schatkamers van zoetermeer
magazine 2019
zoektocht naar de ziel van zoetermeer
'150 weken Schatbewakers'
EEN GEHEIM VAN DE STAD
stadsmaquette een onderdeel van ons collectieve geheugen
een plezierig gat in de lucht
reflectie op het gespeelde spel
voorjaar 2019
BIJ DE OMSLAG Voorjaar het begin van de nieuwe cyclus. De dagen lengen, het groen loopt uit...
INHOUDSOPGAVE
1 3 4 8 14 22 26 30 36 40 45 46 50 55 60 62
Inhoud Editorial Over de ziel Stadshart [6| Meerzicht [3] Stadsmaquette Meerpolder [4] Driemanspolder [9] Noordhove - Oosterheem [5] Palenstein [8] Bestuur Stichting Schatbewakers Dorp [10] revisted Reprise Oosterheem Een plezierig gat in de lucht DorpsLab Nawoord
1
In de tuin van de Zoete Aarde j mei 2018
2
Editorial magazine 3 VOORJAAR 2019
Terwijl onze beeldtaal van ziel, bezieling, schatkamer van de stad langzaam overgenomen wordt in de gesprekken in en over de stad, begint ons project '150 weken Schatbewakers' langzaam in haar laatste periode terecht te komen. De '150 weken' hadden geen duidelijk gemarkeerde startdatum, dus ook het afronden is fluïde. Zoals uit de weergaven in dit magazine duidelijk is loopt het project wel op zijn einde. Voor het gesprek over Buytenwegh de Leyens hadden we een ongelukkig moment gekozen. Dit is de enige wijk (of moeten we het nu toch over twee wijken hebben) waar we dus nog aandacht aan moeten besteden om ons kralenspel (10 kralen) compleet te hebben. We zijn vervolgens voornemens om een gedenkwaardige afsluiting te organiseren. Laat dat ook het begin zijn van een breed publiekelijk gedragen vervolg. foto: Chris Lans
Tijdens onze zoektocht verzamelen we continu materiaal uit de actualiteit en maken aantekeningen van evaringen en zienswijzen. Met het verslag leggen in de vorm van een magazine delen we deze ervaringen en beogen we een toegevoegde waarde te creëren
De bemoeienis met de stadsmaquette heeft ons het afgelopen jaar beziggehouden. De maquette was wel gedumpt, maar niet vernietigd. Van onder de vloer verplaatsten we haar naar een 'safe-house' en vervolgens verhuisden we haar nog drie keer. Hoewel zij nu netjes gestald is vraagt een restauratie, een toekomst met het toegankelijk maken van het verleden en een beeld geven van de toekomst nog duidelijk om een vervolg. In deze uitgave presenteren we ook ons stichtingsbestuur dat begin december geïnstalleerd werd. We weten ons bij ons operationele bezigheden nu goed gedekt vanuit een deskundige bestuurlijke kant. Het DorpsLab is een vervolg op het zoeken naar de waarde van beleving. We initieerden en hielpen een plek te maken voor het experiment; een plek waar ervaren, beleven en verhalen vertellen belangrijk is. Speciale dank aan Hans Hemmes, journalist AD, die bereid was zijn verslagen van een drietal stadswijkgesprekken voor publicatie in dit magazine ter beschikking te stellen. Afrondend voor dit magazine heeft Erik Pool een eerste moment van reflectie gemaakt. Zijn we niet een rijke stad met zo veel verborgen schatten? Alcuin Olthof - schatbewaker
.............................................................................................................................................................................................................. 3
Over 'de ziel' Op zoek naar de ziel De ontwikkeling van de stad wordt vaak gekenmerkt door haar ruimtelijke verschijningsvorm. In een groeistad als Zoetermeer was die ontwikkeling ook het leidend thema, wetende dat een tekort aan symboliek het lot is van alle nieuwe steden. Maar voor een duurzame ontwikkeling is meer nodig, namelijk ‘ziel’. Dit klinkt al snel als iets metafysisch en ongrijpbaars, maar niets is minder waar. De ziel is een sociale constructie die verbonden is met ruimtelijke elementen. De ziel leeft zowel in de gedachten van bewoners van een stad, als dat ze verankerd ligt in de ruimtelijke elementen zoals gebouwen, monumenten, etc. De ziel is het verbindende element tussen de fysieke en de emotionele aspecten. Waarom is het belangrijk? Stedelijk ingrijpen kan niet meer alleen door beleidsmakers van bovenaf gebeuren, maar moet samen worden gedaan met de gebruikers van de ruimte. Juist het spanningsveld tussen deze twee perspectieven zorgt voor langdurige stedelijke kwaliteit, voor ziel. Het legt de essentie van een gebied bloot. Namelijk die kwaliteiten waar bewoners een sterke emotionele verbondenheid mee hebben. Dit zijn bovendien vaak de positieve en enthousiasmerende aspecten die trots oproepen. De ziel is dus een grijpbaar middel om tot langdurige kwaliteit te komen. De ziel 4
zorgt voor verbondenheid tussen de stad en haar bewoners en ze is een gezamenlijke beleving. Dit zien we vaak terug. Zo worden sommige plekken bijvoorbeeld gezien als de unieke plekken van de stad, zoals de grachtengordel in Amsterdam of het Vredespaleis in Den Haag. Ze kenmerken de stad en maken haar uniek en onderscheidend ten opzichte van andere steden. Deze eigenheid zorgt dan ook voor een belangrijke concurrentiepositie. Aan de andere kant is ze een individuele beleving. Net zo goed zijn er veel plekken te noemen die slechts voor één of enkele mensen de ziel van een plek bevatten, die het gevoel van verbondenheid en geborgenheid oproepen. Je eigen huis is vaak één van die plekken, maar ook een moestuin komt in aanmerking. Of misschien wel die grote boom op het buurtpleintje waar je voor het eerst verliefd werd. Stadspsychologie Kennis en inzicht in de ziel van een stad levert je informatie op over zowel de bewoners van een stad (wie zijn het, hoe zijn ze, hoe denken ze, hoe en waar voelen ze zich thuis) als over hun stad. Maar hoe zoekt een stadspsycholoog naar de ziel? Een stadspsycholoog schrijft: "In mijn dagelijkse werk vraag ik me af hoe een plek (huis, straat, wijk, stad) het gedrag, het gevoel en de gedachten van een mens beïnvloedt. Ik zoek met andere woorden hoe de beleving ontstaat en wat daar het effect van is. Daarbij kies ik het individu als uitgangspunt. We kunnen namelijk veel zeggen over hoe een plek zou moeten voelen, maar uiteindelijk kan alleen de gebruiker vertellen hoe het echt voelt en welke gedachten het oproept". Dit uitgangspunt noemen we ook wel het perspectief van de geleefde stad. Dit is het perspectief waar wij ook als Schatbewakers voor kozen en van waaruit wij onze 'Zoektocht naar de Ziel van Zoetermeer' zijn begonnen.
te voeren en te handhaven. Tussen deze twee perspectieven zit een spanningsveld. Het zijn twee verschillende belevingswerelden die vanuit een ander perspectief naar de stad kijken en er met een andere taal over spreken. Voor een sterke en succesvolle stad zijn beide perspectieven nodig. In 'de zoektocht naar de ziel van Zoetermeer' onderzoeken we als Schatbewakers beide perspectieven en proberen de beide perspectieven met elkaar te verbinden. Enerzijds de stad met zijn fysieke kenmerken, zoals gebouwen, geuren, geluiden en smaken van de stad. En aan de andere kant zijn we in gesprek gegaan met de mensen die in Zoetermeer wonen, de tradities en rituelen die zij hebben en hoe zij de stad beleven.
De andere kant is er ook. Dit is de manier waarop professionals, zoals architecten, stedenbouwkundigen, planologen etc., naar de stad kijken. Dit noemen we het perspectief van de geplande stad. Het zijn de plannen over hoe de stad eruit moet zien en het beleid om dit uit 5
”Een stad zal pas bestaan als hij door kunstenaars is verbeeld” De nieuwe steden zullen, al verouderend, hun symboliek en diversiteit verwerven. Actualiteit in het werkveld "… alle nieuwe steden hebben gemeen dat zij op een gegeven moment veranderen van een blauwdruk in gelaagde, hybride, deels ongeplande oude steden. Dat vergt van deze steden, haar gebruikers, bewoners, bestuurders en bedenkers, een genuanceerde houding ten aanzien van hun eigen vorm: kan er worden afgebroken en overnieuw begonnen worden? Nieuwe ‘steden’ hebben de bijzondere verantwoordelijkheid zich te kunnen en moeten bezinnen op welke delen van hun ‘gemaakt’ stadslichaam ze willen behouden, welke ze willen veranderen en wat ze echt willen toevoegen. Dit betekent een reflectieve stedenbouw waarin architectuurgeschiedenis, architectuur, stedenbouw, landschap en planning naadloos in elkaar overlopen. Architectuurhistorici, maar ook betrokkenen bij het destijds maken van de stad dienen zich nuttig te maken. Dat kunnen wij doen door intelligentie, kennis en overzicht te injecteren en de transformatie van de stad op te laden met historische, sociale en culturele achtergronden en dus met ingrediënten voor toekomstige ontwikkelingen.” Met dank aan het artikel van de Crimsons "De New Town” en de kritische kanttekeningen van Erik Pool.
6
7
Stadswijkgesprek over het Stadshart van Zoetermeer
6
door: Willem Hermans
fotografie: Alcuin Olthof
Als mensen de stad maken, wie houdt of brengt dan het hart tot leven? Bezoekersstromen vinden plaats in de bovenwereld. Goederenstromen gaan via een onderwereld. Grote commerciĂŤle partijen hebben veel eigendom in het Stadshart. Waar ontstaat de verbinding tussen het hart en de stad?
Op 6 maart 2018 was het dan zo ver; een open gesprek georganiseerd door Schatbewakers in hun reis door de wijken van Zoetermeer. De uitnodiging is om met elkaar in een open gesprek te onderzoeken van wie het hart van de stad nu is. Voor de avond hebben 25 aanwezigen hebben zich in het eethuisje van Brenda & Siem (Stichting Iedereen Een Maaltijd) gelegen in de Woonpassage gemeld. Erik Pool als moderator opent de bijeenkomst. In het kralenspel, dat door de Schatbewakers als onderliggende methodiek wordt gebruikt, staat het stadshart op de centrale plaats in het spel. De houding van waaruit je de feiten onderzoekt wordt vanouds onderscheiden in buik, hart en hoofd, de drie delen van de ziel. In de beeldtaal van de mythologie: monsters die je bedreigen (buik), het offer van de held (hart) en de goden die je inspireren (hoofd). Vanavond staat kraal 6 centraal; het hart. Welke belangen en tegenstellingen zijn hier aan de orde? Wat prikkelt je ambitie, je .................................................................................................................................................................................................... 8
verontwaardiging? Welke pijn of welk lijden moet de held aangaan? Alvorens deze reis aan te gaan, licht Willem Hermans met 20 dia’s in 8 minuten de langdurige planningsgeschiedenis van dit bijzondere stadsdeel toe. De switch van een gebouwd winkelcentrum met hoogbouw accenten (naar het voorbeeld van FrankfurtNordweststadt) naar een hedendaagse variant van een binnenstad (Louvain-la-Neuve, universiteitsstad nabij Brussel). Na een bouwperiode in fasen blijft de dynamiek aanwezig; naast de sloop van de ijs- en evenementenhal en het verdichten van het gebied door het toevoegen van een aantal hoogbouw torens blijven de (ver)bouwopgaven zich aandienen. Spazio in het westen, Cadenza in het oosten, verbouw van bibliotheek en stadhuis tot Forum en een plek voor het Stadsmusem in het centrale deel inclusief het opknappen cq dichtzetten van de arcades en het initiatief van een Holland Outlet Mall. En dan nog blijven kwesties spelen zoals de relatie van het nieuwe Stadshart met de oude Dorpsstraat en "Waar laat ik mijn fiets nu ik niet meer door het gebied mag fietsen". Genoeg gezegd, het woord is nu aan de aanwezigen. Erik vraagt om het uiten van een wens, het uitdragen van een credo of schreeuwen van een hartenkreet. De hartenkreten:
· Leegstand moet worden opgevuld met duurzame winkels · Ik geloof in een verbonden binnenstad · Er zijn gewoonweg teveel onveilige achterkanten · Stadshart, de plaats waar je niet dood gevonden wenst te worden · Ik mis de samenhang tussen oud & nieuw · Hoe houden we het geheel levendig? · De verbinding tussen woon- en stadshart moet bruisend zijn · We willen geen unheimische onderwereld! · Meer eigenheid op meerdere plekken · Geen parkeergarage onder het marktplein · Gaarne een roltrap naar de bibliotheek · Meer DUP; diversiteit, uniciteit en pluriformiteit in plaats van eenheidsworst. · Weg met het credo: alleen maar winkelen · Hart & Stad moeten met elkaar verbonden worden · Wat is nu onze functie in de regio?
· Wel meer programma toevoegen, maar beslist geen HOM · Veel conservatisme en te weinig kwaliteit · Dorpsstraat en Stadshart met elkaar verbinden · Without a heart you finished at last
Na deze eerste uitingen blijven we niet gewoon kijken, maar nodigt Erik uit vooral te proberen door de dingen heen te kijken. Meer zintuigen gebruiken om dieper in te kunnen gaan op de eigenschappen, de kwaliteiten van het Zoetermeerse stadshart. Er worden drie groepen gevormd en door elke groep moet en persoon tot leven worden gewekt die qua karaktereigenschappen en naam kan staan voor het stadshart. Groep 1 stelt Sammie voor. Een gender neutraal persoon, die de massa en de diversiteit wil benutten van de gebruikers zoals ouderen, winkelpubliek, bewoners, kantoorpersoneel en spring-jongeren, maar zich soms ook een beetje onveilig voelt. Groep 2 stelt Alex Renee voor. Bi-polair en een persoon, die niet goed kan kiezen. Die gastvrij wil zijn, maar zich vaak verlaten voelt. Wenst zelfstandig te zijn, maar is soms ook een meeloper. Kent als persoon zowel verlatingsals bindingsangst. Groep 3 schuift Sebastiaan naar voren. Een persoon met veel voelhorens, een groot innerlijk. Eigenlijk zoals een voorraadkast waar alles in zit, maar hij is -hoewel goed bereikbaartoch naar binnen gekeerd. Aan de drie personen wordt gevraagd om het grootste fiasco, een echte flater van het stadshart te vertellen. En Sammie verhaalt vervolgens over een schietpartij in de uitgaanswereld. Criminaliteit en onveiligheid in en vanuit de onderwereld naast het gemoedelijke publieke belang in de bovenwereld; confrontatie van een harde scheiding. Alex Renee constateert dat er geen echte verbinding is tussen de Dorpsstraat, het Stadshart en het Woonhart en dat een echt hart, waar je je veilig kunt voelen, ontbreekt. Er woedde een vreselijke storm in Zoetermeer. Een spectaculair gezicht, maar ik werd in de Dobbe geblazen en er was niemand om me 9
eruit te helpen. Een gevoel van leegte waar het vol zou moeten zijn. Sebastiaan voelt zich erg gesloten. Er zijn te weinig toegangen, teveel slechte verbindingen en op te veel plaatsen staat hij met zijn rug naar de mensen toe. Slecht zichtbaar en dat voor iemand die als een natuurlijk organisme een grote mate van vanzelfsprekendheid zou moeten tonen, Erik stelt een derde opgave voor. Stel dat de donkere krachten het winnen… dan bloedt het dood en komt de onderwereld boven. Sammie vreest dat het stadshart een spookstad wordt met een leeg hart. Alex Renee gaat op zoek naar aansluitingen, naar verbindingen zowel in ruimte (de wijken) als in tijd (de historie). Sebastiaan ziet maar één uitweg; samenwerking zoeken met de omgeving. Allen roepen dat deze duistere krachten het niet mogen winnen. Dus gaan we die krachten bevechten. We gaan voor een defensieve en een offensieve strategie, maar zullen eerst ons eigen ideaal formuleren. De drie groepen gaan in beraad en bereiden een korte presentatie voor, die door een van de deelnemers wordt gehouden. Sammie loopt met een gebogen hoofd door een massa mensen. Hij ziet veel personen met een eigen karakter, maar zelf wil hij liever niet gezien worden. Een spookstad, waarin hij zich niet durft te tonen. Hij, Sammie, met zijn introverte karakter en gespleten persoonlijkheid. Kom op Sammie, recht je rug, steek je kop op, kijk omhoog en zie om je heen. Daar is je grote liefde, de Dorpsstraat samen met haar baby het centrale park. Ontdek die liefde, laat het groeien en bloeien en sluit een huwelijk om de relatie te bevestigen. Alex Renee als gender neutrale tiener is nog steeds op zoek naar eigen identiteit. Last van verlatings- en bindingsangst, maar wel levenslustig en gastvrij. Is op zoek naar zijn grenzen, wil relaties wel aangaan en verbindingen testen. Een beetje op avontuur, freerunning, maar wel vanuit een veilig gevoel; er komt nog een heel leven aan. Sebastiaan onthult zijn eigen ik; een man, rechthoekig, met het verlangen een spin te willen zijn. Mist nu de grote verbindingen tussen het stadshart, het woonhart en de Dorpsstraat. Wil graag een rondje kunnen lopen. Het ontbreekt ook aan een groot centraal gelegen plein, van waaruit met tentakels verbindingen kunnen worden gelegd. Hij is voor meer ontmoetingen, een ontspannen, huiselijke sfeer en wil van het naar binnen gekeerd zijn af. Meer open naar buiten toe, meer events en meer zelfstandige winkels en minder van die kolossale ketens. Wil je ooit tot een bruisende binnenstad komen, dan moet er meer worden samengewerkt, niet alleen tussen de ondernemers en de gemeente, maar ook met de gebruikers en bewoners. Tot slot worden alle aanwezigen verzocht een goed idee voor het stadshart te formuleren. Schrijf het op, in de vorm van een kort gedicht en het hoeft niet te rijmen. Gebruik de energie van de avond en benut de achterkant van de uitgereikte ansichtkaarten. En zo geschiedde… een oogst van 22 gedichten als afsluiting van een bijzondere avond in het eethuisje ven Brenda & Siem in de stadspassage van het woonhart te Zoetermeer. 10
....................................................................................................................................................................................................
fotografie: Chris Lans
....................................................................................................................................................................................................
11
Oogst aan gedichten De paden op, de lanen in, door berg en dal en ook een beetje hoorngeschal Zo verdwaal ik, in goeden moede, maar blijf toch nabij <Arjen>
Mijn huis, mijn tuin mijn licht, mijn lucht alleen en alles Thuis <Charlotte>
Een stad in eenheid Een verbonden identiteit die naar buiten durft te treden met oog op de historie en de toekomst rekening houdend met aankomende trends en niet te missen kansen Het oude dorp en het nieuwe stadshart als één herboren. <Bas>
Elke wijk met zijn bewoners verbonden met het hart via lanen die uitnodigen naar een centrum dat lonkt. Zo vult het stadshart aan op de kwaliteiten van de wijk niet alleen voor het kopen maar ook voor het samenleven. <Bert>
Zoekend naar een eigen identiteit opdat de onderwereld wordt bevrijd, weg met leegte en onveiligheid, de kracht van bipolair zijn is uitbundigheid. Ik nodig ieder uit, en je hoeft niet te betalen voor parkeren, dat is het beleid <Claire>
12
Mijn hart gebroken veel aandacht te kort identiteit niet te koop met vertrouwen en sloop worden gaten een toegang naar boven en beneden liefdevolle plannen voor een toekomst in het heden. <Clara> Twee cellen die naar het leven snellen Organen werken samen Wat groeit in liefde en aandacht ontwikkelt zich in kracht <Cora> Wie de wereld onderste boven kan denken dames geluk schenken aan onderstromen die vrolijk boven komen <Erik> Winter & Zomer de temperatuur op 25 graden gastvrij warme chocola pinecola(da) gedempte muziek & boerenkool op een grote paddestoel & Bach van alle markten thuis, op elk moment van de dag, de week, de maand, het jaar Het stadshart van Zoetermeer zoals het klokje thuis tikt… <Hanneke> Sammie Wees niet bang voor spinnen open je hart voor mij voor allen er is zoveel te winnen <Harro> Samen sterk aan ’t werk geen losse einden maar samen aan de slag naar wat ons bindt <Henk>
Veel cultuur in de stad want dat verbindt en dat heeft het hart het stadshart juist nodig. <Janneke> Spel, kunst en amusement op straat dan verdwijnt verveling en haat fonteinen, bloemen en ander groen en bankjes voor een lange zoen. <Joosje> Verbinding leidt tot ontmoeting tussen verschillende mensen onder en boven steen en groen oud en nieuw en misschien ook wel tussen mooi en lelijk er blijkt meer te zijn dan winkelen alleen <Judith> Van groot grijs, statisch en onder of boven naar dynamisch, kleinschalig groen, blauw en rood gecombineerd <Karen> Sammie Toon je mooie gezicht, laat het reflecteren in de Dobbeâ&#x20AC;Ś. en kijk in de Dobbe naar het spiegelbeeld van je grote liefde: de Dorpsstraat openbaart zich in het ochtendgloren <KlaasJan> Zo dichtbij en zo veraf Kijk, zet de deur open open je hart voor nieuwe liefdes â&#x20AC;&#x2122;t is misschien even wennen adem in, adem uit en wordt een kloppend hart <Marijke> Idee Winkelen start met een warm welkom in een stad die steeds verrast <Peter>
Wij bouwden wat kijkt naar binnen Wij willen van binnen naar buiten Fijn vinden om naar toe te gaan en plekjes ontmoeten om even stil te staan ook weer terug de leuke dingen zien dan wordt ons centrum door eenieder gezien <Peter> Mijn idee is om verdeeldheid en eenheid te bieden voor een nieuw binnenhart <Piet> Idee stadshart Zoetermeer Niet meteen slopen, laat maar even staan vul leegstand in met tijdelijke initiatieven kijk of actieve bewoners en kunstenaars hier een community omheen willen maken zodat een eigen identiteit van onderop een kans krijgt met een blik naar buiten <Rick> De stadshart goden zeiden terstond ontwikkel u snel van hoekig naar rond stop met dwalen en zoek de kralen want met de Dorpsstraat erbij is uw hart nog meer gastvrij <Sicco>
13
MEERZICHT
3
door: Willem Hermans fotografie: Alcuin Olthof
14
Meerzicht, hoe het ooit begon... Meerzicht was bedacht als de tweede grote stadswijk na het eerste kwadrant Palenstein-Dorp-Driemanspolder. Conform het structuurplan moest deze wijk bijdragen aan de opbouw van een compacte stad. Van Embden, als een van de drie hoofdontwerpers van het structuurplan, had een duidelijke opvatting over de bouwstenen voor deze wijk. Geen portiek etagewoningen tot 4/5 lagen, maar veel echte hoogbouw en ook een beetje -liefst ruimtebesparende- laagbouw. Zijn inspiratiebron lag in de plannen van Le Corbusier, bekend Frans architect, die met zijn voorstellen voor CitĂŠ Radieuse pleitte voor goed geĂŤquipeerde (met lift & cv) hoogbouw en vanuit een ruime buitenruimte weids uitzicht over een ontworpen parklandschap. Dit ruimtelijk beeld verscheen voor de stad Zoetermeer als geheel op de eerste stadsmaquette, die voor het bezoek van de koningin in mei 1965 was vervaardigd. In dat jaar was al stevig gewerkt aan de bouwplannen voor Palenstein en Driemanspolder. Zo ging in maart 1966 voor Palenstein de eerste paal de grond in voor 384 woningen en werd voor Driemanspolder op 21 april 1966 met de bouw van 288 BOB woningen begonnen. Zoetermeer moest een compacte stad worden, maar had als taak meegekregen om voor 100.000 bewoners huisvesting te organiseren. In de planvorming werd geconstateerd dat er te weinig woningen in Palenstein gerealiseerd zouden worden. Voor Driemanspolder werd besloten om tot verdichting over te gaan. Naast een extra hoge woontoren (20 woonlagen), werden 6 torens van 10 woonlagen gepland en op een aantal flats werd een laag extra toegevoegd. En wat gebeurde
met het programma voor de wijk Meerzicht? Uitgangspunt was 8000 woningen, in een verhouding van 74% hoogbouw en 26 % laagbouw. En daar kwamen in 1966 protesten over, zowel vanuit de raad en als vanuit de woningbouwverenigingen. In de tweede Nota Ruimtelijke Ordening werd al gesproken over een na te streven verhouding hoog/laag van 50/50, op termijn -gezien de te verwachte bevolkingssamenstelling- uiteindelijk een verhouding van 30 % hoog en 70 % laag. Onder invloed van grote nieuwbouw projecten als de Bijlmer werd in 1967/68 door de Zoetermeerse raadsleden Kaag en Matthies een eigen nota over woningbouw geproduceerd. Zij zijn van mening dat het technisch-rationeel denken teveel het stedenbouwkundig denken heeft beheerst. Zij pleiten ervoor om meer voor de door bewoners gewenste kwaliteit te gaan dan voor de opgelegde kwantiteit; betrek vaker en eerder de bewoners bij de planvorming. De nota beïnvloedt de besluitvorming bij het college en op 31 januari 1968 wordt voor de wijk Meerzicht besloten het woningaantal terug te brengen van 8100 naar 7100 en de verdeling hoogbouw/laagbouw vast te stellen op 59% hoog en 41 % laag. Deze bijstellingen in het gedachtegoed leiden ook tot een wijk, waarin de omslag naar andere bebouwingstypen (experimenten met dubbel ruimtegebruik) zichtbaar is. De goed geëquipeerde hoogbouw staat in een parkachtige omgeving en de laagbouw bevat alle ingrediënten van de ontwikkeling van het Hollandse woonerf. Hoe hou je de uitersten bij elkaar? Hoe ziet de mogelijke, maar vooral hoe ziet de wenselijke toekomst van de wijk eruit? Wie formuleert de visie voor een toekomstbestendig Meerzicht? Planontwikkeling in de grote steden loopt vaak vooruit op de planvorming in middelgrote steden zoals Zoetermeer. De herontwikkeling van de Bijlmer is voor velen een interessant en leerzaam laboratorium. Naast grootschalige sloop van hoogbouw en nieuwbouw met laagbouw hebben de nodige experimenten plaats gevonden, zoals het hergebruik van de Kleiburg-flat door individuele bewoners/ eigenaren. Hoogste tijd om op reis te gaan naar de Amsterdam en een bezoek te gaan brengen aan Kleiburg, de klus-flat in de Bijlmer. Maar 15
laten we eerst het fenomeen Bijlmer kort beschrijven……… De Bijlmer De oorspronkelijke opzet van de Amsterdamse stadsuitbreiding in zuidoostelijke richting was gebaseerd op het idee om een woonmilieu te creëren waarin enerzijds de moderne eisen van verkeer en vervoer tot hun recht konden komen en anderzijds een veilige, comfortabele en rustige, groene woonomgeving kon worden gegarandeerd. Voor het verkeer en vervoerstelsel werd uitgegaan van een verhoogd niveau voor de auto, waardoor het maaiveld beschikbaar was voor de voetgangers en fietsers. Vanaf de verhoogde wegen werd de auto naar parkeergarages geleid. De woonbebouwing werd uitgevoerd in de vorm van geknikte stroken hoogbouw van 9 lagen hoog (honingraat-motief), geplaatst op een plint van 2 lagen waarin de bergingen en voorzieningen zijn bedacht. Door de geknikte vorm zijn grote, groene woonhoven gevormd. De woongebouwen beschikken over een binnenstraat, gelegen op de eerste verdieping, die de woningen verbindt met de parkeergarages. Deze stadsuitleg stond voor het moderne hoogbouw ideaal, gebaseerd op de ideeën van de Franse architect Le Corbusier. De Schatbewakers op reis naar de 'klusflat' Kleijburg in de Bijlmer te Amsterdam “Welkom aan boord van deze speciale bus.” Onze reisleidster neemt het woord zodra we Zoetermeer uit zijn. ”Waarom willen jullie met Schatbewakers op reis?” Het merendeel van de reacties bevat als antwoord: vanuit belangstelling, leren en/of kennis nemen van dit klusproject. De relatie met de wijk Meerzicht wordt gelegd omdat de hoogbouw in die wijk op termijn de nodige aandacht kan gebruiken. De Bijlmer is bij uitstek het laboratorium waar hoogbouw tot de uitersten van sloop en renovatie is getest. Vervolgend wordt aan elke deelnemer gevraagd in een kort statement de wijk Meerzicht te beschrijven. Het levert de volgende oogst op: * hoogbouw met veel groen * hoogbouw en laagbouw gaan in deze wijk goed samen * hoogbouw geconcentreerd, maar geen onderlinge connecties * de wijk waarna de omslag in het denken over hoog en laag pas echt plaats vond en ook de wijk waar de truttigheid begon * Meerzicht is niet alleen een woonwijk maar staat ook voor het groen van het Westerpark. * De wijk is verrassend groen en je weet… zonder natuur geen cultuur. * hoogbouw staat voor meer dan alleen hoog opgestapelde stenen; er wonen mensen. Op de A4 naar Amsterdam wordt een nieuwe opdracht uitgeschreven. Wie vinden jullie de belangrijke spelers in en om de wijk? Bijna unaniem worden de bewoners genoemd. Zij vertoeven 24 uur per dag in de wijk. Maar zegt een tegenstem; de bewoners hebben weinig tot geen invloed. 'Anderen' hebben besloten tot het omzetten van huur naar koop, zowel in de hoogbouw als in de laagbouw. 16
6 fotografie: Alcuin Olthof
17
Als tweede groep worden de politici en de gemeenteraad genoemd. Op drie gevolgd door de plannenmakers en het bedrijfsleven cq. de opdrachtgevers. Na een reis van een uur is de bus in de Bijlmer aangekomen en rijdt door dit stadsdeel op weg naar 'de klus-flat'. Wat een ieder opvalt is de drukte buiten. “Zoveel mensen heb ik nog niet in Meerzicht op straat gezien.” We parkeren bij het Bijlmer-park en lopen alvast een rondje in afwachting van de komst van de bij de transformatie van Kleijburg betrokken architect: Xander Vermeulen Winsant. Met hem maken we een omtrekkende beweging rondom de flat. Hij vertelt het verhaal over het afzien van sloop, het beschikbaar komen van dit woongebouw voor geïnteresseerde kopers en het proces van verbouw en in gebruik name in een aantal fasen. Alom is er veel waardering voor de gekozen benadering, het starten in een crisistijd en het blijven volharden in de eenmaal gekozen aanpak. Ook de terughoudende wijze waarop met de architectuur van het woongebouw is omgegaan en de slimme reorganisatie voorstellen (alle bergingen weg van het maaiveld, alleen fietsenstallingen op de koppen en de begane grond teruggeven aan bedrijfjes en het wonen) inclusief de vergrootte onderdoorgangen oogsten bewondering; “Laat die architect maar naar Zoetermeer komen". "Er is goed met de open groene ruimte omgegaan" en "Het grote geknikte woongebouw zit er overtuigend uit.” Zou zo’n benadering ook iets voor delen van de hoogbouw in Meerzicht zijn? Wat moet je er voor regelen? Met die vragen zijn we na een bezoek aan het eigen buurtcafé van het complex aan de terugreis naar Zoetermeer begonnen. Sowieso moet het gemeentebestuur mee willen doen. Je moet durf tonen en bedreigingen overwinnen, zoals negatieve sentimenten, kortzichtigheid en de crisis. Uit iets negatiefs (een leeg flatgebouw aan de vooravond van sloop) is iets moois gemaakt door de schouders eronder te zetten, lef te tonen en door het inzetten van een aan de gekozen principes vasthoudende organisatie. Belangrijk is dat het om een technisch goed woongebouw gaat, waarin een grote diversiteit aan woonmogelijkheden voor een rijk geschakeerde bevolking kon worden georganiseerd. 18
Wat is er nodig om zo’n plan elders, bijvoorbeeld in Zoetermeer uit te kunnen voeren? Een slim renovatieplan, een ander toewijzingsbeleid, betrokken sturing vanuit de coöperatie, draagvlak door je kwetsbaar op te stellen, maar ook uitgangspunten ter discussie durven stellen en met een open mind luisteren naar ervaringen van anderen. “We zouden in Meerzicht al kunnen beginnen om in een flatgebouw de plinten te veranderen, van gesloten bergingen naar wonen en werken op maaiveld”. Voor de hoogbouw van Meerzicht is grootschalige afbraak geen optie; pure kapitaalsvernietiging. Bovendien moeten we een voorraad betaalbare woningen beschikbaar houden voor de lagere inkomensgroepen. Maar ja, niks doen is ook geen optie. Wat willen de huidige bewoners eigenlijk? Er zijn vast wel punten voor verbetering te vinden, zoals a la Kleijburg het “open” leggen van het gebouw en de routes onder de gebouwen door veiliger en ruimer te maken. Het speelveld voor de vernieuwing omvat niet alleen gebouwen, maar ook de groene openbare ruimte (het park), die beter te gebruiken is door de activiteiten van bewoners. Het gebruik van de hardloopbaan, de aanleg van een tuincomplex, basketbal veld en BBQ-plekken zijn niet ten koste gegaan van natuurwaarden. Deze groene plekken voor activiteiten zijn ontstaan vanuit een behoefte bij de bewoners, in aanleg gefaciliteerd door de gemeente, maar de verantwoordelijkheid voor het onderhoud (oa schoonhouden) ligt bij de huidige gebruikers. Het onveilige spelletje basketballen met ghetto blasters is nu een sportactiviteit geworden, waar bewoners training geven aan elkaar. Voor zo’n ingrijpende verandering in het wonen en het gebruik van de openbare ruimte is een 'momentum' nodig. De Bijlmer was op weg naar een andere, betere toekomst en hoewel het ook crisis was, en een flatgebouw voor een euro te koop stond, was een niet-standaard procedure en aanpak nodig om tot deze vernieuwingsslag te komen. Tot slot worden door de deelnemers de door hun geleerde 'lessen' van deze excursie op papier gezet. “Creatief omgaan met de bestaande bebouwing blijft aantrekkelijk, vooral als je de wensen van de bewoners zo kunt honoreren”
“Particulier eigendom verbetert de woonomgeving.” “Een grote integrale gebiedsaanpak werkt, maar kost tijd; de Bijlmer is een stuk leefbaarder geworden.En geef kansen aan eigenzinnige initiatieven zoals het Kleijburg-project, ook al komt het voort uit een probleem (leegstaand flatgebouw) in crisistijd.” “Torens, portiekwoningen zijn veiliger dan lange galerijflats; opknippen is een mogelijkheid.” “ Luister naar de bewoners; de ervaringsdeskundigen als het gaat om het dagelijks reilen en zeilen in de buurt. Neem de burgers vanaf het begin mee in het planproces; zo creëer je draagvlak. Maak bewoners mede verantwoordelijk voor de eigen woonomgeving en als je ruimte beschikbaar hebt, geef mensen een (collectief) stukje grond om te tuinieren.” “Hou het tijdsbeeld in de gaten, want inzichten veranderen.” 19
“Betrek bewoners en organiseer als de plannen concreter worden excursies naar projecten in verschillende stadia van ontwikkeling. Maar begin met een goed bemenst voorlichtings- en informatiebureau met kundige mensen.” “Top-middag, en laat het busje nog 30 keer naar de Bijlmer rijden; met “decisionmakers en beleidsmedewerkers; goed voorbeeld doet volgen en dat is goed voor Zoetermeer.” “ Geef Meerzicht meer zicht; leg een stevige basis met een goede analyse van oa de bevolkingsontwikkeling. Ga voor een grotere woningdifferentiatie en gebruik groen als een woonkwaliteit. Denk aan levendigheid op de grond en organiseer interessante routes. Zicht op de toekomst moet Meerzicht meer kunnen bieden.” “Hoe kan je eigendom en eigenaarschap gebruiken om -laagdrempeligde buurt en/of de wijk een nieuwe toekomst te bieden? Daar moeten we samen goed over nadenken.” “Op welke plekken in Meerzicht is er behoefte om iets te veranderen (woningen, buitenruimte, plinten, voorzieningen)? Past die verandering in het grotere geheel van de stad? Wat willen we met de stad? Wat voor stad willen we zijn? En tot slot hoe benutten we dek-ontwikkelingen in het Entreegebied en de Binnenstad voor Meerzicht“ “Marktbewegingen zoals het onder voorwaarden verkopen van sociale huurwoningen (Kleijburg) zijn veranderingen waarvan we moeten leren, ook voor Meerzicht.” “ Wat is eigenlijk het probleem met Meezicht? En wiens probleem is het, van de bewoners, van gemeente , van de woningbouwverenigingen? We zullen allereerst problemen moeten inventariseren en definiëren. Dat dient als vertrekpunt en alle betrokkenen dienen van hetzelfde vertrekpunt uit te kunnen gaan.”
Op 11 december 2018 organiseerde het ArchitectuurPunt Zoetermeer (A.Z) een stadslezing met o.a. Dick de Gunst van Van Heeswijk architecten als spreker. Een verslag van de lezing is te vinden op de website van A.Z en besproken voorbeelden zijn te vinden in de publicatie 'Nieuwe kansen voor de galerijflat' van Hans van Heeswijk architecten. 20
Slotwoord van Schatbewakers Bij het begin van de Zoektocht naar de Ziel van Zoetermeer hebben we de wijk Meerzicht getypeerd als …..Met gemengde gevoelens. In het kralenspel, dat wij als onderliggende methodiek voor onze gesprekken en activiteiten hanteren plaatsen we deze wijk in de positie van kraal 3. Wat is het krachtenveld dat in deze situatie werkzaam is, wat zijn de daarmee samenhangende ontwikkelingen? Hoe zal de situatie zich verder ontwikkelen als er niet wordt ingegrepen? En hoe zou je kunnen ingrijpen? Voor deze verkenning van toekomstige mogelijkheden blijkt de planontwikkeling van de Bijlmer een leerzaam object. Het kan goed blijven gaan met Meerzicht (solide laagbouwbuurten), het kan om aandacht gaan vragen (kwetsbare hoogbouwcomplexen), er zijn vele mogelijke toekomsten, maar een ieder blijft gebaat bij een wenselijk en liefst stabiele toekomst van de wijk als geheel. De rit naar de Bijlmer is een eerste stap gebleken om het gesprek over deze bouwsteen van Zoetermeer met velen te blijven voeren.
21
Stadsmaquette Een geheim van de stad
Het is lekker rustig hier. Ik lig nu in een apart kamertje op de eerste verdieping van de gemeentewerf. Snel hebben ze voor mij een hok getimmerd naast het kunstdepot. Prima buren, maar je hoort of ziet ze niet. Het was me wel een hectisch jaar. Zo ben je ruim 15 jaar van de wereld, opgeborgen onder een computervloer in het stadhuis en opeens verhuis je vier keer in een jaar. Al dat gedoe en dat op mijn leeftijd! Ik ben er niet echt beter van geworden en heb het gevoel dat ik ook het nodige heb losgelaten. Gelukkig heb ik wel al mijn oude maten uit het stadhuis om me heen. 16 grondplaten, 16 luchtfoto’s, geplakt op foamplaten en 15 stalen onderstellen. En om het beeld compleet te maken liggen ook alle verlichtingsspullen hier. Waar ik me zorgen om maak zijn de drie dozen met los materiaal; bouwblokken, wegen en spoorrails. Ik weet dat ze er zijn, maar hoe ze er aan toe zijn… dat houdt me wel bezig. Hoe is het zo gekomen? Ik kan me de jaren nog herinneren dat ik veilig onder glas opgeborgen honderden voeten van mensen over me zag lopen. Soms bukten hun lichamen zich en kwamen met hand en oog dichterbij. “Kijk hier staat ons huis en als je hier linksaf gaat, dan even rechtdoor kom je bij je school. En daar, aan de andere kant van de weg ligt het winkelcentrum.” Dat waren mooie tijden; veel rust en af en toe lekker hectisch en toen groeide ik ook nog. Dan kropen de bouwers onder de vloer en onder het glas en werd een nieuw stuk aan mij toegevoegd. Zo groeide ik in bijna 30 jaar van een kleine nederzetting op een groot groen vlak tot een heuse stad. Jaar in jaar uit werd ik groter en voller, een echte groeistad en toen moest het puberen nog beginnen. Ik zal in mijn derde groeispurt zijn geweest toen plotseling mijn wereld veranderde. Bij de ontwikkeling van Oosterheem werd het duister en stiller. Gelukkig waren de foto’s er nog, maar ik lag in laagjes op elkaar te wachten op… betere tijden. En dat duurde wel heel lang. Het leek wel eeuwen, maar achteraf gezien was het een tiental jaren. Opeens was er drukte, herrie, het geluid van bouwen, dat ik zo gemist 22
had. En op een dag werd ik voorzichtig onder de vloer vandaan gehaald. Het waren de mannen van Schatbewakers, die me net op tijd van onder de vloer en het bouwstof hebben opgehaald. Zij hebben me in een busje naar een safe-house gebracht en in een garage gestald. Daar kon ik wennen aan een beetje daglicht en frisse lucht. Maar het was nog wel behelpen, zo dichtjes bij dichtjes op elkaar gestapeld. Dat veranderde toen ik wederom op reis ging en wel naar het Q-seum van Wolfram Querfurth. Daar werd ik weer verenigd met mijn oude maten uit het stadhuis. Op de 15 tafels uitgespreid zijn we daar aan het Zoetermeer publiek getoond. Wel een beetje gehavend en nog onder het stof. Dat was op zaterdag 15 juni 2018, ik weet het nog goed, want bijna iedereen sprak over een nieuwe hoopvolle toekomst. “Je bent uniek, je bent onderdeel van ons collectief geheugen, dit is cultuur erfgoed" en zeiden de aanwezigen “we gaan strijden voor je behoud”. Met een gerust gevoel liet ik me wederom verhuizen, nu naar een schoollokaal in een woonwijk. Door Schatbewakers werd ik daar tentoongesteld opdat echte vaklui mij goed konden bezien en een plan voor herstel konden opstellen. “We gaan voor schoonmaken en herstel en zullen nog onderzoeken hoe een paar ontbrekende stukken - ooit weggegooid na afloop van een expositie - zullen aanvullen”. Over mij is uitvoerig gesproken en over mijn toekomst is een politiek besluit voorbereid. Alvorens daar kennis van te kunnen nemen, ben ik weer verhuisd. Het schoollokaal was ook maar een tussenstation en nog voor kerstmis 2018 ben ik wederom opgeslagen, in dat aparte kamertje op de eerste verdieping van de gemeentewerf. Daar heb ik vernomen dat er voorlopig geen geld beschikbaar gesteld kan worden om mij schoon te maken en te repareren. Belangrijkste reden is dat er geen duidelijkheid is over mijn toekomstig lot. Waar en wanneer zal ik ooit weer publiekelijk te zien zijn? Ik weet dat de Schatbewakers met een aantal vrijwilligers snel aan mijn herstel willen gaan werken. Al dat stof en die losgeraakte onderdelen, daar word je niet beter van. Zo af en toe dommel ik wel een beetje weg, afgesloten en opgeborgen en ik wil zo graag zichtbaar zijn en mij dienstbaar maken aan mijn toeschouwers. Ze hebben mij nog twee jaar gegeven en dan… Wjah | maart 2019 23
6 fotografie: Schatbewakers
Stadsmaquette
Project in samenwerking met CKC&partners (ca. 12 vrijwilligers) en Peter Albers. Naast incidentele ambtelijke ondersteuning van Ralph Goutier en Peter Verweij (manager Afvalinzameling) maken we ook gebruik van de adviezen van Ronald van Bommel (digitale presentaties) en geĂŻnteresseerde politici. ....................................................................................................................................................................................................
24
6
.................................................................................................................................................................................................... 25
MEERPOLDER ZOETERMEER
4
Het begin…. Laten we een wandeling door de polder organiseren en al lopend met elkaar in gesprek gaan. Op zaterdag 7 juni 2018 was het zover. De de open vraag Schatbewakers verzamelen zich met 8 gasten bij boerderij Gewoon Leuk Natuurlijk, gelegen aan de Meerpolder 26 en vertrekken om 14.00 onder door: Willem Hermans leiding van stadsgids Sacha van Vlaardingen voor een stevige wandeling. Onze context Tot de kwaliteiten van een stad behoort een directe relatie met het nabij gelegen landschap. Op de fiets met een kind achterop kan je vanuit de woonwijken van Zoetermeer binnen een kwartier fietsen de koeien zien. Aan het beleven van die ervaring draagt de Meerpolder bij. Dat landschap heeft ook ruimtelijk bijgedragen aan de vorm van de stad Zoetermeer, zoals die anno 2018 is. Over een grote lengte grenst de nieuwbouw van de stad aan de ringdijk en ringsloot van deze polder. De Zoetermeerse Meerpolder bestaat 400 jaar en behoort tot een van de oudste polders van ons land. Nog steeds werkt dit fenomeen als een “groene” leegte, als een “stapsteen" naar het Groene Hart. De traagheid van dit landschap, waar de dagelijkse gang van zaken nog grotendeels door het ritme van de seizoenen wordt bepaald staat in contrast met de snel gebouwde nieuwe stad. Welk beeld dragen de Zoetermeerders met zich mee over dit open groene fenomeen? Geschiedenis Twee standaardwerken zijn onmisbaar om kennis van te nemen; het boek .................................................................................................................................................................................................... Zoetermeer, een Hollands tweelingdorp geschreven door Drs. P.G.
26
Hoefnagel en de recente publicatie 400 jaar Meerpolder, het Zoetermeerse Meer, drooggemaakt in 1616, een uitgave uit 2017 door het Historisch Genootschap Oud Soetermeer (HGOS). Voor onze wandeling hebben we Sacha van Vlaardingen als gids gevraagd en op vier plaatsen heeft hij de geschiedenis voor ons tot leven gebracht door zijn verhalen. Het Zoeter-meer als waterplas is niet door vervening (turfsteken) ontstaan, maar was een natuurlijk zoetwatermeer. Het begon op vernatte zandgronden, gelegen achter een stuwwal als een kleine plas die blootgesteld aan de wind en nauwelijks beschermd door beschoeiing uitgroeide tot een meer. Zo werd het in de loop van de tijden een plek om te vissen en jagen. Rond het jaar 1000 vestigden zich mensen langs het meer. Deze kleine nederzetting was met de boot te bereiken via de Weipoortse Vliet. De bewoners van deze enclave in het hun omringende veenmoeras groeven sloten om het moeras te ontwateren en zo te gebruiken als landbouwgrond. In latere eeuwen werd het veen afgegraven, gedroogd als turf en als brandstof verbruikt. Het landschap rondom het Zoetermeerse Meer veranderde in grote waterplassen met repen grond ertussen. Rond 1600 begon geld een belangrijke rol te spelen. Land bracht meer op dan het recht op visserij en vogelarij. De omzetting van water naar land werd formeel geregeld door het afgeven van een aangevraagd octrooi op 15 maart 1614 door de Staten van Holland aan Jacob Oem van Wijngaerden. Hij kocht met andere investeerders grond rondom het meer op en daar werd door het handwerk van honderden arbeiders, geholpen door paarden een ringdijk en een ringsloot aangelegd. In 1616 maalden vier windmolens het Zoetermeerse
Meer droog. Over oude elementen gesproken; aan de Bovenmeerweg 27 staat het oudste gebouw van de Meerpolder; een schuur, waar volgens de eigenaren paarden hebben gestaan die aan de drooglegging hebben meegewerkt. Na de drooglegging van het meer werd ook het hoger gelegen omringende land met waterplassen aangepakt. Vanaf de 17de eeuw tot aan de 19de eeuw werden deze plassen drooggemalen en ontstond het landschapsbeeld zoals we dat nu nog kennen: hoger gelegen dijken en wegen met daar tussen dieper gelegen polders. Wandeling Het is zaterdagmiddag warm, zomers. Lang blijven de stadsgeluiden van het autoverkeer op de N206 bij ons. Nabij de NAM-locatie aan de Zuidtocht wordt het stiller, leidt de aanwezigheid van de skibaan in het stadssilhouet tot veel discussie en worden we geconfronteerd met echt loslopend vee. Pogingen van Alcuin de koeien terug te drijven zijn dapper, maar halen niet het meest gewenste resultaat zodat per telefoon boer Kees om hulp wordt gevraagd. Wij vervolgen onze weg noordwaarts en de route via de Bovenmeerweg komt over als het betreden van een groene oase. Geuren winnen het van geluid, vogels van voertuigen en de verwondering over deze wereld zo dicht bij de stad neemt toe. Ons drinkwater raakt op als we op het laatste stuk van het rondje, waar het pad uit een aantal erven bestaat op blaffende, doch niet-bijtende honden stuiten. Ongedeerd bereiken we de stadsrand bij de Leyens en stappen de dagelijkse leefwereld van een woonwijk binnen. Met een laatste bruggetje komen we nog een keer de Meerpolder binnen en sluiten af op nummer 26 Gewoon, Leuk, Natuurlijk.
.................................................................................................................................................................................................... 27
Vermeulen, T. (samenstelling), 400 jaar Meerpolder Het Zoetermeerse Meer Drooggemaakt in 1616 Publicatie naar aanleiding van jubileum door Historisch Genootschap Oud Soetermeer
.................................................................................................................................................................................................... 28
Open en “bruikbaar” houden "Als je kijkt naar de open Meerpolder, al meer dan 400 jaar oud en open, dan denk ik aan ruimte. Zou die ruimte zelf of de randen ook geschikt kunnen zijn om er te verblijven, om te genieten van de leegte, of voor ontmoeten, voor hangen en zitten; kortom een plek om te willen zijn". (Marijke Wijgerinck) Vele onderwerpen zijn tijdens de wandeling aan de orde gekomen en dat heeft tot een reeks uitspraken geleid waarvan de meest gedeelde... ”Met je poten van deze polder AFBLIJVEN AUB”. De Meerpolder wordt ervaren als een publiek goed, waarvoor we met elkaar moeten staan. Deze leegte is een unieke kwaliteit in dit deel van ons land. Als Zoetermeerder kan je niet anders dan trots zijn om zo’n Hollands fenomeen naast de deur te hebben. Als je ruimtelijke kwaliteiten van de stad wilt vastleggen, als oogst van de zoektocht van de schatbewakers, dan hoort de Meerpolder erbij. Stel dat je een stadsatlas gebruikt om deze eigen-aardigheden van Zoetermeer vast te leggen, dan verdient de Meerpolder een eigen katern. Mogelijke inhoudsopgave omvat o.a. een serie geluidskaarten, zowel van het verkeer als van de fauna, een serie geur- en kleurkaarten (tenminste per seizoen, en is het 's ochtends anders dan 's avonds?) en het documenteren van de bestaande wandelmogelijkheden inclusief boerenland paden. Maar ook het veranderende stadssilhouet nu nieuwe hoogbouw op de agenda staat moet worden gedocumenteerd.
De polder blijft een inspiratiebron voor het vastleggen van haar kwaliteiten in beelden, foto’s en installaties. Aan welke muziek moesten wij denken tijdens onze wandeling? 'Dutch mountains' van de Nits, 'Space oddity' van David Bowie en 'Green green grass of home' van Tom Jones worden genoemd. Toekomst Er wordt al jaren gesproken over minder agrarische productie en meer ruimte voor natuur, watervogels en waterberging. Ook de aanleg van een paar boerenland paden, die aansluiten op bestaande stelsels van voetpaden is goed voorstelbaar naast het voltooien van een rondje Meerpolder. En als dat niet over de Meerpolderdijk zelf kan omdat er stukken (over)pad ontbreken, dan maar een paar logische verbindingen aanleggen op het lager gelegen aansluitende maaiveld. Het afleggen van het rondje levert niet alleen een rijk beeld op van de stad en het polderlandschap, maar is ook een evenement op zich; denk maar aan 'Trappen voor je prakkie' (georganiseerd door de samenwerkende bewoners in de polder) , een Hollands fietsbuffet met stops bij diverse boerderijen. De polder verdient meer belangstelling en waardering, een bezoek of wandeling is zeer de moeite waard. Kom dat doen, maar niet allemaal tegelijk. Het is en blijft een mooie plek om tot bezinning te komen en doe dat met een zekere mate van traagheid; er zijn voldoende snelle steden in de buurt.
29
9 Tekst Willem Hermans
Driemanspolder
Kraal 9 Toekomstbestendig met kleine interne ingrepen en grotere veranderingen op de flanken? Driemanspolder is een van de eerste nieuwe stadswijken van de groeistad Zoetermeer. De wijk kent een duidelijk ruimtelijk concept; een beschermende muur van hoogbouw om een veld van laagbouw, waarin ook de voorzieningen zoals scholen zijn gelegen. Deze ruimtelijke opbouw vertoont gelijkenis met de wijk Palenstein, waar de sloop van de hoogbouw in 2017 is begonnen. Driemanspolder heeft zich de afgelopen alle eeuw anders ontwikkeld. De wijk is stabiel in ontwikkeling en grote ruimtelijke veranderingen hebben zich niet voorgedaan. En als er iets groots speelt, zoals de vernieuwing van het winkelcentrum met twee hoge woontorens reageren buurtbewoners, toen georganiseerd in de Overleggroep Driemanspolder Vijverhoek (ODV) actief en met succes. Toch ligt er ruimte voor verandering en vernieuwing, meer aan de buiten kanten van het eigenlijke woongebied (stationsomgeving, kantorenstrook) dan binnen in de wijk. Daar liggen opties voor kleinschalige veranderingen en vernieuwingen, zoals de aanpassingen van het Willem Alexander plantsoen. Een goede overleggroep, waarin is geluisterd naar de wensen van bewoners en schoolgebruikers, met als resultaat een gedragen plan dat moet leiden tot een vernieuwd wijkpark in 2019. Een van de vragen van de Schatbewakers gaat over de grootte van het speelveld aan toekomstige mogelijkheden. Vanuit onze werkmethodiek (het Kralenspel) hebben we aan Driemanspolder de positie van kraal 9 (antithese) en aan de wijk Palenstein kraal 8 (these) toegekend. Deze kralen vormen een dialectisch paar en daar zit de vraag aan in welke verschillende richtingen kan je denken, wat zijn de uitersten? Voor de wijk Palenstein is gekozen voor de grootschalige ingreep van sloop en nieuwbouw; past dan voor Driemanspolder een heel ander toekomstscenario? Uit de introductie presentatie van de Schatbewakersâ&#x20AC;Ś De wijk staat bekend als een wijk waar het goed wonen is; ruim opgezette laagbouw naast comfortabele hoogbouw. In vergelijking met de eerste
30
plannen is de wijk tijdens de planfase stevig verdicht;
bezoeker van de stad? In combinatie met een
van 1600 naar 2750 woningen, waarvan circa 2100
bijna lege kantorenstrook ligt er volop ruimte voor
als hoogbouw. De gedachte woningaantallen werden
herontwikkeling als een van de hoofdentrees van
bij de planvorming in Palenstein niet gehaald. Dus
de stad. Spelen intern de kleinere aanpassingen
werd besloten ook de dichtheid in Driemanspolder te
aan de bestaande structuur (oa wijkpark), op de
verhogen. Zo werd de hoogbouw van galerijflats op
flanken zijn veranderingen al in gang gezet, zoals
een aantal plekken tot 10 woonlagen opgetopt, maar
het wonen aan de Van Leeuwenhoeklaan of
zijn wel kwaliteiten zoals het overdekt parkeren onder
zullen binnenkort in planvorming betrokken
daktuinen in stand gebleven. Helaas zijn deze
worden (entreegebied, schaalsprong
voorzieningen op het eind van de vorige eeuw
Zoetermeer). Tijd voor een stadswijkgesprek over
gesloopt. Een lage bezettingsgraad, het gevoel van
de kwaliteiten van de huidige Driemanspolder...
onveiligheid heeft tot afbraak van een deel van de
parkeerdekken geleid. Naast het verschil tussen de
We als Schatbewakers zijn op zoek naar de
wijken in het ontbreken van de parkeerdekken in
eigenaardigheden van de wijk vanuit de beleving
Palenstein, speelt ook het verschil in
en de woonervaring van de bewoners. Zij zijn de
woningbouwprogramma. Palenstein bevat in
experts en maken de wijk als onderdeel van de
overwegende mate woningwetwoningen, terwijl in
geleefde stad. We hebben geen bouwproject voor
Driemanspolder de premie sector domineert.
te bereiden of tot uitvoering te brengen, maar zijn
Daarnaast leidt de ligging van Palenstein, grenzend
nieuwsgierig en geĂŻnteresseerd in de Ziel van
aan de Dorpsstraat tot een grotere betrokkenheid bij
Driemanspolder. Vandaar deze bijeenkomst op
het oude Zoetermeer. Van Driemanspolder met het
vrijdagmiddag 20 april in voorheen het FME
station, de A12 aansluiting en de kantorenstrook
gebouw nabij het station Zoetermeer-West. De
speelt de oriĂŤntatie op de regio een grotere rol. Vanuit
bijeenkomst heeft de vorm van een open gesprek,
een aantal plekken en woningen is in Driemanspolder
een dialoog. Er is geen goed of fout, alleen
zowel de sky-line van Den Haag als van Rotterdam
luisterende oren en er zullen verhelderende
goed zichtbaar. Op het maaiveld is de entree situatie
vragen gesteld worden om beter te begrijpen wat
toe aan verbetering; waar moet ik heen als ov 31
gezegd of bedoeld wordt. Uit het gesprek over mogelijke toekomsten…. Aan de deelnemers wordt door moderator Niels van der Schaaff gevraagd om een sprong in de tijd te maken. We zijn nu 15 jaar verder en in het jaar 2033 beland. Veel is wellicht hetzelfde gebleven, maar er zijn ook zaken anders geworden. Wat is allemaal anders geworden en wat betekent dat voor jullie wijk? In 2033 is het werken van aard en in omvang veranderd. We zullen een beetje minder, maar vooral digitaal werken. We zijn meer nomadisch geworden. Werken kan op vele plekken en Zoetermeer is een echte verblijfstad geworden. Klimaat invloeden werken sterker door en steden met groene kwaliteiten zijn beter toegerust voor wonen en werken. Dus moeten we zorgvuldig om gaan het bestaande groen; dat is al een kwaliteit van Zoetermeer; goed & groen wonen. De auto infrastructuur is veranderd mede dankzij de elektrische auto’s. De auto zal niet meer zo dominant zijn in het openbare gebied, omdat er door het samen delen van vervoer minder auto’s zullen zijn. We PS
kunnen dicht op de weg wonen en dat leidt tot nieuwe stedelijke
Over de dynamiek in de randen van
straten. Dan hebben we ook bouwstenen om weeffouten uit het
deze wijk hebben de Schatbewakers voor het project Entreegebied een gespreksbijdrage opgesteld. Samengevat komt het idee neer op het publiek toegankelijk maken van de lege ruimten nabij het station en in de kantorenstrook en als tijdelijk te gebruiken locaties tonen aan de
verleden te herstellen, zoals de magere presentatie van de stad bij het entreegebied van Driemanspolder en het versterken van de ruimtelijke verbindingen tussen de wijken. Grote industriële ontwikkelingen hebben niet plaatsgevonden en ICTactiviteiten leiden ook niet tot veel -zichtbare- roering in de stad. Gebeurt er dan niet te weinig in de stad? Zoetermeer als slaapstad en de hele regio als speelveld. We moeten terug kunnen vallen op een
wijkbewoners en stadsbezoekers.
goede, veilige woonomgeving; oude en nieuwe paradijsjes. De ruime
opzet van de stad blijft mogelijkheden bieden voor veranderingen,
Met tijdelijke bouwwerken en activiteiten kunnen de potenties van deze plekken voor een andere aanpak van stedelijke
verbeteringen en vernieuwing. Verbindingen blijven wel de aandacht vragen, want de buurten en wijken moeten niet als los zand naast elkaar blijven liggen.
herontwikkeling worden
aangetoond. Dus Zoetermeer schuw
Het wonen in de stad verdient een liefdevol perspectief; Zoetermeer is
het experiment niet en laat eens zien hoe op een heel andere wijze de stad vorm kan krijgen, ook al is het tijdelijk. En natuurlijk komen we als Schatbewakers hierop terug…
32
nu al een echte woonstad en dat zal/moet zo blijven. Aan de ene kant zie je dat het wonen niet echt verandert. Huizen blijken door de eeuwen heen prima te kunnen functioneren, worden vaak ouder dan 100 jaar en zijn in hoge mate aanpasbaar gebleken. Aan de andere
....................................................................................................................................................................................................
33
kant hebben de nieuwe energievoorzieningen -we zijn van het gas af- geleid tot vernieuwing van installaties: zonnepanelen, warmtepompen, isolatiepakketten, opvang regenwater en laadbatterijen voor de elektrische auto. De 0-op-de-meter woningen zien er nu al anders uit en dan geldt in 2033 voor heel veel woningen. Het ruimtelijk beeld van woonerven en straten zal door deze voorzieningen en ingrepen sterk verschillen van het beeld uit 2018. Ook in de hoogbouw complexen zullen verbouwingen vanuit energieopties tot een andere ruimtelijke expressie leiden. Daarnaast zullen in de plinten van deze gebouwen voorzieningen zoals werkplaatsen, ateliers, sport- en kookstudio’s enz. zijn ondergebracht. De meeste wooncomplexen zullen over een huismeester beschikken, al was het allen maar voor het in ontvangst kunnen nemen van de via internet bestelde pakketten. Meer diensten, vooral uit de gezondheidssector, kunnen wellicht ook hun zorg aan huis komen aanbieden; breng de zorgvoorzieningen terug in de wijk. Denk aan een buurtpension voor tijdelijke huisvesting a la de zorghotels. Een experiment dat het proberen waard is. Mensen moeten en kunnen meer samen doen. Je kunt veel meer zaken delen en gemeenschappelijk gebruik is van groter belang dan het in eigendom hebben van “hard-ware” zoals auto’s, gereedschappen, warmtepompen, zonnepanelen enz.. Bewoners zijn gebaat bij een comfortabele woonomgeving, divers in aard, veilig & rustig naast druk & levendig, want niet iedereen heeft dezelfde wensen. Meer buurten kennen een menging van wonen, werken en recreëren, omdat woon- en werkpatronen zijn veranderd. Niet alle voorzieningen zullen direct op de buurten aansluiten, maar met een veilig netwerk van paden en routes, slim regionaal en lokaal openbaar vervoer zoals met “uber” zijn centra van vermaak, cultuur, recreatie, sport en “stedelijkheid” goed te bereiken. Kortom voor deze mogelijke veranderingen is de basis in 34
de wijk Driemanspolder aanwezig. In de wijk ligt ruimte voor aanpassingen en voor noodzakelijke verbeteringen. Voor het realiseren van nieuwe behoeften zijn in de wijk megalomane projecten niet nodig; hou het op goed behapbare projecten inclusief een verantwoorde exploitatie. Op de flanken liggen andere mogelijkheden, maar ze moeten wel aansluiten op de eigenheid van de wijk Driemanspolder. Tot slot nog een reeks hartekreten… Gebruik de Boerhavelaan als een boulevard en organiseer zicht op zowel het station als op het stadshart; we is ruimte! Bij het vervolg buurtorganisaties inschakelen; anders gevaar voor navelstaarderij. Hoe betrekken we de 'buurvrouw,-man' bij dit proces? Handhaven huidige kwaliteit (“Blijven zoals het is”) is al een groot goed; denk aan de laagbouw. Doorbreek de 'Chinese muur' in de richting van het stadshart. Maak de buurt met de hoogbouw flats levendiger... er gebeurt bijna niks op straat. Ga voor de nieuwe ontwikkelingen niet alleen voor hoogbouw; ga ook voor hoogstaand.
35
Noordhove - Oosterheem
5
Tekst Willem Hermans
36
Intro In de kerkzaal Tabor verzamelen zich op dinsdagavond 16 oktober 2018 10 personen om aan een stadswijkgesprek over Oosterheem - Noordhove deel te nemen. Niemand van de aanwezigen is uit Oosterheem afkomstig, de kerkzaal ligt in Noordhove; waarom zullen we het gesprek niet beperken tot Noordhove? Een inperking, voorgesteld door moderator Erik Pool, waar de aanwezigen mee instemmen. Hoe komen we eigenlijk aan de wijk Noordhove? In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd van de groeistadstatus van Zoetermeer afscheid genomen. De grote klus, het bouwen van een nieuwe stad, was daarmee nog niet helemaal geklaard. Het ooit als reserveruimte voor de normale doorgroei van een stad voorgestelde poldergedeelte ten noorden van de wijk Seghwaert werd versneld aangesneden. Zoetermeer had meer woningen nodig om de geplande 100.000 inwoners te halen. Met intensieve bemoeienis vanuit de provincie zijn plannen ontwikkeld voor de bouw van maximaal 2250 woningen en de aanleg van een waterrijke buffer in de richting van Benthuizen en het Groene Hart. De realisatie van het geheel duurde langer vanwege een economische crisis, maar vanaf 1990 is het laatste deel van deze wijk gebouwd. Wat is opvallend aan de stedenbouwkundige karakteristiek? De taartpuntvormige wijk wordt gekenmerkt door het gebruik van de lange zichtlijnen, ervaarbaar in brede rechte lanen en singels, open parken en geometrisch verkavelingspatronen. Van de wijkranden is vooral de noordrand bijzonder door de aanwezigheid van drie plassen, die deel uitmaken van provinciale en nationale natuurzones en als extra waterberging voor de stad fungeren. Centraal in de wijk is een strook met voorzieningen zoals scholen, winkels en een medisch centrum ondergebracht waarin ook het grootste deel van de gestapelde bebouwing is gelegen. Kortom de wijk is strak en ruimtelijk in orde, maar hoe zit het nu met de andere facetten van het stad-zijn zoals het sociaal-maatschappelijk aspect? Erik Pool vertelt over zijn werkervaringen in o.a. Zoetermeer en over het stad-zijn van nieuwe steden. Er kan wel alles zijn bedacht en gedacht, maar waar zijn daar de hoeren en
de rafelranden? Je wordt stad door gebruik, door hergebruik, door slijtage, door reparatie en herstel. Nu we toch op een bijzondere plek in de wijk zijn, de Tabor, en met elkaar op zoek naar de ziel van Zoetermeer licht Erik het Kralenspel toe. Het is een methode om systematisch en in dialoog tot de kern van een vraagstuk te komen, een visie te ontwikkelen en deze op een beeldende manier onder woorden te brengen. De methode is ontleend aan de ideeënleer van Plato en de gesprekken van Socrates. Zij stelt deelnemers in staat kernachtig hun gedachten op vier niveaus te formuleren: de feiten (de kralen 1 t/m 4), de persoon (de kralen 5 t/m7, de denkpolen these en anti-these (de kralen 8 & 9) en het uiteindelijke idee, het onzichtbare (kraal 10). De “ziel” bestaat wellicht echt of is het misschien gewoon een ander woord voor het onzichtbare. Het kralenspel past uitstekend bij de opgave van de schatbewakers; de zoektocht naar de ziel van Zoetermeer. Vanavond staan in het eerste deel vier vragen centraal, die in duo’s worden besproken. De antwoorden worden per persoon opgeschreven en nadien met zijn allen besproken. 1 Wat is bepalend voor de sfeer van de wijk? Noordhove is licht, ruim, strak en rechtlijnig. Het is een wijk met veel stadsranden, die waterrijk zijn en vooral in noordelijke richting open zicht bieden naar de omgeving. De ruimtelijkheid door rechtlijnigheid is ook wel een beetje saai. Je woont dicht bij groen en water en in je eigen buurtje. 2 Op welke plek is die sfeer voor iedereen voelbaar? Binnen in de wijk ervaar je de rechtlijnigheid in de brede rechte lanen en het regelmatige rechthoekige patroon van de verkaveling. De groene sfeer is ervaarbaar in de parkjes, maar vooral op de “groene loper”; de nu als groene strook ingerichte reservering voor de ooit bedachte verlenging van de Zoetermeerlijn in de noordelijke richting. De aanwezigheid van een groen/blauwe stadsrand is het sterkst voelbaar aan de noordoostkant van de wijk met zicht op de Benthuizerplas. 3 Welke cruciale en fijne emotie krijgt geen kans als deze sfeer dominant blijft? Alles wat samenhangt met organisch gegroeid zijn heeft het moeilijk in deze wijk. En uitingen van kunst en creativiteit hebben het ook lastig. 4 Wat zou je in dit verband eigenlijk wel eens willen weten? Wat de makers van deze wijk ooit heeft bezield bij het werken aan de plannen voor deze wijk. Zo’n voorzieningenstrook is leuk bedacht, maar de uitwerking valt eenieder toch tegen. Is het idee nu wel geslaagd of moeten we geduld hebben en wachten op toekomstige verbouwingen en veranderingen? De reacties roepen een vijfde vraag op. Moet je op termijn Noordhove drastisch verbouwen of volstaan geringe aanpassingen? Grootschalige verbouw wordt niet als een wenselijke toekomst gezien, wel het inzetten op het verbeteren van verbindingen en het vergroten van de levendigheid.
Verbindingen naar het bebouwde gebied in zuidelijke richting tot aan een goede route naar het stadscentrum verdienen aandacht, maar ook intern zoals bij het “rode”eiland zijn meer verbindingen naar buiten gewenst; het ontbreekt Noordhove aan “spieren”. En het is voor een aantal aanwezigen niet duidelijk wie er eigenlijk in Noordhove wonen. Het blijft lastig om contacten te leggen tussen de bewoners en tussen de diverse buurten. Erik begint na deze ontboezemingen aan het tweede deel van de avond; een spirituele plek en de drie deugden: geloof, hoop en liefde Geloof, dat het altijd goed komt, het ‘zeker weten’ en daarmee is de angst te overwinnen. Hoop, dat het goed komt als we de juiste dingen doen, maar het kan verkeerd uitpakken als we de verkeerde keuzes maken en tot slot de Liefde, die onoverwinnelijk is en alles aan kan. Erik heeft twee teksten gekozen om voor te lezen. De eerste is van Toon Hermans en gaat over de liefde: Als de liefde niet bestond Zullen ze stilstaan, de rivieren En de vogels en de dieren Als de liefde niet bestond Als de liefde niet bestond Zou het strand de zee verlaten Ze hebben niets meer te bepraten Als de liefde niet bestond Als de liefde niet bestond Zou de maan niet langer lichten Geen dichter zou meer dichten Als de liefde niet bestond Nergens zouden bloemen staan En de aarde zou verkleuren Overal gesloten deuren En de klok zou niet meer slaan Als de liefde niet bestond Dan was de hele vrijerij bedorven De wereld was gauw uitgestoven Als de liefde niet bestond Als de liefde niet bestond Zou de zon niet langer stralen De wind zou niet meer ademhalen Als de liefde niet bestond Geen appel zou meer rijpen Zoals eens in het paradijs Als wij elkaar niet meer begrijpen Dan is de wereld koud als ijs Ik zou sterven van de kou En m'n adem zou bevriezen Als ik je liefde zou verliezen Er is geen liefde zonder jou Songwriters: Toon Hermans Songteksten voor Als de liefde niet bestond © Universal Music Publishing B.V. 37
De tweede tekst is uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs, de verzen 4 t/m 7 4 De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen; 5 Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad; 6 Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid; 7 Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. Kortom door liefde blijf je volhouden God is goed maar wat is het goede voor jou of voor de stad? De aanwezigen krijgen drie zinnen voorgedragen, die zij individueel moeten aanvullen en aan de Schatbewakers moeten achterlaten. 1 Geloof Stel; de wijk Noordhove staat centraal voor een prachtige toekomst, voor een krachtige belofte. De wijk kan praten en zegt: je kunt er echt van op aan: het komt goed met ons en met jou. Welke belofte doet de wijk? Maak de volgende zin af: Ik, Noordhove, garandeer je dat… * ik jullie je thuis wil laten blijven voelen * mensen uit de woningen komen, elkaar begroeten en ontmoeten * het goed komt of…dat het een zooitje wordt; de tijd zal het leren * je hier ongestoord kunt leven * de tijd het goed maakt * ook voor toekomstige generaties er ruimte in overvloed zal zijn 2 Hoop Stel: de wijk waarschuwt voor toekomstige risico’s, maar straalt vooral uit dat de wijk iets kan of iets heeft dat vertrouwen geeft. Wat zou dat kunnen zijn? Zoek een plek in de wijk die voor deze hoop kan staan. Houdt dat beeld in gedachten als je de volgende zin afmaakt Als we niet in actie komen gaat het mis, maar dat kunnen we voorkomen als we gaan vertrouwen… * in elkaar en op het stimuleren van ontmoeting tussen de mensen in de wijk * op onze biologische voorvaderen * op de vindingrijkheid van de bewoners * op actievoerende bewoners en de gemeenteraad * op ons eigen zijn en op onze verschillen * op onze speelruimte * op de kracht van het samen doen 3 Liefde Stel: deze wijk zou laten zien dat iedereen hier welkom is, dat er een warme plek voor iedereen is, een thuishaven. Op welke plek in de wijk kun je dit gevoel vinden? Neem die plek in gedachten en maak de zin af: Kom maar hier, je bent welkom, want hier bied ik je… * voor altijd een fijne plek om te ontspannen en om elkaar te ontmoeten * een plek om te spelen * voor altijd stilte en verstrooiing * weidsheid en verlatenheid van de eeuwigheid * altijd rust en ruimte * alle ruimte * zicht op een weidse horizon Om 22.15 verlieten alle aanwezigen de kerkzaal, en inspirerende bijeenkomst rijker op een voor velen eigenzinnige locatie en dat is ook Noordhove…
38
.................................................................................................................................................................................................... 39
40
41
PALENSTEIN
8 Tekst Hans Hemmes eerder gepubliceerd in het AD van 11 december 2018
Op zoek naar de ziel en eigenheid van Palenstein
ZOETERMEER TOEN Hoe voelt het om in een 'transitiewijk' als Palenstein te wonen? In de overgangstijd tussen sloop van oude, vertrouwde flats en de bouw van nieuwe woningen in het groen. De stichting Schatbewakers ging op onderzoek naar de ziel, de eigenheid van de wijk. 4 Ooit werden hier aan de Ambachtsherenlaan Engelse auto's als Rover en Austin verkocht en lagen monteurs te sleutelen. Er tegenover stond een van de hoge flats. Nu is het uitzicht een grasveld met singel. Volgens de Schatbewakers is de garage een 'icoon van een tijdgeest van functionele zakelijkheid'. Dat kan zo zijn, het is er nu vooral koud.
42
Tientallen bewoners hebben gereageerd op de oproep voor een bijzonder wijkgesprek. Er is een ouder echtpaar dat hier al woont sinds 1967 en nooit meer 'een beter huis' heeft gevonden, maar ook mensen die pas recent Palenstein ontdekten. Zij laten zich verrassen door dit experiment. ,,Wat een drukte, het lijkt wel een sekte'', zegt iemand als hij kijkt naar de mensen in de kale ruimte. De garage wordt verlicht door een paar lampen. In het midden hangen witte doeken die een kamer afscheiden van de rest. Dit is geen tafeltjesavond, want die zijn er ook niet. Het wordt anderhalf uur staan of op een krukje zitten, als je het niet meer volhoudt. ,,Het lijf heeft ons meer te vertellen", zegt moderator Erik Pool. Hij is directeur op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waar de methode van deze avond al vaker in praktijk is gebracht. ,,Er werd in Den Haag te veel met het hoofd gedacht." Als remedie daartegen is er het 'Kralenspel', samengevat in een kleurige afbeelding met een tiental vragen op het niveau van hoofd, hart en buik. Een oefening van de geest en andere manier om te kijken naar de werkelijkheid. De zoektocht van vanavond is: wat was Palenstein en wat is de toekomst? ,,Laten we het avontuur aangaan", roept Pool de aanwezigen op. Zij mogen het gevoel over hun wijk straks uitbeelden met hun lichaam. Een medewerkster van Pool geeft een voorbeeld. Ze staat met haar armen wijd, handen naar voren gericht. ,,Ik wil de bebouwing stoppen en het groen behouden.'' Palenstein werd in de jaren zestig gebouwd. een deel van de hoogbouw wordt nu gesloopt
GEUR VAN BETON Als introductie vertoont oud-stedenbouwkundige Willem Hermans dia's van Palenstein uit de jaren zestig. Te zien is een structuur van flats als een wal met daarachter laagbouw. ,,Met de geur van beton werd hier iets moois gemaakt.'' Maar vanaf 1990 was er onrust en verval, Palenstein werd een aandachtswijk. Hoe reageren bewoners op deze beelden? Een vrouw staat op één been. ,,Ik probeer mijn evenwicht te vinden. De wijk is wiebelig. Ik weet niet of ik de sprong waag", zegt ze. Een andere vrouw zit op de grond. ,,Ik vind alles overweldigend. Kom uit een klein plaatsje.” Een man beeldt zijn wijk uit op zijn knieën: ,,Ik ben nieuwsgierig hoe het wordt of blijft. Onrustig, zoekend, maar wel hoopvol.” Hermans laat wat schetsen zien van het nieuwe Palenstein. Op zoek naar een tweede jeugd, met waterpartij. Gerenoveerd met nul op de meter (aardgasvrij). Gewoon gelukkig in het vernieuwde Palenstein is de tekst op de afsluitende dia. Hoe reageert het lichaam op die beelden? Een actieve wijkbewoonster heeft een punt van orde. Volgens haar is het voor sommigen een brug te 43
ver om uit te beelden. Ze wil verhalen horen. Die komen er al snel. Een man vertelt dat hij vier maanden heeft ingewoond bij een echtpaar dat vaak slaande ruzie had. De vrouw legde 'wasgeld' klaar, maar de echtgenoot zoop het op in cafĂŠ de Kleine Prins. Een deelneemster die ooit cursussen gaf in noodgebouwen wil met de groep delen dat Palenstein de enige wijk in Zoetermeer is waar je 's avonds mensen op straat ziet. ,,Hier wordt geleefd." Een ander is trots om in een wijk te wonen die straks duurzaam wordt. ,,Dat is supergaaf."
BEVRIJDEND Een jongere wijkbewoonster vindt het 'heel bevrijdend' dat de mensen in de gesloopte flats door zoveel instanties zijn geholpen. Ze vraagt zich wel af waar ze gebleven zijn. ,,Er is zoveel leed achter de voordeur. Nieuwbouw is schone schijn.'' Drie jaar geleden lag er veel zwerfafval
Adjunct-directeur Dit relaas emotioneert de adjunct-directeur van De Meerpaal. ,,We moeten ons niet blindstaren op huizen." De actieve bewoonster haalt PiĂŤzo aan als een geslaagd burgerinitiatief. ,,Ik heb een goed gevoel daarover, er is veel samenwerking." En het gezegde 'een betere wereld begint bij jezelf' gaat ook voor Palenstein op, zo blijkt. ,,Drie jaar geleden lag er veel zwerfafval. Je kunt je eraan ergeren, maar er ook wat aan doen. Ik haal het twee keer in de week weg en als er een winkelwagentje staat, meld ik dat aan de wijkpost", vertelt een vrouw. Aan het slot van de avond vormen alle deelnemers een soort beeldengroep. De silhouetten op het doek geven weer hoe trots ze zijn op hun wijk Palenstein. Moderator Pool vat de uitkomst kernachtig samen: ,,Koude voeten, betrokken mensen.''
............................................................................................................................................................................................................... 44
6
fotografie: Chris Lans
.................................................................................................................................................................................................... 45
6
46
fotografie: Chris Lans Achtergrond: foto op canvas van bouw winkelcentrum Meerzicht uit het archief van fam. Goutier
Bestuur
stichting SCHATBEWAKERS In de zoektocht naar â&#x20AC;&#x2DC;de Ziel van Zoetermeerâ&#x20AC;&#x2122; hebben schatbewakers - Alcuin Olthof & Willem Hermans - ook het bestuur voor hun stichting gevonden. Zij waren al enige tijd op zoek naar enthousiaste en betrokken bestuursleden om de plannen en activiteiten met meer daadkracht te kunnen uitvoeren. Dit heeft nu geleid tot een bestuur met als voorzitter Taco Kuiper (midden), voormalig wethouder van de gemeente Zoetermeer en medebestuursleden Karen van Vliet (links) en Richard Koek (rechts). Taco Kuiper heeft als overtuigd sociaal-democraat van 2014 tot 2018 deel uitgemaakt van het Zoetermeerse college van B&W en is als inwoner van de stad bekend met de recente stadsontwikkeling. Karen van Vliet woont in Rotterdam, is stedenbouwkundige en mede oprichter van BGSV Bureau voor Stedenbouw. Zij is thans vanuit het onderwijs betrokken bij ontwikkelingen van de regio metropool Den Haag-Rotterdam.Hij woont in Den Haag, maar Richard Koek werkt als directeur van Rijnboutt vanuit Amsterdam aan vele en verschillende stedenbouwkundige opgaven. Naast zijn professie als stedenbouwkundige en landschapsarchitect is hij ook actief in aan het beroepsveld verbonden commissies. Wij, Schatbewakers zijn verheugd om met deze bestuursleden een nieuwe fase in te kunnen gaan.
Schatbewakers: Alcuin Olthof & Willem Hermans 47
Dorp Revisted
10
Tekst Hans Hemmes
eerder gepubliceerd in het AD van 15 januari 2019
Verlangen naar oude sfeer Dorpsstraat
Veel Zoetermeerders verlangen terug naar de oude sfeer van de Dorpsstraat. Ze missen de warmte, het eigen karakter de verhalen. En waar zijn de originele bewoners van het dorp gebleven? Dat is de uitkomst van dit stadsgesprek over 'de Ziel van Zoetermeer'. Oud-wethouder Erris Oskam dichtte eens gloedvol over de Dorpsstraat: ,,Warmte, gezelligheid, gevels die de tijd doorstaan. ‘Ons Genoegen’, op een bank zitten oude heren de goeie ouwe tijd te laten passeren.” Het is een soort nostalgisch verlangen naar Zoetermeer als boterdorp. Waar is dat gevoel van saamhorigheid gebleven en waar staat de huidige metropool nu precies voor? Dat is de vraag die de organisatie De Schatbewakers wil beantwoorden door een soort zoektocht te houden naar de ‘ziel van Zoetermeer’. Het leverde verrassende, onthullende gesprekken op met bewoners in de verschillende wijken. Voor de tiende aflevering streken de initiatiefnemers Willem Hermans en Alcuin Olthof neer op de plaats, waar het idee voor de queste ooit begon: de Dorpsstraat. Tientallen bewoners van het oude centrum melden zich in de winkel van Proef Zoetermeer, een concept-store die sowieso erg succesvol is. Wekelijks bezoeken honderden Zoetermeerders de presentaties van bijvoorbeeld lokaal bier brouwen of taarten bakken. Dit keer worden er alleen veel woorden gefabriceerd, maar die hebben wel een diepe betekenis. De Schatbewakers hopen ermee plannenmakers en politici aan het denken te zetten over de toekomst van de gemeente.
48
...............................................................................................................................................
Schaalsprong De bezoekers blijken tamelijk eensgezind over de positie van de Dorpsstraat. Aan de groep wordt de vraag gesteld of ‘er voldoende aandacht is besteed aan het dorp tijdens de schaalsprong’. Dat is een term uit de planologie waarmee de ontwikkeling van Zoetermeer wordt aangeduid van kleine kern naar groeistad. Er gaat geen enkele hand de lucht in. Bewoners vinden dat de Dorpsstraat aan haar lot is overgelaten, toen het Stadshart werd gebouwd. Het hing er maar een beetje bij. Vooral onder senioren is er oud zeer. ,,Er werd vaak neen gezegd door de politiek, er was te weinig affiniteit.” De verhalen komen los. Over koopavonden die in de jaren zeventig nog erg druk waren in de Dorpsstraat. ,,En nu kan je een kanon afschieten zonder iemand te raken”, zegt een vrouw. In het publiek zitten twee mannen van 85 die nog verder terug kunnen in de tijd. ,,De paardenmarkt, dat was een begrip. Je kon over de koppen lopen.” Kort na de oorlog verdween de markt; de boeren stapten immers over op tractoren. Beurtschipper De zaal luistert ademloos als de oude man vertelt over zijn jeugd en zijn vader die beurtschipper was. ,,Je kon van Zoetermeer doorvaren naar Leiden, zo langs alle tuinderijen die er toen nog waren. De bezoekers kunnen zich er geen voorstelling meer van maken. Een paar huizen aan de Leidsewallen herinneren nog aan dat verleden. De man maakte nog mee dat er vier scholen in de Dorpsstraat stonden. Ze zijn inmiddels verdwenen, ook uit het geheugen van de aanwezigen. Hoewel, een bezoeker weet nog dat hij als ambtenaar had gewerkt in een pand van wat ooit de Nicolaasschool was. Efteling Dan is er even hilariteit. Een man die zich in de jaren ’70 in een van de nieuwe wijken vestigde, bekende dat hij naar de Dorpsstraat ging ‘om de originele autochtonen’ te bekijken. ,,Ha, ha, we hadden toen geld moeten vragen”, zegt een van de ouderen. Het centrum als een soort sprookjesbos van de Efteling, dat hadden ze nog nooit gehoord. .............................................................................................................................................................................................................
49
Toch zit er een diepere gedachte achter deze ontboezeming: het verschil tussen de bewoners van de kern en de Hagenaars die hun geluk beproefden in de groeistad. Volgens een leraar van een school in de Driemanspolder had hij er toen dagelijks mee te maken. ,,De mensen uit Meerzicht en het dorp waren echt anders. Ze begrepen elkaar gewoon niet.” Die kloof zal in de loop der jaren wel gedicht zijn. De aanwezigen van het stadsgesprek delen in elk geval hun dromen over de Dorpsstraat. ,,In de straat proef je tijd”, schrijft er een. Ook anderen willen de oude sfeer terug, met een opknapte schoolplein, leven in de lege etalages, meer gezelligheid op straat en behoud van het Oude Huis voor een publieke functie. Een jongere beklaagt zich over de Graanschuur, waar geen leuke optredens zouden zijn. ,,Zoetermeer, is het net niet.” Er zouden ook meer winkeliers van naam en faam (zoals ‘Van Herwijnen’) moeten komen. Als er niets gebeurt, is Zoetermeer over tien jaar een ‘gaapstad’ en dat mag niet. Toon Een oudere haalt herinneringen op aan het legendarische café-restaurant Ons Genoegen aan de Dorpsstraat 121. Eigenaar Toon van Fraassen was een kleurrijk figuur. ,,Hij had wel vijftig kleuren strikjes die hij droeg.” Fraassen was een nationale bekendheid en kreeg een keer bezoek van wielkampioen Rini Wagtmans die hem een gesigneerde binnenband gaf. De cafébaas liet die in een colbertje verwerken. Menig Zoetermeerder weet nog dat Ons Genoegen vol hing met prentbriefkaarten uit de hele wereld. Want het adres Toon, Holland was ooit voldoende om de kaarten te laten aankomen. Initiatiefnemer Alcuin Olthof is blij met de opkomst voor de avond en de reacties. ,,Wij willen hiermee de ziel in de stad laten terugvloeien. De verhalen moeten worden doorverteld.”
Schatbewakers naar Oosterheem
De bijeenkomst in de Dorpsstraat was aanvankelijk bedoeld als de laatste, maar er zijn nog een paar losse eindjes. Schatbewakers gaan terug voor een tweede stadswijkgesprek in Oosterheem, de jongste wijk in Zoetermeer.
50
6 fotografie: Chris Lans
51
Tekst Willem Hermans
Oosterheem Revisted
5
Tekst Hans Hemmes
eerder gepubliceerd in het AD van 12 februari 2019
Het gebeurt zelden dat architecten jaren na de bouw van hun ontwerpen zelf verantwoording afleggen in ‘hun’ wijk. Oosterheem had onlangs de primeur. Bewoners missen pleintjes en klagen over vuil op straat en lawaai van lightrail. Maar tevredenheid overheerst.
Oosterheem is de jongste wijk van Zoetermeer en kent een bijzondere geschiedenis. Aan de laatste uitbreiding van de groeistad ging nogal wat politiek gesteggel vooraf. Het kabinet vreesde in de jaren negentig voor aantasting van het Groene Hart. Toen een zeer heikel punt, omdat de hogesnelheidslijn er ook nog doorheen moest rijden. Dat werd de bekende tunnel van bijna een miljard (gulden) ‘onder de koeien’. De nieuwbouwwijk grenst aan het omstreden tracé van de spoorlijn. Omdat de woningnood in de randstad hoog bleef, gaf de rijksoverheid uiteindelijk toestemming voor wat toen nog Zoetermeer-Oost heette. De bouw zou in 1999, precies twintig jaar geleden, beginnen. Maar toen kwamen er andere bezwaren en oordeelde de rechter dat er een eerst een Milieuplan moest komen. Dat verklaart allerlei foto’s in het archief van stilstaande bouwkranen tijdens een bouwstop. Grondbezit ,,Zoetermeer had niet meer het grondbezit, zoals bij andere wijken”, licht oud-stedebouwkundige Willem Hermans toe op de thema-avond van Schatbewakers in het wijkkantoor. De zaal is volgestroomd met tientallen bewoners. Voor de ontwikkeling van Oosterheem moest flink gepolderd .................................................................................................................................................................................................... 52
worden, onderhandeld met marktpartijen. ,,Het is een rationeel opgezette wijk geworden, rechtlijnig en rechthoekig. Er zouden eerst brede dreven komen, maar dat plan sneuvelde. Alleen het Heempark bleef.” Hermans vindt die groene doorsnijding van de wijk van zeer hoge kwaliteit, ‘een parel’. ,,Alles is bedacht. Maar hoe voelt de wijk nu aan?” Dat is de vraag die hij voorlegt aan de bewoners, van wie sommigen zich al 16 jaar geleden hier nestelden. Speciale gast is de architect Gijs van den Boom, die een deel van Oosterheem heeft ontworpen. ,,Ik vind het heel bijzonder om hier te zijn. Dat zouden meer stedebouwkundigen moeten doen. Na meer dan tien jaar luisteren naar de ervaringen. Wij hebben met hart en ziel geprobeerd om de gelegenheid te bieden aan jullie om iets samen te doen.” Hij wijst op een kaart naar de hofjes die gebouwd zijn. In zijn ontwerpen draaide het om ‘variatie, verscheidenheid en ontmoeting’. Het bouwproces was een ‘ingewikkeld samenspel’. Crisis Het was begin deze eeuw een gouden tijd voor de bouwsector. ,,We bouwden in Zoetermeer duizend woningen per jaar. Dat is nu niet meer voor te stellen.” De productie is inderdaad na de economische crisis van 2008 in elkaar gezakt en daarna niet meer hetzelfde geworden. Gijs van den Boom woont nu in Rotterdam, maar fietst nog geregeld door de wijk, zo vertelt hij. ,,Ik ben ttrots op Oosterheem. Het park, een plein met aan de ene kant sociale woningbouw en aan de andere kant koopwoningen. Er zijn hier genoeg mooie dingen te vinden. Maar de wijk moet levend blijven. Er moet genoeg te vieren zijn. Het is nu aan jullie.” Dat is niet aan dovemansoren gericht. Een Indische vrouw zegt het geweldig te vinden in de wijk. ,,Maar het enige wat ik mis, is een plein waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Je hebt geen rustpunten, kunt nergens zitten.” Een man ervaart het Heemkanaal als een soort scheidslijn. ,,Er wonen aan de andere kant mensen met wie geen contact is. Gebrek aan saamhorigheid.” Een ander beklaagt zich erover dat er geen buurtvereniging is, geen cohesie. Bij sommige bewoners heeft het eerste gebouwde deel van de wijk de naam ‘slechte stad’. ,,Daar ga ik ‘s avonds niet lopen”, zegt iemand. .................................................................................................................................................................................................... 53
Vuil Maar een bewoonster van De Wadi stelt dat er ooit problemen waren, maar die zijn nu opgelost. ,,Ik woon er met plezier.” In een ander deel van de wijk, Tuindorp bij de stadsboerderij, zou criminaliteit de kop opsteken. ,,Daar wordt grof vuil gedumpt door auto’s met witte kentekens. Het wordt steeds erger, met flessentrekkerij en zo. De wijk verloedert. Dit is geen jokkenbrokkerij.” Anderen reageren verbaasd: ,,sorry, gaat dit nog over Oosterheem?!” Een vrouw roept een werkeloze man in haar straat uit tot ‘held’. ,,Hij gaat met een papierprikker de hele wijk rond. Met Kerst kreeg hij veel wijn als dank.” Zij vindt dat dit soort mensen die een goed voorbeeld geven meer gevolgd moeten worden. Als ze wandelt door het park gooit ze zelf plastic en blikken in een afvalemmer. Een bewoner zegt veel geluidsoverlast te ondervinden van RandstadRail. ,,Die constructie is gewoon oliedom, Als de rails geslepen zijn, werkt dat maar zes weken.” De klacht is opmerkelijk, want de aanleg van de tramlijn was juist een voorwaarde bij de ontwikkeling van de wijk. ‘Geen rail, dan geen Oost’, was de slogan in de lokale politiek. ,,Ach, als je mag mopperen, kom je altijd tijd tekort”, vat een man de discussie samen. Waarna de deelnemers stickers op de wijkkaart plakken om aan te geven waar ze wonen. Sommigen moeten op hun tenen staan om bij hun huis te komen.
Oosterheem is een thuis
De naam Oosterheem is bedacht in een prijsvraag voor inwoners van Zoetermeer. Heem staat voor ‘thuis’ in het oosten van de groeistad. De vinexwijk is bestemd voor 9000 woningen, goed voor 23.000 inwoners. Het project bevat drie deelplannen, elk met een eigen karakter: Het Veld, Tuindorp en het centrum. Halverwege de bouwperiode is het plan gewijzigd. Er waren eerst directe zichtlijnen, later werd deze eis losgelaten en kwam er ruimte voor zogeheten retrobouw. Dat zijn huizen in dertiger jaren stijl. Wonen in Oosterheem is nog steeds erg in trek.
moderator: Roeland ten Napel fotografie: Chris Lans 54
55
56
Een plezierig gat in de lucht gesprekken doen. De ene gedachte blijkt zo wel degelijk iets met de Nu ik ten behoeve van deze andere te maken te hebben. publicatie terugblik op de serie Ik zal dat uitleggen. En misschien wijkgesprekken die we samen met zien we dan tenslotte nog beter dan de Schatbewakers de afgelopen 50 we nu al doen, wat het betekent maanden meemaakten, op zoek heeft dat de Schatbewakers deze naar ‘de ziel van Zoetermeer’, lopen serie wijkgesprekken op touw er in mijn hoofd twee gedachten hebben gezet. Mijn uitleg begint bij door elkaar. Dat gebeurt niet omdat dingen die fout gaan, die mislukken, beide gedachten iets met elkaar te maar bepaald niet nutteloos hoeven maken lijken te hebben, maar omdat beide gedachten gelijktijdig door mijn te zijn. hoofd gaan. Dankzij de tijd komen Doorkijkjes voorbij het alledaagse ze samen. En gek genoeg ontdek ik ‘Soms lukt iets niet, gaat iets helemaal fout, en precies op dat moment kun je door een gat kijken naar een waarheid plotseling een nieuwe waarheid die je voorheen niet zag. Ongeveer in deze woorden vertelt Steve Jobs in ‘The Lost Interview’, te zien op over al die gesprekken die we Netflix, hoe hij binnen Apple en Pixar - de twee voerden aan de hand van het bedrijven die hij groot maakte - uit moeilijkheden toch vaak positieve stimulansen haalde. Jobs roept ons op zogeheten kralenspel. Dat is een om in elke crisis de kans te zien op het nieuwe, het betere, het schonere. Hetzelfde grondidee kwam ik praktisch filosofische methode die tegen in een interview van Volkskrant Magazine als gereedschap ingezet kan worden onlangs met de jubilerende topfotograaf Erwin Olaf - zijn werk hangt de eerste maanden van 2019 in het Haagse om andere zaken te zeggen en te Stedelijk Museum en in het nabijgelegen Fotomuseum. zien dan we doorgaans in gewone In de kantlijn van het interview had de editor van - door Erik Pool -
dienst gezet: ‘Olaf laat het liefst een perfecte wereld
....................................................................................................................................................................................................
57
zien met een barst erin’. Daarnaast zien we een zelfportret van Olaf aan de rand van het zwembad waar het gras rondom niet mooi groen is maar gelig van de dorheid, en op de rand van het bad ligt een donkere plas water die de schoonheid van de badrand doorbreekt. Het zijn precies de symbolen voor de imperfectie die volgens Olaf een wereld onthult die echter is, of meer wáár is, of méér te vertellen heeft dan de ultieme perfectie. De rafelrand vertelt vaak meer dan het gladde oppervlak. Ik ontdek - in mijn hoofd, daar gebeurt het nu dat deze avonden onder leiding van de Schatbewakers, dat deze ontmoetingen van wijk tot wijk eigenlijk kleine gaten zijn geweest. Rafelranden waren het, openingen, met een doorkijkje voorbij het o zo gewone dagelijkse stadsleven. Het zijn uitsparingen geweest in het oppervlakkige beeld van de stad naar wiens ziel we op zoek zijn geweest, en zullen blijven. En dat zeg ik omdat ik denk dat het ons - en met ons bedoel ik: alle mensen die erbij waren, die meededen, die hun hart openden in de zoektocht naar de grondtoon van hun stad - dat het ons op de één of andere manier is gelukt om tijdens de ontmoetingen dingen te zien en te zeggen die zonder deze ontmoetingen eerder nog niet zo duidelijk waren te zien of te horen. De avonden waren dus inderdaad als rafelranden, als gaten in de tijd, als doorkijkjes naar de diepere laag van het karakter van Zoetermeer.
Het ongemakkelijke experiment
We hebben in deze avonden allerlei vormen van gesprek en uitwisseling uitgeprobeerd. Het was in die zin één groot experiment, want voor zover bekend is nog nooit geprobeerd om op basis van het kralenspel op wijkniveau allerlei gesprekken aan te gaan. In het kralenspel beschouwen de spelers vanuit tien kijkrichtingen het onderwerp dat ze aan een onderzoek onderwerpen, in dit geval dus de stad, of een deel daarvan, namelijk de wijk. Het tiende perspectief is in feite het ultieme kijkspel: op het eind van het spel wil je iets zien dat zich niet zomaar prijsgeeft. Daar hebben we tijdens de ontmoetingen van de Schatbewakers naartoe gewerkt. In ons wijkgesprekkenprogramma was het dus de vraag of het mogelijk was om stap voor stap, spel voor spel, een beetje zicht te krijgen op dat ontuitsprekelijke, woordeloze en onzichtbare fenomeen dat we de ‘ziel van Zoetermeer’ hadden gedoopt? Per wijk stelden we één van de tien perspectieven uit het kralenspel centraal. Soms keken we vooral naar de problemen in een wijk, een andere keer stelden we vooral vragen. Of we onderzochten de emoties die bij de wijk horen, of gaven woorden aan
58
het verlangen om Zoetermeer naar een cultureel hoogtepunt te brengen. We werkten de ene keer met flipovervellen en post-its, de andere keer schreven we gedichten, en een enkele keer construeerden we zelfs met onze lijven en onze beweeglijke armen en benen bijzondere verhalende lichaamsobjecten die ons konden vertellen wat er met Palenstein aan de hand is - want daar waren we die avond te gast, in een koude, donkere, lege en daardoor zo bijzondere garage. Het Algemeen Dagblad schreef er later een mooi verslag over, en zette er ook een goede sfeerfoto bij. Niet iedereen begreep wat we die avond deden, en ook niet alle werkvormen waren even succesvol, maar velen zullen zich juist die avond nog herinneren. Hier zagen we niet alleen iets van de ziel van de stad, maar ook van onze eigen zielen: we durfden niet of juist wel, we moesten giechelen of werden boos, we waren opgelucht of diepbedroefd. Ook tijdens andere ontmoetingen waren de verwondering, de irritatie, de ontdekking, de vrolijkheid en ook de voorspelbaarheid onze metgezellen. Het doet blijkbaar allemaal mee als de ziel onder een vergrootglas wordt gelegd en de ziel zich misschien niet zomaar gewonnen wil geven. Op alle avonden was er soms een kleiner of groter moment van ongemak. Maar dat is in een goed gesprek of een goede ontmoeting nooit een probleem. In tegendeel: het is vaak de opening naar een diepere waarheid die hoe dan ook op tafel moet komen.Van mijn leermeester in filosofische gesprekken Jos Kessels heb ik de term ‘plek der moeite’ geleerd, want dáár moet het gebeuren, daar ligt de wijsheid voor het oprapen. De wijkgesprekken die we voerden waren wat mij betreft opnieuw het bewijs van zijn stelling dat in het ongemak van het gesprek het echte inzicht gloort.
Wijkgesprek als kleine crisis
Op een bepaalde manier zijn de ongemakkelijke avonden of de moeilijke momenten voor de deelnemers dus ook te beschouwen als kleine crises, soms vooral leuk of lachwekkend en soms ook echt spannend en vervelend. We nodigden de deelnemers immers uit om oefeningen te doen die ze niet kenden, of vragen te beantwoorden waar ze nog nooit over hadden nagedacht, of poëtische taal te proberen waarvan ze niet wisten dat ze die toch echt zelf in huis hadden. Dat ‘moesten’ ze dan doen, niet in de veiligheid van de eigen woning maar in de openbaarheid van zo’n wijkgesprek. De gêne doet hier ook onmiddellijk mee: is het niet gek wat ik sta te doen? Gek niet, denk ik, maar afwijkend van wat we normaal gesproken doen was het vaak wèl. Ongemakkelijk dus. Maar ik denk echt dat het klopt als ik beweer dat we hier deden wat Erwin Olaf met zijn foto’s ook probeert en wat Steve Jobs gebruikte om zijn
bedrijven groot te maken: via de rafelrand van de afwijking zicht krijgen op een waarheid die van zichzelf graag verborgen blijft maar van grote betekenis kan zijn. Ik ken dit idee ook als een filosofische gedachte van de fransman Alain Badiou. Hij noemt deze rafelranden, deze kleine en grote crises, ‘evenementen’. En die kunnen zich volgens hem voordoen op vier terreinen: de wetenschap, de kunst, de politiek en de liefde. Een ontdekking in de wetenschap kan letterlijk een doorbraak betekenen in de manier waarop we de wereld zien. In de kunst kan bijvoorbeeld de abstracte verbeelding van Mondriaan worden begrepen als een doorbraak die zicht biedt op een nieuwe dimensie. In de politiek hebben we misschien genoeg aan de herinnering aan Pim Fortuyns winst bij de raadsverkiezingen in Rotterdam, om te begrijpen hoe ook in dat domein een ‘evenement’ iets kan blootleggen dat van grote betekenis blijkt te zijn. En op het terrein van de liefde hebben wij, mensen, allemaal meerdere ervaringen om het idee te illusteren van een gat waardoorheen een nieuwe waarheid zichtbaar wordt. Want er waren liefdes die mochten bestaan, liefdes die nooit kwamen, liefdes die kapot gingen, liefdes die kort en heftig waren, liefdes die lang en voor eeuwig lijken. Daarom herinneren we ons ook vaak de momenten waarop bleek wat ons in de liefde overkwam. Bij het zien van de liefde van je leven of bij het afscheid van degenen die jij niet wilde loslaten, kwam er een gat in je leven, waardoorheen je een waarheid zag die voorheen onzichtbaar bleef. Je blik op het hele leven verandert fundamenteel door een liefdeservaring, of die nu positief uitpakte danwel jou in groot verdriet stortte. Als de liefde in het spel is verandert de wereld.
Plezier
6
Schatbewakers Alcuin Olthof en Willem Hermans vroegen me eind 2016 om mee te reizen in dit avontuur van de wijkgesprekken en samen met hen op zoek te gaan naar de ziel van Zoetermeer. Ik nam hun uitnodiging aan, niet alleen omdat ik het zelf ook een interessant professioneel filosofisch experiment vond. Ik zei ook ‘ja’ omdat er iets anders meespeelde. Dat was voelbaar, voor mij, en misschien wel voor iedereen die aan de gesprekken heeft deelgenomen. Er was namelijk iets dat hen hiertoe aanzette en ik denk dat ik dat ‘iets’ heb gevoeld en mij over de streep heeft getrokken. Mag ik dat ‘iets’ de liefde voor de stad noemen? En mag ik dan stoutmoedig achteraf concluderen dat hun initiatief een grote inbraakoperatie is geweest, waarmee een gat werd geslagen in de oppervlakte van het stadsleven, waardoorheen de deelnemers een waarheid zagen opflikkeren .................................................................................................................................................................................................... 59
waarvan ze het bestaan wel konden vermoeden maar waarvoor ze nog geen beelden, woorden, gebaren hadden gevonden, laat staan de kans hadden gehad al dit zielenmateriaal met elkaar te delen, te verrijken, uit te stallen en op te bouwen tot een verhaal dat nog lang verteld moet blijven worden? Uit de liefde voor de stad werd een serie gaten geslagen waardoorheen de ziel van Zoetermeer zich fragment voor fragment kon en kan prijsgeven. Het is misschien gek, maar door dit te overdenken en uit te schrijven, zie ik mezelf mentaal een gat in de lucht springen: wat een blijheid, wat een vrolijkheid! Door dat gat kijk ik omhoog en zie ik plezier. De serie gesprekken was een plezier, het schrijven voor dit magazine was dat evenzeer. Zie ik nu door mijn eigen gat in de lucht iets van Zoetermeers vrolijke ziel? onontbeerlijk. Erik Pool 5 maart 2019
60
61
DorpsLab Als Schatbewakers zijn we op zoek gegaan naar 'de ziel van Zoetermeer'. Piet Hekker was op zoek gegaan naar 'de ziel van de Dorpsstraat'. Wij ondersteunden zijn zienswijze en maakten het tastbaar in het planconcept 'Zomerzorg'. Zo raakten we betrokken bij de werkgroep van de Dorpsstraat. Pimm Terhorst was vanuit de gemeente actief bij het opstellen van de 'Toekomstvisie voor de Dorpsstraat'. Vanuit zijn fascinatie voor het werk van Anton Pieck initieerde hij een project voor de studenten van de Hoge School Utrecht; 'Efteling in de stad' (zie magazine 2) met als case 'De Dorpsstraat'. Schatbewakers maakten en ondersteunden de verbinding tussen de straat, de werkgroep en de studenten. Immers, zou de Dorpsstraat als publieke ruimte niet gebaat zijn bij een uitwerking die de inwoners niet als consument of gebruiker ziet, maar als ontdekkingsreiziger als pionier? Om aan deze ervarings-benadering een vervolg te geven en het werken aan de straat zichtbaar te maken werd het DorpsLab ingericht. Een laboratorium, een ruimte voor verbeelding, een werkplaats om te experimenteren en de gesprekken met de stad over de stad te kunnen houden. De stad heeft nog weinig oog voor de waarde van herinneringen. Niet alleen omdat de meeste herinneringen nog jong zijn, maar omdat de stad zelf nog jong is. De jonge en bedachte stad heeft weinig vrije speelruimte, er zijn weinig of geen 'rafelrandjes' te vinden. Is het oudste deel van de stad niet juist een geschikte plek voor vrije opvattingen? Het DorpLab heeft zijn waarde bewezen en is ondertussen overgegaan in het opvolgende Cultlab.
.................................................................................................................................................................................................... 62
.................................................................................................................................................................................................... 63
Nawoord
Aan een definitieve afronding van ons grote project zijn we nog niet toe. Bij het onderweg zijn in de wijken raakten we met velen in gesprek en kregen andere dingen meer prioriteit. We bouwden aan bruggen, maakten verbindingen en vervolgde de reddingsactie van de verloren gewaande stadsmaquette. Dit magazine is opnieuw een weergave van de afgelegde weg, maar zoals iedere keer is het verzamelde materiaal meer, rijker. Er zijn geluidsfragmenten van gedichten, veel meer foto’s en nog niet uitgeschreven gesprekken en teksten. Van de 150 weken resteren er nog zo’n kleine 30. Bij publicatie van dit magazine hebben we nog één kraal te spelen en wel het gesprek over de wijk(en?) Buytenwegh de Leyens. We blijven participeren in het vervolg van het gemeentelijk samenwerkingsproject ‘Mijn stad, mijn toekomst’ en zijn actief betrokken bij diverse stedelijke projecten zoals het Entreegebied, Van Tuylsportpark en het binnenstad gebied inclusief park. Als vervolg op onze presentatie op het INTIcongres over het omgaan met cultureel erfgoed in ‘New Towns’ zijn in gesprek met het HGOS (Historisch Genootschap Oud Soetermeer) en A.Z
(ArchitectuurPuntZoetermeer) over de Zoeteremeerse opties in het kader van de nieuwe omgevingsvisie. We moeten de komende periode werken aan het publiek presenteren van onze oogst. Het eerste idee voor het afronden van de serie was mooi, maar ging ons vermogen qua tijd, organisatie en energie te boven. Er wordt nu nagedacht over andere opties, zowel in samenwerking met Zoetermeerse organisaties en burgerinitiatieven als met externen. Een agenda voor geplande gesprekken en nieuwe activiteiten houden we bij op onze website: www.schatbewakers.nl Een reactie kunt u ten alle tijden sturen naar info@schatbewakers.nl Wij wensen je een mooie zomer toe. Schatbewakers
"Beoordeel de dag niet altijd op wat je hebt geoogst, maar ook eens op de zaden die je hebt geplant". Robert Louis Stevenson
64
Magazine 3 - voorjaar 2019 Uitgever Stichting Schatbewakers CC Creative Commons - Some rights reserved Eindredactie Alcuin Olthof Redactie Willem Hermans Hans Hemmes Erik Pool Alcuin Olthof Dit magazine is een productie van A place - werken aan ruimte Vormgeving Alcuin Olthof Met dank aan: Deelnemers aan de stadswijkgesprekken, Sarah de Bruijn, Peter Albers, Peter Verweij, Ralph Goutier, Ronald van Bommel, Hans Hemmes, Erik Pool, Niels van der Schaaff, Roeland ten Napel, Joep Annegarn, Susan Langeveld, Chi Nguyen-Ta, Piet Hekker, Ron Sloof
COLOFON
Fotografie Chris Lans Alcuin Olthof Oplage en verspreiding Dit magazine wordt in digitale vorm verspreid. Meer informatie over stichting Schatbewakers www.schatbewakers.nl Illustratie achterkaft Els Bet Stedebouwkundige
Stadswijkgesprekken mede mogelijk gemaakt door: CultuurFonds Zoetermeer en een bijdrage van Gemeente Zoetermeer Publicatie mede mogelijk gemaakt door: ArchitectuurNomaden
Disclaimer
Dit magazine is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Voor onjuistheden en onvolkomenheden met betrekking tot de inhoud kan Stichting Schatbewakers op geen enkele wijze verantwoordelijk of aansprakelijk worden gesteld. Aan de inhoud van dit magazine kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.
www.schatbewakers.nl mail@schatbewakers.nl zoetermeer
Het project '150 weken Schatbewakers' is een vervolg in onze 'Zoektocht naar de Ziel van Zoetermeer'. Ondertussen zijn we in het voorjaar van 2019 aangekomen en bevinden we ons in de laatste weken van het project. Dit magazine is een verslaglegging van de gesprekken die we onderweg voerden. We oriĂŤnteren ons samen met derden op een representatieve afronding van het project met een spetterende slotmanifestatie.