Automatie | PMA 1 2015

Page 1

HET IA -VAKBL AD VO OR NEDERL AND EN BELGIE 59 S TE J A A RG A NG 2015

Netwerktechniek & Security SIL & PL bij Machines



Inhoud Redactioneel & Agenda

Hoe ziet de industriële netwerktechniek er in 2020 uit?

Rekentools bieden niet de gewenste veiligheid

Eenvoudig, mobiel, fysiek

Goed nieuws

De toekomst is vandaag

10 jaar SIL en PL in machinebouw

New Control Room

03

04

08

12

Pagina 13 ABT

Gepersonaliseerde manufacturing intelligence ...

Arbeid & Onderwijs

Student aan het woord

‘Mens en machine komen bij elkaar in proces: Extended Automation’

Beacons als bakens in de branding?

16 Vakkanjers naar WorldSkills in Brazilië

3D geprinte robotgrijper voor EduLab

ABB gebruikersdag

14

Pagina 19 Flowserve

18

Pagina 21 MITSUBISHI ELECTRIC

20

Pagina 25 ABT

Cyberkroniek

Buskroniek

Beurzen

Beurzen

Cybersecurity, 5 misvattingen

Fieldbus + HART = FieldComm

SPS IPC Drives 2014

Valve World Expo 2014

Pagina 29 Hudson, EAO & Elobau

26

30

31

Pagina 33 ODS

22

32

Beurzen

Must voor ‘connected enterprise’

Industrie 4.0

Nieuws

Euroblech 2014

Ethernet/IP

Kleine stapjes, grote effecten

FEDA verwelkomt ‘nieuwe’ branche­ manager

34

Pagina 39 yokogawa & krohne

36

40

WIB Info

‘CAD blijft gewoon binnen de firewall’

Markt & Techniek

Samenwerken

Cloud als engineering tool

Nieuw PLCdata­management

Pagina 44 IFM electronic

45

Pagina 49 leuze electronic

46

Pagina 51 prokorment, turck

Pagina 43 phoenix contact

43

Colofon & PI Nieuws

50

omslag 2 Schneider Electric omslag 3 WAGO omslag 4 PROLEIT

52

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 01_02/2015

.01


Het praktijkboek ‘Explosieveiligheid’

18,

95

*

Explosieveiligheid is al een eeuw een belangrijk thema in de

Vraagstukken en toepassingen van explosie-

industrie. Via regelgeving, normen en wetten proberen

veiligheid en ATEX in heldere bewoording.

beleidsmakers en verantwoordelijke ministeries de risico’s in

Een onmisbaar naslagwerk voor technici,

te perken en bedrijven doen hetzelfde via procedures en

operators, engineers, leidinggevenden en bij

veiligheidsbeleid. Ondanks deze maatregelen gaat het nog

cursussen over dit onderwerp tijdens de

wel eens mis met grote gevolgen. Bewustzijn en competentie

eventuele voorbereiding op de IECEx of

blijkt vaak oorzaak.

CompEx examens of certificering.

BESTELLEN? Bij grotere aantallen prijs op aanvraag

02.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

Bestel uw exemplaar via onderstaande link

AT E X B O E K . N L

*Prijs is exclusief BTW en verzendkosten


redactioneel

Agenda Willem van der Bijl wvdbijl@automatie-pma.com

Maart 08-09 Bakkersvak Autotron Rosmalen 17-19 RailTech Jaarbeurs Utrecht

E

en nieuw jaar, een nieuw nummer, een nieuwe opmaak. Meegaan met de tijd is belangrijk, ook al zit de economie nog niet mee. Ofschoon er hier en daar geleidelijke groei wordt gesignaleerd, zijn er meer vooraanstaande bedrijfsleiders die een krimp van de economie voorspellen ten opzichte van vorig jaar. De olieprijs daalt, waardoor de consument profiteert. Maar de olieproducerende bedrijven investeren beduidend minder. Het ziet er nog niet naar uit dat we dit jaar een stevige groei gaan meemaken.

De Europese Centrale Bank probeert de Europese economie te helpen door meer dan 1000 miljard euro te investeren in de komende 1,5 jaar. Mogelijkheden voor nieuwe investeringen in de industrie en in vastgoed worden gecreëerd. Een hoeveelheid geld die me overigens doet duizelen, maar waarvan ik hoop dat daarmee niet alleen de landen met grote schuld worden geholpen. Want helaas worden de grenzen van de ‘Maastrichtnorm’ door veel landen overschreden, waardoor Nederland misschien beperkt kan profiteren. We moeten dus extra ons best doen om mee te draaien. Met Automatie | PMA lopen we in ieder geval voorop. Het blad is gerestyled en de website is volledig vernieuwd. Sterker nog, deze draait sinds augustus op volle toeren; online begint Automatie | PMA steeds meer een community te worden. De nieuwe editie die voor u ligt, bevat nog steeds de twee delen Automatie, met focus op de procesindustrie, en PMA die meer de productie-industrie beschrijft. Maar nu niet ‘back-to-back’, de twee delen zijn te herkennen aan de blauwe achtergrond voor proces gerelateerde zaken en groen voor de productie en fabrieksautomatisering. U ziet het ook aan de paginanummering onderaan de bladzijde. Het delen van kennis vindt steeds meer multimediaal plaats. En inderdaad, er zijn nog altijd veel mensen die graag een tijdschrift, vakblad of glossy lezen ter ontspanning of om wijzer te worden. Maar voor de directe kennisvraag wordt toch veelal gesnuffeld op het internet. De website van ons vakblad is een prima portaal voor industriële automatisering. De geplaatste artikelen, rubrieken en nieuwsberichten zijn bereikbaar via handige zoekfuncties. Ons redactionele team, dat bestaat uit diverse specialisten met verschillende achtergronden, selecteert de onderwerpen en produceert de content. Daardoor ontstaat een waardevolle bron van gerichte kennis op ons vakgebied. We volgen de ontwikkelingen van ‘smart industry’ of Industrie 4.0, we bezoeken bedrijven en beschrijven moderne installaties en productinnovaties, we analyseren de applicaties, kijken kritisch naar veiligheid en geven onze mening. Van onze abonnees krijgen we een goede waardering en onze investeerders zijn enthousiast. Dank voor de ondersteuning, in welke vorm dan ook. En complimenten aan het team. We gaan er weer een mooi jaar van maken!

24-26 High-Tech Systems 1931 Congrescentrum Brabanthallen 25-26 Infosecurity Brussels Expo Belgie 26 Industrial Ethernet Evoluon Eindhoven April 13-17 Hannover Messe Hannover Duitsland 14-16 UTECH Europe MECC Maastricht 15-16 Empack Brabanthallen 21-23 Maintenance NEXT Ahoy Rotterdam 22-23 MOCON Brabanthallen 22-23 MOCON Brabanthallen Den Bosch 29-30 Maintenance Messe Stuttgart, Duitsland

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.03


Hoe ziet de industriële netwerktechniek er in 2020 uit?

De toekomst is vandaag Van de Nederlandse PROFIBUS vereniging kreeg ik het verzoek om in 2 lezingen mijn visie te geven op de industriële netwerktechniek in het jaar 2020. De ene lezing vond plaats tijdens de beurs WoTS, de andere tijdens de PROFIdag. Dit artikel is een bewerking van beide presentaties. Rob Hulsebos

O

ok al zit je al decennia ‘in het vak’, er over voorspellen blijft moeilijk, vooral als het over de toekomst gaat. Deze Cruijffiaanse doordenker is van de Amerikaanse footballcoach Yogi Berra. Er zijn voorbeelden genoeg uit het verleden die aangeven hoe makkelijk het is om er mijlenver naast te zitten.

ging van 10 naar 100 naar 1000 Mbit/s en daarna door naar 10, 40 en 100 Gbit/s, en over 1 Terabit/s wordt al nagedacht. USB ging van 1,2 naar 12 naar 480 Mbit/s en dan door naar 4,8 en 9,6 Gbit/s. Wifi sprong van 1 naar 11 naar 55 naar 330 naar 800 Mbit/s. Tegelijkertijd is de technologie ook enorm snel erg goedkoop geworden.

Opvallend is dat als we deze uitspraken nazoeken op internet, alle 3 ontkennen ooit te hebben gezegd wat aan hen toegeschreven wordt. Uiteraard is het makkelijk om met de kennis van nu te lachen over uitspraken van decennia eerder. Maar toch, zelfs binnen 10 jaar na de genoemde voorspellingen was al duidelijk dat ze er naast zaten. Het maken van een voorspelling over de stand van de industriële netwerktechniek is misschien wel net zo lastig, maar we hebben het voordeel dat 2020 al over 5 jaar is. En we hebben ook al 25 jaar veldbustechniek achter de rug. Door wat te extrapoleren op het verleden krijgen we een idee van wat er in 2020 in de winkel ligt.

Bestendigheid

Vooruitgang in snelheid Toen ik begin jaren ’80 met een modem inbelde naar minicomputers, ging dat met een snelheid van 110 bit/s (90 bit/s netto) over een krakende en piepende telefoonlijn. Vandaag gaat dat met 100 Megabit/s glasvezel. Een rekensommetje toont aan dat er in 30 jaar een snelheid mogelijk geworden is die 1,1 miljoen keer hoger is dan de snelheid van toen. Of: 10 keer sneller elke 5 jaar. Dan zou het in 2020 mogelijk moeten zijn om te kunnen internetten op 1 Gbit/s. Dat is al bijna mogelijk omdat 500 Mbit/s abonnementen al bestaan.

Wet van Moore Opvallend is een vergelijking met de bekende ‘Wet van Moore’, die voor processoren een snelheidsverdubbeling elke 2 jaar voorspelt. In 30 jaar tijd is de snelheid van mijn PC’s gestegen van 1 MHz naar 3 GHz, dus ‘slechts’ 3000 keer sneller dus. Fysische beperkingen aan de omvang van chips en propagatiesnelheid van elektronen zijn hier debet aan. In de netwerkwereld zien we zulke limieten nog niet. Integendeel, nieuwe generaties protocollen maken enorme stappen: Ethernet

04.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

Ook opvallend is de bestendigheid van koperen kabels. In de jaren ’90 werd nog gedacht dat alles met snelheden van meer dan 10 Mbit/s alleen op glasvezel kon. Later bleek dat toch gewoon op koperen kabels te kunnen. Daarna zagen we hetzelfde op snelheden boven de 1 Gbit/s en nogmaals boven de 10 Gigabit: eerst glasvezel, dan toch weer het (goedkopere) koper, dat blijkbaar ook nog niet uitontwikkeld is.

Wat doen we ermee? De enorme bandbreedte die op ons ligt te wachten, nodigt uit eens na te denken over de vraag of we dit nodig hebben en zo ja, wat we er mee doen. Ook hier leert een terugblik uit het verleden dat het moeilijk is om dit nu al te voorspellen. Mijn eerste harde schijf was 20 Mb groot, en dat was 30 jaar geleden zó groot dat het onvoorspelbaar was dat dit ooit vol zou raken. En nu past er niet eens één digitale foto meer op.

Vergelijking Digitale foto’s zijn misschien niet helemaal het juiste vergelijkingsmateriaal voor industriële toepassingen. Een digitale sensor kostte 20 jaar geleden maar één bit bandbreedte,


Howard Aiken (1952)

‘ Een half dozijn computers is genoeg voor het hele land.’

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.05


en zal dat straks ook nog steeds nodig hebben. Wel wordt hij misschien vaker uitgelezen (van 10 milliseconden naar 10 microseconden), heeft hij meer diagnostische data en nog veel meer collegasensoren op hetzelfde netwerk, maar dat blijft voor moderne netwerktechnologie maar peanuts. Het is niet altijd mogelijk om productieprocessen oneindig te versnellen, vanwege mechanische, elektrische, chemische of biologische aspecten, betrouwbaarheid, kwaliteit, kosten enzovoorts. En op een bepaald moment houdt het ook gewoon op: een Apple ‘retina’ display op een iPhone heeft pixels die we al niet meer kunnen zien, dus nóg kleiner heef t geen zin. En dan kun je op een sneller netwerk alleen maar sneller wachten. De extra bandbreedte zal daarom opgesoupeerd worden door geheel nieuwe toepassingen. De beschikbaarheid van meer bandbreedte trekt de nieuwe toepassingen vanzelf mee, uiteraard samen met vooruitgang in rekenkracht en algoritmes.

Snelheid van innovatie Ook al denken we vaak anders, innovatie gaat niet zo erg snel. Datgene wat we in 2020 zullen gebruiken, bestaat vandaag al – alleen weten we nog niet wat het is. Het verleden toont aan dat zelfs de slimste ideeën tussen de 5 en 10 jaar nodig hebben om zich uit te ontwikkelen en aan te slaan (of weer van de markt te verdwijnen). PROFIBUS lanceerde zichzelf in 1989, maar begon pas te lopen vanaf 1995 (na PROFIBUS/DP). Over industrieel Ethernet werd al gesproken in 2000, maar dit kwam pas vanaf 2005 serieus op de markt. Het ‘Internet of Things’, ‘Industry 4.0’ en ‘Smart Factory’ zijn al 2 jaar ‘hot’, maar het zal nog even duren voordat deze concepten doorwerken in producten.

‘Papier’ Communicatietechnologie is denk ik het probleem niet; software wel. Zonder een goede architectuur én implementaties

zijn al die nieuwe concepten slechts papier. ICT is vaak volgend, en een probleem voor innovatie omdat ze niet snel genoeg mee kan. Bovendien kost het feit dat we een en ander ook nog graag vastgelegd hebben in een industriebrede standaard, ook tijd.

Die ene standaard Al heel lang wordt er in de industriële netwerkwereld gesproken over ‘die ene standaard’ die al die honderden bestaande bussystemen kan vervangen. Mijn mening hierover is even helder als eenvoudig: die standaard kwam er niet, die is er niet en gaat er niet komen ook. De diversiteit aan wensen, gedreven door allerlei verschillende applicatiegebieden, maakt dat één technologie dit nooit allemaal af kan dekken. Een poging ertoe, in de vorm van de IEC 61158, is gestrand in een norm met dik 20 substandaarden. Datzelfde zien we ook weer terug bij de IEC-standaard voor industrieel Ethernet connectoren (IEC 61076-3, 14 connectoren), en de IEC 62439 voor redundante netwerken (6 protocollen). Maar misschien is de reden dat er niet één standaard komt, wel vrij simpel. Misschien hebben gebruikers er gewoon geen interesse in. Dus houden de leveranciers het voortouw. Dat zal voor 2020 zeker niet wijzigen.

Hoop

Ken Olson (1977)

‘ Er is geen reden om thuis een computer te hebben.’

06.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

Toch zijn er wel sprankjes hoop. PROFIBUS en Interbus zijn samengegaan, evenals Foundation Fieldbus en HART tot ‘FieldComm’ sinds 1 januari van dit jaar. Binnen de ‘Field Device Tool’ organisatie werken 11 organisaties (ASi, CAN/Open, CC-Link, Ethercat, Foundation Fieldbus, HART, Interbus, ODVA, OPC, Profibus en Sercos) samen aan één standaard voor configuratie- en beheerstools. En in het ‘Wireless Cooperation Team’ zitten PROFIBUS, HART, Modbus en Foundation Fieldbus aan dezelfde tafel.


Bill Gates (1981)

‘ 640 Kb geheugen is genoeg voor iedereen.’

Wat haalde het niet? Helaas gaat het niet altijd goed: de fusie tussen ISA-100 en WirelessHART is na 5 jaar praten mislukt. Eerdere toekomstvoorspellingen voorzagen ook grootse toepassingen voor WirelessUSB (480 Mbit/s draadloos op UWB technologie). Ook UWB (UltraWideBand) zelf is niet aangeslagen. In potentie veelbelovend met een zeer hoge snelheid en een zeer laag verbruik. Maar vanwege de hoge kosten bleef het ook veelbelovend. Ook draadloze netwerken voor discrete toepassingen zijn niet doorgedrongen. Een poging van Bluetooth om hier door te dringen is gestrand. Wel zijn draadloze netwerken goed aangeslagen in de procesindustrie. De reden is simpel: de technologie paste bij de wensen van de procesindustrie.

Cybersecurity Als mij in 2010 was gevraagd om een artikel te schrijven over belangrijke zaken in industriële communicatie in 2015, dan had cybersecurity daar nog niet bij gestaan. Hoe misgeschoten zou dat geweest zijn, omdat al in de zomer van 2010 Stuxnet ontdekt is. Sindsdien staat de industriële cybersecurity op de kaart. Duidelijk is dat er de komende 5 jaar nog heel veel moet gebeuren. Tijdens de PROFIdag adviseerde ik werkzoe-

kende studenten dit vakgebied nog eens goed te bekijken. Gegeven het nog immer stijgende aantal serieuze veiligheidslekken, verwacht ik dat er wel minstens een belangrijk cybersecurity incident, zoals Stuxnet, ontdekt zal worden. Nog los van alle andere grote en kleine lekken waarvan we er in 2014 ook genoeg gezien hebben.

TCP/IP V6 Iets wat al heel lang sluimert, maar in 2020 zeker prominenter op de agenda staat, is TCP/IP versie 6. De opvolger van het aloude TCP/IP versie 4, waarmee nu iedereen via internet communiceert, is aan het eind van zijn Latijn. De 4 miljard beschikbare netwerkadressen zijn op. TCP/IP versie 6 heeft er 1038, dat is voorlopig genoeg. Wel vereist het aanpassingen in alle (Ethernet en TCP/IP) infrastructuur. Ondanks dat dat nu allemaal heel erg langzaam gaat, zal dat snel gaan veranderen. Komend van buitenaf leveren de providers immers de IPv4 adressen en als die er niet meer zijn, zijn er niet meer te maken. Gegeven de lange levensduur van industriële installaties is IPv6 ondersteuning een ‘must’.

Internet of Things De actuele hype is het IoT, het ‘Internet of Things’, waarop straks zeer veel ‘slimme’ sensoren, actuatoren en besturingen aangesloten gaan worden. Profeten beloven dat straks programmeren niet meer nodig is. Alles kan geconfigureerd worden: klikkerdeklik en klaar-is-Kees. Beursdemo’s waarin producten van meerdere leveranciers samenwerken, zijn er al. Maar bedenk eens hoeveel handmatig werk hierin is gestoken, en waarom dit 10 jaar geleden niet ook al kon. Persoonlijk zie ik de programmeerloze systemen wat conservatiever. Er kan namelijk alleen geconfigureerd worden wat de auteur van het systeem voorzien heeft. Men wordt dus óf in een keurslijf gedwongen zonder enige kans op innovatie, óf men maakt het toch weer zelf (precies zoals nu dus).

Systeemarchitectuur De moeilijkheid bij IoT zal liggen op het gebied van systeem­ architectuur. Producten van verschillende leveranciers moe­ten met elkaar kunnen communiceren en samenwerken, op een eenvoudig te configureren manier en met software­g ereed­ schappen van allerlei partijen. Goede troubleshooting is daarbij een must. Daarbovenop komt nog dat dit 10 tot 20 jaar moet kunnen werken, met allerlei verschillende softwareversies. Je moet er niet aan denken dat de gemiddelde consument zijn hele woning elke 5 jaar ICT-technisch geheel moet renoveren als overgestapt wordt op een nieuwe PC. Laat staan wat er gedaan moet worden om een IoT installatie met tientallen malen meer apparaten van dito meer leveranciers nog eens 3 tot 4 maal zo lang mee te laten gaan. Wat dat betreft is één ding al wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te voorspellen: in 2020 heeft de netwerkexpert nog genoeg werk. Op dit gebied van samenwerkende protocollen, configuratie en diagnose heeft de industrie inmiddels veel ervaring opgebouwd, zoals bij het eerder genoemde ‘Field Device Tool’. Ik roep hierbij de gebruikersverenigingen op om hun kennis en ervaring in te brengen in de IoT ontwikkelingen. Het wiel is al grotendeels uitgevonden!

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.07


De sluis van Terneuzen, echter niet die uit het praktijkvoorbeeld.

08.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015


10 jaar SIL en PL in machinebouw Rekentools bieden niet de gewenste veiligheid De machinebouw heeft nu zo’n kleine 10 jaar ervaring met de toepassing van de EN 62061 en/of de EN-ISO 13849-1 voor functionele veiligheid. Maar veel engineeringsbedrijven worstelen nog altijd met de toepassing van PL en SIL, zo blijkt uit het praktijkvoorbeeld in dit artikel. Ing. Nick de With

I

n 2005 werd de EN 62061 aangenomen, een jaar later de ENISO 13849-1. Deze normen classificeren respectievelijk het veiligheidsniveau in een Safety Integrity Level (SIL) en een Performance Level (PL). Beide zijn kort daarna geharmoniseerd onder de Machinerichtlijn 2006/42/EG. Toepassing ervan geeft het zogenaamde ‘vermoeden van overeenstemming’.

Oorzaak falen machinebesturing In het verleden werden machinebesturingen veelal uitgevoerd in elektromechanische relais, maar tegenwoordig wordt gebruikgemaakt van PLC- of PC-systemen met of zonder remote I/O. Ofschoon dergelijke systemen op dit moment als betrouwbaar worden ervaren, heeft bijna elke engineer of onderhoudsman wel eens meegemaakt dat een machine onverwacht opstartte of een onverwachte beweging maakte. Door de Engelse Arbeidsinspectie HSE zijn 34 gevallen onderzocht van een falend besturingssysteem. Uit het onderzoek ‘Out of Control’ blijkt dat meer dan 75 procent van de fouten in de specificatie-, ontwerp- en installatiefase van het veiligheidscircuit ontstaan (zie figuur 1). Een webversie van deze publicatie is gratis te downloaden via www. hse.gov.uk/pubns/priced/hsg238.pdf. Uit resultaten van het onderzoek blijkt dat behalve ‘random hardware’ fouten (defect in hardware compo­n ent), het merendeel van de fouten een systematisch karakter heeft. Je kunt dus stellen dat deze ‘systematische’ fouten onbewust door de mens aan het veiligheidscircuit worden toegevoegd. De oor-

Figuur 1 Hoofdoorzaken van falen in besturingssystemen (bron: ‘Out of Control’ van Health and Safety Executive (HSE) United Kingdom)

zaken zijn verschillend van aard, maar kunnen bijvoorbeeld ­liggen in een onduidelijke vastlegging van de functionaliteit/ timing van de veiligheidsfunctie, een onjuiste risicoanalyse, onduidelijke documentatie, bugs in de applicatie software enzovoorts.

Getallengoochelaars Er zijn op dit moment diverse marktpartijen, zoals trainings­ instituten en productleveranciers, die een SIL/PL-training aanbieden, waarbij wordt geleerd hoe de kans op gevaarlijk falen per uur (Probability of Dangerous Failure Hour, PFH d ) kan worden berekend. Voor de berekening van deze PFH d is in beide normen voor elk type architectuur een aantal basisformules voorhanden. Bijvoorbeeld, de formule uit EN 62061 voor een niet-redundant systeem kan worden berekend met de formule PFH d = λDU x 1h. Hierbij is λDU de faalfrequentie van de gevaarlijke niet gedetecteerde fouten (DU = dangerous undetected).

4 4% Specification

2 0% Changes after commissioning

15% Operation and maintenance

15% Design and implementation

6% Installation and commissioning

Er zijn intussen diverse softwaretools voorhanden waarmee de SIL/PL bere­ keningen kunnen worden gemaakt. De bekende tools zijn de Siemens Safety Evaluation Tool, de Pilz PAScal Safety Calculator en de IFA SISTEMA tool. Een aantal tools wordt kosteloos ter beschikking gesteld en een aantal tegen geringe kosten. De Pilz tool PAScal en de Siemens tool SET kunnen behalve de SIL-berekening ook de PL-berekening uitvoeren. Veel adviesbureaus en bedrijven storten zich nu op de SIL/PL berekening met een dergelijke tool, maar vergeten de systematische fouten die in het ontworpen veiligheidscircuit kunnen sluipen. Na de uitleg van systematische fouten hieronder zal een echt voorbeeld uit de dagelijkse praktijk worden besproken.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.09


Systematische fouten Een systematische fout is in veel gevallen een verborgen fout in het ontwerp of de implementatie van het ontwerp. Systematische fouten kunnen zowel in hard- als software en in elke fase van de levenscyclus van veiligheidssysteem optreden. Enkele voorbeelden zijn de keuze van een verkeerde ontwerpschakeling uit de leverancierscatalogus, het niet afzekeren van veiligheidscontacten van een veiligheidscircuit of het terugplaatsen van een foutieve zekering na een storing.

Noodstop in rust

Noodstop gedrukt

Noodstop in rust onderbreking

Noodstop in rust sluiting GND

+V

+V

+V

+V

S1

S1

E2

S1

E2

Een intermitterende fout treedt daarentegen alleen op in bepaalde omstandigheden. Als die omstandigheden verdwijnen, zal de veiligheidsfunctie weer normaal functioneren. Een voorbeeld hiervan is een ‘bus communication overload’ in een veiligheidsveldbus. De veldbus is om een bepaalde reden overbelast en de veiligheidsfunctie is tijdelijk niet beschikbaar. Wanneer de overload verdwijnt, is alles weer normaal.

Noodstopcircuit Een eenkanalig noodstopcircuit werkt op basis van het ruststroomprincipe. Dit is een beproefd principe en het betekent dat normaal (in rust) stroom loopt door het noodstopcontact (zie figuur 2). Het noodstopcircuit is voor de eenvoud even voorgesteld als een noodstopknop met een LED lamp (lees: motor van de machine). De uitleg volgt van links naar rechts. Als de noodstopknop is uitgetrokken, is het verbreekcontact gesloten en loopt er stroom en licht de LED lamp op. Als de noodstop wordt ingedrukt, opent het verbreekcontact en wordt de stroom verbroken en gaat de lamp dus uit. Ook bij een onderbreking in de kabel gaat de lamp uit. Ook bij een sluiting naar de aarde (GND) onder het verbreekcontact gaat de lamp uit. Met andere woorden, het noodstopcircuit reageert op een onderbreking van de stroom door het contact en ook een sluiting naar aarde. Als een noodstop wordt gekoppeld aan een veiligheids-PLC is er sprake van signaalbewaking over het contact. Het contact wordt dan gevoed vanuit de fail-safe ingangskaart met een pulse-

10.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

E2

GND

GND

Systematische fouten kunnen permanent aanwezig zijn of alleen onder bepaalde omstandigheden optreden (intermit terende systematische fout). Figuur 2 Eenkanalig noodstopcircuit volgens Een voorbeeld van een permanent aanruststroomprincipe (bron: Training praktiwezige fout is een programmeerfout in sche toepassing van het veiligheidsprogramma. De veiligSIL en PL, FUSACON) heidsfunctie moet worden uitgevoerd als ‘A of B’ optreedt, terwijl de programmeur ‘A en B’ heeft geprogrammeerd. Als er geen test is gespecificeerd, zal deze fout altijd in de software blijven zitten.

E2

GND

GND

rend signaal (1Vs). De signaalvorm wordt teruggelezen op een fail-safe digitale ingang en bewaakt. Hierdoor worden behalve onderbrekingen ook sluitingen naar een vreemde spanning vroegtijdig gedetecteerd. In figuur 3 is in het linkervoorbeeld een noodstopknop met een verbreekcontact getekend en in het rechtervoorbeeld een noodstopknop met een maakcontact. Het linkervoorbeeld is correct, omdat dit werkt volgens het ruststroomprincipe en door de signaalbewaking alle fouten, uitgezonderd een overbrugging in de kabel, worden gedetecteerd. Bij het rechter voorbeeld moet het ingangssignaal in de ­l ogica geïnverteerd worden om de goede werking te krijgen. Deze aansluitmethode is om meerdere redenen niet correct. Ten eerste, de werking van het maakcontact berust op het ­a rbeidsstroomprincipe. Ten tweede, een noodstopschakelaar heeft alleen mechanisch gedwongen verbreek­ contacten. De juiste werking van maakcontacten is niet gegarandeerd. Ten derde, bij een onderbreking in de kabel zal bij ­indrukking van de noodstop geen afschakeling meer volgen. En tot slot wordt een sluiting naar de plus of naar de

CORRECT Noodstopknop 1 NC contact

FOUTIEF Noodstopknop 1 NO contact

S1

S1

1Vs

F-DI

F-PLC Figuur 3 Eenkanalig noodstopcircuit op failsafe PLC (bron: Training praktische toepassing van SIL en PL, FUSACON)

S1

1Vs

F-DI

F-PLC


Over de Auteur Ing. Nick de With is TÜV Certified Functional Safety Engineer en als Senior Consultant werkzaam bij Fusacon B.V. Hij is docent bij NEN en lid van de Nederlandse normcommissie NEC 44 en de internationale werkgroep IEC TC44/WG7. Meer informatie: www.fusacon.nl

aarde aan de onderzijde van de schakelaar pas gedetecteerd bij indrukking.

king in de kabel van het maakcontact wordt dit niet vroegtijdig gedetecteerd. Ten vierde, een sluiting naar de plus of naar de aarde aan de onderzijde van de schakelaar wordt pas gedetecteerd bij indrukking. En tot slot, de aansluitmethodiek komt niet overeen met de user manual van de fail-safe digitale ingangskaart en de applicatievoorbeelden die de fabrikant ter beschikking stelt. Conclusie: het middelste schema uit figuur 4 resulteert slechts in een eenkanalig noodstopcircuit. Het rechterschema is helemaal foutief, omdat hier beide noodstopknoppen uitgevoerd zijn met een maakcontact.

Praktijkvoorbeeld Onlangs had een elektrotechnisch aannemer voor een bestaande sluis een nieuwe besturing met noodstopcircuit gebouwd. Het circuit bestond uit een noodstopknop met één verbreek- en één maakcontact, elk aangesloten op een fail-safe digitale ingang van een veiligheids-PLC (zie de middelste tekening in figuur 4). Het systeem werd door de aannemer doorgerekend met een softwaretool en zou volgens de aannemer makkelijk voldoen aan SIL 2.

De aannemer bleef, ook na uitleg van de bovengenoemde problemen, bij hoog en bij laag volhouden dat de SIL rekensom klopt en dat de tweekanalige noodstop uit het middelste plaatje zonder problemen voor SIL 2 kan worden toegepast. Hij werd hierbij ondersteund door het ingenieursbureau dat de calculatie had uitgevoerd. Het is duidelijk dat de adviseur van het ingenieursbureau een zogenaamde ‘getallengoochelaar’ is, die de uitkomst van de SIL rekentool als ‘heilig’ verklaart.

De auditor van de opdrachtgever keurde het bewuste noodstopcircuit af en stelde voor dat de aannemer het circuit zou uitvoeren volgens het linkerplaatje van figuur 4. Bij het linkerplaatje wordt elk verbreekcontact vanuit de fail-safe PLC gevoed met een eigen dynamisch signaal, waardoor behalve onderbrekingen en vreemde spanningen ook een onderlinge sluiting tussen de 2 contacten vroegtijdig wordt gedetecteerd. De foutdiagnose is erg hoog en wordt door de fabrikant van de veiligheids-PLC gezet op een diagnostic coverage (DC, red.: dekkingsgraad van de foutanalyse) van groter dan 90 procent.

Conclusie Bij een veiligheids-PLC horen vaak meerdere gebruiks- en toepassingshandleidingen die door een Europese Notified Body, zoals TÜV Rheinland, IFA, AIB Vincotte, worden gecontroleerd op juistheid. Pas als de handleiding ook correct is, ontvangt de fabrikant op een component een EGtypegoedkeuring onder de MachineFiguur 4 Tweekanalig richtlijn 2006/42/EG.

Het middelste schema uit figuur 4 kent de volgende problemen ten opzichte van het linkerschema. Deze aansluitmethode is om meerdere redenen niet correct. Ten eerste, de werking van het maakcontact berust op het arbeidsstroomprincipe. Ten tweede, een noodstopschakelaar heeft alleen mechanisch gedwongen verbreekcontacten. De juiste werking van maakcontacten is niet gegarandeerd. Ten derde, bij een onderbre-

CORRECT Noodstopknop 2 NC contacten

FOUTIEF Noodstopknop 1 NC + 1 NO contact

S1

1Vs

noodstopcircuit op failsafe PLC (bron: Training praktische toepassing van SIL en PL, FUSACON)

FOUTIEF Noodstopknop 2 NO contacten

S1

F-DI_1

3Vs

F-PLC

F-DI_2

1Vs

S1

F-DI_1

3Vs

F-PLC

F-DI_2

1Vs

F-DI_1

3Vs

F-PLC

F-DI_2

Bij onderzoek van de user manual van de digitale ingangskaart en de applicatie manual van de veiligheids-PLC bleek dat een tweekanalige noodstop werd afgedrukt als de linkertekening in figuur 4. Met toepassing van het middelste schema door de aannemer vervalt daarom de certificatie door de Notified Body van de fail-safe kaart. Hierdoor voldoet de oplossing niet aan het vereiste SIL-level, SIL 2. Het bovenstaande voorbeeld is duidelijk een systematische ontwerpfout gebaseerd op een eigen interpretatie van veiligheid door de aannemer en het ingenieursbureau. Een opdrachtgever dient bij de audit van complexe veiligheidssystemen niet alleen te kijken naar de SIL berekening, maar ook naar de juiste toepassing van de componenten.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.11


Eenvoudig, mobiel, fysiek WoTS, World of Technology & Science. Het is inmiddels alweer even geleden. Toch komen we nog even terug op het seminar New Control Room. Een hot topic, en het seminar trok dan ook de nodige belangstelling. Harold van den Hauten

New Control Room

R

ob Benschop is Operationeel Directeur bij DOC Kaas. Hij hield een inspirerend verhaal over de regelkamer. Hoe het was, hoe het is en hoe het zou moeten worden. En ook, hoe het niet zou moeten worden. DOC Kaas gaat al een tijdje mee – sinds 1895 – en is met een productie van meer dan een miljoen kilogram kaas per jaar de op één na grootste kaasproducent van Nederland. Toen de eerste fabrieksmatige productie van kaas begon had de kaasmaker direct zicht op wat er gebeurde in zijn fabriek. Afsluiters, regelknoppen en schakelaars hadden hun eigen plek in de productie en werden ter plekke bediend. De kaasmaker kon het proces horen, ruiken en voelen. Urgentie was eenvoudig in te schatten.

Serieuze automatisering In de volgende fase werd de productie serieus geautomatiseerd. De kaasmaker werd operator; er kwam een heuse controlekamer. Er kwam meer afstand, er was nog steeds geen fulltime operator, want de mensen waren meestal op de vloer. In de huidige fase van automatisering is de controlekamer het hart van de fabriek geworden en alles is er te zien en te controleren. Er is grote afstand tot de werkvloer. Het lijkt soms op een videogame, maar weet de operator wel wat er op de vloer gebeurt en is het erg als dat niet zo is? Er is een overvloed aan input (alarmen!), maar zien we door de bomen het bos nog wel? Benschop vertelde hoe hij een operator naar het beeldscherm zag kijken om plots te constateren dat enorme plassen melk waren weggelopen. Dat zou de oude kaasmaker niet gebeurd zijn. Dan was de melk allang zijn klompen ingelopen.

New Control Room Hoe zou de nieuwe regelkamer eruit moeten zien? In ieder geval eenvoudiger, geen overvloed aan informatie. Meer naar de fabriek toe in de vorm van tablets en camera’s? Er zou meer fysiek contact met de werkvloer mogen zijn: horen, voelen, zien, ruiken. En routines zouden meer geautomatiseerd moeten worden.

Visie De visie van Emerson Process Management is dat de toekomst ligt in ‘integrated operations centers’, de iOps. Dit zou het ant-

12.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

woord moeten zijn op de productiviteitsparadox van de procesindustrie. Die bestaat hierin dat we de productiviteit willen verbeteren terwijl we te maken hebben met zaken als het wegvloeien van ervaring met het pensioneren van ervaren werknemers, instroom van te weinig, onervaren nieuwkomers, een afnemend aantal specialisten en complexere processen.

iOps De iOps behelst een groot aantal componenten, waaronder asset management, information integrated mobile devices en pervasive sensing technology. De uitdaging voor toekomstige systemen is om de nog beschikbare kennis niet verloren te laten gaan en operaties te stroomlijnen en te versimpelen. Kennissystemen moeten in staat zijn om kennis te delen en samenwerking te bevorderen (zie ook Automatie nr. 5-2014, blz. 4 e.v.).

Eindgebruikers WIB was ook van de partij met een presentatie over de Eindgebruikersvisie 2020, het resultaat van een onderzoek onder eindgebruikers, de leden van de WIB. Hieronder bevinden zich de grootste productiebedrijven van de procesindustrie in de Benelux. In Automatie 10-2014 werd aandacht besteed aan de visie van WIB (Virtualisatie en verrijkte informatie in het veld, blz. 4 e.v.).


Applicatie gerichte oplossingen

13289

www.a-b-t.nl

‘De controlekamer van nu lijkt meer op een videogame.’

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.13


Gepersonaliseerde manufacturing intelligence door middel van Beacons Wat kunnen Beacons bieden in een moderne productieomgeving of in een toekomstige Smart Factory, waar een geĂŻntegreerde informatiearchitectuur samensmelt met alledaagse communicatiemiddelen? En hoe zorgen Beacons er voor dat traditionele productieactiviteiten flexibeler en vooral efficiĂŤnter kunnen worden ingericht? Frank van Tour

Beacons als bakens in de branding?

14.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015


M

et het gezegde ‘Als het getij verloopt, moet men zijn bakens verzetten’ wordt normaliter bedoeld: als de omstandigheden veranderen, moet je ook andere maatregelen nemen. Men moet dus aandacht hebben voor veranderingen en zich daaraan (blijven) aanpassen. In een productieomgeving is niets minder waar. Immers, door continu de actuele status van de productie te monitoren, kan deze zo efficiënt mogelijk worden aangestuurd. De aangeboden informatie moet echter wel passen bij de rol die je vervult. Een procesoperator heeft bijvoorbeeld een andere informatiebehoefte dan een onderhoudsman. De bakens van nu, de zogenaamde Beacons, bieden verregaande mogelijkheden om informatie gepersonaliseerd aan te bieden door een geïntegreerde informatiearchitectuur. Veel toepassingen hebben echter nog geen betrekking op de industrie maar meer op de retail, zoals het tonen van gepersonaliseerde advertenties op je smartphone wanneer je een winkel inloopt of passeert.

ziet wanneer het volgende onderhoud is gepland. Hierbij kan de afstand tot de Beacon (zeer dichtbij, dichtbij, in de buurt en onbekend) gebruikt worden om de gebruiker pas te informeren als deze bijvoorbeeld heel dichtbij is. Een Beacon is uiteraard niet alleen beperkt tot statische objecten, maar kan ook op een verplaatsbaar object, bijvoorbeeld een pallet, worden gemonteerd. Bij benadering van de pallet, kan deze exact aangeven welke materialen erop staan.

Technologie De Beacon technologie is relatief jong en gedreven door de Bluetooth Low Energy (BLE) specificatie uit 2010. De specificatie beschrijft 2 typen apparaten: een ‘periferie’ apparaat en een ‘centraal’ apparaat. Het periferie apparaat is een goedkoop, energiezuinig apparaat dat slechts een eenvoudige datastroom uitzendt. Het centraal apparaat daarentegen is een meer intelligent apparaat met een zekere rekenkracht, zoals een smartphone of tablet.

Toepassingsgebieden

Communicatie

Een simpel toepassingsgebied betreft indoor navigatie. Bijvoorbeeld, een onderhoudsmonteur loopt in een deel van de fabriek, de mobiele applicatie ‘weet’ dat en kan op basis hiervan de kortste route tonen hoe de monteur de pomp kan bereiken waarop hij onderhoud moet plegen. Routes kunnen op basis van actuele bewegingen eventueel geoptimaliseerd worden.

De communicatie tussen beide apparaten kan worden opgedeeld naar Adver tisers en Scanners. Een Adver tiser stuurt een eenvoudige datastroom uit die vervolgens kan worden opgepikt door een Scanner. Het grote verschil met standaard Bluetooth is dat hier geen identificatieproces nodig is. De Scanner blijft dus anoniem voor de Advertiser. De Scanner leest niet allen de ontvangen berichtinhoud, ook is hij in staat de afstand tot de Advertiser te bepalen aan de hand van de sterkte van het ontvangen radiosignaal. Op basis van de berichtinhoud kan vervolgens de Scanner vanuit de achterliggende informatiearchitectuur de gebruikerspecifieke informatie voorschotelen. Een periferie apparaat is een typische Advertiser, waar een centraal apparaat zowel Advertiser als Scannerkan zijn. Klinkt herkenbaar zou je denken als je kijkt naar andere beschikbare technologieën zoals Near Field Communication (NFC) of Radio Frequency Identification (RFID). Er zijn echter verschillen in het

Een variant hierop is geofencing. Hierbij ‘bewaakt’ de mobiele applicatie of een werknemer een bepaald gebied verlaat, waar dan vervolgens specifieke acties op gedefinieerd kunnen worden. Heeft de werknemer bijvoorbeeld zijn werkplek netjes of veilig achtergelaten?

Over de auteur

Een derde toepassingsgebied is notificatie, waarbij de gebruiker informatie krijgt voorgeschoteld als een Beacon benaderd wordt. Een operator ziet bijvoorbeeld de productievoortgang bij benadering van een machine of productielijn, terwijl de onderhoudsmonteur

Frank van Tour is werkzaam bij Actemium als senior business consultant. Met efficiënte en duurzame Solutions & Services for Industry draagt Actemium bij aan het optimaliseren van industriële processen. E frank.vtour@actemium.com I www.actemium.com

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.15


toepassingsgebied (binnen of buiten), de locatieprecisie en het bereik, het energieverbruik en de kosten voor benodigde apparatuur en devices (zie figuur 1).

Toepassing

Precisie

Bereik

Verbruik

Kosten

Beacon

iBeacons Het is pas recent door Apple’s introNFC/RFID ductie van de iBeacons ® specificatie in iOS7 dat Bluetooth Low Energy meer aandacht krijgt. Hierdoor werd iedeWiFi re iPhone met iOS7 ineens iBeacon. Een iBeacon definieert 3 numerieke data-elementen als Advertisment die elke GPS Beacon periodiek uitzendt. Een Proximity ID of Universally Unique Identifier (UUID), die de Beacon identificeert, een Mobiel Major en Minor Identifier voor het definiëren van de (sub)locatie. Op basis hiervan kan een bijvoorbeeld een productielocatie opgedeeld worden naar sublocaties. Het voorbeeld (zie figuur 2) beschrijft 9 Beacons die worden geplaatst in een productielocatie opgedeeld op basis van het ISA-95 equipment hierarchy model.

iOS of Android? Ondanks (of juist dankzij) Apple’s introductie van iBeacons, is de technologie inmiddels ook beschikbaar voor Android. Omdat alle laatste generatie Apple toestellen iBeacons standaard ondersteunen, heeft Apple een voorsprong van zo’n 80 procent op Android toestellen waarvan slechts 10 procent ondersteuning biedt. Het ondersteuningsgedrag van beide is helaas ook verschillend (zie figuur 3), wat afhankelijk van de toepassing beperkingen kan geven.

Informatiearchitectuur Een enkele Beacon die een datastroom uitzendt, heeft weinig toegevoegde waarde zonder de juiste informatiearchitectuur (zie figuur 4). Hierin is een drietal lagen te onderscheiden: de gebruiker, de mobiele applicatie en de back-end systemen. De laatste laag vormt de schakel naar beschikbare databronnen die relevant Figuur 3 zijn voor de context die men aan een

Vanaf iOS 7 en hoger Deel van het Operating System (OS) Detecteert maximaal 20 Beacons UUID's per APP Kan Beacons detecteren Kan zich als Beacon gedragen Beacon gedrag alleen als actieve App

16.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

Beacon wil geven. Daarnaast wordt in deze laag de logica ondergebracht die beschrijft hoe te reageren op de mobiele applicatie. De mobiele applicatie zorgt voor de zichtbare én onzichtbare interactie met de gebruiker. De service op de achtergrond detecteert dat de gebruiker een Beacon nadert en toont via de back-end systemen vervolgens de juiste informatie op het display van de smartphone of tablet op basis van de context, de locatie, van de Beacon. Figuur 1

Conclusie Een Beacon heeft nog het meeste weg van NFC/RFID, maar is goedkoper, biedt een meer eenvoudig integratiepad en heeft meer mogelijkheden door Bluetooth Low Energy als onderliggende technologie. Beacons moeten echter wel voldoen aan de eisen die worden gesteld aan een industriële omgeving. Hierbij is een beheeromgeving noodzakelijk, zodat direct duidelijk is of een Beacon nog juist functioneert en indien nodig, eenvoudig vervangen kan worden. Daarnaast kan een noodzakelijke robuuste behuizing juist het bereik van een Beacon verlagen, zodat toepassing ervan mogelijk minder voor de hand ligt.

Vanaf Android 4.3 API Level 18 Detectie alleen via App, niet via OS Geen Beacon detectie limiet Kan Beacons detecteren Kan zich als Beacon gedragen

Een praktisch probleem is de beschikbaarheid van mobiele apparaten zoals smartphones en tablets. Zijn deze überhaupt toegestaan binnen de productieomgeving? Zo ja, onder welke condities en ondersteunen ze wel de Beacon technologie? Dat vrijwel iedereen tegenwoordig een smartphone bezit, betekent niet automatisch dat deze ook wordt ingezet. Zo wordt de smartphone wellicht de spreekwoordelijke achilleshiel, want als men de smartphone of tablet niet bij zich draagt, is de Beacon zelf nutteloos. Veiligheidsaspecten zullen niet beduidend anders zijn dan men nu in het al-


Productie Locatie (A6F1ECF1-FFA9-12D0-B320-E31265ACC267)

UUID

16 bytes

Site

Major

2 bytes

Work Center

Productielijn (0001)

Verpakkingslijn (0002)

Magazijn (0003)

Minor

2 bytes

Work Unit

Vormer (0001)

Zakkenvuller (0004)

Stelling 1 (0007)

Minor

2 bytes

Work Unit

Koker (0002)

Dozensluiter (0005)

Stelling 2 (0008)

Minor

2 bytes

Work Unit

Vriezer (0003)

Folie Wikkelaar (0006)

Stelling 3 (0009)

gemeen ziet binnen IT omgevingen, omdat de Beacons zelf nauwelijks intelligentie bevatten. In theorie kan de datastroom van een Beacon worden opgevangen en worden gekopieerd, maar vanwege het beschermende toegangskarakter van een productieomgeving kan dit worden verwaarloosd. Een punt van kritiek kan worden verwacht vanuit privacy oogpunt. Het kan immers niet gewenst zijn dat altijd bekend is waar een medewerker is en wat zijn of haar bewegingen zijn gedurende de dag.

Figuur 2

‘Beacons kunnen meerwaarde leveren, zeker in combinatie met ontwikkelingen als Google Glass en Lean Manufacturing.’

Beacons kunnen dus meerwaarde leveren. Zeker in combinatie met andere ontwikkelingen, zoals Google Glass, of initiatieven als bijvoorbeeld Lean Manufacturing, zijn legio toepassingsgebieden te bedenken. De genoemde voorbeelden hierin zijn slechts illustratief. De ontwikkeling van Beacons staat niet stil, aangezien ze al Figuur 4

worden voorzien van allerlei sensoren, zoals temperatuur of bewegingsdetectie, wat nieuwe toepassingsgebieden biedt, passend binnen het Smart Factory concept. Uiteindelijk is de Beacon slechts een schakel in het grotere geheel, aangezien de ware kracht zit in de mobiele applicatie en vooral de backend systemen die de informatie moeten leveren.

Gebruiker (acties)

Mobiele App (display)

Mobiele App (services)

Back-End (Beacon context)

HRM Personeel

ERP

MES/MOMS

WMS Inventory

LIMS Kwaliteit

MMS Onderhoud

Realtime Data

Beacon mgmt

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.17


Arbeid & Onderwijs Vakkanjers in finale WorldSkills Mattijn Stegeman Industriële automatisering Van Lente Systeemintegratie B.V., Deventer 2 Richard Roolvink Lassen Eaton, Hengelo 3 Richard Nales Polymechanica Norma Groep, Hengelo 4 Mitchel Mulder Mechatronica ROC Mondriaan, Den Haag 5 Diewer van der Schoor Mechatronica ROC Mondriaan, Den Haag 6 Lando Klein Gunnewiek Sanitaire- en verwarmingstechniek InstallatieWerk AchterhoekRivierenland, Didam 7 Antwan Venmans Koude- en luchtbehandelings­ techniek Venmans Koeltechniek, Schijndel 8 Niek Post CNC-frezen PM Aerotec B.V., Hengelo 9 Maurice Nijkamp Manufacturing Team Challenge Twenteq B.V., Rijssen 10 Dik Vaanhold Manufacturing Team Challenge Mosman Stainless Steel, Enschede 11 Tom Houtman Manufacturing Team Challenge Rijn IJssel, Arnhem 12 Arjan Henst Robotica SEM Waterbehandeling B.V., Veldhoven 13 Fer van Maasakkers Robotica Fontys Hogeschool, Eindhoven 14 Julian Groen Onderhoudsmontage Marel meat processing, Oss 15 Patrick Biesemaat Elektrotechniek gebouwen InstallatieWerk Oost & Flevoland, Apeldoorn 16 Patrick van de Vreede Telematica/Infra Paree B.V., ‘s-Heerenhoek 1

16 Vakkanjers naar WorldSkills in Brazilië De kwalificaties voor WorldSkills 2015 zitten erop: 16 Vakkanjers hebben een ticket naar São Paulo in de wacht gesleept. De gekwalificeerde Vakkanjers gaan nu een uitgebreid trainingstraject in om in Brazilië optimaal voorbereid aan de aftrap te verschijnen. Op het programma staat onder meer een oefeninterland in april 2015. In totaal deden afgelopen december 30 Vakkanjers uit de metaal-, installatie-, elektro- en koudetechniek mee aan de kwalificaties voor WorldSkills. Met hun vakmanschap en prestaties zijn de Vakkanjers hét visitekaartje van de technieksector in Nederland en rolmodellen voor jongeren die hun profiel- of studiekeuze nog moeten maken. Volg de Vakkanjers op Facebook.com/vakkanjers en www.devakkanjers.nl. WorldSkills, de wereldkampioenschappen voor jonge vakmensen, is van 1116 augustus 2015 in São Paulo. Er doen

18.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

naar verwachting meer dan 1000 jonge talenten mee, afkomstig uit 60 landen. Kijk voor meer info over WorldSkills 2015 op www.worldskillssaopaulo2015. com. Met de VakkanjerWedstrijden wil TechniekTalent.nu de vaktrots, het vakmanschap en de instroom van jonge technici een boost geven. De Vakkanjer Wedstrijden zijn hét podium voor technisch talent. Door deelname scoren de Vakkanjers een unieke, leerzame ervaring en ze zijn met hun topprestaties echte ambassadeurs voor de techniek.


Arbeid & Onderwijs

Is er toekomst voor banen in de Metalektro? Van de bedrijven in de Metalektro verwacht 29% dat banen op mbo-niveau 1 en 2 in de toekomst in de techniek zal verdwijnen. Dat is een van de uitkomsten uit een Quickscan die het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) in opdracht van A+O Metalektro heeft uitgevoerd. Een van de stellingen in de Quickscan luidde: ‘In de toekomst zijn er op mbo-niveau 1-2 vrijwel geen banen in de techniek meer.’ Onder de metalektrobedrijven zijn de meningen sterk verdeeld over deze stelling. Terwijl 43% van de bedrijven niet verwacht dat de banen op mbo-niveau 1-2 zullen uitsterven, is 29% van de metalektrobedrijven het (helemaal) eens met de stelling. Over de stelling dat het aantal banen in de techniek op mboniveau 3-4 sterk zal afnemen, zijn de respondenten een stuk eensgezinder. In totaal 69% van de deelnemende bedrijven is het (helemaal) niet eens met deze stelling. De derde stelling uit de quickscan was: ‘In de toekomst heeft de meerderheid van het technisch personeel minimaal een

hbo/hts-diploma.’ Met deze stelling is slechts 14% het eens. Dit bevestigt het beeld dat uit de tweede stelling naar voren komt, namelijk dat metalektrobedrijven niet verwachten dat banen op mbo-niveau 3-4 in de toekomst in groten getale zullen verdwijnen. Daardoor zal het technisch personeel met een hbo/hts-diploma niet de meerderheid gaan vormen. Elk kwartaal wordt door ROA een drietal stellingen voorgelegd aan metalektrobedrijven over relevante thema’s op hrmgebied. Aan de hand van een 5-puntsschaal kunnen bedrijven aangeven in hoeverre zij het eens dan wel oneens zijn met de voorgelegde stellingen. Op de stellingen over de toekomst van mbo-banen in de Metalektro is door 149 bedrijven gereageerd. De volledige publicatie is na te lezen via www.ao-metalektro. nl.

advertentie

The New Valtek GS Control Valve

The Perfect Balance Between Performance and Cost Modular, compact and lightweight, the Valtek GS delivers optimized performance and reliability across all general service flow control applications Flowserve is an industry-leading provider of valves used in a wide variety of global industries

Tel. +31(0)10 - 524 1050 1219 0

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.19


Student aan het woord

3D geprinte robotgrijper voor EduLab Studenten van het EduLab in Veghel ontwikkelden een 3D ­ eprinte robotgrijper die is gebaseerd op het FinGripper pring cipe van Festo. Een project van studenten André Lintzen en Nick Verstegen, en hun begeleider Hans van Wijk, Operations Manager EduLab. Charlotte Maassen

Stage Nick Verstegen (19) volgt de opleiding Mechatronica aan Fontys Hogeschool in Eindhoven. Sinds 1 september 2014 loopt hij stage in het EduLab in Veghel, een initiatief van Actemium. Daar werkt hij 5 dagen in de week aan de robotgrijper. Nick vertelt over zijn stage: ‘Ik werk aan een transportsysteem, waarbij een bewerkingstation is gerealiseerd met een robotarm. Deze arm is uitgerust met een grijper met 3 aluminium pootjes. Hierdoor kunnen slechts een paar vormen opgepakt worden. De nieuwe grijper met flexibele pootjes maakt het mogelijk om bijna alle vormen op te pakken.’

FinGripper

nen als onderdelen of misschien zelfs wel complete machines 3D geprint zouden kunnen worden, dan kan dat een enorm interessante ontwikkeling zijn.’

ShapeWays André en Hans kwamen terecht bij ShapeWays, een Eindhovens bedrijf dat gespecialiseerd is in 3D printing. En meer dan dat, want het bedrijf stelt niet alleen engineers, maar ook kunstenaars in staat om de meest originele, authentieke en vernieuwende ontwerpen en producten te maken. André zorgde dat het ontwerp van de nieuwe robotgrijper werd geüpload naar de site van ShapeWays. Kosten: 25 euro.

Nicks werk is een vervolg op de opdracht waaraan zijn voorganger André Lintzen is begonnen. Hans van Wijk, operations manager van het EduLab, vertelt: ‘André heeft een robotgrijper ontworpen die is gebaseerd op het FinGripper principe van Festo. De 3 vingers van de FinGripper grijper van André en Nick bestaan elk uit 2 flexibele plastic strips die aan het uiteinde aan elkaar vastzitten. De lange zijden van de driehoek die zo ontstaat, staan met elkaar in contact via een aantal scharnierende dwarsverbindingen. Paperclips, in dit geval. Het ingenieuze van het Festo-ontwerp is dat wanneer een van de lange zijden wordt ingeduwd, het topje zich om het drukpunt heen krult. Daardoor omklemt de vinger automatisch het obzouden gaan maken, antwoordde hij: ject en wordt de druk verdeeld over een ‘Nou gewoon, met een 3D printer.’ groot oppervlak.’ Hans over deze keuze: ‘3D printing is 3D niet echt iets waar wij in het EduLab André heeft uiteindelijk een soort bus of bij Actemium dagelijks mee te maontworpen die over de bestaande grijken hebben. Maar met deze opdracht per wordt geschoven. Die laatste, de is er een wereld voor mij opengegaan. bestaande grijper dus, fungeert als De technologie en het hele umfeld aandrijving van de FinGripper. Daar daaromheen met alle mogelijkheden komt geen pneumatiek bij kijken. De en toepassingen die daarbij horen, fantekeningen zagen er veelbelovend uit. tastisch gewoon! Als je nagaat wat het Toen Hans aan André vroeg hoe ze dit voor de industrie zou kunnen beteke-

20.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

In één keer goed Belangrijk bij 3D printing is dat de technische specificaties kloppen. Je hebt dus maar één kans om het goed te doen. In het ontwerp van André bleek een foutje te zitten. Toen de robotgrijper geleverd werd, bleek dat deze zo groot was als een postzegel. De grijper was een factor 10 te klein. Het juiste formaat zou 125 euro kosten.


‘De bestaande robotgrijper fungeert als aandrijving van de nieuwe FinGripper. Daar komt geen pneumatiek bij kijken.’ Vervolg Intussen liep de stageperiode van André af en kwam Nick. Aan hem de taak om met een oplossing te komen voor de robotgrijper. Die 125 euro was boven het budget van het EduLab. Hans van Wijk heeft toen contact gezocht met Fontys in Eindhoven, dat ook een 3D printer in huis heeft. Daar kon de grijper 3D geprint worden voor 75 euro. Nick heeft de fouten uit het ontwerp gehaald en hier en daar nog wat bijgesteld. Nu heeft het EduLab een grijper die deels door ShapeWays en deels door Fontys is geprint.

The next level of Graphic Operator Terminals Your window to better process control

Optimaliseren

De komst van de Mitsubishi Electric GT2000 heeft de lat voor HMI hoog gelegd. Deze nieuwe panelen met intuïtieve Tablet PC achtige bediening, geavanceerde functies, naadloze connectiviteit met andere automatisering oplossingen is speciaal ontwikkeld om de operator efficiency te verbeteren.

Op dit moment werkt de robotgrijper nog niet helemaal naar tevredenheid. Nick legt uit: ‘Dat heeft vooral te maken met de materiaalkeuze die we hebben gemaakt voor kunststof. De grijper is wat stroef, waardoor het pakken niet lekker gaat. We zijn nu aan het optimaliseren. Dat doen we aan de hand van simulaties in SolidWorks. Hier wordt het krachtenspel op het pootje van de grijper nagebootst, waarna het programma uitrekent hoe het pootje buigt en of het breekt of niet. Er wordt gesimuleerd met verschillende soorten plastic die geprint kunnen worden bij Fontys. Het plastic moet flexibel zijn om te kunnen buigen, maar wel stijf genoeg zodat hij bij het loslaten van het object niet gebogen blijft, zoals dat nu wel het geval is.’

De hoogst grafische kwaliteit beschikbaar op alle modellen van 3,8” tot 15” Inch zorgt voor een nieuwe HMI standaard voor alle typen applicaties. Van high-end toepassingen die de hoogste niveaus van prestaties en functionaliteit eisen tot kost effectieve toepassingen die profiteren van deze nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast realiseert de GT SoftGOT2000 HMI softwareversie dat alle functies ook op een standaard PC kunnen draaien.

Toekomstige generaties Het opleiden van jonge mensen zoals André en Nick is een belangrijke investering in toekomstige generaties, vindt Hans van Wijk. ‘Twee dingen zijn daarbij cruciaal. Ten eerste, het EduLab is een ruimte om te leren, letterlijk en figuurlijk. De jongeren die hier komen, mogen fouten maken. En ten tweede, jonge mensen moeten verleid worden door de techniek. Ze moeten kunnen zien wat er allemaal mogelijk is. De ontwikkelingen gaan zo snel, er kan al zo veel. Als ze dat zien en ervaren, kunnen ze bijna niet meer om de techniek heen.’

13220b

Meer informatie op nl3a.mitsubishielectric.com/fa/nl of per telefoon 0297 250 350.


‘Mens en machine komen bij elkaar in efficiënt en veilig proces: Extended Automation’

ABB gebruikersdag De ABB gebruikersdag vond dit jaar plaats in het Auto­ museum Louwman in Den Haag. Een toepasselijke omgeving als je bedenkt dat hier automobielen te zien zijn die geproduceerd zijn tijdens de eerste industriële revolutie. Industry 0.0, zeg maar. De makers zullen destijds nooit gedacht hebben dat ze de eerste stappen zetten naar Industry 4.0. Dit was het belangrijkste thema van deze jaarlijkse gebruikersdag. Harold van den Hauten

T

ijdens een aantal sessies kwam het thema Industry 4.0 direct of zijdelings ter sprake. Zo ook in de voordracht van Ben Goosens van ABB: ‘Easy interfacing with continuous gas analyzers’. Verstopt in deze titel stak een amusant gebracht verhaal waarin Goosens vertelde hoe service en onderhoud efficiënter verlopen door gebruik te maken van moderne communicatietechnieken en een correct gevulde database. En dat natuurlijk aangevuld met een intelligente anlytics machine.

Basisgedachte De rechtstreekse aandacht voor Industry 4.0 kwam van Tobias Becker, Senior­ Vice President Global Business Unit

22.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

Manager ABB Control Technologies. Hij hield over dit onderwerp een plenaire lezing en ik had met hem een persoonlijk gesprek. Becker vertelt dat ABB 10 jaar geleden al discussieerde met gebruikers over concepten die nu geschaard worden onder de noemer, what’s in a name, 4e industriële revolutie, industrieel internet, Industy 4.0, Smart Industry of Smart Factory. Deze discussies zijn de inspiratie geweest voor de systemen die op dit moment draaien of nog ontwikkeld worden. De basisgedachte is dat van elk f ysiek object in de plant een object in een database voorkomt, zogenaamde cyber- of aspectobjecten. Dit is breed gedefinieerd. Het kan een


‘Bediening op afstand is big business, en zal alleen maar toenemen.’

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.23


object in een tekening zijn, een object op een beeldscherm, een camerabeeld of wat dan ook. Daarnaast wordt de database gevuld met evenementen van allerlei aard, zoals alarmen en de onderhoudshistorie.

Mens en machine Het is de bedoeling dat mens en machine bij elkaar komen om een efficiënt en veilig proces te voeren. Becker: ‘Wij noemden dit Extended Automation (ExA)’. Deze gedachten zijn goeddeels toegepast in systemen die nu op de markt zijn. Een goed voorbeeld van hoe dit werkt, is als er een alarm ontstaat door te Milnes-Daimler hoge druk. Na het bevestigen doet de dubbeldekker operator een Root Cause Analyse. Het autobus uit 1904. Aan het stuur Tobias Becker, systeem zoekt alle relevante gegevens Senior Vice President bij elkaar, waaruit blijkt dat er een stoGlobal Business Unit Manager ABB Control ring is omdat een bepaalde klep niet Technologies sluit. Uit verder zoeken blijkt dat de oorzaak ligt in een klep die geen spanning heef t. Deze analyse is mogelijk omdat de data van het voedingsysteem gekoppeld zijn aan het regelsysteem, wat lang niet altijd het geval is. De operator kan nu contact zoeken met de servicedienst die daarvoor verantwoordelijk is. Het systeem maakt automatisch een service ticket. Dit ticket is nu uitgebreid met alle gegevens die relevant zijn om het probleem op te lossen, omdat we gekoppeld zijn met de database. Aanbevolen onderdelen, benodigde gereedschappen

24.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

en (reparatie)procedures komen uit het systeem. Ook relevante veiligheidsaanwijzingen kunnen aan de orde komen. Zo kan het systeem voorstellen om isolerende handschoenen mee te nemen als het weet dat aan een onderdeel gewerkt moet worden dat aan een hete schoorsteen gemonteerd zit. De fysieke locatie wordt met coördinaten aangegeven en is eventueel te vinden met een tablet of ander augmented ­reality device.

Klantperspectief Er ontstaat van de actie een complete audit-trail die vastgelegd wordt in de database. Dit is een real-time database die niet alleen met ABB maar met elke DCS werkt. Becker: ‘Reacties van klanten op deze ontwikkelingen concentreren zich op twee zaken. Ten eerste, hoe ziet de regelkamer er in de toekomst uit? En ten tweede, wat te doen met Big Data?’


Wat het laatste betreft: sensoren zijn tegenwoordig goedkoop en genereren een grote hoeveelheid data. Een motor kan bijvoorbeeld met 50 sensoren komen! De gebruiker verzuipt nu in de data; welke zijn wanneer relevant? Data-analysepakketten zijn beschikbaar en nodig. ABB heeft voor dit doel zelf apps, maar ook hun partners maken er veel voor bepaalde industrieën en toepassingen. ABB heeft een nieuwe SDK (Software Development Kit) voor klanten geïntroduceerd. Hiermee kunnen ze bedrijfsspecifieke toepassingen maken. Het maken van de apps is dan niet gecompliceerd. Volgens Becker is het voor het eerst dat een leverancier deze faciliteit levert.

Regelkamer van de toekomst Sommige gebruikers melden dat ze steeds kleinere plants nodig hebben, omdat ze de plant dichtbij hun afnemers moeten brengen. Bijvoorbeeld, coating voor een automobielfabriek. Automotive klanten willen de productie vlakbij de fabriek hebben wegens JIT-productiemethoden; betrouwbare levering op het juiste tijdstip. Maar die coating plant kan niet te duur zijn en ook niet al het personeel hebben als in de moederfabriek. Je wilt deze plant op afstand besturen. Marine-automatsering kampt met dezelfde vragen. Niet elk schip kan een full-flatched regelsysteem hebben. Ook dat moet dus op afstand. Je kunt een groot aantal automatiseringssystemen van schepen besturen vanaf een kantoorgebouw in Amsterdam! Zie het als Operator As A Service (AAS). Bij mijnbouw speelt dat ook. Bediening op afstand is big business, en zal alleen maar toenemen. Het vraagt efficiënte remote control rooms of commandocentra, uitgerust met ABB’s Extended Operator Workplace.

To THE NEXT LEVEL QuadraTherm® de nieuwe thermische flowmeter van Sierra Instruments, meer sensoren, hogere nauwkeurigheid • Meet direct gas massaflow • Heeft geen bewegende delen • Is geheel in 316 productberoerde delen • Heeft geen of nauwelijks drukval • ATEX, Foundation Fieldbus, Profibus, Modbus • Omvat qTherm™ database • Voor de laagste Total Cost of Ownership

T +31(0)13 5287225 I www.a-b-t.nl E info@a-b-t.nl 13289

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.25


Cyberkroniek

Cybersecurity 5 misvattingen Een van de redenen waarom er vaak zo weinig gedaan wordt aan het cyberveilig maken én houden van industriële systemen is dat men zich niet kwetsbaar voelt en de risico’s dus niet ziet. Een aantal misvattingen is hiervan de oorzaak. Enkele voorbeelden. Rob Hulsebos

‘Er zit een wachtwoord op.’

1 Het gebruik van een wachtwoord is een van de meest voorkomende beveiligingsmaatregelen. Maar het ene wachtwoord is het andere niet. Simpele wachtwoorden als ‘geheim’ en ‘123456’ zijn uiteraard compleet nutteloos. Niemand gebruikt in deze tijd zo’n wachtwoord, toch? Uit onderzoek blijkt het tegenovergestelde: het zijn de twee meest gebruikte wachtwoorden. Een hacker die de top-20 aan wachtwoorden probeert, heeft in veel gevallen al direct prijs. Een tweede categorie wachtwoorden die niet meer zouden moeten bestaan, zijn fabriekswacht woorden. Wachtwoorden dus die door een fabriek op elk nieuw apparaat worden ingesteld. De gebruiker van zo’n apparaat moet het fabriekswachtwoord direct na aanschaf wijzigen in iets anders. Het eerste wat een hacker probeert om in een ­a pparaat binnen te komen, is via het ­f abriekswachtwoord. Een derde categorie wachtwoorden die ongebruikt zouden moeten blijven, zijn te korte wachtwoorden. Wie een wachtwoord van één letter of cijfer gebruikt, heeft slechts 26+26+10=62 mogelijkheden. Daar draait een hacker zijn hand niet voor om. Twee karak ters dan? Dat zijn

26.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

62*62=3844 mogelijkheden, nog zo na te zoeken. Met 5 karakters zijn 916 miljoen wachtwoorden te vormen, met 10 karakters 839 biljard. Wie ook nog de andere karakters van het toetsenbord gebruikt, heeft per karakterpositie geen 62 maar 96 mogelijkheden en dan zijn er met 5 karakters 8,1 miljard wachtwoorden mogelijk en met 10 karakters 66 triljard. Dit is de reden dat langere wachtwoorden beter zijn dan kortere. Hackers laten zich door wachtwoorden niet afschrikken. Integendeel, ze proberen ze gewoon allemaal uit. Uiteraard kost dit de nodige rekentijd en als een wachtwoord maar lang genoeg is, wordt de rekentijd te lang om nog nuttig te zijn. De vraag is dus, hoeveel wachtwoorden zijn in redelijke tijd uit te proberen? Dankzij high-end grafische kaarten, waarop tot enkele honderden processoren aanwezig zijn, is een enorme versnelling in het doorrekenen van wachtwoorden mogelijk: van enkele honderden pogingen per seconde tot meer dan honderdduizend. Dit aantal kan met meerdere grafische kaarten per PC en meerdere PC’s nog aanzienlijk verhoogd worden en dat voor een investering van slechts een paar honderd euro. Een andere manier om wachtwoorden te kraken, is door gebruik te maken van wiskundige methodes. Een encryptiemethode kan namelijk een zwakte hebben, waardoor met wiskundige trucs wachtwoorden niet stuk voor stuk ge-

probeerd hoeven te worden, maar teruggerekend kunnen worden. Zo kan het ‘WEP’ (Wired Equivalent Privacy) algoritme van draadloos Ethernet (Wi-Fi) met minder dan een seconde rekentijd gekraakt worden. Bij opvolger WPA2 is de rekentijd nog enkele honderden malen de levensduur van het heelal, dus WPA2 is veilig. Een vierde categorie wachtwoorden die niet gebruikt zou moeten worden: alles wat in het woordenboek staat, automerken, meisjesnamen, namen van voetbalclubs, al dan niet gevolgd door een of meer cijfers, normaal of achterstevoren geschreven en ga zo maar door. De ‘Dikke van Dale’ bevat ‘maar’ een kwart miljoen woorden. Deze zijn met een brute-force aanval snel door te rekenen. De laatste categorie wachtwoorden die niet gebruikt zouden mogen worden, zijn wachtwoorden die dezelfde gebruiker elders ook al heeft gebruikt (bijvoorbeeld op social media, webwinkels). Als dit gekoppeld kan worden aan een bepaalde gebruiker, dan kan een hacker dat wachtwoord elders ook als eerste proberen, met een redelijke kans op succes. Ondanks dat dit op het eerste gezicht een probleem van die gebruiker zelf lijkt, kan een koppeling naar zijn werkgever soms snel gemaakt worden, bijvoorbeeld via LinkedIn.

‘Ik heb een virusscanner.’

2 Een virusscanner is een van de meest bekende maatregelen die mensen kunnen nemen om virussen op een PC op afstand te houden. Dit komt omdat de


Cyberkroniek

noodzaak van het moeten hebben van een virusscanner op een PC eigenlijk bij iedereen wel bekend is. Minder bekend is dat een virusscanner dagelijks (of liefst nog vaker) bijgewerkt moet worden om op de hoogte te zijn van de allernieuwste virussen. Deze dienst wordt vaak in de vorm van een abonnement verkocht; de leverancier houdt een database bij met virusdefinities en betalende klanten kunnen die via internet actualiseren. Is het abonnement verlopen, dan zal de virusscanner gaan achterlopen en de allernieuwste virussen niet meer herkennen. Nieuwe configuratiegegevens worden door de leverancier gemaakt en moeten via internet opgehaald worden. Echter, het hebben van een internetkoppe-

ling in een industriële toepassing geeft weer andere risico’s. Maar een virusscanner die niet actueel blijf t, heef t ook geen zin. Het Oostenrijkse w w w.av-comparatives.org publiceert regelmatig vergelijkende onderzoeken naar de kwaliteiten van een twintigtal merken virusscanners. Opvallend hierbij is dat zelfs virusscanners van naam en faam eenvoudig 5% van alle virussen niet detecteren. Gegeven deze zwakheden van virusscanners geven ze blijkbaar geen 100% waterdichte beveiliging tegen virussen en kunnen soms zelf een bron van uitval van apparatuur zijn. Andere maatregelen zijn dus ook nog nodig; een virus-

scanner is maar één schakel in de zogenaamde ‘defense in depth’ strategie.

‘Niemand heeft interesse in mij.’

3 Net zoals bij ‘gewone’ criminaliteit het geval is, gaan veel mensen ervan uit dat cybercriminaliteit alleen anderen overkomt: ‘Ik ben niet interessant’, ‘Bij mij is niets te halen’. Sinds de opkomst van internet is het erg eenvoudig om een persoon of bedrijf te vinden op internet; cybercriminelen zijn continu bezig om internet te scannen. Vanwege de omvang van internet kostte het tot 2012 nog meerdere maanden om

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.27


Cyberkroniek beeld heeft van hackers. Er zal ongetwijfeld sprake zijn van een bovengemiddeld IQ bij sommige hackers, maar de meeste hackers maken toch gewoon misbruik van de fouten die gemaakt worden tijdens het gebruik van internet, zowel privé als zakelijk. Enkele voorbeelden:

alle mogelijke IP adressen uit te proberen. In 2013 kwam de universiteit van Michigan met een nieuwe zoekstrategie waarmee alle IP adressen binnen 3 kwartier al af te vragen zijn. Zoektochten op internet kunnen uiteraard ook zeer gericht plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan is de zoekmachine ‘Shodan’ (www.shodanhq.com). Net zoals Google zoekt naar documenten, video’s en foto’s, zoekt Shodan naar apparatuur op internet. De resultaten zijn voor iedereen op te vragen. Maar niet alleen via internet worden bedrijven ‘gevonden’. Ook draadloze netwerken zijn een toegangspoort tot bedrijven. Het vervelende aan draadloze netwerken is dat het radiosignaal niet stopt bij het hek, maar ook op de openbare weg nog te ontvangen is. Daarvan wordt dus ook gebruikgemaakt voor een activiteit genaamd ‘war driving’. Hierbij wordt met een auto (of soms op de fiets) rondgereden. Met een laptop, een gevoelige WiFi ontvanger met antenneversterker en een GPS ontvanger worden alle opgevangen draadloze netwerken mét hun coördinaten in een database gezet. Het nut van deze ‘sport’ lijkt nihil, toch zijn grote delen van de wereld op deze wijze in kaart gebracht, bijvoorbeeld via wigle. net.

‘Ik hang niet aan internet.’

De Iraanse president loopt door de opwerkingsfabriek (Bron: www.president.ir)

verspreiden. Een van de meest bekende is de USB-stick. Een virus dat op deze manier een bedrijf binnenkomt, omzeilt alle toegangscontroles. Een ander gevaar vormen mobiele apparaten die tijdelijk op het netwerk kunnen worden aangesloten. Denk hierbij niet alleen aan het eigen personeel, maar ook aan leveranciers die onderhoud uitvoeren aan hun producten, engineers die helpen met troubleshooting en contractors tijdens de inbedrijfname. Is er apparatuur voorzien van een GSM abonnement, dan is er (onbedoeld) toch een internetkoppeling tot stand gekomen. Ook steeds gebruikelijker zijn remote diagnostiek modules, waarmee een leverancier via het telefoonnet of via internet op afstand toegang kan krijgen. Hoe nuttig dit ook is, het komt vaak voor dat na afloop van de sessie de toegang niet dichtgezet (beter nog: losgekoppeld) wordt.

4 Vaak wordt gedacht dat als een systeem geheel losgekoppeld is van internet, dat de gebruiker dan geen last kan hebben van malware. Er wordt dan ook wel gezegd dat het systeem een ‘air gap’ heeft; er loopt geen enkele kabel van en naar de buitenwereld. Maar malware kan zich ook via andere methodes

‘Het heeft geen zin, ze komen er toch doorheen.’

5 In Hollywood producties worden hackers vaak als superintelligente nerds neergezet. Dit beeld zorgt er voor dat het publiek een compleet verkeerd

informatie

28.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

Geen

wachtwoord, of een voorspelbaar dan wel kort wachtwoord Openen van attachments in e-mails Bezoeken van dubieuze websites Download van onbekende bestanden Goedgelovigheid Alleen al via deze punten worden veel ‘hacks’ mogelijk. De eerste barrière is dan genomen, de malware kan zich op een systeem nestelen en dan verder werken. Ook bedrijven maken vaak dezelfde fouten. Enkele voorbeelden: Slecht beveiligde webservers Gebruikmaken van software met bekende lekken Softwareontwikkeling zonder aandacht voor cybersecurity Aanbrengen van ‘backdoors’ zonder dit aan klanten mee te delen Voorspelbare of eenvoudig te raden wachtwoorden De afgelopen jaren hebben we kunnen constateren dat juist op deze punten veel industriële apparatuur eenvoudig te ‘kraken’ was. Hier hoeft een hacker dus geen familie van Einstein voor te zijn. Het bedrijf dat zijn zaakjes niet op orde heeft, is dan een eenvoudige prooi. Uiteraard zijn er ook zeer slimme hackers die op ingenieuze wijze door alle beveiligingen in een systeem heen kunnen breken. Die zullen er altijd zijn, net als bankrovers nieuwe manieren vinden om eenvoudig aan geld te komen. Het is aan de beveiligers om de lat zo hoog te leggen dat het risico acceptabel wordt; nul zal het nooit kunnen worden. Dit is een samenvatting van hoofdstuk 5 uit de publicatie ‘Cyber Compendium’ van Rob Hulsebos. Het boek is verkrijgbaar via Phoenix Contact en bedoeld voor iedereen die iets meer wil weten over (industriële) cybersecurity.


Wie heeft controle over uw proces?  Stel u op de hoogte van de stand van zaken omtrent de beveiliging van uw process control systemen  Train uw personeel in het voorkomen van en omgaan met cyberincidenten  Beveilig uw process control installatie tegen cyberincidenten

Hudson Cybertec is de specialist op gebied van cybersecurity voor Industrial Control Systems

Heldere signalering. Met de nieuwe hevelschakelaars. EAO introduceert de vlak verzonken verlichte hevelschakelaar uit de serie 04.

Cyber Security Management ISA99 training/consultancy Security Assessments Security by Design

. Duidelijke LEDverlichting . Verbeterde stof- en waterdichtheid: IP67 . Uitstekend tactiel gevoel . Fraai vlak verzonken design . Vele aansluitmogelijkheden

Security Implementation ICS Security Academy Security Awareness Network Design

Cyber Security for Industrial Control Systems info@hudsoncybertec.com

www.hudsoncybertec.com

www.eao.nl

Your Expert Partner for Human Machine Interfaces 13308

13160

EAO_Automatie_90x130mm.indd 1

Team Leider

12.01.2015 10:16:43

Configureerbare veiligheidssystemen van elobau

Veilig monitoren van complexe taken. De grootste uitdaging eenvoudig opgelost! De vrij configureerbare veiligheidssystemen bieden u perfecte monitoring van veiligheidsfuncties op basis van een modulair systeem, met een maximale betrouwbaarheid en flexibiliteit. Met gebruik van de interne logica wordt informatie verwerkt en vergeleken met de eisen van de applicatie.

www.machine-safety.technology

13309

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË PMA 01_02/2015

.29


buskroniek

Fieldbus + HART = FieldComm Afgelopen augustus hebben de Fieldbus Foundation en HartComm, de respectievelijke gebruikersverenigingen van de Foundation Fieldbus en HART, besloten samen te gaan. Per 1 januari is de nieuwe organisatie ‘FieldComm’ actief geworden, voorgezeten door Hans-Georg Kumpfmueller (CEO van de Sensors en Communicatie divisie van Siemens). Het nieuwe bestuur wordt samengesteld uit bestuursleden van de fuserende organisaties: CEO wordt Ted Masters van HartComm, executive vice-president wordt Rick Timoney, nu de CEO van de Fieldbus Foundation. De nieuwe organisatie wordt gevestigd in Austin in Texas, wat vast geen toeval is omdat de Fieldbus Foundation en HartComm nu ook al in die plaats gevestigd zijn. Rob Hulsebos

De Fieldbus Foundation is 20 jaar geleden overigens zelf ook ontstaan uit een fusie - tussen het inmiddels vergeten ISP (Interoperable Systems Project) en WorldFIP (de toenmalige Franse veldbus). HartComm is opgericht in 1993. Hoe gaat het verder met HART en de Foundation Fieldbus? Men geeft zelf aan verder te gaan met de ontwikkeling, on-

dersteuning en promotie van beide protocollen. De protocollen blijven dus gewoon bestaan, ook de namen worden niet gewijzigd. Wel zal worden nagedacht over een harmonisatie van beide systemen. Nu is dat in het verleden wel vaker geprobeerd, ook bij andere protocollen, maar steeds met weinig succes. Een recente poging om ISA-100 en WirelessHART te laten fuseren, is ook afgeketst. Meer potentie zie ik in het ontwikkelen van een geheel nieuw protocol, maar dat is een zaak van lange adem. Wel geeft FieldComm aan overlappende technologieën verder te ontwikkelen en te integreren. Een voorbeeld hiervan is FDI (www.fdi-cooperation.com), waarin naast FF en HART ook PROFIBUS, de OPC Foundation en de FDT groep samenwerken. De voorzitter van FDI Hans-Georg Kumpfmueller, die later dit jaar de integratie van FDI in FieldComm zal uitvoeren. De naam FieldComm is overigens lastig voor wat betreft een nieuwe website. Fieldcomm.org bestaat al (een zendamateur), net zoals fieldcomm.net en field-comm.com. Gelukkig is er sinds vorig jaar veel meer keuze uit achtervoegsels voor domeinnamen. Maar voorlopig zullen de vertrouwde websites nog wel in de lucht blijven.

‘FieldComm gaat overlappende technologieën verder ontwikkelen en integreren.’

30.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015


Beurzen

SPS IPC Drives 2014 Slimme ICT realiseert Smart Factory Op SPS IPC Drives 2014 presenteerde de Technische Universiteit van Wenen een aantal ICT ontwikkelingen die fabrieken tot een Smart Factory zouden kunnen maken. De kern van deze ontwikkelingen ligt in het optimaliseren van de samenwerking tussen ‘slimme’ ICT systemen binnen het vakgebied engineering. Lambert van Beukering

wens

verwachting

gebruik & beheer

eisen

functionele specificaties

acceptatie test

technisch ontwerp

systeem test

systeem realisatie

programma test

Het uitgangspunt van deze gedachte is ‘het verbinden van alle aspecten van de waardeketen om zo tot een optimale industriële productie te komen’. Met andere woorden, het gaat om het bieden van oplossingen in de randvoorwaardelijke sfeer die noodzakelijk zijn om de uitgangspunten van Industry 4.0 effectief in te zetten. Engineeringspecialisten uit de verschillende deeldisciplines moeten bij een dergelijke ontwikkeling volledig transparant met elkaar en met de omgeving kunnen samenwerken als het gaat om alle aspecten van de klantwens. Dit vraagt nadrukkelijk om een andere aanpak dan de voortgang waarbij de ontstaanscyclus van een product en een productieomgeving traditioneel begint met een specificatie van eisen en functie, zoals die bijvoorbeeld ontstaat door gebruik te maken van het watervalmodel of V-model.

nische producten en de ondersteunende hardware, mechanische en elektronische componenten, machines en communicatiesystemen. Dit alles verbonden door een datainfrastructuur. Binnen het daarvoor benodigde communicatienetwerk speelt internet een belangrijke rol.

V-model

Het Multi Model Dashboard (MMD) is verantwoordelijk voor de opbouw van het complexe samenstel van informatie uit verschillende vakgebieden. Het MMD heeft behalve een beheersfunctie ook het doel om de consistentie te controleren. Het toepassen van Industry 4.0 geeft vanwege de onderhandelingsmogelijkheden mogelijk zo veel complexe mutaties dat de controlemechanismen van de onderhavige subsystemen geen garantie voor integriteit meer kunnen bieden. Het Multi Model Dasboard vereenvoudigt de samenwerking tussen subsystemen.

Binnen de ideale Industry 4.0 gedachte begint het industriële proces aan de rechterkant van dit model met een interactie die leidt tot de formulering van een behoefte of een verwachting binnen een gegeven gebruiks- en beheersomgeving. Vervolgens worden van daaruit eisen en wensen geformuleerd. Kenmerkend daarbij is dat binnen elk van die fasen sprake is van onderhandeling binnen een domein dat door de eigenaar van de behoefte bepaald wordt. Een nadere uitwerking van deze gedachte vraagt om een goed werkend ‘Cyber Fysisch Systeem’. Dat wil zeggen, om een strikt gedefinieerde samenwerking tussen informatie-tech-

Automation Service Bus Om een stap verder te komen in het oplossen van de hierboven omschreven problematiek, is binnen het Christian-Doppler-Forschungslabor ‘CDL-Flex’ van de TU Wenen de ‘Automation Service Bus’ ontwikkeld. Deze toepassing maakt het mogelijk dat vakgebiedspecifieke applicaties en functies via geautomatiseerde interfaces transparant binnen andere vakgebieden beschikbaar zijn.

Multi Model Dashboard

Er zijn reeds proeven gedaan met ‘Software Agents’. Hiervoor zijn met behulp van kunstmatige intelligentie, zonder menselijke tussenkomst, oplossingen bepaald die voldoen aan de behoefte van de klant. www.tuwien.ac.at

informatie

informatie

De volgende editie van SPS IPC Drives vindt plaats van 24 t/m 26 november 2015. www.mesago.de/en/SPS/home

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.31


Beurzen

Valve World Expo 2014 ‘Goede conjunctuur en tevreden exposanten’ Van 2 t/m 4 december vond Valve World Expo 2014 plaats op het beursterrein in Düsseldorf. Echt uitgelaten was de sfeer onder de 665 exposanten uit 40 landen, die elkaar ontmoetten op de 3e editie van de industrietop voor kleppen en afsluiters.

Valve World Expo is de toonaangevende internationale vakbeurs voor industriële kleppen en afsluiters. De beurs vond eind 2014 plaats in maar liefst 3 hallen op 18.000 vierkante meter, terwijl in 2012 2 hallen nog groot genoeg waren. De exposanten toonden hun nieuwste technologieën, componenten en systemen uit de meest uiteenlopende segmenten op het gebied van industriële kleppen en afsluiters.

Integratie beurs en conferentie Joachim Schäfer, algemeen directeur van Messe Düsseldorf GmbH: ‘Wij kijken terug op een geweldig verlopen beurs, vooral omdat de integratie van beurs en conferentie verder geoptimaliseerd is. Met een duidelijke groei van het aantal bezoekers van ongeveer 18% tot 12.500 beursbezoekers ontwikkelt Valve World Expo zich tot een imposante grootte in het portfolio van onze beurzen op het gebied van machines en productielijnen.’

Nieuws De exposanten op Valve World Expo 2014 toonden de nieuwste technologieën op het gebied van kleppen, componenten en onderdelen, actuatoren en positioneringstechniek, compressoren

32.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

en engineering. Software, verenigingen en uitgeverijen completeerden het aanbod.

Prospects ‘Valve World is voor ons de belangrijkste beurs. Daarom zijn we hier altijd’, zegt Zuzana Kasná, marketing manager bij Arako. ‘Ook met Valve World Expo 2014 zijn we weer zeer tevreden. We zijn in contact gekomen met nieuwe prospects en we hebben al verschillende offerteverzoeken binnen. De beurs bood ons de mogelijkheid nieuwe producten te presenteren en geïnteresseerde bezoekers te wijzen op de uitbreiding van onze productiecapaciteit.’

India en China Ook directeur Friedrich Appelberg van Bomafa kijkt tevreden terug op 3 succesvolle beursdagen: ‘De betekenis van Valve World Expo als beurs groeit. Van 2 tentoonstellingshallen ging het dit jaar naar 3. Wij zijn erg blij dat we heel veel internationale klanten ontmoet hebben. Daaronder waren ook veel bezoekers uit India en China. Dit zijn ­b elangrijke markten voor Bomafa, omdat we zo onze exportmogelijkheden kunnen vergroten. Bovendien biedt Valve World een gunstige gelegenheid om

ons netwerk te intensiveren en nieuwe partners te zoeken. Nu al staat vast dat prospects ons na de beurs komen bezoeken.’

Volwassen Voor Jürgen van Santen, Director Public Relations & Technical Documentation bij Samson, is Valve World ‘volwassen’ geworden. ‘De kwaliteit van de stands en de getoonde producten is gegroeid. De beurs in Düsseldorf heeft zeker een vaste plek veroverd’, aldus een tevreden Van Santen. ‘De drukte bij onze stand heef t ons aangenaam verrast. We hebben veel bekende en nieuwe gezichten kunnen begroeten. Valve World Expo biedt een geweldige gelegenheid om contacten en het imago te onderhouden. Daarom is het belangrijk om ononderbroken op Valve World vertegenwoordigd te zijn.’

Goede gesprekken Ook voor Rogier van Oosterzee, Sales Engineer Valves bij Garlock, was Valve World Expo 2014 een succes: ‘We hebben veel prospects kunnen begroeten. Daarbij leggen wij de nadruk op goede gesprekken. Belangrijk vinden wij dat klanten ook iets leren van hun bezoek aan onze stand. Valve World Expo bood


WWW ODS INSTRUMENTATIE NL

‘In totaal gaf 98% van de beursbezoekers een goed tot zeer goed cijfer aan het aanbod op de beurs en de conferentie.’

ons de mogelijkheid om de doorontwikkeling van onze producten onder de aandacht te brengen.’

Bezoekers Ongeveer 12.500 bezoekende profes­ sionals uit 57 landen kwamen op 3 beursdagen naar Valve World E xpo 2014 in DĂźsseldorf. Dat is ongeveer 18% procent meer dan tijdens de vorige Valve World Expo in 2012. Ongeveer 75% van de beursbezoekers kwam van buiten Duitsland, onder andere uit ItaliĂŤ, Groot-BrittanniĂŤ, Nederland, Frankrijk en India. Ook bezoekers uit de snelgroeiende economische regio’s in AziĂŤ en ZuidAmerika en het Midden Oosten reisden naar DĂźsseldorf. Valve World Expo 2014 heef t daarmee zijn positie als nummer ĂŠĂŠn in de wereld op het gebied van industriĂŤle kleppen en afsluiters bevestigd. 2 internationale dochter-beurzen in AziĂŤ (Suzhou) en de VS (Houston) hebben hun naam eveneens gevestigd en vinden elke 3 jaar plaats.

Aanbod Het aanbod op Valve World Expo 2014 richt zich hoofdzakelijk op profes­ sionals uit de olie- en gasindustrie,

de (petro)chemie, de levensmiddelen­ industrie, de marine- en offshore sector, (afval)watermanagement, de automobielindustrie en de machinebouw, de farmaceutische industrie, medische technologie en de energiesector.

Profiel Ongeveer 76% van de bezoekers waren leidinggevenden. 28% van de bezoekende professionals gaf aan gebruiker van kleppen en afsluiters te zijn, gevolgd door producenten daarvan (22%), handelaren daarin (16%) en overige handel (4%). Zo’n 3% betrof ambachtslieden. Het zwaartepunt van de bezoekersinteresse lag bij kleppen en afsluiters (74%), gevolgd door actuatoren en positioneringssensoren ( 38%), componenten en onderdelen (36%) en compressoren (7%). In totaal gaf 98% van de beursbezoekers een goed tot zeer goed cijfer aan het aanbod op de beurs en de conferentie.

Vakconferentie

3PECIALIST IN &LOWTECHNIEK

voordrachten werden thema’s als emissies, dichtingen, gietdelen, normering, materialen, inspectie en nieuwe ontwerpen besproken en werden nieuwe praktijkoplossingen gepresenteerd. Verder ging het over onderwerpen als controlekleppen, onderhoud, reparatie, testen en inspecties en nieuwe trends. De conferentie werd bezocht door zo’n 400 geïnteresseerde bezoekers.

Pump Summit Voor de eerste keer vond ook de ‘pomp top’ Pump Summit plaats. Hier presenteerden de specialisten op het gebied van pompen en pomptechnologie zich op ĂŠĂŠn plek, evenals Valve World begeleid door een conferentie.

Volgende editie Valve World Expo and Conference zal voor de 4e keer plaatsvinden van 29 november tot en met 1 december 2016 op het beursterrein in DĂźsseldorf. Informatie over Valve World Expo en de bijbehorende conferentie is te vinden via www.valveworldexpo.de/.com.

Voor het eerst werd de Valve World Conference georganiseerd en uitgevoerd door KCI Publishing/NL. Deze werd zeer goed ontvangen. Tijdens 75

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE 01_02/2015

.33


Beurzen

Bliksems goed

Euroblech 2014 Eind oktober vond in Hannover de EuroBlech 2014 plaats, ongetwijfeld de grootste plaatbewerkingsbeurs ter wereld. Meer dan 1600 exposanten, waaronder 50 uit Nederland, vertegenwoordigden de plaatverwerkende industrie en de omringende dienstverlening. Deze editie liet zien dat de ‘andere’ economie daadwerkelijk in opbouw is. Lambert van Beukering

Barometer Euroblech wordt in economische kringen gezien als barometer voor de industriële ontwikkelingen op dit gebied, omdat veel producten een plaatcomponent in zich hebben. Dat betekent dat het succes van de economische eenheden die voor de rest van het product verantwoordelijk zijn, redelijk te voorspellen is vanuit de activiteiten van de plaatverwerkende industrie. Zelfs met de elektronicasector is er een bewezen correlatie.

2040-2 was volledig uitgerust met alle opties, zoals de 2.5D snijkop, boorunit, inkjet marker. Om te programmeren was deze machine bovendien gekoppeld aan een extra console.’

Om te voldoen aan de veiligheidsnormen maken de meeste traditionele waterstraalsnijmachines gebruik van een lichtscherm rondom de waterstraalsnijmachine. Resato installeert deze lichtschermen op de brug, waardoor deze met de snijkop meebewegen. Dit creëert een veilige werkomgeving in de snijzone, zonder dat de mogelijkheden van Nederlandse inschrijvingen EuroBlech 2014 andere plaatsen geblokkeerd worden. Airblast, Ancofer-Waldram, ART-Group, ATTC, AWL-Techniek, Centricut, Clamp-Rite, De Flex-zone optie geeft daardoor de Delem, Dibalex, Dumeta, Dynobend, Van Dokkum, EAS Europe, Emhart, Euroboor, mogelijkheid om veilig materiaal te laFontijne Formitt, Fontijne Grotnes, Gerimex, Goudsmit, Haeger, HGG, Hypertherm Euden en lossen terwijl de waterstraalrope, Kamadur, Koike, KS Profiel, Lankhorst, Mijlpaal Produkten, Otterloo, Overeem, snijder snijdt. Dit vermindert de stilPasterkamp, Perfox, Radan, Rersato, RHTC, Rijva, Rodomach, SafanDarley, Stako, standtijd tot een minimum, wat een Swift-Cut, Tata Steel, Timesavers, VDL VDS, Voortman, W.H.M., Wemo, Wila en Wuptoename tot wel 40% in productieve perman Staal. snij-uren kan betekenen. Met deze innovatie vermindert Resato de competiVerfijning tieve kloof tussen waterstraalsnijden en laser- en plasmasnijOp een paar (belangrijke) uitzonderingen na kan van Euders. roBlech 2014 gezegd worden dat het de beurs van de verfijningen was. Het blijkt dat we de productieprocessen fysisch APROL ConMon van B&R steeds beter kunnen beschrijven en dus tot een keuze van proB&R liet tijdens EuroBlech 2014 zien wat de bijdrage van een cesparameters kunnen komen die het gedrag van het proces automatiseerder kan zijn in de wereld van de plaat. Een van nog beter beschrijven. Ook zijn we beter in staat om op basis de aandachtspunten was het in kleine series produceren van daarvan de controle van het proces te realiseren. Dit heeft te complexe plaatdelen. Het Conditie Monitoring Systeem APROL maken met de verbeteringen die te zien zijn in de desbetrefConMon is in staat om door een vorm van intelligente controle fende algoritmen en met een betere ondersteuning door hardvan de machines en de periferie, de stilstandtijden te reduceware als actuatoren en sensoren, in het bijzonder door vision. ren en schade door machine-uitval te voorkomen. Het is duidelijk dat daardoor de productiviteit van de machine en de kwaliNieuwe Flex van Resato teit van het product positief beïnvloed worden. Na het winnen van de Publieksprijs op de Technishow 2014 in Utrecht was het niet meer dan vanzelfsprekend dat Resato De toenemende individualisering van producten, die het gede uitdagingen van EuroBlech met 2 handen aan zou grijpen. volg is van de uitwerking van de ‘mass customization’ gedachHet bedrijf presenteerde de nieuwe Flex. Sales Director Marc te, zorgt er voor dat de seriegrootte kleiner wordt en zelfs de Epping: ‘De resultaten na 3 veldtesten, die in het recente verwaarde één kan bereiken. Dat betekent dat het engineeringleden met de ACM 2040-2 waterstraalsnijmachine uitgevoerd proces efficiënt moet verlopen en in feite dezelfde flexibilizijn, zijn naar en misschien zelfs boven verwachting. De ACM teit moet bieden als mass customization. Daarvoor biedt B&R

34.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015


Beurzen

www.euroblech.com

informatie

met de engineering software ‘Automation Studio’ een zeer geschikt softwaregereedschap. Dit kan de hele machinegeoriënteerde levenscyclus begeleiden en daardoor het engineeringproces wezenlijk vereenvoudigen.

MM-award voor Amada

onder meer uitgevoerd met C-frame, een dunnere persbalk met een betere drukverdeling en een grotere belastbaarheid. De prestatiecurve is door de hogere snelheden wezenlijk verhoogd. Daarnaast zijn het energieverbruik en het geluidsniveau sterk afgenomen.

Maschinen Markt is een toonaangevend Duits vakblad waarin veel aandacht wordt besteed aan de plaatverwerkende industrie. Elk jaar reikt dit blad de MM-award uit aan het meest prestigieuze en innovatieve product. Dit jaar viel de eer te beurt aan Amada met de ENSIS-3015AJ lasersnijmachine. Deze machine is geconstrueerd rond een 2 Kw fiber laserbron die dezelfde prestatie levert als een conventionele 4 kW laser. Het bijzondere aan deze laser is de zogenaamde ‘variable beam control unit’ die er voor zorgt dat overgangen van dik ­naar dun materiaal (en omgekeerd) veel beter beheersbaar zijn. Dit zonder de wisseling van objectief die daarvoor in de praktijk nodig was. Dat betekent dat de lasersnijmachine nog veel meer dan zijn voorganger geschikt is om ingezet te worden bij automatische processen met producten in een kleine serie.

Innovatie TruMatic 600

SafanDarley: afkantpers van de toekomst

Krasvrije oppervlakten en gladde randen zijn maatgevend voor een goede kwaliteit van geproduceerde delen. De TruMatic 6000 biedt hiervoor passende oplossingen. Met de verlaagde matrijs laat zich het materiaal op de machine zonder matrijscontact positioneren. Zo ontstaan er geen krassen op de onderzijde van het materiaal. Ook de bovenzijde van het materiaal blijft gedurende de bewerking compleet krasvrij omdat de lasersnijkop een eigen NC-as heeft. Hij kan daarmee separaat geregeld worden en bijvoorbeeld over omvormingen worden verplaatst. Dankzij de intelligente sturing van het laservermogen behaalt de machine ook bij kleine hoeken en contouren een optimaal snijresultaat.

SafanDarley presenteerde op EuroBLECH 2014 een innovatief studiemodel van de afkantpers voor de toekomst. Deze concept E-Brake is uniek vanwege zijn vernieuwde aandrijving. De bekende servo-elektronische aandrijving op basis van het eigen ontwikkelde dual drive katrolprincipe is verder doorontwikkeld, wat heeft geleid tot deze geheel nieuwe machine. Dit concept heeft, afgezien van de al bekende voordelen van de E-brake, nog veel meer te bieden. Zo is deze afkantpers

Trumpf heeft met de nieuwe TruMatic 6000 een machine op de markt gebracht die bewezen laser- en ponstechnologie op een veelzijdige en proceszekere manier bij elkaar brengt. De laser snijdt elke gewenste contour en met de ponskop zijn standaardcontouren en buigbewerkingen mogelijk. De hoge proceszekerheid van de TruMatic 6000 komt onder andere door de Smart Punch Monitoringfunctie. Deze functie test of een gat correct geponst is en herkent zo vroegtijdig een mogelijke stempelbreuk. In het bijzonder tijdens nacht- en weekenddiensten vermijdt deze functie schade en uitval. Tru­Matic Assistentiesystemen verhogen de proceszekerheid verder. Een sensor herkent het als een gereed productiedeel (of afval) niet door de delenklep is gevallen.

‘Euroblech 2014 gaf de economische stemming in Europa weer.’

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.35


Ethernet/IP Must voor ‘connected enterprise’ Het Internet of Things (IoT) dringt steeds dieper door in de industriële productie­ processen. Dat heeft ook impact op de OEM’er die er voor moet zorgen dat zijn ­machines met alles en iedereen moeten kunnen communiceren, niet alleen binnen het productieproces, maar ook in het bedrijf en ver daarbuiten. Standaardtoepassing van een en dezelfde universele netwerkstructuur is hierbij essentieel. Rockwell ­Automation kiest volledig voor het toepassen van Ethernet/IP, het niet-gemodificeerde internetprotocol. Richard Bezemer

H

et alles met iedereen verbinden via het Internet Protocol (IP) zal ook de industriële productie op zijn kop zetten. Ofschoon er al veel IP gebaseerde communicatie plaatsvindt vanuit conventionele automatiseringsapparatuur, zal de echte verandering in gang worden gezet door de explosieve groei van digitale apparaten uit andere disciplines. Videocamera’s, RFID readers, tablets, kaartlezers voor toegangscontrole. Deze IP-enabled apparaten helpen ieder voor zich om de kwaliteit, efficiency, veiligheid en beveiliging van productie te verbeteren.

Boost Dit alles krijgt nog een boost door het steeds beter op elkaar afstemmen van hard- en software en de exponentiële groei in

rekenkracht, opslagcapaciteit en bandbreedte tegen steeds lagere kosten. Voeg daarbij de opkomst van mobiele en ‘in the cloud’ data-opslag en het vermogen om big data te analyseren en om te zetten in waardevolle informatie, en de bomen lijken tot in de hemel te groeien.

Groei Om optimaal te kunnen profiteren van die gebundelde intelligentiekracht, is het volgens Rockwell Automation noodzakelijk dat alle communicatie verloopt via het Internet Protocol (IP), ook die in het productieproces. Door vast te houden aan ‘proprietary’ netwerken als PROFIBUS of specifieke varianten van Ethernet als Powerlink mis je de schaalbaarheid en flexibiliteit om mee te gaan in de groei van de IP wereld en de bijbehorende overkoepelende interoperabiliteit.

Industrial IP Advantage Industrial IP maakt het eenvoudiger apparatuur met elkaar te verbinden. Tegenwoordig sluiten IP-enabled microprocessoren al naadloos aan op bestaande automatie-apparatuur zoals I/O-modules en variable-frequency drives. Maar de veranderingen in het industriële landschap worden vooral gedreven door de explosieve groei van digitale apparaten als tablets en RFID-readers. Deze open standaard, IP-enabled apparaten maken het mogelijk productiekwaliteit, efficiency, security en veiligheid te verbeteren. Speciaal voor industriële applicaties zijn protocollen als Common Industrial Protocol (CIPTM) ontwikkeld.

Efficiënt Efficiëntere tijdsbesteding is een van de belangrijkste redenen voor het gebruik van Ethernet/IP. Op een enkelvoudig Ethernet/IP netwerk kunnen verschillende disciplines, zoals motion control, I/O control, HMI en

36.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015


veiligheid, naast elkaar bestaan. Daardoor heeft de machinebouwer een duidelijker overzicht en is hij minder tijd kwijt met het schakelen tussen verschillende systemen. Industrial IP kan automatie, observatie, facility management en toegangsbeheersystemen samenbrengen in een enkele infrastructuur en zo de implementatie- en operationele kosten omlaag brengen.

Dataverzameling Ook het verzamelen van relevante data wordt gemakkelijker met Ethernet/IP. De data geven inzicht in zaken als energieverbruik en productieproblemen. En doordat dergelijke gegevens op een overzichtelijke manier gepresenteerd worden, kunnen klanten daar weer hun voordeel mee doen. Door het energieverbruik nauwkeurig te monitoren, wordt duidelijk waar energie verloren gaat. De klant kan die kennis bijvoor-

beeld inzetten om een efficiëntere manier van werken in te voeren. Ook kunnen productieproblemen sneller opgespoord worden en kunnen er meteen maatregelen getroffen worden om de downtime te beperken. En is het mogelijk om behalve

‘Industrial IP kan automatie, observatie, facility management en toegangsbeheersystemen samenbrengen in een enkele infrastructuur en zo de implementatie- en operationele kosten omlaag brengen.’ HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.37


Industrial IP Advantage Cisco, Panduit en Rockwell Automation hebben de handen ineengeslagen om kennis over te dragen over Ethernet/ IP. In samenwerking met de ODVA (red.: samenwerkingsverband van automatiseringsbedrijven die de open communicatietechnologieën in industriële automatisering stimuleren) is de ‘Industrial IP Advantage’ vormgegeven: het idee is dat industriële bedrijven meer succes kunnen hebben als ze gebruik maken van integrale communicatie die is gebaseerd op Ethernet/IP, het nietgemodificeerde internetprotocol, ook wel Industrial IP genoemd. De website www.industrial-ip.org zit vol met technische uitleg, tips, cases en oplossingen.

Website Industrial IP Advantage

diagnoses van processen te draaien, nu ook prognoses te maken waardoor ingespeeld kan worden op eventuele toekomstige problemen. Het grootste voordeel van Industrial IP is de mogelijkheid om de hoeveelheid informatie en communicatie rondom productieprocessen terug te brengen. Tegelijkertijd wordt er daarmee meer ruimte gecreëerd voor agility en innovatie.

‘Practice what you preach’ Niet alleen adviseert Rockwell Automation bedrijven over het toepassen van Ethernet/IP om te komen tot een ‘connected

enterprise’, maar past het ook zelf toe. Recent is er een grootschalig project afgerond dat de 20 productiefaciliteiten van Rockwell Automation, die samen meer dan 387.000 artikelen produceren, naar een hoger niveau heeft getild. Wereldwijd bleek er een grote variëteit aan ERP systemen te zijn geïmplementeerd. Daar zat een locatie bij die zelfs 5 verschillende systemen in gebruik had. Door het toepassen van Ethernet/IP was het mogelijk om alle locaties naar een gezamenlijk SAP systeem te migreren. Op termijn kunnen de productielocaties ook worden aangesloten op andere systemen en applicaties, die bijvoorbeeld via de cloud worden aangeboden. Het project heeft afhankelijk van de locatie een productiviteitsverbetering van 4 tot 5 procent opgeleverd.

Connection Point Tijdens de laatste editie van World of Technology & Science (WOTS) was Industrial IP ook een thema. Rockwell Automation had een stand ingericht samen met voorkeursleverancier Routeco. Daar introduceerden zij ‘Connection Point’ in Nederland. Dit initiatief stimuleert de interactie tussen machine­b ouwers en hun klanten, de productiebedrijven. Dat gebeurt niet alleen door ze met elkaar in contact te brengen, maar ook door thema’s uit te werken die belangrijk zijn voor een succesvolle samenwerking. De ‘connected enterprise’ is daar een goed voorbeeld van.

informatie

38.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

www.industrial-ip.org www.rockwellautomation.com/nld www.routeco.nl www.odva.org


De massaflowmeter voor de procesindustrie

“Is your plant ready for the future?“

Zoekt u een standaard massaflowmeter ook geschikt voor veeleisende applicaties? KROHNE OPTIMASS 6400 is het antwoord. Met de ontwikkeling van de OPTIMASS 6400 massaflowmeter voor vloeistoffen en gassen verlegt KROHNE de grenzen voor toepassingsmogelijkheden, en maakt daarmee het KROHNE massaflow portfolio compleet. De hoogwaardige meter zet de standaard voor nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. OPTIMASS 6400 bereikt superieure resultaten ook onder veeleisende condities, zoals cryogene of hoge temperaturen van –200 tot +400 °C en drukken tot 200 bar.

Life-cycle optimalization

Geeft continue stabiele meetwaarden dankzij Entrained Gas Management, ook bij 0–100 % gasinsluiting in vloeistoffen, en beschikt over CT goedkeuring voor het ijkwaardig meten van gassen en vloeistoffen (MI002 en MI005).

Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.

Wat uw veeleisende procescondities ook zijn, ons uitgebreide portfolio massaflowmeters biedt altijd een oplossing. KROHNE – Proces instrumentatie is onze wereld. Voor meer informatieve zie onze website.

Please visit us at www.yokogawa.com/nl or contact us at info@nl.yokogawa.com

Control-86x252.indd 1

26/01/15 14:09

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.39


Industrie 4.0 In de afgelopen periode heeft een aantal industriële bedrijven de prestaties van het afgelopen jaar gepresenteerd en een voorschot genomen op activiteiten die het komende jaar zullen spelen. Industrie 4.0 was daarbij zonder uitzondering een leidend thema. Automatie | PMA maakte een selectie uit de meest interessante ontwikkelingen. Lambert van Beukering

Kleine stapjes, grote effecten Industrie 4.0 of Smart Industry? Maar eerst nog even dit. Het is opvallend dat niemand kan uitleggen waarom in Nederland is gekozen voor een andere naam voor vrijwel hetzelfde doel. Voor Smart Industry in plaats van Industrie 4.0. Het wordt als moeilijk ervaren om aan klanten, die veelal nauwe relaties onderhouden met de Duitse industriële wereld, uit te leggen waarom het hier anders moet. Te meer omdat de verschillen in de belangen van Nederland en Duitsland heel goed op te vangen zijn binnen de Duitse opzet. Een praktisch probleem voor bedrijven is verder de te volgen terminologie. Wat is de beste strategie voor bedrijven die er voor gekozen hebben om hun documentatie en voorlichtingsmateriaal voor de hele markt in bijvoorbeeld het Engels te laten verschijnen? Bovendien is het nog steeds niet duidelijk dat het niet de leverancier is die de invulling van Industrie 4.0 bepaalt, maar de klant, en dat het aan de inspanningen van de leverancier ligt in hoeverre hij aan dit spel mee mag doen.

Sneller dan snel Steeds meer industriële processen worden beperkt in capaciteit doordat de ondersteunende hardware niet voldoende snel reageert. Dit is vaak de aanleiding voor het ontwikkelen van specifieke hardware en het nemen van arbitraire beslissingen tijdens het programmeren van die hardware. B&R stelt: ‘Een reactietijd van minder dan 1 µs was voor industriële automatiseringssystemen tot voor kort ondenkbaar. Het snelste systeem had een reactietijd van 1 milliseconde’. Dit was de aanleiding voor het ontwikkelen van nieuwe besturingstechnologie die onder de naam B&R reACTION op de markt gekomen is. De essentie van deze ontwikkeling ligt in het gegeven dat inkomende en uitgaande signalen rechtstreeks naar een specifieke I/O module gaan. Dit in tegenstelling tot de gangbare situatie waarin de interactie via de PLC naar de I/O module gaat. Bestaande hardware modules van B&R die al langer op de markt zijn, zijn geoptimaliseerd en uitgerust met een FPGAchip, ofwel een flexibele, programmeerbare logica array. Leverbaar met de nieuwe technologie zijn inmiddels 2 X20 I/O modules, 2 CPU’s en één X67 I/O-module. De X20-modules zijn leverbaar in twee varianten: X20CP1381-RT en X20CP1382-RT,

40.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

met naar keuze een 200 of 400 MHz processor. Voor de opslag van data en applicatieprogramma’s is een flash-geheugen tot maximaal 4 GB beschikbaar. De controllers worden standaard geleverd met ingebouwde Ethernet POWERLINK en CAN interfaces, USB poorten en een RS232 interface. Het voordeel van de toevoeging van deze chip is dat meerdere signalen voortaan tegelijkertijd parallel en zeer snel kunnen worden verwerkt. Zo kan met circa 10 intern geprogrammeerde functieblokken nog steeds een bewerkingstijd gerealiseerd worden van circa 0,8 µs. Wetenswaardig is dat de verbeterde modellen ook snellere ingangsfilters en snellere uitgangen hebben dan de modellen uit de standaard serie, zodat voortaan sneller gereageerd kan worden op veranderingen.

B&R en Industrie 4.0 Piet Tak, Directeur Nederland B&R Industriële Automatisering, over Industrie 4.0: ‘In de nabije toekomst kan een gebruiker voortaan volledig zijn eigen auto vormgeven. Deze eisen en wensen van een klant zijn vervolgens bepalend voor de uitvoering van het productieproces. Met andere woorden, de klant grijpt binnenkort direct in op het ERP systeem en dus op het productieproces. En hoewel dit wellicht een utopie lijkt, is niets minder waar. Natuurlijk kent dit proces nog grenzen. Bij het selecteren van een carrosserie moet bijvoorbeeld nu nog gekozen worden uit 4 of 5 opties, en ook de mogelijkheden met betrekking tot laklagen zijn nog begrensd. Maar het is een kwestie van tijd voordat massaproducten volledig op maat gemaakt kunnen worden. Industriële automatiseringsbedrijven als B&R, die hun producten leveren aan machinebouwers, zijn al druk doende om op dit soort marktontwikkelingen in te spelen.’ Hiermee somt Piet Tak een aantal kenmerken van Industrie 4.0 op. Echter, een heel belangrijk aspect ontbreekt. Dit is het onderhandelingsmechanisme wat tot stand zal gaan komen tussen klant en leverancier, waarbij het begrip ‘klant’ niet steeds ingevuld wordt door een menselijk wezen maar ook een softwaresysteem kan zijn. Die zal in de toekomst vaker het geval zijn. Software Agents zullen daarbij een belangrijke rol spelen. Dit aspect zorgt voor een vrijwel complete ommekeer van de industriële keten: ‘van gewenste functionaliteit naar ontwerp’ versus ‘van ontwerp naar gewenste functionaliteit’.


Industrie 4.0

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.41


Industrie 4.0

‘Het niet hebben van een eindoplossing is veel meer een kans dan een bedreiging.’

Nieuwe ontwikkelingen ELSTO Elsto Drives & Controls, onderdeel van de Stokvis Group, heeft zich de laatste jaren ontwikkeld van een traditioneel, mechanisch aandrijfhuis tot een totaaloplosser op het gebied van aandrijf- en besturingstechnologie. De verkoop van standaard elektromechanische componenten heeft plaatsgemaakt voor de ontwikkeling van geavanceerde totaaloplossingen. Ook richt de Stokvis Group zich op de hoogwaardige machinebouw in de Benelux. Samen met gerenommeerde fabrikanten als Bonfiglioli Vectrom, Trasmital, AEG-Lafert, Pfaff-silberblau, Desch en Euromotori richt de Stokvis Group zich op de nieuwste ontwikkelingen in de markt, zoals motorbesturingen en servotechniek, ATEX, efficiëntere en lichtere aandrijvingen, nieuwe las- en veiligheidsnormen en eisen met betrekking tot energie-efficiency (zoals E-motoren met efficiencyklasse 4 en 5).

Systeemdenken Een van deze fabrikanten, waarvan Elsto al jaren de officiële vertegenwoordiging voert, lichten we er uit: Bonfiglioli Vectron. Kenmerkend voor Bonfiglioli Vectron is de specialisatie op het gebied van elektronische besturingsoplossingen voor nichemarkten. Deze worden veelal in kleine series geproduceerd. Het programma van dit bedrijf omvat behalve servomotoren ook frequentie-, servo-, regeneratieve en fotovoltaïsche regelaars, inclusief de bijbehorende software. Zowel Elsto als Vectron kenmerkt zich door integrale systeemoplossingen die ontstaan door het combineren van beproefde, veelal conventionele aandrijfcomponenten. Hierdoor ontstaat toevoegde waarde. Dit is veelal terug te vinden in een innovatief besturingssysteem. Hierdoor kan de totale toepassingscyclus optimaal worden gecontroleerd en beheerst. Een karakteristiek voorbeeld is de recent geïntroduceerde, compact vormgegeven, watergekoelde elektromotor met hoog rendement (circa 94%) van Vectron. Door deze motor te combineren met een regelaar, een bussysteem en een DC grid, kan bij het aandrijven van off-road voertuigen bijvoorbeeld, tot wel 60% bespaard worden op energie en wordt de emissie aanzienlijk gereduceerd.

Energiesystemen De eigenschappen van energiesystemen worden primair bepaald door de wijze van opwekken en opslaan, generatie

42.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

en regeneratie. In voer tuig toepassingen zal het opslag­ medium doorgaans bestaan uit batterijen. Met behulp van moderne regelaars is het mogelijk om via de DC bus en een DC grid enerzijds de batterijen regeneratief op te laden, en anderzijds om vanuit de opgeslagen gelijkstroom zowel gelijkstroom- als wisselstroommotoren te voeden. De motorvoltages vanuit de batterijspanning kunnen hierbij worden getransformeerd naar de voor de toepassing meest geschikte waarde. Bij stationaire toepassingen is terugleveren aan het net een gebruikelijke oplossing. Ook in dat geval speelt de DC-grid een centrale rol.

Vectron en Industrie 4.0 Per project worden de besturingsoplossingen van Bonfiglioli Vectron volledig afgestemd op de behoefte van de klant. Doordat de productspecialisten van deze onderneming beschikken over veel applicatiekennis, hoeft in veel gevallen de totale oplossing niet van scratch af aan te worden opgebouwd. Dit alles betekent dat de richting van het klantproces in overeenstemming is met een van de hoofdkenmerken van Industrie 4.0: het voortbrengingings- en transactieproces wordt geïnitieerd door een mechanisme dat eigendom is van de klant. Tijdens een bedrijfsbezoek aan de vestiging in Krefeld werd duidelijk dat de kennis-productrelatie van Vectron niet geconsolideerd is op het niveau van het eindproduct, maar op module- of componentniveau. Dit maakt het mogelijk dat door een stapeling van kennis en productitems, als het ware Meccano-achtig tot nieuwe varianten gekomen kan worden. De koppeling van dit gegeven aan een klantvraag past helemaal in voornoemde industriële ontwikkeling. Een van de inleidende sprekers sloeg de spijker op zijn kop: ‘Het niet hebben van een eindoplossing is veel meer een kans dan een bedreiging. Dit zorgt er namelijk voor dat je vanuit de behoefte van een klant moet komen tot die eindoplossing en je als bedrijf gericht moet zijn op de mogelijkheden van je collega’s.’ Hij duidde daarbij met een glimlach op collegae die min of meer gesloten communicatieprotocollen hanteren. Wat namelijk ontbreekt in het kader van Industrie 4.0 is een dynamisch onderhandelingsmechanisme, zodat het behalve de mens ook systemen kunnen zijn die in samenspraak met industriële bedrijven tot een oplossing komen.


nieuws

Eerste Nederlandstalige

Cyber Compendium

FEDA verwelkomt 'nieuwe' branchemanager

Dit boek geeft een inleiding tot de zeer uitgebreide en dynamische wereld van de (industriële) cybersecurity.

André Braakman

Ga voor meer informatie en bestelmogelijkheden naar www.phoenixcontact.nl/security

Binnen FEDA, de branchevereniging van de aandrijftechniek, vond met de start van 2015 een verschuiving plaats in het management. Na 3,5 jaar maakt Marcel van Haren plaats voor André Braakman, een oude bekende van FEDA en tevens raadslid van Automatie | PMA.

of scan onderstaande QR-code.

André Braakman, een oudgediende die mede aan de basis stond van FEDA en jarenlang met succes voor FEDA het branchemanagement heeft gevoerd, wordt van harte welkom geheten. Het bestuur laat weten, ook namens alle leden, uit te kijken naar een goede samenwerking. ‘FEDA is enorm in ontwikkeling en ik ben er trots op dat ik daar aan bij mag dragen. We gaan een jaar in vol met vernieuwende initiatieven. Zo pakken we door op de vliegende start van de training en Rode boekjes op het gebied van veilig werken met hydrauliek (slangen en componenten), en wordt er hard gewerkt aan een zevende Technische Leergang, ditmaal op het gebied van tandwielen. Ook we pakken binnenkort de eerste voorbereidingen op van WoTS 2016’, aldus een enthousiaste André Braakman.

PHOENIX CONTACT B .V.

Hengelder 56 6902 PA Zevenaar Bus 246 6900 AE Zevenaar (0316) 59 17 20

© PHOENIX CONTACT 2014 13256

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.43



WIB info

Samenwerken

Pr oc ess Au tom at ion Use rs ’ Asso ciatio Mee r info rm n at ww w.wib.n ie: l

De leden van de WIB (Process Automation Users’ Association) zijn elk continu bezig met het optimaliseren van hun specifieke productieprocessen. Door het uitwisselen van kennis en ervaring kan dit ook op een efficiënte manier. Dit ‘samen doen’ is de laatste jaren nog intensiever geworden, mede door een nauwe samenwerking met de zusterorganisatie NAMUR in Duitsland, waardoor meer dan 150 grote Europese productiebedrijven kennis en ervaring delen in de automatisering van industriële processen voor food, chemie, petrochemie, energie, papier en pharma. En daar blijft het niet bij, want er is een goede samenwerking met leveranciers, hogescholen, universiteiten, overheden en kennis­instanties. Dit alles om optimalisering haalbaar en realistisch te maken. Arnold de Jong

I

nitiatieven van derden, zoal s het Indu s t r ieel Platform Cyber Securit y (samenwerking van NEN, industrie en overheden) en het Matching Program (samenw er k ing t u s s en in du s t r i e , h og e s c h ol en , un i ve r si teiten en leveranciers), zijn enkele voorbeelden waar toekomstgerichtheid de rode draad is. Een andere uitzonderlijke samenwerking is de werkgroep ‘Reference Architecture’ waar leden van WIB en NAMUR samen met de grote DCS leveranciers om één tafel zitten om gezamenlijk richtlijnen op te stellen voor een robuuste en secure DCS architectuur. Het unieke van deze samenwerking is dat er geen sprake is van concurrentie, omdat ieder afzonderlijk zich er van bewust is dat je alleen met samenwerking de groeiende cyberdreiging kan pareren. Zo zijn er ook nauwe banden met FHI (Federatie van Technologiebranches). Recentelijk is door WIB leden een seminar gehouden over cybersecurity, speciaal voor FHI leden. Hier werd de noodzaak van security benadrukt en op uitnodiging van het WIB was er een spreker van de Nationale High Tech Crime Unit

van de ­L andelijke Politie. De dialoog tussen alle betrokken partijen kan zorgen voor een beter begrip van elkaars belangen en daarna met respect voor elkaar te optimaliseren. Dat de WIB leden kiezen voor samenwerking blijkt wel uit het aantal WIB sprekers dat deelnam aan seminars en presentaties op de WoTS. Op deze beurs werd ook het WIB concept AFI (Advanced Field Information) breed uitgemeten. Deze aanvulling met hedendaagse technologie zoals 3D en Augmented Reality bovenop de bestaande High Performance HMI voor industriële plants, is geadopteerd door de FHI leden en is door samenwerking tastbaar gemaakt in een app. Deze concept­­ ‑ontwikkeling was het resultaat van eindgebruikers die zochten naar mogelijke oplossingen voor toekomstige maar ook huidige problemen in het bedienen en beheersen van processen. Van het abstracte concept werd een Proof-of-Concept gemaakt door Step­up, een bedrijf in IT applicaties dat ook demonstraties en interviews hield bij operators en toekomstige operators. Vanaf deze conceptfase is het aan de toeleverende industrie om er mee verder te gaan.

Een andere uitzonderlijke samenwerking is de werkgroep ‘Reference Architecture’ waar leden van WIB en NAMUR samen met de grote DCS leveranciers om één tafel zitten om gezamenlijk richtlijnen op te stellen voor een robuuste en secure DCS architectuur.

WIB genie t e xc lu s ie v e g a s t v r i jheid in Au tom at ie | PMA . De v er a n t w oor ding voor de redac tie/uitge ver opgenomen kopij op de ze pagina berus t bij WIB.

Dit proces in de ontwikkeling van producten en diensten geeft aan dat het WIB ook het voortouw kan nemen en ook daadwerkelijk neemt, zodat er een gerichte ontwikkeling van producten die een eindgebruiker nodig heeft, kan worden gerealiseerd. Om goed op de hoogte te blijven van nieuwe technologie die mogelijk ingezet kan worden, ­hebben eindgebruikers die kennis hebben van hun proces, niet alleen de hulp nodig van leveranciers maar zeker ook van de kenniscentra zoals hogescholen en universiteiten. Het gaat hierbij dan niet alleen maar om producten maar ook om het verder ontwikkelen van methoden van meten, rekenen en sturen die op hun beurt weer zorgen voor een efficiëntere ­procesvoering.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 01_02/2015

.45


Cloud Computing

46.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015


Cloud als engineering tool in een verbonden wereld ‘CAD blijft gewoon binnen de firewall’ Ook in de tekenkamer is er veel te doen over de cloud. Wordt CAD in de toekomst aangeboden als SaaS (Software as a Service)? En hoe zit dat dan met zaken als Intellectual Property, privacy en beschikbaarheid? Om te kijken wat de vragen zijn die er onder constructeurs leven, liet Autodesk samen met CAD & Company een onderzoek uitvoeren. Een overzicht van de bevindingen en de visie van Fred de Graaf, Salesmanager Manufacuring van Autodesk. Liam van Koert

W

eet je wat het rare is van de cloud? Als hij goed wordt ingezet, heb je niet eens door dat hij er is, omdat alles werkt zoals het hoort. En dat is precies hoe het moet zijn. De cloud biedt veel mogelijkheden, maar het is niets meer of minder dan een stukje gereedschap om je doel te bereiken.’ De salesmanager Manufacturing van Autodesk begint met een kleine anekdote van het thuisfront om het toe te lichten. ‘Voor de TV kreeg ik een tijdje terug een digitale harddiskrecorder bij mijn digitale abonnement. Handig om programma’s op te nemen en eventuele reclames door te spoelen. Maar inmiddels staat de recorder stof te trekken. KPN is namelijk overgestapt naar het opslaan van mijn opnames in de cloud. Het enige wat ik daar van merk, is dat ik nu ook 2 gelijktijdig uitgezonden programma’s kan opnemen, iets wat voorheen niet kon. Voor wat betreft de bediening is er helemaal niets veranderd. Voor de verschillende engineeringtools die de industrie kent, hoort het precies hetzelfde te zijn. De constructeur doet zijn werk en de cloud is een enabler voor extra functionaliteit, maar natuurlijk nooit een doel op zich.’

bedrijf in Nederland een onderzoek uitvoeren om de beleving van industriële bedrijven en hun constructeurs te peilen. Hoe kijken zij tegen de cloud aan en strookt deze visie met die van Autodesk? Wat is de adaptatie van cloudproducten onder productiebedrijven en welke rol verwachten zij dat de cloud in de toekomst gaat spelen? De uitkomsten zijn niet wereldschokkend, maar tonen wel aan dat de maakindustrie hier nog een ‘inhaalslag’ te maken heef t, er van uitgaande dat meer cloud beter is. Zo maakt 31 procent van de onder vraagde bedrijven er deels gebruik van. Voor ingenieursbureaus geldt een percentage van 28,6 procent en voor fabrikanten een percentage van 32,7 procent. Toeleveranciers maken met 15 procent het minst gebruik van de cloud. In andere sectoren liggen de percentages aanzienlijk hoger. Volgens een onderzoek van Jitscale, dat overigens ook andere landen onder de loep nam en concludeerde dat Nederland achterloopt op landen als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, maakt van de hele BV Nederland zo’n 60 procent gebruik van de cloud.

Onderzoeksresultaten

Voorbehoud door onwetendheid

Autodesk is al een behoorlijk poosje met de cloud aan het stoeien. Bekende producten die ze de afgelopen jaren lanceerden, zijn onder andere PLM 360, Autodesk 360 en ­F usion 360. Er varing genoeg zou je zeggen. Toch liet het

Met de Hannover Messe nog vers in het geheugen, waar Nederland Partnerland met haar Smart Factories aansluiting zocht bij het Duitse Industry 4.0, lijkt de 31 procent score van de maakindustrie wat aan de lage kant. Hoe komt dit?

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.47


‘Voor de volgende generatie engineers zijn mobiliteit en continue beschikbaarheid een vanzelfsprekendheid.’ Ook deze vraag is aan de 800 respondenten voorgelegd, waarin overigens ook de bouwsector vertegenwoordigd was. En ook hier zijn er geen wereldschokkend antwoorden. Grootste voorbehoud komt door onzekerheid over intellectueel eigendom en privacy. Hoe veilig zijn al deze gegevens wanneer ze in de cloud zijn opgeslagen? In mindere mate werden ook zorgen ten aanzien van de beschikbaarheid geuit. Want kan je nog wel bij je gegevens als het internet eruit ligt? Een van de conclusies van het onderzoek is dan ook dat kennisgebrek een belangrijke onderliggende reden is voor een lage adoptie. Bedrijven hebben zelf geen pasklaar technisch onderbouwd antwoord op hun (overigens legitieme) vragen en besluiten de boot nog even af te houden. Een aanverwante conclusie is dat het percentage cloudgebruikers onder de respondenten om dezelfde reden in werkelijkheid wel eens hoger zou kunnen liggen. Door hun gebrek aan cloudkennis maken zij er in sommige gevallen wel degelijk gebruik van, zonder zich hiervan bewust te zijn.

Nieuw gereedschap Fred de Graaf snapt de in het rapport geuite zorgen wel, al deelt hij ze in veel gevallen niet. Net als met elk nieuw gereedschap is het volgens hem vooral een kwestie van goed gebruik. ‘Het is goed dat bedrijven nadenken over de veiligheid van hun bedrijfs- en persoonlijke gegevens. Helemaal in een tijd waarin berichten over afluisterpraktijken zoals onthuld door klokkenluider Edward Snowden, het nieuws domineren, past het om op je hoede te zijn. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat in de meeste gevallen de cloud niet het probleem is. Het is maar net hoe mensen er mee omgaan. Het versturen van een e-mailtje met een belangrijke bijlage, of het even op een USB-stickje zetten van vertrouwelijke gegevens vormen een veel groter risico. Je hebt dan geen controle over wie

48.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

deze informatie onder ogen krijgt, iets wat je via de cloud veel beter kunt beheren. Het is dus vooral belangrijk dat je goed nadenkt over hoe je processen inricht en hoe de cloud je hier als nieuw gereedschap bij kan helpen.’ Ook voor wat betreft de beschikbaarheid ziet De Graaf geen onoverkomelijke problemen. ‘In Nederland is internet bijna net zo vanzelfsprekend als stroom uit het stopcontact of water uit de kraan. Bovendien is de bandbreedte hier groot. Natuurlijk kan het een keer voorkomen dat er een storing is, maar dat wil niet zeggen dat daarmee alles stil komt te liggen. Ook hier is het een kwestie van een goede organisatie. Wat doe je in de cloud en wat doe je lokaal? Het antwoord op deze vraag zal in Nederland anders zijn dan in bijvoorbeeld Afrika, India of Brazilië.’

Opslaan en ontsluiten Tot zover de algemene cloudoverwegingen. Want waar we vooral benieuwd naar zijn, is de rol die Autodesk voor de cloud ziet weggelegd in combinatie met haar ruime portfolio engineering tools. Is Inventor als SaaS bijvoorbeeld iets waar we in de toekomst rekening moeten houden? ‘Wij gaan CAD niet volledig naar de cloud brengen’, zegt De Graaf resoluut. ‘Ik zie niet in welke voordelen dit de gebruiker zou opleveren. Dat betekent natuurlijk niet dat we geen gebruikmaken van de cloud om extra functionaliteit te bieden. Een belangrijk aspect van eigentijdse engineering is bijvoorbeeld het samenwerken binnen communities. Dit vereist dat engineering data altijd en overal up-to-date en beschikbaar zijn. Hiervoor is de cloud een zeer geschikt gereedschap. Afhankelijk van je rol en rechten kan je bijvoorbeeld on-site een wijzigingsvoorstel doorgeven voor een machine via een smartphone, ‘s avonds op de bank snel jouw ei van Columbus in 3D vastleggen en natuurlijk achter je grote desktopscherm kruipen voor de detail­engineering. In alle gevallen zorgt de cloud er voor dat al deze verschijningsvormen onderdeel zijn van één consistent digitaal prototype, waardoor er snel geschakeld kan worden, zonder dat er meerdere versies van de waarheid ontstaan. Maar hiervoor is het helemaal niet nodig om alle engineering data van achter de firewall vandaan te halen. Je hebt alleen functionaliteit nodig die het synchroniseren met de cloud van specifieke datasets voor haar rekening neemt. Dit zonder dat je de gebruiker er mee lastig valt.’


betreft dubbele winst, omdat je niet alleen de productiviteit verhoogt, maar ook veel meer ruimte schept waar de meeste waarde wordt gecreëerd: die split second waar goede ideeën worden geboren.’ Gevraagd of het naar de cloud sturen van dit soort primaire engineeringsgegevens dan geen gevaren voor de veiligheid oplevert, antwoordt De Graaf: ‘Nee. Je stuurt geen geometrie en belastingsmodellen naar de servers van je provider. Dus zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat er datapakketjes worden onderschept, dan zijn deze zonder de juiste software en context niets meer dan een grote digitale brij.’

Rekenkracht

Engineer van de toekomst

Naast de ‘hub rol’ die De Graaf voor de cloud ziet weggelegd, kunnen engineers volgens hem vooral prof iteren van de on demand rekenkracht die de cloud kan bieden. ‘Met de opkomst van digital prototyping neemt het aantal eindige elementenberekeningen flink toe. Engineering is nu eenmaal een iteratief proces en wanneer je echt zonder mock-ups wilt produceren, dan zal er tussentijds steeds flink gerekend moeten worden. Helaas laat de beschikbare rekenkracht hier nog wel eens te wensen over. Twee uur wachten op de uitslag na het doorvoeren van een ontwerpwijziging is een behoorlijke dooddoener, maar helaas geen uitzondering. Door gebruik te maken van de cloud met zijn vele servers kan je dit terugbrengen naar 2 minuten of zelfs 2 seconden. Kijk, dan wordt iteratief ineens ook weer creatief. Wat mij

De Graaf sluit af met de opmerking dat de volgende generatie engineers helemaal niet bezig is met de cloud. Voor hen zijn mobiliteit en continue beschikbaarheid een vanzelfsprekendheid. ‘We hoeven de cloud niet te verkopen. Deze komt gewoon op ons af. Veel interessanter vind ik daarom de vraag hoe onze engineers in spe – die nu nog een jaar of 10 oud zijn, maar wel de nieuwe generatie producten zullen ontwerpen – hun werk zullen doen. Je ziet nu al dat de jeugd heel anders omgaat met het creëren, delen en gebruiken van data. Ze emailen niet maar whatsappen en denken heel anders over het eigendom van data. Natuurlijk moeten we nadenken over de cloud. Maar we moeten ons altijd blijven realiseren dat data niets meer zijn dan gereedschap om ook deze toekomstige generatie van de juiste engineering tools te voorzien.’

advertentie

Meten is weten

Als het de ontwikkeling van innovatieve opto-electronische lichtschermen voor meetopgaves betreft, dan geven wij u veel in weinig tijd. Want ieder detail is belangrijk, dus geven wij u alle informatie zeer snel en accuraat. Uit alle gegevens bepaalt u wat van belang is en welke acties er genoemen moeten worden. Welkom bij de specialisten voor meten/positioneren welkom bij de sensor people De metende lichtschermen van de CML 700i serie zijn verkrijgbaar met geïntegreerde Profibus en ook RS 485 interfaces. Daarnaast zijn er diverse aansluitmogelijkheden voor optimale mechanische integratie in uw machine. Meer informatie en productdetails op: www.leuze.com Leuze electronic BV – Ringweistraat 6 – 4181 CM Waardenburg Telefoon 0418 65 35 44 – www.leuze.nl

13120

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

.49


Markt & Techniek

Nieuw PLC-datamanagement Een geoptimaliseerd PLC-datamanagement in het nieuwe Eplan Platform 2.4 vereenvoudigt de dataregistratie en zorgt voor dataconsistentie tussen elektro-engineering en PLC-­ programmering. Communicatie-units kunnen nu volledig in Eplan als busaansluiting worden geëngineerd. Structuren en data zijn met elkaar gesynchroniseerd voor betere en snellere resultaten in een compleet en doorlopend proces. Door middel van het nieuwe grafische busoverzicht in het Eplan Platform kunnen intelligente componenten snel in een communicatieoverzicht worden opgenomen en gedefinieerd. De componenten worden direct meegenomen in de busstructuur, en andere

Meer informatie EPLAN Software & Services B.V., I www.eplan.nl

componenten die geen PLC zijn, kunnen zo ook logisch worden beheerd. De grafisch ontwikkelde en gestructureerde busdata en in- en uitgangsdata van een PLC, alsmede functieteksten en symbolische adressen, kunnen dan met de gangbare PLCprogrammeersystemen van de grote aanbieders bidirectioneel worden uitgewisseld. Om de bidirectionele uitwisseling uit te breiden, zijn ook partners als Mitsubishi Electric, ABB en 3S toegevoegd.

Compacte motoraandrijvingen RS Component s lever t nu de Meer informatie E a to n P o w e r X L™ D E1 – r e e k s RS Components, motor s t ar ter/cont roller s met I www.nl.rs-online.com een variabele snelheidsinstelling. Deze compacte modules zijn eenvoudig te installeren en verop de kleine plug-in parameterlader DXE-EXT-SET aan te krijgbaar tegen zeer concurrerende prijzen. De PowerXL passen. Hiervoor is geen specialistische kennis vereist. DE1-­m otorstarters combineren het zuinige gebruik en de eenvoud van een motorstarter of contactor met een De unit module is tevens uitgerust met een status-led en variabele snelheidsregelaar. De modules zijn energieeen 50Hz/60Hz-keuzeschakelaar, zodat deze overal ter zuinig en voldoen aan de strikte regelgeving betreffenwereld inzetbaar is. De behuizing van de module voldoet aan beschermingsklasse IP20. Alle PowerXL DE1 modude motor­e fficiëntie. De snelheid, de acceleratie en de les ondersteunen OP-Bus (RS-485) en Modbus-commuafremming van de motor worden (met behulp van een schroevendraaier) ingesteld door de schakelaarposities nicatie en ze zijn voorzien van een PC-aansluiting.

IDM240/260 handscanners Met de nieuwe IDM240 en IDM260 heeft SICK nu een compleet portfolio handscanners. Of het nu gaat om 1D, gestapelde lineaire of 2D codes, de nieuwste scanners van SICK lezen ze allemaal. Snel, betrouwbaar en zeker. Met hun compacte design en gewicht vanaf 150 gram zijn de nieuwe hand­ scanners een plezier om mee te werken. De handscanners zijn in twee resolutieversies verkrijgbaar: de ‘standard range’ is voor standaardcodes en lange leesafstanden, de ‘high density’ voor codes met een zeer hoge dichtheid, die op

50.

Productie en machine automatisering PMA 01_02/2015

Meer informatie SICK B.V., I www.sick.nl

korte afstand moeten worden uitgelezen. De IDM240 komt uitstekend tot zijn recht in kantoor, point-of-sales- en klinische analyseomgevingen. Voor de zwaardere omstandigheden in de logistiek, in warehouses of in productieomgevingen is er de IDM260 met een zeer robuuste behuizing. In het testlab overleefde deze maar liefst 17 keer een val van 2 meter op beton.


Servo Versterker in pocket formaat

Profinet INspektor

GN OS E ON -LIN E PROF INE T DIA

failure attention okay

Empack, Brabanthallen Den Bosch

... traceert uw storingen op afstand en online.

15.04. - 16.04.2014 standnummer K315

Prokorment Waterloop 3 NL-2614 XC Delft T +31 (0)15 2121310 F +31 (0)84 7303282 E info@prokorment.nl I www.prokorment.nl

powered by

www.sigmacontrol.eu

BAANBREKENDE ONTWIKKELING IN INDUSTRIAL ETHERNET Volledig automatische werking in PROFINET, Ethernet/IP en Modbus-TCP netwerken

TURCK MUlTipRoToCol

QuickConnect voor Ethernet/IP (<90 ms) en Fast-Startup voor PROFINET (<150 ms) in IP67 systemen

www.turck.com

Kan geïnstalleerd worden in lijn topologie dankzij geïntegreerde switches Beschikbaar in alle TURCK I/O oplossingen, van modulair tot ultra-compact in IP20 en IP67

Sense it! Connect it! Bus it! Solve it!

TURCK B.V. Ruiterlaan 7, NL-8019 BN Zwolle Postbus 297, NL-8000 AG Zwolle Tel. +31 38 4 22 77 50 Fax +31 38 4 22 74 51 E-Mail info@turck.nl www.turck.com

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË PMA 01_02/2015

.51


PI nieuws

colofon

PI volop in beweging

In 2015 zullen we als vereniging achter de protocollen PROFIBUS, PROFINET en IO-Link niet stil staan! Meer dan voorheen zullen we als leden samenwerken aan uw projecten. Binnen de vereniging wordt er hard gewerkt aan industriële oplossingen, zo denken wij gezamenlijk na over de integratie van security binnen de industrie, zijn we bezig met het uitrollen van FDI en zullen we wanneer nodig nog meer informatie verschaffen over IO-Link, dit alles om het u zo gemakkelijk mogelijk te maken!

Redactieraad

Hoofdredactie

Willem van der Bijl

Ing. Peter van den Berg, Ing. Lambert van Beukering, Ing. Ton Bol, Ing. Bernard Bos, Ing. Willem van der Bijl, Ing. Frits Boddeman, André ­Braakman, Ing. Adrian de Bruijn, Harold van den Hauten, Ing. Rob Hulsebos, Sikko de Jong Sr., Ing. Liam van Koert, Ing. Peter Korsten, Ing. Tom Kuperij, Ir. Hans Mosselman, Ir.ing. Wim ­O xenaar Eur. Erg., Ir. Peter Petersen, Ing. Remco Rijsenbrij, Drs. Bianca Scholten, Ing. Karel Walinga, Ir. Hans van Wijk en Ing. Nick de With.

Hoofdredactie

Industrial Ethernet 2015

Op donderdag 26 maart 2015 vindt het Industrial Ethernet event plaats bij het Evoluon in Eindhoven. Sprekers uit de praktijk zullen u vertellen over de integratie van Industrial Ethernet. Carel van Sorgen, CEO van 247TailorSteel, toont hoe hij ‘smart industry’ concreet toepast. Rob Hulsebos, Enode Industrial Networks, gaat specif iek in op de industriële ethernet protocollen en Ton Maas van Team High Tech Crime vertelt u alles over cybersecurity. Kijk voor meer informatie op www.profinet.nl.

Liam van Koert

Uitgave uitgever

jaco otto

2015 het jaar van training!

Bent u gecertificeerd PI engineer of installateur? De PI organisatie biedt u in samenwerking met regionale trainingscentra, de mogelijkheid u te onderscheiden van de rest. Door het volgen van een training en deze succesvol af te ronden, wordt u niet alleen opgenomen op de internationale website maar mag u ook het certified logo gebruiken. Niet alleen voor u maar ook voor de klant is dit een waardevolle toevoeging.

Automatie BV Bezoekadres: Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postadres: Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: 033 456 70 50 E-mail: info@automatie-pma.com Internet: www.automatie-pma.com

Uitgever Jaco Otto (Automatie BV), j.otto@aprmediagroep.nl Sales

Erik de Jong

Van 6 tot 8 mei is het weer zover...

Het motto van Indumation in 2015 is, “optimize & innovate” en dat past perfect bij PI Belgium. Ook voor de editie in 2015 zullen we als Belgische vereniging deelnemen aan Indumation, we zullen de bezoeker voorlichten over het gebruik van industriële netwerken! Voor een bezoek aan de beurs meldt u zich aan op www.profibus.be.

De deelname van de redactieraadleden aan het redactieraadteam is uitsluitend op persoonlijke titel.

Advertenties Erik de Jong (Advercom), edejong@advercom.nl

Vormgeving APR Media Groep BV, studio@aprmediagroep.nl redactie

Bianca scholten

Advertentie- en orderadministratie APR Media Groep BV, orders@aprmediagroep.nl

Abonneeservice Postadres: Postbus 2238, 5600 CE Eindhoven Telefoon: 088 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl redactie

lambert van beukering

redactie

rob hulsebos

Abonnementen kunnen iedere maand ingaan en ­w orden jaarlijks automatisch verlengd. Opzeg­g ingen, uitsluitend schriftelijk, dienen uiterlijk twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn.

Nederland Buitenland Proefabonnement Losse nummers

€ 79,- per jaar (excl. BTW) € 140,- per jaar € 35,- 6 maanden € 10,-

Overname artikelen Informeer bij de uitgever. redactie

Agenda PI Nederland

Agenda PI Belgium

26/03 Industrial Ethernet - Evoluon Q2 PI workshop IO-Link 22/04 & 23/04 Mocon - Brabanthallen 29/09 t/m 02/10 Elektrotechniek - Jaarbeurs 12/11 PROFIdag

11/03 & 12/03 M+R - Antwerp Expo 06/05 t/m 08/05 Indumation - Kortrijk Xpo 20/10 PROFIdag

52.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 01_02/2015

harold van den hauten

redactie

Karel Wallinga

redactie

Nick de With

© Automatie BV, 2015 ISSN 0005-1128

Aansprakelijkheid Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave ­verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Automatie BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. Automatie BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de ­uitgever van Automatie BV. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellec­tuele eigendomsrechten zijn van toepassing.


WAGO-I/O-SYSTEM 750 XTR

VOOR STANDAARD TE EXTREEM – VOOR 750 XTR DE STANDAARD

eXTReme temperaturen van −40°C tot +70°C eXTReme spanningsvastheid tot 5 kV Stootspanning eXTReme trillingsvastheid tot 5g (versnelling van 50m/s²)

www.wago.com/750xtr

13190


13121a


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.