2 minute read

Juridisch: Van wie is de stoep?

Van wie is de stoep?

Over (deel)fietsen in de openbare ruimte

In steeds meer gebieden zijn inmiddels commerciële aanbieders van deelscooters en deelfietsen actief. Daarbij worden scooters en fietsen op de stoep geparkeerd. Dit roept de vraag op in hoeverre de openbare ruimte gebruikt mag worden voor het stallen van deelscooters en deelfietsen.

TEKST MAAIKE DE WIT H et Hotel had op de stoep voor haar deur een aantal fietsen geplaatst, met een kettingslot afgesloten en voorzien van een sticker met daarop een nummer. Volgens de gemeente was dit commercieel uitstallen van fietsen in strijd met de APV. Volgens artikel 4.3 van de APV is het namelijk verboden om zonder vergunning voorwerpen op de weg te plaatsen en/of te hebben, tenzij het gaat om voertuigen. Citaat:

Artikel 4.3 Voorwerpen en stoffen op, aan, in of boven de weg 1. Het is verboden zonder vergunning van het college voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg te plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten. 2. Het verbod geldt niet voor: […] c. voertuigen, met inbegrip van kinderwagens, kruiwagens en dergelijke kleine voertuigen; […]

De gemeente had het Hotel daarom een zogenoemde last onder dwangsom opgelegd, een sanctiebesluit waarbij het Hotel werd verplicht om de fietsen weg te halen op straffe van een boete. Het Hotel vecht het besluit aan.

OORDEEL RECHTBANK

De rechtbank gaf de gemeente gelijk. Het plaatsen van fietsen kon volgens de rechtbank vergeleken worden met winkeluitstallingen, die evenmin niet zijn toegestaan op de stoep. Ook het stallen van de fietsen werd immers uit commerciële overwegingen gedaan. Volgens de rechtbank was niet gebleken dat de fietsen in gebruik waren bij de hotelgasten of medewerkers. De fietsen leggen beslag op de openbare ruimte in het private belang van de onderneming dat ten koste ging van de publieke functies van de ruimte. Juridisch vertaald waren de fietsen daarom aan te merken als ‘voorwerpen’ in de zin van de APV – die niet op de stoep mogen worden geplaatst - en niet als ‘voertuigen’, die wel in de openbare ruimte mogen worden gestald. Het Hotel gaat in hoger beroep.

OORDEEL RAAD VAN STATE

In hoger beroep krijgt het Hotel gelijk. Het Hotel had in hoger beroep onder meer aangevoerd dat de fietsen niet waren uitgestald met een commercieel oogmerk, maar bedoeld waren voor gebruik door hotelgasten en hotelmedewerkers. Daarom waren het voertuigen (en niet: voorwerpen) en mochten ze wel op de stoep worden gezet. Het Hotel krijgt van de Raad van State gelijk, maar om andere redenen. Geoordeeld wordt volgens de tekst van de APV dat onder het begrip ‘voertuig’ ook een fiets valt en dat nergens uit de APV blijkt dat fietsen die door een hotel worden ingezet niet langer als ‘ voertuig’ kunnen worden beschouwd. Aangezien het zogenoemde legaliteitsbeginsel met zich meebrengt dat bij sancties zoals een last onder dwangsom heel duidelijk moet zijn omschreven voor welke handelingen men een sanctie kan krijgen, kon de gemeente niet op grond van de APV een sanctie opleggen.

DE ‘WIJZE LES’ VOOR DE PRAKTIJK

Amsterdam zal haar APV op dit punt moeten aanpassen om alsnog handhavend te kunnen optreden tegen de manier waarop het Hotel gebruik maakt van de stoep. De wijze les uit deze uitspraak is dus dat als een gemeente het stallen van (deel)fietsen en (deel)scooters op de stoep/ het openbaar gebied aan banden wil leggen, dit expliciet in de APV moet worden beschreven.

MAAIKE DE WIT, advocaat partner Straatman Koster Advocaten

This article is from: