Better Together 1 - 2024

Page 1


Better Together

“Hoger
saldo door regeneratieve landbouw” PAGINA 6
Phytophthora buiten de deur met integrale aanpak PAGINA 13
Doelsturing past bij vakmanschap PAGINA 18

Samen scherp zijn

Halverwege het jaar is het goed om eens een tussentijdse balans op te maken. Terug te kijken op de afgelopen maanden en wat daarin is bereikt. Vooruitblikken op de maanden die nog gaan komen en hoe we daarin het verschil kunnen maken. Voor Agrifirm en voor onze leden.

We zijn nu een aantal maanden onderweg met een nieuwe samenstelling van de hoofddirectie. Het uitgangspunt daarbij blijft samenwerken en elkaar versterken, zoals een coöperatie betaamt. Dat is zelfs actueler dan ooit, want juist in een onzekere tijd voor de sector zien we dat we als Agrifirm waarde kunnen toevoegen met onze kennis en adviseurs. De ondersteuning die wordt gevraagd door onze leden wordt intensiever, omdat de complexiteit verder toeneemt.

Deze uitdagingen in de veehouderijsectoren zien we niet als bedreigend, maar als kansen. Plant Based Solutions zien we bovendien groeien – zowel in marktaandeel als in de kracht van de aangeboden oplossingen. Dit inspireert zowel onze leden als onze teams. Met nieuwe oplossingen gaan we de uitdaging aan die we samen ervaren rond het verminderen van middelen die we kunnen inzetten.

Natuurlijk voelen ook andere leveranciers de druk in de markt, en merken we dat de concurrentie heviger wordt. Daarom is het des te belangrijker dat we goed snappen waar ondernemers nu behoefte aan hebben en waar de vraag zit. Samen scherp zijn, wordt daarom nog belangrijker – weten wat er speelt en omgaan met de druk die we als sector samen voelen is essentieel.

waar ondernemers nu behoefte – weten wat er speelt en versoberen. Zo laten we zien

Tegelijkertijd zetten we in op verandering bij onze politiek beleidsmakers. Wij geloven niet in het verminderen van het aantal beschikbare middelen, maar in persoonlijke verantwoordelijkheid van onze boeren en telers. We tonen aan dat we samen kunnen werken aan lagere milieuimpact, zonder dat we daar het middelenpakket voor hoeven te versoberen. Zo laten we zien dat vrij ondernemerschap van boeren en telers die hun verantwoordelijkheid nemen precies past bij de uitdagingen van vandaag.

Hoofddirectie

Ondernemer Christiaan Kapper

Over de grens

De internationale business van Agrifirm heeft een enorm potentieel

Succes

Gouden koe voor veehouders

Innovatie

Achtergrond

Doelsturing past bij het vakmanschap van de sector

in vogelvlucht

Energie-, pluimveeen

akkerbouwbedrijf Agro Giethoorn

Pieter Winter uit Giethoorn (OV)

Agro Giethoorn is het bedrijf van Pieter Winter, samen met 20 medewerkers. Het bedrijf heeft jaarlijks 600 ha grond in gebruik, verwerkt 25.000 ton aardappelen, en houdt ruim 200.000 1-Ster Beter Leven kuikens. Daarnaast heeft Agro Giethoorn biogasinstallaties met een totaalvermogen van 2,8 MWh elektrische energie, ca. 12.000 zonnepanelen op dak op meerdere locaties en, samen met een compagnon, drogerijen.

“We telen al veertig jaar voor de chipsindustrie. 25 jaar geleden besloten we te investeren in een wasserij voor aardappels. Daardoor konden we rechtstreeks aan Lay’s leveren en voegen we waarde toe aan een bulkproduct.”

“De vijver is niet alleen waterbuffer bij calamiteiten. In combinatie met de beplanting en een insectenhotel draagt het ook bij aan de biodiversiteit en de uitstraling van ons bedrijf. Het zitje is voor toeristen en voorbijgangers. Als agrarische sector moet je je ervan bewust zijn dat je een veroorzaker bent van overlast, zoals geur, landschap of qua transportbewegingen en daar mag je best iets voor terug doen.”

“De biogasinstallatie is de spil van het bedrijf. We vergisten mest en plantaardige reststromen. We werken samen met bijna 40 veehouders. Wij leveren hen maïs en lossen hun mestprobleem op, en we ruilen of huren grond voor het akkerbouwbedrijf. Het volledige eigen bedrijf draait op eigen opgewekte elektriciteit en warmte. Vanaf 2025 zullen we ook groen gas leveren op het aardgasnet.”

“We geloven heel sterk in circulariteit. Warmte van de WKK’s wordt gebruikt voor verwarming van de kippenstallen, voor de mestbewerking en voor het drogen van aardappelsnippers afkomstig van de frietindustrie. Het eindproduct wordt vermarkt als ingrediënt in hondenvoer.”

“In 1999 begonnen we met vleeskuikens, als extra inkomsten en voor risicospreiding. We hebben heel bewust gekozen voor 1 Ster-Beter Leven kuikens, vanuit een duidelijke visie op de markt. We kiezen ervoor om voor de Nederlandse markt te produceren en ik denk dat onze bedrijfsvoering, vanuit circulariteit en duurzaamheid, daar goed bij past.”

“Ik haal een hoger saldo door de natuur in te zetten.”

Ondernemer

Christiaan Kapper (44), Akkerbouwer in Baak (Gld).

Bedrijf

In het Gelderse Baak woont Christiaan samen met zijn vriendin Conny. Zijn akkerbouwbedrijf Soilbase heeft 13,5 hectare leemhoudende zandgrond/ rivierklei in gebruik. Christiaan teelt gerst, tarwe, aardappels, soja, veldbonen, smalle weegbree, geranium, witte klaver, geel walstro, hazenpootje, avondkoekoeksbloem, wikke, barbarakruid, pastinaak, korenbloem en margriet.

Regelmatig blijft een fietser staan om nog eens goed te kijken, want wat staat daar nou op het land? Akkerbouwer Christiaan Kapper uit het Achterhoekse Baak is het inmiddels wel gewend. Tarwe in klaver telen, soja zaaien in rogge van een meter hoog of een graanperceel vol korenbloem. Christiaan is overtuigd van de kansen van combinatieteelten, voor meer diversiteit onder en boven de grond. “Maar, je moet wel door een andere bril durven kijken”, stelt de innovatieve ondernemer, die volop inzet op regeneratieve landbouw.

Regeneratieve landbouw focust op een gezonde bodem, gezonde plant en gezond product. Christiaan Kapper is een van de boeren die hier mee werkt. Op zijn akkerbouwbedrijf Soilbase teelt hij diverse gewassen zoals granen, veldbonen, soja, aardappels en inheemse bloemzaden.

Wat is regeneratieve landbouw voor jou?

“Werken volgens de principes van de natuur. Dus het stimuleren van leven en daar zelf van profiteren.

Bij al mijn teeltbeslissingen neem ik de pijlers van regeneratieve landbouw mee: minimale mechanische en chemische input, een permanente bodembedekking, zo lang mogelijk een levend gewas op het land, zo veel mogelijk diversiteit in gewassen, dierlijke mest gebruiken, zo min mogelijk bodemverstoring en gewassen telen die passen bij je locatie. Ik ben er van overtuigd dat als wij de regeneratieve landbouw principes weten te benutten, dit veel kansen voor de landbouwsector geeft.”

En hoe ziet dat er concreet uit op jouw bedrijf?

“Mijn granen zaai ik in een levende bodembedekker, zoals klaver. Daarnaast zaai ik er nog bloemen bij. Zo voed ik mijn bodemleven diverser. Een diverse habitat trekt ook de natuurlijke bestrijders zoals lieveheersbeestjes en

>>

>>

vogels aan. Door de juiste combinaties en dankzij mijn zaadschoningsmachines kan ik twee oogsten leveren: graan en bloemzaad. Vaak zijn we bezig met wat weg moet, zoals onkruid, aaltjes of insecten. Ik vind dat niet fijn werken. Nu kijk ik anders: dus wat kan ik er nog meer bij zaaien om iets te voorkomen in plaats van te vernietigen. Dat is veel leuker!”

Inmiddels werk jij nu zeven jaar zo. Wat heb je geleerd?

“Dat je door een andere bril moet leren kijken. Mensen denken soms dat mijn gewassen mislukt zijn omdat er van alles doorheen groeit, terwijl dat vaak met opzet zo is. Ja, je ziet bij mij meer mengteelten en onkruiden staan. Met de meeste gewassen gaat dat gewoon prima. Het probleem van mengteelt zit meer tussen je eigen oren dan dat de plant of het land er last van heeft. Tijdens het groeiseizoen is het makkelijker om toch weer naar onkruidbestrijding te grijpen. Maar dan heb ik het jaar daarop mogelijk weer hetzelfde probleem, en weet ik alsnog niet wat er ontbreekt. Ik wil leren snappen wat er gebeurt en waarom iets wel of niet werkt. Met granen weet ik nu aardig goed wat ik

“De schep is je beste analyseapparaat.”

wel en niet kan doen. Maar bij de andere teelten zit ik nog heel erg in de pioniersfase. Dat vind ik heel leuk, maar daar hoort soms helaas ook een compleet mislukte oogst bij. Er is nog weinig kennis en ervaring.”

Hoe kom je dan aan kennis?

“YouTube is mijn grootste vriend. Er is wereldwijd al superveel over te zien en te horen. Van de filmpjes van Gabe Brown, Russell Hedrick en Christine Johns leer ik heel veel. En vergis je niet: de schep is je beste analyseapparaat. Je eigen grond ruiken, bekijken en voelen, daar kun je heel veel van leren.”

Wat zie je dan bij jou onder de grond?

“Een flinke toename in het bodemleven. Op een perceel met weinig zichtbaar bodemleven zag ik binnen een jaar overal kleine wormpjes tevoorschijn komen.

Daarna zien je ook spinnetjes en muisjes komen en vervolgens de grotere vogels en predatoren. Dat gaat echt supersnel. Zaai gewoon eens een stukje in met een hoogdiverse groenbemester van minimaal tien soorten. Steek in de winter of het vroege voorjaar de schep in de grond. Als je dat eenmaal hebt gezien weet je dat het werkt. Ik zie nu wormen zo dik als mijn pink die ware snelwegen maken voor de plantenwortels. Een gezonde bodem vertaalt zich door in een gezond gewas en product. Mijn aardappels zijn opvallend smakelijk en hebben een hoger zinkgehalte. Ik denk dat je het kunt proeven als een plant op de regeneratieve manier gegroeid is.”

Je bent daarnaast ook projectleider van Ik oogst mee, het boerenkennisnetwerk regeneratieve landbouw van Agrifirm. Wat is dit precies?

“Ik oogst mee is de plek waar we kennis bij elkaar brengen rond regeneratieve landbouw. Geen wollige theorie, maar boeren die werkelijk ervaring hebben en die graag willen delen. Als boeren van elkaar leren, gewoon in de praktijk, waar ook geld verdiend moet worden.”

Hoe zit het dan met het verdienmodel van regeneratieve landbouw?

“Als we de natuurlijke principes nog beter snappen, kunnen we dit benutten om onze financiële zekerheid verhogen. Liefst in combinatie met een plus op je product, wat in mijn ogen een andere voedingswaarde heeft. Ik betaal nog steeds veel leergeld, maar kan mijn granen vaak met een hoger saldo telen door te besparen op gewasbescherming dankzij mengteelten. Daarvoor moeten we wel van denken in tonnen opbrengst naar denken in saldo. De opbrengst van mijn graan is met 7.500 kilo lager dan regulier, maar ik heb geen gewasbescherming hoeven spuiten. Dankzij mengteelten houd ik per hectare vaak meer over, terwijl mijn graan nog gewoon via reguliere afzet in het veevoer belandt.

Daar is nog zoveel meer mogelijk! Qua soja had ik in 2023 met twee ton een vergelijkbare opbrengst als veel van mijn collega’s. Het eiwitpercentage lag 1,8% hoger en mijn directe teeltkosten waren lager dankzij de directzaaimethode. Daarmee verhoog ik dus mijn financiële zekerheid.”

Lees meer op agrifirm.nl/ikoogstmee

Agrifirm over de grens

De internationale business van Agrifirm heeft een enorm potentieel”

Het Cluster Specialties is een belangrijke schakel in de internationale activiteiten van Agrifirm. Sinds april 2023 staat Jolanda van Haarlem aan het roer van de divisie.

Waarom heb je eerder dit jaar de stap naar Agrifirm gemaakt?

“Ik ben inmiddels al aardig wat jaren actief in de diervoederindustrie en dit bevalt mij zeer goed. Bij Agrifirm werken mensen met een passie voor het vak, voor onze boeren, voor onze producten en voor het bedrijf Royal Agrifirm Group. Een ieder is gedreven om zijn steentje bij te dragen en enthousiast om aan nieuwe initiatieven te beginnen. Bovendien zie ik in de rol van Group Director Specialties een hele mooie uitdaging.”

Wat is die uitdaging?

“De internationale business van Agrifirm heeft een enorm potentieel. De markten waarin wij acteren zijn markten waar wij met ons producten en dienstenpakket nog kunnen groeien. De laatste jaren zijn de resultaten tegengevallen, mijn belangrijkste missie is om een Cluster Specialties neer te zetten

dat een kennisleider wordt in onze gekozen markten voor onze focusklanten, met uiteraard een gezond en positief financieel resultaat voor de Group.”

Waarom is dat voor de coöperatie van belang?

“Ik ben ervan overtuigd dat we met de investeringen die Agrifirm in het verleden heeft gedaan, positieve financiële resultaten kunnen leveren voor Royal Agrifirm Group. Binnen heel Agrifirm beschikken we over zoveel kennis, dat het een enorme kans is om dit wereldwijd in te zetten. Dit is

belangrijk voor de toekomst omdat de thuismarkten onder druk staan en het dus essentieel is om elders marktaandeel te winnen en een goed bedrijfsresultaat neer te zetten.”

Hoe ga je die missie tot uitvoering brengen?

“Met het Specialties team is er vorig jaar een duidelijke strategie geformuleerd en zijn er heldere keuzes gemaakt. Deze keuzes moeten nu geïmplementeerd worden en met een strak management en een nieuwe organisatiestructuur zal de strategie in de diverse regio’s op een gestructureerde wijze uitgevoerd worden. Dat zal uitdagend zijn, het schrijven van een strategie is makkelijker dan het implementeren. Het is noodzakelijk dat we als Cluster Specialties met elkaar een nieuwe cultuur neerzetten. Een cultuur van transparantie, focus en executiekracht. Dit zal niet altijd makkelijk zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat we met alle vaardigheden, producten en diensten die we in huis hebben als Agrifirm, we samen mooie stappen kunnen zetten.”

Jolanda van Haarlem

Plezier in het werk staat voor ons voorop”

Een goudgekleurde koe siert het erf van melkveehouders Wiljan en Gisela Meilink en hun vier dochters in het Duitse Hoogstede, net over de grens bij Coevorden. Twee keer al wonnen ze deze Gouden Olga, waarmee ze werden uitgeroepen tot beste melkproducent van Nedersaksen. Deelnemers worden beoordeeld op productie, diergezondheid, dierenwelzijn, ecologie en sociale aspecten. Ook vorig jaar wonnen ze een prijs: de derde plaats in de categorie vruchtbaarheid van een diergezondheidswedstrijd voor heel Duitsland en Oostenrijk. “Plezier in het werk staat voor ons voorop om goede resultaten te kunnen halen”, vertelt Wiljan. “Met andere melkveehouders leren we van deze wedstrijden. Zo zijn we gras en maïs

intensief gaan mengen, waardoor onze koeien nu gemiddeld 2,5 liter melk meer geven, we zitten nu op een productie van meer dan 40 kg per koe per dag.”

De tweede tak op het melkveebedrijf met 240 melkkoeien en zo’n 80 stuks jongvee, zijn de kinderverjaardagen die Gisela organiseert. Ook maken ze jaarlijks een maïsdoolhof voor bezoekers. Wiljan: “In oktober, op de laatste dag van het maïsdoolhof, organiseren we jaarlijks een open dag met meer dan 5.000 bezoekers. Door met consumenten te praten en hen het bedrijf te laten zien, verdwijnen aannames door onwetendheid.”

De voordelen van korrel en meel in één voer

Crunch is een nieuwe voervorm voor varkens, die zorgt voor extra rust in de stal, een betere gezondheid en een lagere CO2-uitstoot per kilo voer. Productmanager Moniek van den Bosch en nutritionist Jan van Gisbergen vertellen over het ontstaan en de voordelen van de Crunch-voeders. “Maar het geheim van de chef? Dat geven we natuurlijk niet prijs!”

Vezels zijn niet alleen goed voor de maag- en darmgezondheid van varkens, maar werken ook verzadigend waardoor je rustigere dieren hebt, legt Jan uit. “Mengvoer wordt geperst tot een korrel. Het voordeel is dat het voer door een hittebehandeling beter verteerbaar is. Nadeel is echter dat veel van de fysieke vezels in het voer zo klein worden dat ze hun functie deels kwijtraken. Door deze innovatie in de productie van mengvoer, combineren we het beste van twee werelden. Een hittebehandeling voor betere vertering, maar met behoud van de fysieke vezels. Tevens ontmengt een Crunch minder snel dan bijvoorbeeld een meel en verbruikt het productieproces minder energie.”

“Crunch is geen andere samenstelling, het is echt een andere bewerking”, vult Moniek aan. “Het is ontstaan door de behoefte aan een voer met meer fysieke vezels. Onze (brijvoer)nutritonisten hebbben samen met onze processoperators uit de fabriek de koppen bij elkaar gestoken, waarna het idee is geboren. We hebben Crunch getest in de praktijk en op onze research farm Laverdonk. Daardoor weten we dat het heel geschikt is voor bedrijven die de maag- en darmgezondheid willen verbeteren of die veel onrust of agressie ervaren in de stal, zowel bij biggen op droogvoer als bij brijvoerbedrijven. In de toekomst verwachten we dat het voeren van bijproducten toeneemt, vanuit circulariteit en verlagen van de CO2-uitstoot. Bijproducten zijn over het algemeen laag in fysieke vezels. Voervormen zoals de Crunch worden hierdoor alleen maar relevanter.”

Lees meer op agrifirm.nl/crunch

Boer on Tour

Fryslân inspireert melkveehouders

Je kunt leden vertellen welke mooie resultaten hun collega’s met Agrifirm boeken, maar je kunt hen beter met eigen ogen laten zien wat bijdraagt aan gezonde koeien en meer efficiency. Onder dat motto organiseerde Agrifirm 27 en 28 maart de Boer on Tour Fryslân. 25 Melkveehouders namen deel aan deze inspiratietour langs vier melkveehouderijen.

Verkoopmanager Sietze Koopmans vertelt: “Op de eerste dag bezochten we twee melkveebedrijven in Engwierum en Gytsjerk. Zowel de melkveehouders als onze specialist vertelden over het bedrijf, Constant Robot Feeding (CRF), Ruwvoer+ en de verschillende mogelijkheden van droogstand. Na een hotelovernachting bezochten we de volgende dag twee andere bedrijven, in Boornbergum en De Haule. Thema die dag was verbetering van de efficiency. Tijdens deze twee dagen stond de gezondheid van de koe, als basis van ieder gezond melkveebedrijf, centraal in het programma.”

De deelnemers beoordeelden de tour gemiddeld met een 8,7. Sietze: “Een deelnemer vertelde: ‘Ik dacht dat ik m’n bedrijfsvoering al goed op de rit had, maar wat is er nog veel mogelijk.’” Dat er een vervolg komt op deze tour staat vast. “We hadden wat pech met de timing. Door het natte voorjaar schoven werkzaamheden op het land op, waardoor geïnteresseerden niet mee konden. We organiseren deze tour daarom zeker nog een keer.”

Phytophthora buiten de deur houden met integrale aanpak

Meer dan ooit staat Phytophthora op de agenda van aardappeltelers en bedrijven betrokken bij de teelt. Met het afgelopen seizoen nog vers in het geheugen, wordt volop ingezet op preventie.

Agrifirm ontwikkelde daarvoor een slimme integrale aanpak. Met de Totaal Phytophthora Aanpak houd je grip op je spuitkosten, zorg je voor een goed resistentiemanagement én heb je de beste aanpak in handen om Phytophthora buiten de deur te houden.

Het slimme reken- en risicomodel wordt gevoed met de kennis van de Agrifirm-specialisten, jouw historische perceelgegevens, actuele weerinformatie en andere informatie uit tal van databronnen en metingen. Daarmee berekenen we dynamisch de juiste timing voor preventief spuiten. Zo bespaar je op middelen en spuit je altijd op tijd. Je hebt bovendien realtime inzicht in alle gegevens via jouw telersdashboard in MijnAgrifirm. Dat zorgt voor minder stress, minder milieu-impact en maximale teeltopbrengst.

Lees meer op agrifirm.nl/TPA

“Koe is oplossing voor het CO2-probleem”

Optimale vertering door de koe en het benutten van reststromen van de humane voedselindustrie. Onder andere daarmee zet Agrifirm in op de transitie naar circulaire landbouw. “Herkauwers kunnen reststromen opwaarderen naar hoogwaardig voedsel, en daarmee bijdragen aan het oplossen van het CO2-probleem”, aldus Jeroen Verver, Director Business Unit Ruminants van Agrifirm.

Om dit waar te maken, zet Agrifirm in op verschillende oplossingen, van voerstrategie tot innovatieve productiewijze. Jeroen vertelt over de web-app Ruwvoer+, voerstrategieën Constant Voeren en Constant Robot Feeding (CRF) en AminoGo.

Ruwvoer+

De online tool Ruwvoer+ ondersteunt de veehouder in zijn ruwvoermanagement, om de pens van de koe zo goed mogelijk te laten werken. Het is gericht op een gezonde bodem, een gezond gewas, goed ruwvoer in de kuil en een goed verteerbaar gemengd rantsoen, om verliezen en inefficiëntie in elke stap maximaal te reduceren.

Gemengd rantsoen

Bij het voeren van een gemengd

rantsoen is het belangrijk dat de koe niet kan selecteren.

Jeroen: “Selectie van (kracht) voer uit het rantsoen leidt tot problemen. Immers, zowel voor de selecterende koeien als de rest van de veestapel is het gevoerde rantsoen dan niet het verteerde rantsoen. Optimale vertering van het juiste rantsoen is het fundament voor diergezondheid, voor financieel resultaat en voor de duurzaamheidsthema’s die steeds actueler worden. Met Constant Voeren krijgen de koeien constant hetzelfde voer binnen. Elke hap is gelijk, wat leidt tot een verbeterd voersaldo en minder uitstoot. We zien productiestijgingen tot wel 20 procent. Ook in combinatie met robotmelken laat deze voerstrategie significante verschillen zien. Constant Robot Feeding zorgt ervoor dat koeien ook bij robotmelken een hoogwaardig basisrantsoen krijgen.”

AminoGo

duur, daar ga je graag efficiënt mee om zodat de vertering optimaal is en de eiwitten niet in de mest terechtkomen. Door AminoGo kan de koe eiwitten efficiënt benutten, blijft de melkproductie op peil en hoeft de melkveehouder minder mest af te voeren omdat de mest armer is. Bovendien is de productie van AminoGo volledig groen, dus zonder fossiele brandstoffen én wordt de warmte die vrijkomt dusdanig ingenieus teruggewonnen dat dit de aandacht trekt van industrieën buiten de agrarische sector. Zo dragen herkauwers zelfs sectoroverstijgend bij aan klimaatdoelstellingen.”

AminoGo is het proces waarmee Agrifirm eiwitten pensbestendig maakt, waardoor de vertering ervan plaatsvindt nadat de pens gepasseerd is. “De koe kan dan de eiwitten beter benutten, waardoor je met minder eiwit in het voer de melkproductie op peil houdt”, legt Jeroen uit. “Eiwit stuwt de melkproductie en is

Toen ze informeerde naar de rol van districtsbestuurder bij Agrifirm, werd

Alien van Zijtveld meteen enthousiast.

Ze besloot zich kandidaat te stellen en tijdens de ledenraadsvergadering in maart werd ze benoemd tot districtsbestuurder voor de regio Overijssel & Flevoland.

De 31-jarige melkveehoudster en moeder van drie kinderen uit Rouveen heeft met haar man Pieter een groeiend bedrijf met vooralsnog 130 melkkoeien en 100 stuks jongvee. Ze vertelt over haar motivatie om zich kandidaat te stellen en haar visie en ambities.

“Ik ben vice-voorzitter bij Agractie en was op zoek naar verbreding. Agractie is de wereld van politiek en belangenbehartiging. Als districtsbestuurder bij Agrifirm gaat er een nieuwe wereld voor mij open. Mee mogen denken over de koers van de coöperatie vind ik interessant en erg nuttig.

Ik vind het vooral belangrijk dat je je als boer herkent in de stappen van de coöperatie. Ik heb nu al ervaren dat de afstand tussen de ledenraad en de directie klein is, en dat er serieus wordt geluisterd. Ik hoop veel te leren bij Agrifirm en breng zelf ook

“Ik wil me inzetten voor de toekomst van de sector” in de regio

veel kennis en ervaring mee. Ik weet inmiddels heel veel over het landbouwbeleid, op alle vlakken. Elke regel is kostprijsverhogend en dat betekent dat je als boer nog harder moet werken om rendabel te zijn. Wij ondervinden dat zelf op ons melkveebedrijf en ik hoor het om me heen. Maar we gaan er vol voor.

veel kennis en ervaring mee. Ik invloed,

Ik wil me inzetten voor de toekomst van de sector en voor die van ons melkveebedrijf. Je hebt ook als individu invloed, dat kun je opzoeken en dat doe ik graag. Ik zie dat het boerenleven vaak niet goed wordt begrepen. Als er over de sector wordt geschreven, heb je snel de neiging om in de verdediging te schieten. Maar dat wil ik voor zijn. Ik wil kunnen uitleggen hoe het echt zit.”

Wie?

Jan Dirk Tonkes (49)

Wat?

Onkruidbestrijding

Waar?

Nagele (FL)

Wanneer? 4 juni 2024

Samen met een collega-akkerbouwer schafte Jan Dirk Tonkes dit jaar de Ecorobotix aan. Deze geavanceerde spuitmachine combineert artificial intelligence (AI) met cameratechniek om percelen heel gericht te bespuiten en onkruid vrij te maken. Jan Dirk is enthousiast over de eerste paar keren dat hij met de Ecorobotix heeft gewerkt. “De machine onderscheidt onkruid van gewassen en zelfs aardappelgewas van biet. Dat laatste is heel belangrijk voor de bestrijding van aardappelopslag.

We verwachten door deze selectieve manier van werken een hogere gewasopbrengst, al kunnen we dat pas bij de oogst zeggen natuurlijk. Feit is dat we een moeilijk voorjaar hebben met veel neerslag en een snel groeiend gewas. Als het dit jaar lukt, dan hebben we veel vertrouwen voor de toekomst.”

Doelsturing past bij het vakmanschap van de sector

Is het haalbaar om het bestaansrecht van een individueel agrarisch bedrijf te koppelen aan meetbare doelstellingen op het gebied van natuur- en milieu-impact? De eerste praktijkervaringen met deze zogenaamde doelsturing zijn positief. De invoering vergt nog een langere adem, zeggen Agrifirm-deskundigen Ruud Tijssens en Lambert Polinder.

Doelsturing lijkt het nieuwe toverwoord in de verhouding tussen overheid en boer. Bij doelsturing moeten agrarische bedrijven aantoonbaar voldoen aan individuele emissie- of duurzaamheidsnormen. Deze normen staan vermeld in hun vergunningen of zijn onderdeel van afspraken binnen de afzetketen.

De boer bepaalt zelf hoe hij/zij dat doel behaalt. Doelsturing is het tegenovergestelde van ‘middelensturing’. Daarbij worden specifieke werkwijzen of stalsystemen voorgeschreven op basis van hun theoretische effect. Agrifirm ziet perspectief in doelsturing, omdat “het past bij het vakmanschap van de boer”,

zegt Ruud Tijssens, Director Public & Cooperative Affairs bij Royal Agrifirm Group. “Mijn definitie van doelsturing is dat de overheid zich van het erf terugtrekt en de boer en zijn/haar adviseur in hun kracht zet!” Zodra die overheid zich terugtrekt, blijft er wel een set van (bedrijfsspecifieke) doelstellingen op het erf achter: normen waaraan

boer en teler moeten voldoen om bestaansrecht te behouden.

Dat klinkt als een risico, erkent Agrifirm Exlan-jurist Lambert Polinder. “Binnen het project ‘Vergunnen met Sensoren’ zien we echter dat veehouders juist een stap vooruit zetten. Op basis van real-time meet-informatie zijn doelen haalbaar.”

Middelensturing werkt niet

De term doelsturing valt vaak in combinatie met thema’s als natuur- en klimaatinclusieve landbouw. Niet vreemd, omdat juist op deze thema’s nieuw beleid wordt ontwikkeld en vergunningen vernieuwd. De ervaring van de afgelopen jaren

is dat middelensturing vooral weerstand bij boeren oproept en een geringe bijdrage levert aan het beoogde (milieu)resultaat.

“Bovendien heeft de rechter verschillende vergunningen naar de prullenbak verwezen omdat middelensturing onvoldoende rechtszekerheid biedt in het kader van de natuurwetgeving”, vult Polinder aan. Beleidsmakers zijn daarom op zoek naar een nieuw sturingsmechanisme dat wel effectief is. Dat kan door de verantwoordelijkheid voor het behalen van doelen bij de veehouder en teler te houden.

Bewegen richting het doel Bijkomend effect van doelsturing

is dat het stellen van doelen bijna automatisch tot resultaat leidt. “Zodra je je focus richt op een haalbaar doel, ga je ook in die richting bewegen”, weet Ruud uit eigen managementervaring. Dat principe werkt ook op een boerenbedrijf. Zo helpt gerichte aandacht voor technische kengetallen om de biggensterfte terug te dringen, het antibioticagebruik te verminderen of het ureumgehalte in de melk te verlagen. Nieuwe normen op het gebied van emissie of biodiversiteit passen prima in deze werkwijze. “Boeren sturen dagelijks op kengetallen. Dat is hun vak!”, beaamt ook Lambert.

>> Iedereen gaat meehelpen

Het positieve effect van doelsturing blijft overigens niet beperkt tot individuele ondernemers. Heldere doelen mobiliseren het totale agrarische netwerk rondom een boerenbedrijf.

Ook nemen boeren elkaar op sleeptouw. “Deelnemers leren van elkaar dat doelen haalbaar zijn”, ziet Polinder binnen het project. “Als een sensor in de stal verkeerd uitslaat, hebben de deelnemers binnen 24 uur de oplossing gevonden. Die nieuwe kennis bouw je met elkaar op, op basis van uitdagende doelstellingen.”

Leertraject

Ondanks de positieve ervaringen binnen het project Vergunnen met

“Zodra je je focus richt op een haalbaar doel, ga je ook in die richting bewegen.”

Sensoren, kost het nog minimaal een jaar voordat de eerste natuur- en milieuvergunningen worden afgegeven op basis van meetbare doelen. Lokale overheden en vergunningverleners moeten nog leren vertrouwen op het monitoringssysteem én accepteren dat er grenzen zijn waarbinnen agrarische productie te sturen is. “Rondom een doel zit altijd een bepaalde marge, omdat je met levende dieren werkt of afhankelijk bent van het

weer. We zijn vanuit een groot agrarisch netwerk in gesprek met het ministerie van LNV en de provincies om dit typische aspect van onze sector onder de aandacht van beleidsmakers te krijgen”, licht Ruud toe.

Stap voor stap invoeren

Voor boeren is de switch van middelensturing naar doelsturing eveneens een traject dat stap voor stap wordt ontdekt. “Geef een individuele boer de keuze om

Project Vergunnen met Sensoren

Het instrument ‘doelsturing’ kan op verschillende manieren worden ingezet. Voor het mogelijk maken van individueel maatwerk op bestaand beleid, om een bepaalde werkwijze te stimuleren of om concrete doelen te koppelen aan een financiële vergoeding. Ook het verstrekken van nieuwe vergunningen is mogelijk in combinatie met doelsturing.

Speciaal voor die laatste toepassing startte de Coöperatie Agrifirm, het project ‘Vergunnen met Sensoren’, gericht op het meten van ammoniakemissies uit twee varkensstallen en twee ligboxstallen. Agrifirm Exlan neemt in het project het voortouw, samen met een externe specialist. Na het eerste projectjaar zijn de resultaten hoopgevend. Het continu en

wel of niet mee te doen”, adviseert Ruud. Naast meetbare en haalbare doelen moet deelname in de startfase ook aantrekkelijk zijn, bijvoorbeeld met financiële prikkels. De zuivelketen kent een aantal voorbeelden waarbij melkveehouders een toeslag per kilo melk ontvangen voor CO2-reductie, CO2-opslag in de bodem en het toepassen van regeneratieve productiemethoden. Tijssens: “Als je aantoonbaar voldoet aan de gestelde normen,

betrouwbaar meten van de ammoniakemissie in gesloten stalsystemen via sensoren is mogelijk. Inmiddels is er een door de overheid gevalideerd meetprotocol voor deze dichte stallen en heeft een rechter de aanpak juridisch goedgekeurd. “In plaats van vergunnen op basis van generieke RAVemissiefactoren, ligt de weg open naar het meten van de daadwerkelijke emissie per bedrijf”, concludeert projectleider en Exlan-jurist Lambert Polinder.

Maak een meetplan

Belangrijkste les uit het 1e projectjaar is dat je niet té snel in de techniek van sensoren moet duiken. Lambert adviseert veehouders om eerst een meetplan te maken waarin de doelstelling is vastgelegd.

Ook de manier waarop dat doel wordt bereikt, wordt in dit plan beschreven. “Én creëer voor jezelf een buffer in de doelstelling. Als de emissie onverwacht oploopt, zit je niet direct in de gevarenzone.”

Dummy vergunning en data verzamelen

Naast de vier betrokken veehouders zijn ook vier provincies en diverse instanties bij het project aangehaakt. In het tweede projectjaar worden de meetresultaten gebruikt om een dummy-vergunning op te stellen. Daarnaast richten Lambert en zijn team zich op het verzamelen van zoveel mogelijk data. “Hoe meer informatie we verzamelen, des te beter we de stal-emissie kunnen voorspellen en bijsturen.”

dan betaalt de keten daar nu geld voor.”

Rol van boer verandert

Hoewel boeren en telers ervaring hebben met het sturen op kengetallen, verandert de rol van de agrarische ondernemer door doelsturing wel degelijk. De voortgang van het agrarische bedrijf hangt af van de individuele boerderij-emissies naar water, lucht en bodem. Dit verhoogt de druk tot presteren. Boeren

zullen daarom ook zekerheden gaan eisen bij toeleveranciers, bijvoorbeeld bij stalsystemen of innovaties die claimen de uitstoot te verminderen. Ruud: “Ik zie nu al voorbeelden van toeleveranciers die garanties geven over de werking van hun product. Daarmee wordt doelsturing onderdeel van de normale agrarische werkwijze, namelijk ‘sturen op kengetallen’. Daar zijn Nederlandse boeren super goed in!”

“Samen met volle kracht vooruit!”

Na twee seizoenen als lid van de Jongerenraad van Agrifirm, vond Elisabeth Jukema (25) het tijd voor een volgende stap. Vanaf komend seizoen gaat ze daarom aan de slag bij het dagelijks bestuur van de Jongerenraad, waarmee ze de organisatie én zichzelf nog beter leert kennen.

Elisabeth is van vele markten thuis. Samen met haar ouders en broertje heeft ze in Sexbierum (FR) een pluimvee- en akkerbouwbedrijf. Naast de dagelijkse gang van zaken is ze hier ook verantwoordelijk voor de twee vrachtwagens die ze beheren.

Ook is ze erg actief in de paardensport. “Ik heb een opleiding gedaan in de paardensport en doe nog altijd mee aan wedstrijden op hoog niveau. Met een pluimveebedrijf is dit goed te combineren, vanwege de flexibiliteit die je hebt.”

Bestuurswerk is Elisabeth niet vreemd, zo was ze lang actief als penningmeester bij de paardensportvereniging en is ze inmiddels dus verkozen tot nieuw lid van het dagelijks bestuur van de Jongerenraad. “Ik vind het goed om te zien hoe Agrifirm jongeren betrekt bij de coöperatie. Je leert de coöperatie goed kennen en kunt sparren met andere jonge agrarische ondernemers over thema’s die ons bezighouden. Je leert echt van elkaar en ziet overeenkomsten. Heel waardevol!’’

De stap naar het dagelijks bestuur is voor Elisabeth een logische. “Ik weet nu aardig hoe de Jongerenraad reilt en zeilt en heb eigenlijk overal wel een idee over. Met deze nieuwe functie ga ik nog dieper de organisatie in. Ook is het een stuk zelfontwikkeling. Je krijgt hier alle kansen voor bij Agrifirm.”

Elisabeth heeft duidelijke ideeën voor ogen voor de Jongerenraad. “Ik vind het belangrijk dat er telkens een innovatief programma is, dat het voor alle leden boeiend blijft om naar evenementen te komen en mee te denken over de toekomst. Zoals ik in de paardensport ook graag toepas: met volle kracht vooruit!”

Lid van dagelijks bestuur van de Jongerenraad

Nieuwe bestuurder ziet kansen in innovatie en verbinding

Varkenshouder en akkerbouwer Frank de Wildt is dit voorjaar benoemd tot lid van de raad van commissarissen van Agrifirm. “De innovatiekracht van de coöperatie en het internationale karakter van Agrifirm spreken mij aan. De komende jaren gaat er veel veranderen bij zowel de leden als de coöperatie. Vanuit mijn rol als commissaris wil ik hier graag mijn ervaring voor inzetten.”

Eerder maakte Frank vijf jaar deel uit van de ledenraad. Juist het lange termijn denken van de coöperatie spreekt hem aan. “Dat sluit aan bij het familiebedrijf. Je bent gefocust op de lange termijn door zo goed mogelijk in te spelen op ontwikkelingen om zo bestaansrecht te behouden in de toekomst. Zo vind ik het belangrijk dat Agrifirm in een regionale krimpende markt buiten Europa actief blijft en slagkracht behoudt. Als bestuurslid draai je niet aan het stuur van de coöperatie, maar je kunt bij wijze van spreken wel het knipperlicht naar links of rechts aanzetten.” De stap naar de RvC past daarmee bij Frank als ondernemer. “Op mijn bedrijf werkt een vaste groep betrokken medewerkers, hierdoor kan ik veel loslaten en deze functie bekleden.

Als ondernemer ben ik internationaal actief. In Nederland hebben we zeugen en vleesvarkens en een kleine akkerbouwtak, in Duitsland vleesvarkens.”

Als bestuurder van Agrifirm moet je bereid zijn beslissingen te nemen, ook als die niet populair zijn voor de korte termijn, verklaart Frank. “Kijk naar de aanstaande krimp in de veehouderij bijvoorbeeld, daar moet je als coöperatie op reageren. Net als op het verminderde gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, ook dat heeft invloed op de omzet. Als coöperatie moet je denken in een oplossing voor je leden. Het is belangrijk om tijdig alternatieven te ontwikkelen en de leden uit te leggen waarom bepaalde innovaties en beslissingen nodig zijn.”

Een grote kans voor Agrifirm ligt in het versterken van de wisselwerking tussen de dierlijke en plantaardige activiteiten, vindt de nieuwe bestuurder. “Er liggen veel kansen voor Agrifirm in het vervullen van een begeleidende en verbindende rol tussen veehouders en akkerbouwers in de regio. Praktisch en efficiënt: breng mensen samen, dat kan de leden en Agrifirm voordeel opleveren.”

Verdienmodel als rode draad bij onderzoek Laverdonk

Hoe kunnen we met voer bijdragen aan het verlagen van de emissies, en hoe kunnen we circulair voeren met behoud van de prestaties van de dieren? Op onderzoeksboerderij Laverdonk wordt iedere dag gewerkt aan antwoorden en oplossingen voor actuele vragen met behoud van het verdienmodel van de boer. “Dat is de rode draad”, vertelt bedrijfsleider Harold de Louw. “Het gaat vaak ook hand in hand: een betere voederconversie zorgt zowel voor een hoger saldo als voor een lagere CO2-uitstoot.”

Circulariteit en emissiebeperking zijn voorbeelden van thema’s die op dit moment veel aandacht vragen, ziet Harold. “Hoe de toekomst eruit komt te zien weet niemand, maar we verwachten wel dat circulair voeren een belangrijk thema blijft. Daarom zijn we nu al aan het onderzoeken hoe we

in de toekomst bijvoorbeeld voerinstallaties kunnen aanpassen of vernieuwen om daar optimaal gebruik van te maken, en hoe we reststromen kunnen opwaarderen tot waardevolle grondstoffen.”

Ook wordt er veel onderzoek gedaan naar voeders die goed passen bij de behoefte van

Met eigen ogen zien hoe dit onderzoek eruit ziet, en wat er nog meer wordt onderzocht op Laverdonk? Scan dan de QR-code om de video te bekijken!

het dier, wat tevens zorgt voor een lage uitstoot van fosfaat en stikstof. Laverdonk zet bij deze onderzoeken steeds vaker moderne technieken in, zoals camera’s en sensoren. “Zo kunnen we de dieren observeren en informatie verzamelen zonder dat het dier er iets van merkt.”

Vraag Agrifirm Exlan om advies

Antwoord op ondernemersvragen

“De aanvraag om een natuurtoestemming voor een aanbouw aan mijn stal ligt nu al 2 jaar bij de provincie. Wat kan ik doen?”

Lambert Polinder:

“Vanwege het ontbreken van een goed toetsingskader verlenen provincies op dit moment vrijwel geen natuurtoestemmingen.

Daardoor blijven vaak ook de andere aanvragen, zoals bouw- en milieuaanvragen, liggen. Erg frustrerend voor ondernemers.

Belangrijk is om al aan de voorkant over je aanvraag na te denken. Doe je de aanvraag voor de milieubelastende activiteit, de bouw en de natuuractiviteit allemaal in één of maak je er verschillende aanvragen van? Als je alles tegelijk aanvraagt kan het zijn dat de hele procedure blijft hangen op één van die benodigde toestemmingen. Losse aanvragen kunnen onafhankelijk van elkaar worden behandeld.

Probeer na indiening concrete afspraken te maken met de vergunningverlener. Wat is er nodig om tot vergunningverlening over te kunnen gaan?

En wanneer volgt de besluitvorming als die informatie is aangeleverd? Op het afgesproken moment geen besluit, neem dan weer contact op. Tijdrovend, maar essentieel.

Toch is het zonder toetsingskader vaak lastig om tot vervolgstappen te komen. Overleg dan met de vergunningverlener of eventueel zelfs met de wethouder of de gedeputeerde. Leg uit waarom snelle toestemming van belang is en reik liefst zelf ook oplossingen aan. Zo zijn we op dit moment in sommige procedures bezig om een passende beoordeling op de rit te krijgen om de natuurtoestemming vlot te trekken. Ook de methodiek van doelsturing kan helpen bij het verlenen van de vergunning.

Werkt dit alles niet? Dan kun je juridische stappen overwegen. De wettelijke termijn voor het nemen van een besluit is vaak een half jaar. Als die overschreden wordt, kun je het bevoegd gezag schriftelijk in gebreke stellen. Als er dan binnen twee weken niets gebeurt, volgen dwangsommen en als ook dat geen effect heeft, kun je de rechter verzoeken de gemeente terecht te wijzen. Vaak worden dan de dwangsommen verhoogd. Let wel op: als je juridisch druk zet, moet de gemeente een besluit nemen. Dat kan ook het weigeren van de aanvraag zijn. Denk er dus goed over na of er mogelijke weigeringsgronden zijn en of je dat risico wilt lopen.”

De beste aanpak verschilt per situatie. Neem contact op met Juridisch Advies voor meer informatie. E-mail juridischadvies@agrifirm.com of T 088 488 29 29.

Lokale producten van boeren zijn belangrijk voor de plaatselijke horeca, supermarkten en bedrijven

Lokale producten in het schap en op het menu

Edwin Holtrop

SUPERMARKTONDERNEMER BIJ PLUS

EDWIN EN ASTRID HOLTROP, BENNEKOM

“Als supermarktondernemer zie ik een groeiende vraag naar lokale producten. De consument is bewust bezig met voeding en wil weten waar hun producten vandaan komen. Voor veel mensen is het daarom belangrijk om zo lokaal mogelijk, dus van producenten uit de directe omgeving, te kopen. Consumenten gaan zelf al naar boeren en telers toe om daar direct te kopen.

Dat kost veel tijd. Daarom werk ik nu samen met Lokalist. Via dit platform kan ik meerdere lokale producten bestellen, krijg het in een keer geleverd en krijg één factuur. Op het platform kan ik ook zien waar de producten vandaan komen, dat vind ik belangrijk, want aardbeien uit Limburg vind ik niet lokaal meer

Ze reageren heel positief als deze producten ook weer bij mij in de schappen liggen voor dezelfde prijs. Dan hoeven ze niet speciaal naar de boer toe en kunnen ook gelijk de standaard boodschappen halen.

“Het verhaal van de boer is enorm belangrijk bij lokale producten.”

Voor mij als zelfstandige supermarktondernemer is deze trend een kans om mij te onderscheiden van de concurrent. Het nadeel is wel dat ik bij elke boer of producten apart moet bestellen, apart geleverd krijg en apart moet factureren.

bijvoorbeeld. Boeren zijn heel goed in een kwalitatief product maken, maar vaak wat minder bedreven in marketing. Met BOER&NLekker biedt Agrifirm boeren een eenduidig merk, zodat hun lokale producten ook in onze winkel goed naar voren komen met mooie foto’s en signing. Want juist het verhaal van de boer is bij lokale producten enorm belangrijk.”

Ook interesse in leveren aan de zakelijke markt?

Kijk op boerenlekker.nl/nieuwe-boeren

“Wij verkopen onze wijn en asperges in onze boerderijwinkel direct aan de consument. Daarbij hebben we echt bordjes en sociale media nodig om de mensen te bereiken. Nu we onze producten ook op de zakelijke markt verkopen bereiken we een

“We bereiken een veel groter publiek.”

veel groter publiek. Onze asperges liggen in de plaatselijke Albert Heijn. Zo is ons product bereikbaar voor iedereen in het dorp en zien mensen je naam en gezicht. Ik werk met BOER&NLekker, het merk voor de korte keten van Agrifirm en sinds kort ook met het platform Lokalist, door de samenwerking tussen deze beide partijen. Dat ontzorgt geweldig. Boekhouding is niet ons ding. Zeker in drukke periodes blijft dat liggen. In Lokalist wordt alle facturatie geregeld, maar ook het vervoer. Dat geeft mij rust in mijn hoofd en ik heb meer tijd om de

Gilbert Sweep

MELKVEEHOUDER, WIJNBOER EN ASPERGETELER BIJ DE SANTSPUY

dingen te doen waar ik goed in ben. Je kunt daarnaast ook via het platform chatten met je afnemers, wat zeker handig is bij afnemers die verder weg zitten. Dankzij Lokalist lever ik nu aan De Efteling, maar ook aan andere grote jongens zoals verzorgingstehuizen, scholen, bedrijven, grote cateraars en bijvoorbeeld het provinciehuis in Den Bosch. Ik had anders echt niet geweten hoe ik daar binnen moest komen. Door dit platform heb ik veel meer bereik. Hoe meer boeren daarop zitten, hoe beter het werkt. Dit geeft een geweldige mogelijkheid om lokale producten in de zakelijke markt op te schalen. Onderschat ook het effect van deze korte keten niet: dit heeft zo’n positief effect op het imago van de landbouw.”

Ontmoet elkaar

De uitnodiging volgt! Bekijk sfeerfoto’s van vorige editie op Laat je inspireren Ga op excursie

Laat je inspireren Ga op excursie

De uitnodiging volgt! Bekijk sfeerfoto’s van vorige editie op

AGRI0055_AD_Better Together met adresvlak_200x260mm+vlak_W.indd 1 10-05-2024 10:32

De uitnodiging volgt!

Bekijk sfeerfoto's van vorige editie op expeditie-agrifirm.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.