Automatie | PMA 5 2016

Page 1

6 jaa0r HET IA -VAKBL AD VO OR NEDERL AND EN BELGIE 6 0S TE JA A RG A NG 2016

Begrip voor Temperatuur Aandrijven & Besturen


13477d


Inhoud Redactioneel & Agenda

ook de theaterwereld wordt aangedreven

Basisbegrippen op een rij

Wereldreis in twee dagen

Eerste editie Motion & Drives goed ontvangen

Meting van temperatuur

Pagina 02 Croonwolter&Dros

03

04

08

Open innoveren door ervaren

feda

3DExperienceplatform wordt allesomvattend Pagina 15 A-B-T pagina 16 automatica leuze electronic

Alle bruggen en sluizen bedienen vanuit één scadasysteem

12

pagina 20 balluff

21

Industry 4.0

zestig jaar dienstbaar

Serialisatie

Factories of the Future

FHI jubileert

pagina 28 turck & Elobau Pagina 29 ODS pagina 31 Elsto

klein-kleiner-kleinst

cyberkroniek

arbeid & onderwijs

MicroNano­ Conference 2015

Ransomware

Week van de Techniek

36

18

Europese wetgeving

22

pagina 38 automatie-pma.com

FEDA presenteert visie 2020

pagina 41 e-t-a

40 beurzen

Instrumentatieexpeditie

ESEF en TechniShow

44

pagina33 Klay

32

43

FHI

pagina 45 mitsubishi

26

pagina 47 euchner

Colofon &

46

pagina 48 Jumo & Mikrocentrum omslag 2 ifm omslag 3 Wots omslag 4 Keller meettechniek

48

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 05/2016

01


Industriële complexen met reactievermogen

Duurzaamheid, veiligheid en productiviteit hebben prioriteit bij de bouw en het onderhoud van industriële complexen. En worden steeds vaker gewaarborgd door intelligente, zelfdenkende systemen en installaties. Door state-of-the-art elektrotechniek, werktuigbouw, automatisering en informatisering. Technologieën die elkaar aanvullen én versterken. Bij Croonwolter&dros passen we ze geïntegreerd toe in projecten die de toekomst van de industrie in Nederland vorm geven en onze leefwereld veiliger, duurzamer en comfortabeler maken.

intelligentie door technologie 13569a


redactioneel

Agenda Liam van Koert liam@thetextfactory.eu

Juni 31/5-3 CeMaT Hannover Messe 1-2 Photonics NH Koningshof, Veldhoven

Wereldreis in twee dagen

D

e wandelschoenen weer uit het vet, de potloden gescherpt en vlug in de auto richting Hannover. Het is rustig op de weg, want het is Koningsdag. Het Airbnb-appartement, wat dit jaar vreemd genoeg een Russische sauna met veldbed, inclusief afbeelding van Vladimir Poetin in handdoek blijkt te zijn, moet nog even wachten. We gaan rechtstreeks naar het Messegel채nde, want een druk programma wacht.

De formaliteiten met die andere leider, Barack Obama was netjes in pak, hebben we gemist. Ik had zwembadverplichtingen in Portugal en je moet nu eenmaal prioriteiten stellen. Achteraf misschien toch wel jammer. Want veel kansen om Amerikanen te spotten, bleken er niet te zijn. Ja, op vele stands werd het partnerland van dit jaar nadrukkelijk gegroet. Geheel UL-gecertificeerd. Ook Hannover bleek in de ban van vrijhandelsverdrag TTIP. Zo gelden er in Amerika sinds dit jaar bijvoorbeeld strengere tracking & tracing-regels voor voedsel. Wie er naar wil exporteren, heeft er rekening mee te houden. Een mooie kapstok voor een RFID- of visionpitch natuurlijk. Maar de Amerikanen zelf? Ik zag ze weinig. Een bedrijf als Rockwell Automation bijvoorbeeld stond alleen op de gezamenlijke stand van vereniging OVDA en uitvinders van het Common Industrial Protocol. Nu zou je kunnen stellen dat het ook wel een behoorlijke afstand is. Veel verder dan voor de partners van volgend jaar: de Polen. Maar weet je wie zich hier niets van aantrokken? De Aziaten. Die leken zich meer dan ooit te willen meten met de Deutsche Gr체ndlichkeit. Uitblinker was het via de Nederlandse vestiging ingeschreven Huawei. Inderdaad, die van die Chinese mobieltjes. Ik heb ze een beetje onderschat, moet ik u bekennen. Ja, ze maken mobieltjes. En dat doen ze als derde aanbieder wereldwijd helemaal niet onverdienstelijk. Maar het is slechts de TTIP van de ijsberg. Met 175.000 werknemers maakt het bedrijf hele serieuze IIoToplossingen. Hardware en software. Ook computers met 100 teraflopprocessoren en 100 pentabytes opslagcapaciteit kan je er bestellen. Via Alibaba bijvoorbeeld, dat pak hem beet toch drie keer groter is dan Amazon. Tot slot de Turken. Ook zij waren traditiegetrouw erg zichtbaar. En ja, hun leider moest het zo nu en dan wat ontgelden. Maar beledigend of niet, ToTIP of not ToTIP, in Hannover was het vooral business as usual.

1-2 Vision, Robotics and Mechatronics NH Koningshof, Veldhoven 8-10 WIRE Muziekgebouw Eindhoven 15-16 Labtechnology Jaarbeurs Utrecht 15 Process Safety Congres Van der Valk Hotel Dordrecht 21-24 AUTOMATICA Messe M체nchen 21-23 Electric & Hybrid Marine Amsterdam RAI 22-24 Industrial Technologies Amsterdam RAI

Powered bij Industryplanner.com

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

03



Ook de theaterwereld wordt aangedreven

Eerste editie Motion & Drives goed ontvangen Het was even spannend hoe het allemaal zou lopen. Maar de reacties op de eerste editie van Motion & Drives - een evenement van FEDA en Mikrocentrum - zijn voornamelijk positief. Ja, de positionering kon beter. Maar de inhoud stond stevig, de locatie was schitterend en de netwerkvloer bruiste met ruim 160 ongezouten meningen. Een verslag van de meest in het oog springende bijdragen van 10 maart. Liam van Koert

W

e hebben de evaluatieformulieren net verstuurd, maar ik heb al heel veel mensen om hun mening gevraagd’, zegt een opgeluchte Karin Mous. Als themadagmanager was zij namens Mikrocentrum verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling, de vorm en de logistiek. Een aardig bordje vol. Er vanuit gaande dat het papier een vergelijkbaar resultaat laat zien is ze voorzichtig positief. ‘Het is met een nieuw evenement altijd even zoeken. Maar ik denk dat we met Motion & Drives een juiste snaar hebben geraakt. Ja, we hadden graag wat meer eindgebruikers over de vloer gehad. Misschien heeft verwarring rondom de naam hier aan bijgedragen. De dag ging niet zozeer om de motion controller, maar om motion als toepassing. Het automatiseren van beweging dus. En aan die veelzijdige interpretatie van motion is ruimschoots recht gedaan.’

Leerboek elektromotoren Een van de eersten die het podium mag betreden is FEDAvoorzitter Rob Hommersen. Namens de branche brengt hij

een nieuw leerboek over elektromotoren onder de aandacht. ‘Zonder elektromotoren zou de wereld letterlijk tot stilstand komen’, onderstreept hij het belang van het ongelofelijk veel toegepaste motiononderdeel. ‘Snappen wat voor verschillende soorten motoren er zijn, wat hun karakteristieken zijn, wanneer je welk type toepast, hoe je ze aanstuurt, in bedrijf neemt en onderhoudt is een vak apart. Door deze kennis op te tekenen en in een Technische leergang elektromotoren te bundelen hopen we de aandrijfbranche, die om goed geïnformeerde techneuten zit te springen, een belangrijke dienst te bewijzen.’ Het eerste exemplaar is voor Beatrice Boots, die als Vice-­ Director Platform Bèta Techniek verantwoordelijk is voor het Technologiepact. Zij is zich vanuit haar rol binnen het Deltaplan Techniek - dat als ambitie heeft 40% van alle potentiële afstudeerders voor een bètastudie te laten kiezen - maar al te goed bewust van het nijpende tekort aan goed geschoolde mensen. Volgens Boots zijn we op de goede weg, maar zijn we er nog niet. Een nieuw boek in de Technische Leergang reeks

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

05


Theaterpraktijk Gelukkig zat het met dat kennis delen wel goed. Ook in de “grote zaal” van de Hilvaria Studio’s, waar Phil Collins de eerste noten van “In the air tonight” zou hebben gecomponeerd. Een toepasselijk praktijkverhaal werd verteld door Control Technics en theaterautomatiseerder Trekwerk. Groot geworden in de tijd dat de arbo het verbood om nog langer met de hand de decorstukken te hijsen, ontwikkelde Trekwerk een besturing, The New Machine, die zelfs de meest bewegelijke voorstelling veilig in goede banen leidt. Even voor de beeldvorming: een beetje theater is 24 meter hoog. Het publiek ziet nog niet de helft van het werkelijke podium, waarboven zo’n dertig decorstukken achterelkaar kunnen worden opgehangen. Deze stukken hangen aan roedes met een draagcapaciteit van een ton en worden met 2,5 meter per seconde aan weerszijde door een 15 kW motor aangedreven. Zouden alle motoren gelijktijdig op vollast draaien, dan implodeert het gebouw. Onder dit aandrijfgeweld lopen de acteurs en actrices. Nou ja, lopen. Vliegen komt ook steeds vaker voor. Hiertoe worden extra assen tussen de decorstukken geplaatst die de aan een harnas bevestigde kabels aantrekken of laten vieren. Dit alles moet - inclusief decorstukken, licht en muziek, synchroon. Het liefst zonder vierendelen. Control Technics leverde de regelaars en bemoeide zich onder andere met de energiehuishouding. Trekwerk ontwikkelde de software die als een volleerd dirigent alle decorstukken hun plaats wijst. Geen gemakkelijke vooraf uitgemaakte zaak, verzekert directeur Reind Brackman. Ja, je kan bepaalde delen van de voorstelling als sequenties voorprogrammeren. Maar geen voorstelling is hetzelfde en er moeten altijd live aanpassingen gedaan kunnen worden. Uiteraard soepel, zonder dat het publiek doorheeft dat er van het oorspronkelijke programma wordt afgeweken. We schijnen er in Nederland behoorlijk in voorop te lopen. High-end theatertechniek is een onbekende, maar zeer beminde exportparel. Weer wat geleerd.

‘High-end theatertechniek is een onbekende, maar zeer beminde exportparel.’

van FEDA - waarvan ze het bestaan overigens niet kende juicht ze van harte toe. Ook zegt ze toe het met haar achterban te zullen delen, dus wie weet is het in de toekomst ook in diverse leslokalen terug te vinden.

Forumdiscussie 4.0 Dan is het tijd voor de hoofdact van het affiche. Als een ware quizmaster springt Mat Josquin over de tribune. De nieuwe Manager Marketing & Communicatie van Mikrocentrum heeft duidelijk vaker met dit bijltje gehakt. Na een korte individuele introductie van de directieleden van Festo - Dennis van Beers, Bosch Rexroth - Ron van den Oetelaar en Lenze - Eric van den Broek, gaat de forumdiscussie over motion 4.0 van start. Aan bod komen onderwerpen als energie, kennisontwikkeling en de vraag of toekomstbestendige automatisering centraal of decentraal is. Enkele plaagstootjes richting pneumatiek en hydrauliek daargelaten, lijken de heren het grotendeels met elkaar eens. Wie nu nog over energie moet gaan nadenken? Die is rijkelijk laat. Hetzelfde geldt in mindere mate voor bedrijven die nu pas beginnen met nadenken over skillsets. Hoe is de match tussen activiteiten en aanwezige competenties vandaag? En hoe hangt deze kennisvlag er morgen bij? Het meest interessante en concrete deel is de discussie over decentralisatie. Moeiteloos werd er geschakeld tussen de voors en tegens van intelligente I/O in het veld en alomvattende informatiesystemen als ERP vanuit waar de hele bedrijfsvoering centraal wordt aangestuurd. Zelfs een voorgaand thema als kennis wordt in dit verband meegenomen. Want je kan alle big data wel centraliseren, maar wie heeft alle kennis om die juist te interpreteren en op de juiste plek en manier toe te passen? Inderdaad. Niemand. Open samenwerking is een voorwaarde voor succesvolle motion 4.0. Dat gaat veel verder dan open standaarden en heeft alles te maken met een open bedrijfscultuur waarin kennis delen centraal staat.

06

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

Model based engineering - Hardware Er volgen twee verhalen over model based engineering. Dat van Sven Holt van ASML over verschillende mechatronische ­s imulatiemodellen en hun plek in het V-model. Hoewel de ­details menig toehoorder net iets boven de spreekwoordelijke pet gingen (op zich niets om je voor te schamen als Laplace en Fourier een beetje zijn weggezakt) was de strekking helder. Hoe meer vooraan in het ontwikkelingsproces, des te eenvoudiger zijn de geoorloofde modellen waarop we onze keuzes mogen funderen. Een massaveersysteem kan je bijvoorbeeld eenvoudig beschrijven als een systeem waar de zwaartekracht (f=mg) tegengesteld is aan de veerkracht (f=cu). Door wat delen, worteltrekken en vermenigvuldigen kan je met deze simpele voorstelling snel een uitspraak doen over de trillingstijd.


Maar in werkelijkheid is er natuurlijk niet zoiets als een ideaal massaveersysteem, maar is er demping. Sterker nog, de werkelijkheid is een optelsom van massaveersystemen die allemaal van belang worden naarmate je preciezer bij de werkelijkheid terecht wilt komen. Hier komen gereedschappen als eindige-elementenmethoden om de hoek zetten. En komen we in de onderste, meest gedetailleerde punt van het V-model de feitelijke realisatie van een systeem - dan worden ook realtime meetwaarden aan de mix toegevoegd. Gaat men in het Vmodel weer naar boven - we hebben het dan bijvoorbeeld over inbedrijfname en later ook onderhoud, dan mag het abstractieniveau weer omhoog en neemt de complexiteit van gebruikte modellen weer af.

Model based engineering - Software Met een kleine huivering worden de oren gespitst voor een tweede college over model based engineering. Dit keer in ­relatie tot software. Gelukkig is Jan Friso Groote niet van plan

in code te praten. In plaats daarvan begint hij met een eenvoudig voorbeeld: een brug. Is deze niet sterk genoeg dan kan je er supports aan toevoegen om hem sterker te maken. En omdat onze brugmodellen redelijk kloppen, kunnen we zelfs ongeveer zeggen hoeveel supports we moeten toevoegen om hem bijvoorbeeld twee keer sterker te maken. Met software gaat die vlieger niet op. Er is geen model voor goedwerkende software. In het beste geval misschien een functionele specificatie. En gooien we er voor de veiligheid wat extra code tegenaan, dan groeit meestal het aantal bugs. Toch hoeft dit niet het geval te zijn. Want met een wiskundig gemodelleerde test, waarvan hij ons de details bespaart, blijk je wel degelijk “bugvrije” software te kunnen maken. Ja, het vereist een dosis wiskundig inzicht en doortastendheid. Maar het werkt, getuige onder andere de nieuwe programmeerstandaard bij Cern, ­nadat hij en zijn team de bugs uit de Large Hadron Collider software haalden. Wat Groote betreft is het hoog tijd dat ook de industrie met model driven software engineering aan de slag gaat. Vele onontdekte bugs houden zich schuil in Neerlands machineparken, tunnels en bruggen. De meeste onschuldig. Wat is de kans dat een operator drie rondjes naar rechts draait, tegelijk op de rode en blauwe knop drukt terwijl net het licht uitgaat? Niet zo groot. Helemaal wanneer hij goed ­g eïnstrueerd is aan welke knoppen wel te draaien. Maar de gevolgen wanneer het onwaarschijnlijke toch gebeurt kunnen groot zijn. Bovendien kost ook ­d ebuggen veel tijd en geld. Voorkomen is beter dan genezen. En dat geldt nu dus ook voor softwareontwikkeling.

‘Aan de veelzijdige interpretatie van motion is ruimschoots recht gedaan.’

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

07


Pt100 voor voedsel­i ndustrie Promesstec

Weerstandsensor CustomControlSensors

Metaalafgeschermde sensor

Thermokoppel probe Type K Australian Robotics

Meting van Temperatuur Temperatuur is een van de meest gemeten variabelen in de procesindustrie. En misschien ook wel buiten deze sector. Feitelijk is temperatuur een indicatie van, of een maat voor, de activiteit van de moleculen en atomen. Hoe hoger de activiteit des te hoger de temperatuur. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde. Willem van der Bijl

Basisbegrippen op een rij

08

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE 05/2016

D

e beweging van moleculen en atomen is moeilijk te meten. Daarom wordt gebruik gemaakt van het effect dat deze bewegingsactiviteit op materialen heeft. Naarmate de bewegingsactiviteit toeneemt bijvoorbeeld, neemt de doorlaat van elektronen bij de meeste metalen ook toe. Ofwel de geleidbaarheid neemt toe en daarmee neemt de weerstand dus af. Een ander effect is de afmeting. Om de verhoogde activiteit toe te laten, wordt materiaal groter en bij stilstand hebben materialen de kleinste afmeting. Dus materialen zetten uit en krimpen bij veranderende moleculaire activiteit. Zo weten we allemaal dat


temperatuurschalen gemaakt zijn op het effect dat temperatuur op de omvang van materialen heeft. Celsius nam het smelt- en het kookpunt van water als de vaste punten 0 en 100 graden en verbond er zijn naam aan. Het klinkt ook allemaal logisch en het zijn nuttige effecten die voor de meting van temperatuur kunnen worden ingezet. In dit artikel bespreken we twee veel voorkomende technieken: Meting van de verandering met behulp van weerstand en door spanningsverschil.

Weerstandsvariatie Van een element zal de elektrische weerstand bij een bepaalde tempera-

tuur bekend moeten zijn. Ook van belang zijn de verandering per eenheid van temperatuur, het liefst over een groot gebied gelijk. In het algemeen ver wachten we van een sensor een hoge stabiliteit en gevoeligheid, een lineair gedrag, een hoog smeltpunt en dat hij corrosiebestendig, sterk, bewerkbaar, beschikbaar en goedkoop is. En dat geldt dus ook voor ons temperatuurelement. We kiezen een blokje materiaal met deze eigenschappen en zorgen ervoor dat het een bepaalde weerstand heeft bij bijvoorbeeld nul graden Celsius. En de

weerstandsverandering van het blokje is 1 ohm per 1 graad Celsius. Makkelijk toch? Dus bij nul graden is de weerstand bijvoorbeeld 100 ohm en bij 100 graden Celsius is de weerstand dan 200 ohm. Een prachtig meetelement. We moeten er alleen voor zorgen dat het blokje, bij meting van de tem-

Weerstandsensor Hydra Twee thermowells

Temperatuursensor met transmitter in het midden. Deze kan naar keuze in de vier speciale proceskoppelingen worden gedraaid.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE 05/2016

09


peratuur van het proces, elektrisch geïsoleerd is van dit proces. Anders wordt de meting van de weerstand wel erg lastig. Het meetblokje stoppen we in een omhulling dat zorgt voor mechanische en elektrische afscherming, we sluiten Thermokoppel: De meter M meet een er twee draadjes op aan om de weerspanning die bepaald wordt door S maal stand te meten en voilà: we hebben de temperatuur aan de een temperatuurmeter. Het is wel bewarme las (WL) minus de temperatuur aan de langrijk dat ons meetblokje zodanig in koude las (KL) het proces geplaatst is, dat het de temperatuurverandering zo snel mogelijk “overneemt”. Het blokje meet namelijk alleen de juiste procestemperatuur als het die volledig heeft overgenomen, ofwel als het dezelfde temperatuur heeft. De zogenaamde warmteweerstand mag dus niet te groot zijn en de warmtecapaciteit is het liefst zo klein mogelijk. Dit zijn belangrijke factoren, met name omdat blijkt dat elektrische isolatie vaak ook warmte-isolatie is.

Metaal A WL

M Metaal B

AB

Op basis van de voorgenoemde “sensorcriteria” is er gezocht naar welke materialen hier het beste aan voldoen. Gebleken is dat platina het dichtst in de buurt komt. De factor prijs was weliswaar de slechtste, maar verder heeft platina goede eigenschappen. Er wordt een zodanige samenstelling, opbouw en afmeting gekozen dat het een kleine warmtecapaciteit heeft en de eerder genoemde weerstand van 100 Ω bij 0 °C. De standaard gevoeligheid van platina is 0,00385 Ω/Ω/°C. Dus voor een 100 Ω sensor is dit 0,385 Ω/°C. Iedereen kan uitrekenen dat deze sensor bij 100 °C dus een weerstand heeft van 138,5 Ω. Het gedrag is behoorlijk lineair, maar voor een nauwkeurige meting is correctie wel noodzakelijk. Over het gehele bereik van een platina sensor, van -200 tot +850 °C is de afwijking maximaal +4,5%. De meetschaal wordt doorgaans gebaseerd op de internationale praktische temperatuurschaal van 1968 (IPTS-68) of de verbeterde internationale temperatuurschaal van 1990 (ITS-90). Er zijn referentietabellen beschikbaar met de actuele weerstandswaarden van de platina sensor. Als de sensor zo gemaakt is dat deze bij 0 °C een weerstand heeft van 100 Ω, dan noemt met het een Pt100-sensor. In het Engels wordt deze

Temperatuurprobe met aansluitunit ProcessParameters

Metaal A KL

ook nog wel eens afgekort als PRT, Platinum Resistance Thermometer. Niet alleen platina is geschikt als meetmateriaal. Ook koper (Cu10), nikkel (Ni120) en wolfraam (Tungsten) worden wel gebruikt. Daarnaast wordt, voor het meten van kleine meetgebieden zoals de omgevingstemperatuur, veel gebruik gemaakt van thermistors. Dat zijn relatief goedkope sensoren op basis van silicium. De algemene groep van weerstandsensoren voor temperatuur wordt in het Engels ook wel afgekort als RTD, Resistance Temperature Detector.

Dit figuur toont een thermowell of -bron (rood) die geflenst ingeklemd kan worden. Het onderste flensdeel (blauw) is gelast aan de wand van het procesdeel (zwart). In de bovenste flens kan de temperatuursensor, van de juiste afmeting, worden geschroefd (zie foto).

Meting van weerstand Een veelgebruikte methode is het meten van weerstandsverandering door een brug van Wheatstone. Op deze techniek gaan we hier verder niet in, maar wat wel van belang is, is dat dit circuit ook de weerstand van de aansluitdraden meet. Om dit te corrigeren wordt aan één zijde van het meetblokje een tweede draad bijgeplaatst. Dus aan één kant zitten twee draadjes en aan de andere kant één. Het tweede draadje wordt aangesloten op de andere hoek van de Wheatstone-brug waardoor voor de draadweerstand wordt gecompenseerd. De basissensor is dus een tweedraads- en de gecompenseerde versie wordt driedraadssensor genoemd. Dit werkt goed als de draad- en overgangsweerstanden gelijk zijn. Bij meting met hoge nauwkeurigheid is dat niet genoeg en wordt gebruik gemaakt van een vierdraadssensor; twee draden aan weerszijden van het meetblokje. Door één set en de sensor wordt een constant stroompje gestuurd en met de overige twee draden wordt nauwkeurig de spanningsval over de (meet)weerstand gemeten. Op deze wijze leveren de aansluitdraden helemaal geen afwijking in de meting.

Spanningsvariatie Beweging van moleculen is energie die beschikbaar kan zijn als warmte of als

10

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016


elektriciteit. Eigenlijk vertegenwoordigt de elektronenactiviteit een hoeveelheid elektrische spanning. Stel je voor dat door temperatuurverschil de elektronenactiviteit in een draad van een bepaald materiaal aan de ene zijde groter is dan aan de andere zijde. Dan is er een spanningsverschil tussen deze twee einden. Dus is dit een spanningsbron. Nu blijkt dat verschillende metalen bij een gelijk temperatuurverschil een verschillend spanningsverschil hebben. Thomas Seebeck heeft dat ontdekt in 1821 en heeft dit gedrag voor veel materialen onderzocht en vastgelegd. Logisch dat dit het Seebeck-effect wordt genoemd. Het geeft per metaal de gevoeligheid in mV/°C en de karakteristiek. Dit Seebeck-effect is stabiel en kan daarom prima voor temperatuurmeting worden gebruikt. Koppel en las De meting van deze spanning is niet eenvoudig. Bij de aansluiting aan het meetinstrument heerst namelijk een gelijke temperatuur en omdat de aansluitdraden hetzelfde effect ondervinden is daarmee de gemeten spanning altijd weer nul. Seebeck bedacht een manier om de meting uit te voeren. Twee metalen met verschillend Seebeck-effect worden aan één kant met elkaar verbonden. De beide thermodraden vormen een koppel, het welbekende thermokoppel. Aan de andere zijde worden de twee losse draadeinden aangesloten aan de meter. Deze meet vervolgens het verschil tussen de beide Seebeckeffecten. Op die manier is een prima temperatuurmeting gerealiseerd. Het is wel belangrijk dat de beide aansluitpunten precies gelijk in temperatuur zijn en dat deze tempartuur ook nauwkeurig bekend is. Als voorbeeld nemen we een draad van ijzer en één van constantaan. Deze beide draden worden aan één kant aan elkaar gelast waardoor het koppel ontstaan. De temperatuur van deze verbinding of las noemen we T1. Aan de andere kant van beide draden wordt de verbinding met het meetinstrument gemaakt, met twee koperen aansluitklemmen. De temperatuur bij deze klemmen is T2. Als we het spanningscircuit doorlopen dan hebben we een draad ijzer waarin een spanning ontstaat van het temperatuurverschil tussen T1 en T2 , maal het Seebeck-effect van ijzer, dat we even S a noemen. Daarbij kan worden opgeteld de spanning die in de constantaandraad ontstaat, ter grootte van het verschil tussen T2 en T1, maal het Seebeck-­effect van constantaan, voor het gemak SB ­genoemd.

In formule is

SA x (T 1-T 2) + SB x (T 2-T 1) Dit is gelijk aan

SA (T 1-T 2) - SB (T 1-T 2) Stellen we

SA - SB = SAB dan is het resultaat

SAB (T 1-T 2)

Temperatuurtransmitters Wika

In de wereld van thermokoppels wordt elke overgang van materiaalsoort een las genoemd. De zijde waar het thermokoppel aan elkaar is gelast, is de meetzijde. Dat wordt de warme las genoemd. De las of lassen waar het meetinstrument op is aangesloten worden dienovereenkomstig de koude lassen genoemd. De temperatuur bij de koude las (T2) moet gemeten worden om de actuele temperatuur van de warme las (T1), dus het proces, te kunnen b ­ epalen.

Thermobron of -well Om een goede bescherming tegen het proces te verkrijgen, wordt de sensor vaak ondergebracht in een beschermbuis die door de wand van het vat of de leiding wordt gestoken. De montage is via schroefdraad, flens- of lasverbinding. De beschermbuis steekt zo ver in het proces dat de temperatuurverandering optimaal wordt overgenomen. In een procesleiding is dat tot aan het midden van de leiding. Deze beschermbuis wordt doorgaans naar Engelse oorsprong “thermowell” genoemd. Eigenlijk wel toepasselijk, een thermobron voor de thermometer. Misschien moeten we deze Nederlandse naam dan ook maar gewoon gebruiken. Ons meetblokje wordt onderin de thermobron geplaatst, zodanig dat deze goed contact maakt met het metaal van deze buis. Soms wordt speciale contactpasta gebruikt of olie om de thermische weerstand zo klein mogelijk te maken. Snelle responsie is kritisch. Uit de thermobron komen de draadjes die aangesloten worden op het relevante meetapparaat.

Transmitters Moderne smart transmitters zijn zo compact dat deze in de kleine traditionele ronde behuizing van de aansluitklemmen kunnen worden ondergebracht. De smart transmitter kan geconfigureerd worden om elke weerstandsensor of thermokoppelsoort uit te lezen. Het uitgangssignaal is dan 4-20mA voor elk gewenst ingangsbereik voor temperatuur. De kalibratie van de transmitters met sensoren kan gedaan worden met speciale thermobaden waarin de sensor wordt geplaatst en daarmee aan de actuele temperatuur wordt blootgesteld. Een juiste, maar tijdrovende, methode. Vaak wordt de sensor gesimuleerd door kalibratie-units die zowel voor thermokoppels als weerstandsensoren de juiste sensorwaarden nabootsen.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

11


3DExperience-platform wordt allesomvattend Open innoveren door ervaren Wat hebben Dallas en Milaan gemeen? In ieder geval dat het Franse Dassault Systèmes er neerstreek om haar kijk te geven op de toekomst van 3D-engineering. In de Texaanse hoofdstad was er SolidWorks World, de jaarlijkse gebruikersbijeenkomst van een van ‘s werelds meest gebruikte 3D-CAD-oplossingen. In Italië werd twee maanden later het volledige Dassault-portfolio uit de doeken gedaan. Het is nogal wat om in je op te nemen. Maar de alomvattende boodschap is helder: anno 2016 engineer je geen producten, maar ervaringen. En dat doe je met een platform. Binnen een ecosysteem. Liam van Koert

H

et is een vermakelijke vertoning als Gian Paolo Bassi en Philippe Laufer elkaar in diverse duo-presentaties de loef proberen af te steken. De een is CEO van SolidWorks, de ander van CATIA. De een is Italiaan, de ander Fransoos. ‘Niets ten nadele van de TU Delft, maar het winnende team van de hyperloop design-contest was MIT. En wat gebruikte dit team? Juist. SolidWorks.’, zegt de Italiaan. ‘Wacht maar tot de race in augustus echt gelopen is’, werpt de Fransoos tegen. Hij doelt op de grote finale waarin de ontwerpen van het hypersnelle buistransportproject van Tesla-

en Space-X-man Elon Musk niet alleen gebouwd worden, maar ook daadwerkelijk gaan racen. De TU Delft, die tweede werd, blijkt haar ontwerp volledig in CATIA te hebben gedaan en is nu in rap tempo bezig het futuristische voertuig te bouwen, dat snelheden tot duizend kilometer per uur haalt door in een vacuüm buis te zweven. Wat plagerige competitie? Daar zijn beide heren niet vies van. Maar het gezamenlijke optreden onderstreept ook hoe Dassault de beide 3D-CAD-pakketten ziet: als onderdeel van een engineeringsecosysteem waarin de gebruiker zelf maar bepaalt welke tools voor hem het beste


Het 3DExperience-platform in “brands”: CATIA 3D is high-end 3D-engineeringssoftware SolidWorks is software voor 3D-ontwerpen en -engineering ENOVIA is software voor slim samenwerken DELMIA voor het plannen, beheren en optimaliseren van fabrieken en processen SIMULIA is multifysische modelleer- en simulatiesoftware GEOVIA is software voor het modelleren en simuleren van onder andere mijnbouw EXALEAD is software voor datamining en analyse 3DVIA is software om klanten mogelijke keuzes te laten ervaren in 3D BIOVIA is voor geavanceerd biologisch-, chemisch- en materiaalkundig onderzoek NETVIBES is software voor realtime monitoren van data en het maken van dashboards 3DEXCITE is software voor high-end, realtime 3D-visualisatie

werken. Het is vervolgens de taak van de Franse onderneming om te zorgen dat alle tools - en dat zijn er best wel heel veel naadloos en intuïtief met elkaar samenwerken, zodat alle stakeholders en disciplines in één virtuele 3D-ervaring worden samengebracht.

nieuwkomers kunnen wereldspelers worden. En ze hebben de beschikking over hoogwaardige gereedschappen die voorheen alleen voor grote bedrijven bereikbaar waren. Met deze gereedschappen maken ze dingen die de wereld op zijn kop zetten. Geen dingen die een voortborduren op het bestaande

Vlucht naar voren Bernard Charlès is als CEO van het miljardenbedrijf nooit te beroerd om een “thought leader”-rol op zich te nemen en zijn visie met de pers te delen. ‘We hebben zoveel klanten over de hele wereld in zoveel verschillende takken van sport. En overal zien we nu dingen gebeuren die we nooit eerder hebben gezien’, zegt hij tijdens een van de bijeenkomsten. ‘Wie zou een paar jaar geleden zeggen dat een clubje van tien mensen samen een serieus vliegtuig zouden ontwikkelen en bouwen? In de cloud. Wie zou geopperd hebben dat er in Silicon Valley enkele bedrijven zouden opstaan die de auto van de toekomst gingen maken, in een sector waarvan tot voor kort beweerd werd dat je een miljardenomzet nodig hebt om te kunnen overleven? Het is gebeurd, en de betekenis ervan is verstrekkend. Kleine teams met

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

13


bijvoorbeeld, dat ze zelf bedenken welk product ze aan de productielijn nodig hebben en de 3D-printer de opdracht geven om hem te maken. Want als het gaat om het bedenken van zeer complexe geometrie, dan heeft het menselijk brein nu eenmaal zijn beperkingen. Volgens de CEO wordt nu al gewerkt aan dergelijke robots. ‘De kracht van open innovatie is echt niet te stoppen. Gesloten bedrijven - hoe groot ook - zullen het onderspit delven, realiseren zich ook de grootste spelers. Ook zij hebben daarom behoefte aan een ecosysteem waarbinnen ze moeiteloos kunnen samenwerken met communities, en tegelijkertijd over de best mogelijke tools beschikken om met dit soort uiterst geavanceerde ontwikkelingen aan de slag te gaan.’ zijn, maar echt hele nieuwe dingen. Het printen van biotissues en de impact hiervan op de gezondheidszorg bijvoorbeeld. Het zijn kleine teams die dit mogelijk maken en wij helpen ze met de tools voor bioscience, simulatie en data-analyse. Of wat te denken van de opmars van drones? Vroeger wisten maar weinig mensen om te gaan met de complexe wis- en natuurkunde die nodig is om zoiets te maken. Maar door open innovatie pak je tegenwoordig wat spullen bij elkaar en maak ook jij je eigen drone. Sterker nog: momenteel werken kleine clubjes aan autonome drones voor personenvervoer. Dat is echt veel veiliger dan vliegen met een helikopter.’ Het zijn inspirerende voorbeelden, maar volgens Charlès staat ons nog veel meer te wachten. Robots die zo extreem slim zijn

Transparantie Dassault Systèmes denk met haar cloudgebaseerde 3DExperience-platform over een dergelijk ecosysteem te beschikken. En eerlijk is eerlijk, de showcases - die slechts een kleine greep zijn uit het portfolio - zijn best indrukwekkend. Zo is het bedrijf in opdracht van de overheid heel Singapore aan het digitaliseren. En als we zeggen heel Singapore, dan bedoelen we ook heel Singapore. Alle gebouwen, wegen en nutsvoorzieningen in 3D, inclusief boutjes en moertjes. Maar ook aanverwante modellen voor het simuleren van verkeersstromen en verkeerslichten, of de benodigde airconditioning van kamer 17 in dat nieuwe gebouw in relatie tot de weersvoorspelling. Een hele stad die samen bouwt aan de toekomst vanuit één model

3D-CAD is een commodity In drie stappen van CAD naar innovatieplatform Het feit dat SolidWorks niet als geïntegreerd onderdeel van het 3DExperience-­platform draait, wil niet zeggen dat er niet meer aan doorontwikkeld wordt. Sterker nog, tijdens SolidWorks World in Texas werden enkele grote aankondigingen gedaan. Zo is er SolidWorks PCB voor de ontwikkeling van IoT-producten. Ook is er de mogelijkheid voor Model Based Definition en ja, ook SolidWorks beweegt zich meer en meer richting cloud. ‘We willen geen CAD-company meer zijn’, zegt CEO Gian Paolo Bassi. ‘Met alleen al miljoenen SolidWorks-gebruikers kunnen we rustig stellen dat 3D-CAD een commodity is. Liever ben ik daarom een platform voor innovatie. Hoe we dat worden? Door voort te bouwen op wat we hebben en slim te investeren in nieuwe kansen en technologie.’ Hij wil dit op drie fronten doen. Op de eerste plaats blijft het belangrijk energie en geld te blijven steken in desktopsystemen. Ten tweede moet de sa-

14

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

menwerking worden gezocht en hoeven niet alle wielen zelf te worden uitgevonden. De samenwerking met Altium voor SolidWorks PCB is hiervan een mooi voorbeeld. En als laatste moet er geïnvesteerd worden in cloudtechnologie. ERP, CRM en HR verblijven er al een tijdje. En ook voor productietools als CAD is er geen ontkomen aan. Nu zijn er al hybride SolidWorks-producten die een desktopinstallatie vergen, maar waarbij alle engineeringdata in de cloud staat en er geen files zijn. Ook


in de cloud? Het klink utopisch, maar er wordt aan gewerkt. Of wat te denken van een veelgevraagde Amerikaanse architect die wereldwijd complexe organisch gevormde gebouwen neerzet. Momenteel werken ze middels het 3DExperience-platform aan het integreren van al het leidingwerk in de modulaire panelen waarmee deze gebouwen worden neergezet. Hoewel wereldwijd geproduceerd, zien de diverse onderdelen elkaar pas op de eindbestemming. Ze blijken keer op keer naadloos te passen, omdat alle stakeholders vanuit “één enkele versie van de waarheid” werken. Niet alleen scheelt dit enorm in de logistieke inspanningen en kosten, maar tevens wordt alles transparant. Dit is misschien even eng, maar is van enorme toegevoegde waarde. Nieuwe inzichten groeien snel en er is

‘De kracht van open innovatie is niet te stoppen.’ experimenteert SolidWorks momenteel met een versie die vanuit de Amazon-cloud naar je browser wordt gestreamd. Maar uiteindelijk moet er ook een echte cloudversie komen.

Verbonden mechatronica

Applicatie gerichte oplossingen

13524

www.a-b-t.nl

veel meer begrip tussen partijen. Iedereen kan zien of iets wel of niet kan, en kan ervaren wat de gevolgen van bepaalde keuzes zijn.

Alomvattend Het is nogal wat om een alomvattende oplossing te willen bieden. En vooral om dit behapbaar en werkbaar te houden als zoveel verschillende soorten mensen er tegelijk mee uit de voeten moeten kunnen. Maar volgens Dassault Systèmes is de tijd er rijp voor. Zo heeft Laufer het over “model in the loop” en “design in context”, waarmee hij wil aangeven dat op de achtergrond continue simulaties plaatsvinden die gebruiker helpen bij het maken van de juiste keuzes. Dingen die voorheen te complex voor hem waren, worden nu bereikbaar. Dit wordt natuurlijk helemaal belangrijk als je het per definitie multidisciplinaire karakter van een allesomvattende oplossing

‘SolidWorks beweegt zich meer en meer richting cloud.’

In tegenstelling tot het 3DExperience-platform dat werkelijk alomvattend wil zijn, richt SolidWorks zich vooral op product- en productieontwikkeling. En Bassi ziet hierbij drie trends waar hij op wil inzetten om voor deze deelgebieden het beoogde innovatieplatform te zijn. ‘Het “Internet of Things” gaat in grote mate over connected mechatronica. Dit is de reden dat we in samenwerking met Altium SolidWorks PCB hebben ontwikkeld. Het biedt een bidirectionele synchronisatie tussen het printplaatontwerp in Altium PCBWorks en de bijbehorende hardware in SolidWorks. Verandert de hardware-engineer bijvoorbeeld een gatpositie of diameter door een aanpassing in de behuizing, dan is dit voor de elektrotechneut direct zichtbaar. Uiteraard moet deze de wijziging namelijk wel goedkeuren, om te voorkomen dat het gat ineens in een aantal printbanen doorklieft. Andersom kan ook hij wijzigingsvoorstellen doen die mechanisch kunnen worden gecontroleerd.’ Tot zover de mechatronische kant: het stoppen van intelligentie in producten. Echt verbonden wordt het pas als alle sensorgegevens ontsloten en geïnterpreteerd worden. Voor de ontsluiting middels de juiste communicatiestandaarden gebruikt

SolidWorks Xively van LogMeln. En omdat moeder Dassault Systemes een dijk van een data-analysetool heeft, namelijk Exalead, en met Netvibes de dashboards gemaakt kunnen worden, is daarmee het verbonden mechatronicaplaatje rond. ‘We hebben met deze combinatie al tal van mooie producten naar het IoT-tijdperk gebracht’, zegt Bassi. ‘Denk aan een kattenluik met RFID, een brouwrobot voor cafés en restaurants of een volledig gesloten en autonoom kweeksysteem in een container voor urban farming.’

Digitalisering van productie Dat er naast het op consumenten gerichte internet ook nog een industriële internettrend gaande is, noemt Bassi een tweede trend. ‘Wist je dat het aantal robots in China het afgelopen jaar met dertig procent groeide? Productieautomatisering wereldwijd zit natuurlijk al een tijdje in de lift, om loonkosten te besparen en de kwaliteit te verhogen door menselijke fouten te beperken. Trek je deze gedachte door, dan wil je eigenlijk dat je met een druk op de knop van idee tot fysiek

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

15


Connecting Global Competence

■ INTEGRATED ASSEMBLY SOLUTIONS ■ MACHINE VISION ■ INDUSTRIAL ROBOTICS ■ PROFESSIONAL SERVICE ROBOTICS ■ NEW: IT2Industry—Exhibition for Industry 4.0 13454b

■ Drive technology ■ Positioning systems ■ Control systems technology ■ Sensor technology ■ Supply technology ■ Safety technology

One ticket–benefit in many ways:

7th International Trade Fair for Automation and Mechatronics June 21–24, 2016, Messe München

Information: Van Ekeris Expo Service B.V., Haarlem, Tel. +31 23 525 8500, info@vanekeris.nl

www.automatica-munich.com

Aut16-General-180x122-AutomatiePMA-E-NL.indd 1

21.04.16 15:37

SMARTER PRODUCT USABILITY Sven-Philipp Abraham

SMARTER PRODUCT USABILITY

ZO EENVOUDIG LEEST MEN BARCODES TEGENWOORDIG. OP CAMERA GEBASEERDE CODELEZER DCR 200i

Product Management Product Center Ident + Vision

Dankzij de Setup Wizard in drie minuten in bedrijf genomen. De nieuwe DCR 200i identificeert snel en betrouwbaar 1D en 2D codes, óók bij ongunstige omstandigheden.

easy handling. www.leuze.nl 13452a

16

Productie en machine automatisering PMA 05/2016


de baas wilt zijn. Chemie, biologie, materiaalkunde, stroming en warmte, mechanica, elektronica, maakbaarheid, logistiek, financiële impact, het zijn nogal wat dingen om rekening mee te houden als je ze in balans wilt brengen. Maar met de juiste wetenschappelijke modellen en krachtige datamining is het mogelijk. Hier speelt de kracht en elasticiteit van de cloud weer een hoofdrol: tegenwoordig is het met duizenden gesynchroniseerd aan projecten werken geen enkel probleem. Laufer geeft een voorbeeld. ‘Wij doen veel voor de vliegtuigindustrie. En weet je hoe lang het duurt om in de cloud realtime het precieze gewichtszwaartepunt van een vliegtuig te berekenen? Met 300.000+ onderdelen kan dat binnen 1,8 seconden.’

‘Tegenwoordig is het met duizenden gesynchroniseerd aan projecten werken geen enkel probleem.’

Het laatste woord is voor Charlès. Wat hem betreft is het zonder complexiteit ontsluiten van al die kennis middels een rekenkrachtig samenwerkingsplatform een absolute game changer. Of je nu groot of klein bent, de potentie is enorm en de trend is onomkeerbaar gezet. De grootste uitdaging is volgens hem het meekrijgen van mensen. Ze tonen wat er allemaal

functioneel product komt. Een mooie stap zou zijn om de productie vanuit het 3D-model aan te sturen. Maar dan moeten wel alle gegevens bekend zijn. Ook de toleranties, zodat het systeem bijvoorbeeld weet dat het, naast boren, ook even moet ruimen. Hier komt Model Based Definition om de hoek zetten, dat we ook in SolidWorks hebben opgenomen. Het zorgt dat 2D-tekeningen overbodig zijn en kan zelfs worden ingezet voor de kwaliteitscontrole.’ De CEO besluit met een voorbeeld van SolidWorks-klant en robotbouwer Cloos. Geza-

kan en dat het ook voor hen haalbaar is. ‘Er is een gat tussen de “best in class” bedrijven die het licht gezien hebben, en de achterblijvers. Helaas wordt dit gat alleen maar groter. De koplopers hebben de smaak te pakken en willen snel meer. De achterblijvers - waaronder ook de nodige grote bedrijven vinden de transformatie lastig. Willen we ze meenemen, dan moeten we ze dit verhaal niet alleen vertellen, maar ook laten ervaren. En dat is dan ook precies de reden dat we hier bij elkaar zijn.’

menlijk werken ze aan een manier om met Model Based Definition een lasrobot aan te sturen. Het is de bedoeling dat de robot zonder menselijke interventie zijn eigen programma schrijft.

Nieuwe ontwerpgereedschappen Dit zelf bedenken van de software is een laatste trend waar Bassi met SolidWorks graag op inzet. Als voorbeeld noemt hij XDesign. In deze browsergebaseerde modeller denkt de software echt met je mee. ‘Het bijzondere aan XDesign is dat hij “ontwerpbegeleiding” biedt. Dat gaat veel verder dan het ­h erkennen van een ongeveer cirkel die je met je vinger op je tablet hebt getekend. Zo bedenkt XDesign op basis van randvoorwaarden - waar moet iets in passen - zelf de optimale geometrie om een onderdeel bijvoorbeeld zo licht en stijf mogelijk te maken.’ Iets vergelijkbaars deed het Franse bedrijf overigens ook met XDrive. Hier kijkt de software naar bestaande onderdelen en doet vervolgens voorstellen voor nieuwe ­onderdelen op basis van gevonden geometrie. Zowel XDesign als XDrive zijn geen SolidWorks-software, maar nog in bèta zijnde onderdelen van het 3DXperience-platform. SolidWorks-gebruikers kunnen zich echter wel gewoon voor het bètaprogramma aanmelden.

‘Het is de bedoeling dat de robot zonder menselijke interventie zijn eigen programma schrijft.’

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

17


Alle bruggen en sluizen bedienen vanuit één scadasysteem Het zijn er nogal wat, de beweegbare bruggen en sluizen in groot Amsterdam. Honderd objecten die 24/7 in de gaten moeten worden gehouden en ­bediend. Vroeger gebeurde dat door de brugwachter, op de fiets. Maar om de efficiëntie en beschikbaarheid te vergroten, besloot Waternet het geheel te a ­ utomatiseren Liam van Koert en onder te brengen in één centraal bediensysteem.

18

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016


W

ie alle onderdelen van de uitgebreide waterwerken van Amsterdam in één systeem wil onderbrengen, gaat niet over één nacht ijs. ‘De eerste bestekken stammen uit 2009’, weet Hans Romanesko, eigenaar van Industrial Automation Partners, of kortweg IAP. ‘Wij zijn er in 2013 bijgekomen.’ Het lijkt op het eerste gezicht misschien opmerkelijk dat een relatief klein automatiseringsbedrijf zo’n omvangrijke klus wist binnen te slepen. En hoewel ze in Amsterdam gevestigd zijn, is dat het misschien ook wel. ‘We kennen Waternet vanuit enkele drinkwaterprojecten. Toen de openbare aanbesteding werd uitgeschreven, zijn we door hen benaderd om ook aan te bieden. We hebben toen de samenwerking met Spie gezocht voor een stukje projectmanagement, installatie en financiële afwikkeling. Zo konden we ons volledig richten op waar wij goed in zijn: automatisering. In dit geval softwareontwikkeling met WInCC S7 van Siemens en met .NET omgeving van Microsoft.’

100 objecten in 100 smaken Voetgangersbruggen, spoorbruggen, rijksbruggen of de magere brug, de ene brug is de andere niet. Sommige draaien, anderen zijn van het type hefbrug, om maar niet te spreken van de verschillende besturingssystemen die onder de motorkap te vinden zijn. Eenzelfde verhaal gaat op voor de stadssluizen die Waternet in beheer heeft. Wie één centrale bediening wil creëren, en hierbij wel een stuk standaardisatie wil betrachten, heeft er een zware kluif aan. Romanesko: ‘Het was natuurlijk niet de bedoeling dat we de complete besturing van alle objecten gingen vervangen. Wel hebben we een uniforme bovenliggende schil gemaakt en de koppeling met alle objecten verzorgd. In totaal hebben we 19 desks met elk twee bedienplekken ingericht. Hier kiest de brugwachter welke brug hij gaat bedienen - hij kan er dus met twee tegelijk aan de slag - en voor elke brug heeft hij eenzelfde scherm, met dezelfde knoppen en objectspecifieke camerabeelden voor zich. Ook is er per werkplek een dynamische SIL3-noodstopsysteem voorzien, die geldt voor de brug die op dat moment in bediening is.’

OPMS-systeem Door de bril van de brugwachter is Amsterdam een behoorlijk chaotische stad. Auto’s, fietsers, voetgangers, alle verkeerdeelnemers willen zo snel mogelijk naar hun bestemming en niet al deze deelnemers nemen het zo nauw met de verkeersregels. Bovendien moeten ook de hulpdiensten hun werk kun-

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

19


nen doen, wat het onderbreken van het landverkeer - lampen aan, slagbomen dicht - niet vanzelfsprekend maakt. Ja, er hangen overal camera’s die min of meer livebeeld verzorgen, en er is de mogelijkheid om middels een microfoon met de omgeving te communiceren, maar ten opzichte van het fysiek aanwezig zijn is het wel even wennen. Bovendien heeft ook het waterverkeer - binnenvaart en pleziervaart - haar wensen. Hoe zorg je in hemelsnaam dat al die stromen efficiënt op elkaar worden afgestemd zodat er geen opstoppingen ontstaan of ongelukken gebeuren? Romanesko: ‘Het logistieke hart van het systeem is het zogenoemde OPMS-systeem, ofwel het Objecten Planning Management Systeem. Hierin komen alle aanvragen binnen. Dit kan zijn via marifoon, gsm, of voice respons. Het planningssysteem trechtert deze aanvragen vervolgens op basis van prioriteit en zet de op dat moment belangrijkste aanvraag bovenaan de lijst. Het is echter de brugwachter zelf die de keuze maakt het door het OPMS-systeem aangegeven object naar een werkplek te halen: de mens blijft de regisseur. Wel wordt op het moment van selecteren het object aan de betreffende werkplek gekoppeld, zodat een andere brugwachter niet per ongeluk hetzelfde object naar zijn werkplek haalt en er twee kapiteins op één brug staan.’

Toekomstbestendige infrastructuur Voor het realiseren van de bijna centrale bediening (er zijn ook nog vier duoplekken voorzien op een andere locatie, mocht de centrale om wat voor reden dan ook uitvallen), is er behoor-

lijk in de infrastructuur geïnvesteerd. Niet alleen zijn er overal camera’s opgehangen, ook zijn alle objecten uitgerust met een eigen S7-PLC met remote I/O, die gekoppeld zijn middels een eigen glasvezelnetwerk. ‘Gelukkig lag er al het nodige glas in Amsterdam, dus kon Waternet voor dit project gebruikmaken van beschikbare dark fiber- infrastructuur’, licht Romanesko toe. ‘Hiermee is een tientallen kilometers lang, volledig gesloten ringstructuur gerealiseerd. Dat komt niet alleen de bedrijfszekerheid ten goede omdat je alle datastromen zelf in de hand hebt, maar maakt de boel ook cyber secure. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat derden met hun digitale vingers aan de Amsterdamse bruggen zitten.’ En de rest van de infrastructuur? ‘Voor wat betreft het besturingsdeel communiceren objectbesturingen via de S7-PLC met de WinCC server. De OPMS-planningstool, die in .NET is gerealiseerd maar naadloos overloopt in het scada-deel, draait op een eigen server. Ook is er een SQL-database waarop allerlei gegevens voor langere termijn worden bewaard. Naast gegevens over de scheepvaart, denk aan AIS-trackinginformatie of gegevens over gevaarlijke stoffen, worden hier ook storingsmeldingen en andere data voor bijvoorbeeld onderhoud opgeslagen. Aan de objectenkant hangt het een beetje af van het type object. Sommige bruggen beschikken over een moderne besturing, maar er zijn er ook bij die nog relaisgeschakeld zijn. Hier wordt per object gekeken wat wijsheid is. We hebben er inmiddels een stuk of dertien opgeleverd, dus we hebben er nog wel een paar te gaan.’

advertentie

IT‘S A GOOD FEELING TO ALWAYS KNOW WHAT YOU CAN RELY ON.

Sensors. Systems. Network technology.

www.balluff.nl 13531a

Image_Portfolio_2016_180x122_NL-EN.indd 1

20

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

4/20/2016 4:37:49 PM


FEDA Federatie Aandrijven en Automatiseren

Co rr es po nde ntie : inf o@feda .nl

FEDA presenteert visie 2020 De Federatie Aandrijftechniek (FEDA) heeft haar visie op de toekomst van de sector gepresenteerd. In het rapport “Drijvende kracht voor vooruitgang” zijn de uitkomsten verwoord van een in 2015 onder leden en belanghebbenden uitgevoerd onderzoek. Behalve een visie op de sector gaat het rapport tevens in op de rol, de toegevoegde waarde en toekomstige activiteiten van FEDA als branchevereniging. FEDA voorzitter Rob Hommersen: ‘De resultaten van het onderzoek gaven aanleiding tot een selectie van een nieuwe partner waarmee we onze ambities beter kunnen realiseren.’

‘We willen de aandrijf- en automatiserings­techniek positioneren als een sector die staat voor ontwikkeling en innovatie.’ FEDA heeft inmiddels afscheid genomen van FME als secretariaatsvoerder en heeft per 1 februari 2016 haar verenigingsbureau en projectmanagement ondergebracht bij Atrium groep te Gorinchem. Hommersen: ‘Samen met Atrium groep bouwen we aan een nieuw FEDA team. Een team waarmee we meerwaarde gaan creëren voor onze 176 leden. En waarmee we de aandrijf- en automatiseringstechniek in de markt willen posi­tioneren als een sector die staat voor ontwikkeling en innovatie. Een sector die in belangrijke mate bijdraagt aan de reputatie van Nederland in de wereld.’ FEDA voorzitter Rob Hommersen

Het onderzoek omvatte ruim 30 visiegesprekken die in samenwerking met merkorganisatiebureau Synergie zijn gevoerd met FEDA leden, niet-leden, producenten, importeurs, handelshuizen, verwerkers, machinebouwers, automatiseringsspecialisten en eindgebruikers. Hommersen: ‘Het geeft de sector belangrijke inzichten waarmee we als FEDA een gedegen strategie kunnen ontwikkelen naar 2020 en verder.’ De Federatie Aandrijven en Automatiseren (FEDA) met meer dan 175 leden is de belangrijkste brancheorganisatie op het gebied van aandrijf- en automatiseringstechnologie in Neder­­land. Het lidmaatschap van de FEDA staat open voor alle bedrijven die een relatie hebben met aandrijf- en auto­matiseringstechnologie en voor organisaties en ­kennisinstituten die actief zijn in deze sector.

FEDA geniet exclusieve gast vrijheid in Automatie | PMA. De verant woording voor de gepubliceerde kopij op deze pagina ligt bij FEDA.

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

21


Serialisatie Europese wetgeving raakt farmaceutische fabrieken Farmaceutische bedrijven hebben in bepaalde regio’s van de wereld veel te kampen met medicijnvervalsingen die leiden tot gezondheidsrisico’s voor patiënten. Soms zijn het placebo’s, maar het komt ook voor dat er in de nepproducten schadelijke stoffen zitten. Door elk pakje medicijnen een uniek nummer te geven en dat te registreren in een centrale database, kunnen apotheken in de toekomst bij uitgave checken of het product echt is. Mathijs Jansen, die als ervaringsdeskundige bij serialisatieprojecten van verschillende farmaceuten betrokken is geweest, vertelt in dit interview hoe fabrieken zich voorbereiden op de Europese wetgeving die in 2017 van kracht wordt. Bianca Scholten

22

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016


W

elke uitdagingen breng t het voldoen aan de wetten met zich mee? Mathijs Jansen: ‘De moeilijkheid is dat elk land bezig is met wetgeving. Europa probeert in 2017 voor alle landen gelijke wetten te implementeren, maar in landen zoals ­C hina en Turkije is serialisatie, een middel tegen vervalsingen of counterfeiting, al verplicht. Niet alleen de farmaceutische bedrijven die aan die landen leveren, maar ook ompakkers en logistieke bedrijven zijn verplicht serialisatie toe te passen. Omdat de implementatie nogal wat voeten in aarde heeft, is de invoering van wetten in sommige landen wel eens vertraagd, maar voor Europa zal het waarschijnlijk niet langer worden uitgesteld. Wat het lastig maakt is dat in sommige landen buiten Europa de wetgeving strenger is dan in andere. Er gaan bijvoorbeeld tien of twintig pillen in een doosje. Dat doosje krijgt een unieke code. Een hoeveelheid doosjes wordt samen in een “omdoos” verpakt en meerdere omdozen gaan op een pallet. Sommige landen willen dat ook die omdozen en pallets gecodeerd worden, zodat je weet wat er allemaal in zit als je ze scant.

Dat noemen we aggregatie. Sof twarematig betekent het dat je de “parent-child” relatie vastlegt. Dit is echter niet voor alle landen noodzakelijk, sommige landen nemen genoegen met uitsluitend een unieke code op het doosje. Verder komt het voor dat landen een bepaalde barcode verplicht stellen, en de een wil een serienummer van tien karakters, de ander wil er twintig. Bovendien zijn er landen die een random nummer eisen, zodat je het niet kunt raden. Hoewel leveranciers van serialisatie-software doorgaans wel die verschillende mogelijkheden bieden, blijft het voor farmaceutische en logistieke bedrijven een worsteling om aan al die wetten te voldoen. Een fabriek had bijvoorbeeld een verpakkingslijn geschikt gemaakt voor het leveren aan China, maar na een half jaar moesten ze de software al weer aanpassen omdat een ander land waaraan ze leverden ook met wetgeving kwam. Het invoeren van serialisatie is een langdurig proces en het is een uitdaging om op tijd klaar te zijn voor de Europese wetgeving van 2017.’ Welke aanpassingen moet je doen aan verpakkingslijnen om ze geschikt te maken voor serialisatie? ‘Serialisatie heeft behoorlijk veel impact op verpakkingslijnen. Het verpakken van flesjes of strips in een doosjes, die in omdozen stoppen en de omdozen op pallets stapelen, gebeurt vaak op dezelfde lijn. Op iedere plek waar iets in een verpakking gaat, moet er een nummer op de doos worden geprint. Dat betekent dat er een printer aan de lijn moet worden toegevoegd die inline, en met een hoge snelheid, kan printen. Verder zijn er camera’s nodig om te controleren of de geprinte code leesbaar is. Daar hoort een “eject” functie bij om de foutieve doosjes uit de lijn te duwen. Op de grote dozen moeten labels worden geplakt,

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

23


‘Niet alleen farmaceutische bedrijven, maar ook ompakkers en logistieke bedrijven zijn verplicht serialisatie toe te passen.’

of er moet een extra printer in de lijn komen om op die dozen te printen. Dat zijn dus vrij veel aanpassingen. De technische uitdagingen zijn echter niet de grootste. Voor de operator is het lastig om op een nieuwe manier te leren werken. Vroeger werkte men batchgewijs. Ze verpakten bijvoorbeeld dertigduizend doosjes voor één land en als daar een paar incorrecte exemplaren tussen zaten, konden ze die er eenvoudig uithalen. Nu is ieder doosje echter uniek, dus moet de operator leren elk incorrect doosje af te melden in de database. In de nieuwe manier van werken moet je die parent-child relatie in stand houden. Er zijn operators die moeite hebben met deze verandering. De productiviteit van de lijnen neemt af. Zodra de Europese wetgeving in werking treedt zal dat nog duidelijker worden, want nu doen nog niet alle verpakkingslijnen aan serialisatie. Binnenkort zal het wel op alle lijnen effectief zijn en zal blijken welke negatieve invloed dit heeft op de productiviteit.’ En welke aanpassingen zijn er nodig in logistieke processen? ‘Het product wordt in de vrachtwagen gezet en moet softwarematig afgemeld worden. Dan gaat het naar de tussenopslag. Daar aangekomen gaat men het product ompakken. Als geaggregeerde serialisatie vereist is en je wilt het opdelen in meerdere verzendingen, dan moet je de veranderde parent-child relatie bijwerken. Dus al die logistieke- en distributiebe-

24

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

drijven hebben ook software nodig om de serialisatie te waarborgen. Overigens is een bijkomend voordeel dat de traceability van pakketten verbetert.’ Welke invloed heeft het invoeren van serialisatie op procedures? ‘Vooral de productieafdelingen worden geraakt. Het rework-proces verandert aanzienlijk. Zoals gezegd moeten operators, als een print op een doosje niet leesbaar is, deze uitpakken en opnieuw inpakken en ze moeten de parent-child relatie corrigeren. Niet alleen voor de operators veranderen de procedures maar ook voor de IT-supportafdeling. Zij moeten extra systemen gaan onderhouden. Verder veranderen de logistieke procedures.’

‘Een bijkomend voordeel is dat de traceability van pakketten verbetert.’


En wat verandert er aan de software en het IT landschap? ‘­Alle drie softwareniveaus (ERP, MES en de lijnbesturing) krijgen ermee te maken. Op het ERP-niveau zijn er databases nodig voor de serialisatienummers. Er zijn gespecialiseerde ERP-modules om die enorme hoeveelheden datastromen - het gaat om miljarden data - te managen. De verpakkingslijn zelf krijgt een specialistisch softwarepakket dat de nummers kan ontvangen die het ERP-systeem aanmaakt en beheert. De lijnsoftware moet deze in realtime kunnen printen, met een snelheid van bijvoorbeeld driehonderd doosjes per minuut. De MESlaag die zich tussen ERP en de lijnbesturing bevindt, kent de productieorder en vertelt de operators hoe ze het product moeten produceren. Die MES-laag haalt de serienummers uit SAP, biedt ze aan aan de lijnbesturing, ontvangt vervolgens de resultaten van de verpakkingslijn en geeft deze terug aan het ERP-systeem. Het ERP-systeem stuurt de nummers uiteindelijk door naar het wereldwijde track & trace-systeem.’ Farmaceutische bedrijven moeten hun software “valideren”. Komt dit bij serialisatie ook aan de orde? ‘Bij alle veranderingen die direct of indirect invloed kunnen hebben op de kwaliteit en veiligheid van het farmaceutische product, moet je de systemen valideren. Validatie lijkt erg op testen. De verwachting is dat de software-engineers en gebruikers de nieuwe systemen vooraf al hebben getest op aspecten zoals performance. De volgende stap is validatie. Op een nauwkeurig gedocumenteerde manier ga je dan nogmaals verifiëren of alles goed is getest, maar deze keer met een pure focus op de kwaliteit en veiligheid van het product. Van tevoren maak je een testprotocol, waarbij je de regelgeving volgt. Tijdens het

daadwerkelijke testen zit er een tweede persoon bij als getuige, om te beoordelen of de tests goed worden uitgevoerd. Zo kunnen farmaceutische bedrijven achteraf aantonen dat zij er alles aan hebben gedaan om een goede en herhaalbare kwaliteit te leveren. Overheidsinstanties zoals de Amerikaanse FDA (Food & Drugs Administration) voeren regelmatig audits uit. Als zij niet tevreden zijn dan kan het gevolg zijn dat een bedrijf niet meer aan de Amerikaanse markt mag leveren, of dat een fabriek moet sluiten.’ Zo te horen neemt zo’n serialisatietraject veel tijd in beslag? ‘Serialisatieprojecten zijn complex en langdurig. Bij mijn opdrachtgever begonnen we met de serialisatie van een van de vijftien verpakkingslijnen. Daarvoor realiseerden we de achterliggende infrastructuur van software en hardware, inclusief aanpassingen en implementaties in de ERP-laag, de MES-laag en de besturing van de verpakkingslijn. Daar zijn we ruim anderhalf jaar mee bezig geweest. Vervolgens moesten we de oplossing uitrollen naar de overige veertien lijnen, wat bijna twee jaar kostte. Dus wil een bedrijf een fabriek klaar hebben voor de Europese wetgeving van 2017, dan zijn ze daar bij voorkeur al omstreeks het jaar 2013 of 2014 mee gestart.’

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

25


Agoria en Sirris stomen meer dan 200 bedrijven klaar voor Industry 4.0

Factories of the Future In 2015 werden in België de eerste Factory of the Future awards uitgereikt. In 2016 zijn E.D.&A. uit Kalmthout, JTEKT Torsen Europe uit Strépy, Ontex uit Eeklo, Punch Powertrain uit Sint-Truiden, TE Connectivity uit Oostkamp, Biobakkerij De Trog uit Ieper en Van Hoecke NV uit Sint-Niklaas de nieuwe fabrieken van de toekomst.

Z

ij volgen Continental, Dentsply Implants, Newtec en Provan op als laureaten van de Factory of the Future awards. ‘Deze bedrijven investeerden de voorbije ­j aren zodanig in de modernisering van hun machines, digitalisering én in hun medewerkers dat ze vandaag op productievlak internationaal tot de wereldtop behoren,’ legt Herman Derache, Algemeen directeur van Sirris, uit. Technologiefederatie Agoria en Sirris, het collectief centrum van de technologische industrie, begeleiden momenteel meer dan 200 andere bedrijven in hun transformatie naar fabriek van de toekomst. ‘Wij willen onze bedrijven klaarstomen voor de vierde industriële revolutie.’, aldus Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen. ‘Agoria en Sirris willen daarbij niet blijven steken in de theorie rond concepten als Industry 4.0 maar bedrijven in the field klaar maken voor de toekomst.

26

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

Vlaanderen heeft alle troeven om van de slimme maakindustrie een economisch speerpunt te maken.’

Wat is een fabriek van ­de ­toekomst? Uitgroeien tot een fabriek van de toekomst, gebeurt niet op één dag. Agoria en Sirris werkten een ambitieus transformatieplan uit. Het gaat om een sectoroverschrijdend meerjarenprogramma. Tientallen specialisten helpen bedrijven via sensibilisering, scans, individuele begeleiding en collectieve ondersteuning hun productontwikkeling- én productieactiviteiten te verbeteren. ‘Doel is om via zeven transformaties uit te groeien tot de ­f abriek van de toekomst’ zegt Herman Derache. ‘Zo’n fabriek werkt zeer energie-efficiënt en springt zorgvuldig om met grondstoffen, waar mogelijk via recyclage. Zij beschikt over


een hoogtechnologisch productieapparaat, mikt op producten met een hoge toegevoegde waarde en speelt zeer snel en flexibel in op de vragen van de klant. Fabrieken van de toekomst werken vaak nauw samen in netwerken met anderen bedrijven of kenniscentra.’

‘Vlaanderen heeft alle troeven om van de slimme maakindustrie een economisch speerpunt te maken.’

Medewerkers centraal ‘Ook in andere westerse landen als de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en Nederland wordt opnieuw volop op de maakindustrie ingezet,’ zegt De Pril. ‘Maar ons programma is uniek, in die zin dat we erg veel nadruk leggen op de rol van de medewerkers in de ­f abriek van de toekomst.’ Meer en meer worden verantwoordelijkheden gelegd bij zelfsturende teams van f lexibele en betrokken medewerkers. Het management werkt omkaderend. ‘De overgang naar “de maakindustrie 4.0” zal echter ook heel specifieke technologische knowhow vragen bijvoorbeeld rond geconnecteerde machines en componenten, data-innovatie, internet of things, kennis 4.0 wordt essentieel.’ Via een intensief traject met de bedrijven, helpen Agoria en Sirris bedrijven zich als ­o rganisatie te transformeren en de juiste vaardigheden en knowhow bij de medewerkers niet alleen op te bouwen maar ook duurzaam te borgen. In Antwerpen zijn in februari zeven bedrijven bekroond met een award “Factory of the future”. Zij investeerden in de uitbouw tot fabriek van de toekomst en doorliepen een uitgebreid assessmentproces. Intussen doorlopen al meer dan 210 bedrijven transformaties via het begeleidingsproces. Het gaat om bedrijven in een brede waaier van sectoren (technologische industrie, voeding, textiel, papier, farma, transport, chemie, leder, meubel, medisch, bouw, etc). Het gaat zowel om grote ondernemingen als kmo’s (in Nederland mkb, red.), verspreid over alle Vlaamse provincies en ook een tiental bedrijven in Wallonië en Brussel. Agoria en Sirris maken zich sterk dat er tegen 2018 niet minder dan 50 bedrijven het label “Factory of the future” zullen binnenhalen. Tegen die tijd willen ze 500 bedrijven hebben die zich op die manier aan het transformeren zijn. Het transformatieproces van bedrijven kan beter en sneller gebeuren als er maximaal samengewerkt wordt met gespe-

cialiseerde kenniscentra. Daarom vraagt Agoria dat Flanders Make, het strategische onderzoekscentrum (SOC) voor de maakindustrie, kan doorgroeien tot een toonaangevend onderzoeksplatform met de nodige overheidsfinanciering dat bedrijven kan ondersteunen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling rond flexibele productie en geconnecteerde machines. Daarbij is een structurele samenwerking rond het thema “digitalisering van de maakindustrie” nodig tussen Sirris en Flanders Make met de andere onderzoekscentra van topniveau in dit domein: iMinds (software) en Imec (nano-elektronica en sensoren). ‘Vlaanderen kan hier mee met de Europese top, en moet van digitalisering van de maakindustrie dan ook een beleidsprioriteit maken’, volgens Wilson De Pril.

De nieuwe fabrieken van de toekomst Zeven ondernemingen uit de maakindustrie worden dit jaar beloond voor hun inspanningen om uit te groeien tot fabriek van de toekomst. De uitreiking bracht ook dit jaar meer dan 300 aanwezigen en prominenten uit de industrie samen.

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

27


Your Global Automation Partner

Kleine Giganten! Ultra-Compacte I/O Modulen Eenvoudige en flexibele montage dankzij een extreem compact ontwerp (32 x 144 x 31 mm) Universeel gebruik met TURCK multiprotocol in PROFINET, EtherNet/IP en Modbus TCP netwerken Betrouwbare werking met volledig afgegoten, schok en vibratie-resistente elektronica

www.turck.nl 13523a

De uitdaging Roestvrij stalen niveaumeters kunnen na enige tijd corroderen, en wanneer dat niet opgemerkt wordt, kan dit resulteren in schade aan het proces.

De betrouwbare oplossing PVDF (PolyVinylideneFluoride) is zeer goed bestand tegen chemische en thermische invloeden. Het is zelfs bestand tegen intensieve reinigingscycli met chloren.

Voor meer informatie neemt u contact op met: elobau Benelux B.V. Europalaan 28 5232BC ’s-Hertogenbosch Phone +31 (0) 7321 00 399 Fax +31(0) 6232 81 859 E-Mail: benelux@elobau.com www.elobau.com

++ Het hele portfolio niveaumeters van elobau is nu beschikbaar in PVDF ++ ++ Het hele portfolio niveaumeters van elobau is nu beschikbaar in PVDF ++

13309d

28

Productie en machine automatisering PMA 05/2016


­ iobakkerij De Trog, ED& A , JTEK T, B Ontex, Punch Powertrain, TE Connectivity en Van Hoecke NV volgen Continental, Dentsply Implants, Newtec en Provan op als laureaten van de awards.

www.ods-metering-systems.nl

Totaalleverancier van Flowmeetsystemen ODS Metering Systems

E.D.&A. De familiale kmo E.D.&A. ontwikkelt en produceert custom-made elektronische besturingen voor machines en apparaten, dit voor industriële en consumententoepassingen. Sinds een drietal jaar heeft de onderneming zijn eigen productie (“insourcing”) in Kalmthout, waar het bedrijf grondig automatiseerde, zodat kwaliteit, flexibiliteit, kosten en interne doorlooptijden aanzienlijk verbeterden. Samenwerking is ook hier cruciaal, onder ingenieurs, productie- en testmedewerkers, over de afdelingen heen, maar ook met bedrijven - partners en klanten - uit binnen- en buitenland. Dit vertaalt zich in steeds nieuwe en innovatieve ideeën en doorbraakprojecten die het mogelijk maken ook grote reeksen in België te produceren. Naast het vergaren van kennis in eigen huis en automatisering wordt ingezet op “first time right”, efficiëntie, “lean product development” en ecologie. Als “externe elektronica-afdeling van de klant” kon E.D.&A. (Electronics, Development & Assembling) op 12 jaar tijd zijn omzet meer dan vervijfvoudigen.

‘Het transformatieproces kan beter en sneller als er samengewerkt wordt met gespecialiseerde kenniscentra.’

JTEKT Torsen Europe JTEKT Europe uit Strépy-Bracquegnies is wereldwijd marktleider in de productie van slipdifferentiëlen voor wagens met vierwielaandrijving. Naast produceren doet het ook aan R&D en heeft een eigen testinfrastructuur. Om zijn positie te handhaven en verder te groeien - men wil naar grotere volumes, meer diversiteit in producttypes en een groter klantenbestand - wordt geïnvesteerd in mensen en materiaal, in (lokale) R&D en technologie. Men kiest voor een doordachte aanpak van integratie en efficiëntie, automatisering en digitalisering, eco-conceptie en -productie. JTEKT staat voor intensieve samenwerking, met klanten waarmee en waarvoor het producten op maat ontwikkelt, en met het eigen personeel, dat kan rekenen op verantwoordelijkheid, flexibiliteit en zelfontplooiing. De resultaten over de laatste vier jaar zijn een sterke groei in personeel en een meer dan verdubbeld volume. De energie-efficiëntie verbeterde met meer dan 54 procent tussen 2005 en 2012, het productgewicht van verschillende differentiëlen daalde met meer dan 40 procent.

groeide uit tot Punch Powertrain, onafhankelijke ontwikkelaar en producent van automatische transmissiesystemen, met hoofdzetel in Sint-Truiden. Deze internationale speler maakt zich sterk in productontwikkelingen voor hybride en elektrische voertuigen. Kennis en innovatie in proces en productie zijn de kern van het duurzame businessmodel: product- en procesontwikkeling en productie van key-componenten gebeuren in België, eindassemblage van de transmissiesystemen in de buurt van de klant (momenteel 100 procent in de eigen Chinese fabriek). In productie zijn betrokkenheid en zelfsturing de basis voor een algeheel verbeteringsproces. Centraal staan teamwerking, planning, kennisdeling en de ontwikkeling van talent en competenties. 5S-housekeeping is de basis voor een goed georganiseerde fabriek, voor procesinnovatie wordt Kaizen toegepast; procesverbeteringen worden in zelfsturende teams uitgevoerd. De komende vijf jaar zullen

Punch Powertrain Wat begon als een dochter van DAF

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

29


‘Uitgroeien tot een fabriek van de toekomst, gebeurt niet op één dag.’ omzet, volume en personeel jaarlijks met 50-70 procent groeien. Om dit te realiseren werkt Punch onder meer samen met externe partijen op alle niveaus en in alle afdelingen.

TE Connectivity Multinational TE Connectivity produceert in zijn vestiging in Oostkamp diverse componenten voor de automotive. Niet alleen worden de productielijnen er zelf ontworpen en gebouwd, de site fungeert voor veel nieuwe machines en productielijnen als pilootplant en is voorloper in verschillende procestechnologieën binnen het bedrijf. Om te kunnen verder groeien zet TE Connectivity onder meer in op het efficiënt ontwerpen en maken van speciaal-producten. Productielijnoptimalisatie, groei in productie en productiviteit, en ecologische ingrepen staan centraal. Daarnaast zet het zeer sterk in op een wendbare en zelfsturende procesorganisatie. De vestiging stelt zo’n 700 mensen te werk, een cijfer dat stabiel bleef ondanks een gematigde productiegroei en opeenvolgende productiviteit­

30

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

stijgingen. Gemiddelde doorlooptijden werden de laatste vier jaren gehalveerd. Processen monitoren zichzelf en passen zich aan indien nodig, waardoor het aantal manuele interventies verminderde. Ondanks de groei daalden energie- en materiaalverbruik. Door een doorgedreven samenwerking met logistiek partner DSV konden inkomende transporten worden geoptimaliseerd en gereduceerd.

Biobakkerij De Trog Biobakkerij De Trog uit Ieper kende de laatste jaren een flinke opmars, met een jaarlijkse groei van meer dan 25 procent. In nauwe samenwerking met lokale leveranciers produceert het dagvers ambachtelijk brood van de hoogste kwaliteit voor retail, foodservice en een uitgebreid netwerk van zelfstandige bio-detailhandel. Het combineert hierbij grootschaligheid, productflexibiliteit (300 productreferenties!) en korte time to market van nieuwe producten. Open innovatie en automatisering spelen een belangrijke rol - met o.a. het gebruik van eigen intern ontwikkelde software, orderpicking met smart glasses en diverse roboticatoepassingen. Dit alles in functie van product en kwaliteit, binnen een mensgerichte productie. Kenmerkend in het human-resourcesbeleid zijn een diepgaande opleiding, flexibele inzetbaarheid in een open cultuur, waarin teamwerking en betrokkenheid centraal staan. Op vier jaar tijd werd de omzet verdrievoudigd, het aantal personeelsleden verdubbeld, het productierendement gevoelig verhoogd en de leverbetrouwbaarheid fors verbeterd, resulterend in een gemiddelde servicegraad van 99,87 procent.

Ontex Het in Eeklo gevestigde Ontex groeide op 40 jaar uit van matrascoverproducent tot wereldspeler in de productie van babyluiers, maandverbanden en incontinentieoplossingen. De strategie? Een R&D gericht op een unieke productmix, ondersteund door proces- en productontwikkeling. Op basis van


Engineering, Specials, Services & System Solutions

input uit product landscaping, consumer insights en conceptlabs gaan projectteams aan de slag. In productie werd einde-lijn-automatisering geïntroduceerd, wat leidde tot polyvalente medewerkers binnen multifunctionele, zelfsturende teams. Ook Ontex gaat voor netwerking en open innovatie: het maakt deel uit van meerdere internationale samenwerkingsverbanden en industriële associaties. Succesvolle innovatie drukt zich onder meer uit in een leverbetrouwbaarheid van 98,5 procent en 20 procent minder materiaalverbruik in luiers sinds 2009, met verbetering van de kwaliteit. De laatste jaren werd al fors geïnvesteerd in processen, machines en nieuwe technologieën, en ook de komende jaren wil Ontex verder groeien en innoveren. Zo start het onder meer een nieuwe productielijn voor broekjesluiers op.

Voor doordachte Systeemoplossingen Op- en afwikkelen Elektrisch gekoppelde aandrijvingen

Hoeksynchrone aandrijvingen Pick & place Dynamisch positioneren

Van Hoecke NV Van Hoecke in Sint-Niklaas groeide als verdeler van meubelbeslag voor de lokale markt uit tot producent en internationale speler. In distributie was een marktaandeel van 80 procent bereikt en diversificatie in producten drong zich op. Hiervoor keek Van Hoecke naar de klanten en hun uitdagingen, om zo de complexiteit en variatie in hun productieactiviteiten sneller en efficiënter uit te voeren. Automatisering en technologische innovatie gebeuren in functie van personeel en product. Het productieapparaat is ontworpen voor zeer kleine series en korte doorlooptijden. Digitalisering biedt voordelen binnen de fabriek en erbuiten. Zo kunnen klanten zelf orders ingeven en wijzigen, producten personaliseren. Dankzij de jongste generatie producten kon de exportactieradius gevoelig uitbreiden, wat nieuwe groeimogelijkheden biedt. De komende jaren wil de onderneming zijn productiecapaciteit verhogen met extra machines, verder automatiseren en de lay-out optimaliseren.

• Servo aandrijvingen • Regelaars & Interfaces • Mechanische aandrijvingen • Speciale maatwerkaandrijvingen • Programmering & Support

T +31(0)88 7865200 F +31(0)88 7865299 E info@elsto.eu

elsto.eu 13515a

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

31


Zestig jaar dienstbaar FHI jubileert

H

et instrument is een onmisbaar apparaat voor industriële automatisering, maar het is ook een succesvolle brancheorganisatie en gedurende vele jaren de naam van een belangrijke tentoonstelling. Het instrument is er al sin d s m en s enh e ug enis , d e brancheorganisatie vier t dit jaar haar zestig ­j arig bestaan. Op 8 april werd dit zesde decennium op een zeer toepasselijke locatie gev ierd. De f e es tcommissie had namelijk gekozen voor de SS Rotterdam, waar van de

32

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

kielbalk is gelegd op hetzelfde moment als de oprichting van de FHI. Ofschoon geheel anders is de symboliek toch heel toepasselijk. Met name ook omdat alle noodzakelijke scheepsinstrumenten nog aan boord zijn en via een uitgebreide en zeer informatieve rondleiding konden worden bekeken. En niet alleen de instrumenten, ook de energievoorzieningen met bijbehorende aandrijvingen, de schroefassen en schroeven maar ook de, voor die tijd revolutionaire, uitschuifbare vleugelstabilisatoren. Indrukwekkend.

Het was een samenzijn van een grote groep enthousiaste medewerkers die actief zijn in de automatisering. Voor de inwendige mens werd ook uitstekend gezorgd. In de ballroom van het schip werd veel gelachen en gepraat waarbij de onderwerpen techniek en economische ontwikkeling veel aan bod kwamen. Het was duidelijk dat de rol van een federatie de afgelopen 60 jaar zijn nut heeft bewezen en dat er de ­komende tijd een waardevolle rol blijft. Er werd wel wat gediscussieerd over de waarde van een beurs en natuurlijk over de andere waarden die je van een


Druk- en niveau meting

Dé FRONT MEMBRAAN SPECIALIST branche­o rganisatie mag verwachten. Niettemin viel hier en daar te beluisteren dat de platformvloer nog steeds een belangrijke basis blijft voor de handel, de contacten en de economie. De staf van de staf bij de federatie werd gecomplimenteerd voor de goede inzet en het aanhoudend enthousiasme waarmee de leden werden geholpen. Het was een mooi en nuttig samenzijn op een prachtige historische locatie. De medewerkers van, eveneens een zestigjarig, Automatie | PMA, feliciteren FHI met het jubileum en wensen haar een succesvolle toekomst.

FrontMembraanTechnologie

Enkele kenmerken:

Sterke Frontmembranen Standaard gepolijst EHEDG gecertificeerd Minimale olievulling Actieve Temperatuur compensatie Hoog overdrukbaar Klay Front membraan Technologie Nederlands Product

13535

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

33


60 jaar FHI www.wago.nl

www.turck.nl

www.weidmuller.com/nl

6 jaa0r

34

www.emersonprocess.com

www.te-instrumentation.com

www.automatie-pma.com

www.industryplanner.com

www.vierpool.nl

www.sick.com

www.phoenixcontact.com

www.croonwolterendros.nl

www.hitma.nl

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE | PMA 05/2016


gefeliciteerd en dank voor de samenwerking

!

nl.krohne.com

www.samson-regeltechniek.nl

www.omron.nl

www.eaton.nl

eu.magnetrol.com

www.a-b-t.nl

www.feltenwcs.nl

www.advercom.nl

www.badotherm.com

www.duranmatic.nl

www.produca.nl

www.exinspect.nl

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE | PMA 05/2016

35


Klein - kleiner - kleinst

MicroNanoConference 2015

36

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016


MinacNed organiseerde in december wederom de Internationale Micro Nano conferentie, ditmaal in de Amsterdamse Passagiers Terminal. Met meer dan tachtig voordrachten in twee dagen hoefden de deelnemers zich niet te vervelen. Er waren bijdragen van bedrijven en ­onderzoeksinstellingen. Bovendien was er een aantal hands-on sessies. Het grote probleem voor wie alles wil weten was het kiezen. Harold van de Hauten

U

it de naam MicroNano blijkt al dat de aandacht gaat naar micro- en nanotechnologie. Micotechnologie en microsystemen hebben afmetingen op millimeter en micrometer schaal. Bij nanometertechnologie gaat het om onderdelen waarvan ten minste één dimensie kleiner is dan 100 nanometer. MinacNed is een verband van bedrijven en organisaties dat economische waarde wil toevoegen voor haar leden. Het doet dit onder andere door activiteiten als dit congres te organiseren.

Hoe kleiner hoe beter Eén ding is duidelijk: bij micro-nano draait het om klein, kleiner, kleinst. Hoewel er nog heel veel te doen is, is er al veel bereikt. Enkele belangrijke toepassingsgebieden zijn analyse, diagnostiek, farma en industrie. Analyse van bloed kan tegenwoordig op een chip en kan gewoon thuis uitgevoerd worden. In de toekomst zal het mogelijk zijn om een te analyseren monster op een lab-op-een-usb-stick aan te brengen en meteen op een computer het resultaat te zien. Inspirerend is ook de toepassing om organen op een chip te produceren. Het is dan mogelijk om daarmee experimenten uit te voeren die het gedrag van een specifiek weefsel bestuderen. Het zijn levende microsystemen die de menselijke fysiologie emuleren in een laboratoriumexperiment. Het biedt mogelijkheden die anders moeilijk tot niet te realiseren zijn. Bovendien is het een alternatief voor dierproeven, die kostbaar zijn en in de maatschappij veel weerstand oproepen.

Miniatuur massaspectrometer Massaspectrometers staan bekend als flink uit de kluiten gewassen instrumenten. Ze zijn in de loop van de tijd steeds compacter geworden, maar hier besprak Sarfaraz Syed van Amsterdam Scientific Instruments nu zelfs een micro-uitvoering. Het is een draagbaar instrument met een laag stroomver-

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

37


13235

w w w.automatie-pma.com D E D ATA B A S E A A N K E N N I S E N E X P E R T I S E O V E R P R O C E S -, P R O D U C T I E E N M A C H I N E A U T O M AT I S E R I N G , I N F O R M AT I S E R I N G E N I N S T R U M E N TAT I E


bruik. Een innovatief onderdeel van het instrument is de Timepix detector die is verbonden met een massafilter. De detector genereert spectra van m/z (massa/lading) tegen counts (tellingen of tikken), die evenredig zijn met dehoeveelheid massa. Een micro-massaspectrometer is interessant voor diverse toepassingen, en zeker voor toepassingen in het veld, zoals milieumetingen, forensische toepassingen en het meten van explosieven op luchthavens.

‘Inspirerend is de toepassing om organen op een chip te produceren.’

Onderdelen maken met ­3D-printer Een van de toepassingen van de ­micro-massaspectrometer is het analyseren van vloeistoffen die in geïoniseerde vorm in de massaspectrometer terecht moeten komen. Gert Salentijn van de Universiteit van Groningen vertelde over een cartridge die door een 3D-printer gemaakt kan worden. Het te analyseren monster wordt in de cartridge gebracht. Capillaire actie transporteert de vloeistof naar een papieren tip die vrijwel onmiddellijk een geïoniseerde stroom naar de massaspectrometer brengt. 3D-printen biedt trouwens meer mogelijkheden bij de productie van onderdelen voor de micro-nano omgeving. TNO “innovation for life” besprak een aantal voorbeelden en liet zien dat het aantal publicaties op dit terrein vanaf 2010 stormachtig is toegenomen.

Micronano Conferentie: www.micronanoconference.org MinacNed: www.minacned.nl MFManufacturing: http://mf-manufacturing.eu

De vele toepassingen en fabrikanten van microfluidics vragen om standaardisatie waarmee uitwisseling en eenvoudige combinaties en aansluitingen gefaciliteerd worden. Hiermee houdt een Europees initiatief zich bezig: het ENIAC Project MFManufacturing. Het is gericht op standaardisatie en maakbaarheid van complexe microfluidics. De MicroNano-conferentie is in de loop van de tijd uitgegroeid tot een drukbezocht evenement dat de stand van zaken en mogelijkheden voor de toekomst in de volle breedte aan de orde stelt. Het gaat niet alleen om de wetenschappelijke basis­kennis. Toepassingen, productie en hands-on experimenten maken integraal onderdeel uit van het programma. Het was een interessante bijeenkomst en we kijken uit naar de volgende editie.

informatie

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

39


Cyberkroniek

Meer spam Sinds een half jaar vind ik duidelijk meer “spam” - ongewenste emailberichten - in mijn inbox. Waarschijnlijk is dit u ook wel opgevallen, ik hoor het van meerdere kanten. Berichten in het Nederlands die gratis NS jaarkaarten, barbecues, gereedschap, 500 euro gratis boodschappen, drogisterijartikelen, abonnementen, stedentrips etc. aanprijzen, na het invoeren van uw (06) telefoonnummer. Uiteraard komt de hoofdprijs niet, maar wel wordt uw telefoonabonnement elke dag voor een paar euro aan sms-berichten doorbelast. Hoe vervelend ook, het is relatief onschuldige cybercrime vergeleken met de e-mails die zogenaamd van de directeur af komen en iemand vragen iets te doen, bijvoorbeeld het snel overboeken van een flinke geldsom naar een belangrijke leverancier. Ook dit is nogal opvallend want de meesten van ons werken niet voor de afdeling financiën. Rob Hulsebos

En wie trapt er nu nog in? Genoeg mensen, en dat maakt de spam-business levensvatbaar. Onlangs las ik hierover het boek “Spam Nation”, van de Amerikaanse beveiligingsonderzoeker Brain Krebs. Het beschrijft de spamwereld van een jaar of 10 geleden, waarin een aantal Russische spammers dagelijks meer dan 1,5 miljard e-mailberichten de wereld in stuurden. Blijkbaar is een promille van een promille ontvangers dat hierop reageert, commercieel nog interessant genoeg. De hoeveelheid spam is enkele jaren fors minder geweest, omdat de botnets waarmee al die e-mailtjes verstuurd worden zijn aangepakt, de spammers opgepakt, en de malafide webhosters - waaronder één in Nederland - opgerold. Maar de spam leeft weer op, en dat levert (bekende) gevaren op waar we enige tijd geen last van hebben gehad. Op één specifieke variant, “ransomware”, gaan we hiernaast in.

Ransomware Recentelijk was ik bij een industrieel bedrijf op bezoek, en opeens was er een hoeveelheid commotie: er waarde een virus rond op het netwerk! En niet zomaar eentje: het was malware van de categorie “ransomware”. Zoals de naam al aangeeft, men wordt “gegijzeld”. De gijzeling bestaat uit het coderen (encrypten) van allerlei soorten bestanden zoals .doc, .ppt, .pdf, foto’s, etc., eventueel nog gevolgd door een naamswijziging. Het gevolg is dat de inhoud van de bestanden niet meer bruikbaar is. Na betaling van een bedrag, bijvoorbeeld 1 Bitcoin, krijgt men de decryptiesleutel, zodat de inhoud van de bestanden weer teruggezet kan worden. Althans: meestal krijgt men de sleutel, maar niet altijd.

Het te betalen bedrag ligt meestal in de orde van een paar honderd euro, het idee hierachter is dat de slachtoffers het niet de moeite zullen vinden om externe expertise in te huren die de encryptie ongedaan kan maken, of de politie in te schakelen. Dit laatste wordt ook nog eens ontmoedigd doordat er soms een melding op het scherm komt die zogezegd van de politie afkomstig is waarin men beschuldigd wordt van het bekijken van porno, illegaal downloaden van films, etc. Men kan dan vervolging afkopen door het gewenste bedrag (vooral snel) te betalen. Ook kan ransomware veinzen dat auteursrechtelijk beschermd materiaal gedownload is, dat een

40

Productie en machine automatisering PMA 05/2016


Add_NL_6_252x86mm.ai

C

bekeuring betaald moet worden, of dat de deurwaarder betaald moet worden om inbeslagnames te voorkomen. Dit wordt ook wel eens “scareware” genoemd.

M

Y C CM M MY

Hoe kan men besmet raken met ransomware? Dat gaat niet anders dan normaal met malware: het klikken op bijlages in e-mails, bezoeken van bepaalde soorten websites, etc. En dat hoeven dan niet eens schunnige websites te zijn, malware kan ook binnenkomen via advertenties die op een webpagina geladen worden (zie hieronder). Kan een virusscanner niet helpen om ransomware buiten de deur te houden? Het voornoemde bedrijf had inderdaad een virusscanner die dit deed. Echter, de ransomware was sneller. Voordat er ingegrepen kon worden waren al 900 bestanden gecodeerd, zowel bestanden op een pc als op een netwerkschijf. Uiteindelijk is geen losgeld betaald - men had goede en dagelijkse backups. Afgezien van wat uren werk is er geen schade aangericht. En de virusscanner dan? Het was een goede, hij herkende de ransomware. Dat is overigens niet gegarandeerd, er zijn genoeg virusscanners die heel veel doorlaten. Het incident toont wel weer eens aan wat de waarde van back-ups is - niet enkel om crashes van servers te overleven, maar ook als onderdeel van de “defense in depth” strategie: vertrouw niet op één maatregel om malware tegen te houden. Ook virusscanners hebben zo hun zwakheden. Het is ook verstandig de back-upprocedure eens te oefenen: zijn er écht wel bestanden geback-upt? U zult de eerste niet zijn die een back-up wil teruglezen en tot de ontdekking komt dat er niets op staat. En als personeel onder werktijd mag surfen: wees bewust van de extra kwetsbaarheden die dit met zich meebrengt.

Y CY CM CMY MY K CY

CMY

K

1

09.05.16

17:28

E-T-A uw partner in 24 V DC oplossingen E-T-A uwompartner Laat ons u helpen een veilige, in bedrijfszekere en conforme productielijn 24 V DC oplossingen te vormen! Laat ons u helpen om een veilige, De oplossing voor uw DC 24productielijn V bedrijfszekere en conforme problemen: te vormen! REX12-T en REX12-D ● Combatible met IO-Link ● montage DeHandige oplossing voor uw DC 24 V ● Flexibel REX12-T en REX12-D problemen: ● Compact Combatible met IO-Link ● Handige montage or g er vo ● Flexibelw partn eveiligin b U e l e ● Compact ssion profe r r voo iging e n t r il a Uw p ele beve ssion profe

E-T-A Benelux S.A./N.V. Avenue G. Stassart Laan, 109 B-1070 BRUXELLES – BRUSSEL Tel. +32 2 5233097 . Fax +32 2 5239906 . E-Mail: info@e-t-a.be E-T-A Benelux S.A./N.V.www.e-t-a.be Avenue G. Stassart Laan, 109 B-1070 BRUXELLES – BRUSSEL Tel. +32 2 5233097 . Fax +32 2 5239906 E-Mail: info@e-t-a.be . www.e-t-a.be 13518b

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

41


Cyberkroniek

Malvertising Onder “malvertising” wordt verstaan: het verspreiden van malware via advertenties op een website. Men opent een bepaalde webpagina, de advertenties worden geladen, en daarmee wordt de malware binnengehaald. Dit is ook een belangrijke nieuwe manier om ransomware een computer binnen te krijgen. Sinds vorig jaar is deze manier van cybercrime sterk toegenomen. Rob Hulsebos

Vaak wordt gedacht dat men slachtoffer wordt van malvertising na het bezoeken van dubieuze websites. Dat klopt deels, maar niet helemaal. Ook websites met een goede reputatie kunnen - onbewust - slachtoffer zijn van malvertisers, en daarmee ook nietsvermoedende bezoekers besmetten. De reden dat zulke websites besmet kunnen zijn, heeft te maken met de manier waarop met advertenties omgegaan wordt. Deze worden vaak niet door de website-eigenaar zelf geregeld, maar uitbesteed aan een “advertentieserver”. Deze bedrijven handelen alles af rondom de advertenties - wat je te zien krijgt is bijvoorbeeld afhankelijk van in welk land je zit, en welke andere websites je eerder hebt bezocht. Dus, je vraagt een webpagina op bij bedrijf X, doch de advertenties komen via bedrijf Y omdat eerder de website Z bezocht is. Een advertentie kan meer zijn dan enkel een plaatje - er kan code inzitten die op de ontvangende pc actief wordt, en in de achtergrond weer andere servers op internet kan gaan bezoeken, waarop dan de echte malware opgehaald kan worden. Dus aan de advertentie zelf hoeft niet altijd iets te zien te zijn. De hackers kunnen ook steeds nieuwe versies van hun malware uitdelen, om zo de virusscanners een stap voor te blijven. Ook hoeft niet altijd malware opgehaald te worden, weer een tactiek om virusscanners om de tuin te leiden. Nog ingewikkelder maakt het businessmodel van sommige websites de analyse

- als een webpagina opgevraagd wordt, dan wordt de advertentieruimte realtime geveild; de hoogste bieder mag de advertentie(s) dan aanleveren. Dezelfde webpagina ziet er bij iedereen dus anders uit. Het kan dus ook best voorkomen dat alleen bepaalde landen getroffen worden door malvertising. Half maart waren zo de websites van de BBC, MSN en de New York Times getroffen; de malware richtte zich voornamelijk op Amerikanen. Kan er niet iets gedaan worden aan malafide advertentieservers? Dit zijn echt ook niet altijd schimmige bedrijven. Een hele grote speler op deze markt is bijvoorbeeld Google. Deze maakt de advertenties niet zelf, maar haalt die ook weer van allerlei partijen. Eén rotte appel hiertussen kan dus voor veel problemen zorgen. Sommigen beschermen zich tegen advertenties op websites door een “adblocker” te gebruiken. Twee hele bekende zijn Adblock Plus en NoScript, beide bruikbaar in diverse browsers. Ze lopen mee in de webbrowser, en blokkeren het ophalen van advertenties. Dit versnelt niet alleen het laden van de webpagina’s zelf, maar kan dus ook malvertising buiten houden. Sommige websites hebben hier dan weer een probleem mee, omdat niet-getoonde advertenties ook geen geld opbrengen voor de website-eigenaar. Soms gaan er dan weer stemmen op dat het gebruik van adblockers verboden moet worden. Daarop wordt dan weer heftig gereageerd met het argument dat elke gebruiker het recht heeft zich te beschermen tegen malware.

Westbaan 270 2841 MC Moordrecht, Nederland Tel. +31 (0) 182 - 52 71 90 Fax +31 (0) 182 - 54 90 08 info@hadro.nl, www.hadro.nl

P E D cat. III

42

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

13513

DIN boven, ANSI onder?

Magnetisch peiltoestel

advertentie


Arbeid & Onderwijs

Week van de Techniek Ruim 1600 jongeren van basisscholen uit Zwolle en omstreken deden van 11 t/m 16 april mee aan de Week van de Techniek. Ze maakten werkstukjes, kregen een rondleiding door het Deltion College en mochten negen technische bedrijven uit de regio bezoeken.

D

e Week van de Techniek is een initiatief van de Stichting Vrienden van Techniek. In deze stichting zitten technische bedrijven en onderwijsinstellingen. ­S amen zetten ze zich in voor meer instroom van jongeren in de technische opleidingen en beroepen. Door voorlichting te geven, gastcolleges te verzorgen en evenementen te organiseren. Een van de jaarlijkse initiatieven is de Week van de Techniek. Tijdens de Week van de Techniek bezochten de leerlingen één dagdeel het Deltion College in Zwolle. Tijdens dit dagdeel maakten ze een technisch werkstukje en krijgen ze een rond-

Meer informatie over de Week van de Techniek staat op www.weektechniekzwolle.nl

leiding door de technische praktijk­ lokalen. Tussendoor zorgde W ibo Westra voor de nodige ontspanning met zijn techniekshow. Het evenement werd door en voor leerlingen georganiseerd. Studenten van de mbo-opleiding ­O nderwijsassistent verzorgden de rondleiding en studenten van de mbo-opleiding Mechatronica Deltion College, InstallatieWerk Oost & Flevoland, De Grift, leerlingen van Greijdanus College, Thorbecke SG en JenaXL, hielpen onder leiding van een aantal techniekambassadeurs bij het maken van het werkstukje. De week werd afgesloten met een Open Bedrijvendag. T­ ijdens deze dag konden de leerlingen samen met hun ouder(s)/ verzorger(s) en broer(s)/zus(sen) een bezoek brengen aan ­negen technische bedrijven verspreid over vijf locaties.

informatie

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

43


FHI

Wat brengt de WoTS ons? (onder andere)

Instrumentatie-expeditie Op de World of Technology & Science wordt een volledige beleving van instrumentatie gegeven door samenwerking tussen exposanten. In een tour langs zes stands maak je instrumentatie voor flow, druk, temperatuur, niveau en analyse mee door concrete demonstraties. De mogelijkheden van nieuwe en bestaande instrumentatie worden vooral beleefd door ze gewoon te gebruiken. Dat kan op de beursvloer tijdens deze expeditie. Paul Petersen

Op de stands van de betrokken exposanten worden de actuele/moderne mogelijkheden afgewisseld met kennisoverdracht van de basisprincipes aan de hand van de oorspronkelijke instrumenten. De instrumentatie heeft een trackrecord om trots op te zijn en tegelijkertijd kijken exposanten vooruit naar toekomstbestendige applicaties. Voor alle demonstraties geldt dat ze winst en nut van het gebruik tonen: concrete toegevoegde waarde. De volledige beleving van instrumentatie wordt nu al voorbereid. Om een beeld te geven van de expeditie lopen wij in dit artikel langs de eerste vijf stappen. De zesde volgt later. Bronkhorst Nederland introduceert een innovatie met de ELFLOW Prestige. Dit instrument is de volgende generatie van de Bronkhorst Mass Flow Meters/Controllers voor gas. In bijna alle componenten zijn verbeteringen verwerkt. Met deze nieuwe serie wordt onder andere de “Differential Temperature Balancing” technologie geïntroduceerd. Deze technologie heeft een hoge nauwkeurigheid en een uitstekende langetermijnstabiliteit als resultaat. Er zijn nieuwe, energiezuinige microprocessors met innovatieve multistage regellussen toegepast, om verbeterd dynamisch gedrag te bereiken. De nieuwe metalen behuizing heeft een robuust en compact design. De instrumenten zijn “Form, Fit, Function” met voorgaande producten. Tijdens de beurs kan de bezoeker hands-on kennismaken met dit instrument door het te bedienen via een touchscreen.

44

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2016

Flexim Instruments Benelux demonstreer t een clamp-on systeem voor energie-f lowmetingen op een werkende flowrig. Getoond wordt hoe de f low- en temperatuursensoren worden gemonteerd op de leiding. Er wordt uitgelegd welke parameters van belang zijn voor een juiste energiemeting van een warmtewisselaar. Uiteindelijk kan de efficiency hiermee worden bekeken en kunnen energiebesparende maatregelen worden genomen. Tevens is er een opstelling die het meten op perslucht demonstreert. Door de persluchtflow te meten, kunnen lekkages worden opgespoord. Door de installatie en de werkwijze te laten zien, komen de concrete voordelen van deze aanpak naar voren. Er wordt bijvoorbeeld aandacht gegeven aan lekdetectie en het meten van energieverbruik bij perslucht.

Kobold Instrumentatie presenteert als fabrikant van innovatieve sensoren een oplossing voor het meten van debiet en niveau. Een flowmeter presenteert de actuele meetwaarde en een flowschakelaar bewaakt de minimale flow. Er wordt een transparante opstelling gebruikt, waarin verschillende principes voor niveau- of flowmeting worden getoond. Na een korte introductie kan de bezoeker zelf voelen en zien wat de effecten zijn van verschillende instellingen. Er wordt ook een koppeling gemaakt met het verschil tussen meten en bewaken/schakelen. De bezoeker kan bijvoorbeeld het vloeistofniveau beïnvloeden. Het wijzigen van het niveau wordt gemeten en bewaakt. Ook kan er een debietmeting worden geactiveerd. Met een naaldventiel is het debiet in te stellen. De flowmeter presenteert de nieuwe meetwaarde en de flowschakelaar bewaakt een minimale flow. MCC Instruments demonstreert een elektronische drukregelaar voor kwaliteitscontroles.

F HI ge nie t e xc lu s ie v e g a s t v r i jhe id in A u t o m at ie | P MA . De v e r a n t w o o r din g v o o r de ge p ubl i c e e r de kopi j o p de z e pa gin a l i g t b i j F HI.


Po st bu s 36 38 30 AK Leu 6 sde n Te l. 03 3 46 e- mai l inf 5 75 07 o@fh i.n l www.fh i.n l

In het kader van die kwaliteitscontroles worden er steeds meer eisen aan producten gesteld. Wanneer 100% controle wordt geëist, is er automatisering nodig en moet er een snelle effectieve controle plaatsvinden tijdens het productieproces. De demonstratie op de stand toont aan hoe lekkage in onderdelen automatisch wordt opgespoord. Tijdens de expeditie kan de bezoeker op de stand van MCC Instruments dit controleproces zelf starten. Bij het controleren van enkele stuks (steekproeven) werd/ wordt dat vaak nog in meetkamers gedaan en volgen mensen voorgeschreven procedures. Heden ten dage wordt steeds vaker een 100% controle verlangd. De afnemer bespaart zichzelf hiermee een ingangscontrole. Ook wordt steeds vaker geëist dat de controle gedocumenteerd wordt. Lekkage in onderdelen werd opgespoord met drukverliesmetingen of onderdompeling in een waterbad. De demonstratie toont aan dat een

elektronische drukregelaar en een flowmeter dit geautomatiseerd kunnen. Ankersmid Process toont een kwaliteitscontrolesysteem. Op de stand staat een opstelling voor de bezoekers, waarbij instrumentatie geheel herleidbaar en gecertificeerd gecontroleerd kan worden. Het kalibreren van kwaliteit van de instrumentatie wordt gedemonstreerd. Door deze geheel verzorgde reis over de beursvloer komt een professional uit de industrie vooral vernieuwingen tegen door de beleving van instrumentatie. Dit is mogelijk gemaakt door samenwerking en een individuele voorbereiding van demonstraties. De deelnemers tonen daarmee impliciet hun meerwaarde, die ook in de praktijk beleefd kan worden. Via de bezoekersregistratie van de World of Technology & Science meld je je aan.

advertentie

Betaalt u nog voor een Historian? Niet bij MAPS (Mitsubishi Adroit Process Suite) Een moderne SCADA oplossing kan niet zonder deze en meer geavanceerde functionaliteiten. MAPS is één van de meest moderne, open, geavanceerde en schaalbare SCADA oplossingen. Nieuwsgierig naar de vele mogelijkheden? Neem contact met ons op en laat u informeren wat Mitsubishi Electric voor u kan betekenen.

Meer informatie nl3a.mitsubishielectric.com Telefoon +31 297 250 350 13512


Beurzen

De moeite nog/weer waard?

ESEF en TechniShow Sinds jaar en dag is eens per twee jaar de Jaarbeurs in Utrecht het toneel waar de maakindustrie elkaar treft. In grote lijnen: Wil je iets zelf maken, dan vind je op de TechniShow jouw machines, gereedschappen en alles wat je er verder maar omheen kunt verzinnen; wil je iets láten maken, dan ga je naar de ESEF en vind je iemand die dat voor je doet, of je daarbij helpt. Met een paar uitzonderingen natuurlijk, want een flink aantal edities geleden al weer, werden de sectoren Kunststof en Oppervlaktetechniek van de TechniShow naar de ESEF verplaatst. Janet Kooren

Hoe beide beurzen er in 2016 bij staan? Volgens Gert Jan Braam van de Jaarbeurs, die verantwoordelijk is voor beide titels, was 2016 een groot succes. Meer bezoekers, hogere waardering van de meer dan 800 exposanten en hogere waarderingscijfers van bezoekers. ‘Vanaf dag één was er sprake van

een positieve sfeer. TechniShow groeide over de hele linie, exposanten en bezoekers, met vijf procent ten opzichte van de vorige editie. De ESEF toont zich stabiel. De beurzen laten beide meer “beleving” zien. Het toverwoord van evenementen van vandaag de dag.

Beleving Op de TechniShow was een omvangrijk Toekomstplein ingericht in hal 9, een verbindingsdokter in hal 10, een Smart Industry plein in hal 11 en waren verspreid over de andere hallen Trend & Innovaties zones geplaatst. Rondleidingen waren er in de sectoren verspaning, niet-verspaning, verbindingstechniek en 3D-printing, en verder werd traditiegetrouw de finale van de Vakkanjer Beroepenwedstrijden hier gehouden en het Industriedebat in samenwerking met ESEF. Op de ESEF was het beursthema “De maakbaarheid van mor-

46

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

gen”. En ook hier was beleving, met in de drie theaters meer dan ­zestig lezingen. Aan de vooravond van de beurs werden onder ­g rote belangstelling de TechniShow Innovatie Awards en ESEF Awards uitgereikt door Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink, voorzitter FME en Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie. De jury roemde het innovatieve gehalte van de inzendingen.

Awards Gert Jan Braam: ‘We tonen innovaties en we zien de koplopers uit de maakindustrie die kwalitatief hoogwaardig engineeren en produceren.’ En die innovaties, die uiten zich onder meer in de awards die worden uitgereikt. Het leek ons dus wel de moeite waard om de winnaars eens lang te gaan om te zien waar ze die prijs nou mee wonnen. Op de ESEF had het publiek de meeste waardering voor het HeatFun Comfortpanel van Pillen Products. Theo Pillen en Henry Klein Hesselink demonstreren de werking van het comfortpanel, dat licht en warmte flexibel en naar behoefte op de gewenste plaats krijgt, zonder veel gedoe. Ze hoeven eigenlijk niet veel toe te lichten. De werking is direct duidelijk en naast de voordelen die we zelf kunnen bedenken voor individuele verlichting en verwarming geven de heren nog wat toepassingen aan die je zelf niet direct bedenkt. In een ziekenhuis bijvoorbeeld, maar zeker op werkplaatsen en in koude omgevingen zie je de voordelen, tot minder ziekteverzuim aan toe! Vervolgens melden we ons op de stand van Ceratec. Florian van Dijk en Tim van Kampen vertellen enthousiast over een product dat ze nog niet fysiek op de beurs kunnen tonen vanwege de patentaanvraag, maar de impact is groot. Een geïntegreerd hydrodynamisch glijlager van siliciumcarbidekeramiek. Het procesmedium is tegelijk smeermiddel en het geheel is absoluut onderhoudsvrij. De award die ze wonnen was dus in de categorie Innovatieve Materiaaltoepassingen, dat lijkt duidelijk.


Veiligheidstechniek voor de Machinebouw

w w w . e u c h n e r. n l

CEM-AR-C40

NIEUW

Veiligheidsvergrendeling met transpondercodering Houdkracht 600N Houdkrachtcontrole Serieschakeling tot 20 sensoren Veiligheidsniveau PLe, Categorie 4 Gedetailleerde diagnose Connectoraansluiting Beschermingsgraad IP65/IP67

13453b

RFID

EUCHNER (BENELUX) BV

I

P O S T B U S 11 9

I

N L- 3 3 5 0 A C P A P E N D R E C H T

I

+31 ( 0 )78 615 47 6 6

I

INFO@EUCHNER.NL

advertentie

Tussen de bedrijven door worden we de stand van de BOZ group opgetrokken. Corné van Opdorp vertelt over een innovatie die ze samen met Trumpf hebben ontwikkeld: een matrixdotcode die de routingstappen tijdens productie oproept. Een lasermarkering zorgt niet alleen voor de traceerbaarheid van het product, al tijdens productie, maar borgt zo ook de kwaliteit van het hele proces. Ieder onderdeel heeft een eigen identificatie en die identificatie zorgt voor de intelligentie in de productie. Menko Eisma van Trumpf laat ons een voorbeeld zien. ‘Zo elimineer je fouten tijdens productie. Je bent niet afhankelijk van welke medewerker en of de juiste informatie wel voorhanden is. En na de coating is de markering niet zichtbaar, dus stoort niet.’ Trumpf heeft nog wel een innovatie te melden, de Magic Shoe. De medewerker draagt een schoen met een sensor die de besturing van de machine verzorgt en heeft zo de handen vrij. ‘Wij nemen Smart Industry heel serieus en reserveren maar liefst 8 - 9% van onze omzet voor R&D.‘ De laatste winnaar op de ESEF was Machinefabriek Boessenkool met de Drone4Agro in de categorie Engineering & Design.

Made in Holland Op de TechniShow werden ook nog een paar awards uitgereikt en wel de TechniShow Innovatie Awards. Bij Exner zagen we het certificaat dat hoort bij de zilveren onderscheiding én de Made in Holland prijs. Toegekend aan een systeem voor automatisch programmeren met toepassingen nu nog vooral in de

verbindingstechniek, waarbij er op basis van gescande data intelligent en zelfstandig wordt geprogrammeerd, de robot de handeling opslaat en de operator alleen hoeft te accorderen. Tuwi won met de zwenkbuigmachine Schröder Powerbend de gouden onderscheiding. Vooral voor gevelbeplating werd met aanpassing van bestaande technieken een buigmachine gebouwd die alle handeling overneemt, met opties voor complexe plaatdelen. Geen belasting voor de medewerker: omdraaien, keren, alles gebeurt door de machine. Platina was er voor de robotbesturing Romias-MI van Romias. De jury vond het met name te waarderen dat simpele storingen bij complexe robotcellen worden opgelost. Hierdoor verbetert de effectiviteit van het robotsysteem. Maar ook het zelflerend vermogen en intelligentie worden genoemd. De stem van het publiek ging naar Fanuc voor de robot CR-35iA. Een collaboratieve robot voor de industrie die een massa van 35 kilo nog prima kan hanteren. De laatste stand die we deze dag aandoen is die van Cellro. Op de stand van een distributeur spreken we Pieter-Dirk Waltheer van Cellro die trots uitlegt dat hun modulair opgebouwde robot toekomstbestendig is en zelf zijn grijper kan wisselen. Het gevoel dat overblijft na een dagje bijpraten met deze en gene is een haast ouderwets gevoel. Die exposanten die weten hoe het werkt hebben een fantastische beurs achter de rug, of ze nou een grote of een kleine stand hadden.

Productie en machine automatisering PMA 05/2016

47


colofon Redactieraad

Tastbaar perfect. Hoofdredactie

Willem van der Bijl

Eenvoudig te configureren, modulair regelsysteem, uitgebreid met een krachtige PLC (CODESYS V3) Meetwaarde registratie via hoogwaardige universele analoge ingangen

Hoofdredactie

Comfortabele visualisatie en eenvoudige, intuïtieve bediening

Liam van Koert

De deelname van de redactieraadleden aan het redactieraadteam is uitsluitend op persoonlijke titel.

Uitgave

Manipulatievrije opname van procesgegevens met uitgebreide uitleessoftware uitgever

13466a

jaco otto

JUMO mTRON T

Automatie BV Bezoekadres: Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postadres: Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: 033 456 70 50 E-mail: info@automatie-pma.com Internet: www.automatie-pma.com

Uitgever

Meet-, regel- en automatiseringssysteem

Welkom bij JUMO.

Ing. Peter van den Berg, Ing. Lambert van Beukering, Ing. Ton Bol, Ing. Bernard Bos, Ing. Willem van der Bijl, Ing. Frits Boddeman, André ­Braakman, Ing. Adrian de Bruijn, Harold van den Hauten, Ing. Rob Hulsebos, Sikko de Jong Sr., Ing. Liam van Koert, Janet Kooren, Ing. Peter Korsten, Ir. Hans Mosselman, Ir.ing. Wim ­O xenaar Eur. Erg., Ir. Paul Petersen, Ing. Remco Rijsenbrij, Drs. Bianca Scholten, Ing. Karel Walinga, Ir. Hans van Wijk en Ing. Nick de With.

Jaco Otto (Automatie BV), j.otto@aprmediagroep.nl Sales

Erik de Jong

Advertenties Erik de Jong (Advercom), edejong@advercom.nl

Vormgeving

www.jumo.nl

APR Media Groep BV, studio@aprmediagroep.nl redactie

Bianca scholten

Advertentie- en orderadministratie APR Media Groep BV, orders@aprmediagroep.nl

Abonneeservice Postadres: Postbus 2238, 5600 CE Eindhoven Telefoon: 088 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl redactie

lambert van beukering

Photonics, Vision, Robotics & Mechatronics Aandacht voor: Smart Industry, industriële automatisering, intelligente camerasystemen, Integrated Photonics, veiligheid in de robotica • Ruim 100 exposanten uit binnen- en buitenland • Met wervelende drone show

redactie

rob hulsebos

redactie

harold van den hauten

redactie

Karel Walinga

gang! Gratis toe itie Ed Jubileum

Woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven

redactie

13540

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 05/2016

€ 79,- per jaar (excl. btw) € 140,- per jaar € 35,- 6 maanden € 10,-

Informeer bij de uitgever.

www.photonics-event.nl www.vision-robotics.nl

48

Nederland Buitenland Proefabonnement Losse nummers

Overname artikelen

Uitgebreid congresprogramma met o.a.: • Woensdag 1 juni: Robotics Conference • Donderdag 2 juni: PhotonicsNL Conference

Vakbeurs & Congres

Abonnementen kunnen iedere maand ingaan en ­w orden jaarlijks automatisch verlengd. Opzeg­g ingen, uitsluitend schriftelijk, dienen uiterlijk twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn.

Nick de With

© Automatie BV, 2016 ISSN 0005-1128

Aansprakelijkheid Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave ­verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Automatie BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. Automatie BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de ­uitgever van Automatie BV. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellec­tuele eigendomsrechten zijn van toepassing.


IndustriĂŤle automatisering voor uw vakgebied

Gratis entree bij registratie

4 - 7 OKTOBER 2016 JAARBEURS UTRECHT WWW.WOTS.NL 13399a


Ultra-Snelle Miniatuur Druktransducer Serie M5 Inzetbaar tot maximaal 200°C Breed gecompenseerd temperatuurbereik, van -20...125 °C of -40...180 °C Uitmuntende dynamische respons, tot 50 kHz (puls metingen) Extreem compact ontwerp, proces aansluiting: M5 x 0,5 fijne draad Ongevoelig voor contacttrillingen Teflon FEP kabel met IP67 kabelinvoer, geschikt voor gebruik op testbanken Drukbereiken 0..3 bar, 0..10 bar en 0..30 bar (absoluut) Temperatuur gecompenseerde 0…10 V uitgang (Serie M5 HB)

Testbanken

Lekkage

Windtunnels

Luchtvaart

Compressors

Explosiegolven

keller-holland.nl 13335a


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.