2 minute read

We kunnen hier nog jaren blijven wonen

Zo lang mogelijk thuis blijven wonen is voor veel mensen een belangrijke wens. Maar wat als er door het ouder worden of een aandoening problemen ontstaan met de mobiliteit? Overweeg dan eens een traplift. U kunt weer veilig naar boven en beneden en u kunt fijn in uw vertrouwde omgeving blijven wonen.

1

Als traplopen niet meer gaat

De trap is een van de eerste obstakels in huis als we ouder worden. Maar liefst een kwart van de 75-plussers heeft moeite met traplopen. Een traplift is snel geïnstalleerd en kan al binnen 48 uur geleverd worden. Het is daarom ook een van de meest overwogen woningaanpassingen.

2

Een traplift op maat

Een traplift moet perfect passen bij u en uw trapsituatie. Daarom wordt deze altijd op maat gemaakt. De trap wordt tot op een tiende van een millimeter nauwkeurig opgemeten, zodat de traplift zo goed en zo compact mogelijk geplaatst kan worden. Op een trap met bochten kan de traplift vaak aan de binnenzijde geplaatst worden. Dat betekent dat de rail over de smalle zijde van de treden loopt, waardoor de trap goed beloopbaar blijft. En de trapleuning kan in de meeste gevallen blijven zitten.

3

De

beste trapliften, al meer dan 50 jaar partner heb ik nooit getaald. Ik heb er ook niet zo’n antenne voor. Er zijn wel eens vrouwen geweest die achteraf vertelden dat ze interesse hadden gehad, maar dat heb ik niet opgepikt.” Hij zal ook weinig tijd hebben gehad voor de liefde. Al tijdens zijn loopbaan in de grafische sector, stond Capel bekend als iemand die graag van zich liet horen in de gemeentepolitiek. Zo is hij als FNV-lid betrokken geweest bij de oprichting van het platform sociale zekerheid. Hij werd actief op het gebied van wonen nadat hij in 1987 met de VUT ging en de voorzitter van de plaatselijke ANBO hem had gevraagd of hij zich wilde inzetten voor mensen op latere leeftijd. Capel spreekt liever niet van ouderen, want “dat klinkt zo zielig.”

Beleid

“De wethouder wilde ons betrekken bij huisvesting. Dat wilde ik wel, maar dan voordat er wat beslist werd. En zo is het gegaan. Ik vroeg haar allereerst of ze wilde inventariseren hoeveel woningen in de gemeente geschikt zijn voor mensen op latere leeftijd. Dat viel flink tegen. Daar is toen beleid op gevoerd. Purmerend was op een gegeven moment een van de drie gemeenten in Nederland die voldoende ruimte beschikbaar hadden”, zegt hij niet zonder trots.

Eisen

Hoewel Capel niet meer de jongste is, houdt hij zich nog altijd actief bezig met de portefeuille wonen. Als lid van het wijkbeheer heeft hij zich hard gemaakt voor de bestemming van een nieuw gebouw dat op de plaats komt van een oude, nabijgelegen sportschool die binnenkort wordt afgebroken. Er komen 36 huurwoningen voor mensen op leeftijd. “Onlangs is hier iemand van de woningcorporatie geweest die dat gaat leiden. We hebben even zitten praten. Ik heb naar voren gebracht aan welke eisen woningen voor senioren moeten voldoen.”

VAN NUL TOT 96

Capel kan het weten. Uit eigen ervaring, maar ook uit dat van zijn buren uit het WoonKollektief. Niet dat er alleen maar ouderen wonen. De tien woongroepen die de leefgemeenschap telt, worden bewoond door huurders van 0 tot 96 - Capel is de oudste. Wijzend naar een foto aan de muur: “Die man daar is de laatste die wegging. Hij was 70 en had een hersentumor. Voor hem in de plaats is een gezin gekomen met twee kinderen. Wij hechten eraan dat alle leeftijden hier zitten.”

HONDERD KEER BETER AF

Omdat niet alleen zijn ogen slecht zijn, maar ook zijn rug, kan Capel niet meer zonder hulp van zijn dochter of schoonzoon naar buiten. Vakantie vieren op de Canarische Eilanden, zoals hij tot een paar jaar geleden zo graag deed, is er dan ook niet meer bij. Maar Capel prijst zichzelf gelukkig met zijn plekje in het Woonkollektief, waar hij dagelijks contact heeft met de anderen leden van zijn woongroep en de buren met wie hij een riant dakterras deelt. “We drinken koffie samen, we eten samen, we vieren verjaardagen. En als er wat is, wordt er naar je omgekeken. Ik troost me ermee dat ik hier honderd keer beter af ben dan in een verzorgingstehuis.’

This article is from: