HET IA -VAKBL AD VO OR NEDERL AND EN BELGIE 62 S TE JA A RG A NG 2018
MicroCoriolis en Regelkleppen 3D-printtechniek en Robottrends
Oogt bekend. Presteert beter. Onze splinternieuwe SXGA camera’s verdienen de aandacht van iedereen Verkrijgbaar met een GigE of een USB 3.0 interface en hierdoor geschikt voor tal van toepassingen. Of het nu gaat om algemene inspectietaken, positionering, robotica, medische toepassingen of intelligente transportsystemen, de keuze is eenvoudig. De 1.6 megapixel XCU-CG160 en XCG-CG160 camera’s met onze nieuwste Pregius sensoren garanderen een helder en gedetailleerd SXGA beeld in kleur of monochroom. Dit bij snelheden van 75 tot 100 beelden per seconde. Ze zijn hiermee de ideale vervanger van uw huidige CCD sensoren en overeenkomstig in vormfactor. Dit samen met alle nauwkeurigheid en duurzaamheid die je van Sony mag verwachten. Bekijk het zelf op: image-sensing-solutions.eu
Digital Interface GigE Vision Digital Interface USB3.0 Vision
Sony’ is een geregistreerd handelsmerk van Sony Corporation.
13925
INHOUD REDACTIONEEL & AGENDA
PAGINA 02 SICK
MASSAFLOWMETING MET LAAG DEBIET
HOE WORDT DE MEERWAARDE ONTSLOTEN?
Klein, kleiner, kleinst: de microCoriolis-sensor
3D-printen
03
04
PAGINA 12 ABT
06
CONVENTIONEEL, MAAR NOG STEEDS VAN DEZE TIJD
COBOTS EN CLOUD ROBOTICS
EMERSON GLOBAL USER EXCHANGE 2018
Basistechniek Regelkleppen
Grootste robottrends 2018
‘Zonder digitaal capabele mensen lukt het niet’
PAGINA 15 SMAR PAGINA 19 SAMSON
PAGINA 24 MIKROCENTRUM YASKAWA
14
20
EEN VOORUITBLIK
PAGINA 30 B&R
26
VERBINDING
Vision, Robotics & Motion 2018
32
PAGINA 35 KROHNE
FHI
MARKT & TECHNIEK
Virtuele beursprojecten voor de industrie
Schakelende netvoeding
VSE PAGIONA 39 LEUZE ELECTRONIC
36
37
COLOFON & PI NIEUWS
VAKBEURZEN
MARKT & TECHNIEK
Energieopslag en -distributie
Nieuwe generatie sensoren voor objectdetectie
40
34
42
SIERRA ISA OMSLAG 2 SONY OMSLAG 3 IFM ELECTRONIC OMSLAG 4 KELLER MEETTECHNIEK
44
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 03/2018
01
DOSIC®: DE COMPACTE RVS-OPLOSSING VOOR FLOWMETING
THIS IS
Sensor Intelligence. Met één en dezelfde sensor het flowvolume bepalen van geleidende en niet geleidende vloeistoffen? Dat kan met SICK’s nieuwe inline flowsensor DOSIC®. Deze werkt volledig contactloos, op basis van ultrasone technologie. Dankzij een afdichtingsvrije en zelflegende meetbuis en een volledig roestvaststalen behuizing is de flowmeter uitermate geschikt voor meettoepassingen in hygiënische omgevingen, zoals de voedingsmiddelenindustrie. Niet voor niets is de DOSIC®EHEDG-gecertificeerd en voldoet hij aan strenge FDA-normen. Tel daarbij het robuuste en compacte design – ideaal voor applicaties met een beperkte ruimte – en u weet: dit is met recht een sterk staaltje Sensor Intelligence. www.sick.nl/DOSIC
13814
REDACTIONEEL
AGENDA Willem van der Bijl W.VDBIJL@AUTOMATIE-PMA.COM
APRIL 23-27 CeMAT 23-27 Hannover Messe 24-25 Big Data Analytics in Process Industry 25-26 DevNation
M
ijn collega van het Duitse vakblad PROCESS, Gerd Kielburger, luidde onlangs de alarmbel. ‘Es ist bereits fünf nach zwölf!’, merkte hij op in verband met de groeiende achterstand aan technische expertise. Steeds meer worden nieuw gebouwde installaties opgeleverd die niet aan technische eisen voldoen. De ATEX-zones zijn onjuist gedefinieerd en mechanisch/elektrische apparatuur wordt net zo lang draaiend gehouden tot het faalt, omdat kennis ontbreekt. Hij rinkelde eveneens aan de bel vanwege de steeds intelligenter wordende apparaten met Industry 4.0-uitrusting. Er komt een groeiende hoeveelheid data beschikbaar en met de beperkte kennis van de technici wordt de omzetting naar nuttige informatie steeds beperkter. Het feitelijke voordeel, zoals voorspellend onderhoud, kan dan niet benut worden.
25 GDPR Live MEI 2 Creatieve intelligentie 8 Safety Event 8-9 Codemotion
Ook in Nederland herken ik deze situatie. In de afgelopen jaren zijn er zoveel initiatieven gestart voor samenwerking tussen technische scholen onderling en met het bedrijfsleven. Maar als de instroom van leerlingen en studenten niet groeit, vissen we hier ook achter het net. Misschien moet het technische werk aantrekkelijker gemaakt worden. We moeten meer kunnen “sleutelen” aan instrumenten, dat is pas interessant. Al dat digitale gedoe moet maar eens afgelopen zijn. Gewoon weer draaien aan potmeters, schroefjes, boutjes, kraantjes, veertjes en andere conventionele hulpmiddelen. Zou dán de jonge technieker (m/v) zich weer tot het bedrijfsleven aangetrokken voelen?
14-18 IFAT
Ik weet het niet. Het “nieuwe leren” is projectmatig en zonder Google word je sowieso niet wijzer. Google weet alles en heeft overal een antwoord op, waarom zou ik dan nog wat in mijn hoofd opslaan. Eén belangrijke reden is dat de mens de gave heeft om vrij en creatief te combineren. De computer kan alleen maar logisch, en vooraf geprogrammeerd, combineren. Maar dan moeten we het hoofd wél vullen met kennis, met veel kennis. Dus kom op jongelui, toon belangstelling, lees, leer en interpreteer en help daarmee het bedrijfsleven. En lees Automatie | PMA. We hebben je hard nodig want de oude garde is aan het vertrekken. Het is vijf over twaalf…
16-17 Digital Utilities Europe
15-17 The Battery Show Europe 15-17 Electric & Hybrid Vehicle Technology
16-17 Advanced Engineering
VOOR MEER EVENEMENTEN EN ACTUELE INFORMATIE OVER O.A. LOCATIE EN TOEGANG, KIJK OP WWW.INDUSTRYPLANNER.COM
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
03
Klein, kleiner, kleinst: de micro-Coriolis-sensor Massaflowmeting met laag debiet Flowmeting op basis van de Coriolis-technologie is met regelmaat in ons blad beschreven. Zowel Coriolis-flowmeter op basis van MEMSde technologie met speciale eigenschappen technologie. Waar gebruik je die voor en waarom? als diverse toepassingen zijn aan bod gekomen. Omdat de technologie gebaseerd is op versnellingskrachten bij trillende buizen, is het systeem wat minder geschikt voor het meten van lage flows of producten met kleine massa. In de loop der tijd zijn de metingen van de buisbeweging en de digitale verwerking van de resultaten een stuk nauwkeuriger geworden. Het gevolg is een breder toepassingsgebied. Wouter Sparreboom met intro van Willem van der Bijl #waaromlezen
D
iverse producenten van Coriolis-sensoren onderscheiden zich door de vorm van de buizen en aansturing en meting van de beweging e rvan. Uiteindelijk is het principe voor allen identiek en als technicus vind ik het zeer interessant. Niet alleen de basiswerking, maar ook de meting van aanvullende variabelen zoals dichtheid, concentratie, samenstelling en viscositeit van het te meten product zijn bijzonder. In recente nummers van Automatie hebben we de meting van laag tot zeer laag debiet gepubliceerd. Het meetprincipe is thermisch, waarmee ook direct massaflow wordt gemeten. Hierover spraken we met Bronkhorst, onder andere producent van massaflowmeters en regelaars, en werden geattendeerd op een nieuwe technologie waarin laag debiet en Coriolis wordt gecombineerd. Op basis van MEMS is een Coriolis- flowmeter ontwikkeld en geproduceerd. Wereldwijd is op dit moment geen enkele andere Coriolis-sensor in staat om zulke kleine flows te meten als deze nieuwe sensor. MEMS staat voor Micro Electro Mechanical System. En dit unieke Coriolis-instrument is sinds kort beschikbaar voor praktijktests.
MEMS-technologie De MEMS-technologie is vergelijkbaar met de halfgelei-
04
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
dertechnologie, maar wordt voor sensoren en mechanische miniatuurcomponenten gebruikt en niet voor elektronische chips. Tot de bekende applicaties waarvoor deze technologie wordt gebruikt, behoren sensoren in airbags, inkjetprinterkoppen, druksensoren, microfoons, kompassen, acceleratiemeters, gyroscopen en time-base oscillatoren. Ook een smartphone bestaat uit talloze MEMS-componenten. Daarnaast worden thermische flowsensoren ook veel in airconditioning systemen gebruikt. MEMS-chips worden gemaakt van wafers. Wafers zijn uiterst platte, ronde discs die gemaakt zijn van silicium of glas. Een gemiddelde wafer is 0,5 mm dik en heeft een diameter van 6 inch (circa 15 cm). Bij de MEMS-technologie worden in bepaalde delen van de wafer lagen toegevoegd of verwijderd. De gebruikte lagen kunnen uit kwalitatief zeer hoogwaardige en robuuste materialen bestaan. Een voorbeeld van een dergelijk materiaal is siliciumnitride, dat wordt aangebracht via Low Pressure Chemical Vapor Deposition (LPCVD) bij een temperatuur van rond de 800 ˚C. Om de betreffende delen af te bakenen, wordt gebruik gemaakt van fotolithografie. Bij deze techniek wordt een fotogevoelige laag (de fotoresist) op het oppervlak van de wafer aangebracht. De samenstelling van die fotoresist wordt vervolgens door middel van
een chemisch proces aangepast door het opper vlak te belichten. Daarna wordt de laag deels weggespoeld met een ontwikkelvloeistof.
geproduceerd met wanden van siliciumnitride met een “dikte” van slechts één micrometer. Zelfs met deze extreem dunne wanden blijven de buisjes dankzij het gebruikte materiaal mechanisch stabiel.
Voordelen van een Coriolis-sensor De meeste MEMS-flowsensoren zijn gebaseerd op een thermisch meetprincipe. Aangetoond is dat dergelijke sensoren in staat zijn om een zeer kleine vloeistofflow te meten, tot een paar nanoliter per minuut. Deze sensoren hebben het voordeel dat ze snel en zeer stabiel zijn. Een nadeel is dat ze voor elke nieuwe vloeistof opnieuw gekalibreerd moeten worden. Bij de Coriolis-flowsensoren - dat wil zeggen flowsensoren met vibrerende buisjes waarin een massaflow blootgesteld wordt aan Coriolis-krachten - is dat opnieuw kalibreren niet nodig. De Corioliskrachten zijn namelijk recht evenredig met de massaflow en zijn onafhankelijk van de temperatuur, de druk, het flowprofiel en de vloeis tofeigens chapp en, aange zien Coriolis-flowsensoren de absolute massa, die in beweging is, meten.
BL-100.
Chip.
flow
sensor (meet beweging) Coriolis flow sensor.
buis in trilling
In af beelding 3 wordt de werking van de MEMS-Coriolis-sensor verduidelijkt. De sensor die in dit demonstratiemodel is geïntegreerd, is gebaseerd op de MEMStechnologie. Het demonstratiemodel kan gas- en vloeistofdebieten meten en regelen van 0,01 tot 2 gram per uur. Een bijkomend voordeel van de MEMS-technologie is dat de Coriolis-buis in het instrument zulke kleine afmetingen heeft dat de resonantiefrequentie van de buis in een kHz-orde van grootte ligt. Duidelijk hoger dus dan bij de conventionele Coriolis-instrumenten van roestvrijstaal. Daardoor is het MEMS-instrument veel minder gevoelig voor externe trillingen.
Micro-Coriolis-technologie beschikbaar voor praktijktests
Coriolis-flowmeters worden meestal gebruikt voor het meten van grote debieten (>1 kilo per uur), omdat de relatief zwakke Coriolis-krachten kleine flows veel moeilijker kunnen BL-100 detecteren. Om voldoende gevoeligheid te creëren om ultralage flows van minder dan 2 gram per uur te meten, moeten de afmetingen van de sensor en de dikte van de buiswanden tot een extreem minimum worden beperkt. Dat is met de conventionele productiemethode met roestvrijstaal echter praktisch niet mogelijk. Hier komt de MEMS-technologie om de hoek kijken. In nauwe samenwerking met de Universiteit Twente heeft Bronkhorst de “surface channel technology” ontwikkeld. Hiermee kunnen buisjes worden
INFO@BRONKHORST.COM
Werking van de MEMS-Coriolis-sensor
Bronkhorst biedt nu de mogelijkheid om gebruik te maken van demons t r atiemodellen met de micro-Coriolis sensortechnologie. Deze zijn voorzien van een geïntegreerde communicatie-interface waardoor het model voor elke toepassing gebruikt kan worden. Dit BL100-demonstratiemodel is leverbaar met en zonder klep voor het regelen van de flow. De BL100 kan bijvoorbeeld uitstekend ingezet worden in de microfluïdica. Denk aan biowetenschappen, “lab op een chip”, medische doseringen, chemische microreactoren, katalysatordoseringen en pompkalibratie. Uiteraard is het bedrijf ook zeer benieuwd naar mogelijke andere toepassingen.
INFORMATIE
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
05
06
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
#waaromlezen Hoe zit het nu met 3D-printen? Moeten en kunnen we er iets mee?
3D-printen Hoe wordt de meerwaarde ontsloten? 3D-printen, je hoort en leest er van alles over. Maar blijft het nu een hype, of wordt het een serieuze volwassen productietechniek die zijn weg ook vindt in de industrie? Wat is er voor nodig om de meerwaarde van het 3D-printen op alle gebieden te benutten? Wat is die meerwaarde en wat zijn de obstakels? De meeste meerwaarde wordt nu op zich wel herkend in de hightechindustrie, maar waarom zou iemand in de ‘gewone’ productieomgevingen iets met 3D-printen willen? Janet Kooren
E
en tijdje geleden ging er in een vergadering die schrijver dezes bijwoonde een aantal objecten van hand tot hand die de aanwezigen vele oh’s en ah’s ontlokten. De intro van mijn verhaal verklapt al dat het hier over 3D-geprinte objecten ging. Maar het was niet zozeer de complexiteit die verbazing wekte, maar de vraag ‘hoe krijgen ze het verzonnen’. Want dat je met 3D-printen complexe onderdelen kunt maken, dat weten we zo langzamerhand wel. En in veel tandartspraktijken zien we tegenwoordig al hightech 3D-printers die in een mum van tijd kronen printen. Iets scannen en dan met een 3D-printer namaken, wordt bijvoorbeeld ook veel gebruikt voor onderdelen van klassieke automobielen. Maar wil je als vormgever 3D-printen efficiënt inzetten, dan moet je wel je denkwijze compleet veranderen. Dat lijkt nog de grootste kunst. Weg van boutjes en moeren en op naar vrij denken. Een object met meerdere beweegbare en complexe onderdelen kan in één enkele print-run uit de 3D-printer komen.
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
07
Het verschil Maar dat loslaten van het denken in traditionele productiemethodes, met de bijbehorende beperkingen, dat lijkt nog niet zo eenvoudig. In de praktijk blijken dat ook vooral de jonge mensen hier het echte verschil te maken. Een van die mensen is Neil van Es, directeur van het snelgroeiende Parts on Demand. In de werkplaats van zijn bedrijf in Tiel denk je even dat je terecht bent gekomen op de set van de Austin Powers-films. De opgestelde 3D-printers hebben illustere namen als “Mini-Me” en “Dr. Evil”. ‘En als we straks een nog grotere printer hebben, gaan we die “Fat Bastard” noemen,’ grapt Van Es.
MCNexus
Het grootste verschil met traditionele productietechnieken is dat 3D-printen een additieve manier van vormgeven is, in plaats van subtractief. Bij subtractief haal je - het woord zegt het al, materiaal weg van een massieve basisvorm. Bij additief voeg je materiaal toe, bij 3D-printen dus laagje voor laagje. Hierdoor wordt verspilling geminimaliseerd en zijn de ontwerp- en designmogelijkheden ongekend groot.
‘Door de volledige ontwerpvrijheid konden we een gewichtsbesparing van 75% realiseren.’ Vijf jaar geleden begon Van Es bescheiden met één 3D-printer. Op dit moment is de productie al dermate groot, dat in het huidige pand geen uitbreiding meer mogelijk is en het machinepark voor de zoveelste keer uitgebreid moet worden. Een ruimere behuizing is dus noodzakelijk. Tijdens ons bezoek is Van Es naast de hectische dagelijkse bedrijvigheid dan ook volop bezig met de op handen zijnde verhuizing naar Utrecht. Daar is in de productiehal ruimte voor een achttal echt grote printers, een equivalent van 16 “gewone” industriële 3D-printers. Parts on Demand is gespecialiseerd in het ontwerpen en 3D-printen van onderdelen, met als visie: het ontwerpen voor het toevoegen van waarde. De geprinte onderdelen worden onder andere toegepast voor end-of-armtooling
08
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
in de machinebouw, assemblagetools en andere onderdelen. De onderdelen komen terecht in legio branches en markten.
Misverstand We vragen Van Es wat het grootste misverstand rond 3D-printen is. ‘Het grootste misverstand is dat 3D-printen goedkoop is. Mensen denken dat, en dat is te wijten aan de hype van een paar jaar geleden. Toen had iedereen zo’n desktop 3D-printertje en daar kon je leuke dingetjes mee printen. En dat kostte inderdaad niet veel. Maar dat is natuurlijk niet te vergelijken met het serieuze werk.’ 3D-printen is in de grond van de zaak dus een dure techniek. De verschillende basismaterialen zijn kostbaar
3D-printen is een parapluterm van verschillende printtechnieken: FDM: Fused Deposition Modelling: Deze techniek print door middel van een draad die laag voor laag op elkaar wordt gesmolten tot het uiteindelijk product. Bij complexe onderdelen is bij deze techniek een ondersteuningsstructuur nodig.
en de cyclustijden per print zijn lang. Pas als je complexiteit in het onderwerp gaat toevoegen wordt 3D-printen aantrekkelijk. ‘Je moet teruggaan naar de roots van een product. Je afvragen hoe je met dat product een functie kunt ver vullen. Wat moet er gebeuren, wat probeer ik te bereiken? Hoe zou ik gaan tekenen en werken als ik helemaal vrij ben van het conventionele pad. Als je op die manier gaat denken, gebruik je deze techniek pas optimaal’ doceert Neil van Es. Van Es vervolgt: ‘Een ander winstpunt, is dat je de “toolingfase” overslaat. Je hoef t geen mal te maken voordat je begint te printen. Dus die kosten heb je niet. Verder heb je absolute flexibiliteit in seriegrootte. Je schakelt naadloos over van 1 naar 100.000 stuks productie.’
SLA: Stereo Lithography Apparatus: Een laserstraal scant de doorsnede van het model in een bad met vloeibare kunststof. Waar de laserstraal de vloeistof raakt, verhardt de vloeistof. Het bouwplatform met het object zakt na iedere scan een fractie van een millimeter dieper in het bassin. Maakt gebruik van een onder uv-licht uithardend materiaal dat relatief snel veroudert. SLS: Selective Laser Sintering: De techniek die Parts on Demand gebruikt. Een hoogwaardige printmethode, die geen ondersteuning nodig heeft. Een zogenaamde recoater legt een dun laagje poeder op het bouwplatform. Deze laag wordt verhit en een laser scant de doorsnede van het model. De laser versmelt zo het poeder en vormt een laag van het model. De recoater legt vervolgens een nieuwe laag poeder neer en het proces herhaalt zich totdat het geheel is opgebouwd. ColorJet Printing: Bij deze techniek wordt gebruik gemaakt van poedermateriaal, net als bij de SLS-techniek. De poederdeeltjes worden alleen niet aan elkaar versmolten door een laser, maar aan elkaar verlijmd met een bindmiddel. Het verschil is dat het toegepaste materiaal beduidend minder sterk is (het beste te vergelijken met gips), maar een voordeel is wel dat je in full color kunt printen. Multi Jet Printing: MJP is een techniek waarbij laag voor laag minuscule druppeltjes vloeibaar polymeer materiaal op een platform wordt gespoten. Elke laag wordt door uv-licht uitgehard direct nadat het is neergelegd. Op plaatsen waar nodig wordt het product ondersteund door een kunststof supportmateriaal. Zeer grote onderdelen met verschillende materiaaleigenschappen kunnen gecombineerd worden.
Serie 1 Door 3D-printen stap je over van het maken van een statisch product naar de vervaardiging van een dynamisch product. Een product dat je moeiteloos kunt aanpassen aan de vragen uit de markt. Dat feit heeft natuurlijk een grote impact op het innovatievermogen van bedrijven. Proefballonnetjes, waarvan eerst prototypes gemaakt moesten worden, kunnen nu gewoon vanaf tekening direct door een 3D-printer worden gemaakt. Je kunt dus snel consumentgericht produceren en snel je voortschrijdend inzicht of klantspecifieke wensen verwerken in je volgende release van een product of zelfs per stuk aanpassingen doorvoeren. ‘Je hoeft ook niet eerst massaproductie te maken, voor-
dat je long tail producten kunt gaan vervaardigen’ zegt Neil van Es. Dat behoeft enige uitleg. De long tail is (uiteraard, zouden we bijna zeggen) een marketingterm. Het is de benaming voor een verschijnsel dat vooral door het internet in opkomst is geraakt. Marketing is vaak gericht op populaire producten en media met een groot publiek. Daar moet dus eerst massaproductie voor worden gemaakt. Pas als die populaire producten minder populair worden, is er tijd, ruimte en geld voor de vervaardiging van minder gewilde producten die dus in de staart van die productie zitten. De long tail dus. We vragen Van Es wat de belangrijkste factor is, die het gebruik van 3D-printen tegenhoudt. ‘Onbekend maakt
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
09
Poeder en onderdelen in een blok.
Poeder en onderdelen worden gescheiden.
10
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
Science-fiction?
Naast de 3D-printers die met kunststof en metaal werken, zijn er allerlei experimenten gaande met het printen van bijvoorbeeld zand, zout, glas en keramiek. Sommige bedrijven ontwikkelen printers voor eigen productie, bijvoorbeeld voor modellen in keramiek of metaal. Er worden inmiddels ook filamenten gemaakt maken van gerecycled plastic. Bijna alles is te printen, van iPad-hoesjes tot sieraden en chocoladeletters. De meest bepalende factor is de beschikbare 3D-printer. Een hele nieuwe tak van sport is het printen van organische materialen. Organen maar ook voedingsmiddelen zullen mogelijk in de toekomst uit een 3D-printer komen en geven ons een lichtelijk science-fictiongevoel.
onbemind’ is zijn antwoord. ‘Mensen denken: ‘Waarom zouden we het anders gaan doen dat we altijd hebben gedaan. Ze denken dat 3D-printen een amateuristische bezigheid is. Toch weer het gevolg van die desktop-printertjes van een paar jaar geleden. Maar als hun directe concurrenten dan wel overstappen op 3D-printen gaan bedrijven toch vaak overstag. Nederland is wat dat betreft veel conservatiever dan bijvoorbeeld Duitsland, daar wordt de techniek inmiddels al breed omarmd. Het is echt zo, dat Nederlandse bedrijven vaak nog een drempel over moeten.’
Soorten 3D-printen Er zijn veel verschillende technieken - zie kader - in het 3D-printen. Ook Van Es heeft verschillende methodes gebruikt in zijn bedrijf en gebruikt inmiddels vooral de SLS-techniek. Hij licht zijn keuze toe: ‘Bij 3D-printen volgens de SLS-methode ben je gebonden aan het gebruik van kristallijne materialen. Deze hebben een Neil van Es.
‘Door 3D-printen stap je over van een statisch product naar een dynamisch product.’ smeltpiek, in tegenstelling tot smeltgedrag dat andere materialen zoals nylon hebben. Er is dus in de productie een momentovergang van poeder naar vaste stof, in plaats van een geleidelijke overgang. Daardoor blijven bij SLS de materiaaleigenschappen veel consistenter. Ook kun je aan kristallijne materialen een hoop additieven toevoegen. Het uiteindelijke product heeft hierdoor hele goede isotrope eigenschappen en een veel hogere sterkte dan bijvoorbeeld eenzelfde product dat met een FDM-printer vervaardigd is.’
Heeft 3D-printen beperkingen? Zeker wel, vindt Van Es. ‘Je bent beperkt tot het gebruik van hoogwaardige kunststoffen (en metalen, waarover zo meteen meer). Dat brengt dus extra kosten met zich mee. En voor simpele producten is 3D-printen niet rendabel, het moet wel enigszins complex zijn!’ lacht hij. ‘Maar sommige beperkingen die er in de beginfase waren, zijn inmiddels voor een groot deel overwonnen.
In het verleden was het bijvoorbeeld nog wel eens lastig om de toleranties van bijvoorbeeld 10.000 stuks gelijk te houden. Dat gaat tegenwoordig gelukkig al veel beter, we bereiken nu een veel hogere consistentie in de toleranties.’
Metaal printen Voor het 3D-printen van metaal is de drempel op dit gebied nog veel hoger. Door de hoge temperaturen is het risico op kromtrekken groot. Er is sprake van nog kleinere toleranties dan bij kunststof en er is veel meer nabewerking nodig. ‘Maar als er voldoende draagvlak en markt is, zie ik Parts on Demand over drie jaar wel metaal printen hoor,’ aldus van Es. De materialen voor het 3D-printen maken een enorme reeks toepassingen mogelijk. Je kunt er additieven aan toevoegen die de eigenschappen volledig kunnen veranderen. Bij Parts on Demand wordt meestal gewerkt met polyamides. ‘We voegen bijvoorbeeld glasparels toe
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
11
Toepasbaar in de meest explosiegevaarlijke omgevingen! UIM-3 & UIM-4 van Transus Instruments Gebaseerd op het Broadband Continuous Wave concept
De UIM-3 van Transus Instruments is een 3-kanaals ultrasone gas flowmeter voor procesmetingen. Voor ijkwaardige metingen is de 4-kanaals versie UIM-4 de oplossing. Beide instrumenten zijn gebaseerd op het Broadband Continuous Wave concept, waarbij de energie-inhoud van de ultrasone signalen zo laag is dat het instrument EEx ia intrinsiek veilig is. Dat maakt het toepassen in de meest explosiegevaarlijke omgevingen mogelijk.
Ultrasoon Gas Flowmeten biedt een aantal belangrijke voordelen boven andere meettechnieken: + + + +
Vrije doorlaat, geen obstructies Geen drukval Geen bewegende delen, dus onderhoudsvriendelijk Hoge nauwkeurigheid
Glanspunten: • Nauwkeurigheid UIM-3: ± 0,5 % van MW, UIM-4: ± 0,2 % van MW • Maatvoering: van 2”/DN50 tot 30/DN750 • Drukklasse tot 900 lbs • Diverse materialen voor body, transducers in Titanium • ATEX II 1G Ex ia IIC T4 Ga, zone 0, IECEx Ex ia IIC T4 Ga, CSA/FM Class I, Division 1, Group A, B, C, D T4
Tel. 013 5287225 info@a-b-t.nl www.a-b-t.nl
13915
voor een hogere stijfheid, of carbon. Maar je kunt ook aluminium toevoegen waardoor het materiaal warmtegeleidend wordt en veel hogere temperaturen aankan. We zijn ook actief betrokken bij de ontwikkeling van materialen en kunnen vaak specifiek op de toepassing ook daar ons steentje bijdragen. Alleen gaat het bij de ontwikkeling van een compleet nieuw materiaal natuurlijk wel weer om hele hoge investeringen. En die zijn pas bij hele hoge aantallen rendabel. We hebben al veel proeven gedaan en weten wat er mogelijk is. Daarbij is ook het voordeel van SLS weer dat je met poeder werkt en dus sneller met een additief iets aan de eigenschappen kunt sleutelen dan wanneer je met een filament, met een draad, werkt.’
Voorbeeldprojecten De theorie klinkt mooi, maar natuurlijk willen we wel eens wat praktijkvoorbeelden zien. Die zijn er genoeg. ‘We werden bijvoorbeeld gevraagd voor het opnieuw ontwikkelen van een vacuüm manifold, die in een van de machines van de firma Packland wordt gebruikt in een verpakkingslijn van kitkokers. Zo’n manifold zet kokers
Sinds ongeveer een jaar maakt Movacolor uit Sneek, ontwikkelaar en producent van doseersystemen voor de kunststof ver werkende industrie, gebruik van 3D-geprinte vacuümpompbehuizingen van Van Es. Deze behuizingen worden gebruikt voor hun nieuwste product: de MCNexus, een compact systeem dat ontworpen is om grondstoffen korrel voor korrel te doseren. Volgens Movacolor is dit systeem wereldwijd uniek in zijn soort. Het gebruik maken van onderdelen die met behulp van 3D-printen zijn gemaakt, bevalt goed, aldus Robert Sinnema, Mechanical Engineer bij Movacolor: ‘Door middel van de 3D-printtechnologie zijn we flexibel in het samenstellen van componenten en bovendien is de levertijd kort. De behuizing is heel stevig en van hoge kwaliteit en tegelijk is het ontwerp erg verfrissend door de mogelijkheden die je daartoe hebt bij 3D-vormgeven.’ De pompbehuizing bestaat uit scharnierende delen die als één product geprint worden. ‘Het is wel prettig om samen te werken met een partij die de do’s en don’ts kent van het 3D-printen. De mogelijkheden qua maakbaarheid zijn heel breed, maar je moet wel weten wat je doet als je complexe ontwerpen maakt.’
‘De pompbehuizing bestaat uit scharnierende delen die als één product geprint worden.’ vanaf een lopende band in dozen. Het apparaat werkt op perslucht, dus er moet zo weinig mogelijk kans op luchtlekkage zijn. In ons ontwerp zitten nergens koppelstukken, de kans op lekkage is echt minimaal.’ ‘Doordat we volledige ontwerpvrijheid hadden, konden we onder meer een gewichtsbesparing van 75% realiseren. Daarnaast konden we het aantal onderdelen, waaruit de manifold bestond, halveren. De levertijd ging van twee weken naar 4 dagen en de omsteltijd werd gereduceerd van ongeveer 1 minuut naar 15 seconden,’ vertelt Van Es trots.
Doorbraak? Dat de techniek zijn weg weet te vinden in de maakindustrie in ons land, dat bleek recent tijdens de TechniShow in de Jaarbeurs. Het “vlekkenplan” van de beurs werd volledig omgegooid en bood zo een centrale plaats aan de nieuwe telg in productietechnieken: juist, het 3D-printen. Groot, groter en grootst waren de stands en voor het eerst zagen we een heuse en serieuze vertegenwoordiging op een traditioneel platform van productietechnieken in het “conservatieve” Nederland.
Waar 3D-printen ook uitermate geschikt is, is het vervaardigen van drone-behuizingen. ‘Die moeten licht en stevig zijn, maar hebben ook een complexe vorm. En de snelheid waarmee nieuwe modellen het daglicht zien, is enorm. Ook dat voordeel wordt hier dus benut.’
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
13
Basistechniek Regelkleppen Conventioneel, maar nog steeds van deze tijd
#waaromlezen Een uitgebreide uitleg van de techniek van de regelklep manifold.
Ventielen of regelkleppen zijn belangrijke mechanische delen van de procesbesturing die de noodzakelijke verandering in druk of flow van het proces kunnen beĂŻnvloeden. De kranen die we bij wasbak of douche gebruiken zijn lang geleden ontwikkeld en vertonen sterke gelijkenis met die in de procesleiding. Willem van der Bijl en Henk van der Biezen
14
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIĂ‹ AUTOMATIE 03/2018
smar procesautomatisering & instrumentatie flow druk temperatuur veldbussen
www.smar.nl
SMAR 60x25mm.indd 1
08-12-17 11:44
steel zitting
D
estijds werden deze kranen met de hand bediend door aan een wiel te draaien en een zodanige stand te geven dat de gewenste proceswaarde bereikt werd. Door de automatisering zijn deze kranen met schroefas vervangen door modellen met pneumatisch of hydraulisch aangedreven stelen, de zogenaamde actuator of klepmotor. Aan het eind van de steel bevindt zich de plug die in het klephuis met behulp van een variabele afstand tot aan de klepzitting een druk- of flowregeling kan realiseren. De basistechniek is vrij eenvoudig, lang geleden uitgedacht en nog steeds niet veel veranderd. Niettemin lijkt het me nuttig om deze techniek nog eens voor het voetlicht te brengen. Daartoe grijp ik graag terug op een artikel dat destijds, bijna 15 jaar geleden, door een van onze zeer gewaardeerde en deskundige redacteurs is geschreven. Henk van der Biezen, instrumentatiespecialist bij uitstek, greep regelmatig naar de pen om de techniek van procesapparatuur te beschrijven. Hierbij dus zijn uitleg van de regelklep manifold.
kogel
klephuis
sluitflens
‘Het manifold met blockand-bypass kleppen is voor globe-valves en kooikleppen geen luxe.’
De regelklep is een onderdeel van een meet- en regelsysteem dat in twee werelden thuishoort. Als besturingselement is het instrumentatie en als afsluiter behoort het tot het pijpwerk en dus een mechanische appendage. Overigens is een regelklep geen afsluiter, maar dat misverstand is verder niet relevant. Als component van het regelsysteem zijn er in de loop der jaren talloze boeken over het onderwerp verschenen en nogal wat deskundigen manifesteren zich in tijdschriften en brochures, maar het meeste is een herhaling van zetten. Het lijkt soms of er nauwelijks iets is veranderd. Toch zijn er in de achterliggende vijftig jaar nogal wat ontwikkelingen geweest, het leek er zelfs even op dat de regelklep afstormde op een volstrekt nieuwe positie in de regeltechniek.
De klepstandsteller - voor de ingewijden valve positioner, ooit een eenvoudige mechanisch-pneumatische signaalversterker, heeft zich ontwikkeld tot een volwaardig en modern elektronisch besturingselement. Voor wat dat laatste betreft is het einddoel trouwens nog lang niet in zicht, er dienen zich steeds meer nieuwe functies aan. Maar als het om het “ijzerwerk” gaat, is er vrijwel niets veranderd. De pneumatische membraan en verenpakket vormen nog steeds de primaire aansturing, de pakkingbus blijft het zorgenkindje en de hysteresis is nog steeds een verborgen probleem. Ziedaar mijn grauwzwarte visie over een van de meest interessante onderdelen van een regelsysteem. En het wordt nog erger. Wat te denken van de mechanische installatie van een regelklep, groter conservatisme is nauwelijks denkbaar.
Stokoude API Ik heb er nog maar eens een stokoude API (American Petroleum Institute)-standaard op nageslagen, API RP 550, 3e editie, 1976. De “rotating-ball-valve” en de
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
15
“eccentric-plug-valve” waren kort daar voor op de markt gekomen. En klepstandstellers waren op dat moment nog voornamelijk mechanisch-pneumatische onderdelen, soms voorzien van cam en roller waarmee de vereiste regelkarakteristiek voor de nieuwe typen regelkleppen kon worden ingesteld. Een belangrijk hoofdstuk in die API, 6.9.2., behandelt de opstelling van het regelklep- manifold in het leidingwerk van de fabriek. De zogenaamde “block-and-bypass valves” zijn daarbij wezenskenmerk van die opstellingen. Het was in een tijd dat een regelklep nogal eens een probleem opleverde, waardoor demontage uit het leidingwerk noodzakelijk was. De fabriek stilleggen en het leidingwerk leegmaken is in de meeste gevallen echter geen sinecure, vooropgesteld dat het procesmanagement überhaupt bereid is de zaak stil te leggen. In het beste geval wil men gedurende de reparatietijd nog wel een operator bij de bypass-valve posteren om zodoende de betreffende regeling zo goed als mogelijk met de hand bij te sturen.
Regelklep-manifold De reële mogelijkheid van mechanische problemen, evenals de noodzakelijke bereikbaarheid van de bypassvalve, heeft geleid tot een standaard opstelling waarbij het regelklep-manifold bij voorkeur op een goed bereik-
A
C
B
Compact-manifold, regelklep is goed bereikbaar, manifold kan gemakkelijk worden gedraind, bypass zonder doodeind.
16
bare plaats op de begane grond moet worden gesitueerd. Vooral grote en dus zware regelkleppen vereisen daardoor extra veel kostbaar leidingwerk van navenante omvang en ruimtebeslag. In die opstelling ontstaat meestal ook een laagste punt in het betreffende leidingsysteem wat weer andere problemen veroorzaakt. Een daarvan is het ontstaan van beruchte verzamelplaatsen voor inwendige ver vuiling van het leidingsysteem. Onder vakgenoten werden regelkleppen in die tijd nog wel eens “bolt-and-nuts catchers” genoemd. Schade aan de kwetsbare plug-and-seat - globe-valves -
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
Regelklep is goed bereikbaar, nadeel is doodeind in leidingstuk van de bypass.
Opstelling voor hoekkleppen, nadeel is beperkte toegankelijkheid van de regelklep, en doodeind in leidingstuk van de bypass.
en kooikleppen wordt voornamelijk veroorzaakt door harde vervuiling in de vorm van oude laselektroden, afgebroken machinedelen, losgeraakte bouten en moeren, maar ook harde brokken aanslag of cokes en dergelijke. Het manifold met block-and-bypass kleppen is dus voor globe-valves en kooikleppen geen luxe, het is eenvoudigweg noodzaak, en feitelijk de enig aanvaardbare installatiemethode voor een continue bedrijfsvoering. De nadelen worden noodzakelijkerwijs geaccepteerd; de hoge kosten van het manifold, het risico van lekkage - niet één, maar vier pakkingbussen - en in een geflensde situatie maar liefst acht flensverbindingen. En dan heb ik het nog niet over drain-valves en andere bijzondere vereisten voor veilig onderhoud onder continue bedrijfscondities. Een extra complexiteit is de beperkte rangeability meetbereik - van de klassieke globe-valve. Is dit meetbereik om regeltechnische redenen onvoldoende, dan moeten er twee parallelle regelkleppen van verschillende doorlaat worden geïnstalleerd en daarmee verdubbelt het aantal block-and-bypass kleppen.
Verouderde installatiemethode? Waarom volgt men nog steeds die verouderde installatiemethodiek? Is dat conservatisme, of komt het door-
dat het pijpleidingsysteem wordt ont worpen door mechanisch geschoolde engineers. Typisch zo’n overgangsgebied waarbij de informatie over en weer stagneert waardoor de mogelijkheden van nieuwe ontwikkelingen niet doorkomen. Ontwerpvoorschriften zijn sowieso documenten die soms een jarenlange achterstand hebben op de realiteit van de dag. Het is de bekende discussie over het verschil tussen “Basic Practices” en “Best Practices”. Het kan ook zijn dat het conservatisme van de ingenieursbureaus hierin een rol speelt. Zij zijn doorgaans niet ingesteld op wat zich in technologische zin aan nieuwe ontwikkelingen voordoet, en voor de enkelen die dat wel kunnen, ontbreekt de commerciële noodzaak (mogelijkheid?) de klant dienaangaande te adviseren. Terwijl initiatief en sturing vanuit de gebruikershoek vanwege het verlies van in-house deskundigheid nauwelijks meer aan de orde is.
Hoe kan het beter De toepassing van betere en nieuwe materialen voor de fabricage van regelkleppen en de verdere ontwikkeling van moderne roterende en excentrische plug regelkleppen, vooral in samenwerking met elektronische klepstandstellers, bieden de mogelijkheid voor een nieuwe, meer praktische opstelling van de regelklep. Boven-
E
D
Compact-manifold, de regelklep is goed bereikbaar, bypass zonder doodeind.
F
Opstelling voor hoekkleppen, nadeel is beperkte toegankelijkheid van de regelklep, en doodeind in leidingstuk van de bypass.
Beste opstelling, maar vraagt veel ruimte.
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
17
‘Er kan nauwkeuriger geregeld worden vanwege de vrij instelbare karakteristieken.’ dien is het meetbereik van deze kleppen zelden een probleem. Roterende en excentrische regelkleppen bieden de mogelijkheid voor een volledige doortocht. Dat wil zeggen: als men leidingwerk wil doorspoelen of dat men verwacht dat er in de regelklep een versperring of verstopping zit, kan de regelklep op vrijwel volle leidingdiameter open. De constructie van de plug bij dit type regelkleppen is bovendien dusdanig robuust dat mechanische schade zelden ernstige gevolgen heeft. Het belangrijkste probleem, de “bolt-and-nuts catcher”, vereist bij dit type regelkleppen nog maar zelden dat ze uit het leidingsysteem moeten worden uitgebouwd. De verminderde noodzaak van mechanisch onderhoud biedt verder de mogelijkheid de regelklep op een meer logische plaats in het leidingwerk te monteren, dus niet
18
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
noodzakelijkerwijze op een goed bereikbare plaats op de begane grond. Daarmee vervalt een extra risico, het risico van een laagste punt, verzamelpunt van alle vervuiling, in het leidingsysteem. Onder die omstandigheden zou men ook kunnen overwegen ook maar af te zien van block-and-bypass valves. Immers wanneer de standtijd van de regelklep langer dan vier jaar is, is de noodzaak voor een regelklep-manifold niet meer aanwezig. Men zou zelfs kunnen overwegen om het klephuis in het leidingsysteem te lassen in plaats van flensverbindingen. Misschien wat al te revolutionair voor de gemiddelde chemische industrie, maar in de papierindustrie (Finland, Duitsland en China) is het geen ongebruikelijke methode. Stel je eens voor wat dat betekent voor de installatie-
en onderhoudskosten, om nog maar te zwijgen van de impact op milieuverontreiniging (lekkende pakkingbussen van block-and-bypass valves, en flensverbindingen). Maar ook het probleem van het drainen van chemische producten nadat de regelklep is ingeblokt, kan achterwege blijven. Het zal niet direct een oplossing zijn voor een bestaande fabrieksinstallatie, maar voor nieuwbouw en renovatie een idee om nog eens over na te denken misschien?
Belemmering
Snel en nauwkeurig Dankzij de forse luchtopbrengst is de SAMSON klepstandsteller type 3793 zeer goed in staat pneumatisch aangedreven regelventielen en veiligheidsafsluiters (SIL, PST) – met een relatief grote doorlaat – snel, betrouwbaar en nauwkeurig te besturen. Bijkomend voordeel is, dat het gebruik van volumeboosters veelal overbodig is. Kenmerken
Voor dubbel- en enkel-
Toepassingen o.a.
Grotere regelventielen Veiligheidsafsluiters (SIL) Anti Surge Valves
Zoals Henk al schreef, de modernisering van de regelklep zit veel meer in de digitalisering van de klepstandsteller dan in de klep zelf. De karakteristiek, limieten of cutoffs, meldingen, grafische analyses, het is allemaal op afstand in te stellen, uit te lezen en te analyseren. De conditie en het gedrag van het mechanische deel zijn op deze manier uit lezen waarmee de onderhoudstaken, met de juiste manifolds, predictief op elk gewenst moment kunnen worden uitgevoerd. Niet meer op vaste tijden alle kleppen overhalen. Daarnaast kan nauwkeuriger geregeld worden vanwege de vrij instelbare karakteristieken en P, I en D variabelen van de standsteller. Hiermee wordt een goede aansluiting met het moderne smart factory en Industry 4.0 gerealiseerd. Met deze elektronische standstellers zijn de regelkleppen toch wel degelijk van deze tijd.
SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Signaalrood 10 · 2718 SH Zoetermeer Tel. 079 361 05 01 info@samson-regeltechniek.nl www.samson-regeltechniek.nl
A01178NL
Klepstandsteller
werkende pneumatische aandrijvingen Snelle looptijd en behoud van nauwkeurigheid Contactloze wegopnemer Boosters veelal overbodig Geïntegreerde diagnose Inzetbaar in SIL loops (PST)
SMART IN FLOW CONTROL. 13911
Bij het in stand houden van verouderde installatiemethoden spelen de fabrikanten een aparte rol. De noodzaak voor een regelklep-manifold is vóór alles gebaseerd op het gebruik van globe-valves. De nadelige gevolgen daarvan zijn niet hun probleem. Het omschakelen van de productie van globe-valves en kooikleppen naar rotating-ball- valves en eccentric-valves is dat wel, dat vereist nieuwe investeringen, nog afgezien van eventuele patentenkwesties. Daarom staan fabrikanten bepaald niet te dringen om hun vertrouwde productieproces om te zetten naar de productie van modernere typen regelkleppen. Onder een lawine van al dan niet relevante argumenten blijven de fabrikanten liever aandringen op het gebruik van globe-valves. Daarvoor valt onder de huidige economische omstandigheden, en vanuit hun standpunt gezien, misschien iets te zeggen, maar tezelfdertijd wordt de gebruikersindustrie opgezadeld met een verouderde en kostbare installatietechnologie. Toegegeven; globe-valves zullen niet van de markt verdwijnen, maar de ontwikkelingen tegenhouden of traineren is de verkeerde aanpak. Het lijkt erop dat we hier te maken hebben met een politiek-economische kwestie, het kan immers geen technisch probleem zijn.
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
19
Grootste robottrends 2018 Cobots en cloud robotics #waaromlezen In één artikel op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van robotica
Onlangs presenteerde de International Federation Robotics enkele mooie robotcijfers. Tot aan 2020 moeten er maar liefst 1,7 miljoen robots worden gebouwd en aan het werk gezet. Er zijn er dan ruim drie miljoen aan het werk. Volgens vicepresident Steven Wyatt zouden die getallen zomaar een stuk hoger kunnen uitpakken. Want met name bij het midden- en kleinbedrijf ligt er nog een groot onontgonnen robotpotentieel. Robotleveranciers moeten robotgebruik dan wel eenvoudiger maken. Ook moeten ze invulling geven aan de digitale revolutie en een antwoord formuleren op de nieuwe samenwerkingsvormen tussen mens en machine. Liam van Koert
I ‘
n Japan gaat het komende decennium twintig procent van de werknemers met pensioen’, zegt Wyatt op een persconferentie die de laatste bevindingen van de International Federation Robotics presenteert. De marketing & sales-baas bij ABB, die tevens vicepresident is bij IFR, heeft de schone taak gekregen de getallen te duiden. Gelukkig is dat aan hem wel besteed. Hij schetst een toekomstbeeld waarin robotisering bijna een voorwaarde is om aan alle moderne markteisen te kunnen voldoen. Van low-mix/high-volume naar highmix/low-volume. Veel productvariaties dus, met een snellere time-to-market. Eisen ten aanzien van een constante hogere kwaliteit, en een productie die bovendien efficiënt is om de kosten te drukken. En dat allemaal tegen een achtergrond van een steeds kleinere groep mensen die de producten van de toekomst kan en wil maken. Want naast de vergrijzing, zitten veel millennials er helemaal niet op te wachten om het “dangerous, dull & dirty” werk te doen. Zij beroepen zich liever op hun cognitieve vaardigheden. Dus terwijl de loonkosten stijgen door krapte op de arbeidsmarkt, voorziet Wyatt een glansrijke rol weggelegd voor de robot. Tenminste, zolang deze machines eenvoudig, verbonden en veilig zijn. En hier is nog wel wat werk aan de winkel.
Eenvoud noodzakelijk Zowel in Europa als in Noord-Amerika is het mkb goed vertegenwoordigd. Maar liefst 90 procent van de bedrij-
20
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
ven valt in deze categorie en het is goed voor tweederde van alle banen. Robots zie je er echter nog nauwelijks en volgens Wyatt is dat ook wel begrijpelijk. ‘Of het nu om metaalbedrijven, bakkers of slagers gaat, de meeste mkb-bedrijven hebben beperkte automatiseringskennis, laat staan dat ze een robot kunnen programmeren. Toch hebben juist zij ook baat bij flexibele automatisering, zodat ze op moderne markteisen kunnen concurreren met maatwerk. Robots moeten daarom eenvoudiger te installeren, programmeren én te gebruiken zijn. Alleen dan kunnen ze de ene dag voor de ene taak en de andere dag voor de andere taak worden ingezet.’ Overigens staat het mkb niet alleen in haar behoefte aan eenvoud. Ook grotere, wereldwijd opererende bedrijven hebben behoefte aan eenvoud, het liefst door gebruik van standaarden. Wyatt: ‘Productiebedrijven produceren het liefst zo dicht mogelijk bij hun klanten. Maar tegelijkertijd willen ze wel een constante hoge kwaliteit, ongeacht in welk land en in welke fabriek iets wordt gemaakt. Eenvoud is ook hier een absolute must.’
Plug & produce Hoewel de toepassingen complexer worden, hoeven er gelukkig steeds minder ingewikkelde robotprogramma’s geschreven te worden. Zo is het steeds meer gemeengoed dat je een robot vertelt wat hij moet doen door ze aan de pols mee te nemen en de verschillende baanpunten op te slaan. Bovendien komen er steeds meer toe-
passingsgerichte oplossingen van robotleveranciers die de robot snel aan de gang hebben. Zo heeft ABB met FlexArc een modulaire “plug & produce”-lascel ontwikkeld die een hoogwaardige laskwaliteit levert, maar tegelijkertijd zeer snel online is of kan worden aangepast. Andere plug & produce voorbeelden zijn SpotPack - een compleet puntlaspakket met hardware, elektrische modules en software - en ForceControl. Met laatstgenoemde kan, dankzij feedback van tactiele sensoren die een constante kracht tussen robot en object garanderen, de programmeertijd van uiteenlopende toepassingen met wel 70% worden teruggebracht. ForceControl bespaart tijd en programmeerwerk bij assembleren, meten en ontbramen, maar kan zelfs worden gebruikt voor het efficiënt frezen van metaal. Natuurlijk is ABB niet de enige robotleverancier die met dergelijke oplossingen komt. Zo werkt Exner, leverancier van Reiss en Kuka robots, al enige tijd aan Instant Robot Programming. Dit visiongebaseerde programmeersysteem scant te lassen constructies en herkent automatisch alle benodigde lassen, inclusief type las, keeldoorsnede en andere parameters. Vervolgens stuurt het systeem zowel de lasrobot als de stroombron automatisch aan. Ook voor andere toepassingen als pick & place of assemblage is eenvoudig programmeren eigenlijk bij alle robotleveranciers wel een topprioriteit. Zo introduceerde Fanuc tijdens de TechniShow niet alleen e en nieuw e s c ar arob ot , maar ook een nieuwe webgebaseerde “wizard” - iRProgammer genaamd. Hiermee hebben ook niet-robotprogrammeurs de robot snel aan de praat, zonder dat een “teach pendant” nodig is. Stap voor stap programeer je ze dus via een tablet, pc of smartphone. Hierbij zorgt de sof tware zelf voor een optimale aansturing van alle assen, zodat er niet één onevenredig wordt belast, met een ongewenst hoog energieverbruik en snelle slijtage tot gevolg.
Digitale servicebelofte Iets wat niemand ontgaan zal zijn, en uiteraard IFR ook niet, is de digitaliseringsgolf die zich van onze wereld meester maakt. Of het nu gaat over producten, processen of productiemiddelen, alles krijgt ook een virtueel voorkomen - een tweeling zo je wilt - en staat bovendien in verbinding met alles en iedereen. Volgens Wyatt maakt het dan niet zoveel uit of je het industrie 4.0, IIoT of iets anders noemt, maar deze realtime koppeling tussen fysieke fabriek en zijn virtuele varianten heeft natuurlijk een enorme invloed op robotica. Dat geldt ook voor camera’s en andersoortige voelsprieten die, gekoppeld aan een analyseplatform, een realtime beeld
‘De huidige businessmodellen gaan op de schop.’
Een flinke ABB robot met minstens zo indrukwekkende puntlastang.
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
21
De nieuwe HRC 10 cobot van Yaskawa en cobotgrijper van Zimmer.
Een primeur voor Valk Welding: de Taiwanese Techman cobot.
Instant Robot Programming van Exner.
Een aantal cobots op een rijtje bij Rolan Robotics.
schetsen van de prestaties en gezondheid van productiemiddelen. Door trends als “machinelearning” wordt het vervolgens zelfs mogelijk om met al die verzamelde gegevens een blik in de toekomst te werpen en te anticiperen op wat komen gaat. Predictive maintenance dus, maar ook ingrijpen in processen nog voor het fout gaat, wat een hogere kwaliteit en betere efficiëntie tot gevolg heeft. ‘Nog lang niet iedereen is zo ver’, geeft Wyatt toe. ‘Maar de huidige businessmodellen gaan op de schop en er zullen nieuwe voor in de plaats komen.’ Hij doelt hierbij op een verschuiving richting robots as a service.
22
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
De virtuele cloudrobot Wat is dan die invloed van digitalisering op de robot? En wat zijn die nieuwe businessmodellen? Een goed voorbeeld is Connected Services van ABB. Deze digitale dienst die met elke ABB-robot wordt meegeleverd, stelt gebruikers in staat hun robot of robotvloot samen met ABB in topconditie te houden. Het voorkomt onverwachte dure stilstanden en laat de robot zo efficiënt mogelijk draaien. Technisch werkt het als volgt: de diverse sensoren die de robot rijk is, worden over een goed beveiligde verbinding op afstand uitgelezen. Dit
kan met ethernet via het fabrieksnetwerk, maar ook via gprs. De gegevens worden vervolgens op een begrijpelijke manier gevisualiseerd en kunnen door klanten in myABB in realtime worden bekeken. Hier zijn meteen ook alle reserveonderdelen te vinden die bij een specifieke robot horen. Afhankelijk van het servicemodel kan ABB ook helpen met optimalisatie, bijvoorbeeld door te benchmarken met soortgelijke robots. Of door een robotprogramma vanuit de besturing in Robots tudio te laden en simulaties te draaien. Deze kunnen worden bekeken op het scherm, maar ook in virtual reality, waarbij het bovendien mogelijk is eventuele aanpassingen rechtstreeks vanuit de VR-omgeving te doen. Overigens onderstreept ook robotfabrikant Fanuc het belang van meer services en cloudrobotica om de robotvloot gezond te houden. Voor zero downtime (ZDT) introduceerde zij onlangs het MT-LINKi cloudplatform. Dat hiermee veel winst te halen valt, bewijzen nu vooral nog grote klanten met veel robots, zoals General Motors. Die hebben inmiddels zeker 7000 robots in verbinding met de cloud staan. Dit hoeven overigens niet allemaal Fanuc robots te zijn. Van nagenoeg ieder fabricaat valt met gebruikmaking van OPC UA wel een “cloudrobot” te maken.
Veel vervangingsvraag
De cobotopmars Terug naar het IFR-rapport. Als derde robottrend noemt Wyatt hierin de onomstotelijke opmars van de collaboratieve robot. Deze heeft een grotere impact op flexibele automatisering dan je in eerste instantie zou denken. Want het feit dat mens en robot veilig kunnen samenwerken, heeft niet alleen betrekking op het wegvallen van het hek dat normaliter om de robot heen wordt gebouwd. Het betekent ook een verschuiving in taken die vroeger niet, maar nu wel kosteneffectief en efficiënt geautomatiseerd kunnen worden. High-mix/low-volume is voor dit type robot de norm. Zonder aanvullende veiligheidsmaatregelen kan hij snel op verschillende plekken in de productie te werk worden gesteld. Dit kan de “traditioneel” autonome robottaken betreffen, maar ook
‘Zowel grotere, wereldwijd opererende bedrijven als het mkb hebben behoefte aan eenvoud.’
Tot slot is er nog een andere reden waarom de servicegedachten vooral bij robots hard aan terrein winnen: de huidige robotvloot draait al een poosje en is (deels) aan vervanging toe. En dat terwijl het behoorlijk piept en kraakt in de leveringsketen en levertijden flink onder druk staan. ‘Onlangs kwamen we bij een klant die vier IRB 640’s had staan, die er elk 140.000 palletiseeruren op hadden zitten,’ zegt Martin van der Have van ABB in een recent interview. ‘Moet je nagaan. Dat is dus zestien jaar lang, 24 uur per dag, zeven dagen in de week in beweging. Zoiets moet je met een auto echt niet proberen. Toen we hen de “wat als”vraag stelden, schrokken ze zich een hoedje. Ze hadden zich helemaal niet gerealiseerd dat de robots er al zoveel uren op hadden zitten en inmiddels in een fase waren beland waar zelfs reserveonderdelen niet gegarandeerd konden worden.’ Uiteindelijk is dat allemaal goed afgelopen met een gerefurbishte oplossing, die nu netjes op afstand wordt gemonitord.
het zij-aan-zij samenwerken met de mens. In dit laatste geval fungeert de robot als een assistent die repeterende, gevaarlijke, zware of precieze handelingen uitvoert en de mens in zijn cognitief complexere werkzaamheden ondersteunt. Beide scenario’s kunnen in één “werketmaal” (de robot heeft geen pauzes of slaap nodig) voorkomen en beide scenario’s kunnen de productiviteit een flinke boost geven.
Nu verkrijgbaar in de Benelux Een van de eerste cobots die we in de Benelux zagen, was de Universal Robot die vier edities geleden zeer succesvol door Gibas Automation op de TechniShow werd geïntroduceerd. Directeur Stephan Poppe benadrukte
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
23
Benieuwd wat robotisering voor u kan betekenen? Bezoek Vision, Robotics & Motion! · De nieuwste ontwikkelingen in aandrijftechniek, vision en robotisering · Uitgebreid lezingenprogramma met inspirerende verhalen van gebruikers · Internationale Meet & Match
Vakbeurs & Congres 6 & 7 juni 2018 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven
17e editie, gratis toegang
www.vision-robotics.nl 13903
13926
hierbij al jaren dat een cobot eigenlijk geen robot is, maar zeer flexibel én betaalbaar plug & play-automatiseringsgereedschap. Dat hij ook veilig naast de mens kan werken - tegenwoordig steeds vaker op een mobiel zelfrijdend karretje - is mooi meegenomen, maar eigenlijk bijzaak. Blijkbaar had hij gelijk en bleken de beloofde
Fanuc zelf gaat dit jaar voor scara.
succesvol force feedback in de gewrichten toe voor haar LBR iiwa cobots. Door het compacte afgeronde design is het inmiddels door de Chinezen overgenomen Duitse robotmerk is misschien wel meest op agv’s toegepast van allemaal. Fanuc heeft er juist voor gekozen speciale veiligheidstechnologie in de voet van haar lichtere (tot payload 35 kg) “standaard” modellen te plaatsen en ze een opvallende groene kleur te geven. Er zijn steeds meer goedkopere C hinese en Taiw anese var ianten te vinden. Techmann bijvoorbeeld, dat door Valk Welding wordt geïmporteerd en standaard over 3D-vision beschikt. Of wat te denken van de Hanwha Techwin HRC, geleverd door Dymato of AUBO geleverd door Roland Robotics. Zelfs Yaskawa - dat voor een slimme fabriek eigenlijk meer heil ziet in enkelstuks 24/7-automatisering zonder mensenhanden - lijkt met de HC10 toch overstag te gaan. Tijdens de TechniShow is hij uitgerust met een speciale cobotgrijper van Zimmer(in de Benelux geleverd door ZVS Techniek), want wil de robot uit zijn kooi komen, dan moet natuurlijk ook de grijper veilig en mensvriendelijk zijn.
‘De opmars van de collaboratieve robot heeft een grotere impact dan je zou denken.’
ROI’s van onder een jaar inderdaad haalbaar, want inmiddels wordt de markt met cobots overspoeld. Er is natuurlijk YuMi van ABB, die voor het eerst op de Hannover Messe van 2015 het licht zag. In tegenstelling tot de meeste andere fabrikanten heeft YuMi twee armen, twee grippers en is hij standaard uitgerust met vision en force feedback. Ook Kuka past al enkele jaren
Fabriek van de toekomst
Het IFR-rappor t besluit met een blik in de glazen bol. En wat blijkt? Ook de fabriek van de toekomst staat vol robots. Wat Wyatt betreft zijn die nog een stukje intelligenter dan vandaag het geval is. Want als de verschillende robots dan toch met elkaar in verbinding staan, waarom zouden ze dan niet van elkaar kunnen leren? Een benchmark van de best presterende configuratie, met als grote verschil met nu dat de robots die benchmark in de toekomst zelf doen. De beste settings? Die downloaden ze uit een bibliotheek in de cloud. En als op termijn blijkt dat het nog beter kan? Dan volgt automatisch een nieuwe download, of worden de betere bevindingen met de robotcollega’s gedeeld. Een digitaal hoogstandje en een nieuwe dimensie voor de term collaboratieve robot, waarbij robots niet alleen met mensen, maar ook met andere robots en andere machines samenwerken.
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
25
#waaromlezen
Een impressie van de bijeenkomst.
‘Zonder digitaal capabele mensen lukt het niet’ Emerson global user exchange 2018 Automatisering maakt de productiesector al decennia steeds efficiënter en robuuster, maar aan die continue voorwaartse trend komt een einde. Industriële leiders moeten de volgende stap zetten om wezenlijk beter te kunnen (blijven) presteren en dus de digitale capaciteiten van hun personeel vergroten. De mens staat centraal, aldus Mike Train, uitvoerend president van Emerson Automation Solutions begin maart tijdens de Emerson Global User Exchange in Den Haag. Jacques Geluk
H ‘
et lijkt simpel: ambitieuze doelen stellen voor prestatieverbetering, Emerson bellen voor de juiste technologie en dienstverlening en achteroverzittend wachten op wat er gaat gebeuren. Ik mis wat. De mensen! Als je naar het nieuws kijkt hoor je steeds vaker dat automatisering veel banen kost. Robots nemen straks veel werk over. De Robot Apocalyps. Staan we echt aan de vooravond van een onleefbare maatschappij? Ik denk het niet. Het is een soort bezorgdheid die altijd terugkomt, maar technologische ontwikkelingen zorgen niet alleen voor banenverlies. Ze leveren ook altijd nieuwe banen op. Dat leert de geschiedenis,’ zegt Emerson-baas Mike Train begin maart tijdens de plenaire zitting van de Europese Emerson Global User Exchange in het Haagse World Forum, die met zo’n 1.600 bezoekers uit 52 landen de succesvolste is tot nu toe. ‘Bedrijven en medewerkers die het snel veranderende digitale landschap omarmen, oog-
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
27
sten straks het meeste succes. Maar iedereen moet zijn bijdrage leveren. Werkgevers moeten opleidings- en bijscholingsmogelijkheden bieden en werknemers moeten het vertrouwen en de toewijding hebben om nieuwe vaardigheden te leren voor hun carrière in het informatietijdperk.’ De industrie heeft volgens Train de laatste jaren al een enorme technologische omschakeling gemaakt, is daardoor efficiënter en kan meer doen met minder.
Analyse Emerson heeft een analyse gemaakt van de organisatieontwikkeling van de top 25 procent van de beste ondernemingen die op hun gebied excelleren, en geconcludeerd dat vijf competenties essentieel zijn voor het
Mike Train, uitvoerend president van Emerson Automation Solutions.
‘Technologische ontwikkelingen leveren altijd nieuwe banen op.’
optimaal kunnen profiteren van de waarde die de digitale transformatie biedt. Train zegt dat het noodzakelijk is terugkerende taken en standaardhandelingen te automatiseren en stroomlijnen, waardoor de werknemers zich kunnen concentreren op uitzonderingen en andere problemen waarbij menselijk ingrijpen gewenst is. Daarnaast pleit hij voor snellere en effectievere vormen van bijscholing en toegang tot informatie en expertise, ongeacht de locatie. Ten slotte is er het belang van verandermanagement door het combineren van strategieën, processen, hulpmiddelen en expertise die, in de juiste combinatie, de institutionalisering van “best practices” in de bedrijfsvoering vereenvoudigen en versnellen.
Industrieel Internet of Things Innovatie op het gebied van het industriële Internet of Things (IIoT) biedt ongekende mogelijkheden om de prestaties op alle onderdelen van een organisatietrans-
28
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
formatie te verbeteren. Speciaal daarvoor heeft Emerson zijn digitale ecosysteem Plantweb, dat klanten een schaalbare route biedt om van IIoT te profiteren, uitgebreid met een breed scala aan nieuwe digitale technologieën en diensten, die zijn gericht op de productiviteit van de medewerkers en de effectiviteit van de organisaties. ‘Productiebedrijven die deze competenties beheersen, profiteren van de bestaande en toekomstige digitale technologie.’ Plantweb Insight-toepassingen, te gebruiken op pc’s, tablets of smartphones, geven specifieke waarschuwingen over de bedrijfsmiddelen. Inspectierondes zijn niet meer nodig. Bedrijven kunnen hun investering binnen enkele maanden terugverdienen door minder procesvertragingen en uitval. De ingebouwde analyses vergen nauwelijks configuratie. De software is flexibel, onafhankelijk van het besturingssysteem en gemakkelijk te installeren en integreren in een bestaande infrastructuur. Plantweb Insight is
momenteel beschikbaar met monitoringapplicaties voor condensaatpotten, pompen en manometers. De nieuwste app in de suite is “Heat Exchanger Insight”, die een overzicht geeft van de status en diagnose van alle warmtewisselaars in het netwerk. De software geeft op basis van een algoritme aan waarop het onderhoud zich moet richten. Andere nieuwe toepassingen komen eraan, zoals de luchtgekoelde “Heat Exchanger” en applicaties voor overdrukventielen, netwerkbeheer en het vaststellen van problemen van de integriteit en gezondheid van de pijpen (corrosie) voordat problemen optreden. Ook de DeltaV versie 14 mag in dit verband niet onbenoemd blijven. Binnen het digitale ecosysteem is dit
Connect, Communicate, Create Het centrale thema van de driedaagse Emerson Global User Exchange is “Connect, Communicate, Create”. Dat beschrijft volgens Roel van Doren, Europees president van Emerson, precies waar de uitwisseling om draait. Connectie maken met branchegenoten, communiceren over geavanceerde technologieën en toepassingen en de opgedane nieuwe ideeën mee naar huis nemen om nieuwe, prestatie-verbeterende kansen te creëren. ‘Wij willen uw vertrouwde adviseur zijn voor het oplossen van de gecompliceerdste problemen’, aldus Van Doren in zijn inleiding. Hij spreekt over grootse ontwikkelingen op het gebied van data-analyse en noemt specifiek pakketten van schaalbare applicaties die zijn bedrijf heeft ontwikkeld, waarvan zeker het compleetste een holis-
Roel van Doren, Europees president van Emerson.
een cybersecurity-gecertificeerd systeem, dat is ontworpen om nog meer toegevoegde waarde te leveren aan grote projecten, operationele activiteiten beter te laten aansluiten en efficiëntie te verhogen. Met de initiatieven van gebruikers op het gebied van de digitale transformatie in gedachten, is sprake van een volgens Emerson significante innovatie binnen de DeltaV-architectuur. De verbeteringen zijn bedoeld om kosten te verlagen en de complexiteit van grote projecten te verminderen. De verbeterde toegankelijkheid van productie- en apparatuurgegevens zorgt voor een verhoogde operationele productiviteit, bruikbaarheid en beveiliging van het systeem. Jamie Froedge, president processystemen en -oplossingen van Emerson Automation Solutions: ‘Onze gebruikers krijgen meer mogelijkheden met hun DCS- en veiligheidssystemen om hun projecten nog succesvoller uit te voeren en hun operationele activiteiten te optimaliseren.’
tisch beeld geeft van de prestaties en energieconsumptie van cruciale “assets”. ‘Om noodzakelijke acties op meerdere niveaus - lokaal, in het veld, intern en extern - te kunnen ondernemen is door ons een infrastructuur ontwikkeld van verbonden diensten, waardoor de veiligheid en de efficiëntie verbeteren en de aansprakelijkheid duidelijker is. Klanten kunnen ervoor kiezen kritische apparaten te monitoren of te opteren voor het uitbesteden van deze acties aan derden via cloudtechnologie. Als partner van de eindgebruikers in de procesindustrie proberen we voor hen zowel de complexiteit als de kosten te reduceren en tegelijk de digitale transformatie te begeleiden.’ Dit project heeft de naam “Operational Certainty”, operationele zekerheid, gekregen.
BASF als voorloper Ook volgens hoofdinkoper Dirk Reinelt van het van oorsprong Duitse chemieconcern BASF is het motto
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
29
Control performance monitoring
Plant automation
Advanced process control
Process control
Aspire higher APROL process automation www.br-automation.com/APROL
Scalable 50 to 500,000 channels
Reliable High-availability at every level
Flexible For primary and secondary production
Integrated Same system software for all tasks
13884a
Connect, Communicate, Create goed gekozen. In zijn plenaire lezing legt hij uit waarom het bedrijf in het chemische segment als voorloper van de digitale transformatie geldt. Met een totale omzet van 64,5 miljard euro heeft de onderneming vorig jaar 13 miljard geïnvesteerd in techniek en logistiek, de helft van het aan grondstoffen bestede bedrag. Het bedrijf wil met geautomatiseerde en gedigitaliseerde processen zijn prestaties blijvend verbeteren. BASF 4.0 maakt daarvoor gebruik van zeven kerntechnologieën van de digitale revolutie: “augmented reality”, 3D-printen, mobiele apparatuur, Internet of Things en daarnaast kunstmatige intelligentie, big data-analyses en cloud computing. ‘Daarvoor zijn onder andere open en geconvergeerde systemen nodig.’ Met een meegebrachte, virtueel ontwikkelde en 3D-geprinte warmtewisselaar als voorbeeld kan Reinelt het publiek
techniek en technologie. Door onze expertise en creativiteit te bundelen zijn we ervan overtuigd de oplossingen te vinden. Samenwerking op verschillende niveaus is heel belangrijk.’ De conclusie van dit verhaal. De wereldwijde economie, inclusief de olie- en gasindustrie, is er na de crisisjaren weer helemaal bovenop en meteen al plaatst de digitale transformatie de procesindustrie voor nieuwe uitdagingen, die extra kosten en complexiteitsreducties met zich meebrengen. Een perfect kader voor de Emerson User Exchange in Den Haag, die misschien wel daarom deze keer zoveel bezoekers trekt. Niet alleen naar de plenaire bijeenkomsten, ook de trainingssessies en vele presentaties staan in de belangstelling. De deelnemers maken in de ongeveer 5.000 m2 grote tentoonstellingsruimte
‘De wereldwijde economie, inclusief de olie- en gasindustrie, is er na de crisisjaren weer helemaal bovenop.’
overtuigen. Dat omarmt ook zijn boodschap dat BASF zijn producten als eerste chemiebedrijf wereldwijd vermarkt via het e-commerceplatform van Alibaba. De BASF-manager constateert ten slotte dat veel ondernemers privé heel veel doen met digitale technologie, maar dat zakelijk nalaten. ‘Dat kan niet meer.’
Open architectuur Wat later zegt Reinelt: ‘Er is een open architectuur nodig om alle ideeën voor Industry 4.0 en digitalisatie snel te kunnen opnemen in bestaande systemen. Anders beperken we onszelf, de snelheid en de creativiteit. Niemand is nog in staat alleen alle oplossingen te vinden of vooruitgang te boeken. We moeten dat samen doen! Industriële samenwerking is de sleutel.’ Niet alleen tussen ondernemingen onderling, maar bijvoorbeeld ook met leveranciers. ‘Wij co-creëren met Emerson op het gebied van sensoren, operaties op afstand, slimme materialen,
kennis (of hernieuwen die) met een enorme hoeveelheid apparaten, technologieën en software-instrumenten, die worden gepresenteerd door Emerson en 25 partnerbedrijven. Ze horen Mike Train ook vragen wat bedrijven doen om vrouwen evenveel invloed te geven als mannen. Vrouwen kunnen volgens hem verandering versnellen. Roberta Pacciani, manager C&P Integrated Gas and Upstream Technology bij Shell en president van het vrouwennetwerk van Shell Nederland, concludeert dat er de laatste jaren veel veranderd is en seksegelijkheid en gelijke kansen de hele industrie ten goede komen.
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
31
Vision, Robotics & Motion 2018 Een vooruitblik
Wie alle in het artikel op pagina 20 genoemde robottrends met eigen ogen wil zien of ervaren, moet natuurlijk naar Vision, Robotics & Motion in Veldhoven. Het duurt nog even voordat het door Mikrocentrum georganiseerde evenement de deuren opent: 6 en 7 juni. Toch is de organisatie al volop in beweging met het plannen van de beursvloer, de lezingen en tal van andere activiteiten die ook editie 2018 tot een succes moeten maken. Deze keer betekent dat onder andere enkele bijzondere samenwerkingen met de Brabant Robot Challenge en Holland Robotics. Liam van Koert
‘
W
e liggen ruim voor op het schema van vorig jaar,’ constateert een enthousiaste Michiel Beerens. Als beursmanager van Mikrocentrum is hij verantwoordelijk voor de succesvolle formule die in 2017 de categorie Motion aan het flexibele automatiseringsevenement toevoegde. En dat leverde een groei van 25 procent ten opzichte van voorgaande jaren op. In 2018 wil Beerens doorpakken. Met een stevig en actueel lezingenprogramma, met relevante en spraakmakende activiteiten, en het liefst met een nóg groter exposantenaanbod.
Praktische basis Waar het de komende editie vooral over zal gaan? Dat ligt volgens Beerens nog lang niet allemaal vast. ‘Natuurlijk komen alle gangbare thema’s uit het vakgebied aan bod,’ licht hij toe. ‘Denk aan hyperspectraal, embedded en machinelearning voor wat betreft visiononderwerpen. En voor wat betreft robotica zijn er
32
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
natuurlijk de cobots en is er de opmars van “cloud robotics”. Maar het moet geen buzzword-bingo worden. We willen de onderwerpen vooral praktisch aanvliegen, zodat bezoekers er ook daadwerkelijk mee aan de slag kunnen.’ Als voorbeeld noemt Beerens robotveiligheid, met in het bijzonder de cobot. Daar blijft de wetgeving
achter en willen de normcommissies inspringen. Wat wel of geen zinnige bijdrage is aan de normering, levert genoeg stof op voor discussie. Maar ook over hetgeen waar consensus over is en het tot norm geschopt heeft, valt genoeg uit te leggen.
Vision, Robotics & Motion wil dus graag een podium zijn om samen tot nieuwe inzichten te komen. Ten aanzien van die samenwerkingsdoelstelling zijn er wel twee concrete zaken die Beerens kan en wil noemen. ‘Een van de activiteiten die we naar Vision, Robotics & Motion hebben weten te halen, is de finale van de Brabant Robot Challenge. In deze wedstrijd, die wordt georganiseerd door Fontys, Avans en de universiteiten van Tilburg en
Een tweede samenwerking die Beerens vrolijk stemt, is die met Holland Robotics. Onlangs presenteerden zij een “position paper” aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, waarin ze een samenwerkingsprogramma voorstelden om Nederland binnen vijf jaar naar een koppositie in robotica te brengen. Dat Vision, Robotics & Motion graag deel uitmaakt van dat ecosysteem is vanzelfsprekend. En hoewel de concrete invulling nog moet plaatsvinden, ligt een gelijktijdig congres waarin het programma met enkele als voorbeeld dienende samenwerkingen tussen kennisinstellingen, bedrijfs leven en overheid wordt toegelicht, voor de hand. Beerens besluit met een algemene oproep tot samenwerken. ‘Ook in 2018 krijgen we weer een zeer groot aantal potentiële vision- en robotgebruikers over de
Eindhoven, werken multidisciplinaire teams aan zorg oplossingen met in de markt verkrijgbare robots als Nao en Pepper. Tijdens de finale zullen alle deelnemers hun project aan een eveneens multidisciplinaire vakjury pitchen. Ook zal er een koppeling van zorgrobotica met het lezingenprogramma worden gemaakt.’
vloer. Aan ons de schone taak hen te overtuigen van de kracht van – in mijn ogen – de meest flexibele vorm van automatisering. Maar dat overtuigen kan ik niet alleen. Dus heb je een goed idee? Bij deze nodig ik je van harte uit om Vision, Robotics & Motion ook tot jouw podium te maken.
Verbinden door samenwerken
BEZOEK VISION, ROBOTICS & MOTION OP 6 EN 7 JUNI IN VELDHOVEN WWW.VISION-ROBOTICS.NL
INFORMATIE
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
33
VERBINDING Turck lanceerde onlangs een nieuw type ethernet-uitbreiding, genaamd “BEEP”. In eerste instantie dacht ik aan een zoemer met een netwerkaansluiting, maar het is iets geheel anders. De naam staat voor “Backplane Ethernet Extension Protocol” en is ook de naam voor de nieuwe functionaliteit in de bestaande productrange van compacte I/Omodules. Volgens Gerjan Woelders van Turck NL is BEEP erg interessant voor installaties waar met veel kleine decentrale I/O modules wordt gewerkt, zoals in conveyors. Rob Hulsebos
Een BEEP-systeem bestaat uit een “master”-module en tot 31 slaves met I/O (afbeelding 2). De master weet na configuratie welke slaves er zijn, en hun aantallen I/Okanalen. Alle I/O wordt door de BEEP-master gebundeld; de besturing ziet maar één I/O-module. Omdat elke besturing een limiet heeft op het aantal aan te sturen I/O-modules - stel: 127, komen installaties met veel I/Omodules en elk weinig I/O in de knel. Met BEEP kunnen nu 127 x 32 modules worden aangestuurd. De besturing communiceert met de master, deze krijgt in één blok alle outputs aangeleverd, die dan worden uitgesplitst naar de slaves. De inputs komen terug, worden samengevoegd, en in één blok naar de besturing doorgegeven. Voor een besturing lijkt het hele BEEP-netwerk één hele grote I/O-module, met maximaal 480 byte I/O. Bij sommige merken besturingen levert dit nog een financieel voordeel op: er kan met een goedkopere licentie worden gewerkt, omdat de besturing met minder I/Omodules worden geconfigureerd. De manier van bekabelen die gebruikt moet worden is de lijnstructuur, met andere woorden: doorlussen. Dit in tegenstelling tot de bij ethernet gebruikelijke stertopo-
34
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
logie. De lijnstructuur heeft voordelen die erg nuttig zijn in een industriële omgeving. In de eerste plaats is geen switch nodig voor elke I/O-module (kostenbesparing!), er zijn grotere afstanden haalbaar dan de gebruikelijke 100 meter, en - vanuit de master gezien - wordt er efficiënter gebruik gemaakt van het netwerk. Dit laatste komt omdat ethernet relatief veel overhead heeft bij transport van kleine hoeveelheden data, zoals typisch voor I/O. Een BEEP-netwerk is te benaderen via ethernet/IP, P rofiNet of Modbus/TCP, via Turcks multiprotocol-technologie. Via de ingebouwde webserver is daarna het achterliggende netwerk te configureren, alle BEEP-slaves melden zich bij de master en melden hun mogelijkheden. Hiervan wordt dan de samengestelde I/O mapgemaakt. De cyclustijd van de BEEP-master zelf is enkele milliseconden. Interessante optie van BEEP is dat het ook nog mogelijk is om niet-BEEP-apparatuur op een lijn aan te sluiten. Netwerkberichten hiervoor worden transparant door de BEEP-apparaten doorgegeven (voor de expert: op basis van hun MAC-adressen), maar blijven wel bereikbaar. De master kan dit doen omdat zijn beide ethernetpoorten
VERBINDING als een switch werken. Het is zelfs mogelijk om áchter een BEEP-master een tweede BEEP-master te plaatsen die weer zijn eigen I/O-netwerk heeft.
Draadloze I/O-link MurrElektronik heeft een draadloze I/O-link koppelaar op de markt gebracht. Hiermee is het mogelijk om een I/O-link over een korte afstand draadloos uit te voeren via een magnetische koppeling - inductie - die zowel data als voeding kan overbrengen. Het toepassingsgebied van dit product is in die situaties waarbij het niet mogelijk is om een bekabeld netwerk te gebruiken, bijvoorbeeld waar gewerkt wordt met roterende delen. Vaak wordt dan gedacht aan het inzetten van een sleepring, maar dat is een vrij dure oplossing. Een draadloze link op basis van wifi, bluetooth of iets dergelijks, is echter ook niet altijd een oplossing, omdat hiermee geen voeding kan worden overgedragen. Verder hebben draadloze links hun voordelen in bijvoorbeeld gereedschapswisselaars, of koppelingen naar trillende systeemdelen, waar dan geen slijtage van connectoren en/of kabels optreedt.
Een technologie die zowel data als voeding kan overdragen bestaat al enige tijd: dat zijn inductieve links. De technologie is beschreven in Automatie 2014/1. Het geheel bestaat uit twee koppelaars, die in elkaars verlengde moeten worden geplaatst; een kleine axiale afwijking is toegestaan. De “power transmitter” stuurt de voeding met een magnetische koppeling inductief over. De overbrugbare afstand is enkele millimeters; hoe dichter bij elkaar des te hoger het over te zetten vermogen (max. 12W). Beide koppelaars hoeven elkaar niet steeds te “zien”, uiteraard valt bij een te grote onderlinge afstand het vermogen weg maar zodra men weer in elkaars bereik is wordt het contact binnen 10 milliseconden hersteld. Het mag ook steeds een andere koppelaar zijn. Ook mag - op de lange as - geroteerd worden. Het medium tussen beide koppelaars mag alles zijn, behalve metaal. De data-overdracht wordt geregeld via NFC (Near Field Communication) op een frequentie van 2,4 GHz. Ook dit gaat magnetisch, met als voordeel dat er geen interferentie kan optreden met draadloze netwerken zoals bluetooth en/of wifi, die ook op 2,4 GHz werken.
advertentie
fact
Radar niveaumeting voor elke applicatie OPTIWAVE series – technology driven by KROHNE
t
• Nieuwe 24 en 80 GHz radar niveautransmitters voor vloeistoffen en vaste stoffen
l
• Meer dan 28 jaar FMCW-radar technologie ervaring m3
• Lens-, druppel- en hoorn antennes met procesaansluitingen vanaf ¾”
Meer feiten: www.krohne.com/optiwave 13890
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
35
FHI PO ST BU S 36 6 38 30 AK LE US DE N TE L. 03 3 46 E- MA IL INF 5 75 07 O@FH WW W. FH I.N I.N L L
Virtuele beursprojecten voor de industrie In de industrie is het dagelijkse kost om zo efficiënt en effectief mogelijk te ontwerpen, produceren en onderhouden. Ingezoomd tot op het niveau van het technische ontwerp van de installaties komen we op componentniveau al vele keuzes tegen. Hoe mooi zou het zijn als deze keuzes (en dan vooral de consequenties voor het geheel) vooraf al in het ontwerp te bepalen zijn? Hieromtrent zijn vele initiatieven waarover in termen zoals “digital twinning” gesproken wordt. Paul Petersen
Uitgerekend voor trainingsdoeleinden of onderhoudsacties is een virtueel productieproces ontzettend logisch. Maar alle veelbelovende technologieën zoals Augmented Reality (toegevoegde digitale laag in een Google Glass-achtige omgeving) en Virtual Reality kennen ook zo hun beperkingen. Dit terwijl de trendwatchers van Gartner AR en VR langzaam maar zeker in de “slope of enlightenment” zien komen. In het artikel https://www. gartner.com/smarterwithgartner/immersive-technologies-are-moving-closer-to-the-edge-of-artificial-intelligence/ is te lezen dat 37% van de CIO’s (Chief Informa-
tatie of procesapparatuur leveren, kunnen profiteren van de virtuele multi-vendor plant. Speciaal voor de World of (Process) Automation wordt er een virtuele procesinstallatie gezamenlijk ontwikkeld met STC, VR Owl en een tiental instrumentenleveranciers. Wilt u als exposant uw instrument in dit Virtual Reality (VR)-platform integreren? Er zijn nog enkele plekken beschikbaar. Ook in de wereld van Industrial P rocessing zijn efficiëntie en effectiviteit leidend. Om vroeg in het proces de implicaties van technische keuzes te zien, biedt virtualisatie hier wellicht ook voordelen. Om dit in beursverband over te brengen op bezoekers is ervoor gekozen om samen met technisch dienstverlener SPIE een VR-project op te zetten. Een aantal toeleveranciers - actief in de totale keten - tonen virtueel de s ystemen en installaties waarmee bezoekers van
‘Op de beursvloer wordt een VR-project opgezet’ tion Officers) AR/VR wel op de radar hebben staan maar nog geen actie in die richting hebben gepland. Des te beter dat er dit najaar op de beursvloer van WoTS meerdere concrete virtuele installaties tevoorschijn komen waardoor vele bedrijven eens kunnen testen of dit voor hen concreet voordeel oplevert - naast het ogenschijnlijke “fun”-element. Op de WoTS hebben exposanten van de World of Automation meerdere keuzes om hun marketingactiviteiten op toe te spitsen. Bedrijven die bijvoorbeeld instrumen-
36
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
de WoTS aan de slag kunnen. Uiteraard ligt de focus daarna op de stand waar de besproken oplossingen nader toegelicht worden. Concreet is er op de WoTS veel kennis te halen, ook en vooral over de stand van zaken van virtualisatie voor de industrie. De VR-projecten voor procesautomatisering en Industrial Processing zijn nog in opbouw. Als exposant aan de WoTS kunt u zich wenden tot Tim Middeldorp om betrokken te zijn bij de invulling van een van de projecten.
FHI GENIET EXCLUSIEVE GASTVRIJHEID IN AUTOMATIE | PMA. DE VERANT WOORDING VOOR DE GEPUBLICEERDE KOPIJ OP DEZE PAGINA LIGT BIJ FHI.
MARKT & TECHNIEK
Schakelende netvoeding
Meer informatie www.murrelektronik.nl
De schakelende netvoeding Emparro HD is ontworpen voor toepassing in bijzonder veeleisende omgevingscondities en staat garant voor een betrouwbare stroomvoorziening. Murrelektronik meldt dat de netvoeding weliswaar in een schakelkast wordt ingebouwd, maar kan worden blootgesteld aan extreem zware omstandigheden. Hierdoor vindt hij toepassing in bijvoorbeeld spreaders zoals hef kranen voor containers, bouwkranen of industriële transportsystemen. Netvoedingen bevinden zich hier vaak op bewegende delen waardoor ze worden blootgesteld aan schokken en trillingen, ze krijgen te maken met hoge inductiespanningen (zoals van blikseminslag) of wisselende weersomstandigheden (hoge tem-
peraturen en hoge luchtvochtigheid ). Deze nieuwe net voeding blijf t een betrouwbare stroomvoorziening, zelfs onder extreme omstandigheden. De voeding heeft een hoge trillings- en schokbestendigheid (50G) doordat de voeding volvergoten en compact gebouwd is. Hij is maximaal overspanningbestendig en beschermd tegen inductiespanningspieken of blikseminslag in de directe omgeving. Dankzij de gereedschaploze aansluittechniek, door groot gedimensioneerde leash-terminal-klemmen,
is montage snel en probleemloos te realiseren. En last but not least heeft de voeding een hoog rendement, zelfs bij extreme temperaturen van -40 tot +80 °C.
advertentie
THE INTEGRATOR.
COMMITTED TO YOUR RESULT. VSE houdt het overzicht en houdt het simpel. Voor u! ALS HET GAAT OM: Motion control
Industriële automatisering
Hygiënisch ontwerp
Robot-integratie
Vision & Sound applicaties
Service & onderhoud
www.vse.nl 13861
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
37
MARKT & TECHNIEK
Integratie-oplossing tussen Eplan en Melsoft iQ Works
Meer informatie www.eplan.nl
De nieuwe integratie-oplossing van Eplan Electric P8 met Melsoft iQ Works Mitsubishi Electric koppelt vanaf nu elektrotechnische engineering met automatisering. Daarbij dient AutomationML als basis. Data zoals symbolische adressen kunnen vanaf nu bi-directioneel met de huidige software suite worden uitgewisseld. De resultaten in Eplan Electric P8 zijn daarbij indrukwekkend: valide schema’s, inclusief busbekabeling van de plc-componenten onderling en kwalitatief hoogwaardige hardware configuraties. Bi-directionele uitwisseling van plc-data helpt om engineerings- en automatiseringsprocessen te optimaliseren. De nieuwe koppeling gaat nog een stap verder. Dankzij de neutraliteit en openheid voor gegevensuitwisseling wordt de weg voor Industrie 4.0 geopend. De samengestelde dataset vormt de basis voor de plc-hardware-opbouw - rack - en de sof twareprogrammering. Bijzonder is dat de data gedurende het gehele productontwikkelingsproces als “single source of truth” - enige bron van waarheid - worden doorgegeven. De integratie maakt de samenwerking tussen de elektrotechnische engineers en softwareontwikkelaars eenvoudiger. Gebruikers in het elek trotechnisch ont werp hebben nog een extra voordeel: de toewijzing van de plc-modulen is transparant. Modulen kunnen met de systeemondersteuning sneller worden bewerkt en veranderingen kunnen nog eenvoudiger en universeler op het laatste moment worden doorgevoerd. Voor de weergave van de structuur- en topologie-informatie gebruikt AutomationML het CAEX-formaat (Computer Aided Engineering Exchange), een internationale
38
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
gegevensformaat-standaard volgens IEC 62424/IEC 62714. Dit biedt object-georiënteerde basisconcepten die gebruikt worden voor de weergave van installaties en systeemstructuren. Bovendien biedt AutomationML de mogelijkheid om systeemstructuren, zoals de rackopbouw, door te geven. Hierdoor wordt een goed gestructureerde en complete documentatie mogelijk, die zelfs voor service en onderhoud kan dienen.
MARKT & TECHNIEK
Bonfiglioli-activiteiten Esco drives overgenomen Boekholt Transmissions heeft recent de totale voorraad Bonfiglioli componenten van Esco drives in België overgenomen. Vanaf 1 januari 2018 is Boekholt Transmissions, dochteronderneming van Elsto Drives & Controls, nu dé officiële contractpartner voor Bongfiglioli in de Belgische en Luxemburgse markt. Esco gaat zich toeleggen op industriële automatiserings-componenten, alsmede op de engineering, productie en verkoop van hun eigen fabricaat koppelingen. Voor klantspecifieke projecten waarbij elektromechanische aandrijvingen worden toegepast in combinatie met industriële automatisering blijft Esco Drives, in nauwe samenwerking met Boekholt Transmissions, Bongfiglioli-producten leveren. Boekholt Transmissions heeft inmiddels ruim 7 jaar
Meer informatie www.boekholt.be
ervaring met het engineeren, verkopen en leveren van het complete Bongfiglioli gamma op de Belgische en Luxemburgse markt en Elsto Drives & Controls voert dit pakket al ruim 40 jaar in Nederland. Behalve dat Boekholt Transmissions jarenlange ervaring heeft met het bovengenoemde pakket, beschikken ze over een zeer omvangrijke voorraad Bongfiglioli-componenten waardoor korte levertijden te allen tijde kunnen worden gegarandeerd.
advertentie
SMARTER PRODUCT USABILITY Sven-Philipp Abraham
SMARTER PRODUCT USABILITY
ZO EENVOUDIG LEEST MEN BARCODES TEGENWOORDIG. OP CAMERA GEBASEERDE CODELEZER DCR 200i
Product Management Product Center Ident + Vision
Dankzij de Setup Wizard in drie minuten in bedrijf genomen. De nieuwe DCR 200i identificeert snel en betrouwbaar 1D en 2D codes, óók bij ongunstige omstandigheden.
easy handling. www.leuze.nl 13452a
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
39
BEURZEN
Energieopslag en -distributie Volop in ontwikkeling Bij de nieuwe vormen van energie zijn productie en opslag onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ga maar na: de klassieke markten voor energie zijn vraaggebonden. Als de vraag toeneemt zal de centrale meer energie leveren en daarvoor de benodigde - soort - brandstof verbruiken. In ons land zijn dat over het algemeen gas, kolen of kernenergie. Op basis van historische gegevens is de vraag over het algemeen goed te voorzien en kan de centrale effectief anticiperen. Bij nieuwe vormen van energievoorziening zoals wind en zon is de situatie geheel anders. Als er meer vraag komt zal het niet harder gaan waaien, noch zal de zon meer gaan schijnen. Deze vormen van energie moeten dus geoogst worden op het moment dat ze voorhanden zijn en dat betekent automatisch dat er enige vorm van opslag zal moeten zijn voor magere tijden. Harold van den Hauten
Dit veld is volop in ontwikkeling en Management Producties speelt hierop in met een bijeenkomst die inmiddels een jaarlijkse frequentie heeft. Hier komen zaken als de kosten van de infrastructuur, de back-up (en de kosten daarvan) en, last but not least, veiligheid en de zekerheid van levering aan de orde.
Grootschalige opslag van waterstof Marcel Galjee, Director Energy van AkzoNobel, licht de positie AkzoNobel toe met een presentatie over grootschalige opslag en de rol van waterstof daarin. Het doel is om de energievoorziening 100% koolstofvrij te maken en bovendien hernieuwbaar. Als onderdeel van deze transitie zullen de processen maximaal geëlektrificeerd
40
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
moeten worden en wordt gestreefd naar flexibele en automatische productie-eenheden, geheel in de lijn met industrieën 4.0. De waterstofeconomie speelt hierin een belangrijke rol evenals bio-based en circulaire chemie. Het komt erop neer dat die transitie, die er op gericht is om van elektronen naar moleculen te gaan en terug, versneld moet worden. Akzo Nobel en Gasunie hebben een gezamenlijk project om de conversie van een elektriciteit naar waterstof en vice versa in de markt te zetten om waarlijk “groene waterstof” te produceren.
Hoe in de praktijk? Met Joost Hooghiem van Gasunie komen we in de praktijk terecht met zijn beschrijving van het HyStock elek-
BEURZEN triciteit-naar-gasproject, het eerste in Nederland. Het is een pilotproject, maar evengoed behoorlijk indrukwekkend. Het gaat om de productie van elektriciteit uit 12.000 zonnepanelen. Elektriciteit wordt omgezet in waterstof dat wordt opgeslagen in een zoutcaverne van 1.000.000 m3 . Momenteel is de grootste batterij ter wereld die van Tesla in Australië met een capaciteit van 100 MW. De zoutcaverne van Gasunie’s Hystock is nog 2400 maal zo groot. Het HyStock-project is mede gefinancierd door de Europese Unie.
met een totale lengte van 22.500 km waar 21 miljoen gebruikers deel van uitmaken. TenneT voorziet dat de zon en de wind in 2050 zowel in Nederland als in Europa de belangrijkste duurzame bronnen zullen worden. Het aanbod van wind is daarbij beter gecorreleerd met de vraag naar elektriciteit dan het aanbod van de zon. Uit de grafiek die hij laat zien over de jaren heen, blijkt
Een kolenmijn als waterstofbron In Duitsland werken universiteiten, bedrijfsleven en overheid samen om de Prosper-Hanielmijn om te vormen tot een opslagbatterij. Prof. Dr.-Ing. André Niemann van de Universiteit van Duisburg-Essen vertelt over dit innovatieve en grootschalige project. Dit is een voorbeeldproject dat is gelegen in een gebied waar een grote vraag is naar energie. Het is trouwens een goede manier om het oude mijnlandschap om te vormen met grote economische effecten voor het hele gebied. Er wordt in deze mijn gemikt op een capaciteit van 600.000 m 3 waterstof. Het is een lopend project dus de finale resultaten zijn nog niet bekend. Wel wordt er verwacht dat deze plant mogelijk voor het hele Ruhrgebied een unieke showcase/demonstratieproject zal zijn voor een duurzame post-mijnbouw situatie.
Elektriciteit wordt omgezet in waterstof dat wordt opgeslagen in een zoutcaverne van 1.000.000 m³.
Je huis als energiecentrale Een geheel andere situatie bespreekt Erik de Leeuw, directeur van SOLARWATT Benelux. Hij praat over het huis als energiecentrale. Hier komt aan de orde dat veel energiemarkten te maken krijgen met een grote verschuiving van een gecentraliseerde naar gedecentraliseerde productiestructuur. De toekomst van de energievoorziening is dus decentraal en ook digitaal. En vrij van fossiele verbranding en de daarbij behorende CO2-productie. De Leeuw betoogt dat batterij-opslag de pieken met 40% kan verlagen en de capaciteit van het slimme energienetwerk met 66% kan worden verhoogd zonder dat het netwerk hoeft te worden uitgebreid.
De digitale transitie in de energiesector Ben Voorhorst van TenneT vertelt over de digitale transitie in de energiesector. TenneT is de eerste grensoverschrijdende netbeheerder in Europa en beheert een net
weer eens heel duidelijk dat opslag niet te vermijden is. Opslag via batterijen, hybride warmte-oplossing en thermische opslag. Dit zal zowel centraal als decentraal georganiseerd moeten worden. Je kunt dit uitdrukken als power-to-x. Hernieuwbare fluctuerende energiebronnen zullen een toenemend aandeel in het systeem van energielevering hebben. Er zal een grote mate van flexibiliteit nodig zijn om de leveringszekerheid en betaalbaarheid te waarborgen.
Slot Circa 120 deelnemers bezochten Energieopslag & -distributie 2018. Interessante discussies en boeiende visies maakten de dag compleet. We bespraken grootschalige en kleinschalige opslag, de digitale transitie en de nieuwe rol van de netbeheerder. Kortom, een inspirerende dag met uitgebreide netwerkmogelijkheden.
PRODUCTIE EN MACHINE AUTOMATISERING PMA 03/2018
41
MARKT & TECHNIEK
Ultrasone niveaumeter direct aan Profinet Siemens brengt met de Sitrans Multiranger 200 HMI de volgende generatie digitale ultrasone niveaumeters op de markt. Deze niveaumeter heeft een nauwkeurigheid van 0,25%, een geavanceerde en gepatenteerde echo processing en een eenvoudige menu- en bedieningsinterface. De ruisongevoelige en nauwkeurige niveaumeter is geschikt voor applicaties waarin een kwalitatief hoogwaardige niveaumeting van vloeistoffen en vaste stoffen vereist Meer informatie www.siemens.nl
is. Daartoe behoren bijvoorbeeld niveau- en pompbewaking in de water- en afvalwaterindustrie, voorraadbeheer van (dier)voeding en chemicaliën in de voedings- en chemische industrie, alsmede vrachtwagen verladingen. De Multiranger 200 HMI kan direct geïntegreerd worden in diverse industriële netwerken waaronder Devicet, Modbus TCP/IP, ethernet IP, Profibus DP en Profinet. Als gekozen wordt voor Profibus of Prof inet-communicatie, dan kan het instrument geconfigureerd en geparametreerd worden in TIA (Totally Integrated Automation) Portal. Dit
verzekert een snelle een eenvoudige opstart van het instrument. Bij de installatie en tijdens bedrijf onderscheidt de Multiranger 200 HMI zich door zijn grote gebruiksvriendelijkheid. Het maakt niet uit of de inbedrijfname wordt verzorgd via TIA-portal of de nieuwe HMI-interface, met zijn vier bedieningstoetsen en menugedreven parameterstructuur. Er is altijd een eenvoudige en snelle opstart van het instrument gegarandeerd. De menustructuren en HMI-interface zijn bovendien aan de praktijk getoetst, omdat ze identiek zijn met de beproefde digitale Coriolistransmitter Sitrans FCT030.
Sneller onderhoud aan afvalwaterpompen KSB presenteert een onderhoudsslede voor afvalwaterpompen. Met de mobiele SewaSlide kan een enkele persoon een pomp van de pompserie Sewabloc openen en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Het gebruik van kranen en andere hefwerktuigen voor onderhoud wordt hiermee overbodig. Voor installaties met meerdere pompen van hetzelfde type kan met één onderhoudsslede worden volstaan. Deze kan telkens worden gebruikt aan de pomp waaraan onderhoudswerk moet worden uitgevoerd. Na het aanbrengen van de onderhoudsslede moet de servicetechnicus alleen nog de bouten losdraaien die het pomphuis en de lagerstoel met elkaar verbinden. Vervolgens kan hij de back-pull-out-unit inclusief waaier, as, lagers, pakkingen en motor naar buiten trekken. Het pomphuis zelf blijft daarbij op zijn plaats en verbonden met de zuig- en persleiding. Na het openen van de pomp is de waaier vrij toegankelijk. Op deze manier kan blokkerend materiaal gemakkelijk worden verwijderd en kunnen andere onderhoudsmaatregelen zonder problemen worden uitgevoerd.
42
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
Meer informatie www.ksb.nl
Na afronding van de onderhoudswerkzaamheden schuift de monteur de back-pull-out-unit in zijn geheel weer terug en draait hij de bouten weer aan. De onderhoudsslede is als optioneel toebehoren voor de pompserie verkrijgbaar.
MARKT & TECHNIEK Meer informatie www.sick.nl
20 werkdagen doorlooptijd:
snelle leverservice Naast de succesvolle Express Availability service, die momenteel garant staat voor levering uit voorraad van motoren, servomotoren, en motorreductoren, introduceert Leroy-Somer nu een nieuwe optie voor korte levertijden: de 20 Working Days Manufacturing Lead Time Commitment (20 WD).
Nieuwe generatie sensoren voor objectdetectie Met de W16- en W26-serie van SICK - standaard voorzien van IO-Link - is men klaar voor de uitdagingen van de toekomst. Deze nieuwe generatie fotocellen is namelijk voorzien van tal van eigenschappen die de dagelijkse operatie sterk vereenvoudigen en de betrouwbaarheid en efficiëntie van processen een boost geven. Nieuwe technologieën zorgen ervoor dat zelfs glimmende, transparante, ongelijke en geperforeerde objecten niet aan de blik van de W16- en W26-sensoren ontsnappen. Dankzij de BluePilot-assistent is een W16- of W26-sensor in slechts enkele seconden eenvoudig en uiterst precies in te stellen. Processen worden makkelijker stuurbaar met de sensoren uit de W16- en W26-serie. Als smartsensoren leveren ze de essentiële informatie om in een productieomgeving de volgende stap in Industry 4.0 te zetten. Objecten kunnen glimmend, ongelijk, contrastrijk, geperforeerd of transparant zijn, de nieuwste generatie sensoren biedt een antwoord op elk detectievraagstuk middels technologieën als TwinEye, LineSpot en ClearSens.
Binnen 20 werkdagen zijn de IMfinity ® IP 55 en IP23 ACmotoren, van 0,25 tot 450 kW, met efficiëntieklasse IE2 of IE3 - uitgezonderd motoren met een vermogensoutput lager dan 0,75 kW, die niet onder de ErP-richtlijn vallen, leverbaar. Voor elke orderregel zijn de aantallen beperkt tussen 5 en 25 stuks, afhankelijk van de motorframematen. De motoren uit de IMfinity ® serie voldoen aan de industriële eisen. Daarbij zijn opties leverbaar zoals rollagers, geïsoleerde lagers, coatingsystemen, trilsensoren, roestvast stalen schroeven of zelfs encoders. Net als bij de Express Availability service kunnen alle klanten van de 20 Working Days Lead Days Commitment gebruikmaken, inclusief OEM’s, distributeurs en eindgebruikers. Het overzichtelijke en specifieke motorenprogramma is direct toegankelijk via de website van LeroySomer. In noodgevallen kan 24-uurs verzending worden gerealiseerd in veel Europese landen met optioneel een sneltransportservice. Tenslotte is er nu de functie om een product in 20 WD te kunnen configureren. Een dynamische indicatie van de doorlooptijd wordt bij de selectie van een product eveneens getoond, waarbij rekening wordt gehouden met technische specificaties en opties.
Meer informatie http://lrsm.co/dispo20wd
Dankzij de extreem robuuste VISTAL-behuizing zijn deze nieuwste sensoren opgewassen tegen de meest uitdagende omgevingsomstandigheden.
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE 03/2018
43
COLOFON Redactieraad
HOOFDREDACTIE
WILLEM VAN DER BIJL
Ing. Peter van den Berg, Ing. Ton Bol, Ing. Willem van der Bijl, Ing. Frits Boddeman, André Braakman, Ing. Adrian de Bruijn, Jacques Geluk, Harold van den Hauten, Ing. Rob Hulsebos, Sikko de Jong Sr., Ing. Liam van Koert, Janet Kooren, Ing. Peter Korsten, Ir. Hans Mosselman, Ir.ing. Wim O xenaar Eur. Erg., Ir. Paul Petersen, Ing. Remco Rijsenbrij, Drs. Bianca Scholten, Ing. Ad Spijkers, Marc Vissers, Ing. Karel Walinga, Ir. Hans van Wijk en Ing. Nick de With.
HOOFDREDACTIE
LIAM VAN KOERT
Deelname van redactieraadleden aan het redactieraadteam is op persoonlijke titel.
Uitgave UITGEVER
Thermische Massa Flow Meters/Controllers, Vortex, Ultrasoon
JACO OTTO
Gas, Stoom en Vloeistof applicaties
Automatie BV Bezoekadres: Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postadres: Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: 033 456 70 50 E-mail: info@automatie-pma.com Internet: www.automatie-pma.com
Uitgever Jaco Otto (Automatie BV), j.otto@aprmediagroep.nl SALES
13744
ERIK DE JONG
Advertenties Erik de Jong (Advercom), edejong@advercom.nl
Vormgeving APR Media Groep BV, studio@aprmediagroep.nl
www.sierrainstruments.nl - tel: 072 5071400 - sales@sierrainstruments.nl REDACTIE
BIANCA SCHOLTEN
Advertentie- en orderadministratie APR Media Groep BV, orders@aprmediagroep.nl
Abonneeservice
CYBERSECURITY-EXPERT.COM
Post: Daalakkersweg 2 - 72, 5641 JA Eindhoven Telefoon: 088 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl REDACTIE
JANET KOOREN
HEEF T U W BEDRIJF EEN IT Y CYBERSECUR E XPERT IN HUIS?
REDACTIE
ROB HULSEBOS
REDACTIE
REDACTIE
13872
KAREL WALINGA
ISA European Office, Telefoon: 040-2390524, E-mail: info@isaeurope.org
HET IA-VAKBLAD VOOR NEDERLAND EN BELGIË AUTOMATIE | PMA 03/2018
Nederland Buitenland Proefabonnement Losse nummers
€ 79,- per jaar (excl. btw) € 140,- per jaar € 35,- 6 maanden € 10,-
Overname artikelen © Automatie BV, 2017 Informeer bij de uitgever. ISSN 0005-1128 HAROLD VAN DEN HAUTEN
44
Abonnementen kunnen iedere maand ingaan en w orden jaarlijks automatisch verlengd. Opzegg ingen, uitsluitend schriftelijk, dienen uiterlijk twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn.
REDACTIE
NICK DE WITH
AANSPRAKELIJKHEID Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Automatie BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. Automatie BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de uitgever van Automatie BV. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellectuele eigendomsrechten zijn van toepassing.
13856a
intrinsiek-vEilige Druktransmitters Voor zeer explosiegevaarlijke omgevingen (Zone 0) Voor industriële toepassingen (Gasgroep II) Voor Ex II 1G Ex ia IIC T4…T6 Ga
Serie 4 LD Ei…9 LD Ei
Serie 20 D Ei
Serie 21 D Ei
Serie 23 D Ei
Serie 26 D Ei
«Core uitvoering» Ø 11 mm…Ø 19 mm
«Complete meetkop» 3 bar tot 1000 bar
«Compacte alleskunner» 3 bar tot 1000 bar
«In zeer veel versies leverbaar» 300 mbar tot 1000 bar
«Nivosensor» 300 mbar = ca. 3 mH2O
Geoptimaliseerd voor batterij gevoede toepassingen Total error band : ± 0,7 %FS @ -10…80 °C I2C-Microcontroller-Interface 1,8…3,6 V / 20 μW @ 1 SPS
keller-holland.nl 13866a