Automatie | PMA 5-2018

Page 1

HET IA -VAKBL AD VO OR NEDERL AND EN BELGIE 62 S TE JA A RG A NG 2018

ATEX en Ontstekingsanalyse 3D-Printing en Scale-ups


Industriële automatisering voor uw vakgebied

2 T/M 5 OKTOBER 2018 JAARBEURS UTRECHT www.wots.nl 13835a


INHOUD REDACTIONEEL & AGENDA

NUTTIGE METHODE BIJ ATEX-INSPECTIES

Digitale Integratie

Kwantitatieve ontstekingsanalyse

PAGINA 4 IFM

PAGINA 11 MOTEK KLAY-INSTRUMENTS

05

AUTOMATISCH ‘DING’ TOEVOEGEN

6

Hoe maken we IIoT Plug&Play

PAUL PETERSEN (FHI)

VERBINDING

VAKBEURZEN

Over de WoTS

Wil je minder? IO-Link

Studiedag ethernet

PAGINA 19 LEUZE VSE

12

PAGINA 15 NDUSTRYPLANNER

20

16

22

AM AVANT LA LETTRE

SNELLER NAAR INDUSTRIËLE SCHAAL

VAKBEURZEN

Metaalprinter op je bureau

Innovatieve Scale-ups

Vooruitblik WoTS projecten

PAGINA 31 EUCHNER PESCHKA

32

26

35

MARKT EN TECHNIEK

PERSREIS ENDRESS+HAUSER

STAARTPOMP MET HYDRAULIEK VAN CHEMIENORMPOMP

Innovatie als brandstof

IOT-TRACKER MET GSM-TECHNOLOGIE NIEUWE REEKS PERSLUCHTVERZORGINGSPRODUCTEN OPTISCHE SENSOREN VOOR LANGERE AFSTANDEN

38

36 MARKT EN TECHNIEK

VAKBEURZEN

COLOFON ENDRESS+HAUSER

FREQUENTIEREGELAARS MET IP66 AFDICHTING

Impressie Safety-event

BEVEILIGDE TOEGANG OP AFSTAND SERIES 45 ZOEMERS – LUID, COMPACT EN UNIVERSEEL.

PAGINA 43 EXINSPECT

42

REVOLUTIONAIRE TECHNOLOGIE IN DE ROBOTICA

44

OMSLAG 2 WOTS OMSLAG 3 TW.NL OMSLAG 4 KELLER

46

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 05/2018

03



REDACTIONEEL

AGENDA Willem van der Bijl W.VDBIJL@AUTOMATIE-PMA.COM

SEPTEMBER 2018 11-13 Installatie Vakbeurs Hardenberg 2018 11-13 Elektro Vakbeurs 2018 26-28 Kunststoffen 2018 27-1 IAA - Hannover

Digitale Integratie

E

en nieuw tijdperk breekt aan, althans voor mij. Met de overname van ‘ons’ blad door Vakbladen.com kan ik mij meer gaan richten op plezierige vrijetijdsbesteding. Daarnaast kan ik wat extra aandacht besteden aan een nuttige rol in de veiligheidssector, met name ATEX en SIL. Het is een cliché, maar de afgelopen vijftien jaar zijn voorbij gevlogen. De rol als hoofdredacteur van Automatie heb ik voor het eerst mogen verbinden aan het oktobernummer in 2003. In nauwe samenwerking met Jaco Otto als uitgever en een betrokken en altijd enthousiast redactieteam heb ik de technologische ontwikkelingen in de industriële automatisering op papier vastgelegd en gedeeld met de markt. Dit is alleen mogelijk door intensief en breed met de markt te communiceren om de opgedane kennis via het blad weer aan diezelfde markt terug te geven. Dat is een prachtige bezigheid die ik wel zal gaan missen. Maar voorlopig stap ik er nog niet uit, ik blijf als adviseur nog enige tijd betrokken. Kijkend naar de historie, vanaf het begin van Automatie - ruim 62 jaar geleden, merk ik dat de automatisering als fenomeen en doelstelling niet veranderd. Het is de techniek erachter die zich ontwikkelt en wat me opvalt is dat dat de laatste jaren steeds sneller gaat. Of is dat omdat ik ouder word…? Ook is me opgevallen dat waar voorheen er allerlei verschillende ‘eilanden van automatisering’ waren, deze steeds meer aan elkaar aan het groeien zijn tot één continent van versmolten technieken. De moderne ‘smart factory’ en Industry 4.0 wordt het laatste jaar in vrijwel elk persbericht als kapstok gebruikt om aan te tonen dat men ‘verbonden’ en bij de tijd is. In lezingen, die ik soms mag geven, noem ik Industry 4.0, de vierde industriële revolutie, dan ook het tijdperk van digitale integratie. Deze integratie is essentieel om van de enorme hoeveelheid digitale gegevens - big data - voor de gebruiker nuttige en functionele informatie te maken. Dit laatste is niet eenvoudig omdat de partijen, of producten, die de data genereren vaak niet dezelfde zijn als de partijen, of machines, die de informatie moeten gebruiken. Mijns inziens is dat alleen mogelijk als de betrokken mensen veel leren van alle aspecten van de automatisering. Ik ben ervan overtuigd dat alleen dán genoemde digitale integratie gaat ‘werken’. Met ons vakblad dragen we al vele jaren ons steentje hieraan bij en we blijven dat nog lang voortzetten. Ik wens je veel wijsheid!

OKTOBER 2018 2-5 WoTS 2018 – World of Technology & Science 8-11 Motek 2018 11 SMART Service and Maintenance jaarcongres 22-24 Offshore Energy 2018 23-25 Euroblech NOVEMBER 2018 6-8 Transport & Logistic 2018 13-15 SURFACE Campus 14-15 Precisiebeurs 2018 27-29 Valve World Expo 2018 27-29 SPS IPC Drives VOOR MEER EVENEMENTEN EN ACTUELE INFORMATIE OVER O.A. LOCATIE EN TOEGANG, KIJK OP WWW.INDUSTRYPLANNER.COM

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2018

05


#waaromlezen Hoe bepaal je de kans op een explosie op een manier die voldoet aan de richtlijn.

Een nuttige methode bij ATEX-inspecties

Kwantitatieve ontstekingsanalyse 6

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018


In de afgelopen jaren hebben wij met ons bedrijf veel inspecties en analyses ten aanzien van explosieveiligheid in industriële installaties uitgevoerd. Als werkwijze hanteren wij de gap-analyse en het opstellen van de RI&E. De installatie, het samenstel, de skid of de machine die zich in de zone bevindt, wordt geïnspecteerd op ontstekingsbronnen, zoals gedefinieerd in de norm NEN-EN 1127. We zoeken voornamelijk naar afwijkingen tussen elektrische en mechanische installatiedelen en de relevante actuele normen, praktijkregels en richtlijnen. Willem van der Bijl - Exinspect

D

e geconstateerde afwijkingen, oftewel de gap’s, worden gerapporteerd en aan de verantwoordelijke personen gepresenteerd. De afwijkingen worden gerangschikt naar mate van explosiekans en er wordt een duidelijke link gelegd tussen het gerapporteerde object en de locatie in de installatie. Daarmee kan snel actie worden ondernomen op de items met verhoogde explosiekans en vervolgens kan er efficiënt worden gecontroleerd. Voor het bereiken van een explosieveilige installatie voeren we regelmatig gesprekken met onze relaties over onze aanpak en het nut ervan. Soms gaat het daarbij over het bereiken van een eenduidige interpretatie van afwijkingen en bijbehorende classif icering. Ook zijn gesprekken gevoerd met diverse specialisten en onlangs heeft René Ubbink van U&D Industrial Safety tijdens een bijeenkomst van het nationale Platform ATEX153 een lezing gehouden over dit thema, overigens

van groot belang, zowel voor elektrische als mechanische apparatuur. Een grondige gap-analyse helpt de installatieeigenaar inzicht te krijgen in de status van zijn productie- of procesinstallatie: in hoeverre voldoet het systeem aan de eisen van de genoemde richtlijn en normen? Elke gap-analyse is maatwerk. Ten overvloede wil ik hier melden dat als het apparaat volledig voldoet aan de gestelde eisen het natuurlijk correct is en er dus ook geen gap-analyse van toepassing is. De onderstaande benadering is dus alleen van toepassing op apparatuur met een afwijking, een gap.

Ontstekingscriteria In de basis is een af wijking een af wijking en die dient te worden verholpen. Daar is geen twijfel over. Echter, we constateren afwijkingen met een verschillende kans op het actief worden van de ontstekingsbron. Als een fabrikant (of

‘De installatie-eigenaar dient te voldoen aan de wettelijk eisen en voorwaarden.’ meer gericht op risicoanalyse. Onze aanpak richt zich op de kans dat een ontsteking kan plaatsvinden, een zogenaamde ‘ontstekingsanalyse’, en geeft daarmee de gevonden gap’s een prioriteit. Dit artikel geef t een beschrijving van die aanpak.

leverancier) de beschermingstechniek ‘verhoogde veiligheid Exe’ heeft gekozen om het apparaat geschikt te maken voor zone 1, gasgroep IIB en temperatuurklasse T4 dan zal dat

Gap-analyse? Een gap-analyse is een methode om een vergelijking te maken tussen een bestaande en een gewenste of voorgeschreven situatie. De gewenste of voorgeschreven situatie kan het voldoen aan een bepaalde norm zijn. De installatie-eigenaar dient wettelijk te voldoen aan de eisen en voorwaarden die gesteld worden in de richtlijn 99/92/EG (ATEX153, ook wel de ‘gebruikersrichtlijn’). Ter ondersteuning kan gebruik gemaakt worden van de aan de ATE X153 gerelateerde normen, zoals onder andere NEN-EN-IEC 60079-0, -10, -14 en -17 en de praktijkrichtlijnen NPR7910-1 en -2. Daarnaast zijn de relevante normen over de beschermingstechnieken

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

7


op het apparaat vermeld staan in de daar voor geëigende codes. Feitelijk zijn deze codes of merktekens een boodschap aan de installateur en gebruiker om het apparaat op een voorgeschreven manier te installeren en te onderhouden. En via een eerste inspectie wordt gecontroleerd of dat ook is gebeurd. Met goede kennis van de beschermingstechnieken en explosieomstandigheden blijkt dat er diverse variabelen zijn die de kans op het ‘actief worden’ van de ontstekingsbron beïnvloeden.

verbindingen maken die gemakkelijk kunnen leiden tot een ongewenste ontstekingsbron. Het gebruik van een standaard kunststof wartel in een Exd-behuizing maakt dat de beschermingstechniek volledig teniet is gedaan. Binnen in de Exd-behuizing is in de regel geen apparatuur met Exbescherming toegepast, waardoor een ontsteking mogelijk is. De onjuiste wartel zal de eventuele interne explosie niet tegenhouden en overdragen aan het mengsel buiten de behuizing. De gevolgen zijn niet te overzien!

‘Als inspecteur probeer je een goede afweging te maken of het apparaat goed of fout is.’ Eigenlijk betekent ‘actief worden’ dat het apparaat ergens een ontstekingsbron heeft die als vonk de grenswaarde van IIB (60 µJ) of als oppervlaktetemperatuur de temperatuur van T4 (135 °C) overschrijdt. Door middel van de categorie van het apparaat (of Equipment Protection Level EPL volgens IEC) geeft de fabrikant, op basis van foutcondities, aan met welke mate van zekerheid deze grenswaarden niet overschreden worden. Categorie 1 is de hoogste categorie en dit betekent dat de fabrikant garandeert dat zelfs bij twee onafhankelijke, gelijktijdig voorkomende, aan de techniek gerelateerde, foutcondities de grenswaarden niet worden overschreden. Dat is niet eenvoudig en het is niet altijd duidelijk of ‘alle’ foutcondities zijn meegenomen. Als inspecteur probeer je een goede afweging te maken of het apparaat goed of fout is, maar met zoveel variabelen is er een behoefte om gradaties aan te brengen.

Ontstekingsanalyse Het ontbreken van de markering op een apparaat waarvan bekend is dat deze een overeenstemming heef t met de geldende ATEX-richtlijn 2014/34/EU, de ATEX 114, maakt het apparaat ongeschikt voor gebruik in de zone. Het zal niet direct een ontsteking veroorzaken, maar de juistheid van het gebruik, installatie en onderhoud is niet te controleren. Dus op termijn kan er wel degelijk iets mis gaan. Een niet afgesloten wartelopening in een Exe-behuizing in de buitenlucht laat regenwater binnen en dit kan ongewenste

8

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

Hiermee zijn enkele voorbeelden van situaties geschetst met verschillende kans op actief worden van de ontstekingsbron, of overschrijding van de ex plosieparameters. Bij een gemiddelde chemische installatie in West-Europa komen we redelijk wat af wijkingen tegen. Deze moeten allemaal gecorrigeerd worden, maar om hier een praktisch haalbare aanpak voor te organiseren is het nuttig een verdeling in di verse ni veaus naar ont stek ing sk ans te hebben. De installatie-eigenaar kan dan in logische fases naar ontstekingskans de correcties (laten) uitvoeren. Overigens hangt de ontstekingskans mede samen met de kans op aanwezigheid van een explosiegevaarlijk mengsel, de zone. Feitelijk beoordeel je als inspecteur in eerste instantie of het object een afwijking heeft. Is er een afwijking, dan kan bepaald worden wat de kans op het overschrijden van de gegeven explosieparameters is. Vervolgens kan dit gecombineerd worden met de zone om de explosiekans te bepalen. Samenvattend dienen we op basis van een inspectie, bij een afwijking, een ontstekingskans vast te leggen om deze vervolgens met de zone te combineren tot een explosiekans. We gaan dit verder uitwerken.

Vaststellen van de ontstekingskans We hebben er varen dat er behoef te is aan een grotere eenduidigheid in het vaststellen van de explosiekans. Een


In het aansluitkastje zijn enkele aders en aarding niet afgemonteerd.

Door losse wartels in een Exe-behuizing is de vloeistofdichtheid niet gegarandeerd.

betrouwbare aanduiding geeft de eigenaar van de installatie een betere leidraad om af wijkingen te herstellen en de installatie eerst explosieveilig te maken om deze vervolgens, gefaseerd, volledig in overeenstemming met de richtlijn te brengen. Hier volgt een voorstel. De ontstekingskans geven we de aanduiding PI, de Probability of Ig nition, de waarschijnlijkheid van ont steking. We onderscheiden hierin vier niveaus. PI wordt vastgesteld op basis van de vele variabelen in de inspectievragen zoals gegeven in de relevante tabellen in de norm NEN-EN-IEC 60079-17. Is het antwoord op de vraag correct, dus geen afwijking, dan krijgt deze vraag het cijfer 1. Is het antwoord incorrect, dus een afwijking, dan krijgt deze het cijfer 2, 8 of 64 afhankelijk van het ‘gewicht’ van de vraag in relatie tot de ontstekingskans. Een voorbeeld, als de identificatie op het apparaat niet duidelijk is dan wordt een 2 gegeven, maar als de categorie niet voldoende is voor de zone dan krijgt deze vraag het cijfer 64. De resultaten van alle vragen worden met elkaar vermenigvuldigd en het resultaat leidt tot een PI1, PI2, PI3 of PI4 met de volgende betekenis: PI1 PI2 PI3 PI4

De kabel is middels een korte bocht en via metalen randen gemonteerd.

Kans op ontsteking is zeer laag, alleen bij twee foutcondities ›1 - 16 Kans op ontsteking is laag, alleen bij één foutconditie ›16 - 63 Kans op ontsteking is aanwezig in normaal bedrijf 64 - 511 Kans op ontsteking is groot en voortdurend aanwezig 512 en hoger

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

9


‘Het gebruik van een standaard kunststof wartel in een Exd-behuizing doet de beschermingstechniek volledig teniet.’ Is het resultaat van de vermenigvuldiging 1 dan heeft het object géén afwijking en is het dus goed. Is het hoger dan 1 dan krijgt het de PI-waarde volgens bovenstaande verdeling.

Vaststelling van de explosiekans De explosiekans krijgt de aanduiding LE, de Likelihood of Explosion, de kans op een explosie. De kans op aanwezigheid van het explosiegevaarlijke mengsel is aangeduid in ZN, de logische koppeling met de zone. NGG is niet gevaarlijk gebied, dus geen explosiegevaarlijke atmosfeer. ZN2 is voor gas zone 2 en voor stof zone 22, ZN1 is zone 1 of 21 en ZN0 is zone 0 of 20. De variabelen PI en ZN worden met elkaar in verband gebracht met behulp van een matrix, die als resultaat het niveau van LE aangeeft. LE krijgt de waarde 0 tot en met 4, van zeer lage kans tot hoge kans. De explosiekans-matrix ziet er als volgt uit:

Risicobeoordeling Het is belangrijk te stellen dat bovenbeschreven aanpak zich richt op de kans dat een explosie zal plaatsvinden. Hierbij is geen rekening gehouden met het risico van een explosie, want dat is gekoppeld aan de effecten die optreden als gevolg van de explosie. Het zal duidelijk zijn dat die koppeling wel degelijk gemaakt zal moeten worden. In onze beleving zijn de gevolgen van een explosie mee te wegen in de bepaling van de zone-indeling. De waarschijnlijkheid van aanwezigheid van de explosieve atmosfeer is redelijk eenduidig vast te stellen. Hiervoor zijn duidelijke normen en praktijkrichtlijnen ontwikkeld. Echter, de installatie-eigenaar kan besluiten om in verband met de grote effecten een zone zwaarder te kiezen dan strikt uit de norm nodig blijkt te zijn. Het gevolg hiervan is dat de apparatuur, werkzaamheden, bedrijfsvoering en installatie in deze ‘verhoogde’ zone kritischer worden bekeken en mogelijk daarmee veiliger zijn. Voor vragen of opmerkingen: wbijl@exinspect.nl

Willem van der Bijl is senior inspecteur bij ExInspect BV, oprichter en voorzitter van het Platform ATEX153 en het SIL Platform en is voorzitter van de NEN-commissie NEC65.

De betekenis van de explosiekans LE is als volgt: Het doel moet natuurlijk zijn om een installatie zodanig in te richten en te onderhouden dat er geen afwijkingen zijn. Dan is de matrix ook niet van toepassing. Maar als dat niet praktisch haalbaar is zou het acceptabel zijn om dusdanige potentiële ontstekingsbronnen te hebben dat deze alleen de laagste explosiekans, LE0, hebben.

Met de hogere LE-klassen wordt een gradatie of urgentie gegeven waar mee de af wijkingen moeten worden gecorrigeerd. Het zal duidelijk zijn dat een LE4-afwijking met de hoogste prioriteit moet worden verholpen.

10

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018


Druk- en niveau meting

DĂŠ FRONT MEMBRAAN SPECIALIST

Internationale vakbeurs voor automatisering van productie en montage

D 8 T/M 11 OKT. 2018 a ST U T T G A R T

FrontMembraanTechnologie

Digitale transformatie unlimited. De 37e Motek presenteert competentie en know-how op topniveau voor de machinebouw, speciaalmachinebouw en integratie van robottechnologie! Industrie 4.0 in de praktijk voor productie en montage. 2 Assemblage-installaties en systeemoplossingen 2 Handlingtechnologie 2 Procestechnologie voor verbinden, bewerken, controleren en kenmerken 2 Componenten voor de speciale machinebouw 2 Software en dienstverlening

Enkele kenmerken:

Sterke Frontmembranen Standaard gepolijst EHEDG gecertificeerd Minimale olievulling Actieve Temperatuur compensatie Hoog overdrukbaar Klay Front membraan Technologie Nederlands Product

@ www.motek-messe.de

B äg

Beursorganisatie: P. E. SCHALL GmbH & Co. KG f +49 (0) 7025 9206-0 m motek@schall-messen.de

13938


Hoe maken we het IIoT plug-and-play? Toevoegen van een ‘ding’ moet automatisch gaan De vierde industriële revolutie belooft ‘slimme fabrieken’ waarin mens en technologie via het Industrial Internet of Things (IIoT) naadloos met elkaar samenwerken en gegevens uitwisselen. Analyses van de data bieden een gedetailleerd inzicht in zaken als de klantwensen of de mogelijkheden om productieprocessen te optimaliseren. Maar voor een echt slimme fabriek is meer nodig dan machines en apparaten met een ethernetverbinding. Harm Geurink

I

Industrie 4.0 is de conceptuele fase voorbij, ook in Nederland. Zo zet Tata Steel slimme technologie in als onderdeel van zijn ‘Steel 4.0’-programma. Een belangrijk onderdeel hier van is Digitalised A sset Management (DAM). Door een analyse van realtime data binnen de staalproductieketen kan Tata bijvoorbeeld onderhoud aan machines beter voorspellen en efficiënter inplannen. Daarnaast maken data-analyses het mogelijk om afwijkingen in het tussenproduc t later in het produc tieproces te corrigeren. Een ander voorbeeld van een Industry 4.0-toepassing wordt geleverd door Aebi Schmidt, een bouwer van strooi- en veegmachines voor snelwegen, straten en pleinen. Dit bedrijf verzamelt online gebruikersgegevens om het onderhoud aan de geleverde machines beter te kunnen voorspellen. Aebi Schmidt is hierdoor niet alleen een bouwer van machines, maar ook een leverancier van aanvullende diensten waarmee het zijn klanten ontzorgt. De machinebouwer won hiermee de Metaalunie Smart Manufacturing Award 2018.

Industriële productie en IT vergroeien Industry 4.0 zorgt er voor dat industriële productie en IT steeds verder met elkaar vergroeien. Dat blijkt ook uit de genoemde praktijk voorbeelden. Centraal hierbij staan de verregaande automatisering van productieprocessen en data-analyse met behulp van onder meer slimme sensoren, machines en zelflerende systemen die met elkaar communiceren en gegevens uitwisselen. Die onderlinge communicatie is meestal het probleem niet.

12

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

In productieomgevingen is de infrastructuur doorgaans aanwezig in de vorm van een ethernetnetwerk. Klassieke plc’s beschikken bijvoorbeeld vaak al over een ethernetinterface en IT-features, zoals e-mailfunctionaliteit, een ftp-server en de mogelijkheid om te lezen en schrijven in een SQL-database. Een protocol als OPC (Open Platform Communications) maakt vervolgens data-uitwisseling mogelijk met SCADA-systemen of een database.

Eenvoudig en veilig koppelen De uitdaging zit veel meer in de eenvoudige en veilige koppeling van nieuwe sensoren, apparaten en machines aan


#waaromlezen #Waar let je op bij het toevoegen van ‘dingen’ en het inrichten van systemen.

‘Het is niet gewenst dat het communicatieprotocol de helft van de capaciteit van een slim apparaat opslokt.’ slim apparaat opslokt. Geschikte ‘slanke’ protocollen zijn MQTT (Message Queuing Telemetr y Transpor t) en OPC UA (Unif ied Architecture). Deze protocollen zorgen in fabrieken als het ware voor een ‘backbone’ waarop nieuwe systemen eenvoudig zijn aan te sluiten. Het is nu wachten welk protocol als de absolute winnaar uit de bus komt en zo breed mogelijk wordt omarmd door de industrie.

2. Slimme apparaten

het Industrial Internet of Things (IIoT). Het toevoegen van een ‘ding’ moet min of meer automatisch gaan. Als daar teveel configuratie- en programmeerwerk bij komt kijken, gaat de vierde industriële revolutie haar belofte niet inlossen. Een voorbeeld: een apparaat moet zichzelf aanmelden op het netwerk en informatie gaan uitwisselen. Dat moet net zo makkelijk worden als het aanleggen van een wifi-netwerk thuis. We zijn echter nog wel een aantal stappen verwijderd van een ‘plug-and-play’ IIoT. Daar voor hebben we onder andere het volgende nodig:

1. Een ‘slank’ communicatieprotocol Voor de onderlinge communicatie hebben we een protocol nodig dat weinig capaciteit verbruikt en toch de functionaliteit biedt die we nodig hebben om apparaten automatisch met elkaar te laten ‘kletsen’. Het is bijvoorbeeld niet gewenst dat het communicatieprotocol de helft van de capaciteit van een

Om ervoor te zorgen dat apparaten zichzelf aanmelden op het netwerk en gaan communiceren over bijvoorbeeld OPC UA is meer nodig dan een ethernetverbinding. Zo moet er software aanwezig zijn die het aanmelden regelt en de communicatie initieer t. Maar op bijvoorbeeld een klassieke plc kan dergelijke software niet zomaar worden bijgeplaatst. K l a s sieke plc ’s z ijn niet b e do el d om slimm e communicatieprotocollen mee op te zetten. Open en vrij programmeerbare besturingsplatformen zoals PLCnext bieden hier een oplossing. Hiermee is het eenvoudiger om nieuwe functionaliteit te bouwen.

3. Defense in depth Het IIoT maakt industriële systemen ook kwetsbaarder voor hackers die data proberen te stelen of processen willen verstoren. Door de verbondenheid krijgen virussen bijna meer kans. Als een servicemonteur een besmette laptop aansluit op een machine, zal zonder beschermende maatregelen de malware via het IIoT ook snel andere systemen besmetten. In het Industry 4.0-tijdperk is alleen een firewall tussen het internet en het kantoornetwerk daarom niet meer voldoende. ‘Defense in depth’ houdt in dat er ook firewalls komen tussen het kantoor- en het fabrieksnetwerk en dat elke machine achter een firewall komt te staan. Op die manier kan een virus binnen een klein deel van het netwerk worden opgesloten.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

13


‘Industry 4.0 zorgt ervoor dat industriële productie en IT steeds verder met elkaar vergroeien.’ Maar zelfs dan zijn we er nog niet. Nog altijd bestaat het risico dat een kwaadwillende de fysieke verbinding met de plc eruit trekt en met een laptop rechtstreeks inlogt op de besturing van een machine. Dit is alleen te detecteren en voorkomen met een firewall die is geïntegreerd in de besturing. Al bij het ontwerp van een besturing moet dus rekening worden gehouden met veiligheid.

Waarde toevoegen Uiteraard is voor een succesvolle transitie naar Industry 4.0 meer nodig dan het eenvoudig kunnen koppelen van ‘dingen’ aan het IIoT. Zo is het belangrijk om altijd voor ogen te houden dat een toepassing waarde moet hebben voor zowel de aanbieder als de afnemer. De waarde voor de leverancier kan zijn dat een dienst zorgt voor een constante inkomstenstroom, terwijl de klant door voorspellend onderhoud het aantal storingen ziet teruglopen of nuttige informatie haalt uit de verzamelde machinegegevens. Een klant moet profijt hebben van het koppelen van machines aan het internet. Vergelijk het met Google Maps. Wanneer

14

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

je bereid bent om je locatiegegevens te delen, krijg je gedetailleerde informatie over files op jouw route gebaseerd op de actuele locatie-informatie van jezelf en andere Google Maps-gebruikers.


industry 17 planner

online agenda met alle evenementen en opleidingen in de industrie en techniek

Industryplanner is de online agenda voor de industrie en techniek waarin alle beurzen, congressen, seminars, opleidingen, cursussen en trainingen zijn verzameld en overzichtelijk in kaart zijn gebracht. Alert op kansen en mogelijkheden oriĂŤnteren zich iedere dag honderden bezoekers op Industryplanner.com welk evenement men wil bezoeken of wat voor een opleiding men wil volgen. Zij blijven graag op de hoogte van trends, noviteiten, techniek en ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Deze bezoekers zijn actief betrokken bij de bedrijfsvoering, het beleid, de productie, in- en verkoop en technische vraagstukken.

Industryplanner richt zich op iedereen in de industrie die als potentieel eventbezoeker op de hoogte wil zijn van alle events die binnen het vakgebied plaatsvinden. Daarnaast heeft de doelgroep de sterke drang zich te willen ontwikkelen door het volgen van cursussen, trainingen e.d. Juiste persoon naar het juiste event De agenda beschikt over een zoek- en verfijnsysteem waardoor bezoekers gericht industriĂŤle evenementen kunnen zoeken. Een optimaal gepersonaliseerde agenda met alleen events die voor hen interessant zijn. Ga snel naar www.industryplanner.com

industryplanner.com


Paul Petersen (FHI)

over World of Technology & Science

16

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018


#waaromlezen De WoTS breidt weer verder uit. Waarom en hoe lees je hier.

Vakbeurs World of Technology & Science (WoTS) bestaat begin oktober niet uit vier maar vijf werelden. World of Automation, World of Laboratory, World of Motion & Drives, World of Electronics en - nu ook officieel - Industrial Processing hebben elk hun eigen identiteit, maar lopen tegelijkertijd in elkaar over. Integratie is dé technologische trend voor de toekomst en uiteindelijk een garantie voor het Jacques Geluk voortbestaan van de fysieke beurs.

V

akbeurs World of Technology & Science (WoTS) bestaat begin oktober niet uit vier maar vijf werelden. World of Automation, World of Laboratory, World of Motion & Drives, World of Electronics en - nu ook officieel - Industrial Processing hebben elk hun eigen identiteit, maar lopen tegelijkertijd in elkaar over. Integratie is dé technologische trend voor de toekomst en uiteindelijk een garantie voor het voortbestaan van de fysieke beurs. Technologie speelt een groeiende rol in alle facetten van de maatschappij. Bedrijven en instellingen richten zich meestal op afzonderlijke doelgroepen, maar realiseren zich vaker dat samenwerking en integratie noodzakelijk zijn om klanten optimaal te kunnen bedienen. “Die grote mate van integratie is bijna vanzelfsprekend. Om ten volle van geïntegreerde

v e r a n t w o o r d e l ij k i s v o o r d e b e ur s o r g a n i s a t i e . “ D e technologische keten is nogal breed, zodat niemand alles in detail kan weten. Via internet kun je focussen op een stapje in die keten, maar niet op het geheel. Daarom denk ik dat de WoTS een goede toekomst heeft.”

Beurs integreert mee “In 1956 hebben bedrijven binnen de FHI-branches industriële elektronica en automatisering, waaronder ook medische en laboratoriumtechnologie, voor het eerst de gezamenlijke beurs Het Instrument georganiseerd”, aldus Petersen. Ook de beurzen Aandrijftechniek en Industrial Processing kennen een lange geschiedenis. “In de jaren negentig komt internet op en rijst de vraag of beursbezoek nog toegevoegde waarde heeft. Er ontstaat samenwerking met de Machevo & Bulkvereniging

‘Via internet kun je focussen op een stapje in die keten, maar niet op het geheel.’ technologie te kunnen prof iteren is basiskennis van de techniek die je gebruikt handig, anders maak je je afhankelijk. Deskundigheid is echter nodig om de onderdelen van de keten te kunnen verbinden. World of Technology & Science is de ideale plek om te laten zien wat samenwerking tussen verschillende partijen inhoudt en deskundigen kunnen dat ter plekke toelichten. Online is veel te ontdekken, om het echt te begrijpen moet je mensen treffen”, zegt Paul Petersen, directeur van de Federatie van Technologiebranches FHI, die samen met de branchevereniging voor aandrijf- en automatiseringstechniek FEDA en Machevo & Bulkvereniging

en het besef groeit dat er bedrijfskundige, technische en organisatorische overlappingen tussen de ketens zijn. FEDAleden zitten bijvoorbeeld deels in de industrialisering en deels in aandrijftechnieken.” In 2014 ontstaat WoTS door samenvoeging van de drie oorspronkelijke beurzen. Dus niet alleen integratie van de techniek, maar ook van het platform. Dat werkt goed. “Onze gedachten over hoe de industrie werkt, bleken juist en dat hebben we gemerkt aan het beursbezoek. Dat was gewoon goed. Overal zagen we energie, betrokkenheid en interesse. In 2014 en 2016 trok WoTS rond 21.000 bezoekers. Nu zullen

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

17


dat er, in combinatie met Industrial Processing waarmee we in 2017 officieel zijn samengegaan, 25.000 zijn.” Bezoekers uit industrie, laboratoria, zorg en wetenschap krijgen de mogelijkheid in één keer op één locatie een sterk en breed technologisch aanbod te bezoeken, waar ook overkoepelende zaken als cybersecurity en levenscyclusbeheer aan de orde komen.

Vijf werelden “De vorige keer waren er vier werelden, nu met Industrial Processing erbij dus vijf. Ze staan los van elkaar en lopen tegelijkertijd soepel in elkaar over. Bezoekers kunnen ook een wereld overslaan. Een in chiptechnologie geïnteresseerde elektronicaontwikkelaar zal niet automatisch stands over laboratoriumtechnologie bezoeken en omgekeerd geldt dat voor een laborant die onderzoek doet naar DNA of celbiologie. Die werelden zijn daarom niet vlak naast elkaar te vinden op de beurs, maar voor de voedingsmiddelenindustrie ligt dat anders. In hal 8, de hal van de procesautomatisering, komen dan ook veel technologische combinaties voorbij, waaronder robotisering en laboratoriumtechniek. Sommige van de ruim 500 exposanten zijn actief in meerdere werelden en hebben

dit geval gaat het over elektronicaontwikkeling, maar voor systeemintegratie en bedrijfsautomatiseringsprojecten geldt hetzelfde.” Voor een aantal werelden zijn de organisatoren bezig met een Internet of Things-project. Tijdens een route

‘Om geïntegreerde technologie te begrijpen, moet je mensen treffen.’ bijvoorbeeld een grote stand in de ene en een kleinere in de andere wereld. Anderen gaan bewust op de grens tussen werelden zitten. Integratie is een voortgaande ontwikkeling.”

Kracht van een vereniging WoTS is georganiseerd door verenigingen en het is volgens Petersen de kracht van een vereniging die het mogelijk maakt optimaal kennis over te dragen. Bezoekers zitten niet te wachten op een commercieel verhaal. Ze willen nuttige informatie en inzicht krijgen in wat producten en technieken voor hen kunnen betekenen, afzonderlijk en geïntegreerd. “In 2017 zijn we begonnen met de ontwikkeling van de Proximo, een nabijheidssensor die nu in de prototypefase verkeert. Op dit moment ontwikkelt het projectteam de app. Of het op tijd af is blijft spannend, want alle onderdelen van de keten die eraan werken zijn afhankelijk van elkaar. De vorige keren is het wel gelukt en dat zal nu ook zo zijn, daarvan ben ik overtuigd. Het mooie is dat zo’n project de samengebundelde kracht van individuele exposanten zichtbaar maakt. De kracht van de keten zorgt voor oplossingen en die intrinsieke boodschap willen we overbrengen, want daar kunnen bezoekers en klanten in de dagelijkse praktijk ook wat mee. De behoefte elkaar te helpen is sterk. Als er problemen zijn bij een onderdeel van de keten, ontstaat er veel kracht. In

18

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

over de beurs laten ongeveer tien bedrijven zien dat ze niet hetzelfde vertellen, maar elkaar aanvullen, zodat ze samen een volledig beeld kunnen laten zien van wat er met het internet der dingen mogelijk is.

Actueel Een beurs als deze vraag t een lange voorbereidingstijd, waardoor lezingen en seminars niet altijd geheel actueel zijn. Voor de meeste thema’s zijn meerdere sprekers uitgenodigd, maar er zijn ook keynote-sprekers uitgenodigd die alleen één onder werp behandelen. Ruud Koornstra, Energiecommissaris van Nederland bijvoorbeeld, praat over wat de energietransitie betekent voor de industrie. Hij kan op de dag zelf de actualiteit nog in zijn lezing opnemen. “Op de website van de WoTS verversen we continu het programma dat de werelden afzonderlijk en geïntegreerd te bieden hebben en beschrijven we voor zover bekend kort de inhoud van projecten en seminars. Sommige externe sprekers zijn nog niet bekend. Ook kun je meer informatie vinden over hoe we aandacht besteden aan cybersecurity en levenscyclusbeheer en wat ons studentenproject inhoudt.” De WoTS wordt van 2 tot en met 4 oktober gehouden in de Jaarbeurs in Utrecht. www.wots.nl.


SMARTER PRODUCT USABILITY Sven-Philipp Abraham

SMARTER PRODUCT USABILITY

Product Management

ZO EENVOUDIG LEEST MEN BARCODES TEGENWOORDIG. OP CAMERA GEBASEERDE CODELEZER DCR 200i

Product Center Ident + Vision

Dankzij de Setup Wizard in drie minuten in bedrijf genomen. De nieuwe DCR 200i identificeert snel en betrouwbaar 1D en 2D codes, óók bij ongunstige omstandigheden.

easy handling. www.leuze.nl 13452a

THE INTEGRATOR.

COMMITTED TO YOUR RESULT. VSE houdt het overzicht en houdt het simpel. Voor u! ALS HET GAAT OM: Motion control

Industriële automatisering

Hygiënisch ontwerp

Robot-integratie

Vision & Sound applicaties

Service & onderhoud

www.vse.nl 13861


VERBINDING

Wil je minder? In onze technologische wereld is het meestal een kwestie van ‘meer’ – snellere netwerken, meer data, hogere opslagcapaciteit, snellere software, meer pixels, meer intelligentie, etc. Het is dan ook enigszins verbazingwekkend dat er soms ook langzamere netwerken worden ontwikkeld dan wat we thuis en op het werk gebruiken. Rob Hulsebos

Een voorbeeld hiervan is de nieuwe ethernetvariant, bedoeld voor gebruik in de procesindustrie, die op 10 Mbit/s moet gaan werken. Inderdaad, slechts 10 Mbit/s, een snelheid die we gebruikten in de jaren ‘80, maar die sindsdien in de vergetelheid is geraakt omdat ethernet doorgeëvolueerd is naar 100 Mbit/s, en daarna naar 1, 10, 40 en 100 Gbit/s. De nieuwe ethernet variant is gelukkig niet de weer tot leven gewekte versie van destijds. Die is met zijn dikke, stugge, coaxkabel, de moeilijke manier van aansluiten en de kwetsbare busstructuur niet meer acceptabel. De introductie van switches in de 90’er jaren heeft de betrouwbaarheid van ethernet enorm verhoogd. Ook heeft een switch voordelen op het gebied van netwerkbeheer, en eventueel op het gebied van cybersecurity. Pepperl & Fuchs is een van de aanjagers geweest van wat de werknaam ‘10SPE’ heeft gekregen: Single Pair Ethernet, op een snelheid van 10 Mbit/s. Speciaal bedoeld voor gebruik in de procesindustrie, daarom met mogelijk gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen, voeding voor apparatuur over het netwerk, tot een afstand van maximaal 1000 meter. Dat is inderdaad nogal afwijkend van ethernet ‘as we know it’. Inmiddels is er een officiële IEEE-werkgroep - IEEE 802.3cg, waarin veel bekende bedrijven, actief in de procesindustrie, samenwerken. De eisen vanuit de markt zijn onder andere door Namur beschreven, in een document uit 2016 getiteld ‘Position Paper: ethernet communication system for the process industry.’ Hierin staat beschreven dat het nieuwe systeem moet voldoen aan de eisen voor een veldbus NAMUR NE74, met nieuwe wensen voor ethernet: - Eenvoudige koppeling en uitwisseling van apparatuur. - Veiligheid, kloksynchronisatie, redundantie (optioneel), cybersecurity, IPv6. - Minimum protocoleisen volgens IEC 61784-2: ethernet/IP en ProfiNet IO Class B. - Twee-aderige kabel, maximum lengte 1km, voor netwerk én voeding: maximaal 13,6W. - To e p a s b a a r i n n o r m a l e é n e x p l o s i e g e v a a r l i j k e omgevingen: certificatie volgens FISCO. - NE 21 EMC-compatibiliteit. - NE 74 connectoren en installatie. - Niet duurder dan 4..20 mA HART. Een snelheid van 10 Mbit/s lijkt zielig vergeleken met het gigabit-ethernet op uw laptop, maar is ruimschoots genoeg vergeleken met procesnetwerken, die nu op een veel lagere

20

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2018

snelheid werken: bijvoorbeeld Profibus/PA of Foundation Fieldbus op 31,25 kbit/s. De procesindustrie is niet de enige die gebruik wil maken van 10SPE, de automobielindustrie wil het óók. Wel heeft men wat afwijkende eisen: vanwege de kosten van switches is er de wens om op dezelfde kabel meerdere - maximaal 8 - apparaten aan te kunnen sluiten. Maar hiermee komen ook de bekende issues uit de 80’er jaren weer terug, zoals de bekende ‘collisions’, en de hieruit volgende randomvertragingen. De maximumlengte van het netwerk hoeft echter maar 25 meter te zijn. Speciaal voor auto’s moet ook de opstarttijd van een netwerkverbinding maximaal 100 milliseconde worden, dit is nu nog circa 1 seconde. Dat komt door het ‘autonegotiation’opstartproces. In een netwerk met vaste structuur is dit niet nodig, het is immers bekend welke apparaten er zijn en met welke snelheid die werken. Veel systeembeheerders zetten autonegotiation nu ook al uit op industrieel ethernet. We krijgen dus straks twee varianten van 10SPE genaamd, de goedkope variant genaamd “10Base-T1S”, én de variant voor de lange afstand - long-reach genaamd - “10Base-T1L”. De T1Lvariant voorziet ook in voeding voor apparatuur, maximaal 13,6Watt op 1 km afstand. De IEEE-werkgroep die hiervoor de specificaties gaat ontwikkelen is in december officieel gestart. Zodra meer technische details bekend zijn zullen we er in deze rubriek op terugkomen.


VERBINDING

IO-Link IO-Link is uitgebreid met de mogelijkheid om ook draadloos te kunnen communiceren; versie 1.1 van de specificatie is uitgekomen tijdens de Hannover Messe. Het is nu mogelijk om draadloos samen te werken tussen masters en sensoren/actuatoren op een vergelijkbare manier als in een bekabeld systeem: minimum cyclustijd 5 milliseconde in een netwerk van 40 deelnemers en 32 bytes data. Rob Hulsebos

De betrouwbaarheid - Packet Error rate - ligt op het niveau van één beschadigd net werkbericht per biljoen. Dat is vergelijkbaar met een bekabeld net werk, aldus de IOLink Gebruikersvereniging. Verder ondersteund zijn de mogelijkheid tot roaming, hetgeen interessant is voor mobiele toepassingen, en het gebruik van batterij-gevoede I/O en/of gebruik van energy harvesting. Het persbericht leg t niet uit hoe men dit allemaal voor elkaar krijgt, daarom heb ik de specificatie erop nageplozen (te vinden via https://tinyurl.com/aut0518-io-link. Is het bluetooth-, wif i- of ZigBee- gebaseerd? Of iets nieuws? Het document geef t aan dat de technologie gebaseerd is op patenten van ABB en Festo, en ook dat ideeën uit BLE Bluetooth Low Energy - worden gebruikt, dit laatste alleen maar om bestaande elektronica te kunnen hergebruiken. Nadrukkelijk wordt gesteld dat wireless IO -Link géén bluetooth variant is.

Toch lijkt het wel veel op bluetooth, ook hier wordt gewerkt met frequency-hopping op de 2,4 GHz band, 76 kanalen van 1 MHz breed en een transmissiesnelheid van 1 Mbit/s. Een netwerk bestaat uit een ‘W-Master’ die 5 draadloze ‘Tracks’ aan kan, met steeds 8 ‘W-Devices’ per track. Dat netwerk heeft dus een maximum van 40 apparaten per W-Master. Het maximum zendvermogen 10 mW, dat geef t een maximale afstand van circa 20 meter bij gebruik van één track, of ongeveer 10 meter bij drie tracks. In één productiecel kunnen drie W-Masters tegelijk actief zijn. Bij meer dan 3 treedt onderlinge interferentie op en zal de cyclustijd toenemen. Waarom ‘tracks’? Dat is noodzakelijk vanwege het gebruik van een draadloos medium. In een bekabeld IO-Link-systeem heeft elke sensor/actuator zijn eigen kabel. In een draadloos medium kan dat uiteraard vertaald worden naar: iedereen zijn eigen frequentie. Maar die zijn schaars. Daarom worden

per track tot 8 W-Devices gekoppeld. Dat is dan net te weinig, daarom mogen er meerdere tracks tegelijk zijn. Elke track heeft zijn eigen set frequenties, die werken dus parallel aan elkaar. In tegenstelling tot de meeste I/O netwerken, waarbij iedereen op dezelfde cyclustijd werkt, is het mogelijk om het tempo waarin een W-Slave wordt afgehandeld individueel in te stellen. Meestal zal men alle W-Slaves zo snel mogelijk willen afvragen, dit kan in een tempo van eens per 5 milliseconde, de minimum cyclustijd. Maar er kan ook een langere cyclustijd worden ingesteld voor een W-Slave met langzame I/O. Dat is erg nuttig als een W-Slave batterij gevoed is, deze verspilt dan geen energie aan het steeds afhandelen van data die niet wijzigt. De maximum cyclustijd kan 315 milliseconde zijn. Hoe worden W-Slaves aan een W-Ma ster gekoppeld? Standaard via een engineeringtool: men moet een 8 bytes groot ID van het W-Device van tevoren in de W-Master configureren. In het veld is dit soms lastig, bijvoorbeeld als snel een W-Slave gewisseld moet worden. Dan kan er ook een vanuit bluetooth bekende procedure gebruikt worden, het zogenaamde ‘pairing.’ Er zit een knop op de W-Master en één op het W-Device; zet beide apparaten in elkaars omgeving en druk op beide knoppen, daarna zijn ze aan elkaar gekoppeld. Uiteraard moet in Wireless IO-Link ook rekening gehouden worden met andere gebruikers op de 2, 4 GHz. Twee transmissies van 2 protocollen gelijktijdig op dezelfde frequentie verstoort beide transmissies. Het gebruik van frequency-hopping maakt dat dit type interferentie, en ook tijdelijke andere storingen, goed opgevangen kunnen worden. Maar voorkomen is uiteraard beter dan repareren, en daarom kunnen ook frequenties op een ‘blacklist’ worden geplaatst. Dit is zeer effectief bij breedspectrum- protocollen zoals wifi. De verdere werking van Wireless IO-Link is gelijk aan de bekabelde versie. Producten zijn nu nog niet op de markt, ik verwacht de eerste aankondigingen op de SPS/IPC/Drives later dit jaar.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2018

21


Over bedrijfsvoering en keuzes

Studiedag ethernet FHI

22

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018


smar procesautomatisering & instrumentatie flow druk temperatuur veldbussen

www.smar.nl

SMAR 60x25mm.indd 1

08-12-17 11:44

Het seminar Industrial Ethernet van FHI beperkt zich niet tot louter technische verhalen. De hoofdrol is weggelegd voor bedrijfsvoering en de keuzes daarin. Harold van den Hauten

R

oel van Rijsewijk is risicomanager bij Deloitte en gaat voor kansen. Destijds heeft hij zijn management ervan overtuigd dat dit een interessante aanpak is en hij is de wereld rondgereisd om het cyberrisico in kaart te brengen. Iedereen is er mee bezig maar er zijn veel angstverhalen. Wij leven in een tijd van totale transformatie. Er is een informatierevolutie gaande en het gaat razendsnel, zie bijvoorbeeld de snelle ont wikkeling van verbonden devices. De ontwikkeling hier van heef t een exponentieel tempo. Dit kan leiden tot onzekerheid en daarvan kunnen twee soorten emoties het gevolg zijn. De ene is angst en twijfel; de andere is kans, een positieve emotie. Nieuwe ontwikkelingen, hoe bedreigend ook, bieden immers ook perspectief. Bij deze nieuwe kansen kun je keuzes maken tussen totale vrijheid en totale controle. Bijvoorbeeld: een situatie met een autonoom rijdende auto. Plotseling steekt een kind vlak voor de auto de weg over. De auto zal een beslissing moeten nemen: gaat hij het kind ontwijken met het risico dat hij op een boom knalt, of gaat hij hard remmen in de hoop dat ie op tijd stilstaat? En wat doet de auto als een bejaard iemand oversteekt? Of een hond? Dit is een ethisch dilemma. In een ethisch dilemma is er geen goed of fout. We kunnen de auto dusdanig programmeren dat hij de ‘gewenste’ beslissing neemt. We programmeren dan de ethiek in de auto, maar eigenlijk blijft het menselijke ethiek. Hoe het ook zij, elk resultaat kan gehackt worden. De gereedschappen hiervoor zijn op internet beschikbaar en steeds gemakkelijker te gebruiken. Deze werktuigen worden vaak positief ingezet om systemen te testen en verbeteren. Er is echter ook een risico van verkeerd gebruik, en dus ook de angst daarvoor. Maatregelen tegen verkeerd gebruik kunnen gemakkelijk leiden tot initiatieven die verhinderen dat je voordeel hebt van nieuwe mogelijkheden. Je moet beseffen dat totale veiligheid onmogelijk en zelfs ongewenst. Neem als analogie het beschermen van kunstvoorwerpen. Superveilig is het om de kunst in een kluis met dikke deuren te stoppen. Er moet een andere manier te verzinnen zijn. De beveiliging moet het doel dienen.

Roel van Rijsewijk van Deloitte.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

23


‘Nieuwe ontwikkelingen, hoe bedreigend ook, bieden immers ook perspectief.’ Het is goed om eens te kijken naar de Gouden Driehoek van de informatietechnologie. Op de hoekpunten staan veiligheid, gebruikersgemak en functionaliteit. Het een gaat ten koste van het ander. Er moet een keuze gemaakt worden, en al te vaak ligt die keuze te dicht bij beveiliging, ten koste van gebruikersgemak en functionaliteit. Eigenlijk zou er een keuze gemaakt moeten worden die zo dicht mogelijk bij gebruikersgemak en functionaliteit ligt. Er moet zo min mogelijk beveiliging zijn, maar die dient natuurlijk wel effectief te zijn. Belangrijk is dat beveiliging voortdurend bewaakt wordt en dat je waar nodig ingrijpt. Op die manier kun je incidenten voorkomen en schade beperken. Een goed voorbeeld is de beveiliging van PayPal. Deze werkt met een gebruikersnaam en wachtwoord dat je nooit hoef t te veranderen, kan het makkelijker? Wat ze wel hebben zijn misschien wel de beste security-analytics ter wereld. Elke dag leren ze iets nieuws en worden systemen verbeterd. Zo creëer je een superieure gebruikerservaring. Laat je dus niet leiden door angst, maar wees ook niet naïef en leer van je fouten.

Een nieuwe koers met nieuwe technologie Gédo Kuiper van Tata Steel benadert industry 4.0 vanuit het adagium: voorspellen is de sleutel. De ondertitel van zijn presentatie: waarde genereren vanuit digitale productie, laat al zien waar het heen gaat.

24

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

Tata Steel heeft een nieuw proces om staal te maken, het HISARNA-proces. Dit proces maakt het mogelijk om gepoederd ruw materiaal rechtstreeks om te zetten in staal. Hier worden de stappen van de cokesoven en het behandelen van erts overgeslagen. IJzererts wordt gesmolten in een cycloonreactor en fijne steenkool wordt rechtstreeks in de smelt geïnjecteerd. Door zuivere zuurstof te gebruiken ontstaan er gassen zonder stikstof en dat maakt het terugwinnen van koolstofdioxide


Gédo Kuiper van Tata Steel.

‘Het is goed om eens te kijken naar de Gouden Driehoek van de informatietechnologie.’ eenvoudiger. De uitdaging van Tata Steel is dat er grote variatie is in de kwaliteit van grondstoffen en dat maakt reproduceerbare productkwaliteit een uitdaging. Kwaliteit betekent ook dat alle relevante gegevens bij een rol staal aangeleverd moeten worden. Om dit te bereiken zijn goede data nodig. En deze data zijn nodig in elke processtap en op elk tijdstip. Voorts is er een goed digitaal fundament nodig en is er een noodzaak voor zowel horizontale als verticale integratie. Dit maakt het mogelijk om de klant tijdig te informeren over de voortgang van zijn naam op order en de technische kwaliteit ervan.

Dit alles betekent het afbreken van de informatiesilo’s en het gebruik van dashboards waarin alle onderliggende data verzameld worden en verwerkt tot bruikbare en tijdige informatie. Na elke processtap moet ook de kwaliteit kunnen worden gemeten. Het is bij zo’n ingewikkeld proces zaak dat de operator over de juiste informatie beschikt. De data moeten dus zo bewerkt worden dat dat inderdaad het geval is. Lerende systemen helpen hierbij. Het systeem leert van operators en van het onderhoudspersoneel en vice versa.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

25


Over metaalprinters op je bureau, voxelmodelers en generative design

AM avant la lettre

AM of Additive Manufacturing is hot. In het geval van metaalprinten zelfs letterlijk. Ergens waar dit goed te merken was, was tijdens SolidWorks World, dat eerder dit jaar in Los Angeles plaatsvond. Diverse spannende nieuwe printers zagen er het licht, waaronder een metaalprinter voor op je bureau. Maar ook op softwaregebied is de 3D-productiewereld volop in beweging. Zo wordt er achter de schermen hard aan voxelsmodelers (3d pixels) gewerkt en zijn er flinke stappen gezet op het gebied van generative design. Liam van Koert #waaromlezen In één keer op de hoogte van de laatste AM-trends

A

l sinds jaar en dag legt de 3D-CADgigant een meer dan gemiddelde belangstelling voor 3D-printen aan de dag. Ook als investeerder: een paar jaar geleden maakte SolidWorks bekend dat het geld had gestoken in Markforged, dat destijds net een desktop 3D-printer had ontwikkeld voor het maken van vezelversterkte composietprints. Dit jaar was het bedrijf wederom aanwezig met vooral aandacht voor de desktop 3D-metaalprinter die ze hebben ontwikkeld. Nu overigens niet op het hoofdpodium maar in het ‘Partner Pavilion’. Hier staan verschillende partijen met hard- en software die de goedkeuring van SolidWorks kunnen wegdragen. Veelal omdat het product in kwestie via plugins of anderszins direct vanuit het CAD-pakket te benaderen is of hier mee kan communiceren.

‘Printplaat’ Zo was Ultimaker aanwezig om een nieuwe versie van de Cura-software onder de aandacht te brengen – om even bij 3D-printen te blijven. Met versie 3.1 van de ‘slicing’-software kan nu een ‘tool’ worden geïnstalleerd om direct ‘parts’ en samenstellingen in Cura te laden. Het nieuwe gereedschap kan overweg met SolidWorks-bestanden van de 2016-editie en latere versies. Cura vertelt de gebruiker nu ook hoe in SolidWorks een macro kan worden gemaakt die files direct naar Cura stuur t. Alles voor de workf low. Ook bij Nano Dimension dat een nieuwe lading aan de term ‘printplaat’ geeft. Het Israëlische bedrijf ontwikkelt 3D-pinters die een printplaat ook echt printen – inclusief circuits. Speciaal voor gebruikers van de DragonFly 2020 Pro – die functionele

26

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

meerlaags printplaten kan produceren – is een ‘add-in’ voor SolidWorks gemaakt, zoals Nano Dimension het noemt. Hiermee wordt het mogelijk in elk ontwerp met geleiders zowel wijzigingen aan te brengen in de geleidende als de nietgeleidende materialen. Ook voor deze ‘add-in’ geldt dat deze toepasbaar is in SolidWorks 2016 en latere versies. Niet gehinderd door enige diepgaande kennis als het gaat om het ontwerpen van te printen elektronica, geloven we onmiddellijk de woorden van het bedrijf dat stelt dat dit in gebruikelijke software voor 3D-geprinte elektronica niet mogelijk is. Laat staan op andere printers.

Samen in voxels HP – dat heeft aangekondigd ook in metaalprinten te stappen – had als een van de hoofdsponsoren wel een plaatsje op het hoofdpodium veroverd. HP’s 3D-printbaas Stephen Nigro mocht twee nieuwe 3D-printers, de Jet Fusion 300 en 500, aan het publiek voorstellen. Natuurlijk zijn de beide nieuwe printers in nieuwe versies van het 3D-CADpakket vanuit de software benaderbaar. Maar daar bleef het niet bij. Buiten het podium kondigden beide heren gezamenlijk een innige samenwerking aan, die eigenlijk draait om de voxel. Op die volumetrische pixel is HP’s hele Jet Fusion 3D-printprocedé gebaseerd. Het proces maakt gebruik van poeders die laag voor laag worden neergelegd en onder invloed van een energiebron en fijne vernevelde vloeistoffen – ‘agents’ – één geheel worden.


Nano Dimension presenteerde op SolidWorks World een add-in voor gebruikers van de DragonFly 2020 Pro die meerlaags printplaten ook echt print inclusief de circuits.

geleidende circuits in het materiaal zijn aan te brengen. Of dit nu betekent dat SolidWork s een voxel-modeler gaat ontwikkelen, die dit allemaal mogelijk gaat maken? Kishore Boyalakuntla – hij is bij SolidWorks onder andere verantwoordelijk voor de productstrategie – wilde in de wandelgangen die vraag in elk geval niet beantwoorden.

Metaalprinten

Een voxel-modeler? Het interessante aan de voxel in combinatie met de ‘agents’ is dat HP zegt op voxelniveau de materiaaleigenschappen aan te kunnen passen. Door combinaties van verschillende vloeistoffen en materialen te gebruiken, kunnen aan een voxel andere eigenschappen worden meegegeven dan de directe buurvoxel. Prachtig uiteraard, maar dan moet je dat wel kunnen modelleren. Dat is nu juist iets dat met de huidige generatie ‘mainstream’ 3D-CADpakketten voor zover bekend – je moet altijd een slag om de arm houden – niet kan. Maar SolidWorks’ moederbedrijf Dassault Systèmes houdt zich via hun BIOVIA- portfolio onder andere bezig met het ‘ontwerpen’ van materialen. Dassault-ceo Bernard Charlès heeft ‘en petit comité’ enkele jaren geleden al eens gezegd dat ze het modelleren van functionally graded materials – materialen die gradueel van samenstelling veranderen zodat de materiaaleigenschappen dat ook doen – gewoon onder de knie hebben.

Een an dere s of t w are - s am enw er k ing in h et addi t i ve manufacturing-domein is die tussen Dassault en Desktop Metal, dat 3D-printers op de markt brengt voor het produceren van metalen componenten. In de VS zijn de printers sinds vorig jaar op de markt. Belangstellenden uit Nederland kunnen terecht bij Layertec – toevallig onderdeel van de Dimensions Group waar ook SolidWork s-reseller Design Solutions deel van uitmaakt. Voor het studiosysteem moet pakweg 120.000 euro op tafel worden gelegd en zou zo’n beetje in het tweede kwartaal naar Nederland moeten kunnen worden verscheept. Wie meteen de portemonnee wil trekken voor een productiesysteem moet rekenen op een prijs tussen de vier en vijf ton in euro’s, maar kan nog even doorsparen want die zijn niet eerder dan 2019 leverbaar.

Studiosysteem Het Studio System mikt daadwerkelijk op gebruik in een kantooromgeving, zonder externe af zuiging, gedoe met beschermgassen of de noodzaak voor krachtstroom of uitgebreide veiligheidsmaatregelen. Het Studio System beschikt over een bruto bouwvolume van 30,5 x 20,5 x 20,5 cm (b x d x h). De resolutie in z-richting bedraagt 50 μm en het systeem print met een snelheid van 16 cm3/u. Het printproces dat voor het systeem is ontwikkeld, wordt Bound Metal Deposition genoemd: staafjes materiaal die in een cartridge zitten worden geëxtrudeerd op FDM-achtige wijze. De staafjes bestaan uit een mengsel van metaalpoeder en een ‘binder’.

‘HP zegt op voxelniveau de materiaaleigenschappen aan te kunnen passen.’ Samen kunnen HP en SolidWorks – wellicht met wat hulp van Dassault – alles uit de voxel halen wat er maar uit te halen valt, en die ook modelleren. Dus niet alleen maar aan het uiterlijk sleutelen door een ander kleurtje aan te brengen, maar ook het inwendige – de materiaaleigenschappen – kunnen beheersen op voxelniveau, zoal s de lokale hardheid en elasticiteit van het product. HP had al bij de introductie van het proces in 2016 gezegd dat met geschikte materiaal/‘agent’-combinaties eventueel ook elektrische

Wie dat doet denken aan Metal Injection Moulding (MIM) heeft volkomen gelijk. Verschillende specialisten uit dat domein zijn direct betrokken geweest bij de oprichting van Desktop Metal in 2015. Daar schuilt ook de kracht van het proces. Veel metaal/binder-combinaties zijn direct – soms met een kleine aanpassing – uit de MIM-wereld afkomstig. Op dit moment zijn onder ander rvs 316L, H13-gereedschapstaal, Inconel 625, chroommolybdeen-staal 4140 en koper beschikbaar en zijn 30 legeringen in ontwikkeling.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

27


Metallurg ingebouwd Zoals wellicht bekend van het MIM-proces, is er nog een warmtebehandeling noodzakelijk voor het verdichten van het product. Daarom maakt ook een sinteroven formaatje printer – die deels gebruikmaakt van microgolven – deel uit van het ‘studiosysteem’. Maar voor het zover is moet eerst de binder worden verwijderd in een ‘debinder’. Hierin – het apparaat heeft het formaat van een ladeblokje maar is met 150 kg wel wat zwaarder – wordt met een speciale vloeistof het bindermateriaal uitgespoeld, zodat een poreuze structuur ontstaat. In de sinteroven wordt het product uiteindelijk verdicht tot 96-99,8% door het te sinteren net beneden het smeltpunt. Houd wel bij het ontwerp reken met de krimp. Ook de oven is geschikt voor kantoorgebruik. Want inwendig mag het dan 1400 °C kunnen worden, de buitenzijde wordt niet meer dan handwarm. Voor de bediening hoef je gelukkig geen volleerd metallurg te zijn. Het systeem genereert op basis van het productontwerp het complete temperatuurprogramma. Is het product gesinterd dan kan de eventuele meegeprinte en gesinterde ondersteuning met de hand worden verwijderd. Dit kan omdat bij het printen tussen ondersteuning een product met een separate printkop een keramische tussenlaag wordt geprint. Ondersteuning en product kunnen hierdoor met weinig kracht los worden gebroken.

Productiesysteem Het Production System is bedoeld voor grootschalige productie en kan tot 8.200 cm3/u ‘neerleggen’ in voxels kleiner dan 50 μm. Dat is volgens de makers honderdmaal sneller dan concurrerende metaalprintsystemen en het zou bovendien

28

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

Hoofdsponsor HP – links HP-printbaas Stephen Nigro en rechts SolidWorks-ceo Gian Paolo Bassi – mocht op het podium de nieuwe Jet Fusion 300 en 500 3Dprinters presenteren (foto Dassault Systèmes)

ook nog eens tot twintigmaal goedkoper kunnen produceren. In dit systeem wordt gebruikgemaakt van Single Pass Jetting. Hierbij legt een heen-en-weer bewegende eenheid eerst een laag (MIM-)metaalpoeder neer die wordt gecompacteerd. De printbalk in de eenheid deponeert vervolgens druppeltjes bindermateriaal op de gewenste positie op het metaalpoeder. Daarna volgt nog eventueel het aanbrengen van ‘agents’ die er voor moeten zorgen dat na het sinteren eventuele ondersteuningen eenvoudig kunnen worden verwijderd.

‘Levend ontwerp’ Waarschijnlijk kan je er wel van uitgaan dat via SolidWorks een ont werp helemaal kan worden aangepast en

‘Staafjes materiaal die in een cartridge zitten worden geëxtrudeerd.’


‘Ontwerp je straks zonder een ‘vorm’ maar alleen door beperkingen aan te geven?’ klaargemaakt om naar de Desktop Metal-printers te worden verstuurd. Maar er is dus meer. Bij Desktop Metal vinden ze namelijk dat op dit moment eigenlijk niet of nauwelijks expliciet voor 3D-printen wordt ontworpen. Vaak gaat het om het aanpassen van een bestaand ontwerp. Daar wordt dan met behulp van topologieoptimalisatie op basis van een paar statische belastingen her en der overtollig materiaal weggehaald. Volgens Desktop Metal is het veel logischer juist bij additive manufacturing te ontwerpen door het ontwerp te laten ‘groeien’. Dat doet het proces tenslotte zelf ook als het een product print. Het resultaat is Live Parts – ‘generative design’-sof tware maar dan toch net even anders. Ook in Live Parts geef je door middel van ‘constraints’ de ontwerpruimte aan: hier mag wel materiaal komen, maar in dit gebied niet want daar komt een ander onderdeel van de constructie. Maar wat uniek lijkt – daar is weer die slag om de arm – is dat je vervolgens een dynamisch belastingprofiel voor het product in wording kan opstellen. Dat komt veel meer overeen met de belasting die een onderdeel ondervindt als het eenmaal in gebruik is. De praktijk is tenslotte zelden statisch: belastingen veranderen van grootte en richting, soms zelfs continu. De benadering van

De Live Parts-software van Desktop Metal is een nieuwe benadering voor het ontwerpen van producten voor additive manufacturing en is op dit moment alleen voor SolidWorks-gebruikers beschikbaar.

Live Parts komt volgens Desktop Metal veel beter overeen met de praktijk dan met het doorrekenen van een paar statische belastingscenario’s en houdt bovendien ook rekening met bijvoorbeeld vermoeiing.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

29


Alleen met SolidWorks De constraints die je gebruikt als basis voor het Live Partsontwerp kan je impor teren vanuit je C AD-systeem. Het resultaat van de samenwerking die dan ook in het bijzijn van Gian Paolo Bassi werd aangekondigd: dat kan voorlopig alleen met SolidWorks. Via een add-in. De software staat namelijk eigenlijk nog volledig in de kinderschoenen volgens de makers. Zij willen nu van SolidWorks-gebruikers horen hoe het programma verder moet worden ontwikkeld. Wie zich via de website van Desktop Metal aanmeldt, wordt gevraagd om zijn SolidWorks-licentienummer, kan de add-in installeren en aan de gang. In de add-in SolidWorks kan je nu de constraints en de richting en grootte van de krachten vastleggen. Denk bij constraints aan simpele extrusies als assen en cilinders - met of zonder gat - die oorsprong, doel en bijvoorbeeld begrenzingen aan de bouwruimte aangeven. De gebruiker geeft ook een punt of meer punten op een van de extrusies aan waar het ontwerp zijn oorsprong heef t – de ‘seed cell(s)’ genoemd. Op een andere extrusie, bijvoorbeeld een cilinder met doorlopend gat, wordt een punt aangegeven dat als ‘target’ fungeert.

Duizenden GPU’s

oorsprong heeft in de ‘seed cells’ en richting target groeit. Zo zie je dit ook op het scherm. Onder invloed van de belasting groeit het ontwerp. Dit betekent dat tijdens deze ‘evolutie’ nieuwe cellen ontstaan maar ook cellen ’afsterven’. Dat lijkt een beetje op een gimmick – je ziet cellen die niets meer bijdragen naar beneden vallen – maar het geeft je hoe dan ook wel een idee van de werking.

De toekomst Is het product eenmaal uitontwikkeld, dan kan je via de bewerking ‘Smooth’ een mesh in STL-formaat creëren. Dit bestand kan je dan weer importeren in SolidWorks en omzetten in een solid. Is dit nu de manier waarop je straks producten ontwerpt? Door zelf geen enkele ‘vorm’ meer te ontwerpen maar alleen de beperkingen van de ontwerpruimte aan te geven op basis van vorm en belasting? Zover is het in elk geval nog niet. Je kan om een voorbeeld te noemen nog geen materiaal opgeven en er wordt voornamelijk met dimensieloze eenheden gewerkt. Wie er als SolidWorksgebruiker mee aan de gang wil, kan zijn of haar gang gaan. De eerste 10 uur rekentijd zijn gratis. Daarna kost het je 25 dollar per uur. Maar wie weet zie je voor dat geld wel al de toekomst.

Als de randvoorwaarden zijn gedefinieerd kunnen ze in Live Parts worden geladen. Het programma draait uiteraard in de cloud. De provider is Paperspace dat in die cloud duizenden GPU’s heeft draaien die dus ook voor het creëren van een Live Part worden ingezet. Het ontstaan van een product is nog het best te omschrijven als de groei van een organisme dat zijn

Desktop Metal brengt voor ongeveer 120.000 euro een volledig metaalprintsysteem voor prototypes, enkelstuk en kleine series op de markt dat gewoon in je kantoor kan staan.

30

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018


Veiligheidstechniek voor de Machinebouw

w w w . e u c h n e r. n l

CEM-AR-C40 Veiligheidsvergrendeling met transpondercodering Houdkracht 600N Houdkrachtcontrole Serieschakeling tot 20 sensoren Veiligheidsniveau PLe, Categorie 4 Gedetailleerde diagnose Connectoraansluiting

13847a

Beschermingsgraad IP65/IP67

EUCHNER (BENELUX) BV

I

P O S T B U S 11 9

I

N L- 3 3 5 0 A C P A P E N D R E C H T

I

+31 ( 0 )78 615 47 6 6

I

INFO@EUCHNER.NL

CYBERSECURITY-EXPERT.COM

HEEF T U W BEDRIJF EEN IT Y CYBERSECUR E XPERT IN HUIS?

Thermische Massa Flow Meters/Controllers, Vortex, Ultrasoon

13744

13872

Gas, Stoom en Vloeistof applicaties

www.sierrainstruments.nl - tel: 072 5071400 - sales@sierrainstruments.nl

ISA European Office, Telefoon: 040-2390524, E-mail: info@isaeurope.org


Innovatieve technologie sneller geïmplementeerd op industriële schaal

Innovatieve scale-ups Halverwege 2016 ging het Europese programma Scale-Up van de gemeente Rotterdam van start. Ambitie: grote, industriële bedrijven ondersteunen bij de implementatie van de innovatieve en duurzame technologie van scale-ups. Het programma werkt met matchmaking op maat en heeft zich inmiddels in de praktijk bewezen. “Je realiseert je vaak niet wat scale-ups buiten je netwerk te bieden hebben.” Ton van Leeuwen

S

t ar t- ups die zich b e zig houden met ‘g roene’ producten en diensten schieten wereldwijd als paddenstoelen uit de grond. Wanneer zo’n product of dienst echt klaar is voor de industriële markt, wordt ook wel van een ‘scale-up’ gesproken. “Deze jonge, innovatieve bedrijven kunnen het grote bedrijf sleven helpen te verduurzamen”, weet Wouter van Rooijen, die als ‘cleantech matchmaker’ vanuit de gemeente Rotterdam nauw betrokken is bij de uitvoering van het programma Scale-Up. Nu de aanpak zich in de praktijk bewezen heeft, biedt dit programma de komende tijd extra ruimte voor deelname van nieuwe corporate inkopers. Volgens Van Rooijen levert het programma een duidelijke win-winsituatie op. “De producten en diensten zijn vaak al klaar voor de markt; waar zij behoefte aan hebben is een testinstallatie op industriële schaal. Grote, gevestigde bedrijven kunnen dit realiseren en daarmee de toepasbaarheid van de betreffende innovatie zelf ervaren.”

Ideeën van buiten Een van de recente deelnemers aan het programma is Merford. Dit bedrijf houdt zich in brede zin bezig met verbetering en verduurzaming van de leefomgeving. “We ontwikkelen bijvoorbeeld ergonomische cabines en geluidsisolerende wanden en proberen hier duurzame materialen voor te gebruiken”, ver telt directeur Adrienne Ver tooren. “Veel innovatie doen we in huis, maar soms is het goed ideeën van buiten naar binnen te halen. Als groot bedrijf heb je te maken met een bepaalde cultuur en lopen werkprocessen vaak volgens een vast stramien. Start-ups en scale-ups kunnen ons helpen om buiten de kaders te denken.” In de praktijk is het echter moeilijk om contacten met deze kleine, innovatieve bedrijven te leggen, weet Vertooren. “We zitten in een vrij specifieke branche. Daarmee blijf je al snel binnen je eigen netwerken hangen en weet je vaak

32

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

onvoldoende wat buitenstaanders in Nederland en daarbuiten te bieden hebben, en wie zij zijn. Je weet dat ze er zijn, maar er is nergens een totaaloverzicht.”

Twee deals Eind vorig jaar werd Merford benaderd door branchevereniging FME, sinds kor t een par tner van het programma ScaleUp. Zij stelden het bedrijf voor een Meet-The-Buyer event te organiseren: een ochtend, middag of gehele dag waarin introduc ties tussen ‘kopers’ en ‘leveranciers’ worden georganiseerd. Voor Merford vond dit plaats op 22 februari op de congreslocatie ss Rotterdam. “We kozen voor een vrije opdracht. We waren breed geïnteresseerd in nieuwe toepassingen op het gebied van akoestiek en coatings; daarover hebben we uiteindelijk vijf gesprekken van elk 45 minuten gevoerd.” Twe e Rot terdams e b e dr ij ven k w amen met du s danig interessante ideeën dat Merford er verder mee in gesprek gaat. “Een van hen heef t bijvoorbeeld een nieuw t ype sensoren ontwikkeld om geluid te meten. Op basis van een

‘Deze bedrijven zijn heel erg gretig en denken vooral in mogelijkheden.’


Merford houdt zich onder meer bezig met de productie van cabines.

De divisie Merford Plaatbewerking verzorgt het plaatwerk voor de andere Merford-divisies.

algoritme kan hiermee sneller een probleem met een machine worden gesignaleerd. “Wij leveren de geluidsisolerende omkasting. Door dit product toe te voegen aan ons eigen product, kunnen we een nog completer eindproduct leveren aan onze klant.”

Waardevolle gesprekken Los van de concrete vervolgafspraken, vond Vertooren de gesprekken erg waardevol. “Deze bedrijven zijn heel erg gretig en denken vooral in mogelijkheden. Dat is erg inspirerend. Je deelt elkaars enthousiasme en wordt getriggerd om op een andere manier naar dingen te kijken.” Deelnemen aan een Meet-The-Buyer event kost bovendien relatief maar weinig tijd, merkte Vertooren. “Je bespaart een hoop uitzoekwerk, en als er niets uitkomt is het ook geen

Merford heeft een eigen spuiterij voor het conserveren (coaten) van producten zoals panelen, deuren en roosters.

vraag achter de vraag te achterhalen en bepalen gezamenlijk welk type scale-ups hierbij past. Hiervoor gebruiken we naast het Europese netwerk van cleantech-clusters een database van bijna duizend scale-ups, onderverdeeld in bijvoorbeeld sectoren, toepassingen en thema’s, zoals water, circulariteit en energie. We maken hierbij ook gebruik van onze ervaring. Doordat we veel van hen en de beschikbare technologieën kennen, weten we welke vragen we moeten stellen om tot een goede match te komen.” Flexibiliteit en maatwerk zijn ook de uitgangspunten bij de organisatie van een Meet-The-Buyer event, zegt Van Rooijen. “Soms vindt dit plaats bij een bedrijf in huis, soms kiezen we voor een externe locatie, en combineren we de vragen van meerdere grote bedrijven tegelijk. Op deze wijze kunnen

‘Met een combinatie van techneut en manager kun je bepalen of een innovatie potentie heeft.’ probleem. Natuurlijk moet je er op de dag zelf wel capaciteit voor vrijmaken. In mijn ogen móet je ook een engineer meenemen, iemand die een idee goed kan doorgronden. Met een combinatie van techneut en manager kun je samen bepalen of een innovatie voor jouw bedrijf potentie heeft.”

Hulp bij klantvraag Het programma Scale-Up werkt volgens een iteratief proces, legt Van Rooijen uit. “We helpen de deelnemende bedrijven de

de leveranciers soms meerdere matches tegelijk treffen.” Een deelnemend bedrijf kan aan het eind van de dag een winnaar aanwijzen, maar dat hoef t niet.” Volgens Marco Kirsenstein, vanuit FME betrokken bij het programma, is het belangrijkste dat er waardevolle een-op-een-meetings ontstaan. “Partijen moeten elkaar verder kunnen helpen met concrete acties. Met voorselectie op maat en aansluitende begeleiding onderscheiden we ons daarbij van de ‘gewone’ pitch-evenementen.”

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

33


Na de productie en coating worden de cabines afgewerkt bij de afdeling afbouw. Hier worden de cabines bijvoorbeeld voorzien van interieur en ruiten.

‘We maken de matches op basis van kwaliteit en bieden lokale ondernemers een steuntje in de rug.’ Coördinerende rol voor Rotterdam Scale-Up is een samenwerking tussen cleantech-clusters uit Nederland, Engeland, België, Denemarken en Zweden. Het programma wordt mogelijk gemaakt door INTERREG North Sea Region. Cleantech-clusters zijn netwerkorganisaties, bedrijven en overheden die zich in brede zin samen bezighouden met technologie die bijdraagt aan verduurzaming. De gemeente Rotterdam is actief betrokken bij het cleantech-cluster in regio Rotterdam en speelt een coördinerende rol in het Scale-Up programma. Door het faciliteren van private initiatieven en het smeden van publiek-private coalities, wil de Maasstad een actieve rol spelen in de versnelling van de energietransitie. “In Rotterdam combineren we de aanwezigheid van veel industrie met een groot netwerk van verschillende organisaties en veel slagkracht”, zegt Van Rooijen. “We maken de matches op

34

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

Vanwege het gewicht van de deuren worden deze getransporteerd via een speciaal railsysteem.

basis van kwaliteit, maar met dit programma bieden we ook de lokale ondernemers een extra steuntje in de rug.” Ook geïnteresseerd in groene innovaties van buiten je eigen netwerk, binnen en buiten Nederland, waarmee je jouw eigen producten of dienstverlening kunt verbeteren? Ga voor meer informatie over het programma Scale-Up naar: http://www.northsearegion.eu/scale-up.


BEURZEN

WoTS Update Het duurt nog even voor dat de jaarbeurs haar deuren opent voor de World of Technology & Science. Toch zijn de voorbereidingen al in volle gang. Reden genoeg dus om als mediapartner van de ‘World of Automation’ alvast te berichten over Liam van Koert enkele zaken die je er kunt verwachten.

Van 2 tot en met 5 oktober komen vijf werelden samen in één beurs: World of Automation, World of Laboratory, World of Motion & Drives, World of Electronics en Industrial Processing. Hoewel ze elk hun eigen karakter en thematiek hebben, geven ze gezamenlijk een compleet beeld wat er aan wetenschap en technologie voorhanden is voor de industrie.

Projecten World of Automation In alle werelden wordt momenteel hard gewerk t aan verschillende projecten. Denk aan een congresprogramma, een demotour of paviljoen met een bepaalde thematiek. Dit doen organisatoren FEDA en FHI in samenwerking met de exposanten. Voor de World of Automation zijn verschillende projecten bedacht die we hieronder benoemen.

LCM/LCC/TCO Life Cycle Management (LCM)/Life cycle costing (LCC)/Total cost of ownership (TCO) zijn methodieken die zich richten op de totale levensduurkosten van een product of dienst. Deze benamingen kunnen worden gedef inieerd als ‘een methode die gebruikt wordt bij het plannen, ontwikkelen of aanbesteden van investeringsplannen, waarbij het van belang is om een berekening en vergelijking te maken van de investeringskosten, beheers- en onderhoudskosten en het uiteindelijk afstoten ervan door verkoop, sloop, etcetera’. Op de WoTS wordt er in elk geval een seminar over Life Cycle Management (LCM) georganiseerd.

IoT – Industrie 4.0 De bedoeling van dit project is om Industrie 4.0 echt tastbaar te maken. Dit gebeurt aan de hand van een adviesroute en een seminar. Het seminar vindt plaats op 2 oktober en is bedoeld voor technisch management, plant designers, EPC-managers, systeem integrators, engineers en operators.

Machinebouw Een tweede project is Machinebouw. Dit project omvat een adviesroute ‘Geld verdienen met Machinebouw’ die leidt naar een aantal deelnemende exposanten die oplossingen bieden die bijdragen aan een positieve opbrengst. Voorspelbaar onderhoud, veiligheid, tijdsbesparing, personeel en andere belangrijke factoren spelen allen een belangrijke rol in de productiviteit en uiteindelijk in de hoeveel geld die er verdiend wordt. Gekoppeld aan deze adviesroute zal er ook een seminar worden georganiseerd. Dit vindt plaats op donderdag 4 oktober en is bedoeld voor technisch management, R&D, engineers van machinebouw.

‘Drukte bij een van de projecten op de beursvloer van WoTS 2016’

Instrumentatie en Analyse

Stemmen voor de TechAward

Flow, temperatuur, druk en niveau spelen een grote rol binnen de proceswereld. Op de WoTS presenteren de deelnemende leden gezamenlijk met STC-group - het kennisen opleidingsinstituut voor de scheepvaart, transport en havenindustrie - sof twarebedrijf VR Owl en een tiental instrumentenleveranciers een vir tuele plant. Bezoekers kunnen er kennis maken met een virtuele wereld waarin diverse innovaties van leveranciers te vinden zijn. Gekoppeld aan deze vir tuele wereld wordt er als kick-of f van de Instrumentatie en Analyse-dagen een seminar over tal van onderwerpen georganiseerd voor uiteenlopende technische functies.

Ook voor de editie 2018 wordt er een TechAward uitgereikt. Voor de World of Motion en de World of Automation is deze gecombineerd. De meest actuele lijst met inzendingen is op www.wots.nl te vinden. Momenteel kan er voor de World of Motion en World of Automation op 11 innovatieve producten worden gestemd. In de eerste plaats kiest een vakjury 4 genomineerden per wereld. De hieruit volgende nominaties zullen tentoongesteld worden in de TechAward-galerijen op de beursvloer. Op 4 oktober worden de winnaars bekend gemaakt. Er is zowel een vak- als een publieksprijs.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË PMA 05/2018

35


MARKT & TECHNIEK

Staartpomp met hydrauliek van chemienormpomp

Meer informatie www.ksb.nl

KSB heeft haar leveringsprogramma uitgebreid met de pompserie Estigia voor verschillende toepassingen, waaronder de chemische en petrochemische industrie. De uitbreiding betreft lagedruk-staartpompen, ontwikkeld voor verticale natte opstelling in gesloten, onder atmosferische druk staande reservoirs. De inbouwdiepte varieert van minimaal 852 mm tot 6.402 mm. Voor elke pompgrootte zijn persleidingen met drie verschillende diameters beschikbaar, zodat drukverliezen afhankelijk van de doorstroming worden geminimaliseerd. Dank zij de ver ticale uit voering nemen de pompen weinig plaat s in. Mediumgesmeerde glijlagers in het huisdeksel zorgen voor lange standtijden en lange onderhoudsintervallen. De pompen zijn in gietijzer, roestvrijstaal en duplexstaal leverbaar. Verwisselbare slijtringen voorkomen mogelijke slijtage aan huis en waaier. Deze pompserie onderscheidt zich door een hoog rendement en lage bedrijfskosten. Voor de smering van de aslageringen zijn uitvoeringen leverbaar met smering met het te verpompen medium, met externe vloeistof of door elektrische vetpompen. Het programma omvat ook een zogenaamde ‘cantilever-uitvoering.’ De temperatuur van het te verpompen medium kan af hankelijk van de uitvoering tussen de -30 C en +100 C liggen. Als aandrijvingen kunnen geregelde en ongeregelde elektromotoren met en zonder ATEX-certificering worden toegepast.

IoT-tracker met gsm-technologie Met de herbruikbare en oplaadbare IoT-tracker ‘MyTrack’ van Intersat is voortaan realtime te volgen op welke positie goederen zich bevinden, waar ook ter wereld. De unit wordt geplaatst in een product of container die gevolgd moet worden. Hoewel het systeem dan standby staat, worden er nog géén gegevens gelogd. Het loggen van de data start pas als de eigenaar de tracker met een unieke code activeert. Vanaf dat moment stuurt de unit signalen naar de server, zelfs vanuit een gesloten metalen container. Meer informatie www.intersat.be Met dit systeem kan gedurende een aantal maanden miljoenen datapunten worden gelogd. Omdat het een prepaid-model is, zijn er geen vaste abonnementskosten. MyTrack werkt op basis van de ‘pay as you go’-gedachte. Maakt een bedrijf gebruik van meerdere units, dan kunnen de kredietpunten worden verdeeld over de verschillende units. Het saldo is 24/7 online op te waarderen. De tracker is zo groot als een creditcard, weegt 47 gram en is circa 7 mm dik. Doordat dit systeem werkt op gsm-technologie is werelddekking van maar liefst 98% gegarandeerd.

36

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018


MARKT & TECHNIEK

Nieuwe reeks persluchtverzorgingsproducten Emerson introduceert een nieuwe reeks persluchtverzorgingsproducten uit de ASCO Numatics 653-serie. De 653-serie is verkrijgbaar in poortmaten van 3/4” en 1” en heeft een hoog debiet ten opzichte van de grootte. Zo kunnen meer producten vanaf dezelfde filterdrukregelaar (FRL) worden gevoed of kan het drukverlies binnen het systeem worden verminderd. Beide opties leiden tot minder energieverbruik en kosten.

Meer informatie www.emerson.com.

Het assortiment van de nieuwe serie bestaat uit f ilters, drukregelaars, f ilter-drukregelaars, smeermiddelen, sof t star ts, snelle ontluchting, verdeelblokken en isolatieafsluiters. De serie is ideaal voor gebruik in toepassingen die hoge volumes lucht vereisen of waarbij de ruimte beperkt is. Door het brede temperatuurbereik (-40 °C tot +80 °C) en ATEX- en CUTR-certificering kan dit product gebruikt worden in uitdagende en zware omgevingen en in toepassingen als stuurventiel in de procesindustrie. De nieuwe series zijn voorzien van eenvoudig te lezen manometers met plat prof iel. Optionele integrale rode/ groene indicatoren voor het drukbereik maken het eenvoudig de gewenste druk te controleren. Laser-geëtste plaatjes en afdekkingen verzekeren dat productinformatie zichtbaar blijft, zelfs in uitdagende omstandigheden.

Optische sensoren voor langere afstanden De foto-elektrische sensoren R200 en R201 van Pepperl+Fuchs maken toepassingen met een langer bereik mogelijk. De beide nieuwe reeksen combineren alle voordelen van foto-elektrische sensoren met die van een groter ontwerp. Het gebruik is identiek voor alle reeksen en de gestandaardiseerde IO Link-verbinding. Het Smart Sensor-profiel maakt ook een eenvoudige en betrouwbare integratie van de sensoren mogelijk. Dankzij de nieuwe serie is het eenvoudiger om de juiste sensor te kiezen. De nieuwe series beschikken over de robuuste DuraBeam-laser technologie en de uiterst nauwkeurige Multi Pixel-technologie voor afstandsmeting. De gestandaardiseerde werkwijze voor

alle types en in alle applicaties én de IO Link-interface faciliteren de parametrering van de sensoren tijdens de inbedrijfstelling en als er een verandering moet worden doorgevoerd.

Meer informatie www.pepperl-fuchs.com

De nieuwe R200- en R201-series hebben allebei dezelfde foto-elektrische werkingsprincipes. Alle reeksen werken volgens de gestandaardiseerde werkwijze: de ‘look and feel’ bij het parametreren van een thru-beam-sensor, een retro-reflectiesensor of een diffuse-modussensor uit de R100, R101 of R103 reeks is hetzelfde als voor de R200- en R201-reeks. Dit geldt ook voor meettoestellen met meerdere schakelpunten of afstandssensoren.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018

37


#waaromlezen Enkele belangrijke innovaties in metingen voor de procestechnologie in een overzicht.

Innovatie als brandstof voor de industrie Interessante bijeenkomst bij Endress+Hauser Meettechniek is een mooi vak en is de laatste jaren, door de verdergaande digitalisering, weer stevig in ontwikkeling. Meten in de proceswereld vormt de schakel tussen de fysische grootheid en de elektrische vertegenwoordiging daarvan. Mijn belangstelling ervoor is al van jongs af aan groot. Als ergens over nieuwe ontwikkelingen wordt gesproken, dan ben ik er graag bij. Dus toen ik de uitnodiging kreeg om bij een, door Endress+Hauser georganiseerde, informatieve bijeenkomst te zijn, heb ik niet getwijfeld. Willem van der Bijl

O

nder de titel ‘Innovatieboost 2018’ werd een aantal onder werpen aan de aanwezige pers gepresenteerd. Directeur Rob Hommersen beet het spits af met de boodschap dat het goed gaat in Nederland en dus ook met de industrie. Om bij te blijven en mee te groeien, is innovatiekracht nodig. “Innovatie is de brandstof voor de toekomst,” zei hij. Aldert Schollaardt sloot bij zijn voorganger aan met de stellingen dat er een tekort is aan personeel, we in een veranderende wereld leven, de complexiteit van de techniek toeneemt en dat er een grotere behoefte is aan overeenstemming met regelgeving. Deze uitdagingen in de procesindustrie maken het nodig om te vernieuwen, om met nieuwe technieken te innoveren. Bij onderhoud bijvoorbeeld. Instrumenten ver tellen zelf of onderhoud nodig is. En nog mooier, instrumenten

38

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2018

kalibreren zichzelf, zowel ter controle als afstelling, en de resultaten worden intern of extern opgeslagen tezamen met alle instrumentgegevens, datum en tijd. Diagnostische functies beoordelen de conditie van apparaat en kwaliteit van het uitgangssignaal, maar zijn ook bijzonder waardevol bij veiligheidsapparatuur voor SIL-toepassingen. Deze vernieuwingen zijn alleen mogelijk als er fors geïnvesteerd wordt in ontwikkeling. Endress+Hauser steekt 7,6% van haar omzet in R&D en heeft in 2017 maar liefst 261 patenten ingediend. Hier lig t een basis om mee te doen aan de competitie voor de TechAwards van de World of Technology and Science, waarvan de winnaar begin oktober tijdens dit evenement in de Jaarbeurs in Utrecht wordt bekendgemaakt.


Met digitale integratie wordt het steeds makkelijker een goed beeld te hebben van condities van het proces en van de instrumentatie.

Van sensor naar industriële diensten Intussen is negentig procent van de veldapparatuur van Endress+Hauser gedigitaliseerd waardoor veel gegevens worden geproduceerd. Bij het installeren en aansluiten van deze apparaten wordt eigenlijk de commissioning vrijwel automatisch uitgevoerd. Het apparaat presenteert zichzelf en geef t alle noodzakelijke data door aan het centrale werkstation. Via een geavanceerde internetverbinding met intelligente gateways zijn deze gegevens overal te benutten. Ze kunnen worden gecombineerd met andere bronnen of historische data om trends weer te geven, aanpassingen te maken of onderhoud in te plannen. Een zogenaamd edge - device regelt de connec ti viteit waarmee een betrouwbaar en gecertif iceerde verbinding van de ‘installed base’ wordt georganiseerd, bijgehouden en geanalyseerd. Uiteraard is rekening gehouden met cybersecurity want er geldt: alléén uitgaande data, alléén naar bekende ont vangststations en alléén versleutelde dataoverdracht. Met specifieke applicaties worden digitale tweelingen gemaakt en wordt de big data vertaald naar informatie over huidige gezondheid en toekomstige conditie van de apparatuur.

Heartbeat-technologie Heartbeat verzorgt zowel geavanceerde instrumentdiagnostiek als de omzetting ervan naar nuttige informatie voor de gebruiker. De Heartbeat-functionaliteit bestaat uit drie onderdelen; diagnostiek, verificatie en monitoring. Diagnostiek spreekt eigenlijk voor zich. Het hart van het instrument onderzoekt continu of er afwijkingen zijn in de werking van de verschillende delen, zoals sensoren, microprocessor, geheugen, communicatie et cetera. Op basis van de NE 107 (Namur-aanbeveling) worden de gegevens gekanaliseerd en via een soort

‘Diagnostische functies beoordelen de conditie van apparaat en kwaliteit van het uitgangssignaal.’

Een overzicht van het Endress+Hauser-testcentrum in Maulburg

‘stoplichtmelding’ wordt bij afwijking een conditieoordeel gegeven in de vorm van fout, check functie, buiten specificatie of onderhoud nodig. Dus voor elk van de (vele) diagnostische variabelen wordt een verdeling in vier eenvoudige resultaten gegeven. De gebruiker is direct in staat om de juiste actie te nemen.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2018

39


Heartbeat-verificatie omvat het controleren en testen van instrumenten en de verbinding met de host-systemen om ver volgens hier van een rappor t te produceren. Het is gebr uikelijk dat meetins t r umenten met regelmaat worden gekalibreerd. Via een extern aangesloten bron wordt de omzet ting van f ysische bron naar elektrisch signaal gecontroleerd op af wijking ten opzichte van de referentiewaarden. Deze metrolog ische ver if ic atie is gebaseerd op ingebouwde referenties zoals ‘tijd’ bij de Coriolis-sensor of ‘spanning’ bij de elektromagnetische flowmeter. De implementatie hiervan is conform de regels van herleidbaarheid zoals vastgelegd in de norm NEN-ENISO/IEC 17025. Met behulp van deze Heartbeat-functie kan de nauwkeurigheid van de meetwaarde worden gecontroleerd en zonodig worden bijgesteld via aanpassing van de K-factor.

Een ander nuttig verif icatiehulpmiddel is de functionele vast stelling. Met andere woorden het controleren op juiste werking of het zoeken naar f aalf ac toren in het instrument. Wanneer het instrument in zogenaamde SILmode opereert, kan de ‘prooftest’-functie worden aangezet waardoor continu een functionele test wordt uitgevoerd.

‘Met behulp van de Heartbeat-functie kan de nauwkeurigheid worden gecontroleerd en bijgesteld.’

iTherm TrustSens: de eerste automatisch kalibrerende temperatuursensor ter wereld.

040

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2018


Hiermee wordt feitelijk gezocht naar de voor SIL-toepassing essentiële ongedetecteerde gevaarlijke fouten, die daarmee detecteerbaar worden. De kritische faalvariabele λdu wordt daarmee verlaagd en maakt deze instrumenten uitermate geschikt voor veiligheidscomponenten ter verbetering van de procesveiligheid. De beide verif icatie-functies zijn te gebruiken zonder het instrument te openen en zonder dat een persoon bij het instrument aanwezig is. Dat verhoogt de veiligheid en verlaagt de kosten. Met behulp van de ‘monitoring’-functie worden kritische variabelen van de apparatuur zichtbaar gemaakt, zoals bijvoorbeeld slijtage van de meetbuizen van de Coriolissensor. De eventuele invloed daar van op de meting, onderhoud en veiligheid is van groot belang. Daarmee wordt als het ware de vinger aan de pols gehouden op de interface tussen proces en meetinstrument, zonder het proces te onderbreken.

Automatisch kalibreren Een andere interessante ontwikkeling is het onderzoek naar ‘zelfkalibratie’. Kunnen meetsensoren zichzelf controleren en vervolgens de uitgang bijstellen? Endress+Hauser heeft een temperatuursensor ontwikkeld die dat kan! De iTherm TrustSens heef t, op basis van de Heartbeat-technologie, de mogelijkheid zichzelf te controleren en te corrigeren. Bij offline-kalibratie wordt het triple-point van water gebruikt als referentiepunt. De zogenaamde inline-kalibratie wordt mogelijk gemaakt door als referentie gebruik te maken van het Curie-punt van materialen, wat gebaseerd is op de verandering van de ferromagnetische eigenschappen.

Opengewerkt model waarbij het samenstel van processensor en kalibratiecel in de metalen omhulling zichtbaar is.

‘De inline-kalibratie maakt als referentie gebruik van het Curie-punt van materialen.’ Het Curie-punt is de kritische temperatuur van een materiaal waarbij de ferromagnetische kristallen door magnetisme ver plaat sbaar zijn en dus zijn mag netische ordening verliest. TrustSens maakt gebruik van een materiaal waarbij dit punt precies op 118 °C lig t. Bij verandering van de procestemperatuur ‘herkent’ de sensor dit punt zodat de elektronica het uitgangssignaal van de sensor op dat punt kan ‘vastleggen’. Dat kan op elk willekeurig moment, maar de bron is de temperatuur van het proces. Bij toepassingen in de voedselindustrie bijvoorbeeld, is dat prima, want bij elke SIP (Sterilize In Place)-cyclus gebeurt dat. Het is weliswaar een eenpuntskalibratie, maar de sensor hoeft niet uit het proces te worden genomen en de kalibratie is volledig automatisch. Een prachtig product voor de farmaceutische, drank en voedselsector.

Enkele andere interessante onderwerpen kwamen nog aan bod, zoals de Coriolis-sensor met multifrequentie-technologie waardoor vloeistoffen met ingesloten lucht kunnen worden gemeten, een hoogfrequent niveaumeter op radar gebaseerd en een nieuw, automatisch kalibrerend pH-meetsysteem. Het was een bijzonder interessante bijeenkomst waaruit ik duidelijk mijn brandstof haalde om innovatie verder te blijven volgen. Voor meer informatie: www.nl.endress.com/nl

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 05/2018

041


Bouw het veilig of bouw het niet Op dinsdag 8 mei organiseerde MybusinessMedia voor de negende keer het Engineering Event Safety (Safety Event). Het accent lag dit jaar op risicobeoordeling en aansprakelijkheid, en daarbij konden een paar belangrijke lessen worden geleerd. Ad Spijkers

B

ij techniek komt meer kijken dan een CAD-tekening, een PL- of SIL-bepaling of een veiligheidsbesturing. Uiteindelijk werken mensen met machines en kunnen machines (maar ook bijvoorbeeld het milieu) grote schade oplopen. Als het om veiligheid gaat, zijn de juridische aspecten van groot belang voor opdrachtgevers, machinebouwers, ont wer pers, s ystem integ rators en directies. De belangrijkste les kwam van Pim Herber van Juridisch Management Nederland. Zijn werkterrein is de bouwnijverheid maar vanuit juridisch oogpunt zijn er veel parallellen met de machinebouw. Bij een bouwproject constateerde een dakdekker dat hij zijn dak niet veilig zou kunnen aanbrengen. Hij meldde dit de hoofdaannemer, die hem opdracht gaf het werk toch uit te voeren. Zulks geschiedde. Bij de eerste storm vloog de dakbedekking er af; schadepost anderhalve ton. De rechtbank concludeerde dat de dakdekker het werk willens en wetens onveilig uitvoerde en daarmee maatschappelijk onverantwoord te werk was gegaan. De les was duidelijk: bouw het veilig of bouw het niet. Dat geldt ook voor de machinebouwer. Als een klant je vraagt een machine te bouwen waarvan je weet dat het onveilig is, doe het dan niet.

Voldoen aan norm en toch aansprakelijk Een ander voorbeeld kwam van Remko Roosjen van Maak Advocaten. Zijn case betrof een jongetje van vijf dat in een kinderschoenenwinkel bekneld raakte tussen de onderzijde

van de bewegende leuning van een roltrap en de winkelvloer. Als gevolg hier van heef t hij ernstig en blijvend letsel opgelopen. De roltrap voldeed aan de voorgeschreven norm (NEN-EN 115) en was gekeurd door een notified body. Uiteindelijk oordeelde het Gerechtshof dat de roltrap als opstal niet voldoet aan de eisen die men - kort gezegd - vanuit het oogpunt van veiligheid daaraan mag stellen. De roltrap zal zodanig moeten zijn ingericht en vormgegeven dat bezoekers van de winkel daarvan veilig gebruik kunnen maken. Dit is dus niet het geval gebleken. De conclusie is dan ook dat de roltrap niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen. De boodschap: kijk verder dan de wettelijke eisen en NENnormen, want die zijn niet altijd toereikend. Gebruik je verstand en denk na waar je een machine plaatst en wie daarmee in aanraking komt. T ijdens de vragenronde passeerden diverse ‘ what if ’ scenario’s de revue. Een relevante vraag betrof de mogelijke consequenties van innovaties zoals AI en IIoT. Wie is aansprakelijk als manipulatie door een hacker tot lichamelijk letsel leidt? De omstandigheden spelen altijd een rol. De winkelier is als bezitter van een opstal aansprakelijk gehouden (risicoaansprakelijkheid). Dat zou bij een hack ook kunnen gelden, maar hoeft niet per se. Bij een ‘hack’ zal verder moeten worden afgevraagd of de machine gebrekkig in gebruik is genomen/in het verkeer is gebracht? Ook dit zal een rol spelen.

#waaromlezen Techniek is meer dan techniek alleen, lees maar!

42

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 05/2018


13511a


MARKT & TECHNIEK

Frequentieregelaars met IP66 afdichting Duranmatic presenteert een frequentieregelaar-serie van haar Duitse leverancier EscoDrives, in een waterdichte IP66 behuizing. De EDS3 regelaars geven machinebouwers e n s y s t e e m i n t e g r a t o r e n d e m o g e li j k h e i d o m e e n frequentieregelaar toe te passen in een vochtige en stoffige omgevingen.

Meer informatie www.duranmatic.nl

Ze zijn compact, betrouwbaar en makkelijk in het gebruik en de EDS3 is eenvoudig en snel in bedrijf te stellen. Er zijn 14 parameters die ervoor zorgen dat de regelaar direct toepasbaar is. Hiernaast is er een interne potentiometer (naast de aansluiting voor een externe) om de snelheid te regelen. Ook heef t de regelaar standaard Modbus RTU en C ANopen inter f aces voor aansluiting op netwerken. In de serie zijn drie verschillende uitvoeringen verkrijgbaar namelijk met 1 fase 200-240V -in, 3 fase 200-240V en 3 fase 380-480V. De 1 fase is verkrijgbaar in de range van 0,37 tot en met 2,2 kW en de 3 fase van 0,37 tot en met 7,5 kW. In de nabije toekomst wordt dit verder uitgebreid tot 22 kW. Alle regelaars kunnen in bedrijf worden gesteld worden via een softwarepakket of een bluetooth-stick.

Beveiligde toegang op afstand Siemens breidt haar programma industriële routers uit met de Scalance M804PB, waarmee bestaande machines en installaties (bijvoorbeeld met Simatic S7-300/S7400) kunnen worden verbonden met ethernet-netwerken via Profibus/MPI (Multi-Point Interface).

Gebruikers kunnen ook eenvoudig en tegen lage kosten oudere machines en installaties direct verbinden met Sinema Remote Connect, het managementplatform voor netwerken op afstand. Beveiligde communicatie vindt plaats via een VPN-tunnel, die gemakkelijk kan worden geconf igureerd en beheerd via Sinema Remote Connec t. De routers zijn een uitbreiding van de beproefde productlijn van Siemens en geschikt voor bedrijven in de maakindustrie, zoals fabrikanten van mechanische apparatuur (OEM’s) en voor bedrijven in de auto-industrie, de voedsel- en drankenindustrie, de chemische en de farmaceutische industrie. Het apparaat heef t geïntegreerde T I A P or t al cloudconn e c torMeer informatie functionaliteit. Dit geeft gebruikers www.siemens.nl eenvoudig toegang tot bestaande Prof ibus-units vanuit centraal beheerde engineering-tools, zoals de TIA Portal of Step 7 (vanaf versie 5.5). Naast een Profibus/ MPI-verbinding beschikt de router over twee RJ45-interfaces in de vorm van een snelle ethernetswitch met twee poorten. Hij heef t dezelfde gebruikersinterface en vergelijkbare prestatiekarakteristieken als de Scalance M-800- en S615productlijn.

44

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018


MARKT & TECHNIEK

Series 45 zoemers – Luid, compact en universeel.

Meer informatie www.eao.com/45

EAO, leverancier van innovatieve, intuïtieve en betrouwbare Human Machine Interfaces (HMIs), biedt met de producten van de nieuwe Serie 45, een breed scala aan machine-bedieningsfuncties met uitstekende technische eigenschappen.

Twee belang rijke voordelen van de zoemers zijn dat ze universeel en dus eenvoudig uit wisselbaar zijn en signaaltonen tot 95 dB leveren. Daarnaast zijn ze geschikt voor alle standaardvoltages.

De zoemers uit de Serie 45 vallen op door hun uitstekende akoestische eigenschappen en het compacte ontwerp. Ze kunnen worden gebruikt op meerdere voltages en genereren signaaltonen tot 95 decibel (dB) bij een frequentie van 2.4 kHz.

De universele zoemer heef t een compact ont werp met schroefverbinding en is leverbaar in metaal en kunststof.

Revolutionaire technologie in de robotica De Delftse startup IMSystems heeft e e n alte r na tie f o n t w ik ke ld vo o r tandwielaandr ij ving. Met behulp van dit nieuwe transmissiesysteem, de ‘Archimedes Drive’, wordt kracht stukken ef f iciënter overgebracht, in een compacter formaat en tegen lagere kosten. Met deze aandrijving kan een productierobot tot 40% meer werk leveren in dezelfde tijd en komen nieuwe toepassingen in zicht, onder andere binnen de robotchirurgie. Het bedrijf gebruikt een gepatenteerd (planetair) ver tragingssysteem met gladde holle rollers van hard staal die over elkaar rollen en de krachten op basis van wrijving overbrengen. Hiermee kan een kleiner en lichter model meer kracht leveren dan bestaande alternatieven. Bovendien zijn de overbrengingen nauwkeuriger

d o or h et on t b reken v an sp el ing. Daarnaast heef t het systeem geen smering nodig. To e p a s s i n g e n z i j n t e v i n d e n i n windturbines, vlieg tuigen en e l e k t r i s c h e a u t o ’s . H e t D e l f t s e bedrijf richt de pijlen echter vooral op de robotica. De Archimedes D r i ve ver h o og t de pro duc t i v i tei t van robots die laswerk verrichten of chips inbrengen en maak t nieuwe toepassingen op termijn mogelijk , zoals operaties zonder chirurg. Ook s amenwer k ingen tu ss en mens en robot, zogenaamde ‘cobots’, zullen een vlucht nemen.

Meer informatie www.imsystems.nl

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING AUTOMATIE 05/2018

45


MC2018-002

COLOFON

EXPERT + SOFTWARE

HOOFDREDACTIE

WILLEM VAN DER BIJL

HOOFDREDACTIE

LIAM VAN KOERT

People for Process Automation

Field Xpert SMT70

Universele, high-performance tablet voor instrumentconfiguratie De nieuwe, krachtige industriële tablet Field Xpert SMT70 is uitermate geschikt voor inbedrijfstelling en onderhoud van veldinstrumentatie met een digitale communicatie interface. Het stelt u als expert in staat om eenvoudig het werk te documenteren en te beheren met de bijgeleverde software. De tablet kan zowel in veilige als explosiegevaarlijke gebieden worden gebruikt.

Redactieraad Ing. Peter van den Berg, Ing. Ton Bol, Ing. Willem van der Bijl, Ing. Frits Boddeman, André ­B raakman, Ing. Adrian de Bruijn, Jacques Geluk, Harold van den Hauten, Ing. Rob Hul sebos , Sik ko de Jong Sr., Ing. Liam van Koer t, Janet Kooren, Ing. Peter Korsten, Ir. Hans Mosselman, Ir.ing. Wim ­O xenaar Eur. Erg., Ir. Paul Petersen, Ing. Remco Rijsenbrij, Drs. Bianca Scholten, Ing. Ad Spijkers, Marc Vissers, Ing. Karel Walinga, Ir. Hans van Wijk en Ing. Nick de With. Deelname van redactieraadleden aan het redactieraadteam is op persoonlijke titel. Uitgave Vakbladen.com Bezoekadres: Rijswijkseweg 60 (13e etage), 2516 EH Den Haag, tel.: +31 (0)88 - 644 06 00 Postadres: Postbus 19949, 2500 CX Den Haag website: www.vakbladen.com

UITGEVER

ROELAND DOBBELAER

Uitgever Roeland Dobbelaer, r.dobbelaer@vakbladen.com Advertenties Erik de Jong, edejong@advercom.nl tel. 06-24685225

SALES

ERIK DE JONG

Advertenties aanleveren Archer Media BV traffic@archermedia.nl, tel.: +31 (0)88 - 6440654 Vormgeving Content Innovators, Den Haag

REDACTIE

BIANCA SCHOLTEN

Advertentie- en orderadministratie tel. +31 (0)88 - 22 666 19, abonnement@mijntijdschrift.com Druk Veldhuis Media, Raalte

REDACTIE

JANET KOOREN

Abonneeservice tel. +31 (0)88 - 22 666 19, abonnement@mijntijdschrift.com Abonnementen kunnen iedere maand ingaan en ­worden jaarlijks automatisch verlengd. Opzeg­gingen, uitsluitend schriftelijk, dienen uiterlijk twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn.

REDACTIE

ROB HULSEBOS

Nederland Buitenland Proefabonnement Losse nummers

€ € € €

79,- per jaar (excl. btw) 140,- per jaar 35,- 6 maanden 10,-

ISSN 0005-1128 REDACTIE

HAROLD VAN DEN HAUTEN

Meer informatie: www.nl.endress.com/FieldXpert-SMT70

REDACTIE

KAREL WALINGA

REDACTIE

NICK DE WITH

46

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 05/2018

AANSPRAKELIJKHEID Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave ­verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Vakbladen.com kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. Vakbladen.com geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de ­uitgever van Vakbladen.com Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellec­t uele eigendomsrechten zijn van toepassing.


TW

.nl

techniek & wetenschap in perspectief

Lees de komende 3 maanden TW met grote korting (een regulier jaarabonnement kost €93,50) en blijf op de hoogte van het laatste technische nieuws. Je ontvangt tweewekelijks de papieren editie en de digitale nieuwsbrief. Je hebt tevens toegang tot TW Digitaal en het complete archief! Na 3 maanden stopt het abonnement automatisch.

r • papie al • digita brief s • nieuw ite • webs

SCAN DE CODE OF GA NAAR WWW.TW.NL/595

LEES TW 3 MAANDEN VOOR SLECHTS €5,95


intrinsiek-vEilige Druktransmitters Voor zeer explosiegevaarlijke omgevingen (Zone 0) Voor industriële toepassingen (Gasgroep II) Voor Ex II 1G Ex ia IIC T4…T6 Ga

Serie 4 LD Ei…9 LD Ei

Serie 20 D Ei

Serie 21 D Ei

Serie 23 D Ei

Serie 26 D Ei

«Core uitvoering» Ø 11 mm…Ø 19 mm

«Complete meetkop» 3 bar tot 1000 bar

«Compacte alleskunner» 3 bar tot 1000 bar

«In zeer veel versies leverbaar» 300 mbar tot 1000 bar

«Nivosensor» 300 mbar = ca. 3 mH2O

Geoptimaliseerd voor batterij gevoede toepassingen Total error band : ± 0,7 %FS @ -10…80 °C I2C-Microcontroller-Interface 1,8…3,6 V / 20 μW @ 1 SPS

keller-holland.nl 13866a


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.