneming spreekt me erg aan”

Een excursie tijdens haar studie Bedrijfskunde aan de HAS zorgde voor het eerste kijkje in de keuken van de slagerij van Giel Hermans. Inmiddels verzorgt Isa de marketing.

“Na mijn studie ben ik in het bedrijf van mijn vader gaan werken, die met zijn uitgeverij werkzaam is in de wereld van vakliteratuur, congressen en coaching en meehelpt met het organiseren van events. Omdat ik meer uur wilde werken heb ik een oproepje geplaatst. Daar reageerde de vrouw van Giel op en zodoende ben ik hier voor twee dagen per week aan het werk geraakt.”

“Tijdens de excursie was ik al onder de indruk geraakt van het verhaal achter Giel z’n bedrijf van circulaire landbouw. De restproducten van de maïs zet hij in als voer voor zijn Hereford runderen, die weer goed zijn voor een heerlijk ambachtelijk stukje vlees. Hoe hij met passie zijn bedrijf gestart is en dat tot de dag van vandaag doorgezet heeft, vind ik echt heel gaaf. Dat getuigt echt van een stukje ondernemersgeest en dat verhaal vertel ik graag verder.”

“Het werk bevalt me erg goed. Momenteel ben ik vooral druk met het bijhouden van de social mediakanalen voor de slagerij en heb ik de afgelopen maanden ook gewerkt aan de

nieuwe website van de slagerij. Ook heb ik al suikermaïs gepromoot bij de Hanos en heb ik op een banenmarkt gestaan, dus het werk is erg divers. De mensen hier zijn erg gepassioneerd en gedreven en dat maakt je zelf ook enthousiast.

Cees van der Meer | Bud Holland:

“De kwaliteit van de suikermaïs is altijd goed en constant”

Een exporteur die al jaren lang de suikermaïs van Hermans voert, is Bud Holland uit Maasdijk. “Sinds 2001 doen we al zaken met Giel. Onze oud-directeur Paul van Pelt is daar destijds mee gestart en die samenwerking verloopt tot de dag van vandaag naar volle tevredenheid,” vertelt Cees van der Meer.

“Voorheen kwam de maïs vooral van Carmel uit Israël, dat de kale maïs op een schaaltje leverde. Giel is toen in dat gat gesprongen en is tijdens zijn studie aan de Hogere Agrarische School met de maisteelt in Nederland gaan experimenteren. Hij heeft toen de maïs met blad geïntroduceerd, dat veel mooier presenteerde. In de loop der jaren heeft hij een netwerk van telers ontwikkeld van Amerika tot Senegal en Spanje, zodat hij jaarrond beschikbaarheid kon garanderen van verse maïs van goede kwaliteit. Want één ding weet je bij Hermans, de kwaliteit is altijd goed en constant. Problemen met de kwaliteit zijn in al die jaren echt een zeldzaamheid geweest

en als dat een keer voorkwam, werd het ook weer netjes opgelost.”

“Door de jaren heen is het volume maïs dat we verkopen flink toegenomen. Wij leveren veel aan de Europese horecagroothandelaren en die weten de suikermaïs erg goed te vinden, maar ook groentespeciaalzaken kunnen er goed weg mee,” vertelt Cees. “Hermans Suikermaïs is onze enige maïsleverancier. De ene week bestellen we één of twee pallets, een andere week zijn het er meer, dat is vooral weersafhankelijk. Met name in de zomer beleeft de maïsverkoop een piek. Als de barbecues aangaan, dan

kun je er je klok op gelijk zetten dat de vraag naar maïs meteen toeneemt.”

“De eerste jaren verkochten we veelal de 7x2 verpakking op een schaaltje, tegenwoordig verkopen we ook steeds meer losse maïs in blad met 30 stuks in een doos,” vervolgt Cees. “In eerste instantie hadden we alleen contact met Giel, later was Johan van Drommelen de vaste verkoper en inmiddels is het verkoop-

team weer veranderd. Maar wat nooit is veranderd, is de goede relatie. Zo zijn we tijdens de beurs in Berlijn meerdere keren uitgenodigd voor een etentje. Dat persoonlijke contact blijft van groot belang. Langdurige relaties met onze leveranciers, partners en klanten blijken de sleutel te zijn tot wederzijds succes. Hierdoor zijn we in staat om onze klanten jaarrond van de beste producten te voorzien.”

Dankwoord van Giel

Ik wil iedereen heel hartelijk bedanken voor de support de afgelopen 30 jaar. Mijn familie ben ik zeer erkentelijk, ze hebben heel wat te verduren gehad met mijn ondernemersdrang. Judith heeft zelfs haar carrière opzijgeschoven ten faveure van familie en suikermaïs.

Judith, Lotte en Lara super bedankt!

We keep going strong! Giel

freshpublishers

Fresh Publishers

feliciteert Hermans

Suikermaïs met het 30-jarig jubileum!

Een jubileum, nieuwbouw of een evenement? Vier het met een uniek bedrijfsmagazine! Het magazine wordt speciaal voor uw bedrijf op maat en naar wens gemaakt. Het is de ideale gelegenheid om onder de aandacht te komen van klanten, leveranciers en relaties.

Neem contact op met Fresh Publishers voor meer informatie: T.+31(0)166 698232 | E. andries@agfprimeur.nl

TURNKEY PROCESSING & PACKING LINES

PROEX FOOD® is a global technology company focused on providing modern, innovative processing and packaging solutions for packhouses in the fruit and vegetable industry

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.