www.modemuze.nl
0px
Modemuze is een initiatief van het Amsterdam Museum, Centraal Museum Utrecht, Fries Museum Leeuwarden, Gemeentemuseum den Haag, Museum Rotterdam, Paleis het Loo en het Rijksmuseum Amsterdam.
Nederland bezit talrijke museale mode- en kostuumcollecties (17de eeuw – heden), die vanwege de kwetsbaarheid van de objecten niet permanent tentoongesteld zijn. Online platform www.modemuze.nl verbindt en presenteert deze collecties als een bron van inspiratie voor een breed publiek. Ter gelegenheid van de lancering van hèt mode- en kostuumplatform is in Museum Willet-Holthuysen uit alle initiatief nemende musea een week lang een bijzonder collectiestuk te zien. Amsterdam Museum Luipaardmantel, gedragen door Mathilde Willink, 1973 leer, zijde, suède, satijn Amsterdam Museum, aank. Sotheby Mak van Waay, 1979; KA 16683
Een van de topstukken uit de collectie van het Amsterdam Museum en een van Fong Leng’s beroemdste creaties is de goudkleurige Luipaardmantel. Op de lange – en loodzware - mantel van goudkleurig leer zijn applicaties aangebracht van luipaarden die door gekleurd gras heen sluipen. De schouders zijn bedekt met zilver- en goudkleurige blaadjes van leer. Mathilde Willink, bekendste klant en vriendin van Fong Leng, kreeg de mantel van haar man, schilder Carel Willink cadeau. Regelmatig verscheen zij in deze uitbundige creatie in het Amsterdamse straatbeeld. Onder de mantel droeg Mathilde alleen een kort broekje met ruches. Met haar lengte van 1.90 meter, gekleed in de ontwerpen van Fong Leng was zij een opvallende verschijning wiens foto’s regelmatig in de pers verschenen. Andere vrouwen kochten ook wel dit soort extreme stukken van Fong Leng, maar het verschil met Mathilde was dat zij er rekken vol van had. Ze liep er niet alleen in, ze leefde erin.
Carel Willink heeft Mathilde meerdere malen geportretteerd. In 1975, toen hun relatie ten einde liep, schilderde hij haar ten voeten uit in de luipaardmantel. Hij gaf het werk de titel “Afscheid van Mathilde” mee. De luipaardmantel is na het overlijden van Mathilde – samen met andere creaties van Fong Leng uit haar nalatenschap – in 1979 geveild bij Sotheby Mak van Waay. Het Amsterdam(s Historisch) Museum heeft de mantel toen aangekocht.
Paleis Het Loo
Rijksmuseum Amsterdam
Mantel van koningin Wilhelmina (1880-1962), 1931
Huisjas, vierde kwart 18e eeuw
Joan Praetorius (1899-1984) Paleis Het Loo, langdurig bruikleen van de Stichting Historische
Anoniem Collectie Rijksmuseum Amsterdam; BK-NM-13160
Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, Den Haag; MU/4162
Koningin Wilhelmina (1880-1962) was niet ongevoelig voor eigentijdse modeontwikkelingen. Op officiële staatsieportretten is deze gevoeligheid niet af te lezen, daar de koningin er vooral in gala werd afgebeeld, met meer nadruk op traditie dan op moderniteit. Deze representatieve kleding werd vooral bij Franse en Nederlandse modehuizen besteld. Aan de kleding die zij droeg voor reizen en werkbezoeken zijn bepaalde modetrends af te lezen, waarbij sommige creaties zelfs gedurfd en modern genoemd konden worden. Deze mantel van koningin Wilhelmina getuigt van haar durf en inzicht om met een jonge en relatief onbekende ontwerper als Joan Praetorius (1899-1984) in zee te gaan. Joan Praetorius wordt ook wel de eerste Nederlandsche Mode-ontwerper genoemd. Hij kleedde koningin Wilhelmina onder meer voor de opening der StatenGeneraal in 1930 en 1931. Ook ontwierp Praetorius creaties voor koningin-moeder Emma (1858-1934) en prinses Juliana (1909-2004). Deze mantel van koningin Wilhelmina is het enige overgebleven Koninklijke kledingstuk dat van Praetorius bewaard is gebleven. De koningin droeg de mantel toen zij in juni 1931 de Koloniale Tentoonstelling in Parijs bezocht. Oorspronkelijk was de mantel groen of grijs getint, maar de mantel is later ingekort en lila geverfd. Op een foto, genomen tijdens haar bezoek aan Parijs, is de oorspronkelijke sleep te zien, die nu helaas aan de mantel ontbreekt.
In de loop van de 17e eeuw kwamen de eerste Japonsche rocken – met zijden watten gevulde zijden kimono’s die door de Japanse keizer aan de bevelhebbers van de VOC cadeau waren gedaan – naar Nederland en veroorzaakten een ware rage. Omdat het slechts om heel kleine aantallen per retourschip uit Batavia ging, bleven ze zeer exclusief en wilde iedere man van stand een hebben om te dragen én om zich in te laten portretteren. Uit de Dagregisters van de VOC vestiging op het eilandje Decima - vlak voor de kust van Nagasaki – is bekend dat de Japanse kimono’s in de 18e eeuw werden vermaakt naar de ‘Nederlandse smaak’ waarbij de kimonomouwen een kwartslag werden gedraaid tot lange mouwen. Deze statussymbolen werden al snel nagemaakt, vooral ook omdat ze door de wattering zo behaaglijk warm waren. Het was bij uitstek de informele huisdracht voor mannen en werd over de broek en het linnen hemd gedragen. Deze jas is gemaakt van een zijden damast met een ondergrond van rood satijn waarin grote bloemen en bladranken in een groene keperbinding zijn geweven. De opstaande boord en asymmetrische sluiting verwijzen naar een de huisjassen die in het Midden-Oosten werden gedragen en waarvan elementen werden overgenomen.
Gemeentemuseum Den Haag
Museum Rotterdam
Jurk / Dress, spring/summer 2014
Wonderland collectie 2009
Comme des Garçons/ Rei Kawakubo
Marga Weimans
Collectie Gemeentemuseum Den Haag; aankoop 2014
Collectie Museum Rotterdam; 90907/1-5
Dit ontwerp van Rei Kawakubo voor Comme des Garçons werd in Parijs getoond tijdens de presentatie van de lente/ zomercollectie 2014. Het was een collectie die veel ele menten bevatten met een verwijzing naar de mode geschiedenis. De collectie bevatte in totaal 23 ontwerpen. Deze werden stuk voor stuk begeleid door een eigen muziekcompositie, variërend van 18de-eeuwse muziek tot elektronische muziek uit de jaren ’80. De collectie zelf ging over vorm, en bevatte even onverwachte symbiose als de begeleidende muziek. Crinolines over de jurken, opgeblazen vormen, ruches als bij een 18de -eeuwse robe à la françaises, maar uiteraard alles met de bekende avantgardistische twist die Kawakubo aan haar ontwerpen geeft.
De Rotterdamse Marga Weimans (1970) maakt couture op het snijvlak van mode en beeldende kunst. Haar collectie Wonderland (2009) representeert de zwart-witte grauwe stad in de print op de outfit en de architectonische elementen die daarin zijn verwerkt. Het konijnenhoofd is bedoeld als ode aan de schoonheid die de bewoners aan de stad geven. De collectie Wonderland is geinspireerd op de Afrikaanderwijk in Rotterdam Zuid en kwam tot stand in samenwerking met plaatselijke Turkse naaiateliers.
Rei Kawakubo is een van de bekendste Japanse ontwerpsters, die in de jaren ’70 furore maakte en in 1981 voor het eerst toonde in Parijs. Haar ontwerpen zijn experimenteel en verbinden vaak heden en verleden. Juist dit element was een belangrijke reden voor deze aankoop. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag bestrijkt immers de periode van de 17de eeuw (accessoires), 18de eeuw (complete kostuums en accessoires) tot heden. Het museum verzamelt bovendien niet alleen Nederlandse mode, maar ook mode die internationaal toonaangevend is.
Marga Weimans over Wonderland: “In de echte wereld heb je soms ook behoefte om te ontsnappen uit de chaotische stad naar een fantasievolle wonderwereld. Het verlangen om weg te dromen wanneer de somberheid van de stad te veel overheerst. Rotterdam Zuid representeert de stedelijke grauwheid en het zijn de bewoners zelf die schoonheid en esthetiek aan de wijk weten te geven. De ambacht en creativiteit van verschillende etniciteiten en culturen maakt de wijk leefbaar.” De japon is een bijna architectonische constructie. De print die het hele stuk bedekt is een collage van een gevel van een flatgebouw in Rotterdam Zuid en benadrukt het architectonische effect. Het konijnenhoofd is een verwijzing naar het verhaal van Alice in Wonderland en een vroeg experiment met een 3d printer.
Centraal Museum
Fries Museum
Twee kledingsets (herfst/winter 2013)
Fries kostuum met gouden oorijzer en kanten floddermuts ca. 1860
Craig Green
Anoniem
Collectie Centraal Museum; 31872
Collectie Fries Museum Leeuwarden T1966-474, T1939-246, J1974-304, T1958-121, T2010-038, J1980-014, T1996-005, T1982-121A, J1991-038
Craig Green (1986) is een Britse ontwerper van mannen足 mode die studeerde aan Central Saint Martins in Londen. De ontwerpen uit zijn herfst/winter 2013-2014 collectie zijn kenmerkend voor zijn signatuur: hij combineert eenvoudig belijnde kledingstukken met grote sculpturale houten maskers. Green gebruikt graag afvalmateriaal; hout van deze maskers is afkomstig van een tuinhek. De collectie is gebaseerd op schaduw en reflectie (lichtdonker, zwart-wit): het zwarte als schaduw of kopie van het witte ontwerp.
In de collectie van het Fries Museum is het Fries kostuum uit het midden van de 19de eeuw het meest indrukwekkend. In de voorspoedige jaren tussen 1840 en 1870, waarin de boeren in Friesland steeds rijker worden, groeit het oorijzer uit tot een kleine helm. Hierbij sluit het beeld van de mode met de imposante wijde rokken goed aan. De rok is na 1850 wijder dan ooit en staat bol door vijf tot zeven onderrokken, een zware vracht. De stalen hoepelrok die omstreeks 1857 is uitgevonden brengt verlichting. De tweedelige japon is van wol in een variatie op een Schotse ruit, die dankzij Queen Victoria in de mode komt. Zij bezit sinds 1852 kasteel Balmoral in Schotland en brengt haar vakantiedagen daar door.
Modemuze Light height: >140px
Modemuze wordt mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds, VSB Fonds en Fonds 21 140px