werkplan fase 2

Page 1

Zandwin- en natuurontwikkelingsproject “Over de Maas”

WERKPLAN 2E FASE


Zandwin- en natuurontwikkelingsproject “Over de Maas� Werkplan 2e fase

Zaaknummer Ow-vergunning: 2008-008721 Datum Ow-vergunning: afgifte 18-03-2009 (onherroepelijk 04-11-2009)

Opsteller:

Over de Maas BV Postbus 112 6670 AC Beuningen

Contactpersoon:

ing. H. van der Linde

Telefoonnummer: Telefaxnummer:

024-6790215 / 06-25077896 024-6790233

E-mail:

hvanderlinde@nederzand.nl

Datum: Status:

Werkplan 2e fase

26 juli 2010 definitief

2


Leeswijzer Voor u ligt het werkplan ten behoeve van de uitvoering van de 2e fase van het zandwin- en natuurontwikkelingsproject “Over de Maas� zoals dit is voorgeschreven in voorschrift 8 van de door de provincie Gelderland verleende vergunning op grond van de Ontgrondingenwet en in voorschrift 3.1 lid 2 van de vigerende beschikking op grond van de Wet Bodembescherming. Het betreft een beschrijving van de aanpak van de in fase 2 voorziene werkzaamheden en een aantal daarbij horende kaartbijlagen.

Werkplan 2e fase

3


Inhoudsopgave Pag

1. 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5

Aard, locatie en omvang van de te verrichten werkzaamheden Aard van de werkzaamheden Locatie en omvang van de werkzaamheden Voortzetting afruimen afdekkende klei Onderzoek archeologische profielwand Aanleg tijdelijke ontsluitingsweg waterkrachtcentrale/stuw Start industriezandwinning westelijke deelgebied Overige werkzaamheden

5 5 5 5 6 6 7 7

2.

In te zetten materieel

8

3.

Rijroutes

9

4.

Depots

10

5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9

Overige aandachtspunten Uitzetwerk Inventarisatie flora en fauna Wijze van realisatie van taluds KLIC-melding Natuurtechnische begeleiding Te realiseren kunstwerken en voorzieningen Aanbrengen beplanting Grondbalans Termijn afronding werkzaamheden

11 11 11 11 11 11 11 11 12 12

Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5.

TracĂŠ tijdelijke ontsluitingsweg waterkrachtcentrale/stuw Indicatief Baggerplan schoorplaats Dekker Zandbaggerbedrijf BV Beplantingsstrook Moordhuizen Uitvoeringstekeningen 1:2.000 Dwarsprofiel wijze realisatie taluds

Werkplan 2e fase

4


1

Aard, locatie en omvang van de te verrichten werkzaamheden

1.1

Aard van de werkzaamheden

Dit Werkplan sluit aan op het Faseringsplan zoals dat onderdeel uitmaakt van de vergunningsaanvragen en behelst in hoofdzaak de daarin beschreven fasen 2 en 3 voor het gebiedsdeel Over de Maas en de fasen 1 en 2 voor het gebiedsdeel Moleneindsche Waard. In de periode waarop onderhavig Werkplan betrekking heeft zullen de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: - voortzetting afruimen afdekkende klei - archeologisch onderzoek profielwand - aanleg tijdelijke ontsluitingsweg waterkrachtcentrale/stuw - start industriezandwinning in het westelijke deelgebied - overige werkzaamheden.

1.2

Locatie en omvang van de werkzaamheden

1.2.1 Voortzetting afruimen afdekkende klei Het afruimen van het kleidek, waarmee in januari 2010 is gestart, zal na de bouwvakvakantie verder worden voortgezet. De werkwijze is gelijk aan de wijze als omschreven in werkplan 1 en wordt hierbij als herhaald en ingelast beschouwd. De vrijkomende klei wordt deels afgevoerd uit het projectgebied (als keramische klei of civieltechnisch toepasbare klei) en deels in depot gezet in de daartoe vergunde depotruimten A t/m F. Met uitzondering van een beperkte uitbreiding van het afruimvak in de Moleneindsche Waard (zie bijlage 4) zullen de graafwerkzaamheden vooralsnog plaatsvinden binnen de reeds in werkplan 1 aangeduide vakken, aangezien de afdekverwijdering inmiddels voldoende v贸贸r loopt op de start van de industriezandwinning. Het afruimtempo van de nog binnen de aangegeven vakken resterende hoeveelheid afdek zal dus vooral afhangen van de afzetmogelijkheden van keramische klei en dijkenklei. Zodra de afzet toeneemt en er een volgend afruimvak nodig is, zal er voor dat onderdeel een nieuw werkplan worden voorbereid. Hoeveelheden Hoeveelheidsbepaling van de afzonderlijke partijen (waarbij onderscheid zal worden gemaakt in af te voeren keramische klei, af te voeren civieltechnische klei, klasse B-specie bestemd voor depot A, overige niet-vermarktbare klei klasse A of <AW bestemd voor de andere depotnummers) vindt, zo nodig laagsgewijs, plaats door middel van in- en uitmeting op de plaats van ontgraving. Dit is niet alleen de basis voor de afrekening tussen Over de Maas CV en de aannemerscombinatie maar geeft eveneens inzicht in het verloop van de grondstromen. In onderstaande tabel is een indicatieve raming van de vrijkomende hoeveelheden specie in fase 2 weergegeven.

Werkplan 2e fase

5


Tabel: Deelgebied West Midden Molen.Waard Totaal

Keram. klei 45.000 70.000 115.000

Civiel. klei 50.000 100.000 150.000

Af te voeren naar depots A B C D 60.000 0 45.000 50.000

60.000

0

45.000

50.000

E F 45.000 45.000 100.000 90.000 100.000

In deze fase is nog geen toepassing van materiaal in de herinrichting aan de orde. 1.2.2 Onderzoek archeologische profielwand Zoals reeds in Werkplan 1 werd aangegeven zal in het middengebied worden gestart met het uitvoeren van een archeologische beschrijving aan de hand van een profielwand tussen dijk en Maas. Doordat deze werkzaamheid zal worden gecombineerd met de ontgraving van keramische en/of civieltechnische klei en de afzet daarvan behoorlijk is gestagneerd, is dit onderdeel de afgelopen periode nog niet uitgevoerd en doorgeschoven naar fase 2. De bewuste profielwand is gelegen op de grens tussen het reeds in het verleden afgetichelde deel van de uiterwaard en het nog maagdelijke terrein. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd door ARC BV aan de hand van een voor dit doel opgesteld Plan van Aanpak dat inmiddels is goedgekeurd door de provincie Gelderland als bevoegd gezag. Het terreinwerk neemt naar verwachting 6 werkdagen in beslag (1 dag per 100m). De aannemer zal er in combinatie met de afdekverwijdering ter plaatse zorg voor dragen dat er dagelijks voldoende lengte profielwand is vrijgegraven voor het verrichten van het onderzoek. 1.2.3 Aanleg tijdelijke ontsluitingsweg waterkrachtcentrale/stuw In het najaar van 2010 (na de maïsoogst) zal alvast een vervangende tijdelijke puinweg worden aangelegd tussen de Veerweg en de waterkrachtcentrale/stuw. Het eerste deel van deze puinweg is reeds aangelegd tijdens fase 1 ten behoeve van de afvoer van civieltechnische klei naar het benedenpand van de stuw waar in overleg met Rijkswaterstaat een laadponton is afgemeerd volgens de voorschriften van de verleende ontheffing op grond van het Binnenvaartpolitiereglement. Door de gekozen positie van het laadponton kan een sluispassage voor de betreffende vrachtschepen worden vermeden. Voor het tweede deel van de puinweg is na overleg met het Bewonersplatform, NUON en Rijkswaterstaat gekozen voor een afwijkend tracé ten opzichte van het oorspronkelijke idee waarbij de tijdelijke rijroute langs de Maasoever richting de veerstoep zou worden geprojecteerd. Bij het alternatieve tracé zal de route van het toekomstige fietspad worden gevolgd (zie kaartbijlage 1). Dit heeft als voordeel dat de puinfundering straks niet meer behoeft te worden verwijderd, maar grotendeels kan blijven liggen voor de definitieve omvorming tot fietspad (wel zal een eventuele overbreedte van deze fundering worden verwijderd tot een breedte die past bij het fietspad dat straks een asfaltverharding krijgt met een breedte van 2,5 meter).

Werkplan 2e fase

6


Het onderhoud en risico van de tijdelijke puinweg ligt bij Over de Maas CV en haar aannemer en is gedurende de periode van gebruik als tijdelijke rijroute niet de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. 1.2.4 Start industriezandwinning westelijke deelgebied In het kader van Werkplan 1 zijn het afgelopen halfjaar de westelijke invaart en het bijbehorende startgat gerealiseerd. Tweede helft augustus zal het eerste klasseerponton met bijbehorende profielzuiger (combinatie Rotterdam 55 met Rotterdam 58) worden aangevoerd en zal er na assemblage begin september 2010 worden gestart met de productie van industriezand. Vrijkomend grind uit de eerste fase van de IZ-produktie zal aan de oostzijde van het startgat en bovenstrooms van de invaart onder water in depot worden gezet. Zodra er meer ruimte is ontstaan zal er een onderwaterdepot van grind worden gevormd langs het zuidwestelijke talud van het startgat juist benedenstrooms van de invaart. Vanaf het moment dat dit grinddepot in voldoende mate is gevuld (ca. een half jaar na de start van de industriezandproduktie), zal de grindverwerkingsinstallatie Rotterdam 57 worden aangevoerd en zal de verwerking van grind tot vermarktbare grindsoorten gaan starten. De voorlopige schoorplaats van Dekker Zandbaggerbedrijf BV als startende contractant, strekt zich vanaf het startgat uit in westelijke richting en beslaat het gehele afgeruimde en nog af te ruimen deel van de winplas tot aan de westelijke begrenzing bij de Van Heemstraweg. De winning en verwerking van de in de aangegeven schoorplaats aanwezige hoeveelheid industriezand neemt een periode van ca. 2 jaar in beslag. De wijze waarop de winning zich door het gebied zal gaan verplaatsen is uitgewerkt in een Baggerplan dat ter indicatie is bijgevoegd als bijlage 2. De in dit baggerplan beschreven indicatieve werkvolgorde heeft als doel om door middel van een slimme positie van het hoofdponton de overloopspecie zoveel mogelijk te deponeren ter plaatse van de te reconstrueren tussendam en daarmee gelijktijdig het eerste toekomstige compartiment voor het terugstorten van afdekklei te creĂŤren. Voor de wijze waarop de taluds worden gerealiseerd wordt verwezen naar de dwarsprofielen welke zijn weergegeven in bijlage 5 bij dit werkplan. Binnen de taludzone zal een werkwijze worden gevolgd waarbij de profielzuiger evenwijdig wint aan het talud en daarbij laagsgewijs van boven naar beneden werkt. Het aldus gerealiseerde talud zal na 2 maanden worden gepeild. Buiten de taludzone gelden geen specifieke beperkingen. Conform voorschrift 25 uit de ontgrondingsvergunning en de voorschriften 4.8 en 4.9 uit de ontheffing van de keur, zullen de baggeractiviteiten worden gestaakt tijdens een hoogwaterperiode d.w.z. bij Maaswaterstanden te Lith Dorp hoger dan NAP+5,70m of Waalwaterstanden te Sint Andries hoger dan NAP+8,00m. Na een hoogwaterperiode zal bij vallend water met meer dan 0,5m waterstandsdaling per dag gedurende een periode van 5 dagen geen winning in de taludzone plaatsvinden. Buiten de taludzone is er dan geen beperking in activiteiten. 1.2.5 Overige werkzaamheden De overhoek welke ontstaat tussen de te realiseren tijdelijke ontsluitingsweg naar de waterkrachtcentrale/stuw en de woning Doorbraakdijk 11 zal komend najaar alvast worden ingericht conform eindplan. Overleg met de bewoners dient nog plaats te vinden.

Werkplan 2e fase

7


2

In te zetten materieel

Het in deze fase in te zetten materieel zal hoofdzakelijk bestaan uit: -

2 Ă 3 rupskranen met 3500-liter bak voor het ontgraven en beladen Afhankelijk van de rijafstand 2-5 vrachtwagens (10X8) per rupskraan voor het transport binnen het project en de externe afvoer van klei per as laadpontons en schepen voor de afvoer van klei over water per ontgravinglocatie een shovel voor het onderhouden van de bijbehorende platenbaan per depotlocatie een bulldozer of kraan pompen t.b.v. droog houden ontgravinglocatie klasseerinstallatie Rotterdam 55 met bijbehorende profielzuiger Rotterdam 58 grindverwerkingsinstallatie Rotterdam 57

en ondersteunend materieel als tankauto voor aanvoer brandstof, waterwagen voor stofbestrijding, veegwagen, vletje, drijvende bok, onderlosser, verblijfsaccommodatie (hotelschip Waaltje), opstapsteiger etc.

Werkplan 2e fase

8


3

Rijroutes

De in fase 1 aangelegde tijdelijke asfaltweg (zie Werkplan 1) vormt ook in de komende fase de hoofdader voor het interne transport in het westelijke gebied en middengebied. Dit betekent dat de aan- en afvoer van materiaal en materieel via de afrit op de N322 kan plaatsvinden en er daarvoor geen gebruik behoeft te worden gemaakt van de dijk. Daarnaast zal er tussen de plaats van ontgraving en deze asfaltweg en tussen deze asfaltweg en de actuele stortlocatie op het depotterrein (zonodig) worden gewerkt met platenbanen van stalen rijplaten die telkens zullen opschuiven naarmate het werk vordert. Deze platenbanen zullen worden gelegd in een rijlus zodat er eenrichtingverkeer ontstaat. Ditzelfde geldt voor de rijroute richting het laadponton op de Maas ten behoeve van de afvoer van keramische klei. Tussen de opstapsteiger/verblijfsaccommodatie (welke wordt afgemeerd langs de oever van het gerealiseerde startgat) en de asfaltweg zal een tijdelijke puinweg met bijbehorend parkeerterreintje worden aangelegd. Een melding in het kader van de Waterwet is inmiddels gedaan bij Rijkswaterstaat. Voor de Moleneindsche Waard geldt dat ook in de komende fase voor de aanvoer van mens en materieel nog gebruik zal worden gemaakt van de op dat moment nog bestaande ontsluitingsweg richting waterkrachtcentrale. Zodra de in paragraaf 1.2.3 beschreven tijdelijke ontsluitingsweg naar de waterkrachtcentrale/stuw gereed is, zal ook deze worden gebruikt. Voor de afvoer van de vrijkomende afdekkende rooflaag zal, indien nodig, een platenbaan van stalen rijplaten worden gelegd tussen het ontgravingsvak en depotlocatie F. De civieltechnische klei welke per schip wordt afgevoerd, wordt getransporteerd via het in fase 1 gerealiseerde deel van de in paragraaf 1.2.3 beschreven tijdelijke ontsluitingsweg naar de waterkrachtcentrale/stuw.

Werkplan 2e fase

9


4

Depots

Zoals reeds staat aangegeven in hoofdstuk 1 zal er in deze fase gebruik worden gemaakt van alle depots d.w.z. de depots A, B, C, D, E en F (voorzover deze nog niet volledig zijn gevuld in fase 1). De nummering is gelijk aan de nummering uit het Faseringsplan dat deel uitmaakt van de vergunningsaanvragen. De ligging van de depots is aangegeven op de uitvoeringstekeningen van bijlage 3. De hoeveelheden welke naar verwachting in deze fase nog in deze depots zullen worden opgeslagen zijn aangegeven in de tabel van paragraaf 1.2.1. Bij de opbouw van het depot zal rekening worden gehouden met de eisen welke worden gesteld in voorschrift 26 en in de ontheffing van de Keur (hoogwaterperiode en baggerwerkzaamheden in de nabijheid).

Werkplan 2e fase

10


5

Overige aandachtspunten

5.1

Uitzetwerk

De aannemer heeft gekozen om in plaats van uitzetwerk met piketten te werken met machines welke zijn uitgerust met GPS-besturing. Er is bij het directieverblijf een permanent GPS-meetstation ingericht.

5.2

Inventarisatie flora en fauna

Er wordt gewerkt via de gedragscode van FODI. Ieder deelterrein wordt voordat de werkzaamheden ter plaatse starten door een deskundige bioloog gecheckt op de aanwezigheid van flora en fauna teneinde verstoring te voorkomen (Hans Hovens van adviesbureau Faunaconsult). Aangezien er geen nieuwe deelgebieden zullen worden aangesneden zal deze vorm van inventarisatie in de komende fase naar verwachting niet aan de orde zijn.

5.3.

Wijze van realisatie van taluds

Het eerste deel van het talud tot aan de in voorschrift 15 vermelde diepte (NAP+0,00m resp. NAP+4,00m) zal worden gegraven met een kraan met GPSbesturing. Het deel van het talud dat gerealiseerd wordt middels de profielzuiger zal worden uitgevoerd op de wijze zoals beschreven in paragraaf 1.2.4.

5.4

KLIC-melding

Is uitgevoerd door de aannemer. Tekeningen zijn ontvangen en zijn op het werk aanwezig.

5.5

Natuurtechnische begeleiding

Op een enkele overhoek na is er in deze fase nog geen sprake van herinrichtingswerkzaamheden.

5.6

Te realiseren kunstwerken en voorzieningen

Er is in deze fase nog geen sprake van grootschalige herinrichtingswerkzaamheden.

5.7

Aanbrengen beplanting

Achter de buitendijkse woningen aan Moordhuizen zal direct na de bouwvakvakantie een strook worden ingericht en toegevoegd aan de tuinen van de betreffende woningen (zie werkplan 1). Ook zal er een afrastering worden geplaatst op de nieuwe eigendomsscheiding. Achter deze afrastering, dus binnen het projectgebied, zal een beplantingshaag worden aangebracht. In overleg met bewoners en eindbeheerder Natuurmonumenten is gekozen voor een meidoornhaag met scheerbeheer zodat enerzijds de privacy wordt gewaarborgd en anderzijds het uitzicht vanuit de woningen niet verdwijnt. Werkplan 2e fase

11


Deze haag zal komend plantseizoen worden aangeplant. Gedacht wordt aan het planten van 3 rijtjes eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) met een bijmenging van 10% wilde roos (Rosa canina). Voor de haag geldt een rijafstand van 0,75m en een afstand in de rij van ca. 1,00m waardoor een redelijk compacte haag gaat ontstaan die zich goed laat beheren middels scheren. In deze haag kan nog een enkele opgaande wilde kers (Prunus) worden toegepast. De projectie van de eigendomsscheiding en van de haag is aangegeven op kaartbijlage 3.

5.8

Grondbalans

Is in het kader van deze fase nog niet van belang.

5.9

Termijn afronding werkzaamheden

Speelt in het kader van deze fase nog geen rol.

Werkplan 2e fase

12


BIJLAGEN

Werkplan 2e fase

13


Bijlage 1: TracĂŠ tijdelijke ontsluitingsweg waterkrachtcentrale/stuw


Bijlage 2: Indicatief Baggerplan schoorplaats Dekker Zandbaggerbedrijf BV


Indicatief Baggerplan schoorplaats Dekker Zandbaggerbedrijf BV

Juli 2010

Werkplan 2e fase

16


Werkplan 2e fase

17


Werkplan 2e fase

18


Werkplan 2e fase

19


Werkplan 2e fase

20


Bijlage 3: Beplantingsstrook Moordhuizen

Werkplan 2e fase

21


Bijlage 4: Uitvoeringstekeningen 1:2.000

-

Tek.nr. OVEM01-5-7002A blad 1 t/m 3 Aangezien dit dezelfde tekeningen betreft als die welke bij Werkplan Fase 1 zijn gevoegd, is na overleg met de afdeling Handhaving besloten om deze niet opnieuw bij te voegen. Volledigheidshalve wordt verwezen naar Werkplan Fase 1. De beperkte uitbreiding van het afruimvak in de Moleneindsche Waard is aangeduid op bijgaand kaartje.

Werkplan 2e fase

22


Uitbreiding afdekverwijdering t.o.v. Werkplan Fase 1


Bijlage 5: Dwarsprofiel wijze realisatie taluds



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.