ISOLATIE
Magazine
Vakblad voor de Nederlandse isolatiesector
46
Officieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf (VIB), de stichtingen CINI, NCTI en OOI - JAARGANG 12 - juni 2010
OOI- en VIB-bestuurder Joop Ettekoven: serieuze onderneming leidt vakmensen op Isolatie laat duizend bloemen bloeien Nieuwe Armacell brengt frisse lucht in technische ruimte
Met Vraag 1: Vraag 2: Vraag 3: Vraag 4:
verlies je nooit Neem jij ook geen genoegen meer met het absolute minimum? Vind jij de energierekening ook steeds weer te hoog? Is de toekomst van ons milieu ook voor jou van belang? Waarom zou je nog gokken met slechtere isolatiewaarden?
Antwoord: Kies voor Kingspan is een geregistreerde merknaam van de Kingspan Group plc Tarec en Tarecpir zijn geregistreerde merknamen van Recticel NV
!
Kingspan Tarec
®
®
Industrial Insulation Kingspan Tarec Industrial Insulation NV Visbeekstraat 24, Turnhout, B–2300, Belgium
Tel: +32 (0) 14 44 25 25 email: info.be@KingspanTarec.com www.KingspanTarec.com
inhoud
commentaar Rode stickers op de deur
Heerlijk, zo’n zonnige vakantie in Frankrijk, Spanje, Turkije, Griekenland. Heerlijk, zo’n vakantie in een ontspannen land met mediterraan levensritme en toch die royale welvaartsallure. Heerlijk zo’n vakantie waarin we deze keer definitief en onherroepelijk besluiten ons nooit meer gek te laten maken. Om twee, drie weken later toch weer vol in de molen mee te draaien. Behalve dan de enkeling die zijn reserves – liefst veel meer dan dat – steekt in een eigen onderneminkje met een eigen mediterraan ritme. Vaak het type onderneming dat binnen een jaar duidelijk maakt waarom er al zo lang geen hotel meer in dat ideale pand zat. Het zijn de arme landen met relatief rijke inwoners. En het zijn natuurlijk de landen waar het uiteindelijk evengoed moet worden verdiend, ook en vooral als Piet Krediet in de regering zit. De minder solide landen komen nu in de problemen en rekenen op de hulp van meer solide landen. Zelfs in het voorbeeldige Nederland heeft de stoere taal waarmee politici twee jaar geleden monter de crisis tegemoet traden, plaatsgemaakt voor noodklokken. Astronomische bedragen die nationaal en internationaal met zoveel flair in crisisbestrijding zijn gestoken, kleuren de debetzijde en vragen om clichés met ‘broekriemen’ en ‘schouders’. In de aanloop van de crisis hebben we de verwachting gekoesterd dat herstel gepaard zou gaan met versnelde ontwikkeling van een duurzame economie die alle middelen inzet om milieu en maatschappij in evenwicht te brengen. Dat de situatie zou ontstaan dat actievoerders felrode gevaarstickers op de deuren van niet-isolerende bedrijven plakken en isolatie-ondernemers op last van de overheid hun capaciteit uitbreiden. Helaas, de actievoerders en de ondernemers in de politiek hebben de neiging opnieuw de korte termijn boven duurzaamheid te plaatsen. We gaan lekker mediterraan op vakantie, genieten er dit jaar extra van omdat de rekening van dat ritme door ons allemaal wordt opgebracht en daarna gaan we - net als altijd – vol in de molen: om onze duurzame isolatieboodschap al dan niet met stickers en ander vreedzaam geweld uit te dragen.
8
Afspraken nakomen en goed werk leveren zijn twee succesfactoren voor een isolatiebedrijf, stelt OOI- en VIB-bestuurder Joop Ettekoven. Vakopleiding hoort hier prominent bij: “Als bedrijven zichzelf serieus nemen, is het uiterst belangrijk dat de medewerkers een goede opleiding hebben. Dat geldt ook voor de werknemers zelf: een serieuze vakman moet een opleiding wíllen volgen.
14
Uitgave: Media Business Press Bezoekadres: Molenbaan 19, 2908 LL Capelle aan den IJssel Postadres: Postbus 8632 3009 AP Rotterdam Tel. redactie: 010-289 4078 Fax: redactie: 010-289 4076 E-mail: elohmannl@mbp.nl)l Redactie: Ewald Lohmann (hoofdredactie) Astrid Mol (redactie) Johan Lantinga (VIB) Willy Marks (Stichting OOI) Urbi van der Velden (CINI en NCTI) Advertentieverkoop: Stefan Prins Advertentietarieven op aanvraag Tel. 010 - 2894068 E-mail: sprins@mediasalessupport.nl Uitgever: Drs. Yvonne Joosten
16
Medewerkers: Henk Diepstraten Voor meer informatie over de VIB: Johan Lantinga Postbus 2600 3430 GA Nieuwegein Tel. 030 - 630 04 04 Fax: 030 - 605 32 08 E-mail: info@isoleren.nl Voor meer informatie over de Stichting OOI: Mevrouw Willy Marks Postbus 2600 3430 GA Nieuwegein Tel. 030 - 630 04 04 Fax: 030 - 605 32 08 E-mail: info@ooi.nl Voor meer informatie over de Stichting CINI en NCTI: Urbi van der Velden tel.: 0181 - 698030
Isolatie laat duizend bloemen bloeien
Isolatiebedrijf Van der Hoek Isolatie heeft de laatste hand gelegd aan een splinternieuw bloemenveilingcomplex in Ede. Het isolatieteam is er maandenlang aan het werk geweest, een welkome opdracht voor de nieuwe vestiging in Nieuwegein Op het 65.000 m2 tellende complex zijn vele meters aluminium, elastomeer en isogenopak verwerkt, voornamelijk op grote hoogte.
Joop van Wingerden ISOLATIE Magazine is het vakblad voor de isolatiesector en tevens het officieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatie bedrijf (VIB), de Stichting Opleidings- en Ontwikkelings fonds voor het Isolatiebedrijf (OOI), Nederlands Centrum voor Technische Isolatie (NCTI) en de Stichting Commissie Isolatie Nederlandse Industrie (CINI). ISOLATIE Magazine verschijnt vier maal per jaar. Leden van de VIB alsmede de buitengewone leden ontvangen ISOLATIE Magazine uit hoofde van hun lidmaatschap.
OOI- en VIB-bestuurder Joop Ettekoven:
AF Armaflex met antimicrobiële bescherming
Armacell introduceert AF Armaflex met antibacteriële werking dankzij Microban. Deze door-en-doortoevoeging voorkomt gedurende de volledige levensduur van het systeem afzet en ontwikkeling van micro-organismen als bacteriën, schimmels en meeldauw. De antibacteriële werking bestrijkt precies de plaatsen waar micro-organismen het gemakkelijkst ontstaan en is daarmee zeer effectief.
Verder in dit nummer: Isolatie Journaal
4
Congres European Asbestos Removal Association (EARA)
7
Isolatie Vaktechniek: warmtegeleidingscoëfficiënt λ
12
Nieuwe generatie pijpschaal
19
OOI-jubileumcheque gaat naar SOS Kinderdorpen
22
Successtory: scheepsisolatie met Isover Ultimate
24
Vormgeving: René Janssen
Isolatie Duurzaam & Rendabel: stadhuis Lelystad
27
CINI-nieuws: LNG en nieuw calculatiesysteem
30
Druk: Thieme MediaCenter Rotterdam
Beursnieuws: ISO 2010 zet in op energie-efficiëntie
32
NCTI-nieuws: hoe duurzaam is groen
34
© 2010, Uitgever Media Business Press
OOI-info: Beroepenwedstrijd
36
Fotografie: Photol, Cuijk Richard Urbach Fotografie Rob Niemantsverdriet
ISSN: 1566-0095
voorpagina: Van der Hoek Isolatie aan de slag bij bloemenveilingcomplex Plantion in Ede.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 3
Isolatie JOURNAAL Vijf jaar geen claims: garantie naar tien jaar Het klinkt mooi, en dat is het ook: vijf jaar na de invoering van Armacells Systeemgarantplan zit de verzekeraar met de armen over elkaar. Er zijn géén claims. Dit betekent dat de keten van product en producent via isolatiespecialist tot en met de toepassing ‘dampdicht’ in elkaar zit en prima werkt. Zo goed, dat voor nieuw aangemelde projecten de systeemgarantie is verlengd van vijf tot tien jaar. Een Systeemgarantplan zonder claims is precies de bedoeling: het is niet in het leven geroepen om claims op te vangen, maar om de algehele kwaliteit te borgen in samenhang met de gezamenlijke verantwoordelijkheid in de keten. In de visie van Armacell is zekerheid onlosmakelijk verbonden met duurzaamheid. Isolatiespecialist, groothandel en opleiding moeten kwalitatief net zo helder worden geborgd als het isolatiemateriaal en het totale isolatiesysteem. Deze gegarandeerde zekerheid is
belangrijk voor adviseur/opdrachtgever en eindgebruiker, die dan ook steeds vaker Systeemgarantie voorschrijft. Hij weet dat het isolatiesysteem volgens de regelen der kunst en volgens de laatste stand van de techniek wordt gemonteerd. De tienjarige garantie geldt voor alle nieuw aangemelde projecten. Zodra de isolatie-ondernemer de opdracht ontvangt, meldt hij deze aan met het garantieregistratieformulier. Via de verzekeringsmaatschappij is het vervolgens geregeld. Systeemgarantie weegt tegenwoordig zwaar, omdat moderne aanbestedingsvormen niet alleen de directe investering in de installatie doorlichten maar ook de exploitatie meewegen. Dit legt de prestatie van de installatie over meerdere jaren kwantitatief vast. Duidelijk is dat Systeemgarantie gemakkelijk en helder aansluiting vindt op deze aanbestedingsvormen.
Loyaliteitpremie Armacell Als uit onderzoek ooit mocht blijken dat Armacellklanten significant beter af zijn dan hun vakbroeders, is dat wellicht te danken aan de nieuwe loyaliteitspremie. Armacell beloont de loyaliteit voortaan met spaarpunten, in te wisselen voor een groeiend assortiment geschenken. Tussen Armacell als producent van isolatiematerialen en de verwerker werkt de logistieke distributie, die ook functioneert als belangrijk communicatiekanaal.
Uiteraard onderhoudt de producent ook direct contact met verwerkers om nieuws en informatie over te brengen, in tweerichtingverkeer. Met de invoering van een spaarsysteem beloont Armacell de loyaliteit van de afnemer. Trouwe klanten kunnen een eigen account aanmaken op www.armacellpremium.com. Na registratie kan de isoleerder de spaarpuntencode die op iedere verpakking staat, op zijn conto invoeren. Vooralsnog voert de isoleerder de puntencode op de website in, mogelijk kan dit in de toekomst ook met behulp van een handscanner. De eerste tweeduizend punten zijn het welkomstcadeau, en na zo’n veertig tot vijftig dozen Armacell-producten komt al een serieus cadeau in de elektronicahoek binnen bereik.
Flexibele isolatie Onder de naam Aerogel introduceert Redumax een flexibele nanoporeuze aerogel damp-open isolatiedeken met hoge isolatiewaarden. Het isolatiemateriaal is gebaseerd op nanotechniek en bestaat uit een aerogel met vezelversterkte silica. Het product heeft een zeer lage warmtegeleidende eigenschap (λ=0.013). Hhoge drukvastheid en flexibiliteit
4
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
maken het product breed inzetbaar in vele situaties binnen de woningbouw, utiliteitsbouw en installatietechniek. Aerogel isolatiedekens laten zich gemakkelijk verwerken of verlijmen. Het materiaal is waterafstotend en damp-open. Leverbaar op rollen in diktes van 5 en 10 mm. Redumax, 0413-291306, www.redumax.nl.
Wiko gecertificeerd Wiko Isolatietechniek en Steigerbouw heeft het veiligheidscertificaat VCA - Petrochemie 2008/05 behaald. Wiko voldoet hiermee als een van de eerste bedrijven in de isolatie- en steigerbouwbranche aan de eisen van de zwaarste variant van de nieuwe VeiligheidsChecklijst Aannemersnorm: VCA Petrochemie. Tevens werd ook tijdens een her-audit het EN ISO 9001:2008 certificaat opnieuw behaald c.q. verlengd. Wiko Isolatietechniek en steigerbouw verzorgt een zelfstandige multidisciplinaire aanpak die bestaat uit verschillende diensten die afzonderlijk of gecombineerd uitgevoerd worden: thermische en akoestische isolatie, brandwerende doorvoeringen, steigerbouw, rope access en tracing.
Temati-weefsels voor matrassen Speciale toepassingen in extreme omstandigheden vragen om speciale producten. Siemens in Zweden was op zoek naar technische weefsels voor isolatiematrassen, maar kon niet uit de voeten met standaardweefsels. Daarom klopte men aan bij T. Knutsson in Malmö, distributeur van Temati. Na uitgebreide tests kwam Temtex HT600 uit de bus als meest geschikt vanwege de goede hitte- en trillingbestendigheid. Ook de Temtex Siliconen gecoate weefsels werden getest en uitgekozen vanwege de bescherming tegen water, vuil en olie. Dit heeft Siemens doen besluiten Temtex te gebruiken voor de productie van isolatiematrassen. Deze matrassen worden nu wereldwijd ingezet in de gas- en stoomturbines van Siemens.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 5
Asbestsanering EARA-congres Utrecht
Asbestsanering en –preventie In asbestsanering en –preventie is de komende – tientallen – jaren veel werk te verzetten. In de westerse wereld valt nog veel te saneren en blootstelling aan asbestvezels is nog steeds aan de orde, wereldwijd is asbest zelfs een nog groeiend probleem. Eind april congresseerde de European Asbestos Removal Association (EARA) in Nederland. Belangrijkste conclusie: branche en overheden willen asbestsanering en –preventie op een hoger plan brengen. De bedrijfstak wil haar specialistische competenties inzetten in de preventie van blootstelling aan zowel asbest als aan andere gevaarlijke stoffen.
’Beaching’ a ship: simpelweg een schip afdanken door het ergens op een strand te dumpen en zo kostbare sanering te voorkomen. Deze praktijk illustreert de huidige asbestproblematiek: strenge regelgeving in de geïndustrialiseerde wereld tegenover ernstige gezondheidsbedreiging in derde-wereldlanden. Met name in India en Bangladesh worden asbesthoudende schepen gesloopt.
Strengere normen De Europese asbestsaneerders zijn verenigd in de European Asbestos Removal Organisation (EARA), onder voorzitterschap van Leo Veldhuis, tevens voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Asbestverwijderende Bedrijven VAVB en van de ondernemersvereniging in het thermisch isolatiebedrijf VIB, De verbinding tussen technische isolatiebedrijven en asbestsaneerders ligt voor de hand, gezien de historische vervlechting en gezien de toepassingsgebieden. Veel isolatiebedrijven houden zich dan ook tevens bezig met deskundige sanering van asbest onder geconditioneerde omstandigheden. EARA-leden zijn individuele bedrijven en nationale ondernemersorganisaties, waaronder de Nederlandse VAVB. De Europese vereniging congresseerde eind april in Utrecht, waar TNO’s asbestexpert Jan Tempelman de huidige ontwikkelingen schetste en de asbestsaneerders informeerde over TNO’s onderzoeksmogelijkheden op dit gebied. Op asbest rust in de meeste westerse landen al tientallen jaren een streng toepassingsverbod gezien de kankerverwekkende eigenschappen. Het materiaal mag alleen onder strenge condities worden verwijderd. Wereldwijd wordt nog steeds asbest toegepast
De EARA-delegatie, op 28 april te gast bij TNO Research in Utrecht. Dit instituut onder leiding van Jan Tempelman is een internationaal toonaangevend kenniscentrum op het gebied van asbest.
en verwijderd, niet zelden zelfs zonder persoonlijke beschermingsmiddelen. Blootstelling leidt tientallen jaren na de besmetting tot mesothelioom, ook wel asbestkanker geheten. Nederland hanteert zeer strenge asbestnormen, een factor tien strenger dan andere landen en de EU. De Gezondheidsraad wil echter de normen met nog eens een factor dertig aanscherpen. “Asbest lijkt nog gevaarlijker dan al werd aangenomen, de status in andere landen wijst in dezelfde richting”, aldus Jan Tempelman. Dit heeft consequenties voor de risico-analyse, meetmethodes en normen en maakt kwaliteitsverbetering van de saneringsbedrijven nog belangrijker. Ook dient, zo betoogde TNO’s asbestdeskundige, het expertiseniveau van controlerende instanties te verbeteren,
Langetermijn De EARA onderschrijft de noodzaak tot kwaliteitsverbetering, en hoopt te voorkomen dat nieuwe normen de bedrijfstak confronteren met onevenredige administratieve lastenverzwaring. Om de kwaliteit omhoog te schroeven wil de sector training en opleiding intensiveren en de focus verbreden. Dit laatste houdt in dat de asbestsanerende ondernemingen zich bezighouden met een bredere range gevaarlijke stoffen. Ook richt de aandacht zich niet uitsluitend op verwijdering, maar ook op het voorkomen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Daarnaast wil EARA in Brussel aan tafel om wetgeving en beleidsvorming te harmoniseren en af te stemmen op risiconiveaus. Aan de andere kant van de keten wil de bedrijfstak werken aan marktontwikkeling. Dit houdt onder meer in dat de sloop van schepen structureel onder asbestregime moet komen. Niet in de laatste plaats werkt de EARA aan verbetering van het imago. Door het kwaliteitsprogramma te benadrukken wil EARA laten zien dat asbestsanering een moderne bedrijfstak met hoog verantwoordelijkheidsbesef vormt.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 7
ISOLATIE interview OOI- en VIB-bestuurder Joop Ettekoven:
”Bedrijf dat niet opleidt neemt zichzelf niet serieus” Zo tegen de bouwvak aan komen tal van projecten in hun hectische eindfase. Tegelijkertijd vragen nieuwe opdrachten alle aandacht. Het is dan ook even lastig om een opening te vinden in de agenda van ondernemer en branchebestuurder Joop Ettekoven, maar het lukt. Vanuit het eigen familiebedrijf in Houten, gespecialiseerd in utiliteitsisolatie, spant hij zich in voor de bedrijfstak. Hij breekt een lans voor opleidingen en roept ondernemers op vooral mee te doen in de branche, hun stem te laten horen en hun verantwoordelijkheid te nemen. Joop Ettekoven verwacht zeker voor de utiliteit nog enkele lastige jaren, maar “de branche komt sterk uit de crisis dankzij inventiviteit en flexibiliteit”.
”Als je precies weet waarom de onderneming succesvol is, kun je het gemakkelijk continueren. Een factor is in ieder geval – en wellicht vooral - dat we doen wat we zeggen: afspraken nakomen en goed werk leveren. En dat – in deze tijd – tegen uiterst concurrerende prijzen.” Dit antwoordt Joop Ettekoven op de vraag naar de succesfactor van het familiebedrijf, dat al meer dan vijftig jaar is gespecialiseerd in utiliteitsisolatie. Joop “Ettekoven: “Een serieuze vakman wil opleidingen volgen.”
‘Liefst in eigen hand’ Succes hééft Van Ettekoven Isolatie. Op de thuisbasis op model-bedrijventerrein Het Rondeel in Houten verontschuldigt Ettekoven zich voor de overigens beheerste sporen van grote drukte in werkplaats en magazijn. Behalve de eenentwintig mensen in vaste dienst heeft het bedrijf momenteel een even groot extern team ingeschakeld en nog het nodige uitbesteed. “Bij voorkeur houden we het helemaal in eigen hand, maar veel projecten lopen gelijktijdig tegen het eind; ze moeten voor de bouwvak worden afgerond. Verschillende collega’s – niet alle - hebben het momenteel behoorlijk druk. Na de bouwvak worden de activiteiten in de utiliteit minder omvangrijk. Er lopen projecten door en er komen nieuwe aan, zodat ons eigen team zeker niet stil zal zitten en dat is ook de bedoeling.” Vakopleiding ‘Doen wat je zegt, afspraken nakomen en goed werk
8
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
leveren’ noemde Joop Ettekoven als succesfactor voor het isolatiebedrijf. Vakopleiding hoort hier prominent bij. Ruim zes jaar is de ondernemer actief in het bestuur van de Stichting OOI, waar hij zich sterk maakt voor branchegerichte vakopleidingen in het algemeen en voor de utiliteit in het bijzonder. “Als bedrijven zichzelf serieus nemen, is het uiterst belangrijk dat de medewerkers een goede opleiding hebben. Dat geldt natuurlijk ook voor de werknemers zelf: een serieuze vakman moet een opleiding wíllen volgen. Je kunt best vakkennis overdragen in de praktijk, maar dat is toch wat anders dan iemand die voor de klas staat en weet hoe je praktijk en theorie uitlegt. En het is nu eenmaal zo dat je van een docent gemakkelijker iets aanneemt dan van een collega. Voor mij is opleiding een uiterst serieuze aangelegenheid. Ik ervaar dat ook steeds in eigen bedrijf. Het zijn bij ons voornamelijk cursussen, en voor zover
beschikbaar hebben we ze allemaal gehad. Onze mensen zijn er heel positief over, en we zien dat de een niet voor de ander wil onderdoen. Een aantal mensen heeft de cursus ‘Chef Monteur Utiliteit’ gevolgd en voor enkele anderen staat het in de planning. Ik constateer dat deze vakspecialisten anders zijn gaan handelen en denken, anders meedenken. Er wordt meer kostenbewust gedacht en gehandeld en de communicatie met opdrachtgevers is versterkt. Onze mensen zijn zeer gemotiveerd om hun vakmanschap te ontwikkelen, mee te denken met het bedrijf er ook daadwerkelijk voor willen gaan. Getuige de lange dienstverbanden, tot boven veertig jaar. Mensen zien snel dat ze niet in het team passen en vertrekken of juist ze blijven heel lang.”
Investeren in arbeid “Over het algemeen investeren isolatiebedrijven veel te weinig in opleiding”, constateert Joop Ettekoven. “Het zijn vaak dezelfde bedrijven die hun mensen een goede vakopleiding bieden en anderen die denken dat ze het zelf wel kunnen. Investeren in arbeid is het grootste goed: mensen maken of breken het bedrijf. De onderneming maakt een slechte beurt als de mensen hun werk niet goed doen. Investeren in opleiding is investeren in het bedrijf en de mensen. Wat is er voor een directie nu gemakkelijker dan medewerkers die weten wat ze moeten doen, en hoe, aan wie je zonder omkijken een project kunt overlaten, die begrijpen hoe je goed met de opdrachtgever communiceert?” “Je hoort vaak dat ondernemers bang zijn dat goed opgeleide medewerkers naar een ander gaan of hun eigen bedrijf opzetten. Dat kan, uiteindelijk is iedereen ooit zo begonnen. De een blijft als onderaannemer op uren draaien, een ander ontwikkelt zich tot zelfstandig aannemer van projecten. Maar even goed meldt zich bij jou een elders opgeleide vakman. Mensen gaan niet weg omdat ze opgeleid zijn, doorgaans is er een andere reden. Ik weet wel dat goed opgeleide vakmensen beter werk afleveren. We zijn allemaal begonnen met leren praten, lezen, schrijven, rekenen. Niet voor niets maken fabrikanten zich sterk voor opleiding: dan kunnen ze als producent achter het gerealiseerde project staan. Dat voorkomt dat – zoals je wel eens ziet – elastomeer wordt dichtgeplakt met tape omdat ze niet weten hoe je moet lijmen.” Gelijke monniken Joop Ettekoven ziet het als een normale zaak dat nieuwe bedrijven ontstaan. Met kanttekeningen: “Vanuit de branche geredeneerd stel ik wel dat zzp’ers te weinig cursussen volgen en bijvoorbeeld niet aan OOI afdragen. Het zijn niet per se de excellente vakmensen, soms hebben ze zich gek laten maken door de dikke Transporter of Vito van een vriendje. Doorgaans beheersen ze de basis goed, maar ligt het lastiger met specialistisch werk als Armaflex of Isogenopack. Ook hoeft een zzp’er geen VCA-certificatie op bedrijfsniveau te hebben, terwijl
dat voor andere ondernemers een behoorlijke jaarlijkse kostenpost is. Logisch, want veilige bedrijfsmiddelen en een goed veiligheidsbewustzijn zijn belangrijk. Je kunt het verschijnsel ‘zzp’ niet tegenhouden. Sterker, de overheid heeft mensen gestimuleerd om voor zichzelf te beginnen. Maar nu de tijden veranderen en de overheid banken en zzp’ers tegemoet wil komen, hebben wij ook nog wel een verlanglijstje …”
Utiliteitsnormen Sinds twee jaar maakt Joop Ettekoven tevens deel uit van het VIB-bestuur. Ook hier kleurt hij de branchebrede belangenbehartiging in met utiliteitsaccenten, soms met een functioneel vleugje afgunst op de industriële collega’s. Bijvoorbeeld als het gaat over utiliteitsnormen, die de sector graag binnen de CINI-
“Wie roept wat er moet gebeuren, moet op vergaderingen zijn stem laten horen” structuur ziet ondergebracht. Joop Ettekoven: “De sector heeft lang gevraagd om utiliteitsnormen, die uiteindelijk tot ISSO-64 hebben geleid. Ik heb helaas niet de indruk dat het veel wordt gebruikt. De CINIindustrienormen zijn in het belang van zowel de isolatiesector als de industriële opdrachtgevers. De industrie werkt dan ook mee in CINI. Voor de utiliteit ligt dat anders: zodra het geld kost, haakt men af. Daar blijven kansen liggen. De bedoeling van utiliteitsnormen is dat bestekken verwijzen naar optimale isolatiesystemen. De werkelijkheid is anders, je krijgt de tranen in de ogen. Men vraagt nog net niet om gips, maar een bestek dat al jaren niet meer bestaande materialen of typen voorschrijft, is geen uitzondering.
“Branche komt sterk uit de crisis dankzij inventiviteit en flexibiliteit”.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 9
Dat kan veranderen als de beoogde utiliteitsstandaard er komt en ook wordt gepromoot. Sommigen zien utiliteitsisolatie nog in de trant van ‘pik een paar jongens op van het station en laat ze maar iets om de leidingen doen’. Isolatie is een serieus vak, dus wij moeten het professioneel inrichten, volgens normen werken en dat naar buiten uitdragen. Op dit moment is het NCTI bezig met de utiliteitsnormering. Als dat is uitgewerkt, moeten we het goed vermarkten. Ik vind het jammer dat de erkenningsregeling voor isolatiebedrijven onvoldoende draagvlak heeft gevonden, dat zou daarvoor een goed instrument zijn. En of het nu gaat om een handboek of om een erkenningsregeling: de bedrijven moeten het samen dragen. Een veelgehoord tegenargument is dat erkenning en normering op zichzelf het prijsniveau niet verbeteren en de concurrentie niet tegengaan. Nee, maar als branche en bedrijven zich goed kunnen profileren, is dat waardevol.”
Participatie Op de vraag wat de VIB kan betekenen voor de utiliteitsisolatie, zegt Joop Ettekoven onomwonden: “Meer.” Om er direct aan toe te voegen: “Dat ligt er ook aan dat utiliteitsisoleerders zich te weinig laten zien. De VIB vraagt alle bedrijven te participeren. Wie roept wat er moet gebeuren, moet naar de vergaderingen komen en zijn stem laten horen. Dat is de weg om normen, erkenning of andere zaken voor elkaar te krijgen. Het houdt me al jaren bezig hoe we collega’s beter kunnen betrekken bij de branche. Naast de leden van de VIB zijn er teveel bedrijven die meeliften en wel profiteren van onze eigen CAO, ons eigen kennisinstituut NCTI en het eigen opleidingsinstituut OOI. Hoe meer bedrijven meedoen, des te sterker onze positie in de markt. Ik hoop dat velen het licht zien en hun stem laten horen. En beseffen dat de VIB ook veel doet wat minder zichtbaar is, zoals de CAOonderhandelingen en de internationale belangenbehartiging binnen FESI en – voor de industrie - EiiF. Waarbij ook hier aangetekend dat de industrie dus
“Men vraagt in bestekken nog net niet om gips …” beter voor zichzelf zorgt dan de utiliteit. Dat heeft te maken met projectomvang en schaalgrootte van de bedrijven, maar naar mijn mening maken ook in de utiliteit vele kleintjes één grote die zijn stem kan verheffen.” Joop Ettekoven trekt de vergelijking met de installatiesector: “Stijgende energieprijzen zouden moeten leiden tot meer en dikkere isolatie. In de praktijk heeft het geleid tot veelal gesubsidieerde warmtepompen, zonnepanelen en lage-temperatuursystemen. En de politiek heeft het alleen maar over dubbel glas, spouwmuren en dakisolatie. Vervolgens
10
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
“Isolatiebedrijven investeren te weinig in opleiding”.
dalen de energieprijzen en wordt er nóg minder geïsoleerd. Met andere woorden: de leveranciers van apparaten zetten hun verhaal blijkbaar sterk in de markt. Ik ben nog steeds van mening dat utiliteits isolatie een grote rol kunnen spelen in duurzaamheid en energiebeheersing. Die warmtepomp hoeft minder te draaien en wordt dus nog zuiniger als het systeem goed geïsoleerd is.”
Sterk uit de crisis “Het ergste krijgen we nog”, reageert Joop Ettekoven op de economische crisis, die bouw en utiliteit stevig treft. “We houden rekening met nog één tot twee heel moeilijke jaren. Nooit eerder stonden zovel bedrijfspanden te koop en te huur. Er wordt minder gebouwd en gemeentes geven geen vergunningen voor nieuwbouw. Ook herontwikkeling tot appartementen of kleinschalige bedrijfsactiviteiten levert weinig op: de cv-installatie blijft immers op zijn plaats. Maar dat is geen reden tot pessimisme: onze branche redt het de komende jaren wel. Veel bedrijven zijn zo flexibel als het materiaal waarmee ze werken. De isolatie-ondernemingen zijn door hun plaats in de bedrijfskolom gewend aan lage rendementen en relatief geringe invloed. De keerzijde is een hoge inventiviteit om de continuïteit te waarborgen en een branche met heel veel hardwerkende mensen. De utiliteitsbedrijven hebben hun positie versterkt door andere dingen te gaan doen. Ik noem het opnieuw conserveren en isoleren van gekoeld watersystemen, tracing en brandwerende applicaties. Als we dat serieus aanpakken – en dat doen vrijwel alle isolatiebedrijven – zijn we daarin dankzij onze vakkennis beter dan anderen: wij weten wat er precies door de leidingdoorvoer gaat en hoe we de isolatie daarin integreren. Dat doen we niet goedkoper, maar we leveren beter werk. Dankzij de vele materialen en systemen die de isoleerder in huis heeft, hebben we voor elk probleem een oplossing. Dat maakt ons sterker, zeker als we ook op deze nieuwe gebieden zorgen voor de juiste opleidingen en cursussen.”
6-5*."5& NBSJOF EF VMUJFNF JTPMBUJFPQMPTTJOH WPPS TDIFQFO 7FJMJHIFJE BBO CPPSE WBO TDIFQFO JT FFO BCTPMVUF WPPSXBBSEF %F WFSFJTUFO JO EF TDIFFQTCPVX FO NFU OBNF EJF WPPS CSBOEWFJMJHIFJE WPSNFO FFO TUFFET HSPUFSF VJUEBHJOH (PFEF JTPMBUJF JT EBO PPL FFO OPPE[BBL %BBSOBBTU XPSEU JO UPFOFNFOEF NBUF HFTUSFFGE OBBS HFXJDIUT SFEVDUJF WBO TDIFQFO )FU HFXJDIU WBO IFU UPFHFQBTUF NBUFSJBBM JT EBBSPN WBO HSPPU CFMBOH /CZKOCNG DTCPFXGKNKIJGKF OKPKOCCN IGYKEJV *TPWFS CJFEU V NFU IFU OJFVXF 6-5*."5& NBSJOF BTTPSUJNFOU FFO PQUJNBMF PQMPTTJOH WPPS JTPMBUJF WBO TDIFQFO %F[F OJFVXF NJOFSBMF XPM JT MJDIU JO HFXJDIU FO CFTDIJLU PWFS VJUTUFLFOEF CSBOE XFSFOEF UIFSNJTDIF FO BLPFTUJTDIF FJHFOTDIBQQFO
-KGU XQQT \GMGTJGKF GP XGKNKIJGKF CCP DQQTF OGV +UQXGT 7.6+/#6' OCTKPG
4BJOU (PCBJO *TPWFS 1PTUCVT &# 7JBOFO & NBJM JOGP!JTPWFS OM XXX JTPWFS OM
Een merk van Saint-Gobain
ISOLATIE vaktechniek Eigenschappen van isolatiematerialen
Warmtegeleidingscoëfficiënt λ In deze editie van Isolatie Magazine start een nieuwe serie ‘Achtergronden van de Vaktechniek’. Deze eerste aflevering behandelt RTI-specialist Jean-Luc Van Roy de warmtegeleidingscoëfficiënt λ, een van de belangrijkste specificaties van isolatiematerialen. Hoe lager de warmtegeleidingscoëfficiënt λ uitvalt, des te beter presteert het materiaal in thermische isolatie.
De warmtegeleidingscoëfficiënt λ geeft het warmteisolerend vermogen van isolatiematerialen weer, aangegeven met de natuurkundige eenheid W(m · K). Deze eenheid geeft de warmtehoeveelheid (Q) aan die gedurende een periode (t) met een temperatuurverschil (ΔT) door een materiaal met de dikte (l) en een oppervlak (A) stroomt.
De eenheid voor de warmtegeleidingscoëfficiënt is J/(m·s·K) of W/(m·K). De warmtegeleidingscoëfficiënt is afhankelijk van temperatuur, densiteit en structuur van het isolatiemateriaal. De volgende factoren beïnvloeden de warmtegeleidingscoëfficiënt: – Warmtegeleiding van de statische lucht in de tussenruimtes – Warmtestraling • tussen de vezels, • tussen de grensvlakken aan weerszijden van de isolatielagen bij isolatiematerialen met een geringe densiteit – Warmtegeleiding via de vezels
12
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
– Convectie (alleen bij lagere temperaturen en geringe densiteit) Onderstaande grafieken tonen de onlosmakelijke relatie tussen de verschillende warmtetransportsoorten bij steenwol enerzijds en temperatuur en densiteit anderzijds. De afzonderlijke aandelen worden met behulp van geijkte meetprocedures geregistreerd en vormen samen de warmtegeleidingscoëfficiënt van het isolatiemateriaal. De warmtegeleidingscoëfficiënt voor technische isolatie kan worden bepaald volgens onderstaande testprocedures.
Afgeschermde warme-plaattestmethode De warmtegeleidingscoëfficiënt van vlak isolatiemateriaal (platen en gaasdekens) kan worden bepaald via de testmethode ‘afgeschermde warme plaat’ (guarded hot plate apparatus) volgens de normen EN12667 (Europa), ASTM C177 (VS) of BS874 (Verenigd Koninkrijk). De belangrijkste onderdelen van dit toestel vormen twee gekoelde platen aan boven- en onderzijde en een afgeschermde warme plaat in het midden. Voor het onderzoek wordt het isolatiemateriaal tussen deze platen aangebracht. De warmtegeleidingscoëfficiënt wordt berekend op basis van gemeten waarden tussen warme en koude zijde. Warme-leidingtestmethode De warmtegeleidingscoëfficiënt van pijpschalen en flexibele matten kan worden vastgesteld met behulp van de warme-leidingtestmethode (hot pipe apparatus), zoals beschreven in EN ISO 8497 of ASTM C335.
De warme-plaattest meet de warmtegeleiding tussen de centrale warme plaat en de gekoelde platen aan boven- en onderzijde.
Specialistenhoekje Vraag & Antwoord Een vaktechnische vraag? Even een mailtje naar de redactie van Isolatie Magazine en de specialist antwoordt. Deze keer een brandende vraag over doorvoeringen. Vraag: van Patrick van Mal, Weewer isolatie, Groningen.
De warme-leidingtest resulteert in een hogere warmtegeleidingscoëfficiënt dan de plaatmethode, omdat ook het effect van naden in aanmerking wordt genomen.
De kern bestaat uit een verwarmd leidingstuk van drie meter. De warmtegeleidingscoëfficiënt wordt berekend op basis van de gemiddelde temperatuur tussen de warme en de koude zijde. Het verschil ten opzichte van de warme-plaatprocedure ligt in het feit dat deze test ook het effect van naden in het isolatiemateriaal in aanmerking neemt. Daarom liggen de gemeten waarden hoger dan in de warme-plaatprocedure voor vlak isolatiemateriaal. De warmtegeleidingscoëfficiënt kan verschillend worden gedefinieerd. – Laboratoriumwaarde De warmtegeleiding is gemeten onder laboratoriumomstandigheden volgens de warmeplaatprocedure of de warme-leidingmethode. – Nominale (of gedeclareerde) waarde De nominale, gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt die de fabrikant opgeeft, houdt rekening met normale productievariabelen en mogelijke verouderingsverschijnselen, bijvoorbeeld veroorzaakt door gasdiffusie in geslotencellig isolatiemateriaal. – Praktische waarde De opgegeven in de praktijk te hanteren warmtegeleidingscoëfficiënt houdt rekening met de invloed van naden, ontwerpvariaties, temperatuurverschillen, convectie, densiteitsveranderingen, vochtopname en productveroudering. Deze invloeden wegen mee via aanvullende rekenfactoren. – Operationele waarde De operationele waarde staat voor de praktische warmtegeleidingscoëfficiënt. In deze waarde is ook rekening gehouden met isolatiegerelateerde warmtebruggen zoals leidingsteunen en dergelijke.
Is het noodzakelijk, om bij doorvoeringen van met Armaflex geïsoleerde leidingen, de buitenzijde af te smeren met een witte coating? Antwoord: AF/SH en NH/Armaflex alsmede Armaprotect R90 zijn op brandwerendheid getest voor doorvoeringen van metalen leidingen door wanden en plafonds van 150 mm dik. Voor kunststofleidingen en wanden vanaf 100 mm dikte is het opschuimende Armaprotect R90 noodzakelijk. Al deze producten zijn getest zonder witte coating. Het is dus niet noodzakelijk. In de praktijk echter maakt het isolatiebedrijf meestal de brandwerende doorvoeringen, waarna een ander bedrijf de bouwtechnische afdichting van de sparingen verzorgt. Hierbij wordt ter afwerking dikwijls nog de witte coating aangebracht. Conclusie: Witte coating mag wel, maar is niet noodzakelijk.
Doorvoering zonder en met witte coating. Beide is goed, de uitvoering voldoet aan alle eisen.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 13
ISOLATIE op locatie Project bloemenveilingcomplex Ede
Van der Hoek Isolatie zegt het met bloemen In Ede is onlangs een nieuw bloemenveilingcomplex in gebruik genomen. De bouw is gestart op 1 januari 2009, de laatste isolatiehand werd gelegd in maart door isolatiebedrijf Van der Hoek Isolatie-locatie Midden-Nederland. Op het 65.000 m2 tellende complex heeft het isolatieteam vele meters aluminium, elastomeer en isogenopak verwerkt, voornamelijk op grote hoogte.
Op het bedrijventerrein Schuttersveld bij de A12-A30 in Ede verrees het afgelopen jaar het veilingcomplex Plantion, een veiling voor de klein- en groothandel van bloemen, planten en groenbenodigdheden. De nieuwbouw was, behalve het gevolg van de fusie van de bloemenveilingen in Bemmel en Vleuten, een erg ambitieuze operatie. Binnen een ruim jaar ontstond de modernste veilinghal van Nederland, waarvan de totale bouwkosten 64 miljoen euro bedroegen. Het bloemenveilingcomplex is van enorme omvang en omvat in totaal vijf veilinghallen voor de op- en overslag van bloemen en planten die dagelijks verhandeld worden. Het complete verwerkingscentrum beslaat inclusief de kantoren, aanvoerhal, verwerkingsruimten, verlaadhal en groen- en groothandelscentrum 6,3 hectare. Alleen al de ‘afmijnzaal’, de zaal waar
het daadwerkelijke veilen plaatsvindt, is 2,6 hectare groot en heeft een capaciteit van 400 kopers. Die afmetingen maken een volledig geautomatiseerd systeem met robotwagentjes noodzakelijk die de bloemen de veilinghal in- en uit sturen. Door dit systeem zijn er nauwelijks mensen op de werkvloer aan het werk. Dat was in de laatste bouwfase wel even anders.
Geen bouwstops Een project van dergelijke omvang is de droom van elk isolatiebedrijf. De vlag werd dan ook uitgestoken toen isolatiebedrijf Van der Hoek Isolatie-locatie Midden-Nederland van installatiebedrijf Lomans Groep Totaal Installateurs in Deventer de opdracht kreeg de vele kilometers cv-, koel- en hemelwaterleidingen te isoleren inclusief de appendages van de koelleidingen. Vestigingsleider Nol van Remmerden: “Onze vestiging in Nieuwegein bestond toen net een paar maanden en dan kun je zo’n omvangrijke en langdurige opdracht goed gebruiken. Met een team van gemiddeld vier man zijn we vanaf september een half jaar aan de slag geweest, met de piek in februari vlak voor de oplevering. Gelukkig hebben we geen last gehad van de lange winter. Het complex was voor Kerstmis wind- en waterdicht zodat we konden doorwerken en geen hinder ondervonden van bouw-
Het bloemenveilingcomplex meet 6,3 hectare en omvat vijf veilinghallen voor de op- en overslag van bloemen en planten die dagelijks worden verhandeld.
14
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
stops. Soms heb je wat ondernemersgeluk nodig.” Los van het rendement was deze opdracht ook interessant om het groene karakter van het project, vertelt Van Remmerden. Er zijn vele koelcellen in het complex voor de conservering van de snijbloemen, wat bijzondere eisen stelt aan de installaties voor warmte- en koudevoorziening. Plantion heeft gekozen voor aansluiting op het collectieve WKO-systeem van het nabijgelegen bedrijventerrein Schuttersveld, dat een gecombineerde centrale bluswatervoorziening heeft. Voor Plantion mede interessant omdat er voor de brandveiligheid een sprinklerinstallatie in het complete complex is aangelegd. Voor de warmtevoorziening is gekozen voor een systeem met warmtepompen en HR-ketels. Richard Lintjens van Van der Hoek Isolatie Nieuwegein: “Vanwege de toepassing van warmtepompen is een laagtemperatuur verwarmingssysteem nodig. Om deze reden is door het hele complex vloerverwarming aangelegd. Dit systeem biedt niet alleen duurzame verwarmingsenergie en een constante temperatuur van 18 tot 20 °C., maar ook weinig temperatuurschommelingen en minder luchtbewegingen dan bij indirect of direct gestookte heaters. Dit is noodzakelijk voor de bloemen en planten die op robotkarren in de hallen worden gestald en vervoerd.”
64% reductie CO2-uitstoot De koudebehoefte binnen het complex is door het grote aantal koelcellen groot. Om de voordelen van warmte- en koudeopslag te benutten, worden de koelaggregaten (van de koelcellen en de koelmachines voor de koeling van de kantoren) gekoeld met koelwater uit het collectieve warmte-koudeopwekkingsysteem. Het koelwater met restwaardekoeling vanuit andere op het WKO-net aangesloten bedrijven wordt voor Plantion als koelwater gebruikt. Dit water wordt eventueel nagekoeld door de regeneratiekoeltoren of door de koude bron van het bodemopslagsysteem. Door deze manier van koeling stijgt het koeltechnisch rendement van de koelaggregaten met circa 30 tot 50% bij de koelcellen en bij de koelmachines zelfs met zo’n 100%. Ook is deze methode van invloed op de CO2-uitstoot. Het energieverbruik (gas en elektra) op de Plantion-locaties Bemmel en Utrecht leidden tot een jaarlijkse uitstoot van 5.463 ton CO2 per jaar. Door isolerende materialen, energiezuinige apparatuur en vooral door gebruikmaking van de WKO-installatie vermindert Plantion in Ede deze emissie tot 1.943 ton, een reductie van 3.520 ton, oftewel 64%. Werken op hoogte Alle Van der Hoek-medewerkers zijn allround isolatiespecialisten die de leidingen en appendages binnen het complex vakkundig hebben voorzien van elastomeer, aluminium beplating of pir en isogenopak. Lintjens: “In het koelwatersysteem zijn verschillende leidingen met uiteenlopende diameters gebruikt, maar voor het overgrote deel is het materiaal AF-4 van 19 mm ingezet, het isolatiemateriaal voor HVAC
Installatie geïsoleerd met steenwol pijpschalen en afgewerkt met isogenopak.
Voor het overgrote deel is in dit project elastomeer ingezet.
Het Van der Hoek-isolatieteam dat de leidingen en appendages binnen het complex vakkundig heeft geïsoleerd.
en koelinstallaties. Met de technische eigenschappen λ0° C ≤ 0,033 W/(m·K) en μ ≥ 10.000 heeft AF/ Armaflex een hoge energie-efficiëntie.” De werkzaamheden vonden voornamelijk in de technische ruimten plaats of in de hallen zelf waar de leidingen en appendages op een hoogte van negen meter ingepakt moesten worden. Voor het werken op hoogte moesten twee hoogwerkers aan te pas komen, en isoleerders zonder hoogtevrees. Lintjens: “Veiligheid is een belangrijk issue binnen ons bedrijf. Ons personeel is gekwalificeerd en onderkent het belang van veiligheidsvoorschriften en past deze ook toe. Op de hoogwerkers hebben onze mensen constant de veiligheidsgordels om gehad.” Inmiddels is het complex in gebruik genomen en staan er, naast de bloemen en planten die verhandeld worden, vele felicitatieruikers. Van Remmerden: “Maandag 1 maart was de eerste oplevering, het weekend daarvoor is alles verhuisd. Dus onze medewerkers werden bij terugkomst om de laatste isolatiewerkzaamheden af te maken, letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes gezet.” Een kleurrijke afsluiting van een al even kleurrijk project.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 15
ISOLATIE innovatie Nieuwe dimensie elastomere isolatie:
AF Armaflex met antimicrobiële bescherming Een nieuwe dimensie in elastomere isolatie: AF Armaflex is voortaan antibacterieel dankzij Microban. Deze door-en-doortoevoeging voorkomt gedurende de volledige levensduur van het systeem afzet en ontwikkeling van micro-organismen als bacteriën, schimmels en meeldauw. Welkom effect is dat ook de bijbehorende muffe lucht tot het verleden behoort. De antibacteriële werking van de nieuwe AF Armaflex bestrijkt precies de plaatsen waar micro-organismen het gemakkelijkst ontstaan en is daarmee zeer effectief. De Microban-technologie komt voort uit de medische sector.
Microban is de merknaam van een op Triclosan gebaseerde toevoeging voor onder meer cosmetische producten, textiel en kunststoffen, waaronder elastomeren. Het is een blijvend functioneel bacteriedodend en schimmelwerend product, dat dankzij de krachtige werking breed wordt toegepast. Armacell heeft de primeur voor de isolatiesector: voortaan wordt AF Armaflex standaard in Microban-uitvoering geleverd. Armacell levert de toegevoegde functionaliteit met strik, dat wil zeggen zonder prijsverhoging, als cadeautje aan de isolatie-ondernemer en de eindgebruiker. Laatstgenoemde profiteert gedurende de volledige levensduur van de isolatie van de antimicrobiële functie en dus van een verbeterd klimaat. Hij blijft daarmee de regelgeving een stap voor. De isolatiespecialist beschikt met deze troeven over een nieuwe, concrete dimensie in zijn verkoop- en adviesrol.
De met Microban verrijkte Armacellproducten zijn herkenbaar aan het vignet. Ook de AF Armaflex-producten zijn gemarkeerd met Microban.
16
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
Schimmelvorming en bacteriegroei bederft de lucht. Deze verontreinigingen staan momenteel in de kijker in de strijd tegen het sick-buildingsyndroom. De antibacteriële werking van Armacell AF met Microban voorkomt dit. Dit verhindert ook de nare, muffe lucht.
De afgelopen jaren heeft Armacell stelselmatig geïnvesteerd in producttechnologie met opmerkelijke, zelfs baanbrekende verbeteringen in dampdichtheid, isolatiewaarde, celstructuur en brandwerendheid. Met Microban treedt Armacell buiten de directe isolatietechnische functionaliteit en levert men vanuit het isolatiesysteem een bijdrage aan duurzaam en groen bouwen en aan een goed binnenklimaat. Armacell wil structureel en significant bijdragen aan duurzaamheid, met name rond duurzaam bouwen en binnenklimaat.
Condensvorming Microban wordt toegevoegd aan alle producten binnen het AF Armaflex-gamma. Deze isolatiematerialen worden immers toegepast in omgevingen waarin condensvorming niet ondenkbaar is. Juist rond potentieel condenserende installaties kan schimmelvorming optreden en ontstaat gemakkelijk een gunstig klimaat voor bacterievermeerdering. Dit vormt een besmettingbron voor de omgevingslucht. Een nare, muffe geur is een van de symptomen die verontreinigde binnenlucht verraden. Volgens deskundigen draagt dit bij aan ademhalingsklachten en allergieën. Ook wordt microbiële verontreiniging mede verantwoordelijk gehouden voor het sick-buildingsyndroom.
Wet- en regelgeving zal in de komende jaren dan ook meer en meer aandacht aan het binnenklimaat schenken. Armacell verwijst hier naar het gegeven dat mensen in de geïndustrialiseerde wereld negentig procent van de tijd binnen verblijven. Voor de ontwikkeling van schimmels en bacteriën is vocht nodig. Naarmate de temperatuur stijgt, verloopt de ontwikkeling sneller, een voedingsbodem is bijna overal van nature aanwezig. Zeker in plaatsen als kelders, leidingschachten of technische ruimtes en boven verplaagde plafonds zijn de omstandigheden relatief gunstig voor microbiële ontwikkeling. Het zijn tevens de ruimtes waar tot nu toe weinig aandacht aan de luchtkwaliteit wordt geschonken, terwijl het contaminatiegevaar groot is. Juist in deze ruimtes zijn leidingen en kanalen geïnstalleerd. Hoewel isolatie met Armaflex de installatie beschermt tegen energieverliezen en corrosie, kan toch condensvorming optreden.
Toepasbaarheid Microban wordt aan AF Armaflex toegevoegd tijdens het productieproces. Productietechnisch is het een additief, dat door en door in de massa is opgenomen en zich op moleculair niveau mengt met het elastomeer. De producteigenschappen blijven onveranderend, met uitzondering uiteraard van de antimicrobiële functionaliteit. Microban creëert een oppervlakteklimaat dat schimmelvorming en bacteriegroei verhindert. Deze functionaliteit blijft gedurende de volledige levenscyclus intact. Ook als de isolatie onverhoopt beschadigd raakt, blijft Microban onverminderd werkzaam: het is immers door-en-door aangebracht. De toepasbaarheid is zeer breed; in principe net zo breed als het toepassingsgebied voor AF Armaflex. In een aantal sectoren ligt een keuze voor AF met Microban voor de hand: luchthavens, onderwijs, gezondheidszorg en voedingsmiddelenindustrie bijvoorbeeld, waar het contaminatiegevaar ernstiger kan zijn. Een aparte vermelding is op zijn plaats voor de voedingsmiddelenindustrie en vergelijkbare sectoren, waar vanwege een hygiënisch ‘zero-tolerance’-beleid de gekoeld-waterleidingen afspuitbaar moeten zijn en daarom worden ommanteld. Dankzij de Microban-functionaliteit is de ruimte tussen
Nu ook om kunststof Microban was een van de belangrijkste zo niet dé belangrijkste noviteit waarmee Armacell de internationale ISO-beurs in Wiesbaden verraste. Maar als een ware standhouder deed de isolatieproducent er nog een schep bovenop. Armacell signaleert dat kunststof leidingsystemen meer en meer worden toegepast. Opdrachtgevers en isolatiespecialisten zien in, dat deze systemen uiteraard goed geïsoleerd moeten zijn, al wil een enkele kunststof-leverancier wel eens anders doen geloven. Rekenvoorbeelden tonen echter aan dat de winst met isolatie om kunststof leidingen in dezelfde orde valt als bij conventionele systemen. Met de aanpassingen die Armacell heeft doorgevoerd om het AF-assortiment met Microban te verrijken, heeft men tevens alle gebruikelijke kunststof-diameters in het programma opgenomen. Daartoe zijn in het slangenassortiment de groepen AF-1 tot en met AF-5 toegevoegd, in de bijbehorende optimale isolatiediktes. Daarmee beschikt de isolatiespecialist over perfect op de installatie afgestemde Armacell-producten.
Armaflex-isolatie en ommanteling is niet langer een potentiële contaminatiehaard. Uiteraard blijft het noodzakelijk het isolatiesysteem zo te dimensioneren dat in principe condensvorming wordt voorkomen, zoals het ook logisch is om – ondanks Microban – de normale hygiëne te betrachten.
Kwaliteitszegel Microban is aan de buitenkant van AF Armaflex niet als zodanig herkenbaar, ook al is de materie van huis uit wit. Als het goed zijn werk doet is het na verloop van tijd vaak wel te ruiken, omdat de schone omgevingslucht frisser blijft. Een stijlvol zegeltje op alle uitingen, waaronder verpakkingen en productbladen en vooral een speciaal merkteken op de nieuwe AF Armacell-producten zorgt er voor dat Microban voor isolatie-ondernemer en opdrachtgever duidelijk herkenbaar is.
Microban is door en door in de massa van het isolatiemateriaal opgenomen en blijft de volledige levensduur van de installatie werkzaam, ook als de oppervlakte beschadigd zou raken. Rond luchtkanalen en gekoeld-waterleidingen bestaat potentieel gevaar voor condensvorming en daardoor risico tot bacteriegroei en schimmelvorming. Microban voorkomt en beschermt zo de luchtkwaliteit.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 17
Preferred supplier: Asbipro
ISOLATIE evolutie Gemiddeld twintig procent lichter
Nieuwe generatie pijpschaal 810 De kleine maten Rockwool 810 CV-schaal zijn voortaan gemiddeld twintig procent lichter. De isolatieprestaties blijven minimaal gelijk, maar pakken in de praktijk meestal nóg een tikje beter uit met een tot vijf procent lagere lambda-waarde. Dit is te danken aan nieuwe productietechnologie, die de schaal drukloos uithardt. Rockwool Technical Insulation (RTI) maakt isolatiewerk hiermee een stuk gemakkelijker: een doos is tot vier kilo lichter.
Rockwool 810 is een hardloper, vooral in de utiliteitsindustrie waarop RTI het product primair heeft afgestemd. De combinatie van functionele eigenschappen en montagegemak maakt de ‘810’ een gewaardeerde oplossing. Dankzij de invoering van nieuwe productietechnologie verliest deze pijpschaal gemiddeld twintig procent aan gewicht, uiteraard met behoud en zelfs verbetering van de functionele eigenschappen. Het is een welkome verlichting van het werk in de bouw, waar de isoleerder dagelijks ‘meters’ maakt en dus flink volume moet aanvoeren. De nieuwe generatie pijpschalen type 810 omvat de diameters 17 t/m 60 mm, toereikend voor het grootste deel van leidingwerk in de utiliteitsmarkt.
Drukloze trommel De productverbetering is rechtstreeks te danken aan de invoering van nieuwe productietechnologie. In de zomerperiode hevelt RTI in Roermond de schalenproductie over op een nieuwe lijn. In de klassieke productie hardt de schaal uit onder druk van binnenuit. De nieuwe technologie maakt gebruik van een carrousel met meerdere drukloze luchtkamers als hardingsoven.
Accountmanager Nederland Wolfgang van Loo toont de nieuwe geëvolueerde generatie 810 schaal: 20 % lichter, 5 % beter.
Gewichtsreductie, kwaliteitsverbetering Afhankelijk van de diameter wordt een doos pijpschalen 810 kilo’s lichter. De reductie in volumegewicht valt uiteraard het meest op bij de kleinere diameters. Fraai is dat de gewichtsreductie de overige productkwaliteiten onaangetast laat. Sterker nog, de lambda-waarde is licht verbeterd met rond vijf procent en de maattoleranties blijven op vertrouwd hoog niveau. Zelfs de isolatiespecialist die van stevig aanpakken houdt, kan gerust zijn: met de nieuwe productgeneratie heeft hij als altijd een pijpschaal ‘met body’ in de hand. Markering voor herkenning Het nieuwe type krijgt een bescheiden, maar duidelijke markering bestaande uit merk, type en diameter. Zo ziet de opdrachtgever in één oogopslag dat het voorgeschreven isolatiesysteem is geïnstalleerd en kan de isolatiespecialist in wording controleren of hij de goede maat te pakken heeft.
ISO-award voor ProRox WM RTI heeft met de nieuwe ProRox WM gaasdekens een ISOExcellence Award veroverd op de internationale vakbeurs ISO 2010 in Wiesbaden. Algemeen directeur Frank Jacobs nam de award in ontvangst namens de medewerkers van Rockwool Technical Insulation. “Deze prijs bevestigt de innovatiekracht van de RTIontwikkelingsteams”, aldus Frank Jacobs. Hij benadrukte dat de innovatieve productlijn in combinatie met actieve voorlichting een meetbare bijdrage levert aan efficiënter energiegebruik en verminderde CO2-uitstoot.
Frank Jacobs (r) neemt namens RTI de ISO-Award voor ProRox WM gaasdekens in ontvangst uit handen van juryvertegenwoordiger Lutz Koophamel.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 19
VIB- nieuws OOI-jubileumcheque gedoneerd
SOS Kinderdorpen krijgt € 2500 Het zat al een tijdje in de pijplijn: een mooie donatie van OOI aan SOS Kinderdorpen. Vanwege het 25-jarige jubileum kreeg de stichting OOI van het VIB-bestuur een cheque met een waarde van 2500 euro overhandigd, ter besteding aan een goed doel. Dat het SOS Kinderdorpen zou worden, stond voor de OOI-medewerkers al snel vast.
SOS Kinderdorpen en OOI, twee verschillende organisaties verbonden door één schakel: minderbedeelde jongeren kansen bieden. Het was voor OOI-manager Willy Marks en de OOI-medewerkers dan ook niet moeilijk om een goed doel uit te kiezen voor de jubileumcheque die de stichting kreeg van het VIBbestuur vanwege het 25-jarige bestaan. Inmiddels is de cheque met een waarde van € 2500 overhandigd aan Sandra Sahusilawani van SOS Kinderdorpen. Ze vertelt: “SOS Kinderdorpen zet zich al zestig jaar in voor kinderen die er alleen voor staan. Dat doen we door kinderdorpen op te zetten waar kinderen in gezinsverband leven bij hun SOS moeder en broertjes en zusjes. Op die manier kunnen we ze een thuis, een goede opvoeding en een veilige omgeving bieden in hun eigen land. Met deze gezinsgerichte aanpak geven we 410.000 kinderen verspreid over 132 landen een solide basis. En daarmee een kans om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen. Dit werk kunnen we alleen doen dankzij de financiële steun van donateurs en inzet van onze vrijwilligers.” De cheque, die door VIB-voorzitter Leo Veldhuis en Willy Marks werd overhandigd, krijgt een ereplaats in de Amsterdamse vestiging van SOS Kinderdorpen. Er is ook al een bestemming voor het geld: een
SOS Kinderdorpen verzorgt ook beroepsopleidingen, precies zoals OOI doet.
22
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
Sandra Sahusilawani van SOS Kinderdorpen neemt de jubileum cheque in ontvangst uit handen van Leo Veldhuis en Willy Marks.
nieuw kinderdorp in Kenia. Sandra: “In Kisumu aan de oever van het Victoriameer staan honderden kinderen er alleen voor. Ze zijn ouderloos geworden door gewelddadige conflicten en een aidsepidemie. Inmiddels zijn we gestart met de bouw van het nieuwe kinderdorp, wat ons vijfde kinderdorp in Kenia zal worden. De werkzaamheden worden uitgevoerd door lokale opzichters, werklieden en architecten. Het krijgt vijftien gezinshuizen voor ruim 150 kinderen, een kleuterschool voor honderd kleuters en een sociaal/medisch centrum waar 6000 kinderen en volwassenen uit het dorp en de directe omgeving jaarlijks terecht kunnen. Een basis- en middelbare school wordt later bijgebouwd, hier kunnen 420 kinderen uit het dorp en de omgeving naar school. We verwachten dat halverwege 2011 de eerste kinderen in het kinderdorp samen met hun SOS moeders de vijftien gezinshuizen kunnen betrekken.” Nu het liefdadigheidsproject daadwerkelijk gestalte krijgt, wordt Willy Marks nog enthousiaster dan ze al was: “De filosofie van SOS Kinderdorpen ligt tegen die van OOI aan. Onze cursisten zijn ook van alle kleuren en alle talen. Wij dragen niet alleen kennis over, maar bieden veel OOI-cursisten ook maatschappelijke ondersteuning.” Sandra vertelt dat SOS Kinderdorpen niet alleen een basis- en middelbare opleiding verzorgt, maar ook beroepsopleidingen, precies zoals OOI doet. Leo Veldhuis: “Ik vind het leuk om ons opleidingsinstituut een cadeautje te geven, en we zijn blij dit project te mogen ondersteunen. Zodat kansarme kinderen een kans geboden wordt op een mooie toekomst. Een doel waarvoor ook OOI zich graag inzet en dit al meer dan 25 jaar met verve doet.”
maritieme isolatie Ultimate van Saint-Gobain Isover
Ultimate Marine verdringt traditionele isolatiematerialen Pinta Nieuwburg, gespecialiseerd in scheepsisolatie, was blij verrast toen Saint-Gobain Isover in 2007 het innovatieve product Ultimate Marine presenteerde. Het isolatiemateriaal, specifiek voor het isoleren van schepen, werd goede thermische, akoestische en brandwerende eigenschappen toegedicht en zou nog licht van gewicht zijn ook. Allemaal kenmerken die van belang zijn in de maritieme wereld, waar brandveiligheid een grote rol speelt en waar vooral iedere kilo telt. Pinta Nieuwburg probeerde het uit, raakte enthousiast en ging het aanbevelen bij de opdrachtgevers. Inmiddels zet het bedrijf bij zo’n driekwart van de opdrachten Isover Ultimate in.
Isolatie in de scheepsbouw: een nichemarkt waarin Pinta Nieuwburg al meer dan tachtig jaar het roer stevig in handen heeft. Het isolatiebedrijf in Ridderkerk isoleert luxejachten, schepen voor de binnenvaart en commerciële scheepvaart, op tankers en op boorschepen. Pinta Nieuwburg is sinds 2004 onderdeel van de Duitse holding Pinta Elements, dat akoestische en thermische isolatie als hoofdactiviteit heeft. Pinta Nieuwburg vormt de divisie Marine, hier draait alles om scheepsisolatie. Directeur Henk Deurloo, al meer dan veertig jaar actief bij Nieuwburg, vertelt: “Er is veel veranderd in de
Ultimate Marine wordt aangebracht op pennen die vooraf op de scheepswand worden gelast, en afgedopt met een afdekplaatje. De naden worden dichtgesealed.
24
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
jachtbouw. Men is gaan ontwikkelen en innoveren. Was een jacht van 25 meter vroeger een fors schip, tegenwoordig begint het bij zo’n lengte. Er wordt steeds groter en breder gebouwd, men wil steeds sneller varen, gewichtsreductie wordt belangrijker, met name in de zeilvaart. Daarom wordt het casco steeds vaker uitgevoerd in aluminium in plaats van in staal. Verder is de regulering toegenomen en zijn de veiligheidseisen aangescherpt. Ook in het verzekeringswezen is men kritischer geworden. Als isoleerder moet je mee-innoveren om te kunnen voldoen aan de verwachtingen die de eigenaar heeft, en aan de eisen die de overheid en de verzekeringsmaatschappijen stellen.” Deurloo was dan ook blij verrast toen Saint Gobain Isover in 2007 het isolatieprogramma Ultimate op de markt zette, waarvan Ultimate Marine specifiek is toegespitst op scheepsisolatie. “We zijn het direct gaan toepassen. Inmiddels zetten we bij ongeveer 70% van onze opdrachten Ultimate in bij de jachtbouw.”
Drie in één Er zijn verschillen tussen de luxejachtbouw en de commerciële scheepsbouw. Motor- of zeiljachten vergen kwaliteit in optima forma, en vooral bij de zeiljachten speelt het gewicht een grote rol. Voor commerciële schepen is flexiiliteit de belangrijkste voorwaarde, evenals de brandwerendheid. Voor beide segmenten geldt dat aan boord zowel akoestisch, thermisch als brandwerend geïsoleerd moet worden. Deurloo: “Om een behaaglijke temperatuur in de hutten te kunnen realiseren, worden de buitenwanden en de hutten van thermische isolatie voorzien. Daarnaast worden brandgevaarlijke ruimten als de machinekamer en de vluchtroutes brandwerend geïsoleerd. Voor de akoestische isolatie wordt eerst het casco en de machinekamer voorzien van een ontdreunend materiaal.” Pinta Nieuwburg zette verschillende materialen in voor diverse toepassingen. “Visco-elastic is een combinatie van pasta met metaalplaatjes voor akoestische isolatie. Steenwol en glaswol wordt gebruikt voor thermische en brandwerende isolatie, soms ook gecombineerd om de juiste balans te vinden tussen brandwerende en akoestische isolatie en het gewicht. Met Isover Ultimate Marine kunnen we toe met één product dat licht van gewicht is, goede thermische en brandveilige eigenschappen
heeft en tevens zorgt voor akoestische isolatie.” Marlene Hoogendoorn van Saint-Gobain Isover licht toe: “Met de ontwikkeling van Isover Ultimate hebben we de voordelen van glaswol gecombineerd met die van steenwol. Glaswol is licht van gewicht en heeft een hoge thermische en akoestische waarde, terwijl steenwol met een smelttemperatuur hoger dan 1000 ºC een hoge brandwerendheid kent. Om deze eigenschappen te kunnen combineren, wordt Ultimate volgens een bepaald procédé vervaardigd: de grondstoffen worden volledig vervezeld, zodat er een korrelvrije minerale wol ontstaat. Dat geeft een gelijkmatige luchtverdeling en dus een hoge thermische isolatiewaarde, en het zorgt dat het materiaal licht van gewicht is.” Deurloo vult aan: “Ultimate is nu het lichtste materiaal dat we gebruiken bij de scheepsisolatie. Het is zo’n 20 tot 40 procent lichter dan steenwol, een belangrijke factor in een branche waar gewichtsreductie zo’n grote rol speelt.”
Perfectie Wie op een jachtwerf rondwandelt, zou de indruk kunnen krijgen dat in de scheeps- en jachtbouw geld geen rol speelt. Er worden zeer hoge eisen gesteld aan techniek, luxe en perfectie: er wordt teakbetimmering toegepast, jacuzzi geplaatst, een pop-up flatscreen gemonteerd. Deurloo: “Men denkt dat de jachtbouw een wereld is van glamour. Maar ook hier heeft de recessie toegeslagen en kijkt men kritisch naar de prijs-kwaliteitverhouding. En ook hier is isolatie een ondergeschoven kind. Het wordt gezien als een onkostenpost dat achter de notenhouten betimmering verdwijnt. Maar men staat er niet bij stil dat isolatie een voorwaarde is om comfortabel en veilig te kunnen varen.” Pinta Nieuwburg heeft opdrachtgevers over heel de wereld, maar de mooiste jachten worden toch in Nederland gebouwd, onder andere bij Royal Van Lent Shipyard in De Kaag, Amels Holland in Vlissingen en OceAnco Yachtbuilding in Alblasserdam. Bij deze prestigieuze jachtbouwers schuift Pinta Nieuwburg bij het ontwerp van een schip bij de tekentafel aan. In overleg wordt besloten welk isolatiemateriaal wordt toegepast, afhankelijk van verschillende factoren: of het een stalen of een aluminium boot is, en of het om een motor- of zeiljacht gaat. Deurloo: “Wij kunnen aangeven welke voor- en nadelen er kleven aan glaswol, steenwol en Ultimate, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de werf. Gelukkig zien ze ons wel als deskundig partner, en hebben we met Ultimate Marine een goed verhaal. Er hangt een hoger prijskaartje aan, maar er is minder materiaal nodig om het schip aan alle comfort- en veiligheidsvoorschriften te laten voldoen. Daar kiest men dan toch voor.” Het kost veel tijd om een schip vakkundig te isoleren. Bij een jacht van gemiddelde omvang is Pinta Nieuwburg maanden aan het werk, al vanaf het casco. Deurloo: “In de jachtbouw gebruiken we vooral gecacheerde Ultimate om stofvorming te verhinderen, op ferry’s is het meestal Ultimate met glasdoek. Het monteren van Ultimate is in principe hetzelfde
Ultimate Marine laat zich gemakkelijk om de stiffeners, de spanten van het schip, buigen zonder te breken.
als van steenwol. Wij brengen het aan op pennen die vooraf op de scheepswand worden gelast. Het materiaal wordt afgedopt met een afdekplaatje, de naden worden dichtgesealed. En in de scheepsisolatie geldt: er mag geen enkel deukje of bobbeltje te zien zijn, ook al wordt het afgetimmerd.” Inmiddels heeft Saint-Gobain Isover het Ultimateprogramma flink uitgebreid om alle sectoren in de isolatie van dienst te kunnen zijn. De Ultimate U-Protect 1000 S isolatieschalen zijn er voor de industriële sector en de utiliteit, Ultimate U-Tech is bestand tegen hoge temperaturen in de procesindustrie en de petrochemie en tot slot U-Protect voor brandwerende luchtkanalen. Het programma Ultimate Marine kent vijf producten voor elke applicatievorm in de densiteiten 24, 36, 48, 66 en 90 kg/m3. De producten zijn in verschillende diktes verkrijgbaar en zijn er onbekleed of gecacheerd met alumininium, glasweefsel en glasvlies. Deurloo: “Vanaf de introductie hebben we samengewerkt met Saint-Gobain Isover en onze ervaringen uitgewisseld. Samen kom je op ideeën om het product nog beter te maken.” Hoogendoorn vult aan: “Voor Saint-Gobain Isover zijn kritische geluiden uit de markt belangrijk. We horen ze graag, want door deze samenwerking kunnen we blijven innoveren.”
Glanzend buizenstelsel vormt de uitlaat van een luxejacht.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 25
B:Opmaak 1
14-09-2009
10:09
Pagina 1
Unieke oplossingen voor industriële processen Industriële processen kennen vele
In 1962 begon Temati met de productie, verkoop en promotie van Foster® producten in de
uitdagingen, die om betrouwbare
Benelux. Met inmiddels 5 vestigingen in diverse landen, is Temati Europa’s enige producent
en vernieuwende producten vragen. Temati heeft tientallen jaren ervaring en is uw ideale partner wanneer het om oplossingen gaat, die echt een verschil maken.
Temati B.V.
en distributeur van Foster®- en Childers®producten. Daarnaast leveren wij vele andere gespecialiseerde materialen voor industriële isolatie binnen en buiten Europa via ons internationale dealernetwerk. Ons productenpakket blijft zich uitbreiden, zodat u zelf in de toekomst ook kunt blijven profiteren van onze specialistische kennis en verzekerd bent van steeds de beste oplossingen.
Tel: (+31) (0)251-229 172
Fax: (+31) (0)251-212 380
E-mail: temati@temati.com
www.temati.com
ISOLATIE Duurzaam & Rendabel Isolatie bespaart meer dan vijftig procent energie
Isolatie maakt Stadhuis Lelystad superduurzaam Het gemeentebestuur van Lelystad heeft besloten om het stadhuis geheel te strippen en volledig van nieuwe installaties te voorzien, gebruikmakend van de laatste technieken en met inachtneming van het duurzaamheidsbeginsel. Op 8 februari 2010 heeft Burgemeester M. Horselenberg samen met de aannemers het startsein gegeven. De verwachting is dat de werkzaamheden eind 2010 zullen zijn afgerond. Door ook de kunststof leidingen te isoleren, wordt vijfenvijftig tot zestig procent energie bespaart ten opzichte van ongeïsoleerde leidingen. Dankzij isolatie is de hoogste duurzaamheidsscore behaald.
Een bijzonder fenomeen in het gemeentehuis van Lelystad is dat alle technische voorzieningen zich onder een verhoogde, ‘zwevende’ vloer bevinden. Deze aanpak is vooral in de jaren zeventig en tachtig populair geweest in de utiliteit om werkplekken gemakkelijk en flexibel op de infrastructuur aan te sluiten. Voor de renovatie moet allereerst de vloer worden verwijderd, de oude voorzieningen gesloopt en daarna moeten alle CV- en gekoeld-waterleidingen alsmede de electrische voorzieningen op de vloer worden gemonteerd en geïsoleerd. Voor de monteurs en isoleerders betekent dat veel buk- en knielwerk. Deerns Raadgevende Ingenieurs B.V. heeft het werktuigbouwkundig advies verzorgd, op basis waarvan
Na de renovatie komen alle Lelystadse ambtenaren weer centraal in één gebouw, dat dankzij de isolatie van kunststof leidingen superduurzaam is.
ITN Installatietechniek met TCL als uitvoerend partner het project heeft gerealiseerd. Voor de elektrische installaties tekende Koldijk B.V. uit Lelystad. De isolatiewerkzaamheden worden uitgevoerd door van der Hoek Isolatie Midden-Nederland.
Ontwerpcondities Lelystad heeft hoge eisen verbonden aan de renovatie. Naast de voorwaarde dat het ontwerp moet voldoen aan de energieprestatienormering, wil de opdrachtgever tevens rechtdoen aan het duurzaamheidsbeginsel. Het klimaatsysteem is gedimensioneerd op basis van onderstaande ontwerpcondities: Gekoeldwaterleidingen Temperatuur: aanvoer 15 °C, retour 18 °C CV-leidingen Temperatuur: aanvoer 37 °C, retour 34 °C Relatieve vochtigheid: 60% Omgevingstemperatuur: 25 °C (onder de vloer.) Kunststofleidingen: Climatherm PP-R faser
Zo combineer je werken op grote hoogte en op de knieën: vakwerk onder de zwevende vloer door de specialisten van Van der Hoek Isolatie Midden Nederland.
Isolatie zinvol Omdat gekozen is voor een hoog-temperatuur GKWsysteem en een laagtemperatuur CV-installatie, kan men zich direct afvragen of het zinvol is de kunststof-
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 27
Rekenvoorbeeld van de energieverliezen en besparing bij de verschillende diameters. Kunststof leiding Diam. 20
isolatie GKW
mediumtemp.
Omgevings temp
AF/2
18 °C
25 °C
warmteverlies W/m Geisoleerd
Ongeisoleerd
Besparing
1,47
3,27
55 %
20
AF/2
15 °C
25 °C
2,1
4,67
55%
63
AF/2
18 °C
25 °C
3,07
8,93
66%
63
AF/2
15 °C
25 °C
4,38
12,76
66%
20
SH/10
37 °C
25 °C
2,78
6,12
55%
CV 20
SH/10
34 °C
25 °C
2,08
4,58
55%
63
SH/10
37 °C
25 °C
6,45
16,50
61%
63
SH/10
34 °C
25 °C
4,84
12,37
61%
leidingen te isoleren. Bij de GKW-leiding op 15 °C zal weliswaar condensvorming optreden, maar de 18 °C-leiding blijft onder deze condities condensvrij. Het temperatuurverschil van het CV-systeem met de omgeving is ook niet hoog. Daartegenover staat dat niet-isoleren energieverlies betekent en dus verantwoordelijk is voor een hogere belasting van koelinstallatie, warmtepomp en CV-ketel. Deerns adviseurs en TCL hebben berekend, dat wanneer de meer dan 20.000 meter leidingen niet geïsoleerd zouden worden, er onverantwoord veel energie verloren gaat. Dit moet dan weer gecompenseerd worden door grotere CV ketels en koudevoorzieningen. Duurzaam installeren, de EPC-eisen en terugdringing van de CO2-uitstoot hebben uiteindelijk tot het besluit geleid de kunststof leidingen toch te isoleren. Van der Hoek Isolatie Midden-Nederland zal alles in het werk stellen om de strakke planning te volgen en de meer dan 20.000 meter leiding met AF en SH/ Armaflex te isoleren. Duurzaam is duurzaam, al moeten zij ervoor op de knieen... De gemeente Lelystad krijgt in december de beschikking over een gerenoveerd stadhuis dat aan alle moderne eisen voldoet. Duurzaam, energiezuinig en mede dankzij isolatie zeer comfortabel.
Over de streep “De terugverdientijd van isolatie om kunststofleidingsystemen is relatief kort“, concludeert Willem Bosman, Senior adviseur bij Deerns Raadgevende
Impressie van de technische infrastructuur onder de vloer. Isolatie bespaart 55 tot 60 % energie, en verhoogt het comfort.
28
Ingenieurs. “Steeds vaker kiezen we voor kunststof leidingsystemen. We merken nu ook dat bij installatiebedrijven de aarzeling tot gebruik hiervan wegebt. Naast een aantrekkelijke prijsstelling ervaren velen het snel en schoon werken op de bouwplaats en het grootschalig gebruik van prefab-elementen als positief. Ook vanuit duurzaamheidsstandpunt worden kunststof leidingsystemen positief gewaardeerd in gebouwbeoordelingssystematieken als bijvoorbeeld BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method)“, aldus Willem Bosman. BREEAM is ontwikkeld door het Building Research Establishment (BRE). Dit is de Britse tegenhanger van TNO. De methodiek brengt de duurzaamheidsprestatie van nieuwe en gerenoveerde gebouwen in kaart (zie ook www.breeam.nl). “Bij een recent groot project in Frankfurt hebben we ook geïsoleerde kunststof leidingen toegepast, met ondersteuning van ons Duitse zusterbureau. De impact hiervan op de DGNB-berekeningen (Duitse tegenhanger van BREEAM) was mede doorslaggevend in het behalen van de hoogste duurzaamheidsscore“, licht Bosman nader toe. „Het al of niet (extra) isoleren van kunststof leidingen is nog steeds een discussie bij bijna elk project. Wij beoordelen de terugverdientijd van extra isolatie in het algemeen als relatief kort en in het hier omschreven project in Lelystad heeft de drang naar een bijzonder duurzaam gebouw bij de opdrachtgever ons over de streep helpen trekken.“
In totaal gaat het in dit project om ca. 20.000 meter …
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
Flexibele isolatie, bijna gereed om Lelystad een jaar of dertig duurzaam en rendabel te maken.
Producent & Distributeur van Isolatiematerialen met een uniek “one-stop-shoppingâ€? concept Coolag Hamar b.v. is Nederlands grootste en meest toonaangevende producent, leverancier en distributeur van thermische, brandwerende en akoestische isolatiematerialen. Coolag Hamar maakt deel uit van de SIG groep met o.a. zusterbedrijven in BelgiĂŤ, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Ierland, Nederland en Polen. Productie en distributie van thermische, brand-
werende en akoestische isolatiematerialen is ĂŠĂŠn van de kernactiviteiten van SIG. De door Coolag Hamar geleverde isolatiematerialen worden o.a. toegepast bij de isolatie van technische installaties in gebouwen, de industriĂŤle koeltechniek, de chemische-, petrochemischeen procesindustrie, scheepvaart, off-shore olie- en gaswinning en OEM.
**' " ( , 3 $%'1 " '1$%& 3 3 111 **' "# ( , )'
CINI: LNG belangrijke groeimarkt voor isolatiebranche
LNG centraal op Gastech 2011 Tip om alvast in de agenda´s te noteren: van 21 tot en met 24 maart 2011 vindt de vijfentwintigste editie van de beurs Gastech plaats. Geen isolatiebedrijf hoeft van een bezoek af te zien, want het evenement zet deze keer de stands op in Amsterdam, in de RAI. En één ding is zeker: LNG zal daar zeer centraal staan.
Organisator DMG World Media verwacht honderden exposanten op Gastech 2011 en ruim 10.000 bezoekers uit meer dan 75 landen die actief zijn op het gebied van aardgaswinning, zeetransport, opslag, verwerking en landdistributie. En daarmee ook overheden en commerciële bedrijven die betrokken zijn bij de aardgashandel en bij de ontwikkeling, bouw en onderhoud van de bijbehorende installaties en processen.
CINI op Gastech Ook CINI is straks (samen met NCTI, VIB en OOI) op de Gastech 2011 actief aanwezig. De beurs vindt plaats pal na het verschijnen van het nieuwe rekenprogramma en de LNG-appendix. De LNG-appendix is de aanvulling in het CINI-handboek over de isolatiespecificaties nodig bij de aanleg van LNG-installaties. De aanvulling sluit aan op de bestaande hoofdstukken over koude isolatie. Er is speciale aandacht voor vraagstukken die zich voordoen bij het isoleren van LNG-systemen en -processen: daar waar LNG in vloeibare vorm aan land komt en moet worden omgezet naar gas voor transport over land door pijpleidingnetwerken. De appendix telt een vijftigtal pagina´s waarvan een aantal technische tekeningen. Behandeld worden onder andere specifieke LNG-isolatiesystemen, het ontwerpen van deze systemen, applicaties en de kwaliteitscontrole. De appendix gaat niet over isolatie bij winning en zeetransport. Groeimarkt Omdat de LNG-aanvulling in het handboek bestemd is voor bedrijven die actief zijn op de internationale markt, wil CINI met de appendix straks op de Gastech prominent aanwezig zijn. Immers, juist de wereldwijd opererende contractors, ingenieursbureaus en materiaalleveranciers vroegen om de doorvertaling van koude isolatie naar LNG. Diezelfde bedrijven werkten, naast de installatie-eigenaren, ook mee aan de prak-
30
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
Tokyo Gas LNG Terminal: Sodegaura.
tische invulling van de LNG-appendix. CINI ziet LNG als één van de belangrijkste groeimarkten voor de isolatiebranche. Er zijn voortdurend nieuwe aardgasvondsten, waarmee de voorziening misschien zelfs wel voor eeuwen is gegarandeerd. Internationaal staan een 25-tal installaties gepland om te worden gerealiseerd. Bovendien zit LNG in de lift door de relatief schone producten die uit het gas kunnen worden geraffineerd, waarmee overheden beter hun milieudoelstellingen kunnen behalen. Gastech 2011 zal daarom een grote aantrekkingskracht uitoefenen op iedereen die iets met LNG te maken heeft. Voor meer informatie verwijzen we naar de website: www.gastech.co.uk.
Meer in de update De LNG-appendix maakt deel uit van de update van het CINI-handboek komende oktober. In de update is ook nieuwe informatie opgenomen over ‘Non-metallic cladding’ (zonder metalen afwerking aan de buitenkant), zoals Glass Re-inforced Polyester (GRP). Ook zullen hiervan nieuwe verwerkingsschetsen ingevoegd worden.
CINI werkt aan nieuw calculatiesysteem:
Uniek rekenprogramma bundelt kosten en milieu Rond de komende jaarwisseling, maar in ieder geval nog vóór de Gastech in maart 2011, introduceert CINI haar nieuwe rekenprogramma. In samenwerking met wereldwijd opererende kennispartners werkt CINI aan een uniek programma dat aanmerkelijk verder gaat dan het rechttoe-rechtaan berekenen van de (economische) isolatiedikte. Het geeft bijvoorbeeld antwoord op de vraag wat het kost om een installatie optimaal te isoleren, als je daarin ook nog de effecten van de beperking van CO2-uitstoot wilt meenemen.
Het nieuwe rekenprogramma wordt de opvolger van het TICP, het Technical Insulation Calculation Program, dat inmiddels verouderd is en niet meer op de markt. Voor het rekenprogramma in aanbouw wil CINI een flinke stap voorwaarts maken. Ten eerste moet het volledig onafhankelijk zijn van producent, leverancier of isolatiebedrijf. Hoe goed programma´s van bijvoorbeeld materiaalproducenten ook zijn, het blijven materiaalgebonden berekeningen. Ten tweede sluit het programma naadloos aan op de systematiek van het CINI-handboek. Uitgangspunt zijn dan ook de specificaties van materialen, zoals deze in het handboek zijn gedefinieerd en gestandaardiseerd, zoals de lambdawaarden. De gebruiker van zowel het handboek als het rekenprogramma herkent straks dezelfde keuzemethodiek tussen warme en koude isolatie.
met de dimensie van emissiekosten, maakt het voor de gebruiker mogelijk een afweging te maken tussen kosten van isolatie en milieu.
VDI-norm Naast het CINI-handboek wordt de basis voor het rekenprogramma gevormd door de VDI-normen, de calculatiestandaard van de Verein Deutscher Ingenieure. De VDI-norm 2055 voor isolatiecalculatie (waarop de latere ISO-norm 12241 is gebaseerd) is een uitstekend fundament om het internationale en onafhankelijke rekenprogramma te bouwen. De makers van het programma kijken niet alleen naar de bruikbare output, maar ook naar de wijze van input. Het wordt een rekenprogramma dat iedereen die enige mate verstand heeft van isolatie zonder een superspecialist te zijn, gemakkelijk kan hanteren. Aan de voorkant kan de gebruiker een zestal mogelijkheden invoeren. Daaronder zitten twaalf calculatiecriteria die aan de hand waarvan databestanden, formules en grafieken meteen de gevraagde uitkomsten kunnen berekenen. Digitaal Het rekenprogramma - waarvoor de nieuwe naam nog moet worden gekozen - komt straks in het Engels op de markt. Het zal uitsluitend digitaal zijn te raadplegen, via een toegangscode op internet. Na de zomer moet de bètaversie klaar zijn voor een internationale test. Daarna volgt de marktintroductie. Wordt vervolgd.
Environmental module Derde en meest innoverende punt in het nieuwe calculatieprogramma is de zogenoemde `environmental module´. Die berekent meteen ook de uitstoot van CO2 en de daarmee gepaard gaande kosten. Zodra ook aan NOX-emissie een prijskaartje komt te hangen, wordt ook dit component in het rekenprogramma opgenomen. Kern van de berekeningen is dan ook antwoord te geven op de vraag wat optimale isolatie is. Dit betekent dat de gebruiker kan uitrekenen welke isolatie-inspanning nodig is om zoveel mogelijk energie binnen het systeem te houden en tegelijkertijd bijkomende kosten als die van uitstoot binnen de perken te houden. Deze unieke bundeling van de EID - de economische isolatie dikte - gecombineerd
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 31
beurs nieuws ISO 2010 zet in op energie-efficiëntie
Duurzaam, veilig en compleet Duurzaam, veilig en compleet. En, natuurlijk, ook voordelig. Dat is de rode draad van ISO 2010, de Duitse tweejaarlijkse isolatiebeurs, die op 21 en 22 april 2010 is gehouden in Wiesbaden. De beurs kwam wat rustiger op gang dan gebruikelijk, maar rond het middaguur lag het evenement op stoom. Meer dan ooit etaleerde de sector isolatie als superrendabele energiebespaarder.
Als de Duitse isolatiebeurs ISO één element onovertroffen over het voetlicht brengt, dan is het wel vakbewustzijn. Exposanten en vakbezoekers demonstreerden het specialistische isolatievak in alle facetten. Daarmee laat de beurs een inspirerend branchepanorama zien. De verschillende vakopleidingen waren dit jaar wat minder prominent dan gebruikelijk aanwezig, maar dit gemis werd ruimschoots goedgemaakt in de enthousiaste presentaties en demonstraties van overige exposanten. Het was beslist ook een feest voor de isolatiespecialisten. Ondanks de lastige marktomstandigheden maakten zij er in ontmoetingen met producenten en leveranciers een ontspannen relatiedag van. Afgezien dan van de enkeling die blijkbaar té veel korting had bedongen. Zoveel, dat de exposant na een hartelijk afscheid zich even moest hervinden met een hartgrondig - vrij vertaald - ‘zo, die is ook weer opgerot’. Ook dat is onderdeel van een bezielde vakbeleving.
Verstevigde relaties In een inmiddels lange traditie kiest de ISO de donderdag en vrijdag voor de tweejaarlijkse beurs. Dit
Technisch stilleven op de werktafel van Armacells applicatievirtuoos Michael Weber, die met zijn demo’s op zijn vast stek op de beurs drommen publiek betrekt.
32
jaar heeft de organisatie de vrijdagmiddagleegloop voor willen zijn door te schakelen naar woensdagdonderdag. Het is de vraag of dit wel zo’n goed idee was. Het oude patroon sloot volgens vele betrokkenen goed aan bij zowel het weekritme van de isolatiebranche als bij schaalgrootte en karakter van de beurs. De beurs trok met 7000 bezoekers iets minder publiek dan gebruikelijk, waarschijnlijk tengevolge van de de conjunctuur en niet in de laatste plaats het vliegverbod tengevolge van de IJslandse vulkaanuitbarsting. De beurs in Wiesbaden is een ideaal platform voor Europese productintroducties. Dat neemt echter niet weg dat het beurskarakter vooral uitblinkt in vakrelaties, ontmoeting en uitwisseling. Opmerkelijk is dat de schakels in de bedrijfstak zich sterker dan voorheen op hun primaire rol richten. De schakels in de bedrijfstak profileren zich duidelijker in hun eigen functie, van opdrachtgever en adviseur tot de schakel waarin de verwerker het compleet geïnstalleerde systeem aan die opdrachtgever overdraagt. Vooral, maar niet alleen, voor de Duitse handelsverhoudingen leidt dit tot veranderingen. In de van oudsher heilige ‘dreistufige Vertriebsweg’ is de groothandel een veelomvattende draaischijf tussen producent/ importeur en verwerker. Nu de groothandel zich sterker concentreert op de kernfunctie logistiek, intensiveert de industrie de relatie met verwerkers en overige schakels in de keten. Dit gebeurt in de vorm van kennisoverdracht, productinformatie en andere unieke elementen in de productmix. Daarmee ondersteunt de industrie nog meer dan voorheen de isolatieondernemer in zijn dubbelrol als adviserende vakspecialist en deskundige verwerker.
Handsfree-gordel met tape-dispenser. Dit is de Coroplast-bijdrage aan handig isoleren op hoogte.
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
“Stay hot” met Kooltherm: de artistieke interpretatie van Tarec Kingspan in het standontwerp.
EiiF ISO 2010 was voor de jonge European Industrial Insulation Foundation (EiiF) een ideaal platform om zich te presenteren aan de internationale bedrijfstak. De organisatie is opgericht om de industrie te overtuigen van de zeer rendabele mogelijkheden om industrieel energiegebruik fors terug te dringen met behulp van duurzame isolatiesystemen. Op de beurs brachten participanten van de nieuwe organisatie het initiatief actief naar voren. De bezoeker kon er eenvoudig niet omheen. Daarnaast presenteerde het EiiF zich in goed bezochte forumdiscussies aan het vakpubliek. Als we het beursbeeld overzien, is de tijd rijp voor de EiiF-boodschap dat met duurzame isolatie veel te winnen valt in geld en milieu. Een grote meerderheid aan exposanten legde op de een of andere manier het groene verband tussen isolatie en energie, zo sterk dat de opdrachtgevers wel stekeblind moeten zijn als de boodschap nu nog niet overkomt.
Veiligheid Naast milieu en energiebesparing heeft de isolatiebranche veiligheid omarmd als specialisme. Bescherming van de mens lag altijd al besloten in de functie van thermische isolatie. Onder invloed van kennis- en materiaalontwikkeling, wet- en regelgeving en ook incidenten staan brandpreventie en brandveiligheid tegenwoordig in het centrum van de aandacht. Dit gebied blijkt de isolatie-ondernemer op het lijf geschreven: na een aanloopperiode waarin brandveiligheid als ‘supplementaire optie’ in de dienstverlening figureerde, is het inmiddels een logisch element. Het past naadloos in functie van de isolatie, logistiek in de projectrealisatie en de technische kwaliteiten van de isolatiespecialisten. Op de beurs werden brandveiligheidsproducten dan ook over de hele breedte aangeboden als integraal onderdeel van isolatieystemen. Bier en blik Met respect voor alle vernieuwing die ISO 2010 over de bühne heeft gebracht, komt de isolatiespecialist ook naar Wiesbaden om zijn vakrelaties eens ontspannen te beleven. Zoals bij alle beurzen
Isogenopak presenteert de kleine rol die lekker krult en niet zwaar is. Goed voor 15 vierkante meter.
vertoont Wiesbaden een zachte tweedeling tussen investeringsgoederen en verbruiksproducten. Bij de verbruiksproducten verloopt de relatie in een week ritme, en worden de vernieuwingen besproken in de marge van een ontspannen biertje, bij de stampende machines staat het biertje in de schaduw van het blik. Vooral de plaatverwerkers zijn goed voor vaktechnische oploopjes, temeer daar onder meer Mabi en Schwartmanns stevig uitpakken. Mabi bijvoorbeeld met automatische coilwisseling, Schwartmanns met een handige interface, Capi genaamd, tussen opmeter en plaatbewerkingsmachine. De opmeter voert de gegevens op een laptop of tablet-pc in, draagt ze over aan het productiesysteem/projectplanning op het bedrijf en de Schwartmann-gestuurde machine spuugt de plaatwerkdelen uit. Abseil-sportievelingen kunnen enigszins inbinden, althans de offshore-plaatbewerkers voor Foamglassystemen: het abseilen voor de beplating hoeft niet meer dankzij Foamglas XP. Dit is een prefab-systeem dat isolatie, afwerking en beplating combineert en voorziet in de vereiste brandvertraging van 60, 90 of 120 minuten (jet-fire protective).
Klein geluk Tussen al het geweld van de isolatiebeurs is hier en daar ook klein geluk te vinden, als antwoord op klein leed. Zo introduceerde leverancier van onder meer afdichtingstapes Coroplast een handige handsfree tapedispenser in de vorm van een gordel. Aan alles is gedacht: de tape rolt niet onbedoeld af, de rol kan opzij worden geschoven en het tuigje heeft zelfs een ophangoog. Bij één pallet tape heb je er al eentje, Köhler Woodcap in Rotterdam weet er meer van. Isogenopak dacht ‘if we can do it once, we can do it again’: opnieuw is een kleiner rolletje uitgevonden: 1000 mm breed, 15 meter lang en met 30 mm-kern zodat het materiaal zich bijna vanzelf om de geïsoleerde leiding krult. De rol is natuurlijk ook lekker licht in gewicht en staat in Duitsland al bekend als ‘de korte’. Dat is nog niet alles, de rollen worden sinds najaar 2009 ook horizontaal op de pallets gezet om ze gemakkelijk te kunnen handlen. Voor de krachtpatsers: de XXL-rol (1400 breed en 25 m lang) blijft als vanouds beschikbaar.
Multi-coil plaatbewerking van Mabi. Als altijd werkte de gastvrije Mabi-stand met vele stampende machines als een magneet op de isoleerders en de plaatbewerkers.
Geanimeerde beursvloer, waar onder het genot van koffie of een biertje nieuws, informatie en innovatie over de tafels ging.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 33
ncti-nieuws NCTI adviseert nu optimaliseren:
Hoe duurzaam is groen? Alles kleurt groen. Niet alleen vanwege de lente, maar omdat groen in is. Wie niet groen handelt of duurzaam werkt, lijkt er niet meer bij te horen. Duurzaamheid lijkt het toverwoord van politiek, bedrijfsleven, producten en transport om de wereld te verbeteren. Dus mag de isolatiebranche niet achterblijven. NCTI vraagt zich af in hoeverre ‘groen’ een modeverschijnsel is of een blijvertje. Hoe duurzaam is groen? En wat kun je er als isolatiebedrijf mee?
Het is een veelgehoorde vraag in de wandelgangen van de isolatiebranche: duurzaamheid klinkt mooi, maar hoe kun je duurzaamheid inzetten en er nog aan verdienen ook? Isolatiebedrijf en klant draaien nog wat aarzelend om elkaar heen zonder invulling aan het begrip ‘duurzaam isoleren’ te geven. Het klinkt interessant en iedereen gebruikt het woord, maar duurzaam lijkt vooral over de toekomst te gaan en toch moet er nu aan worden verdiend. Een dilemma.
Duidelijke ontwikkelingen Het kennisinstituut NCTI ziet duidelijke ontwikkelingen in de isolatiebranche die de huidige stemming beïnvloeden. Buiten de branche zijn er de overheid en de politiek die de klimaatverandering hoog op de agenda hebben. In 2020 moeten we de CO2-uitstoot met 20% hebben verlaagd, en 20% van de energieopwekking moet komen uit duurzame bronnen zoals zon en wind; de zogenoemde ‘20-20-20’-visie. De industrie en het mkb werken - al of niet van harte aan energiebesparende maatregelen, bijvoorbeeld via MJA-convenanten. Een groeiend aantal onder nemingen werkt aan verbetering van hun reputatie op het vlak van milieu. Binnen de branche zijn er ook steeds meer signalen dat duurzaamheid is ontdekt en verkoopt. Isolatiebedrijven vertellen dat ze duurzaam isoleren; leveranciers komen met steeds meer duurzame materialen op de markt. Wie in april de beurs ISO in Wiesbaden bezocht, kwam er met groene ogen vandaan: producenten probeerden elkaar te overtreffen in de duurzaamheid van hun materialen. Balanceren Anno 2010 is duurzaamheid niet meer weg te denken. Wat NCTI opvalt, is dat de woorden ‘milieu’ en ‘milieuvriendelijk’ hun populariteit hebben verloren
34
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
en zijn vervangen door ‘klimaat’, ‘groen’ en vooral ‘duurzaamheid’. Ondernemers haken daarop in, met name de industrie was niet blij met de verplichte vervanging van het voor haar verboden woord ‘milieuvriendelijk’ door het negatiever overkomende ‘minder schadelijk voor het milieu’. Het idee dat alles groen en duurzaam moet zijn, zet menig bedrijf op balanceren. Aan de ene kant is er het besef dat duurzaamheid nodig is, aan de andere kant heerst het gevoel te worden meegesleept in een groene hype. Bij de één zie je dat groen gedrag echt beleid is, bij andere lijkt het meer op window dressing: meedoen om de positieve uitstraling. Hoe speel je als isolatiebedrijf in op deze ontwikkelingen? Veel klanten kijken naar de toekomst met het idee van ‘we hebben nog tien jaar’ en ‘we hoeven pas in 2020 aan de verplichtingen te voldoen’. Overheid en bedrijfsleven maken een vlucht naar voren. Iedereen kan rustig blijven slapen. Daar komt bij dat de mening overheerst dat duurzaamheid ook duur is en men tegen allerlei denkbeeldige kosten aanhikt. Kennisinstituut NCTI wil de isolatiebranche argumenten geven die het tegendeel bewijzen en waarmee isolatiebedrijven hun klanten kunnen overtuigen om niet over een paar jaar, maar nú in duurzaamheid te investeren. NCTI heef een aantal interessante (levenscycluskosten)-berekeningen gemaakt en door de quick scans veel inzicht gekregen in mogelijke energiewinsten in installaties.
Geen energie, geen kosten, geen uitstoot Argument één voor opdrachtgevers in de isolatiesector is de ongeschreven wet dat de energie die je niet gebruikt het meest duurzaam is. Duurzamer kan niet. Geen kosten, geen uitstoot van CO2 en NOX, geen
gezeur over handel in emissierechten. Elk kilowattuur dat een bedrijf niet hoeft te betalen, is winst. Het bespaart niet alleen in de kosten van het proces, maar het niet verstoken van energie levert gewoon geld op. A dollar saved is a dollar earned. Wat dat betreft valt er voor de industrie nog een wereld te winnen. De huidige situatie is nog verre van optimaal. Een kwalitatief goed geïsoleerde installatie is in staat om 80 % van de energie binnen het proces te houden. In de praktijk blijkt dit percentage bij de gemiddelde installatie op 50 á 60% te liggen. Dat betekent dat 40 tot 50% van de energie niet wordt benut ofwel wordt verspild, en er is de belofte dat optimale isolatie deze verspilling met 20% kan terugbrengen.
Kostprijs omlaag Het beheersen en mogelijk verlagen van de kostprijs is in deze economische crisis voor veel producenten in de industrie en mkb een essentieel issue. NCTI heeft berekend dat door optimalisatie van installaties de kostprijs met procenten omlaag kan. Isolatie is immers één van de meest effectieve methoden om tot (kosten)optimalisatie van installaties te komen. Daarnaast spelen de configuratie van de installatie en het intensiveren van de processen een rol in de kostprijsberekening. Voor de berekening op langere termijn telt ook het plannen van onderhoud om een installatie in optimale conditie te houden. Bij deze componenten voor optimalisatie - configureren,
intensiveren en onderhoudsplanning - kunnen isolatiebedrijven een doorslaggevende adviesrol vervullen.
Problemen doorschuiven Een terugkerend probleem bij optimalisering is de discussie over de duur van de lange termijn. Steeds is er het dilemma van de stichtingskosten contra de beheerskosten. Opdrachtgevers willen efficiëntie, er moet zo veel mogelijk worden gebouwd voor zo laag mogelijke kosten. Met de mond wordt beleden dat de installatie ten minste twintig jaar mee moet, maar voor isolatie is er tijdens de bouw een beperkt budget. De opdrachtgever schuift de problemen door naar de toekomst. Dat is makkelijk, omdat verantwoordelijken voor het ontwerp, investering en realisatie van de bouw niet de dezelfden zijn als degenen die de installatie later gebruiken en moeten onderhouden. En die problemen komen zeker na een aantal jaren, wanneer de ontwerper en bouwer allang met een volgend project bezig zijn en dan het knijpen op isolatiekosten opnieuw begint. Korte terugverdientijd Dit is voor isolatiebedrijven één van de meest lastige onderhandelingspunten met klanten. De laatste moeten nu investeren in optimale isolatie om straks niet voor ongewenste kosten te komen. Echter, onderzoek van NCTI wijst uit dat optimalisering van isolatie op korte termijn vaak al loont en dus niet hoeft worden uitgesteld. Mkb-bedrijven kunnen zelfs tot 15% op energie besparen door isolatieoptimalisatie van installaties en processen. Alles bij elkaar draagt dit bij tot 1 á 2% besparing op het totale energiegebruik in Nederland. En als de bedrijven hun investering aanhouden tegen de opbrengst dan blijkt dat gemiddeld 50% binnen één jaar is terugverdiend. Bedrijven zullen zich steeds meer moeten gaan realiseren dat niet alleen het energiegebruik, maar ook de CO2 een kostenpost is die hun hele exploitatie beïnvloedt. Bedrijven en ontwerpbureaus zouden eerder de isolatiedeskundigen bij hun planningen moeten halen. Daar zit de kennis over kostenbesparing door optimalisatie met isolatie. Dan kunnen die bedrijven echt duurzaam groen zijn.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 35
OOI-nieuws
Zesduizend leerwerkplekken Zesduizend nieuwe leerwerkplekken in de metaalsector om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Dat is de inzet van een convenant dat onlangs werd ondertekend door gemeenten, UWV en vakbonden en werkgevers in de bedrijfstakken Metaal & Techniek en de Metalektro. Daaronder vallen onder meer de installatie- en elektrotechniek, de koeltechniek, motorvoertuigen, metaalbewerking, carrosserie, isolatietechniek en goud- en zilversmederij. Vakbonden en werkgevers hebben aangegeven dat zij 77 miljoen euro extra zullen investeren in de arbeidsmarkt en opleidingen in deze sector. Doel is om drieduizend leerwerkplekken te creëren voor jongeren tot 27 jaar die nu zonder werk zitten. Daarnaast moeten er 2.600 ‘arbeidsfitstages’ komen: plekken waar werkloze jongeren
met de juiste kwalificaties stage kunnen lopen om hun vaardigheden te onderhouden. Voor kwetsbare jongeren die extra aandacht nodig hebben, komen er nog eens vierhonderd aparte leerwerkplekken. Het idee achter het initiatief is dat bedrijven nu de mogelijkheid krijgen om bijna kostenneutraal voor nieuwe leerwerkplekken te zorgen en zo nieuwe vakkrachten klaar te stomen. Door het slechte economische tij is er bij werkgevers minder budget om te investeren in de opleiding van jonge mensen, terwijl dat hard nodig is gezien de grote uitstroom van oudere vaklieden die binnen enkele jaren verwacht wordt. De samenwerkingsovereenkomst is een grote stap vooruit in de aanpak van de jeugdwerkloosheid.
Diploma op zak? Messenset cadeau! Deelnemers aan de OOI-cursus Verwerker Armaflex II die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, worden niet alleen beloond met een certificaat, maar ook met een driedelige messenset. De set, bestaande uit drie verschillende messen voor het snijden van elastomeren (lengte 19,5, 28 en 39,5 cm) en een slijpsteen, wordt beschikbaar gesteld door Armacell. De cursus is een vervolg
op Verwerker Armaflex I en geeft inzicht in alle ins en outs in het verwerken van Armaflex zodanig dat de geslaagde andere verwerkers van Armaflex kunnen begeleiden en instrueren. Bovendien kan het bedrijf waar de geslaagde werkt, zich laten certificeren en gebruik maken van het Armacell Garantieplan, een projectgarantie van tien jaar.
Geslaagd In april hebben weer flink wat deelnemers aan een OOI-cursus een diploma of certificaat weten te behalen In de OOI-leslocatie Groningen reikte George Kruithof namens het bestuur van OOI de oorkondes uit onder het oog van de docenten Herman Berens en Bert Hoekstra en OOI-manager Willy Marks. Ook enkele werkgevers van de cursisten waren aanwezig: Jakob Venema namens BIS Industrial Services, Albert Hulst van Stiso Isolatiewerken en Menno Drenth namens Bendit Isolatietechniek. Daarna werd flink de bloemetjes buiten gezet met een hapje en een drankje.
36
............... ISOLATIE Magazine
juni 2010
De geslaagden v.l.n.r.: Mohsen Montazeri, Vittorio Scalia, Ali Qubaisi, Marco Stoepker (BIS), Stef Hagedoorn (Stiso), Jimmy van Bunnik (Bendit) Op de foto ontbreekt Pascal Kuipers van BIS.
Beroepenwedstrijd Stichting OOI is volop aan het werk voor de tweejaarlijkse FESI Europese Beroepenwedstrijd, die in september plaatsvindt in Stavanger in Noorwegen. De voorrondes vonden plaats op 27 en 28 april in Spijkenisse onder de naam Nationale Beroepenwedstrijd Technische Isolatie. De deelnemers die een gooi doen naar de titel ‘Beste isoleerder/plaatwerker van Europa’ lieten gedurende twee dagen zien waartoe ze in staat zijn op het gebied van isolatiemontage en plaatwerk. Niet alleen dienden ze de jury te overtuigen van hun vakmanschap, ook moesten ze aantonen de verschillende isolatietechnieken volgens internationaal geldende normen te beheersen. Aan het einde van de tweede wedstrijddag maakte de vakjury bekend wie er doorgaat naar de Europese finale. Op de eerste plaats eindigde Feike Jan Bruining, werkzaam bij Hertel Drachten, de tweede plaats ging naar Antoine Roks, medewerker van Isolatiebedrijf Van de Haterd uit Oss. Zij gaan op 2 en 3 september ons land vertegenwoordigen in Stavanger. De deelnemers aan de Nationale Beroepenwedstrijd zijn van alle markten thuis: hier geeft Antoine Roks een fraai stukje plaatwerk weg.
Ook het verwerken van steenwol vereist vakmanschap. Feike Jan Bruining verstaat het isolatievak zo goed, dat hij als eerste eindigde in de Nationale Beroepenwedstrijd.
OOI start Re-integratieproject Bij Stichting OOI in Spijkenisse is een re-integratieproject gestart voor jongeren. Via de gemeente Spijkenisse en Daad Rotterdam, een loket tussen werkgevers en werkzoekenden, zijn elf jongens geselecteerd. Zij proberen tijdens de twee weken durende introductiecursus ‘Kennismaken met isolatie’ een werkgever in de isolatiesector te vinden zodat ze na deze twee weken kunnen starten met de BBL-opleiding ‘Isolatiemonteur’. Een drietal isolatiebedrijven heeft reeds interesse getoond. De aspirant-isoleerders worden tijdens de twee cursusweken begeleid door zakelijk dienstverlener FridayEuroTech, hierna worden ze tijdens de BBL-opleiding bij een van de deelnemende isolatiebedrijven geplaatst en verder begeleid door FridayEuroTech. Bedrijven die interesse hebben voor en medewerking willen verlenen aan dergelijke kunnen contact opnemen met Stichting OOI. Kijk op www.ooi.nl of bel via (030) 630 04 04.
juni 2010 ISOLATIE Magazine
............... 37
SonoCoolÂŽ
Combinatie van thermische en akoestische isolatie. Coolag Hamar levert SonoCool een brandveilige, loodvrije geluidsisolatie. SonoCool is milieuvriendelijk en technisch een 100% alternatief voor loodhoudende geluidsisolatie-materialen. SonoCool wordt gebruikt voor het verminderen van geluidsafstraling van bijvoorbeeld transportleidingen, hemelwaterafvoeren en rioleringen. SonoCool is eenvoudig te bewerken en aan te brengen.
## ! % + * * + + www.coolaghamar.nl
"IJ BRANDPREVENTIE MOET IEMAND DE LEIDING NEMEN Bij brandpreventie moet iemand de leiding nemen. $E De #ONLIT PIJPSCHALEN Conlit-pijpschalen VAN van 24) Rockwool BESCHERMEN Technical UW Insulation LEIDINGEN (RTI) DOOR beschermen DIK EN DUN -ET EEN SMELTPUNT VAN BOVEN DE  # GARANDEREN ZIJ EEN ABSOLUTE BRAND uw leidingen door dik en dun. Met een smeltpunt van boven de 1000°C garanVEILIGHEID OP DE GEVOELIGSTE PLAATSEN IN WAND EN PLAFOND :E BIEDEN BOVENDIEN deren zij een absolute brandveiligheid op de gevoeligste plaatsen in wand en EEN plafond. UITSTEKENDE Ze bieden THERMISCHE bovendien EN een AKOESTISCHE uitstekende ISOLATIE thermische +WALITEITEN en akoestische WAARIN ÈLLE STEENWOLPRODUCTEN isolatie. Kwaliteiten VAN waarin 24) ál UITBLINKEN onze steenwolproducten 24) BEHOORT DAN uitblinken. OOK TOT RTI2OCKWOOL behoort DE danGROEP ook tot DIE Rockwool, AL JAAR de groep LANG HET die VOORTOUW al 50 jaar lang NEEMT hetIN voortouw HET ONTWIKKELEN neemt in het VAN INNOVATIEVE ISOLATIEOPLOSSINGEN VOOR NIEUWBOUW EN RENOVATIE (ET BEWIJS VINDT ontwikkelen van innovatieve isolatieoplossingen voor nieuwbouw en renovatie. U OP WWW ROCKWOOL RTI COM Het bewijs vindt u op de volledig vernieuwde website www.rockwool-rti.com