Personen (mensen)
de vrouw
de man
1e
3e
2e
ik - jij - hij zij persoon (1)
wij - jullie - zij persoon (>1)
ik
jij
boek
boek
mijn boek
jouw boek
zij
hij
boek
haar boek
boek
zijn boek
zien
ik zie hem ik zie haar
Wordt vervolgd
Personen (mensen)
de vrouw
de man
1e
3e
2e
ik - jij - hij zij persoon (1)
wij - jullie - zij persoon (>1)
ik
jij
boek
boek
mijn boek
jouw boek
zij
hij
boek
haar boek
boek
zijn boek
zien
ik zie hem ik zie haar
Wordt vervolgd