Vlaanderen
is onderwijs en vorming
Toelatingsexamen arts en tandarts Infobrochure 2016
AHOVOKS
AGENTSCHAP VOOR HOGER ONDERWIJS, VOLWASSENENONDERWIJS, KWALIFICATIES & STUDIETOELAGEN
ond.vlaanderen.be/toelatingsexamen
Het Toelatingsexamen Wil je starten met de opleiding tot arts of tandarts aan een Vlaamse universiteit? Dan moet je eerst slagen in het toelatingsexamen. Sinds 1997 is slagen voor het examen een bijkomende voorwaarde om de opleidingen tot arts en tandarts aan te vatten. Wil je deelnemen aan het toelatingsexamen? Neem deze brochure dan grondig door zodat je je goed kan voorbereiden. Meer informatie over het toelatingsexamen vind je op www.ond.vlaanderen.be/toelatingsexamen
Inhoudstafel 1. Waarom is er een toelatingsexamen?
4
2. Wie moet het toelatingsexamen aeggen?
5
3. Waar en wanneer vindt het toelatingsexamen plaats?
6
4. Hoe en wanneer kan ik me inschrijven?
6
5. Hoeveel kost het om deel te nemen aan het examen?
7
6. Hoe verloopt het examen? 7. Wat moet ik kennen en kunnen voor het examen?
8 10
8. Hoe kan ik me voorbereiden op het examen? Zijn er voorbeeldvragen?
14
9. Kan ik vrijstellingen krijgen?
15
10. Ik denk dat ik door een functiebeperking niet volwaardig kan deelnemen aan het toelatingsexamen. Wat kan ik doen?
16
11. Hoe word ik beoordeeld?
17
12. Wanneer en hoe krijg ik mijn resultaat?
20
13. Kan ik mijn examen inkijken?
20
14. Leerstofoverzicht KIW
21
15. Overzicht data en deadlines
30
Nog vragen?
31
Colofon
31
3
1. Waarom is er een toelatingsexamen? De federale overheid beperkt per gemeenschap de toegang van artsen en tandartsen tot het systeem van de sociale zekerheid. Een evenwichtig aantal beroepsactieve artsen en tandartsen, in overeenstemming met de gezondheidsnoden, is immers een belangrijke parameter voor de kwaliteit en betaalbaarheid van de gezondheidszorg. De federale overheid bepaalt hoeveel actieve artsen en tandartsen er in BelgiĂŤ in de toekomst nodig zijn. Op basis van deze planning legt de federale overheid het jaarlijkse contingent vast. Dit is het aantal artsen en tandartsen dat jaarlijks in een vervolgopleiding van huisarts, specialist of tandarts mag starten. Het federale contingent wordt tot slot opgesplitst in een contingent voor de Vlaamse en Franse gemeenschap.
Om de instroom van studenten in de opleidingen arts en tandarts op het Vlaamse contingent af te stemmen, organiseert Vlaanderen sinds 1997 een toelatingsexamen dat het aantal kandidaten voor deze opleidingen beperkt. Hiermee wil de Vlaamse overheid voorkomen dat jongeren na jarenlange studies niet de kans zouden krijgen om het beroep van arts of tandarts uit te oefenen. Het toelatingsexamen toetst de bekwaamheid van studenten om een geneeskundige of tandheelkundige opleiding met succes te volgen. Sinds het toelatingsexamen plaatsvindt zijn de slaagpercentages in het eerste jaar van de opleidingen van arts en tandarts ongeveer verdubbeld aan alle universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. Ongeveer 85% van de startende studenten in de Vlaamse gemeenschap behaalt effectief het diploma van arts of tandarts. Sinds de invoering van het examen in 1997 hebben ongeveer 43.000 kandidaten deelgenomen. Gemiddeld slaagt 39 procent, weliswaar soms na herhaalde pogingen.
4
2. Wie moet het toelatingsexamen afleggen? Voor wie? Iedereen die zich wil inschrijven voor de opleiding tot arts of tandarts, of voor een opleidingsonderdeel ervan, moet geslaagd zijn voor het examen. Daarnaast moet je ook voldoen aan de gewone toelatingsvoorwaarden voor de opleidingen.
Voor wie niet? » Als je al vóór 2016 geslaagd bent voor het toelatingsexamen én uiterlijk op 31 december van het jaar waarin je geslaagd bent, het diploma secundair onderwijs hebt behaald. » Als je in het buitenland het diploma van arts hebt behaald en de toelating hebt om je aan een universiteit van de Vlaamse Gemeenschap in te schrijven voor een masteropleiding in het studiegebied geneeskunde. » Als je in het buitenland het diploma van tandarts hebt behaald en de toelating hebt om je aan een
universiteit van de Vlaamse Gemeenschap in te schrijven voor een masteropleiding in het studiegebied tandheelkunde.
Twijfel je? Stel je concrete vraag per e-mail of per brief aan de examencommissie. Vragen worden niet telefonisch behandeld. Alleen het schriftelijke antwoord van de examencommissie per e-mail of per brief geldt als definitief uitsluitsel. Opgelet!
Het examen is alleen bedoeld voor kandidaten die oprecht de intentie hebben de opleiding tot arts of tandarts aan te vatten. Het examen is geen globale geschiktheidsproef voor academisch onderwijs. Het is een zeer specifieke geschiktheidsproef voor de opleidingen tot arts en tandarts. Het inschrijvingsgeld dekt slechts een fractie van de reële kost. Daarom is deelname aan het toelatingsexamen om jezelf te testen of voor andere oneigenlijke doeleinden maatschappelijk niet aanvaardbaar.
5
3. Waar en wanneer vindt het toelatingsexamen plaats?
4. Hoe en wanneer kan ik me inschrijven?
Er is één toelatingsexamen per jaar met twee onafhankelijke examenmomenten: één in juli en één in augustus. Het toelatingsexamen duurt een hele dag en wordt op één plaats voor alle kandidaten tegelijk georganiseerd.
Inschrijven doe je online via de website van het toelatingsexamen. Je meldt je aan met een persoonlijk e-mailadres. Daarna ontvang je een wachtwoord dat je kan aanpassen. Hou dat wachtwoord zorgvuldig bij.
Examendata
Hou rekening met de inschrijfdata en schrijf je tijdig in. Na deze data worden geen inschrijvingen meer aanvaard!
1e examenmoment
2e examenmoment
dinsdag 5 juli 2016
dinsdag 30 augustus 2016
De locatie waar het toelatingsexamen arts en tandarts zal plaatsvinden, wordt via de website van het toelatingsexamen arts en tandarts gecommuniceerd.
Start inschrijvingen
Stop inschrijvingen
1e examenmoment
1 maart 2016
17 mei 2016
2e examenmoment
13 juli 2016
1 augustus 2016
Opgelet!
Je kan je niet tegelijk voor twee examenmomenten inschrijven. Wie niet geslaagd is in juli, kan zich opnieuw inschrijven voor het examen in augustus. Het is niet verplicht in te schrijven voor het examen van juli om in augustus te kunnen deelnemen.
6
5. Hoeveel kost het om deel te nemen aan het examen? Het inschrijvingsgeld bedraagt 35 euro per examenmoment. Nadat je je via de website hebt geregistreerd, krijg je een email om het inschrijvingsgeld te betalen met vermelding van een gestructureerde mededeling. Zorg ervoor dat je het inschrijvingsgeld op tijd betaalt en bewaar het betalingsbewijs. Als banken, bijvoorbeeld in het buitenland, kosten aanrekenen, moet je ervoor zorgen dat de examencommissie het bedrag van 35 euro netto ontvangt.
Opgelet!
Je kan het betaalde inschrijvingsgeld niet terugvorderen, ook niet als je niet deelneemt of om ĂŠĂŠn of andere reden verhinderd bent. Je kan het inschrijvingsgeld niet doorschuiven naar een volgend examenmoment. Je kan je inschrijving niet doorgeven aan een andere kandidaat.
Als je niet op tijd hebt betaald, ben je niet ingeschreven! Uiterste betaaldata 1e examenmoment 23 mei 2016
2e examenmoment 3 augustus 2016
7
6. Hoe verloopt het examen? Het toelatingsexamen is een massaevent. In 2015 namen 4886 kandidaten in juli deel en 3716 in augustus. Wees daarop voorbereid. Het examen neemt een volledige dag in beslag. Alleen wie het volledige examen aflegt, krijgt een geldig resultaat. Als je tijdens het examen opgeeft, is je deelname ongeldig. Twee weken voor het examen ontvang je praktische informatie over het verloop van het examen en gedetailleerde examenrichtlijnen. Als je die informatie niet ontvangt, neem je via de website contact op met de helpdesk. Breng een afdruk van je uitnodigingsbrief en je geldige identiteitskaart of (internationaal) paspoort mee naar het examen. Zonder deze documenten kan je niet aan het examen deelnemen. Alle andere identificatiedocumenten zijn niet geldig.
8
Het examen bestaat uit twee delen: » Kennis en Inzicht in de Wetenschappen (KIW); » Informatie Verwerven en Verwerken (IVV). In beide delen toetst het examen je inzicht, redeneervermogen en assimilatiecapaciteit. Het examen toetst naast wetenschappelijke competenties ook interpersoonlijke eigenschappen en redeneervermogen. Alle vragen van het toelatingsexamen zijn meerkeuzevragen. Voor elke vraag worden vier antwoordmogelijkheden aangeboden waarvan slechts één juist is. Het komt er dus op aan elke vraag aandachtig te bestuderen en heel nauwkeurig de instructies te volgen.
Op het examen krijg je per onderdeel een werkboek en een antwoordblad. Je kan de antwoorden eerst aanduiden in de werkboekjes. Nadien breng je ze over op het definitieve antwoordblad. Gebruik de linkerkolom als klad voor je de eigenlijke bolletjes aanstipt. Die bolletjes zijn de enige geldige antwoordkeuzes. Werkboeken en de linkerkolom van het antwoordblad worden niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Hou tijdens het examen de looptijd van de examenonderdelen goed in de gaten. Je bent immers zelf verantwoordelijk om de bolletjes tijdig en correct aan te stippen op de definitieve antwoordbladen. Als je het antwoordblad eenmaal hebt ingeleverd, kan je geen enkele wijziging meer aanbrengen.
Tip Bekijk de videobeelden op de website waarin wordt getoond hoe je de antwoordbladen correct kan invullen.
9
7. Wat moet ik kennen en kunnen voor het examen? Kennis en inzicht in de wetenschappen (KIW) Dit examengedeelte peilt naar je kennis en inzicht in de wetenschappen, toegespitst op de vakken biologie, fysica, chemie en wiskunde. De examencommissie bakent voor elk vak afzonderlijk de leerstofinhoud af en houdt hierbij rekening met alle leerplannen van het secundair onderwijs in Vlaanderen. De vragen zijn inhoudelijk afgestemd op het gemiddelde van de leerplannen van de derde graad van het algemeen secundair onderwijs (aso). Niet alleen de leerstof van de derde graad is bij dit onderdeel belangrijk, ook een stevig inzicht in de leerstof van voorafgaande jaren is noodzakelijk. Het gaat niet louter om kennis, maar vooral om inzicht. Elk wetenschapsonderdeel omvat evenveel meerkeuzevragen. Die peilen niet naar bewijzen of zuiver theoretische aeidingen. 10
Op basis van een aantal gegevens moet je aeidingen kunnen maken om tot het juiste resultaat te komen. Een vraagstelling kan ook gebaseerd zijn op grafische gegevens. Grafieken kunnen analyseren is dus een belangrijke vaardigheid. Behalve de vaardigheid in het analyseren van een probleem en de mogelijkheid om snel een nieuw begrip te assimileren en op te nemen in de al verworven kennis, is de gedrevenheid om een probleem op te lossen een belangrijke troef om te slagen in de verdere opleiding als arts of tandarts. Laat je dus niet te snel afschrikken! Dat geldt in de eerste plaats voor vragen waarbij wat rekenwerk gevraagd wordt, al is dat rekenwerk vrij beperkt en zo eenvoudig mogelijk gehouden.
Informatie verwerven en verwerken (IVV) Het is niet toegestaan om elektronische rekentoestellen of andere hulpmiddelen te gebruiken. Grootheden, symbolen en eenheden worden gebruikt volgens de geldende SI-normen. Als dat zinvol is, worden synoniemen vermeld en wetmatigheden verduidelijkt. Indien nodig krijg je tabellen met nuttige constanten, logaritmen, kwadraten, goniometrische getallen en formules ter beschikking.
Tip
Ga na of er eventueel tekorten zijn in je curriculum zodat je ze kan bijwerken. De leerstof vind je op pagina 21 in deze brochure.
Dit examengedeelte peilt naar je vermogen om informatie adequaat op te nemen ĂŠn om die informatie te verwerken, zodat je ze nuttig kan aanwenden. Problemen oplossen dus. Dat is niet alleen relevant om in de toekomst te functioneren als arts of tandarts, maar het bepaalt ook je eigen kansen op succes in de opleiding. IVV peilt in eerste instantie naar je studeerpotentieel: kan je op een correcte wijze nieuwe informatie inpassen in je bestaande kennis en toepassen op nieuwe problemen? Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat een hogere score voor dit onderdeel gepaard gaat met betere studieresultaten tijdens de opleiding zelf. Het examengedeelte IVV bestaat uit twee onderdelen: een communicatieproef en een stilleestekstproef. 11
7. Wat moet ik kennen en kunnen voor het examen? COMMUNICATIEPROEF De communicatieproef peilt naar je persoonlijke, interpersoonlijke en communicatieve competenties. Daarbij gaat het niet alleen om kennis, maar ook om attitudes en vaardigheden die voor een arts van belang zijn. De volgende dimensies worden getoetst: » goede luisterhouding, de mogelijkheid om persoonlijke aandacht te geven aan de ander, respectvol met elkaar omgaan; » empathie of het vermogen om je in te leven in de situatie en in de belevingswereld van de ander; » (familie)relaties begrijpen en een open en constructief gesprek aangaan waarin loyaliteit en waardigheid bewaard blijven en je samen de beste keuze maakt; » de vaardigheid om gedrag en emoties correct te interpreteren, waarbij je verschillende interpretaties kan onderkennen en de bruikbaarheid ervan 12
voor bepaalde doeleinden kan beoordelen; » een constructieve houding aannemen in conflictsituaties en in individuele of collectieve situaties met hevige emoties of uitzichtloosheid; » zelfreflectie of het kunnen inschatten van de gevolgen van je eigen gedrag in een relationele situatie met kwetsbare burgers, collega’s en andere betrokkenen. De vaardigheden worden getoetst via casussen. De casussen hebben betrekking op zorgsituaties en andere maatschappelijke situaties waarmee een 18-jarige in aanraking zou kunnen komen in familie- of vriendenkring of in de context van een stage of een studentenjob. Voor elke casus worden vier verschillende reactiemogelijkheden gegeven. Je duidt de reactie aan die getuigt van de aanwezigheid van de gewenste communicatieve vaardigheid. Per casus is er slechts één juist antwoord mogelijk.
7. Wat moet ik kennen en kunnen voor het examen? STILLEESTEKSTPROEF Dit examenonderdeel test je inzicht en assimilatievermogen. Je moet in staat zijn om vragen te beantwoorden over informatie die beschreven wordt in een aantal korte wetenschappelijke teksten die verschillende aspecten van dezelfde problematiek beschrijven. Elke tekst bestaat uit één pagina tekst, aangevuld met 1 of 2 figuren, tabellen of schema’s.
Wel worden alle schema’s, figuren of tabellen uit de teksten ter beschikking gesteld. Je beantwoordt de vragen op basis van de informatie die je verwerkt hebt uit de teksten, schema’s, figuren en tabellen. Je mag geen informatie uit de originele teksten noteren om tijdens het tweede deel van de proef te gebruiken. Als je dat toch doet, zal de examencommissie sancties opleggen volgens het werkingsreglement.
In het eerste deel van de stilleestekstproef beantwoord je meerkeuzevragen over de teksten en bijbehorende schema’s, figuren of tabellen. Binnen de tijdsduur van dit examenonderdeel kan je de teksten zo vaak als nodig herlezen en kan je ze continu raadplegen. Vervolgens worden alle documenten opgehaald en krijg je een nieuwe set met meerkeuzevragen voor het tweede deel van de stilleestekstproef. De vragen van het tweede deel moet je beantwoorden zonder dat je de informatie uit de teksten kan raadplegen. 13
8. Hoe kan ik me voorbereiden op het examen? Zijn er voorbeeldvragen? Zijn er voorbeeldvragen? Om je voor te bereiden is het essentieel dat je deze brochure en de website van het toelatingsexamen grondig doorneemt. Het examen is opgesteld om de kandidaten voor de opleidingen te selecteren. Daardoor kan je je er maar in beperkte mate op trainen. Je leerkrachten van het secundair onderwijs en het centrum voor leerlingenbegeleiding in je buurt kunnen beoordelen of je een reĂŤle kans hebt om te slagen. Op de website van het toelatingsexamen vind je de vragen uit beide sessies van het toelatingsexamen arts en tandarts van 2015 voor KIW en de stilleestekstproef. Van de communicatieproef vind je verschillende modelvragen. Die geven je een idee van de wijze van examineren. Andere examenvragen worden niet vrijgegeven.
14
Noch de examencommissie, noch de overheid verstrekt ander voorbereidingsmateriaal of beveelt dat materiaal aan. De examencommissie draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor informatie die wordt verspreid via andere kanalen, zoals niet-officiĂŤle websites en trainingssessies. Informatie uitwisselen met vrienden die het examen al hebben afgelegd, kan je slaagkansen verhogen. Volgens onderzoek is het effect daarvan groter dan (betalende) websites of trainingscursussen.
9. Kan ik vrijstellingen krijgen? Nee, er kunnen geen vrijstellingen aangevraagd worden, noch van één examen naar een ander, noch op grond van reeds gevolgde opleidingen of specifieke werkervaring.
Hetzelfde geldt als je eerst een deel van de opleiding geneeskunde of tandheelkunde in de Franse Gemeenschap of in het buitenland hebt gevolgd.
Kandidaten die eerst een andere opleiding hebben gevolgd en willen overstappen naar de opleiding arts of tandarts, zijn niet vrijgesteld van het toelatingsexamen.
Elk verzoek om vrijstelling van bepaalde onderdelen van het toelatingsexamen is dus nutteloos.
Het meest voorkomende voorbeeld is dat van de “omweg” via de opleiding biomedische wetenschappen. Die opleiding heeft echter eigen doelstellingen en is niet noodzakelijk de ideale voorbereiding op een studie in de geneeskunde of tandheelkunde. Als je geslaagd bent voor de opleiding biomedische wetenschappen, garandeert dat niet dat je zult slagen voor het toelatingsexamen. Dat laatste is immers afgestemd op de leerprogramma’s van het secundair onderwijs en heeft een andere structuur en opzet dan een academisch examen in een bachelor- of masteronderdeel.
15
10. Ik denk dat ik door een functiebeperking niet volwaardig kan deelnemen aan het toelatingsexamen. Wat kan ik doen? De examencommissie streeft ernaar om kandidaten in optimale omstandigheden aan het examen te laten deelnemen. De examencommissie biedt aan personen met een functiebeperking (bv. dyslexie, dyscalculie,‌) speciďŹ eke ondersteunende maatregelen. Een functiebeperking is een langdurige vermindering van het fysiek, mentaal, verstandelijk of zintuigelijk functioneren. Deze beperking van het dagelijks functioneren belet je om op gelijke voet met anderen te participeren in activiteiten van het samenleven. Meer informatie over de aanvraag van ondersteunende maatregelen, kan je vinden op de website van het toelatingsexamen arts en tandarts.
Om ervoor te zorgen dat de examencommissie de nodige voorbereidingen kan treffen, is het belangrijk je aanvraag op tijd te doen. Hou rekening met de volgende data: UITERSTE AANVRAAGDATA ONDERTSEUNENDE MAATREGELEN 1e examenmoment
2e examenmoment
23 mei 2016
3 augustus 2016
Documenten die te laat worden doorgestuurd, kunnen niet worden verwerkt. De examencommissie kent geen ondersteunende maatregelen toe op basis van laattijdige aanvragen.
Opgelet
Je moet elk jaar een nieuwe aanvraag indienen, ook als je al eerder deelnam aan het examen met een goedgekeurde aanvraag voor ondersteunende maatregelen. Het medisch verslag moet je NIET opnieuw toevoegen aan je aanvraag.
16
11. Hoe word ik beoordeeld? De Vlaamse Regering legt vooraf niet vast hoeveel kandidaten mogen slagen. Er is dus geen numerus fixus voor de opleiding van arts of tandarts ingesteld.
Puntenverdeling
onderdeel wordt als geheel beoordeeld. Je moet dus geen minimale score halen op de afzonderlijke delen.
Giscorrectie De examencommissie past een giscorrectie toe.
Het examen staat op veertig punten. Het onderdeel ‘Kennis en Inzicht in de Wetenschappen’ (KIW) bestaat in totaal uit zestig meerkeuzevragen waarvan vijftien vragen per discipline: biologie, fysica, chemie en wiskunde. Elk van de vier disciplines staat op vijf punten. Het ganse KIW onderdeel staat op een totaal van twintig punten en wordt als geheel beoordeeld. Je moet dus geen minimale score op elk afzonderlijk wetenschapsgebied halen.
De meerkeuzevragen hebben telkens vier antwoordmogelijkheden waarvan slechts één het juiste antwoord is. De andere drie alternatieven zijn fout en hebben alleen tot doel je af te leiden. De mogelijke scores per vraag zijn: » +1 bij een correct antwoord; » 0 als de vraag wordt opengelaten; » -1/3 bij een fout antwoord.
Het onderdeel ‘Informatie Verwerven en Verwerken’ (IVV) staat op twintig punten. De communicatieproef omvat twintig meerkeuzevragen en staat op zes punten. De stilleestekstproef bestaat uit twee delen met telkens twintig meerkeuzevragen. De stilleestekstproef deel 1 (open boek) en deel 2 (gesloten boek) staan telkens op zeven punten. Ook het IVV 17
De giscorrectie houdt dus in dat een fout antwoord negatieve punten oplevert. Dit vermijdt dat deelnemers die gokken, d.w.z. willekeurig een antwoord aankruisen zonder het juiste antwoord te kennen, toch punten zouden verwerven. De giscorrectie is gelijk aan: -1/((aantal antwoordmogelijkheden per vraag)-1). Voor een examen met vier antwoordmogelijkheden betekent dat concreet -1/3 van een punt per fout antwoord.
Opgelet met het hanteren van antwoordstrategieën
Wees voorzichtig met het hanteren van antwoordstrategieën waarbij je beoogt nipt te slagen De examencommissie analyseert de resultaten na afloop van het examen. Na itemanalyse en bij een manifest slechte itemrespons kan de examencommissie besluiten om de positieve en negatieve punten van dit item in de scores van alle kandidaten te verwijderen. De overblijvende items worden dan herrekend naar het vastgelegde puntengewicht per examenonderdeel.
18
Voorwaarden om te slagen Elke kandidaat moet cumulatief aan de volgende drie voorwaarden voldoen om te slagen voor het examen: » ten minste 10 op 20 behalen voor het examengedeelte Kennis en inzicht in de wetenschappen; » ten minste 10 op 20 behalen voor het examengedeelte Informatie verwerven en verwerken; » ten minste 22 op 40 behalen op het geheel (als som) van beide examengedeelten. De resultaten van KIW en IVV worden elk omgezet naar een resultaat op 20 en samen vormen ze een resultaat op 40. Bij het omzetten van de resultaten naar 20 wordt er afgerond naar 1 decimale. De afronding gebeurt enkel na het optellen van de resultaten van de vier onderdelen van KIW en na het optellen van de resultaten van de drie onderdelen van IVV. Het totaal (op 40) wordt berekend door de 7 afzonderlijke onderdelen op te tellen en vervolgens deze som af te ronden naar 1 decimale.
Bij de deliberatie houdt de examencommissie geen rekening met persoonlijke omstandigheden, zoals familiale omstandigheden, het doorlopen studietraject of eerder behaalde resultaten. Als je geslaagd bent, mag je je inschrijven voor de opleiding tot arts of tandarts aan een universiteit binnen de Vlaamse Gemeenschap.
Opgelet: Je moet tijdig in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs. Geslaagd zijn op het toelatingsexamen is een bijkomende toelatingsvoorwaarde voor de opleidingen arts of tandarts. Daarnaast geldt de algemene voorwaarde dat je een diploma secundair onderwijs moet hebben om je aan de universiteit in te schrijven. Het geslaagd zijn op het toelatingsexamen voldoet slechts als bijkomende toelatingsvoorwaarde voor de opleidingen arts of tandarts, indien het diploma secundair onderwijs uiterlijk op het einde van het kalenderjaar van slagen voor het toelatingsexamen behaald werd. Als je aan die voorwaarde voldoet, blijft het slagen voor het toelatingsexamen onbeperkt geldig in de tijd. Je hoeft je dus niet onmiddellijk in te schrijven voor de opleiding tot arts of tandarts.
19
12. Wanneer en hoe krijg ik mijn resultaat?
13. Kan ik mijn examen inkijken?
De eerste dinsdag na het toelatingsexamen kan je vanaf 14 uur een gedetailleerd overzicht van je resultaat via de website bekijken.
Ja, maar je kan geen didactische feedback krijgen over je geleverde prestatie. De inzage laat je toe na te gaan of er geen vergissing is gemaakt bij je beoordeling.
Inloggen doe je met je wachtwoord dat je hebt gekregen bij inschrijving. Als je je wachtwoord niet meer weet, kan je een nieuw wachtwoord aanvragen. Hou er wel rekening mee dat dit enige verwerkingstijd kost.
De inzagemomenten worden ingepland na de bekendmaking van de resultaten van het tweede examenmoment.
Enkele dagen later krijg je een e-mail waarin wordt meegedeeld of je geslaagd bent. Als je geslaagd bent, geldt het emaildocument als het formele bewijsstuk dat je moet voorleggen bij je inschrijving aan de universiteit van je keuze.
Je kan een inzage elektronisch aanvragen tussen 7 en 11 september 2016. De nodige informatie vind je na het examenmoment in augustus op de website. Je kan slechts eenmaal je examen inkijken.
Opgelet
Aangezien er per jaar slechts ĂŠĂŠn toelatingsexamen is (ook al zijn er twee examenmomenten), is de inzage in de examendocumenten alleen mogelijk na afloop van het examenmoment in augustus
20
14. Leerstofoverzicht KIW Bijzondere richtlijnen Sommige punten van de leerstofafbakening verwijzen naar leerstof die essentieel is om het toelatingsexamen met succes af te ronden, ook al zijn ze niet altijd expliciet opgenomen in de leerplannen van de derde graad. Je moet de leerstofonderdelen beheersen en kunnen toepassen in vraagstukken.
Wiskunde ALGEBRA
MEETKUNDE
− bewerkingen met reële getallen en rekenregels
− eigenschappen van driehoeken, vierhoeken en cirkels
− rekenen met absolute waarden van reële getallen
− omtrek en oppervlakte van driehoeken, vierhoeken en cirkels
− rekenregels van machtsverheffing en logaritme
− vergelijkingen van rechten, parabolen en cirkels
− evenredigheid en omgekeerde evenredigheid
− snijpunten van rechten en cirkels, snijpunten van rechten en parabolen
− reële oplossingen van vierkantsvergelijkingen
− het meten van hoeken in graden en radialen
− veeltermen met reële coëfficiënten: bewerkingen, ontbinden in factoren van veeltermen in eenvoudige gevallen, veeltermvergelijkingen
− de goniometrische cirkel, goniometrische getallen van hoeken en van verwante hoeken
− stelsels vergelijkingen van de eerste graad met hoogstens drie onbekenden
− goniometrische getallen in functie van de lengten van zijden in een rechthoekige driehoek − goniometrische formules: grondformule, verdubbelingsformules
21
ANALYSE − Veeltermfuncties, rationale functies, irrationale functies, goniometrische, cyclometrische, exponentiële en logaritmische functies (alle met een beperkte moeilijkheidsgraad) en eenvoudige bewerkingen met deze functies » eerste en tweede orde afgeleiden van bovenvermelde functies » nulwaarden, tekenverloop, raaklijnen, stijgen en dalen, extrema, buigpunten en asymptotisch gedrag voor bovenvermelde functies − Integratie » berekenen van primitieven en integralen via substitutie en partiële integratie » berekenen van de oppervlakte van vlakke figuren beschreven door eenvoudige functies
Chemie BASISKENNIS − mengsels, zuivere stoffen, enkelvoudige stoffen en samengestelde stoffen − symbolen van elementen, formules van verbindingen, schrijven en interpreteren van chemische reactievergelijkingen − belangrijkste nomenclatuurregels van de anorganische en organische chemie
ATOOMSTRUCTUUR EN PERIODIEK SYSTEEM − de atoomtheorie van Dalton, Rutherford-Bohr − belangrijkste eigenschappen van de deeltjes waaruit een atoom opgebouwd is
STATISTIEK EN KANSREKENING
− isotopen en hun voorstelling
− telproblemen waarbij volgorde en herhaling al dan niet van belang zijn
− verband tussen gemiddelde relatieve atoommassa en % voorkomen van de isotopen
− relatieve frequentie en kans − kansen en voorwaardelijke kansen − statistische gegevens, centrum- en spreidingsmaten en grafische voorstellingen van statistische gegevens − de normale verdeling als continu model bij data met een klokvormige frequentieverdeling − interpretatie bij een normale verdeling van relatieve frequentie als oppervlakte van een gepast gebied
22
− model van Sommerfeld vertrekkend vanuit het model van Bohr − hoofdniveaus, subniveaus, magnetische niveaus en elektronspin, orbitaal − elektronenconfiguraties van elementen met gegeven atoomnummer schrijven en interpreteren − verband tussen elektronenconfiguratie en periodiciteit
CHEMISCHE BINDING − karakteristieken van een ionbinding en een covalente binding − van intermoleculaire krachten (van der Waalskrachten, london-dispersiekrachten, dipool-dipoolkrachten, waterstofbruggen) tot intramoleculaire krachten (covalente en ionbinding) − invloed van intermoleculaire krachten op kook- en smeltpunt − het schrijven van lewisformules, formele lading − oxidatiegetal (of –trap) bepalen van atomen in moleculen en ionen − ruimtelijke structuur van moleculen en bindingshoek − sigma (σ)- en pi (ϖ )-binding − elektronegativiteit en polariteit van een binding
− stoichiometrische berekeningen voor reacties met eventuele overmaat van een reagens, steunend op gegeven reactievergelijkingen
CHEMISCHE REACTIES − elektrolyt en niet-elektrolyt − oplosbaarheid van stoffen in water − dissociatie- en ionisatievergelijkingen schrijven en interpreteren − neerslag-, gasontwikkelings-, neutralisatie- en redoxreacties onderscheiden, schrijven en interpreteren
− polariteit van moleculen aan de hand van de ruimtelijke structuur
CHEMISCHE KINETIEK CHEMISCH REKENEN − het getal van Avogadro en het begrip mol − dichtheid van zuivere stoffen en mengsels − procentuele samenstelling van een verbinding − concentratie-uitdrukkingen: massaprocent, volumeprocent, massa/ volumeprocent, promille, ppm, ppb, concentratie in g/L en mol/L en de omzettingen ertussen − berekeningen over verdunning − molair gasvolume bij niet normale omstandigheden berekenen − het in evenwicht brengen van een chemische reactievergelijking
− botsingsmodel, activeringsenergie en de invloed van een katalysator − reactie-enthalpie van een endo- en exo-energetische reactie − factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden − uitdrukken van reactiesnelheid, reactiesnelheidsvergelijking en orde van een chemische reactie
CHEMISCHE EVENWICHT − onderscheid tussen een aflopende reactie en een evenwichtsreactie − evenwichtsconstante Kc, evenwichtsconcentratie berekenen − invloed van concentratie, druk, energie en katalysator kwalitatief voorspellen en verklaren
23
ZUREN EN BASEN
KOOLSTOFCHEMIE (IUPAC NAAMGEVING)
− zuur/base koppels volgens Brönsted-Lowry
− de belangrijkste stofklassen in de koolstofchemie (alkanen, alkenen, alkynen en cycloalkanen, halogeenalkanen, alcoholen, ethers, aminen, amiden, aldehyden, ketonen, carbonzuren en esters)
− ionisatie van water, Kw − zuur/base reacties in waterig midden − uitdrukking van zuur- en basesterkte: Kz en Kb − sterke/zwakke zuren en basen
− verband tussen koolstofverbindingen en de begrippen lineair, vertakt, cyclisch, verzadigd, onverzadigd, aromaten, functionele groepen
− begrippen pH en pOH
− ketenisomerie, plaatsisomerie, functie-isomerie, cis-transisomerie en optische isomerie
− de pH en pOH van een oplossing in verband brengen met de concentratie aan oxonium- en hydroxideionen
− de reactietypes in de koolstofchemie (substitutie, additie, eliminatie, condensatie, polymerisatie)
− berekenen van pH en pOH van waterige oplossingen van sterke/zwakke zuren en basen
− verband tussen gegeven fysische en chemische eigenschappen van koolstofverbindingen en hun karakteristieke groep en/of koolstofskelet
− principe en samenstelling van een buffermengsel − gebruik en werking van indicatoren bij zuur/base titratie
REDOXREACTIES
IUPAC-NAAMGEVING Voor meer informatie verwijzen we naar volgende referenties:
− toepassen van de spanningsreeks van metalen en niet-metalen
1) F.C. Alderweireldt, H.J.T. Bos, R. Jorritsma, L. Maat, D. Tavernier ,Gids voor de IUPAC- nomenclatuur van organische verbindingen, 2010, uitgegeven door KNCV ism. KVCV, ISBN 978-90-71446-28-3
− standaardreductie/redoxpotentiaal en toepassing ervan
2) www.iupac.org --> zoekterm: nomenclature organic chemistry
− oxidatie, reductie, oxidator en reductor identificeren in een reactie
− samenstelling, werking en spanning van een galvanisch element − samenstelling en werking van een elektrolysecel
24
Fysica
− smelten en stollen: soortelijke smeltwarmte
OPTICA
− het kookverschijnsel, condensatie
− licht: wetten van terugkaatsing en breking aan vlakke grensoppervlakken − brekingswet van Snellius, brekingsindex − grenshoek, totale terugkaatsing − de dunne bolle lens: beeldvorming (grafisch en kwantitatief verband tussen voorwerps-, beeld- en brandpuntsafstand)
DRUK
− verdampen, soortelijke verdampingswarmte
ELEKTROSTATICA − het begrip lading, eenheid: coulomb − geleiders en isolatoren − elektrostatische inductie (geleiders), elektrostatische polarisatie (isolatoren) − wet van Coulomb − elektrische veldsterkte, eenheid N/C
− druk bij vaste stoffen
− homogeen en radiaal elektrisch veld
− atmosferische druk
− krachtwerking in een homogeen en radiaal elektrisch veld
− hydrostatische druk, totale druk in een vloeistof
− krachtwerking tussen puntladingen (maximaal vier) in eenvoudige configuraties
− beginsel van Pascal − Archimedeskracht (m.i.v. drijven, zinken en zweven)
GASWETTEN EN WARMTELEER − begrip temperatuur, absolute temperatuur − gaswetten
− resulterend elektrisch veld gegenereerd door een set van enkele puntladingen: richting, zin en grootte − potentiële energie van een geladen deeltje in een radiaal elektrisch veld − homogeen elektrisch veld (veldlijnenpatroon, elektrische veldsterkte, potentiële energie, verandering van kinetische energie van een vrije puntlading)
− de ideale gaswet − toestandsveranderingen − warmtehoeveelheid, warmtecapaciteit, soortelijke warmtecapaciteit en de warmtebalans
25
ELEKTRODYNAMICA
een stroomvoerende spoel
− elektrische stroomsterkte, eenheid ampère
− kracht op een bewegende lading in een magnetisch veld
− spanning, eenheid volt
− elektromagnetische inductieverschijnselen, inductiewet van Faraday, wet van Lenz (kwalitatief)
− eenvoudige elektrische schakeling bestaande uit weerstanden en een batterij − ampère- en voltmeter − wet van Ohm, eenheid ohm − serieschakeling, parallelschakeling en gemengde schakeling van weerstanden: − vervangingsweerstand − serieschakeling, parallelschakeling en gemengde schakeling: stroom-, spanning- en vermogensverdeling − wet van Pouillet, resistiviteit
KERNFYSICA − atoommodel, kernmodel, atoomnummer, massagetal en ladingsgetal, isotopen − natuurlijke radioactiviteit: aard en eigenschappen van alfa-, bèta- en gammastraling − karakteristieke vervalprocessen van alfa-, bèta- en gammastraling − radioactief verval: halveringstijd, desintegratieconstante, activiteit: eenheid becquerel, vervalwet (uitgedrukt met e-macht)
− wet van Joule − eenheden van elektrische energie: joule, kWh
ELEKTROMAGNETISME − permanente magneten, magnetische polen
KINEMATICA − rust en beweging, puntmassa, positie, afgelegde weg − eenparige rechtlijnige beweging
− magnetisch veld en veldlijnen
− eenparige rechtlijnige versnelde beweging (ERVB) zonder en met beginsnelheid
− magnetische veldsterkte: definitie, eenheid
− s(t), v(t) en a(t) van ERVB
− kracht op een stroomvoerende geleider in een magnetisch veld
− vrije val: valversnelling
− magnetisch veld rond een rechte stroomvoerende geleider
− verticale worp omhoog
− magnetisch veld in en rond een lus en een solenoïde
− onafhankelijkheid van de bewegingen bij een tweedimensionale beweging: horizontale worp
− magnetische veldsterkte rond een rechte stroomvoerende geleider en in
26
DYNAMICA
TRILLINGEN EN GOLVEN
− ontbinden van vectoriële grootheden volgens orthogonale assen
− harmonische trilling: amplitude, periode en frequentie
− samenstellen van vectoriële grootheden in een vlak
− wiskundige schrijfwijze en grafische voorstelling: pulsatie, faseverschil
− traagheidsbeginsel
− snelheid en versnelling van een harmonische trilling
− tweede wet van Newton: eenheid newton
− massa-veer-systeem
− het onafhankelijkheidsbeginsel bij meerdere krachten op eenzelfde lichaam
− energieomzetting bij een harmonische trilling
− actie en reactie
− golfsnelheid, golflengte
− arbeid geleverd door een constante kracht die niet evenwijdig is met de verplaatsing − vermogen − grafische interpretatie van arbeid als oppervlakte onder de curve van de kracht als functie van de positie − arbeid geleverd door zwaartekracht − arbeid geleverd door de veerkracht − verband tussen arbeid en kinetische energie − wet van behoud van mechanische energie
− lopende golven: transversale en longitudinale golven − bewegingsvergelijking van een lopende golf − staande golven: knopen, buiken, eigenfrequentie
GELUID − geluidsgolven: ontstaan, toonhoogte, geluidssterkte, toonklank − geluidsniveau, decibelschaal, decibelmeter − geluidssnelheid
− gravitatiekracht − zwaartekracht, zwaarteveldsterkte, gewicht, potentiële energie − potentiële energie opgeslagen in een elastisch systeem − eenparige cirkelvormige beweging (ECB) − periode, frequentie, baansnelheid, hoeksnelheid van ECB − centripetaalkracht bij een ECB
27
Biologie
− relatie tussen de hogergenoemde energieomzettingen − de ATP-cyclus
BASISCONCEPTEN UIT DE BIOLOGIE De eukaryote cel: bouw en de functie van de celorganellen
Erfelijke informatie in de eukaryote cel
− lichtmicroscopische bouw van dierlijke en plantaardige cel
− Moleculaire bouw nucleïnezuren DNA en RNA
− elektronenmicroscopische bouw van dierlijke en plantaardige cel
− DNA als codesysteem
» bouw en functie van celorganellen
− DNA en eiwitsynthese: transcriptie, translatie
» moleculaire bouw van het eenheidsmembraan
− Mutaties: soorten; al of niet invloed op eiwitsynthese
− uitwisseling van stoffen tussen cel en milieu
− Betekenis epigenetica
» passief transport: diffusie, osmose » actief transport, endo- en exocytose − vergelijking van de bouw van de eukaryote cel met de prokaryote cel
Celvermeerdering − Celcyclus beschrijving − DNA-replicatie: verloop en belang
Stofwisseling en energetische omzettingen in de eukaryote cel
− Vorming en bouw van chromosomen, karyogram
A. chemische stoffen in de cel
− Mitose: verloop en belang
− belang van water en mineralen voor de cel
− Meiose : verloop en belang, crossing-over en non disjunctie
− moleculaire bouw en functie van sachariden, lipiden, proteïnen met inbegrip van enzymen en ATP voor de cel
Erfelijkheid
− celmetabolisme: katabole en anabole stofwisseling
− mono- en dihybride kruising met dominant/recessieve en codominante overerving
B. energetische omzettingen in de cel
− gekoppelde genen, recombinatie
− fotosynthese
− geslachtsgebonden overerving
− aerobe celademhaling
− stambomen en kansbepaling
− alcoholische gisting en melkzuurgisting (niveau van de spieren)
28
Biotechnologie
MENSELIJKE BIOLOGIE
− natuurlijke genoverdracht
Voortplanting
− principe van recombinant-DNA-technologie
− bouw en functie van mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen
− PCR
− hormonale regeling van de vruchtbaarheid − verloop van oögenese en spermatogenese
Evolutie
− verloop van de bevruchting
− wetenschappelijke argumenten voor evolutie
− zwangerschap en geboorte
− theorie van Darwin en de moderne evolutietheorie
» hormonale en neurale regeling
− basisinzicht in het ontstaan van soorten
» verloop van de ontwikkeling van embryo tot foetus
− evolutie van de mens: criteria en ontstaansomstandigheden voor hominisatie
» bouw en functie van navelstreng en placenta en vruchtwaterzak − anticonceptie bij de man en de vrouw: methoden en betrouwbaarheid − medische begeleide voortplantingstechnieken: IVF en ICSI, IUI Homeostase en afweer bij de mens A. Homeostase − betekenis van homeostase − mechanisme van feedbacksystemen B Afweer − werking van niet-specifieke afweer − verloop van specifieke afweer: rol van B- en T-lymfocyten
29
15. Overzicht data en deadlines Hieronder vind je een overzicht van alle data en deadlines met betrekking tot het toelatingsexamen arts en tandarts van 2016. 1e examenmoment 5 juli 2016 Inschrijvingsperiode deelname examen
2e examenmoment 30 augustus 2016
1 maart 2016 – 17 mei 2016
13 juli 2016 – 1 augustus 2016
23 mei 2016
3 augustus 2016
1 maart 2016 – 23 mei 2016
13 juli 2016 – 3 augustus 2016
Data bekendmaking resultaten
12 juli 2016 om 14 uur
6 september 2016 om 14 uur
Aanvraagperiode inzage
7– 11 september 2016
7– 11 september 2016
Uiterste betaaldata Aanvraagperiode ondersteunende maatregelen
30
Nog vragen?
Colofon
Meer informatie vind je op de officiële website van het toelatingsexamen: » www.ond.vlaanderen.be/toelatingsexamen
SAMENSTELLING:
Bel gratis naar de Vlaamse infolijn op het nummer 1700, elke werkdag van 9 tot 19 uur. Alle briefwisseling richt je aan de examencommissie » ofwel per e-mail: toelatingsexamen.artstandarts@vlaanderen.be » ofwel per aangetekend schrijven: Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen Toelatingsexamen arts en tandarts Hendrik Consciencegebouw lokaal 7A18 Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL Elke andere vorm van briefwisseling wordt niet beantwoord en is niet rechtsgeldig.
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen Examencommissie Toelatingsexamen arts en tandarts VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Ann Verhaegen, administrateur-generaal Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel FOTO’S Thinkstock | iStockphoto | Examencommissie Omslag: Examencommissie DEPOTNUMMER December 2016 D/2015/3241/350
31
AHOVOKS
AGENTSCHAP VOOR HOGER ONDERWIJS, VOLWASSENENONDERWIJS, KWALIFICATIES & STUDIETOELAGEN
Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL www.ahovoks.be www.ond.vlaanderen.be/toelatingsexamen
BEL 1700