Automatie PMA 3-2017

Page 1

HET IA -VAKBL AD VO OR NEDERL AND EN BELGIE 61S T E J A A RG A NG 2017

Thermische Gasflowmeting Digitale Pneumatiek


We help move man’s most marvellous machines

Engineering GREAT Solutions Start. Vullen. Bewegen. Controleren. Glijden. Stop. Introductie van de ISOLine™. De nieuwe standaard ISO cilinders met Adaptive Cushioning System (ACS) voor een veiligere, betere buffering. Lichter in gewicht en gemakkelijk te installeren en daarnaast slim ontworpen om nog beter te presteren - dit alles ondersteunt met de goede service die u van ons gewend bent. Stelt u zich eens voor wat wij voor u kunnen betekenen… Bezoek ons op: www.mostmarvellousmachines.com/nl

13745

IMI_PE_2550_Automatie_Full v2.indd 1 13745 AUT IMI.indd 1

21/04/2017 10:31 03-05-17 14:17


INHOUD REDACTIONEEL & AGENDA

THERMISCHE FLOWMETERS ONDER DE LOEP

50 COMPONENTEN VERVANGEN DOOR ÉÉN BLACK BOX

Autotechniek

Gasflowmeting met een lage TCO

Pneumatiek wordt digitaal

PAGINA 02 PROLEIT

03

PAGINA 09 ODS

04

10

GEGEVENS WORDEN TOEGANKELIJK

VAKBEURZEN

VEILIG COMMUNICEREN TUSSEN IT EN OT, ZONDER OPC?

Het gaat steeds meer om data

Vision & Robotics uitgebreid met Motion

Haalbaarheid van Industrie 4.0

PAGINA 20 LEUZE ELECTRONICS MITSUBISHI

PAGINA 26 VSE INDUSTRIAL AUTOMATION

PAGINA 19 YASKAWA

16

21

DE KOMST VAN DE DIGITALE TWEELING

NETWERKEN EN BUSSYSTEMEN

DE OPERATOR MOET CENTRAAL

Geboortegolf of tsunami?

Themadag NEN over IoT

Auto-ID

PAGINA 31 ACE STOBDÄMPFER GMBH

28

PAGINA 36 PRODUCA PAGINA 38 VR-NEWS PAGINA 39 KROHNE

32

EVEN EEN ANDER BESTURINKJE INBOUWEN

VERBINDING

Mag het ook ietsje sneller gaan?

Gekleurde connectoren

PAGINA 44 ENDRESS+HAUSER

40

34

CYBERKRONIEK

De Russen komen

47

PAGINA 51 DENIOS

50

COLOFON

FHI

Instrumentatie en Analyse dagen PAGINA 53 SAMSON REGELTECHNIEK SIERRA INSTRUMENT EUROPE STC

PAGINA 46 EXINSPECT PAGINA 49 ISA EUROPEAN OFFICE KNF VERDER

22

54

JUMO INDUSTRY PLANNER PAGINA 55 FLEXIM INSTRUMENTS PANASONIC ELECTRIC OMSLAG 2 IMI PRECISION ENGINEERING OMSLAG 3 IFM OMSLAG 4 KELLER MEETTECHNIEK

56

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 03/2017

01


13627a

13627a AUT ProLeit.indd 1

10-10-16 14:25


REDACTIONEEL

AGENDA Willem van der Bijl W.VDBIJL@AUTOMATIE-PMA.COM

MEI

Autotechniek

V

oor mijn trainingen SIL en r isicomanag em ent gebruik ik nogal eens de vergelijking met het verkeer om de mate van risico aan te geven. Het risico op ongevallen is in het verkeer relatief groot. Onlangs was in het nieuws dat er afgelopen jaar maar liefst 629 dodelijke slachtoffers te betreuren zijn. Dat aantal is al een paar jaar achtereen licht aan het stijgen. Dertig procent van deze slachtoffers viel onder de automobilisten. Er zijn natuurlijk allerlei aanleidingen en ondanks vele maatregelen is het tij niet te keren. Er zijn twee belangrijke oorzaken, twee “essen”: snelheid en smartphone. De overheid stelt voor elke weg situatie een veilige maximumsnelheid vast. Maar het lijkt wel of die er is om overschreden te worden. We rijden te hard. Mijn zus werd onlangs bekeurd voor het vasthouden van haar telefoon tijdens het rijden. Een boete van 230 euro! Dat laat ze wel een tijd uit haar hoofd, en ik ook trouwens. Maar gemak dient de mens en bij de volgende gelegenheid heb je het ding weer vast. Even (handsfree) bellen en wat harder rijden, en je komt nog wel op tijd. Ik vind dat de mens geholpen moet worden en de industriële automatisering biedt perspectieven. Het is technisch mogelijk om auto’s uit te rusten met een automatische snelheidsbegrenzing die reageert op elke weg met een maximumsnelheid. Het kan soms lastig zijn maar heeft diverse voordelen. De verkeersdoorstroming wordt veel rustiger, de files nemen af, het tijdsverlies is verwaarloosbaar of - waarschijnlijker - het biedt tijdwinst. Maar bovenal ben ik ervan overtuigd dat ermee het aantal verkeersslachtoffers zal afnemen. Met de toenemende belangstelling voor zelfrijdende auto’s denk ik dat de begrenzer voor de meeste mensen acceptabel is. Verplicht stellen dus. Een andere techniek die toegepast kan worden is het automatisch verbreken van de mobiele verbinding met je smartphone als de auto in beweging is. Een vriend van mij had jaren geleden een luxe auto met een van eerste ingebouwde beeldschermen. Niet voor navigatie, dat was er toen nog niet, maar om video’s en televisie te kijken. Een geweldig mooie optie, maar het was zo gemaakt dat de tv/video-functie uitviel zodra de auto ging rijden. Bij stilstand, voor een verkeerslicht bijvoorbeeld, kwam het beeld weer terug. Dezelfde techniek maar dan voor de verbinding van de smartphone. De moderne auto heeft geen startknop of -sleutel meer. Nee, het starten en stoppen van de motor gebeurt middels de “phone” met automatische uit- en inschakeling van de verbinding. En wéér alleen maar voordelen. Geen afleiding, rust en concentratie voor het verkeer. En ik ben er opnieuw van overtuigd: veel minder ongelukken en verkeersslachtoffers. De daling wordt eindelijk ingezet. Techniek kan en moet de mens ook hier helpen.

16-18 LABVOLUTION Hannover, Duitsland 16 BIOTECHNICA Hannover, Duitsland 31-1 MATERIALS Koningshof, Veldhoven

JUNI 7-8 AUTOMOTIVE CONGRESS Automotive Campus, Helmond 8 DELTAVISIE Innovatiekracht, Spijkenisse 13-15 GAS ANALYSIS WTC, Rotterdam 14-15 VISION, ROBOTICS & MOTION Koningshof, Veldhoven 14-15 PHOTONICS Koningshof, Veldhoven 14 PCB FORUM Van der Valk, Eindhoven 20 FOOD LAW EVENT Miele, Vianen

POWERED BIJ INDUSTRYPLANNER.COM

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

03


04

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017


Thermische flowmeters onder de loep

Gasflowmeting met een lage TCO

Vanwege de lage Total Cost of Ownership (TCO) is een thermische flowmeter een interessant instrument voor vele gasflowapplicaties. De meettechniek is in het bijzonder geschikt voor schone gassen met een constante gassamenstelling. Ton Bol

V

oor het meten van een productflow door een leiding zijn verschillende meetprincipes voorhanden. Dat is maar goed ook, want de diversiteit in flowapplicaties is vrijwel onbeperkt. De eigenschappen van het medium en de (proces)omstandigheden waaronder gemeten moet worden, beĂŻnvloeden de keuze van de meettechniek en uitvoering van de doorstromingsmeter. Ook een niet onbelangrijke overweging is de functie van de flowmeting. Voor een lokale uitlezing kan een eenvoudige VA-meter voldoende zijn. Voor verrekeningsmetingen is een hoge nauwkeurigheid en goede herleidbaarheid vereist, terwijl voor een flowregeling de reproduceerbaarheid belangrijker is dan de absolute nauwkeurigheid. Dat geldt ook voor instrumenten die gebruikt worden voor bewaking van processen of voor veiligheid. Dan is met name de betrouwbaarheid een wezenlijk aspect.

Kosten tijdens levensduur Afhankelijk van de functie van de flowmeter zijn er eveneens afwegingen te maken wat betreft de prestatie versus de kosten. Daarbij is het zinvol om niet

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE 03/2017

05


‘Is een thermische flowmeter de ultieme flowmeter?’

alleen naar de kostprijs te kijken - CAPEX, Capital Expenditure, maar naar alle kosten tijdens de levensduur van een instrument - OPEX, Operational Expenditure. Samen vormen ze de Total Cost of Ownership, oftewel TCO. De TCO wordt bepaald door de kostprijs, engineeringskosten en inkoop- en selectiekosten - offertes aanvragen, evalueren, order(s) plaatsen. Maar ook de installatiekosten, kosten voor onderhoud, productieverlies tijdens onderhoud of storingen, kalibratie en her-kalibratiekosten, energiekosten en kosten voor beheer van reserve-instrumenten en -onderdelen moeten worden meegenomen. Daarbij mogen bij de installatiekosten niet de kosten voor de mechanische aanpassingen, elektrische voorzieningen, kabelgoten, graafwerkzaamheden, isolatie, tracing, aanleggen van voedingen, signaalverwerking en dergelijke, vergeten worden. En bij de energiekosten moet worden gekeken naar de energie voor zowel de voeding als drukverlies over het instrument. Mochten die (te) groot zijn, kan ook voor extra pomp- of ventilatorcapaciteit gekozen moeten worden. De totale kosten van een flowmeter, of elk ander instrument of onderdeel in een industrieel automatiseringssysteem, kunnen een veelvoud zijn van de aanschafprijs. Het is daarom de moeite waard vooruit te kijken

06

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

en goede inschattingen te maken van de operationele kosten.

Thermische flowmeters Een thermische flowmeter is doorgaans vooral voor gasapplicaties interessant. In het instrument wordt, eenvoudig gezegd, de afkoeling van een warm element ten gevolge van een erlangs stromend medium gemeten. De afkoeling van het warme element geschiedt door gasmoleculen die voorbij stromen en de warmte als kinetische energie wegvoeren, of wel gasmassa: thermische flowmeters meten gasmassaflow! De meetwaarde wordt ook vaak uitgedrukt in gestandaardiseerde volume-eenheden. Binnen het venster van thermische flowmeters zijn er twee belangrijke uitvoeringen: de bypass flowmeters en de immersie of insteek-flowmeters, ook wel “full-bore”


‘De totale kosten kunnen een veelvoud zijn van de aanschafprijs.’ genoemd of betiteld als “industriële thermische flowmeter”. Beide zijn gebaseerd op een thermisch principe en het is gepast om hier ook het verschil toe te lichten.

Bypass flowmeter In een bypass uitvoering zit een “obstructie” zodat een klein gedeelte van de gasflow door een sensor geleid

wordt die parallel aan de bypass zit. In deze sensor wordt de gasmassaflow gemeten, die een maat is voor de totale flow. Dit is uiteraard tijdens de kalibratie van het instrument vastgesteld en ingeregeld. Deze meettechniek is in het bijzonder geschikt voor lage flow, van een paar NCCM (Normal Cubic Centimeter per Minute) tot indicatief 1000 NLPM (Normal Liters Per Minute).

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

07


Een flowmeter kan worden uitgevoerd met een geïntegreerde regelklep voor flowregeling. De instrumenten gaan daarom door het leven als MFC’s (Mass Flow Controllers). Het instrument wordt zo gebouwd dat er bijvoorbeeld 0-10 NCCM door de sensor stroomt. Dus 0-10 NCCM wanneer het totale meetbereik 0-1 NLPM is, maar ook wanneer het meetbereik bijvoorbeeld 0-1000 NLPM is. Dat wordt bereikt door de juiste “obstructie” te kiezen. Een en ander heeft wel tot gevolg dat de nauwkeurigheid circa ± 1% van volle schaal is.

Immersie flowmeter Is het zo dat bij een bypass instrument maar een beetje gas langs de sensor stroomt, bij een immersie - of insteek - thermische gasflowmeter stroomt al het gas langs de sensor. Dit type instrument is geschikt voor grotere leidingen en dus ook grotere gasflows. De nauwkeurigheidspecificatie is ± 1% van meetwaarde + 0,2% van volle schaal. Omdat een thermische gasflowmeter de gasmassaflow meet, is extra druk- en temperatuurcompensatie niet nodig. Er zijn dus geen extra transmitters, procesaansluitingen, installatie, noch flowcomputers of extra configuraties in SCADA- en DCS-systemen vereist, resulterend in een aanzienlijke kostenbesparing! Het vervolg van dit artikel is met name van toepassing op de immersie flowmeters. Thermische flowme-

ters hebben geen bewegende delen die onderhevig zijn aan slijtage. Dit resulteert in een vrijwel onderhoudsvrij instrument, met een gunstig effect op de TCO. De immersie flowmeters zijn beschikbaar in insteekuitvoeringen en in-line modellen. Een insteek flowmeter is geschikt voor leidingen groter dan DN80 of 3” en heeft minimale installatiekosten. Een insteek thermische flow-

Voeding SPI

Uitgang D-Sub 9 Pol

RS485

Microprocessor

Versterker

Setpoint Omzetter Sensor

Turbulentie filter

08

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

EEPROM

By-pass

Magneet ventiel


meter meet gasmassasnelheid op één punt in de leiding. Daardoor is dit type debietmeter gevoelig voor het flowprofiel. In-line flowmeters worden standaard voorzien van fl owconditioneringsplaten en zijn daardoor minder gevoelig voor het fl owprofi el. Een bijkomend voordeel is dat de in-line flowmeter minder rechte aan- en uitstroomlengtes behoeft. Dat kan ook kosten besparen omdat compactere bouw van de installatie mogelijk is.

www.ods-metering-systems.nl

Totaalleverancier van Flowmeetsystemen ODS Metering Systems

Ultieme flowmeter? Dus? Is een thermische flowmeter de ultieme flowmeter? Nee, dat ook weer niet. Voor menige regelfunctie en bewaking van processen gaat het instrument prima voldoen. Maar voor verrekeningsmetingen kan de nauwkeurigheid een showstopper zijn. Een andere beperking van thermische gasmassaflowmeters is de productafhankelijkheid. De thermische eigenschappen zijn per gas verschillend. Daarom wordt elk instrument gekalibreerd met het gas van de applicatie. En het gas dient schoon te zijn, met een relatieve vochtigheid tot 100%. Zoals gezegd, voor de insteekflowmeters geldt, ongeacht het merk, maar ook ongeacht het meetprincipe (pitotbuis, thermisch, vortex, turbine) dat het een puntmeting is. Ter plaatse van de sensor wordt de productsnelheid gemeten en de vraag is natuurlijk of dit een representatieve meetwaarde is voor het gehele debiet. Er dienen voldoende rechte aan- en uitstroomlengtes in

acht genomen te worden voor de beste prestatie van de doorstromingsmeter. Daarbij zijn de inbouwvoorschriften, die door de diverse fabrikanten worden opgegeven, aan de optimistische kant. Te overwegen zou zijn om een flowconditioner te plaatsen, zodat men minder afhankelijk is van het upstream flowprofiel. Voor grotere leidingen kan ook besloten worden om meerdere instrumenten te plaatsen om de gemeten snelheden te middelen voor een nauwkeuriger meetresultaat.

Verwarmd element

Typische applicaties voor immersie thermische flowmeters zijn lucht, perslucht, verbrandingslucht, drooglucht, industriële gassen zoals CO2, N2, Ar, He, H2, blanketing gas enzovoort. Thermische flowmeters worden ook ingezet voor aardgas, fakkelgas, ventgas, biogas, en vergelijkbare applicaties, met een verminderde nauwkeurigheid wegens de soms wisselende samenstelling van het gas. In alle gevallen blinken thermische flowmeters uit door een lage TCO.

Flow koelt verwarmd element

Referentie RTD

WWW.A-B-T.NL

INFORMATIE

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

09


50 componenten vervangen door één black box

Pneumatiek wordt digitaal Revolutie is een groot woord. En van sommige technologieën, die al sinds jaar en dag in gebruik zijn en redelijk traditioneel van aard, verwacht je niet snel een ontwikkeling die de naam revolutie mag dragen. Toch is dat precies de naam die Festo aan haar nieuwe Motion Terminal geeft. Een ontwikkeling die pneumatiek digitaliseert. En hoe! Janet Kooren

10

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017


F

esto bouwde wekenlang de spanning op met teaserf ilms die niet zouden misstaan voor de nieuwste James Bond film. Ruim voor de Hannover Messe werd er een online persconferentie georganiseerd waar een tipje van de sluier werd opgelicht. Eigenlijk vooral bedoeld om zoveel mogelijk mensen naar de introductie op die Hannover Messe te lokken, om daar de ontwikkeling met eigen ogen te kunnen aanschouwen. De informatie was precies spannend genoeg om dat ook te doen. Op de dag van de persconferentie bezochten wij Festo in Delft. Nadat we eindelijk een parkeerplek hadden gevonden - veel medewerkers wilden blijkbaar getuige zijn van het moment - mochten wij, onder strikte geheimhouding, twee betrokkenen uitvoerig aan de tand voelen over de ins en outs.

Productmanager Benno Brinkers en sales engineer Clément Massoeurs waren vrijgemaakt om alles uit te leggen over de nieuwe VTEM Motion Terminal, zoals de productbenaming voluit luidt. Hoe bijzonder deze ontwikkeling is en hoe breed de toepassingen kunnen zijn, blijkt wel uit het feit dat er alleen al binnen Festo Nederland een heel team is samengesteld dat zorgt voor zowel de interne verspreiding van de kennis als de externe introductie. ‘In augustus van het afgelopen jaar hebben wij het product al in handen gehad, maar we mochten er nog met niemand over praten, zelfs niet intern,’ horen we later van een teamlid. En de digitalisering en apps die worden ontwikkeld, maken de omvang van de uiteindelijke mogelijkheden eigenlijk nog redelijk onvoorspelbaar, zo lijkt het. Brinkers: ‘We hebben nog

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

11


Voorbeeldtoepassingen Voorpositioneren, pakken en plaatsen Het pakken gebeurt met gecontroleerd vacuüm en plaatsen door middel van afblazen. Er zijn door de verschillende afmetingen van het product regelmatig instellingsaanpassingen nodig en afhankelijk van de oplossing meerdere componenten in gebruik. Bij ieder productformaat moet het vacuüm en het afblazen individueel ingeregeld en getest worden.

Gebruikte motion-apps: Proportional pressure regulation Motion profile and positioning (in ontwikkeling)

Voordelen bij gebruik Motion Terminal: Voorpositioneren, pakken en plaatsen.

geen idee wat er verder allemaal nog ontwikkeld gaat worden, alleen al wat we nu beschikbaar hebben is al zo veel meer dan we voor mogelijk hadden gehouden.’ Hij vervolgt: ‘Met de servo-pneumatiek hadden we al een flinke stap gemaakt op het gebied van het slimmer gebruik maken van ventielen. Dit is eigenlijk de vervolgstap daarop, maar wel een enorme stap!’

Black box De VTEM Motion Terminal is een ventieleiland - door de Festo-medewerkers ook aangeduid met black box - met programmeerbare ventielen. Elk ventiel heeft vier boosterventielen die ieder worden aangestuurd door twee piëzo-ventielen. De opening van het ventiel wordt via een closed loop aangestuurd en gemeten door geïntegreerde positie- en druksensoren. Het boosterventiel is een klepzittingventiel waarvan het debiet direct gemeten wordt. Deze zogenaamde black box vervangt gemakkelijk de functie van meer dan 50 (!) afzonderlijke componenten, waarmee het werk voor de engineer eenvoudiger en interessanter wordt. Nu kan het vooral gaan om het zo efficiënt mogelijk inzetten van de beschikbare functies in plaats van het bij elkaar zetten van allerlei componenten. En natuurlijk de data goed laten samenwerken met de andere systemen in de lijn. Dezelfde ventielhardware wordt gebruikt voor alle verschillende functies, het geheel is als het ware een samengaan van

12

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

7 componenten minder nodig 75 % kleinere bouwmaat Gelijke kosten bij beduidende procesverbetering Snellere omsteltijd (-/- 20 minuten per omstelling) met steeds identieke instellingen Toekomst: simpele uitbreiding productformaten en kortere cyclustijd

Kwaliteitscontrole In een testopstelling voor containers worden in een carrousel zestig posities per keer op kwaliteit en lekkage getest. Hiervoor is een gelijkmatige en rustige beweging van de cilinder nodig met een gedefinieerde kracht gedurende enkele seconden. In plaats van zestig aandrijvingen, bijbehorende sensoriek, 3/2 ventielen en elektromechanische cilinders wordt de taak nu vervuld door acht Motion Terminals, dus met veel minder componenten.

Gebruikte motion-apps: Soft stop Proportional pressure regulation Leakage diagnostics

Voordelen bij gebruik Motion Terminal: 70 % lagere kosten ten opzichte van een elektronische oplossing 65 % kleinere bouwmaat 85 % besparing op slijtdelen Gecontroleerde beweging en lekkagedetectie met dezelfde componenten


Motion Terminal VTEM

mechanica met elektronica, motion control en software. Met als resultaat een high-end zelflerend product waarbij de functies verweven zitten in de componenten en tijdens gebruik geschakeld kunnen worden. Festo zegt het zelf tijdens de introductiecampagne zo: zoals de smartphone tien jaar geleden de mobiele telecommarkt op zijn kop zette, zo zal de Motion Terminal de automatiseringstechniek radicaal veranderen. Functieintegratie, aangestuurd door motion-apps, vereenvoudigen de gehele keten van waardecreatie, vanaf de engineering tot de benodigde hoeveelheid componenten en bijbehorende onderdelenvoorraad. En dankzij de piëzotechnologie en de lektestfunctie is het gebruik van dit nieuwe wondertje ook zeer efficiënt en energiezuinig. Deze technologie zorgt voor zuinig, exact en proportioneerbaar gedrag van de ventielen. De piëzo-ventielen zorgen voor voorpositionering en daarna wordt het hoofdventiel op de juiste manier geschakeld. Omdat de controller meet wat er nodig is en de juiste druk voor de toepassing levert, behoort overdimensionering tot het verleden. Zowel de controller als de ventielen zijn intelligent en pneumatiek is in één klap Industry 4.0-fähig. In Nederland zijn nu de eerste gesprekken gaande met partijen voor zogenaamde launching projecten. ‘Het is allemaal nog zo heet van de naald dat we nu de echte

Motion apps

De apps die nog dit jaar beschikbaar komen zijn: Directional control valve functions Proportional directional control valve Proportional pressure regulation Model-based proportional pressure regulation Supply and exhaust air flow control ECO drive Presetting of travel time Selectable pressure level (ECO) Soft Stop Leakage diagnostics

toepassingen bij klanten in Nederland pas gaan doen. Het product wordt sowieso pas in oktober vrijgegeven voor de gehele markt, maar het nieuws mag nu bekend worden.’ We horen wel over een project dat is uitgevoerd waarbij op een carrousel met zestig posities een snelle positioneringsbeweging en een lektest wordt uitgevoerd. ‘Met traditionele technieken zouden hiervoor zestig elektrische aandrijvingen en zestig druksensoren nodig zijn geweest. In één black box zitten 8 ventielen

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

13


met dus acht keer een gecombineerde functieaansturing, positionering en drukmeting. Beide functies kunnen door de Motion Terminal worden uitgevoerd en daar zijn er dus zijn er maar acht van nodig in plaats van honderdtwintig losse functiecomponenten. Op de totale investeringskosten werd zo meer dan de 70% bespaard.’

Omdenken Massoeurs vertelt dat het vooral een kwestie is van omdenken. ‘Voorheen dacht een engineer: ik heb een 5/2 ventielfunctie nodig, die moet bi-stabiel zijn en er is smoring nodig. Hij zocht daar de componenten bij en bouwde het geheel in elkaar. Nu wordt het een verzoek aan de software-engineer. Die kan al deze functies eenvoudig in de Motion Terminal programmeren.’ Standaard wordt de Motion Terminal geleverd met de ventielfunctie-app. Er is een basis sof twarepakket bestaande uit vijf extra apps en andere functie-apps kunnen geïntegreerd met de hardware worden besteld, of zijn later bij te kopen. Brinkers: ‘We zien het echt als het begin van een groeiend digitaal ecosysteem. Er zijn nog veel meer apps in ontwikkeling en je kunt eigenlijk spreken van “Pneumatiek as a Service”, om maar in de terminologie van vandaag de dag te blijven. Want ook hier, je schaft voor een relatief laag bedrag een unit aan die ongelofelijk veel mogelijkheden in zich bergt. Wil je die mogelijkheden gebruiken, dan betaal je ervoor. Gebruik je bepaalde opties niet, even goede vrienden.’ ‘Door de combinatie van functies van de verschillende ventielen in één black box kun je standaard pneumatiektoepassingen invullen, maar je kunt er deels ook elektrische aandrijvingen mee vervangen. De eenvoudige uitwisseling van functies maakt het ideaal voor high-mix/ low-volume omgevingen.’ Massoeurs legt uit dat een machinebouwer die speciaalmachines bouwt, nu kan volstaan met één component en daar vervolgens functies aan kan toewijzen. ‘Hij hoeft niet iedere keer het wiel opnieuw uit te vinden. Als hij een basismachineversie maakt, kan hij daar vervolgens per machine heel eenvoudig verschillende functies en klantspecifieke instellingen aan toewijzen. Het is mogelijk om veel compacter te bouwen, er zijn geen vermogenscontrollers nodig en er hoeft niet voor meerdere technieken gekozen te worden. Dat vraagt in het begin, zoals ik al zei, nog wel wat omdenken.’

Copy-proof Daarbij komt een ander belangrijk gegeven om de hoek: instellingen en functies zijn bij traditionele componen-

14

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

Demonstratie door Festo-teamlid.

ten vaak van buitenaf zichtbaar. Proces en technologie kan dus makkelijk worden “afgekeken”. Doordat nu alle functies via afgeschermde software kan worden geregeld, is afkijken bijna onmogelijk. Bovendien zijn aanpassingen niet ongeautoriseerd te doen. Brinkers vertelt dat je nu bijvoorbeeld nog weleens ziet dat een operator even een cilindersmoring iets meer openzet. ‘Soms


Massoeurs (links) en Brinkers (rechts) tonen de Motion Terminal.

met ongewenste gevolgen, dat kan nu niet zomaar meer. En wat natuurlijk ook hoort bij digitalisering, is dat alle data realtime uit te vragen is. Wat is er gebruikt, wanneer, met welke functie en welke parameters. Het is gewoon een slim product.’ Massoeurs is actief in de foodindustrie en ziet flink wat toepassingen. ‘Voor een kwetsbaar product heb je met de Motion Terminal veel meer controle met veel minder energieverbruik. Je kunt met één ventiel kracht sturen en regelen. Met voorpositioneren stuur je heel rustig naar het product om het vervolgens heel beheerst te klemmen. Ook als de kracht en lengte per product verschillend zijn. De software meet voortdurend en stuurt bij waar nodig voor optimaal gebruik.’ De nieuwe techniek is volgens Brinkers met name bijzonder interessant voor klanten die bezig zijn met innovatie, Industry 4.0 en die uitdagende functies hebben voor traditionele pneumatiek. ‘Alles moet sowieso sneller en met meer productvariatie. En met de app voor “softstop” zijn er geen schokbrekers meer nodig.’

Carrousel met containers.

WWW.FESTO.COM/MOTIONTERMINAL

De persconferentie die we later die middag bijwonen geeft blijk van hoezeer het bedrijf inzet op digitalisering. Met reden. Onderzoeksbureau Gartner voorspelt dat er in de komende drie jaar maar liefst 20 miljard objecten verbonden zullen gaan worden aan het Internet of Things. En om de uitdagingen die daarmee gepaard gaan het hoofd te kunnen bieden, is men vol ingeslagen op de weg om ontwikkelingen zoals de Motion Terminal mogelijk te maken. Sterker nog, maar liefst de helft van het R&D-budget van Festo wordt ingezet op het onderwerp digitalisering. Ook de afdelingen hebben toepasselijke namen gekregen. Zo is Dr. Julia Duwe, die de introductie van de VTEM Motion Terminal voor haar rekening neemt, hoofd van de afdeling Future Motion Solutions Management. Volgens haar gaat het om meer dan bedrijfsprocessen, ze noemt het zelfs een digital customer journey. Feit is dat inbouwen, configuratie, maar ook predictive maintenace in goed Nederlands wel een zogenaamde piece of cake worden met een dergelijke black box.

INFORMATIE

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

15


Gegevens worden toegankelijk

Het gaat steeds meer om data

Data. Dat is waar het steeds meer om gaat. In plaats van hardware ligt de nadruk nu op software en vooral op de toegankelijkheid van data. Een voorbeeld is Datareporter van Penko Engineering, een pakket om data toegankelijk te maken. Dit bedrijf houdt zich bezig met wegen en doseren, maar bij Datareporter gaat het over veel meer dan dat. Bart Driessen

D

e expert op dit gebied is Gijs van Doesburg, al jaren verbonden aan Penko en een van de engineers die nauw betrokken zijn bij ontwikkeling en toepassing van Datareporter. Datareporter zag drie jaar geleden het daglicht en is inmiddels uitgegroeid tot een belangrijk hulpmiddel voor de verwerking van data. Maar wat doet het eigenlijk? En wat kan je ermee?

Opslaan en bewerken ‘In 2006 zijn we naar aanleiding van vragen van onze klanten begonnen met de ontwikkeling van pakketten voor het loggen van data. Bedrijven uit de voedingsmiddelenindustrie, maar ook uit de bredere procesindustrie, willen steeds meer productie- en procesdata opslaan en bewerken. De achtergrond daarvan is onder meer de noodzaak van tracking en tracing. Maar ook de optimalisatie van productie-installaties en het opsporen van de

16

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

oorzaken achter productiestops vereisen gewoon data. In de beginperiode ontwikkelden wij daarvoor oplossingen die toen nog klantspecifiek waren. Maar het bleek al snel dat we dit breder moesten aanpakken.’

Breed geaccepteerd ‘Het was snel duidelijk dat de behoefte aan data in feite veel groter was. Bedrijven in alle branches moeten hun productie- en procesdata beschikbaar hebben en klopten toen al snel bij ons aan. Dat was het signaal dat we een breed toepasbare oplossing moesten ontwikkelen. In 2010 konden we daarvan de eerste versie lanceren. En die was gelijk een succes. In de afgelopen drie jaar hebben wij gewerkt aan uitbreiding en verbetering van Datareporter. Nu is het pakket al zo geaccepteerd dat praktisch al onze klanten er gebruik van maken.’ Wat zijn de belangrijkste functies van het pakket? ‘Dat zijn er in feite drie. De eerste is het verzamelen van


data, de bron voor de database. De tweede is de scopefunctie. Dat onderdeel verzorgt een duidelijke grafische weergave van allerlei data. Zo kun je zien hoe het verbruik van grondstoffen zich binnen een bepaalde tijdsspanne ontwikkelt. De derde functie is die van het diagnosticeren. Om verschillende events en trends in de productie te onderzoeken, kun je data analyseren van batches, recepten en stilstanden. Ook andere diagnoses zijn mogelijk.’

Onderdelen Wat zijn de belangrijkste onderdelen van de applicatie? ‘De gebruiker die het pakket voor het eerst installeert, opent altijd met de set-uppagina. Daar kun je allerlei recepten, setpoints en instellingen voor batchafwikkeling invoeren. Op de set-uppagina heb je de keuze uit 30 verschillende mogelijkheden van data die je bereikbaar wil maken. Klanten willen allerlei data binnen handbe-

Selectie van de juiste componenten alleen op basis van goede gegevensbehandeling.

‘Optimalisatie van productieinstallaties vereist data.’ PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

17


reik krijgen, variërend van het verbruik van grondstoffen en halffabricaten, tot en met energiegebruik en verpakkingsmiddelen. Maar ook alle gegevens die betrekking hebben op hun producten zodat onder meer een complete track en tracing direct uitvoerbaar is.’ Waarmee maak je die data beschikbaar? ‘Beschikbaar maken doen we door data in CSV-bestanden op te slaan. Daardoor is de data ook direct te importeren in Excel, een programma dat praktisch iedereen kent en op veel computers is geïnstalleerd. Ook Datareporter draait op gewone pc’s. De koppeling met onze apparaten wordt gemaakt via een ethernetverbinding.’

Praktijkvoorbeeld: visverwerking We bekijken een praktijkvoorbeeld van een groot internationaal visverwerkend bedrijf. Dit bedrijf verzamelt met Datareporter een behoorlijke hoeveelheid uiteenlopende gegevens. Omdat dit bedrijf kwaliteit van zijn productie op de eerste plaats stelt, verzamelt het data met betrekking tot versheid, vangstlocatie, datum van vangst, tijdstip, het type vis, gewicht, omvang, temperatuur, duurzame productie en de locatie waar de bijvangst vandaan komt. Deze data worden direct vanuit het schip naar het vasteland verstuurd zodat de gege-

‘Vooral in industrieën waar in batches geproduceerd wordt, bewijst het programma zijn waarde.’ vens over de nieuwe vangst direct beschikbaar zijn. Op de visveiling heeft het aanbiedende visbedrijf belang bij een exacte en correcte beschrijving van alle aspecten van de aangeboden vis. Deze data helpen bij een snelle bepaling van de exacte waarde van de aangeboden partij. Een ander onderdeel van ons pakket, meer verband houdend met weegtechniek, is de exacte bepaling van het vereiste vulgewicht per doos. Op een intelligente manier wordt er voor gezorgd dat dit gewicht veel dichter bij de gewenste 5 kilo per doos wordt gehouden.

Praktijkvoorbeeld: chocolade Hoe belangrijk gegevens worden, blijkt ook uit het aantal weegmomenten dat de weegmodules van Penko tegenwoordig uitvoeren. Op dit moment voert een weegmodule 1600 wegingen per seconde uit. Eén van de gebruikers van Datareporter, die chocola en karamel produceert, werkte vroeger met een weegmodule die

18

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

slechts 250 metingen per seconde uitvoerde. De standaard “overfill” op 1 kilo product was toen 5 gram. Door de upgrade naar een moderne weegmodule met 1600 wegingen per seconde, is het gelukt deze overfill terug te brengen tot slechts 1 gram. Omdat het om relatief kostbare grondstoffen gaat, is de besparing in dit geval aanzienlijk. Behalve deze besparing biedt het pakket de mogelijkheid om alle geleverde overfills te meten en registeren.

Praktijkvoorbeeld: krachtmeting Hoe de applicatie wordt ingezet kan ook worden geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld met een krachtmeter. Het wegen en doseren van poeders wordt verzorgd door middel van krachtmeters, maar met Datareporter worden nu veel meer dingen gedaan. Zo worden doseringen veel preciezer uitgevoerd. De weegmodule legt behalve het gewicht, elke derde seconde het tijdstip


en volgnummer vast. Met de grote hoeveelheid metingen die daardoor worden gemaakt (8.000 weegbestanden per dag) berekent het pakket een veel preciezere boven- en ondergrens met als resultaat dat de batches met een minimale afwijking gedoseerd worden. Dankzij deze kleinere marge profiteert de gebruiker van een besparing op grondstoffen.

Groeiende populariteit Hoe wordt Datareporter nu ontvangen? ‘Heel positief. Vooral in industrieën waar in batches geproduceerd wordt, bewijst de applicatie zijn waarde. Bedrijven die hier steeds vaker mee werken zijn bijvoorbeeld bakkerijen. Zij gebruiken het om data op te slaan, te volgen en te onderzoeken; zoals temperaturen van deeg en ovens, drukken in autoclaven, hoeveelheden gebruikt water of dosering van kruiden. Maar ook fabrikanten van veevoer of visproducten gebruiken het. Eigenlijk zijn er maar weinig branches waar het pakket nog niet toegepast wordt.’

WWW.PENKO.COM

INFORMATIE

advertentie

NEED FOR SPEED De nieuwe generatie handlingsrobots GP serie is de snelste in zijn klasse. Volledig uitgevoerd in beschermingsklasse IP67 kunnen deze compacte robots in vochtige omgevingen zonder verdere aanpassingen gebruikt worden.

Wij ontmoeten u graag op stand 134 tijdens Vision, Robotics & Motion in Veldhoven op 14 en 15 juni 2017

YASKAWA Benelux B.V. · Robotica divisie · info.nl@yaskawa.eu.com · Telefoon +31- 40-289-5500 · www.yaskawa.eu.com 13735


SMARTER PRODUCT USABILITY

SMARTER PRODUCT USABILITY

ZO GOED WAS BEVEILIGING NOG NOOIT. VEILIGHEIDLASERSCANNER RSL 400 Met twee onafhankelijke beschermings functies, 8,25 m bereik en een hoekbereik van 270° is de RSL 400 een nieuwe norm in de veiligheidstechniek. Rolf Brunner Produkt Center –

easy handling.

Laserscanner

www.leuze.nl 13452

Betaalt u nog voor een Historian? Niet bij MAPS (Mitsubishi Adroit Process Suite) Een moderne SCADA oplossing kan niet zonder deze en meer geavanceerde functionaliteiten. MAPS is één van de meest moderne, open, geavanceerde en schaalbare SCADA oplossingen. Nieuwsgierig naar de vele mogelijkheden? Neem contact met ons op en laat u informeren wat Mitsubishi Electric voor u kan betekenen.

Meer informatie nl3a.mitsubishielectric.com Telefoon +31 297 250 350 13714

AZ_Mitsubishi_210x152.indd 1

01.03.16 14:35


BEURZEN

Vision & Robotics uitgebreid met Motion Mikrocentrum organiseert op 14 en 15 juni zijn jaarlijkse evenement voor robotica en visionsystemen. Nieuw tijdens deze editie in congrescentrum Koningshof in Veldhoven is het onderwerp Motion. Beursmanager Michiel Beerens vertelde Automatie | PMA over de achtergrond hiervan. Ad Spijkers

H

et evenement is ooit begonnen als Vision Systems, maar later uitgebreid met robotica, mechatronica en dit jaar met motion en control. De bezoekers zijn vooral afkomstig uit diverse sectoren uit de industrie en zelfs de zorg. Op de beursvloer worden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van camerasystemen, sensoren, robots, motion en control gedemonstreerd. Michiel Beerens is voor het eerst als beursmanager belast met de organisatie van het evenement. Hij licht de koerswijziging toe: ‘Vorig jaar hebben we een succesvol eendaags evenement Motion & Drives georganiseerd in Hilvarenbeek. Uit enquêtes onder zowel exposanten als bezoekers bleek dat er in de markt behoefte is aan totaaloplossingen. Door de toenemende flexibilisering in de productie kunnen we robots niet meer los zien van aandrijf- en besturingstechniek. Vandaar dat we het evenement van vorig jaar hebben geïntegreerd in het bestaande concept en dat we voor Vision, Robotics & Motion hebben gekozen.‘ De vernieuwing houdt niet op bij een nieuwe naam alleen. Dit jaar is voor het eerst een extra grote demoruimte ingericht, waar een tiental applicatievoorbeelden te zien zijn. ‘Er is geen betere manier om de mogelijkheden van factory automation te ontdekken dan door van dichtbij zelf te zien en te ervaren,’ aldus beursmanager Beerens.

Trends De trend gaat steeds meer naar integratie: van taken en functies binnen machines naar machines binnen een complete productie- of verpakkingslijn. Ook worden robot- en machinebesturingen steeds meer - ook fysiek

‘Robots niet meer los zien van aandrijf- en besturingstechniek.’

- geïntegreerd binnen besturingssystemen die alle taken en functies aansturen. Een andere trend is dat robotleveranciers meer nog dan nu al het geval is, gaan samenwerken met andere partijen. Beerens zegt hierover: ‘Eenvoudige problemen binnen de industriële mechanisatie en automatisering zijn nu wel opgelost. Wat overblijft zijn moeilijker taken die bovendien steeds complexer worden. De winst in automatiseringstrajecten zit in de projectmatige benadering en integratie van taken, functies en machines. Dat is altijd een team-effort, dat kan een robotleverancier niet in zijn eentje. Je ziet duidelijke samenwerkingen ontstaan tussen componentenleveranciers, robotfabrikanten, systeemintegratoren en eindgebruikers.‘

Lezingen Een congresprogramma is standaard onderdeel van evenementen van het Mikrocentrum. Bij het ter perse gaan van dit nummer werkte het Mikrocentrum nog volop aan de invulling van het lezingenprogramma. Tot de onderwerpen behoren in ieder geval machineveiligheid en co-robots. ‘Ontwerpers en engineers moeten oog hebben voor de wet- en regelgeving, maar moeten ook voor wat er echt op de werkvloer speelt en hoe eindgebruikers met robots en machineveiligheid omgaan,’ aldus de beursmanager.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

13714

6 14:35

21


Veilig communiceren tussen IT en OT, zonder OPC?

Haalbaarheid van Industrie 4.0 Keary Donovan en Brandon Ellis leerden elkaar kennen bij een Amerikaanse automatiseringsgroep. Donovan is van huis uit IT-er en Ellis komt uit de wereld van plc’s en regelsystemen. Beide heren hadden, ieder vanuit hun persoonlijke achtergrond, in de praktijk ervaren hoe lastig en tijdrovend het is om de informatietechnologie (IT) en de operationele technologie (OT) via OPC - Object linking and embedding for Process Control - met elkaar te verbinden. Bianca Scholten

22

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE 03/2017


moest Brandon machinedata uitwisselen met databases, maar hij kon geen product vinden dat eenvoudig genoeg was voor zijn eindgebruikers. Van productieengineers die met machines te maken hebben, kan je niet verwachten dat ze tegelijk ook IT-experts of procesautomatiseringsdeskundigen zijn. Hoe mooi zou het zijn als je de integratie kunt realiseren zonder de hulp van dure systeemintegratoren?’ ‘Veelal wordt OPC gebruikt voor het connecteren van databases met plc’s,’ vertelt Brandon Ellis. ‘OPC is gebaseerd op het vroegere “object linking and embedding” (OLE). In de jaren tachtig hadden we OLE en in de jaren negentig werd dat geschikt gemaakt voor de procesautomatisering. Zo ontstond OPC. Het is een universeel protocol dat het mogelijk maakt om met heel uiteenlopende machines en apparaten te communiceren. Dat klinkt goed, maar er kleven nogal wat nadelen aan. OPC heeft toegang tot het geheugen van apparaten en kan daar gegevens in plaatsen en uitlezen. Maar als het ontwerp van de machinebouwer grenzen stelt aan de toegankelijkheid voor OPC, dan kan je niet bij alle data. Een ander nadeel is dat je er een pc voor nodig hebt en zodra je pc’s op de fabrieksvloer introduceert, moet IT zorgen voor de beveiliging van het systeem. Pc-software en besturingssystemen zijn onderhevig aan cybersecurityuitdagingen, met impact op het IT-netwerk. Verder is OPC continu aan het “pollen”, dat wil zeggen: het vraagt voortdurend de machines om gegevens door te geven. Dat vergt onnodig veel bandbreedte.’

Doel

N

iet alleen vanwege organisatorische aspecten maar ook technisch is de integratie van bijvoorbeeld een robot met een SQL-database een uitdaging. De productie-engineer moet zowel bij de IT-afdeling als bij de automatiseringscollega’s aankloppen om gegevens uit de plc’s te ontsluiten. Geen fijne basis voor grootse toekomstplannen zoals Industry 4.0 en Smart Factory, vonden Ellis en Donovan. Brandon Ellis besloot een apparaat te ontwerpen dat de integratie van databases en machines sterk moest vereenvoudigen. Deze Data CommanderTM is inmiddels in gebruik binnen de automotive en bij de productie van medische apparaten. De ontwikkelaars hebben groot vertrouwen in de toekomst. Gaat dit nieuwe apparaat werkelijk OPC overbodig maken?

Eenvoud is de basis ‘Keep it simple,’ zegt Donovan. ‘Als systeemintegrator

‘Ik heb dit product ontwikkeld omdat, als het op databeheer aankomt, ik lui ben,’ schertst Ellis. ‘Ik heb het liefst dat dingen in een keer goed gaan en dat klanten zelf eenvoudige wijzigingen kunnen aanbrengen. Met minimale training kunnen mensen zelf met ons apparaat aan de slag. Je hoeft niet te kunnen programmeren. Productie-engineers kunnen data verplaatsen zonder er de IT-afdeling bij te hoeven betrekken, en tegelijkertijd is het goed beveiligd. Je komt fysiek gewoon niet door die poorten heen die het IT en het OT-netwerk van elkaar scheiden. Een ander voordeel is dat de IT-afdeling er niet de eigenaar van hoeft te worden, want het is een gespecialiseerd apparaat dat niet gevoelig is voor dezelfde cyberaanvallen als een industriële pc of een thin client. IT hoeft er dus geen fte’s voor vrij te maken.’ Donovan vult aan: ‘Het is niet wenselijk om pc’s in de fabriek te introduceren als dat alleen maar is om data van het ene naar het andere systeem te transporteren, want dat introduceert organisatorische uitdagingen.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

23


Als je MES gebruikt dan is er sprake van gegevens in het IT-domein, daar heb je een pc voor nodig. Maar in de laag daaronder kan je het gebruik van pc’s vermijden en dat is een goed idee, omdat de introductie van pc’s in de fabriek gepaard gaat met een aantal problemen. Een daarvan is de vraag wie de eigenaar van de pc is, met andere woorden: wie wordt verantwoordelijk voor het onderhoud? Daar staat niemand om te springen. IT wil niet dat de control-systeemengineers zich gaan bemoeien met het netwerk. En de control-systeemengineers willen vermijden dat onderhoud van de pc impact heeft op de beschikbaarheid van de machine. Het gevolg is dat de productiemanagers en engineers met een probleem blijven zitten en externe consultants moet inhuren voor de installatie en het onderhoud.’

Werking Brandon legt uit dat het hardware is die de brug slaat tussen databases en machinebesturing. ‘Het zit in een geïndustrialiseerde aluminium doos met twee Netwerk Interface Card- of NIC-poorten voor toegang tot ethernet, een aan/uit knop en een resetknop. Om te kunnen “praten” heeft het een IP-adres en een ethernetpoort nodig. In situaties waar de machinegegevens behouden moeten blijven, kan het apparaat die vasthouden en doorsturen zonder dat communicatiestoringen invloed hebben op de machinecyclus. Pc’s en OPC leggen de machine wel stil als ze falen. Ons apparaat slaat de gegevens tijdelijk op en bewaart ze net zo lang tot de connectie met de IT-server weer in de lucht is. Dan bereiken de gegevens alsnog de doelbestemming.’

drivers die de taal van de machine spreken. Daardoor is er geen client–servercommunicatie op een pc nodig. Wij communiceren rechtstreeks met de machine, bijvoorbeeld een plc, in de machine-eigen taal. Aan de IT-zijde kunnen we met de meest gebruikelijke databaseservers omgaan, in de database-eigen taal, bijvoorbeeld SQL en Oracle. Er is geen vertaling nodig naar de OPC-tussenlaag. We ondersteunen de connectie met de meest gangbare plc’s zoals Allen Bradley en Siemens S5 en S7. Doordat we die machine-eigen taal gebruiken kunnen we alle geheugengebieden daarin benaderen; het is niet nodig om de plc te herprogrammeren. Tolk voor alle talen Je kunt het vergelijken met de talen die mensen spreken. OPC zou dan staan voor Engels, de taal van internationale betrekkingen. De een spreekt van huis uit Chinees, de ander Russisch, of Spaans, maar we verstaan elkaar allemaal als we Engels spreken. In ons geval hebben we echter één tolk die al die talen spreekt en dus rechtstreeks van het Russisch naar het Chinees en van Russisch naar Spaans kan vertalen, zonder het eerst naar het Engels om te hoeven zetten. We lezen niet alleen data uit machines, we kunnen er ook gegevens heen sturen, zoals barcodes. Barcodes worden op de IT-server

Positie in het netwerk Brandon Ellis toont een infrastructuuraf beelding die verduidelijkt welke plek het apparaat heeft in het netwerk. ‘Het is geen pc met een toegankelijk besturingssysteem maar hardware met daarop firmware, speciaal ontwikkeld voor “point-to-point ”-communicatie. Naast de genoemde beveiligingsrisico’s bestaat er met pc’s de kans dat componenten stuk gaan. Ons apparaat is robuuster en het is niet Windows-gebaseerd, waardoor het niet die beveiligingsrisico’s binnenbrengt waar IT-afdelingen zich zorgen over maken.’ ‘In plaats van OPC gebruiken wij

24

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

‘Je hebt één tolk die alle talen spreekt.’


gegenereerd en ons apparaat is de brug om die informatie naar de machine te brengen.’ Brandon Ellis demonstreert hoe hij een Allen Bradley-plc in een separaat ethernetnetwerk verbindt met een SQL-database in een IT-netwerk. Hij typt de netwerk-ID’s in en stelt vervolgens de IP-adressen in. Dan kiest hij uit de lijst met soorten plc’s de juiste en zet de verbinding op. ‘Ons apparaat leest automatisch de programmatags, de controllertags en andere plc-specifieke soorten tags,’ vertelt Ellis, ‘en maakt deze zichtbaar voor de gebruiker. Er hoeft geen extra software, bijvoorbeeld van de plc-leverancier, te worden geïnstalleerd.’

Verbinden met database De volgende stap is het maken van de connectie met de database. ‘Op mijn pc heb ik MS-SQL, met een bestaande database. Daarvan moet ik eerst de naam en het type opgeven. Je typt het host-IT-adres in, de gebruikersnaam, het password, enzovoort. En net zoals bij de plc, vertelt het systeem me dat de connectie is gelukt of niet. Nu kunnen we de data gaan mappen. De productie-engineer hoeft alleen maar de namen van de rijen en kolommen te begrijpen. Dan selecteert hij een gegeven en mapt de tag van de plc met het veld in de database. We mappen de machine-ID en de werkelijke en de minimum- en maximumwaarden van parameters gaan rechtstreeks van de plc de database in. Ons apparaat kan zo worden geconfigureerd dat het “event-based” gegevens ophaalt, het wisselt dus uitsluitend gegevens uit als de

waarden zijn veranderd. Met OPC kan je daarentegen alleen volgens een vast schedule data uitwisselen, wat een inefficiënt gebruik van het IT-netwerk tot gevolg heeft.’ ‘Ons apparaat heeft twee NIC-poorten. Voor virussen en hackers is het fysiek onmogelijk om vanuit het IT-domein het OT-domein binnen te dringen en vice versa. Zo kunnen bijvoorbeeld honderd IP-adressen aan de OT-zijde tijdens de communicatie volledig gescheiden blijven van het bedrijfsnetwerk. Het OT-netwerk maakt gebruik van de ene NIC-poort en het IT-netwerk gebruikt de andere. Je kan het apparaat dus zien als een fysieke firewall tussen het local area netwerk van de machines en dat van de database.’

Gebruik in de praktijk ‘Het apparaat is sinds drie jaar in gebruik bij tier 1 automotive bedrijven en bij een producent van medische apparaten,’ vertelt Brandon Ellis. ‘Daarbij hebben we ook niet-plc gebaseerde apparaten ontsloten, waaronder kwaliteitscontrolesystemen en laser-etssystemen. In de productiewereld zijn de niet-plc gebaseerde apparaten vanuit het oogpunt van data-uitwisseling altijd lastig geweest. Ze communiceren niet erg effectief. Gebruikelijke oplossingen zoals profinet worden zelden ondersteund. Met ons apparaat hebben we gespecialiseerde platformen ontwikkeld, bijvoorbeeld met ASCII-tabellen, om ook hun data te ontsluiten.’

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

25


‘De productiemanager wil de data uit de lijn krijgen ten bate van rapportage en optimalisatie. Traditioneel vullen de operators formulieren in, ze lezen de informatie op de HMI van een lokaal staande machine, schrijven het op het papier en leveren dat papier in op het kantoor. Dus voordat de gegevens beschikbaar zijn is er al wat tijd verstreken en bovendien is het handmatig overtypen foutgevoelig. Om dat op te lossen introduceren ze vaak een pc in de fabriek waar de OPC-server op staat en die gekoppeld is aan een database. Daar zijn verschillende rollen bij betrokken, zoals de productie-engineer die het productieproces kent, de control-engineer die de besturingssystemen kent en de IT-ers die gaan over netwerken en beveiliging.’

Informatie verzamelen Brandon Ellis: ‘In het automotive voorbeeld zie je dat het proces grofweg uit twee stappen bestaat. De tweede stap is het meest gebruikelijk bij alle klanten, dus daar begin ik mee: Engineers moeten gegevens verzamelen over het proces. Diverse stappen moeten worden gevolgd, sensoren moeten worden uitgelezen en er moeten kwaliteitschecks worden gedaan om vast te stel-

len dat de vereiste bewerkingen zijn gedaan. Ze moeten nagaan of de correcte onderdelen in het product zijn geïnstalleerd. De gegevens moeten tenslotte op correctheid worden gecontroleerd. Aan het eind van het proces verzamelt ons apparaat al die informatie en stopt het in een database.’ ‘Naast deze registratie achteraf, heb je ook nog de stappen voorafgaand aan het proces. Voordat de machine gaat werken moeten er dingen worden gevalideerd. Onderdelen van het product krijgen een ID of een kwaliteitscode, ze worden bijvoorbeeld met een serieel nummer geïdentificeerd. De operator scant de code of de RFID wordt gelezen. De bijbehorende informatie wordt uit de database gehaald en een evaluatie vindt plaats om ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke taken zijn uitgevoerd, dat het product in orde is en niet al in een upstream proces is afgekeurd. Dat zien we vooral bij onze Aziatische automotive klanten. Ze controleren de onderdelen niet pas bij het laatste werkstation maar halen de foute delen er veel vroeger uit, zodat geen tijd en geld wordt verspild aan het bewerken van foutieve componenten.’

advertentie

VSE INDUSTRIAL AUTOMATION UW BS-FILTER VOOR HOOGCOMPLEXE PROJECTEN VSE HOUDT HET OVERZICHT EN HOUDT HET SIMPEL. VOOR U. ALS HET GAAT OM: • Motion control • Industriële automatisering • Hygiënisch ontwerp • Robot-integratie • Service & onderhoud

VSE Industrial Automation is een nieuwsgierige club specialisten. ‘Waarom’ is voor ons - en wij denken ook voor u - de vraag waar alles mee begint.

www.vse.nl 13701

26

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017


Training operators ‘Veel tier 1 automotive leveranciers staan onder druk van hun klanten om, voorafgaand aan het productieproces, te controleren of de operators wel zijn getraind. Voor verschillende processtappen gelden verschillende opleidingseisen. Aan het begin van de shift houdt de operator zijn badge voor de lezer, ons apparaat haalt de ID op en zendt de informatie naar de server die de opleidingseisen kan vergelijken met de certificering van deze specifieke operator. Sommige trainingen moeten ze meerdere keren volgen en het systeem houdt dan bij of dit bijvoorbeeld de tweede of derde keer uit een verplichte reeks van vijf is. De specifieke machine waar de operator aan gaat werken biedt zelf filmpjes op het eigen scherm. Als het filmpje bekeken is, werken we de database bij. Ons apparaat biedt een snelle en eenvoudige manier om deze data heen en weer te sturen tussen machine en database. De productie-engineer kan in ons apparaat de tags van de machine vinden en deze koppelen aan de database.’

Medische apparatuur Brandon Ellis weidt vervolgens uit over een andere praktijktoepassing: ‘Producenten van medische apparatuur moeten voldoen aan de wet- en regelgeving van de FDA en ieder apparaat moet getraceerd worden. Mocht er ooit iets misgaan als de medische apparaten in gebruik zijn, bijvoorbeeld in het ziekenhuis, dan moet de fabrikant heel snel kunnen laten zien dat het apparaat foutloos is geproduceerd. Om dat te kunnen bewijzen moet je tijdens het proces over ieder individueel onderdeel gegevens verzamelen en in een database opslaan. De gegevens mogen niet verloren gaan en er mogen geen fouten in zitten. Ons apparaat houdt de gegevens die het door moet geven aan die database, net zo lang vast tot de database ze met zekerheid heeft ontvangen. Bedrijven die OPC gebruiken, ervaren hier weleens problemen mee als de communicatie uitvalt.’

Veel minder IP-adressen

rijk voordeel is dat ons apparaat het aantal benodigde IP-adressen reduceert. IT-afdelingen zijn gewend dat ze voor ieder apparaat dat met de database communiceert een IP-adres moeten reserveren maar in het geval van de Data CommanderTM heb je voor al die apparaten, bijvoorbeeld twintig, samen maar één IP-adres nodig. Dat is het gevecht van de netwerkengineer. Hij moet inschatten hoeveel IP-adressen genoeg zijn voor de fabriek. Dan moeten ze rekening houden met visionsystemen, robots, HMI’s, plc’s, enzovoort. Je kunt besparen op infrastructuurkosten, je hebt minder hardware zoals netwerkkaarten en bandbreedte nodig.’

De toekomst ‘We ontwikkelen het product nog verder en hebben ontdekt dat er behoefte is aan een extra NIC-poort om de thin clients die operators gebruiken, te isoleren,’ vertelt Donovan. ‘En er is behoefte aan uitbreiding van het geheugen, voor klanten die gebruik maken van grafische afbeeldingen. Ook werken we aan een kleiner formaat apparaat, wat het mogelijk maakt voor machinebouwers om het als standaard onderdeel van hun machines mee te leveren.’ Ellis en Donovan geloven dat het een baanbrekend product is. ‘Ons doel is om onze uitvinding te implementeren en partnerships aan te gaan met leveranciers van business intelligence en visualisatiesoftware.’ Op de vraag of de kosten al tegen de baten opwegen, zegt Donovan: ‘Productie-engineers kunnen binnen enkele minuten machines en apparaten verbinden met databasetabellen. Klanten die maanden hebben geworsteld met het mogelijk maken van die connectie met behulp van pc’s en middleware zijn verbaasd als ze zien dat ons apparaat hun problemen in minder dan een uur kan oplossen. Het is al drie jaar live in meerdere fabrieken. Zowel de productkosten - vergelijk de tienduizend dollar voor het apparaat met de tachtigduizend dollar die je betaalt voor een middleware oplossing - als de Total Cost of Ownership zijn aanzienlijk lager dan de huidige smart manufacturingoplossingen.’

Op de vraag hoeveel apparaten een fabriek nodig heeft om dit alles mogelijk te maken, antwoordt Donovan: ‘Een uitgangspunt is één per productielijn. Natuurlijk hangt dit wel af van hoe lang de productielijn is. Hoeveel machines er geconnecteerd worden, verschilt ook per keer. Gewoonlijk zo’n tien tot twintig. Een belang-

WWW.OT-MES-IT.COM WWW.THEDATACOMMANDER.COM

INFORMATIE

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

27


De komst van de digitale tweeling

Geboortegolf of tsunami? Steeds vaker duikt de term “digitale tweeling� op. Ook op de jaarlijkse persconferentie van Siemens - dit jaar in Karlsruhe - was de jongste telg in automatiseringsjargon onderwerp van gesprek. Want in combinatie met MindSphere, het nieuwe cloudplatform van Siemens, biedt een digitale tweeling veel voorspellende voordelen. Een interview met dr. Florian Beil en dr. Jan Michael Mrosik van de divisie Digital Factory. Liam van Koert

28

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017


I

n het kielzog van het internet der dingen en Industry 4.0 duikt steeds vaker een nieuwe intrigerende term op: de digitale tweeling. En helemaal in de aanloop naar de Hannover Messe lijkt hij flink aan momentum te winnen. Nu zou je kunnen denken dat de term uit de PLM-hoek komt. Hier verkondigt men namelijk al heel wat jaartjes dat het verstandig is met een digitaal prototype te beginnen. Hiermee ga je flink testen en simuleren, om vervolgens in één keer precies het juiste product foutloos te produceren. Bovendien predikt de PLM-school dat je deze digitale voorstelling ook moet gebruiken om de productie aan te sturen. Model Based Manufacturing noemt men dat tegenwoordig. Want het zorgvuldig gemaakte 3D-model wel plat slaan en strippen van alle intelligentie door het te printen en vervolgens handmatig een productiemachine programmeren op basis van die tekening? Dat kan, maar echt smart is dat natuurlijk niet.

Gartner-rapport Toch blijkt het digitale 3D-model niet helemaal te zijn wat er met de term digitale tweeling bedoeld wordt. Volgens een recent rapport van onderzoeksbureau Gartner is de digitale tweeling eerder een dy namisch sof t waremodel van een fysiek “ding” of systeem. Nu kan dat 3D-model hier voor best de basis vormen, maar het kan evengoed een dashboard zijn.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

29


We spreken van een digitale tweeling wanneer de virtuele voorstelling zich in realtime aanpast op basis van sensordata uit de werkelijke wereld. En dat aanpassen, dat is best handig. Want door het model continu te voeden met getallen uit de praktijk, wordt de kwaliteit van het model steeds beter en kunnen er steeds nauwkeuriger voorspellingen gedaan worden. Gaan werkelijkheid en tweeling te ver uit elkaar lopen? Dan is er iets aan de hand en moet er misschien ingegrepen worden. Hoe? Dat kan worden onderzocht door simulaties. Je kan dus letterlijk even “in de toekomst kijken” om verschillende scenario’s te vergelijken om vervolgens de beste oplossing te kiezen. Helemaal wanneer gekoppeld aan zo’n andere krachtige term, machine learning. Bovendien kan je de opgedane wijsheden natuurlijk gebruiken om je volgende productiteratie te optimaliseren en zo is het cirkeltje weer netjes rond. Volgens Gartner krijgen we overigens met een aardige geboortegolf van digitale tweelingen te maken. In 2020 zijn meer dan 21 miljard “things” online. En van het leeuwendeel zal een virtuele variant bestaan.

MindSphere, MindApps en MindConnect Dit soort getallen beschouwend, is het niet verwonderlijk dat een automatiseringsgigant als Siemens zich opmaakt voor deze nieuwe realiteit. Dat deed het inmid-

Dr. Jan Michael Mrosik

‘Hoog tijd voor een speciale appstore.’ dels ruim een jaar geleden al met de introductie een nieuw platform: MindSphere. Met dit cloudplatform voor de industrie kunnen bergen data uit I/O, apparaten en stukjes software worden samengebracht en verwerkt. Hoewel vorig jaar nog gedacht kon worden: “leuk, weer een cloudplatform”, wordt nu wel duidelijk dat het Siemens menens is. Massa is traag, maar wanneer eenmaal op gang, dan blijkt het gewicht dat Siemens in de industriële IT-schaal gooit veel voordelen te hebben. Bijna alle toonaangevende IT-bedrijven doen graag zaken met Siemens. ‘We werken onder andere samen met Microsoft, SAP, Amazon, Atos en IBM,’ zegt Florian Beil, Head of Technical Sales en tevens MindSpherespecialist. ‘Of een klant een private- of public cloud wil, liever Azure- of Amazon-webservices heeft, of gebruik wil maken van cognitieve Watson-technologie, wat ons betreft kan het. En ook met de bovenliggende applicatielaag voor MindSphere – wij noemen dit de MindApps – gaat het nu snel de goede kant op. Uiteraard kunnen gebruikers nog steeds zelf apps ontwikkelen die middels

30

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

API’s met MindSphere communiceren. Maar het afgelopen jaar hebben ook 30+ partners meer dan 150 kanten-klare apps voor MindSphere ontwikkeld. En een van die partners, Accenture, heeft net aangegeven er dit jaar nog 100 stuks bij te maken. Hoog tijd voor een speciale appstore dus, die er in de loop van 2017 dan ook zal komen.’ Hoe vooruitstrevend ook, een cloudplatform en apps zijn weinig waard als ze niet gevoed worden met data. Hiervoor heeft Siemens een derde laag bedacht waar alle devices en machines, maar ook hele fabrieken worden aangesloten. Luisterend naar de naam MindConnect bevat deze laag de bibliotheken en hardwareproducten zoals de MindConnect Nano, die een plug&play-verbinding mogelijk maken, uiteraard goed beveiligd en versleuteld. Beil: ‘Met de MindConnect Nano verbind je eenvoudig native Siemens-producten, en via OPC UA ook die van derden. Een groot voordeel is dat dit ook kan met oudere producten, en bovendien in running mode. Dus ook brownfield-installaties kunnen zonder invloed


op bestaande processen snel online worden gebracht.’ Beil besluit dat de MindConnect hard- en software in de toekomst ook rechtstreeks in Siemens-producten wordt geïntegreerd, zodat deze ook zonder extra gateway online zijn.

En hoe zit het dan met die tweelingen? Wat is Siemens ermee van plan en welke rol is er voor die PLM-variant? Deze vragen hebben we bewaard voor Digital Factory CEO dr. Jan Michael Mrosik. ‘Het is inderdaad alweer wat jaartjes geleden dat we met de overname van UGS Product Life Cyle Management-producten als NX, SolidEdge en Tecnomatix binnen de gelederen kregen. Ze maken deel uit van onze Totally Integrated Automation-filosofie, die er onder meer van uit gaat dat je eerst een digitaal prototype van een machine of fabriek bouwt, deze optimaliseert middels simulatie en vervolgens pas realiseert. Dit voorkomt dure fouten in de echte wereld en maakt de workflow veel efficiënter. Ook het TIA-portal vervult hierin haar rol, en een platform als Teamcenter zorgt dat alle engineeringdata centraal beheerd wordt, zodat er één actuele versie van de digitale werkelijkheid bestaat waar vanuit iedereen werkt. Met MindSphere kunnen we aan dit digitale model, de tweeling, nog een extra dimensie toevoegen: feedback. Zo kunnen waarden uit het veld realtime in de digitale tweeling worden gesimuleerd, zodat bijvoorbeeld precieze voorspellingen voor onderhoud kunnen worden gedaan. Ook zijn deze teruggekoppelde meetwaarden waardevolle input voor een volgende productiteratie.’

Industriële dempingstechniek:

Voor meer dan alleen standaardoplossingen! Snelheidsregulering

Veiligheidsproducten

Vibratietechniek

Dempingstechniek 14 en 15 juni 2017 Bezoek ons op stand 109

Alles. Altijd. Top. Meer informatie? T +31(0)165 - 714 455 Vraag de gratis ACE catalogus aan via benelux@ace-int.eu www.ace-ace.com

by ACE

E

De tweelingen van Siemens

advertentie

S E R VI

C

‘Door het model continu te voeden met getallen uit de praktijk, wordt de kwaliteit steeds beter.’

Mrosik noemt de automobielindustrie als vooroplopend voorbeeld. Hier wordt al een hele poos van alles gesimuleerd. De performance van systemen en hele auto’s, van productiemiddelen en van logistieke stromen bijvoorbeeld. Van elk product en proces is er een digitaal model dat hiervoor kan worden gebruikt. Maar in de nabije toekomst komen ook de auto’s zelf - waarvan alle engineeringdata in Teamcenter aanwezig is - online. De gegevens die hierdoor beschikbaar komen kunnen belangrijke feedback geven aan zowel gebruiker als fabrikant. Ook luidt dit een tijdperk in met nieuwe businesscases die fundamenteel anders zijn dan de gebruikelijke 3% efficiëntiewinst per jaar. Overigens wil Mrosik ons op het hart drukken dat al die data netjes van de klant blijft. Helemaal in Duitsland blijkt dit namelijk een hot topic en is men voorzichtig. ‘Als Siemens zouden we alle MindSphere-gegevens anoniem kunnen correleren voor nieuwe inzichten. Maar we kiezen er heel bewust voor dat niet te doen. Onze taak is het leveren van goede producten voor de industrie, en daar houden we het bij.’

13683

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

31


NETWERKEN EN BUSSYSTEMEN

Themadag NEN over IoT

Afgelopen 9 februari organiseerde NEN bij het ministerie van Economische Zaken een themadag over IoT - Internet of Things. Een 100-tal aanwezigen liet zich tijdens deze dag informeren over allerlei aspecten rondom IoT, op het gebied van het radiografisch spectrumgebruik, toepassingen en de stand van de diverse beschikbare technologieën. Aan het eind van de dag was wel duidelijk dat er héél veel gebeurt in deze markt, dat er de komende jaren zeer veel apparaten op IoT gaan worden aangesloten, maar ook dat de technologie eigenlijk nog in de startblokken staat. Zo kunnen we nu al kiezen uit: Zigbee, LoRa, wifi-p, Sigfox, UWB, wifi-HaLow, Ingenu, Weightless, Narrowband-IoT, LTE eMTC en LTE-M. Zomaar wat technieken die deze dag genoemd - en enkele in meer detail besproken - werden. Rob Hulsebos

Waar laten we 50 miljoen sensoren?

I

n het ochtendprogramma veel aandacht voor het radiografische spectrum. Hebben we wel genoeg ruimte voor al die miljoenen apparaten? Dit was het onderwerp van de presentatie van DiaLogic, die een studie getiteld “Spectrum utilisation and monitoring” heeft uitgevoerd in opdracht van Agentschap Telecom. Hierin is gekeken naar de knelpunten bij het gebruik van het radiospectrum in het sub-GHz gebied. Geschat wordt dat in 2024 er tussen de 8 en 52 miljoen IoT-apparaten in Nederland actief zullen zijn, wat in de Randstad kan oplopen tot 10.000 apparaten per km2. Als er teveel apparaten tegelijk dezelfde (868 MHz) frequentie willen gebruiken, ontstaan storingen. Dit vertraagt doorgifte van data of laat deze helemaal stoppen. We kennen dit verschijnsel van de wifi: wie in een flat woont en 30 netwerken van de buren kan ontvangen heeft hetzelfde probleem. De conclusie van DiaLogic is dat het technisch goed mogelijk zou moeten zijn om deze aantallen apparaten te verwerken, maar dat er nog verbeteringen in de protocollen mogelijk zijn om efficiënter te kunnen werken met radiofrequenties. Het rapport is voor iedereen te lezen op de DiaLogic-website en bevat daarnaast nog veel interessante informatie over de verschillende IoT-technologieën. Uiteraard kan ook nog op andere frequenties gewerkt worden: zoals Zigbee op 2,4 GHz, of wifi-p op 5,9 GHz. Een presentatie later deze dag van T-Mobile gaf aan dat zij geen enkel probleem verwachten. Deze provider heeft al 15.000 gsm-masten in Nederland staan, elk met drie (sector)antennes en per antenne kunnen 100.000 apparaten worden bediend. Maar T-Mobile maakt dan ook gebruik van gsm-frequenties, niet van de 868 MHz.

32

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

Regulering en standaardisatie Het tweede deel van het programma ging dieper in op regulering en standaardisatie. De nationale overheden werken met elkaar aan een Europese en wereldwijde coördinatie van spectrumgebruik via de RSPG - Radio Spectrum Policy Group, www.rspg-spectrum.eu. Een consortium van grote bedrijven heeft de “AIOTI Alliantie” - Alliance for Internet of Things Innovation, www. aioti.org - opgericht, om op Europees niveau te werken aan samenwerking tussen bedrijven, convergentie van technieken, wegnemen van marktobstakels en het uitvoeren van grootschalige proeven om zodoende het gebruik van IoT te versnellen. Verder werken de telecomoperators aan 5G, de opvolger van het huidige 4G mobiele netwerk. De 5G is overigens nog niet verder dan de specificatiefase. Er komt expliciet ruimte voor IoT toepassingen in 5G. Verder hebben we in onze auto’s straks ook het nodige aan sensoriek, voor “collaborative driving”, te maken op basis van de wifi-p variant van wifi. Die krijgt een eigen frequentieband op 5,9 GHz, doch ook de telecomoperators azen op deze frequentie.

Actuele ontwikkelingen Het middagprogramma eindigde met een aantal presentaties over eerdergenoemde actuele en aankomende netwerktechnologieën, elk met hun eigen technische aspecten, voor- en nadelen. KPN heeft inmiddels LoRa uitgerold in Nederland en biedt ook LTE-M voor zwaar-


NETWERKEN EN BUSSYSTEMEN

dere toepassingen; T-Mobile is bezig met proeven met Narrowband-IoT, en het Franse Aerea heeft Sigfox al over heel Nederland uitgerold. A xians gebruikt IoTasset-tracking op basis van UWB (UltraWideBand) in ziekenhuizen en voorspelt dat dit asset-tracking een van de grote toepassingen van IoT gaat worden. Elke technologie heeft zo zijn eigen voor- en nadelen, helaas was de tijd veel te kort om er dieper op in te gaan. Ook wat het gebruik van een protocol per “thing” gaat kosten, kwam niet aan de orde. Dat zouden best eens goede thema’s kunnen zijn voor een vervolgbijeenkomst. Wat ik op deze dag geleerd heb is dat IoT heel snel evolueert, heel veel

nieuwe mogelijkheden biedt, maar de explosie van verschillende technologieën maakt de keuze moeilijk. Tja, waar in netwerkland hebben we dat ook al eens eerder gezien?

Werkgroep NEN zou NEN niet zijn als men niet zou proberen enige standaardisatie op gang te brengen in de Nederlandse markt en wil met een werkgroep starten. Wie interesse heeft om hierin mee te doen kan contact opnemen met Vlora Rexhepi-van der Pol, Standardization consultant van NEN (email: vlora.rexhepi@nen.nl).

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

33


34

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017


Auto-ID De operator moet centraal De voedingsmiddelenindustrie gebruikt tracking & tracing om veiligheid en efficiëntie tijdens productieprocessen te kunnen garanderen. Automatische identificatie - auto-ID - zorgt in theorie voor goede databehandeling en beheersbaarheid. In de praktijk merkt interimmanager Rob Bensdorp dat er op dat vlak nog veel te doen is. Te vaak verzinnen operators zelf oplossingen voor problemen en ergernissen, waardoor data niet klopt en schijnveiligheid ontstaat. Om dit te voorkomen moeten ze vanaf het begin bij automatiseringsprojecten worden betrokken. Jacques Geluk

H

et belang van tracking & tracing is in de zwaar gereguleerde voedingsmiddelenindustrie, maar ook bij vliegtuigbouwers, bovengemiddeld hoog. Fouten vermijden en snel oplossen heeft absoluut prioriteit in een bedrijfstak waar productveiligheid bovenaan de lijst staat. ‘Bij een incident moet alle relevante data binnen vier uur bekend zijn. Auto-ID begint meestal nog steeds met een bar- of QR-code. Nadat die is gescand vindt, bijvoorbeeld via een procesondersteunend ERP-computerprogramma, automatisch gegevensregistratie en -opslag plaats. Daardoor is precies bekend wanneer op welke lijn een product is geproduceerd, wat voor handelingen daarvoor zijn verricht en welke grondstoffen erin zijn verwerkt’, zegt Rob Bensdorp, die als interimmanager veel opdrachten heeft vervuld voor ondernemingen in de zuivel- en vleeswerkende industrie en de bakkerijwereld. Auto-ID is verder belangrijk voor het goed en realtime beheren van magazijnvoorraden en voor tussenopslag. ‘Het is mogelijk in plaats van barcodes met RFID (radiofrequentie-identificatie) te werken. Daarmee is op afstand informatie af te lezen, maar de industrie maakt er nog weinig gebruik

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

35


SIL ? e i W

TIJDENS EEN VRIJBLIJVENDE KENNISMAKING BESPREKEN WE WAAR U AAN TOE BENT…

PRODUCA Consultancy T 0162 429 179 E info@produca.nl W www.produca.nl

STOPPER AUT Produca - SIL.indd 1

Medewerkers van PRODUCA Consultancy zijn actief bij de normencommissie NEC65 hebben het SIL platform opgericht en leiden het zijn gecertificeerd Functional Safety Professional hebben internationale ervaring met SIL implementatie

26-03-2010 15:29:24


15:29:24

NETWERKEN EN BUSSYSTEMEN van, vooral vanwege de kosten. Welke manier ze ook gebruiken, het gaat erom dat alles is geregistreerd en dat een druk op de knop voldoende is om alle juiste gegevens te krijgen. Althans, als alles goed gaat.’

Belevingswereld Bensdorp heeft onlangs een lezing gegeven tijdens het door FHI op 7 maart georganiseerde Auto-ID event. De lezing had de titel “Auto-ID in de food - een hele kluif of een smakelijke snack?”. Daarin geeft hij vanuit een verrassend perspectief inzicht in de voetangels en klemmen die aan de oppervlakte komen bij het gebruik van auto-ID in de voedingsmiddelensector. ‘In de praktijk zie ik dat veel tracking & tracing-projecten niet het beoogde resultaat opleveren, bijvoorbeeld doordat sys-

Rob Bensdorp. Bron: Martin Hogeboom.

‘Operators zijn degenen die het tracking & tracing-auto-ID-project moeten ’voeden’.’

jectmanagers weten niet wat er op de werkvloer gebeurt en verdiepen zich niet in de belevingswereld van de operators. Ten onrechte en met alle gevolgen van dien.’

Verkeerde data

temen te langzaam, te complex of niet robuust genoeg zijn. Daarnaast blijkt dat vaak achteraf data wordt toegevoegd door middel van back-upprocedures, waardoor het systeem of op tilt slaat of, erger, de gegevens niet overeenkomen met de feiten. De voornaamste oorzaak is gelegen in het feit dat de operator, degene die de boel bedient, niet vanaf het begin is betrokken bij het bedenken en opzetten van dit soort automatiseringsprojecten en als sluitpost wordt gezien.’ ‘Operators zijn degenen die het tracking & tracing-autoID-project moeten “voeden” met hun inbreng vanuit de praktijk. Als ze al lid zijn van de projectgroep die verantwoordelijk is voor de opzet ervan, krijgen ze vaak niet de gelegenheid kenbaar te maken wat hen dwarszit of ergert of waaraan ze juist behoefte hebben. De pro-

Bensdorp geef t t wee voorbeelden. ‘Iemand scant iets. Vervolgens duurt het tien seconden voordat de data is weggeschreven. Dat lijkt niet lang, maar als diegene dat honderd keer moet doen tijdens zijn dienst, is dat al snel vervelend.’ Vervolgens vertelt hij over een operator die twintig pallets met blikken, die dienen voor het verpakken van voedingsmiddelen, moet bestickeren. ‘Op elke pallet moet een sticker met barcode komen. De operator moet veertig seconden wachten tot het scannen en printen is afgerond en steeds van zijn heftruck klimmen om de stickers op de pallets met blikken, die op de lepels staan, te plakken. Dat ergert hem. De volgende keer besluit hij alle stickers in een keer te printen, ze mee te nemen op de heftruck en ze op de pallets te plakken na het wegzetten ervan. Het probleem is dat het systeem alle stickers in het eerste uur van zijn dienst registreert, waardoor verkeerde data de resultaten van

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

37


Hét laatste virtual reality nieuws als eerst

w w w . v r- n e w s . n u 13621

13621 BU VR-news.nu.indd 1

05-09-16 12:40


tracking & tracing verstoort en bij een incident niet te herleiden is wanneer een pallet precies is geproduceerd. Dat kan rare effecten hebben’, zegt Bensdorp. ‘Het lijkt alsof alles goed is geregeld, maar dat is het niet. Daardoor creëer je schijnveiligheid en kan een goede tracking & tracing worden verstoord.’

Ernstig De teneur van Bensdorps verhaal is dus dat de gebruiker van auto-ID centraal moet staan. ‘Dat klinkt ontzettend logisch en in de praktijk denkt iedereen aanvankelijk dat het systeem gaat werken. Doordat de projectleiding zich echter niet verdiept in wat er werkelijk op de werkvloer bij komt kijken, levert het automatiseringsproject niet het beoogde resultaat op. Dat is uiterst ernstig en kan grote gevolgen hebben. Bijvoorbeeld dat het proces gedeeltelijk over moet of dat het op z’n best niet goed werkt en op z’n slechtst schijnveiligheid biedt. Dan komt de projectleiding of zelfs later pas de proceseigenaar erachter dat de tracking & tracking niet voldoet aan de eisen en daarmee de projectdoelstelling in zijn geheel niet gehaald wordt. Dit kan bovendien bijdragen aan een vervelende sfeer in de fabriek doordat de operators het gevoel hebben niet te worden begrepen. Dat is slecht voor het proces, de samenwerking en het vertrouwen in (IT) projecten in het algemeen. Ook belangrijk: er is veel geld uitgegeven voor een project dat niet werkt zoals het moet.’ Vanuit zijn ervaring bij een aantal grote bedrijven vindt Rob Bensdorp dan ook dat er wat auto-ID betreft nog veel te doen is. Hij gelooft dat de fout om operators niet mee aan de wieg te laten staan van dit soort automatiseringsprojecten nog steeds heel vaak en breed wordt gemaakt. ‘Een lichtpuntje is dat operators vaker in projectteams zijn opgenomen, maar daar staat weer tegenover dat de overige projectgroepleden er verrassend slecht in slagen de juiste vragen aan hen te stellen, waardoor de juiste informatie niet naar boven komt. Dus blijft het risico bestaan dat personeel op de werkvloer buiten het systeem om zelf oplossingen verzint en de betrouwbaarheid van auto-ID verstoort’, aldus Bensdorp. En dat terwijl het zo simpel is: Je verdiepen in de operators op de werkvloer zorgt voor oplossingen op maat en betrouwbare tracking & tracing. ‘Dan hadden we de operator die pallets moest bestickeren een knop naast de heftruck kunnen geven, waarop hij kan drukken als de pallet klaar is en - zonder naar beneden te klimmen - de geprinte sticker kan pakken. Dan kan hij gewoon doorrijden en hoeft hij niet alle stickers vooraf te printen.’

t/h °Brix

kg/m3

kg/h °C

m3/h

fact Continue flowmeting ook bij gas- en luchtinsluiting in het medium OPTIMASS serie – technology driven by KROHNE • Coriolis massaflowmeter met Entrained Gas Management (EGMTM): Geen verlies van het meetsignaal tot 100% gas- en luchtinsluiting in het medium • Verbeterde resultaten bij: - Opstarten en shut down van installaties - Verwerking van lucht bevattende producten - Foutanalyse in het proces • Meting van massa-, volume-flow, dichtheid, temperatuur, flowsnelheid en concentratie in één instrument

Meer feiten: www.krohne.nl/optimass 13474

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

13621

6 12:40

39


40

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017


Stefan de Boer toont de nieuwe motoren.

Mag het ook ietsje sneller gaan? Even een ander besturinkje inbouwen Bij Ahold Delhaize Coffee Company (ADCC) in Zaandam wordt onder andere koffie verpakt. Koffie in pads, in cups, gemalen koffie en bonenkoffie. Al sinds jaar en dag worden hier koffiebonen gebrand, in verschillende fijnheden gemalen en staat een flink aantal lijnen iedere dag weer volautomatisch verpakkingen te vullen. Steeds automatischer en met steeds modernere technieken. Soms noodgedwongen, want wat als blijkt dat er voor je besturing geen onderdelen meer leverbaar zijn? Dan ben je gedwongen tot een ombouw naar een nieuw systeem. En wat als er van de bestaande installatie geen functionele specificaties meer zijn? Dan mag je voor die ombouw wat extra tijd uittrekken. Janet Kooren

S

tefan de Boer is projectengineer en van huis uit besturingstechnicus. Een breed begrip. Bij ADCC bemoeit hij zich met veel verschillende onderdelen, van complete productielijnen tot paklijnen. Soms leidend in een project, soms “alleen” deelnemend. Met een bepaalde lijn in “zijn” fabriek waarvan er maar liefst drie in bedrijf zijn, is hij al jaren bezig. De besturing van die verpakkingslijn, een verticale vorm-, seal- en sluitmachine die bonen in zakken verpakt, is lang geleden door de leverancier op maat gemaakt. Toen de wens ontstond die machine aan te passen, bleek dat niet zo eenvoudig als De Boer had gedacht. ‘Volgens die leverancier waren de onderdelen van de besturing niet meer leverbaar, moest die geheel vervangen worden en kon dat niet op locatie. Met andere woorden: de lijn moest compleet gedemonteerd en naar de fabriek van de leverancier om daar ter plekke te worden omgebouwd. Je kunt je voorstellen dat we daar niet zo’n trek in hadden. Niet alleen vanwege de hoge kosten die dat met zich meebracht, maar ook vanwege het feit dat deze lijn dan wellicht maanden uit productie moest.’

Geen specificaties De Boer besloot de integrator waar hij al ervaring mee

had - VSE uit Schoonhoven - te vragen naar hun ideeën. ‘Met hen had ik al eerder ervaring opgedaan en we spreken dezelfde taal, dat is prettig. In een eerder project, het upgraden van een lijn voor het vullen van koffiepads, ging het ook al over een besturing waarin een aantal oude servoregelaars en servomotoren zaten, die niet meer te verkrijgen waren. Om de continuïteit te garanderen hebben zij die toen voor ons vervangen. Daarvoor hebben we Simatic Motion van Siemens als systeem gekozen en daar bleek VSE goed mee uit de voeten te kunnen. De ervaring was zodanig dat we weer met hen in gesprek zijn gegaan en ook weer voor hetzelfde systeem kozen om dit project mee te upgraden.’ ‘Omdat we van de oorspronkelijke besturing totaal geen specificaties hadden, en die ook niet te herleiden bleken, moesten we eigenlijk vanaf nul beginnen. Dat was best een uitdaging, want de techniek van de nieuwe besturing was anders, het proces per product moest opnieuw worden uitgezocht en er is een enorme diversiteit aan producten die deze ene lijn aan moet kunnen. Er zijn maar liefst eenendertig “recepten” die ingesteld moeten worden. Alleen al het uitvogelen van alle parameters kostte weken aan tijd. De softwarekoppeling van alle motiontechniek moest volledig opnieuw worden

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

41


Onderdeel van de verpakkingslijn.

geschreven en tegelijkertijd kozen we er voor om de lijn niet alleen geschikt te laten zijn voor bonen, maar ook gemalen koffie te laten verwerken.’

Snellere inpak nodig Nu de lijn is omgebouwd, heeft diezelfde lijn, puur door de verbeterde techniek, een veel hogere capaciteit. De Boer: ‘De volgende stap is nu de inpaklijn, want de snelheid waarmee de lijn kan draaien, wordt nu beperkt door de capaciteit van de inpak. De maximale hoeveelheid producten kan nu vijftien tot twintig procent hoger liggen, maar dat moet wel worden afgevoerd.’ Die volgende stap, de inpaklijn, staat hoog op zijn wensenlijst. ‘Het mooiste van zo’n heel proces is als je de techneuten aan de slag ziet, die op maandag nog een enorme spaghetti aan draden voor hun neus hebben en diezelfde spaghetti op donderdag tot een keurige overzichtelijke bedrading hebben verwerkt die onder spanning wordt getest. En als dan op vrijdag de software geïnstalleerd is, dan weet je dat ze snappen wat ze doen.’

42

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

De belangrijkste seal.

Aanpak Jelle Verwoerd van VSE vertelt over de aanpak. ‘Voor Ahold Delhaize stond voorop dat de nieuwe besturing bedrijfszeker moest zijn. Ze hadden al goede ervaring met het besturingssysteem en kozen er daarom voor die ook op deze lijn te gebruiken. Ten eerste omdat de eigen monteurs die systemen al kennen, ten tweede vanwege de veiligheid en de betrouwbaarheid.’ Omdat er totaal


‘Dankzij de nieuwe besturing is het wisselen van recepten een peuleschil.’ geen functionele beschrijving van de besturing beschikbaar was, is Verwoerd bij de draaiende machine notities gaan maken. ‘Dat was een flinke uitdaging. Want niet alleen de verschillende motoren moeten met elkaar gekoppeld zijn in de software, maar ook alle andere aansturingen, zoals de pneumatische elementen, de ontgasventielen, de aansturing van de vulmachine, het openen en sluiten van het bekken, de labelaar en CO2-gasunit. Veel van die elementen moeten ook nog eens heel tijdkritisch op elkaar zijn afgestemd. Als de koffie te vroeg in de folie wordt gevuld, dan is de verpakking niet luchtdicht en is er sprake van afkeur.’

tuur van het sealen belangrijk. Als hij motorpositie 0,01 haalt, is de seal niet helemaal dicht en zit er iets tussen. Zo moesten we zelf helemaal uitzoeken wat er precies met elkaar in verband moet staan. In die eenendertig recepten die Stefan de Boer al noemde, zijn alle instellingen per product opgenomen.’ Hij vervolgt: ‘Om een voorbeeld te noemen, het sealen van de folie op het bekken, dat gebeurt met een servomotor. De kracht waarmee dat gebeurt, moet heel constant zijn. Dat regelden we in eerste instantie posi-

Een complex geheel, zo bleek. ‘Hoe goed we ook keken tijdens het functioneren, uiteindelijk bleek er nog meer functionaliteit te zijn dan zichtbaar was. Daar moesten we dus al doende nieuwe oplossingen voor inpassen. En de duo-functie, dat er nu zowel gemalen koffie als bonen op één lijn verwerkt wordt, was een extra uitdaging.’

Tijdkritische afstelling Verwoerd: ‘Doordat bepaalde elementen kritisch in tijd op elkaar afgestemd moeten zijn, moet je dat in de software heel nauwkeurig koppelen. Er wordt gedetecteerd of er zich in de seal geen koffie bevindt voordat de seal wordt gemaakt. De seal sluit altijd precies op motorpositie nul. De positionering van deze motor bepaalt voor het grootste deel de kwaliteit van de dwarsseal. En juist bij deze seal is de juiste kracht, tijd en tempera-

De folie wordt gevouwen.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

43


113GHZ + UW GOLFLENGTE

Uit de reeks van 113GHz aan radartechnologie hebben wij altijd de juiste radarfrequentie voor uw meettoepassing. Op het gebied van engineering bieden wij u de complete portfolio van niveaumeetinstrumenten aan en helpen wij u bij het optimaliseren van uw procesautomatisering. Wij stemmen af op uw golflengte om te begrijpen wat u precies nodig heeft om uw productieprocessen te optimaliseren.

Bekijk onze speciale website: www.yourlevelexperts.com 13669

13669 AUT Endress + Hauser.indd 1

03-05-17 14:01


‘Verschillende motoren moeten met elkaar gekoppeld zijn in de software.’

Het afstemmen luistert heel nauw.

tie-gestuurd, naar nul. Maar door de verschillen in de mechanica sturen we dat nu op het koppel van de motor, met kracht op het bekken. En zo hebben we voor ieder afzonderlijk onderdeel in het hele proces alles opnieuw moeten overwegen. Dat dat per recept zo veel kon verschillen hadden we ons vooraf niet gerealiseerd. En met eenendertig recepten op de machine gaat daar dus de meeste tijd inzitten. Want het ombouwen zelf was binnen een week klaar. Maar het afstellen moest vervolgens per recept worden gedaan. Het bleek niet een kwestie van gewicht versus type product in deze parameters. Want datzelfde gold voor het doseren, wegen, printen, labelen en de afvoerlijn. Al die elementen moeten per recept synchroon lopen.’ ‘Dat hele instellen hebben we samen met de medewerker van de technische dienst van ADCC kunnen doen. En de operator is nu helemaal gelukkig, want dankzij de

nieuwe besturing is het wisselen van recept een peuleschil geworden. En dat is niet de enige verbetering. De temperatuurregelingen waren voorheen los via een PIDregelaar, nu zijn die in de plc geïntegreerd en uitleesbaar via de HMI. Ook de storingsdiagnose is sterk verbeterd en de apparatuur heeft geïntegreerde veiligheid.’ De Boer is erg tevreden over hoe het gelopen is. ‘Dat het met de receptuur zoveel tijd kostte, was voor ons allemaal best wel een tegenvaller, maar dat is meer dan goed opgelost. We tastten door het gebrek aan specificaties in het begin compleet in het duister en nu hadden we na deze eerste lijn wel gelijk de basis voor ombouw van de volgende lijnen goed in kaart.’ Inmiddels is een tweede lijn omgebouwd. ‘We konden nu een-op-een de instellingen gebruiken waar we bij de eerste zo op hebben gepuzzeld en het was dus zo gefikst. Die verpakkingslijn komt steeds hoger op het lijstje!’

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

13669

14:01

45


13511a

13511a AUT ExInspect.indd 1

02-05-17 14:21


VERBINDING

Gekleurde connectoren In mijn dagelijkse werk, waarin ik diverse netwerken in testopstellingen bij mijn bureau heb staan, is er in de loop der tijd een forse hoeveelheid (ethernet-)kabels verschenen. Er was echter een klein probleem: alle kabels hadden dezelfde kleur: grijs. Bij het wijzigen van een testopstelling gaat er dus weleens iets fout: de kabel van het verkeerde netwerk worden omgeplugd. Daarom heb ik enige tijd terug een serie gekleurde kabels gekocht: rood, wit, roze, geel, groen, zwart, blauw, etc. Sindsdien is het veel makkelijk geworden om de kabelloop te volgen en altijd meteen de juiste kabel te pakken. Rob Hulsebos Procentec (Wateringen) is nu op de markt gekomen met een serie gekleurde Profibusconnectoren. Dit maakt het makkelijker om in een grote installatie met diverse Profibusnetwerken en/of aftakkingen op repeaters/hubs meteen de juiste kabel te identificeren. Bij Profibus is de kabel meestal paars, dus het trucje met kabelkleu-

ren kan hier niet worden herhaald. Functioneel maakt de kleur van de connector natuurlijk geen verschil in het functioneren van het netwerk zelf, en bij de aanleg ook niet. Maar als later wijzigingen in een netwerk worden aangebracht en de werkelijkheid gaat afwijken van de documentatie, is de kleur van de connector een makkelijk hulpmiddel.

Snelheid RS485 verhoogd De norm TIA/EIA-485, populair ook wel bekend als RS485 (Recommended Standard 485), beschrijft al tientallen jaren dat de maximum haalbare snelheid van een verbinding 10 Mbit/s is. Deze limiet is inmiddels al lang achterhaald door moderne elektronica die veel hogere snelheden toestaat. Een voorbeeld hiervan zien we bij Profibus/DP, dat op een maximale snelheid van 12 Mbit/s kan werken op afstanden tot 100 meter, terwijl de originele norm de maximumlengte van het netwerk dan op 10 meter zou beperken. Rob Hulsebos Maar ook 12 Mbit/s is ruim achterhaald. Moderne elektronica biedt de mogelijkheid om snelheden tot

24, 40, 50 of zelfs 100 Mbit/s te kunnen halen, afhankelijk van de leverancier en het gebruikte type kabel. Daarnaast is de elektronica ook zuiniger geworden, waardoor meer dan de gebruikelijke 32 apparaten op één netwerk kunnen worden aangesloten: 64, 128 en zelfs 160. Dat scheelt dan weer in de aanschaf van repeaters waar van er normaliter één per 30 apparaten nodig is. Verdere moderniseringen betreffen de mogelijkheid van “hot plugging”, het loskoppelen van een apparaat op een lopend netwerk of het weer aansluiten ervan, zonder nadelige effecten op lopende transmissies. Nu worden in de praktijk sowieso al vaak apparaten losen weer aangekoppeld, als er dan al

een transmissie werd gestoord dan loste een hertransmissie dat wel op, dus vanuit gebruikersperspectief werkte hot plugging altijd al. Helaas werken al deze verbeteringen aan RS485 niet door in de bestaande industriële net werkprotocollen. Ook al zijn deze voorzien van moderne elektronica, in de specif icaties staan altijd nog de oude limieten genoemd. Daarnaast zijn sinds een jaar of 10 veel netwerkprotocollen overgestapt naar gebruik van ethernet, dat al begon op snelheden van 100 en 1000 Mbit/s, veel meer dus dan bij gebruik van RS485. Wie de nieuwe mogelijk heden v an R S4 85 w il benutten, zal dus veelal beperkt zijn tot custom-made apparatuur.

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

13511a

14:21

47


VERBINDING

Energie oogsten Tijdens de ISA-100 End User Conferentie afgelopen november in Rotterdam (zie Automatie|PMA 2016/10 voor een verslag) kwam uiteraard de vraag naar boven: “Hoe lang gaat de batterij van die draadloze sensor mee”. Daar is niet altijd een eenduidig antwoord op te geven, want dat hangt sterk af van het tempo waarin data gezonden wordt – hoe langzamer, des te langer de levensduur. Maar langzamer communiceren is niet altijd gewenst. Dan is een andere energiebron nodig, bijvoorbeeld een die de energie rechtstreeks uit de omgeving kan halen, wat in het Engels “energy harvesting” heet. Een paar voorbeelden: zonnecellen, piëzo-elementen, temperatuurverschillen, trillingen, etc. Het voordeel is dat die energie in principe voor onbepaalde tijd aanwezig is; een nadeel is dat het opgewekte vermogen meestal vrij laag is. Maar voor moderne elektronica en de low-power draadloze netwerken die in de procesautomatisering gebruikt worden kan energy harvesting wel degelijk nuttig zijn. Rob Hulsebos Het Delf tse Kinergizer richt zich geheel op energieopwekking uit trillingen. Volgens James O’Connor, business development manager van Kinergizer die ik in Rotterdam tegenkwam, is hun Hiper-Dproduct uniek op de markt: in tegenstelling tot de concurrentie is de Hiper-D werkzaam in een breed spectrum van frequenties en niet slechts op één bepaalde frequentie. Het basisprincipe van energieopwekking uit trillingen is de beweging van een magneet in een spoel, waarmee een vermogen van 79 mWatt op een spanning van 3,0, 3,3 of 5,0 volt (instelbaar) op te wekken is. Qua formaat heeft de Hiper-D de afmeting van een D-batterij. Een Hiper-PM kan gebruikt worden om de spanning/stroom van de Hiper-D aan te passen aan specifieke eisen van de te voeden apparatuur, eventueel nog gekoppeld aan een accu. Een ander type energy harvester werkt op temperatuurverschillen: de Perpetua PowerPuck. Het product ziet eruit als een kruising tussen een ijshockeypuck en een stekelvarken, maar dat heeft een functie: het puckgedeelte wordt op een warm oppervlak gemonteerd. De maximum temperatuur mag ca. 105 °C zijn; hogere temperaturen - tot 450 °C - zijn haalbaar door er een heat extender (= afstandbus) of isolatie tussen te monteren. Door de afkoeling aan de andere kant van de PowerPuck ontstaat een temperatuurverschil en hiermee wordt stroom opgewekt via een speciaal soort halfgeleider. Er zitten geen bewegende onderdelen in. De opgewekte stroom kan via een kabel naar het te voeden instrument worden geleid. Al bij een temperatuurverschil van 20

48

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

graden tussen het warme en koude eind van de PowerPuck wordt genoeg vermogen opgewekt om de batterijlevensduur te verdubbelen. Of, andersom: dankzij het extra vermogen is het ook mogelijk om sneller data te sturen met eenzelfde batterij-levensduur. Op de website PerpetuaPower.com is uitgebreide informatie te vinden over de positieve invloed op de batterijlevensduur met dit product. Powerpucks zijn leverbaar voor Emerson, GE en Honeywell transmitters. Ook uit zonnepanelen is energie te winnen. Nadelen van zonnecellen zijn echter dat ze geen stroom leveren als het donker is zodat toch nog een accu nodig is, en dat de daglengte op onze breedtegraad nogal varieert. Anderzijds neemt de efficiëntie van zonnepanelen nog steeds toe, zodat ook met hele kleine cellen genoeg stroom te genereren is. De Rotterdamse startup Tryst Energy wil dit jaar met een product komen ter grootte van een postzegel, die zelfs onder een bureaustoel in 4 uur (á 200 lux) genoeg stroom kan opwekken om een bluetoothverbinding 24 uur in stand te houden. En hoe weinig is 200 lux? Ongeveer 1% van de normale daglichtsterkte. Naast de bovengenoemde voorbeelden zijn er uiteraard nog veel meer methodes om energie te oogsten uit de omgeving, zoals uit piëzo-elementen, radioactiviteit, drukverschillen, etc. Er is heel veel interesse in energy harvesting omdat de verwachte enorme hoeveelheid IoT (Internet of Things) apparaten wel van voeding moet worden voorzien. Anderzijds is er ook heel veel onderzoek naar het verhogen van de capaciteit van batterijen en accu’s, waardoor energie oogsten misschien weer minder nodig is.


KNF MEMBRAANPOMPEN SPECIALISTISCHE GASMEETPOMPEN Optimaal voor geavanceerde toepassingen. Met KNF profiteert uw proces van een pompoplossing, exact volgens uw specificaties - op z’n best uitgevoerd voor de uitoefening van zijn taak. ■ Zuiver transporteren, comprimeren en evacueren o van procesgas tot 240 C ■ Volgens ATEX richtlijnen ■ Gasmeetpompen voor mobiele- en stationaire proces gasanalyse www.knf-verder.nl info@knf-verder.nl 030-6779240

13585

CYBERSECURITY-EXPERT.COM

KENNIS HAAL JE BIJ DE BRON Om aan de sterke vraag naar meer kennis over haar ISA/IEC62443 standaard te voldoen introduceert ISA een compleet nieuw trainingsprogramma. Dit programma is ontwikkeld door internationale Cybersecurity Specialisten die dagelijks intensief betrokken zijn bij zowel de IT als OT security. De uitgebreide praktijkopstellingen zijn samen met marktleiders op dit gebied ontwikkeld. Het volledige programma omvat: basisbegrippen en best-practices, uitvoering van risicoanalyses, vertalen van risicoanalyses naar concrete en veilige ontwerpen en het professioneel onderhouden van systemen. HET UNIEKE PROGRAMMA IS ALS VOLGT OPGEBOUWD: Certificaat 1: ISA/IEC62443 Cybersecurity Fundamentals Specialist. 2-daagse opleiding, onsite of in Eindhoven.

WORD OOK ISA /IEC62443 IT Y CYBERSECUR E X P E R T!

Certificaat 2: ISA/IEC62443 Cybersecurity Risk Assessment Specialist. 3-daagse opleiding, onsite of in Eindhoven. Certificaat 3: ISA/IEC62443 Cybersecurity Design Specialist. 3-daagse opleiding, onsite of in Eindhoven.

Certificaat 4: ISA/IEC62443 Cybersecurity Maintenance Specialist. 3-daagse opleiding, onsite of in Eindhoven. Om de Certificaten 1 t/m 4 te behalen, moet men de bijbehorende klassikale opleidingen volgen en met succes examen doen bij een van de wereldwijde Prometric locaties (zoals Amsterdam).

ISA European Office-De Zaale 11-Eindhoven Telefoon: 040-2390524, E-mail: info@isaeurope.org

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

13725

Om de titel ISA/IEC62443 Cybersecurity Expert te mogen voeren moet men alle vier de Certificaten behalen.

49


CYBERKRONIEK

De Russen komen De afgelopen maanden is het steeds: als er iets goed fout gaat op cybersecuritygebied, dan is dat de schuld van de Russen. De presidentiële verkiezingen in de VS zijn erdoor getroffen: de systemen van de Democratische partij waren gehackt. Dan zou men ook nog een Amerikaans nutsbedrijf hebben gehackt, evenals de belastingdienst (IRS) en afgelopen december zou opnieuw een Oekraïense elektriciteitscentrale offline gezet zijn. Rob Hulsebos

Het lijkt erop dat “de Russen” de spreekwoordelijke zondebok zijn geworden voor falend cybersecuritybeleid en -implementatie. Was het nu echt zo moeilijk om achter de e-mails van de Democratische partij te komen? De voorzitter van die partij had namelijk een makkelijk te raden wachtwoord, namelijk: “password”. Het energiebedrijf trok later zijn beschuldiging in en in Oekraïne valt de stroom ook zonder hackers regelmatig uit. Het is natuurlijk makkelijk om een onbekende hacker van ver weg de schuld te geven van alles, in plaats van eigen onkunde te bekennen. Het wachtwoord “password” staat op de achtste plaats in de top-10 van meest gebruikte wachtwoorden van 2016, volgens een onderzoek van beveiligingsbedrijf Keeper Security. Andere veelgebruikte wachtwoorden uit de top-10 zijn: 123456, 1234567, 12345678, qwerty en 123123. Daar is dus echt geen eersteklas hacker voor nodig, laat staan een Russische. Overigens laten hackers zelf ook weleens een steekje vallen. Diegene die in het metrosysteem van San Francisco had ingebroken en dat besmet had met ransomware, bleek zelf een - Russisch - e-mailaccount te hebben met een makkelijk te raden wachtwoord. Twee Italiaanse hackers - een broer en zus - konden opgepakt worden omdat ze netjes een softwarelicentie op eigen naam hadden gekocht, waarmee aan 16.000 personen een e-mail kon worden verstuurd waarop “alleen maar” geklikt hoefde te worden om besmet te worden. Heel low-tech dus, maar de slachtoffers waren “een beetje dom”. Nogal. Een van de bekende personen die geraakt werd was Mario Draghi, president van de Europese Centrale Bank. De Italianen verzamelden in totaal 87 Gbyte aan data.

50

Maar ook in Rusland zelf heeft men last van cybercriminelen; de Nationale Bank ging voor 16 miljoen het schip in nadat malware autonoom geld overboekte naar buitenlandse bankrekeningen. De politie arresteerde de makers van de Angler exploitkit, softwarebouwstenen die andere malware-auteurs kunnen kopen om zonder technische kennis op systemen in te kunnen breken via bekende lekken en achterdeurtjes. Omdat deze natuurlijk wel steeds worden gedicht moet zo’n exploitkit steeds worden gemoderniseerd. Dus nu dat niet meer gebeurt, wordt het steeds moeilijker voor malware om in een systeem door te dringen. Ook het afscheid nemen van Flash-technologie van Adobe voor animaties en spelletjes op websites - en van SilverLight - idem, maar van Microsoft - evenals de modernisering van browsers, maakt dat al een half jaar geen nieuwe exploits uitgekomen zijn. Vervelend voor die Russische hackers, want die zien hun inkomstenbronnen opdrogen, terwijl hun bedrijfskosten wel doorlopen. Wat dat betreft is het net een echt bedrijf. Naar aanleiding van de gebeurtenissen in de VS en Italië besteedde de Tweede Kamer ook aandacht aan de cybersecurity van onze eigen politici. Prompt bleek dat wachtwoordbeheer hier net zo slecht is als in de VS: hetzelfde wachtwoord voor verschillende toepassingen, gelekte wachtwoorden, niet vervangen wachtwoorden na publicatie en gebruik van voorspelbare wachtwoorden. Daar hadden we geen Russen voor nodig, dat kon de redactie van Nieuwsuur zelf wel achterhalen. Uiteraard hebben wij in de OT een beter wachtwoordbeheer! (toch??)

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

201702 13677


Flow Bench Fl De nieuwe standaard in Crossflow-techniek: Maximale productbescherming Maatwerkoplossing Vervaardigd uit hoogwaardig RVS Standaard uitvoerbaar met H13, H14 of U15 filter

Volledig in RVS Hoogst mogelijke efficiency Volledig digitale besturing Optioneel kan het hoogwaardige PURIMA ultrasone reinigingssysteem geïntegreerd worden in het RVS-werkblad

LAMINAIR DOWNFLOW TECHNIEK BIEDT OPTIMALE PERSOONSBESCHERMING Geen belemmeringen, maximale bewegingsvrijheid Perfecte monitoring van de procesparameters Volledig gedocumenteerd: QP, QMP, DQ, FAT, SAT, IQ & OQ

DENIOS: 360° VEILIGHEID Werken met gevaarlijke stoffen vergt bijzondere voorzieningen in verband met de veiligheid voor de opperators en het product. Met VARIO-Flow technieken waarborgt DENIOS de luchtkwaliteit in ‘High-Care gebieden’ en bij ‘High-Risk activiteiten’. Al ruim 30 jaar ontwikkelt en produceert DENIOS bedrijfsmiddelen waarmee u verantwoord veilig kunt werken met gevaarlijke stoffen. Speciaal voor de foodindustrie ontworpen systemen voldoen aan de FDA- en GMP-eisen. Profiteer van onze ervaring en expertise en bel voor een vrijblijvende afspraak. Ga voor meer informatie naar: www.denios.com of bel ons: 0172 - 50 64 66 03 312 00 87 13677b

20170223-denios-adv-varioflow-flowbench.indd 1 13677b AUT Denios (varioflow).indd 1

14-3-2017 9:33:36 01-05-17 17:35


PROFINIEUWS

Workshop:

PI NE DE RL AN PO ST BU S 36 D 6, 38 30 AK LE US DE N WW W. PR OF IBU S.N L

Industriële Communicatie in de Proces Industrie 8 juni 2017 - Locatie: DUNEA productielocatie Scheveningen LANCERING VAN ATLAS Atlas is de perfecte oplossing voor het monitoren van uw industrieel ethernet netwerk. Dit product is onmisbaar voor iedereen die binnen de industriële automatisering werkt aan het verminderen van uitvaltijd. PROCENTEC’s Atlas is dé visie voor industrieel ethernet diag-

Binnen de Proces Industrie zien we een steeds grotere adoptie van Industriële Communicatie. Binnen het hart van de samenleving waar 1,3 miljoen mensen worden voorzien van drinkwater, organiseren we een workshop over de mogelijkheden en de toegevoegde waarde van het gebruik van PROFIBUS, PROFINET en IO-Link binnen de proces industrie..

nostiek. PROMESH P9 – DE EERSTE ECHTE PROFINET SWITCH De Indu-Sol Profinet Switch PROmesh P9 is de eerste volledige PROFINET Switch die voldoet aan de steeds hogere prestatieeisen in PROFINET en tevens voldoet aan PROFINET Conformance Class B. Hierdoor kan de switch eenvoudig met een engi-

Ook instrumentatie op het gebied van de procesindustrie wordt steeds slimmer. Bij een juiste integratie van Industriële Communicatie kan men de downtime reduceren, inzicht verkrijgen in processen en de onderhoudstijden tot een minimum beperken. Naast de vele voordelen zijn er natuurlijk zaken waar men op moet letten zoals explosieveiligheid en security. Bekijk het totale programma en meld u aan op: www.profibus.nl

neeringstool in het automatiseringssysteem geïntegreerd worden (Step7, TIA Portal).

INDUSTRIËLE ETHERNET SWITCHES Siemens introduceert met Scalance XC-200 productlijn een nieuwe generatie van compacte industriële ethernet switches. Deze kunnen gebruikt worden in industriële netwerken om

Nieuwe opties voor IO-Link beschikbaar

elektrische en optische netwer-

IO-Link maakt het nu mogelijk om grotere hoeveelheden data te verzenden via het BLOB-profile. Dit maakt onder andere overdracht van afbeeldingen en diagnostische informatie mogelijk. Ook is IO-Link Safety bijna afgerond en wordt er hard gewerkt aan draadloos IO-Link. Al met al er staat er een hoop te gebeuren om automatisering zo simpel mogelijk te maken.

ken op te bouwen in lijn, ster, of ring structuur. Deze layer 2 switches kunnen in PROFINET netwerken ingezet worden.

1D/2D CODE SCANNER Met de nieuwe C5PC serie 1D/2D code scanners, is complexe

Activiteiten 2017

software en moeilijke configuratie overbodig. De functies

• 8 juni 2017 - Industriële Communicatie binnen de Proces Industrie - Dunea • 30 juni 2017 - Algemene leden vergadering • Q3 Workshop diagnose & monitoring • 9 november 2017 - PROFIdag 2017 - De Basiliek te Veenendaal.

auto-setup, auto-focus en de integratie van WebLink maakt

52

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

het mogelijk om maximaal 60 scans per seconden te maken. Er zijn vele interfaces beschikbaar waaronder PROFINET.


± OPLEIDING, TRAINING, SIMULATIE EN ADVIES

> Operations Resource Management Optimaal gebruik maken van equipment, procedures en mensen om de situational awareness te vergroten

13684

Operator Trainingsprogramma > Operator Competentie Onderzoek Gericht op werknemers die in transitie zitten naar een ander niveau

> Emergency Response Training In veilige en levensechte controlekamer trainen hoe te handelen in noodsituaties

Meer informatie en volledig cursusaanbod: www.stc-bv.nl

Cavitatie (g)een probleem ?

| 0181 41 27 99 | INFO@STC-BV.NL | WWW.STC-BV.NL

Cavitatie in regelventielen kan leiden tot ongewenste onderhoudskosten en, in het uiterste geval, uitval van uw productieproces. De door de R&D-afdeling van SAMSON AKTIENGESELLSCHAFT op maat ontwikkelde AC-trim voorkomt schade en geluid ten gevolge van hoge drukval in uw proces.

Thermische Massa Flow Meters/Controllers, Vortex, Ultrasoon

13744

SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Signaalrood 10 · 2718 SH Zoetermeer Tel. +31 79 361 05 01 info@samson-regeltechniek.nl www.samson-regeltechniek.nl

www.sierrainstruments.nl - tel: 072 5071400 - sales@sierrainstruments.nl

SMART IN FLOW CONTROL.

PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2017

A01149NL

Gas, Stoom en Vloeistof applicaties

13749

53


FHI PO ST BU S 36 6 38 30 AK LE US DE N TE L. 03 3 46 E- MA IL INF 5 75 07 O@FH I.N L WW W. FH I.N L

Instrumentatie en Analyse dagen Kennis en ervaring delen in De Kuip Op veel gebieden is behoefte aan technische kennis, maar in de procesinMeer informatie dustrie is met name een tekort aan expertise in metende instrumenten. De http://iena-dagen.nl/ uitstroom van deskundigheid is groot en helaas is de aanwas klein. Daarnaast is er een gebrek aan toewijding voor de wereld van meten. Instrumentatie is de verzamelnaam voor meetinstrumenten, voor apparatuur waarmee fysische grootheden, zoals druk, temperatuur en flow, kunnen worden opgenomen en overgedragen. Chemische variabelen worden ook gemeten, voornamelijk om de samenstelling van een stof te bepalen. Het resultaat is dan de hoeveelheid moleculen of ionen waaruit een proces bestaat. Die apparaten worden analyzers genoemd.

Met de Instrumentatie & Analyse Dagen helpt FHI de markt dit tekort aan te vullen; kennis verspreiden en ervaringen delen. Op 20 en 21 juni vindt dit evenement plaats in het stadion van de landskampioen, de Kuip in Rotterdam. Het gaat die dagen vooral om de inhoud van het programma en de kennisoverdracht die de exposanten en plenaire sprekers aanbieden. Gezamenlijk hebben leden van de FHI gezorgd voor een goed evenwicht tussen presentaties over toepassingen met instrumentatie en analyse apparatuur. Parallel aan het toepassingsprogramma worden Basics of … sessies georganiseerd, waarin de basis van diverse technologieën aan de orde komt. De kansen en voordelen voor de industrie in de sectoren olie, gas, chemie, farmacie, voedingsmiddelen, water en andere toepassingsgebieden, komen nadrukkelijk aan de orde. Op beide dagen wordt een verschillend programma aangeboden. In een programma met een afwisseling van eindgebruikers, fabrikanten en leveranciers zal de neutrale kennisoverdracht belangrijk zijn. De lezingen worden door deze aanpak interessant voor een diversiteit aan bezoekers uit een brede groep.

54

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

Samengevat kan men aandacht geven aan drie verschillende blokken:

Wat moet: wetgeving, normen en standaarden Wat mag: innovaties (wellicht voor green field) Wat kan: concrete verbeteringen bij de alledaagse operatie

De samenwerking van een grote groep leveranciers / fabrikanten van instrumentatie en analyseapparatuur biedt neutrale en praktisch toepasbare deskundigheid tijdens deze twee dagen. Er wordt natuurlijk wel een link met de locatie gemaakt. Aan het einde van iedere dag krijgen veertig bezoekers de gelegenheid een rondleiding in De Kuip mee te maken. Dit staat open voor eindgebruikers en daar moet men snel bij zijn.

FHI GENIET EXCLUSIEVE GASTVRIJHEID IN AUTOMATIE | PMA. DE VERANT WOORDING VOOR DE GEPUBLICEERDE KOPIJ OP DEZE PAGINA LIGT BIJ FHI.


Energie management begint met meten FLUXUS® Energy is het antwoord

FLEXIM Instruments Benelux B.V. Tel.: +31 10 24 92 333 benelux@flexim.com

www.flexim.com

13724

Bel ons voor een demonstratie op uw installatie !

13234g

 In kaart brengen van de energie effiency van warmtewisselaars, boilers en koelinstallaties  Voor perslucht- en brander installaties  Eenvoudig en snel meten met clamp on sensoren  Inzetbaar voor vloeistoffen, lucht en gassen  Zowel voor vaste als tijdelijke opstellingen

DUAL INSPECT: 40% kostenbesparing Kwaliteitsinspectie met machine vision neemt binnen productieprocessen een belangrijke plaats in. Panasonic creëert door middel van het combineren van controle systemen voor twee productielijnen een flinke kostenbesparing. De systemen kunnen twee of meer, totaal onafhankelijke, inspecties verwerken. Voor het markeren van producten heeft Panasonic ook een breed assortiment laser markeersystemen. Kom voor meer informatie over de mogelijkheden van laser markering naar de Vision, Robotics & Motion beurs, daar demonsteren wij live één van onze laser markeersystemen.

Panasonic Electric Works Sales Western Europe B.V.

Stand 152

De Rijn 4, 5684 PJ Best, Nederland Tel. +31(0)499 372727 · email info.pewswe@eu.panasonic.com

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2017

55


COLOFON Redactieraad

Vloeiend functioneel. HOOFDREDACTIE

WILLEM VAN DER BIJL

Geschikt voor zowel hygiënische als industriële toepassingen Toepasbaar in bijtende en schurende vloeistoffen en in slib

HOOFDREDACTIE

LIAM VAN KOERT

Hoge proceszekerheid door nauwkeurige meting en korte reactietijd

Deelname van redactieraadleden aan het redactieraadteam is op persoonlijke titel.

Uitgave

CIP/SIP reiniging

UITGEVER

13671a

JACO OTTO

Magnetisch inductieve doorstroommeter

Ing. Peter van den Berg, Ing. Ton Bol , Ing. Ber nard Bos, Ing. W illem van der Bijl , Ing. Frits Boddeman, André Braakman, Ing. Adrian de Bruijn, Jacques Geluk , Harold van den Hauten, Ing. Rob Hulsebos, Ing. L i a m v a n Ko e r t , J a n e t Ko o r e n , I n g . P e te r Korsten, Ir. Hans Mosselman, Ir.ing. Wim Oxenaar Eur. Erg., Ir. Paul Petersen, Ing. Remco Rijsenbrij, Drs. Bianca Scholten, Ing. Ad Spijkers, Marc Vissers, Ing. Karel Walinga, Ir. Hans van Wijk en Ing. Nick de With.

JUMO flowTRANS MAG H01 und S01

Automatie BV Bezoekadres: Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postadres: Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: 033 456 70 50 E-mail: info@automatie-pma.com Internet: www.automatie-pma.com

Uitgever SALES

ERIK DE JONG

Welkom bij JUMO.

Jaco Otto (Automatie BV), j.otto@aprmediagroep.nl

Advertenties Erik de Jong (Advercom), edejong@advercom.nl

www.jumo.nl

Vormgeving APR Media Groep BV, studio@aprmediagroep.nl REDACTIE

BIANCA SCHOLTEN

industry 17 planner

online agenda met alle evenementen en opleidingen in de industrie en techniek

Advertentie- en orderadministratie APR Media Groep BV, orders@aprmediagroep.nl

Abonneeservice

REDACTIE

JANET KOOREN

REDACTIE

ROB HULSEBOS

Post: Daalakkersweg 2 - 72, 5641 JA Eindhoven Telefoon: 088 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl Abonnementen kunnen iedere maand ingaan en worden jaarlijks automatisch verlengd. Opzeg gingen, uitsluitend schriftelijk, dienen uiterlijk twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn.

Nederland Buitenland Proefabonnement Losse nummers

€ 79,- per jaar (excl. btw) € 140,- per jaar € 35,- 6 maanden € 10,-

Overname artikelen Informeer bij de uitgever. REDACTIE

Industryplanner is de online agenda voor de industrie en techniek waarin alle beurzen, congressen, seminars, opleidingen, cursussen en trainingen zijn verzameld en overzichtelijk in kaart zijn gebracht. Industryplanner richt zich op iedereen in de industrie die als potentieel eventbezoeker op de hoogte wil zijn van alle events die binnen het vakgebied plaatsvinden. Daarnaast heeft de doelgroep de sterke drang zich te willen ontwikkelen door het volgen van cursussen, trainingen e.d.

industryplanner.com

56

HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 03/2017

HAROLD VAN DEN HAUTEN

REDACTIE

KAREL WALINGA

REDACTIE

NICK DE WITH

© Automatie BV, 2017 ISSN 0005-1128

AANSPRAKELIJKHEID Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Automatie BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. Automatie BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de uitgever van Automatie BV. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellec tuele eigendomsrechten zijn van toepassing.


Projekt1 07.04.17 14:15 Seite 1

13477i

13477i AUT IFM.indd 1

03-05-17 14:20


Ultra-Snelle Miniatuur Druktransducer Serie M5 Inzetbaar tot maximaal 200°C Breed gecompenseerd temperatuurbereik, van -20...125 °C of -40...180 °C Uitmuntende dynamische respons, tot 50 kHz (puls metingen) Extreem compact ontwerp, proces aansluiting: M5 x 0,5 fijne draad Ongevoelig voor contacttrillingen Teflon FEP kabel met IP67 kabelinvoer, geschikt voor gebruik op testbanken Drukbereiken 0..3 bar, 0..10 bar en 0..30 bar (absoluut) Temperatuur gecompenseerde 0…10 V uitgang (Serie M5 HB)

Testbanken

Lekkage

Windtunnels

Luchtvaart

Compressors

Explosiegolven

keller-holland.nl 13335a

13335a AUT Keller Meettechniek.indd 1

06-11-15 12:49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.