Bouw en Uitvoering 4-2019

Page 1

KLIMAAT ADAPTATIE

IN DE STAD 3-LUIK EERSTE CIRCULAIRE

VIADUCT NEDERLAND

SMART CITY BUILDING & CAMPUS

DUURZAAM VERWARMD & SOLAR SOLUTIONS

TRANSITIESUCCES

TERUGBLIK BELEEF TECHNIEK 2019 BOUW EN UITVOERING

BEREIKT RUIM 73.100 LEZERS

JAARGANG 51 - 4 2019 HET VAKBLAD VOOR RIJK, PROVINCIE EN GEMEENTE

IN NEDERLAND EN BELGIE


Duurzaamheid in de praktijk Het NDA Duurzaam Dak Concept is ontwikkeld om al onze daken duurzaam in te zetten. Klimaatadaptatie binnen alle fases van het bouw- en beheerproces, zowel binnen onderhoud, renovatie als ook bij nieuwbouw. Het Duurzaam Dak Concept staat voor kennis, advies, ontwerp, uitvoering en beheer van multifunctionele gebruiksdaken. De Nederlandse Dakdekkers Associatie

Duurzaam Dak Concept Nevelgaarde 40 3436 ZZ Nieuwegein 036 530 44 90 info@nda.nl

met Dakbehoud en DIAC als onafhankelijke organisaties die duurzaamheid op het dak integraal, lokaal en landelijk opererend, kan faciliteren. Ondersteunend naar beleidsmakers en opdrachtgevers op het gebied van kennis- en praktijkexpertise als het om duurzame dakontwikkeling gaat.

Energiedaken

Waterdaken

Gebruiksdaken

WWW.NDA.NL

Groendaken

Dakveiligheid 13824a


TOEGANG?

Vanaf 1 april 2019 is de Generieke Poort­ instructie (GPI) verplicht voor toegang op alle grotere bouwplaatsen en onderhouds­ contracten in Nederland. Bouwers en installateurs, aangesloten bij de Governance Code Veiligheid in de Bouw, eisen de GPI per die datum voor alle eigen medewerkers, onderaannemers, toeleve­ r­anciers en ook vertegenwoordigers van opdrachtgevers en ingenieursbureaus, die werkzaamheden verrichten op hun bouw­

plaatsen. Ook als men al in het bezit is van een (VOL) VCA-certificaat of Digitaal Veilig­ heids P ­ aspoort (DVP) moet men de GPI be­ halen. Diegene die alleen op bezoek komt (altijd onder begeleiding) hoeft geen GPI te volgen. Zij dienen de veiligheidsaanwij­ zingen van hun begeleider op te volgen en worden geadviseerd de veiligheidsinstruc­ tie en film voor bezoekers vooraf te bekij­ ken De GPI vervangt alle algemene veiligheids­ instructies die nu overal apart worden ge­

geven. Om toegang te krijgen tot de bouw­ plaatsen voor werkzaamheden moet men de nieuwe GPI volgen en de toets hebben behaald. Eén uniforme poortinstructie voor alle bouwplaatsen voorkomt verwarring, ver­ groot de bewustwording rond veilig wer­ ken en bespaart tijd.

Meer informatie www.gpi.nu


INHOUD

8 Eerste circulaire viaduct Nederland in gesprek met Cees Brandsen, hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat (RWS) en ­collega Frederieke Knopperts, Programmamanager Circulaire Economie.

‘Circulair ontwerpen/ bouwen kent diverse principes. Maar wat is maakbaar en produceerbaar?’


B+U 4 2019 3

‘Studentendorp als voorloper van de smart city’ Smart city, building & campus Tijdens de bijeenkomst ‘Smart Cities’, georganiseerd door FHI, werd door bedrijven uit diverse sectoren gekeken wat er voor nodig is om een smart city te kunnen realiseren.

16


20 Klimaat adaptatie in de stad In dit drieluik over klimaatadaptatie geven experts hun visie op een klimaatbestendige stad. Margareth Hop van Actifolia neemt het groen in de stad onder de loep. Florian Boer van De Urbanisten kijkt naar het water in de stad. Arthur Hagen en Niels Al van de Gemeente Den Haag vertellen over het beleid in de stad.

‘Drieluik over klimaatadaptatie en de visie op een klimaatbestendige stad’


B+U 4 2019 5

Transitiesucces in Leiden Energiebedrijf in de stad wordt academische start-up-broedplaats met fietsparkeernorm als duurzaam omgevings‘probleem’.

30 Beleef Techniek Scholieren en studenten togen naar Bouw & Infrapark in Harderwijk om zandzuigers aan het werk te zien, de eerste elektrische hijskraan van de Benelux te bedienen of om landmeter te spelen. Op de banenmarkt konden ze kennis maken met mogelijk toekomstige werkgevers.

36 EN VERDER

DUURZAAM VERWARMD & SOLAR SOLUTIONS bijpraten over duurzame verwarming. Voorlopige conclusie: de warmte­ pompverkoop gaat exploderen en de zonneboiler verdient een beter lot.

FOTOPAGINA.............1+6+54+66 EEN DAK DAT LEKT, IS GEEN GOED DAK................. 42 BEDRIJFSINFO........................ 51 COLOFON............................... 80

44


GRAAFSCHADES FORS TOEGENOMEN Uit de schaderapportages van de netbe­ heerders blijkt dat het absolute aantal graafschades fors is toegenomen. Relatief is er sprake van een lichte stijging. Dit on­ danks inspanning van de sector om ver­ mijdbare graafschades terug te dringen. De handreiking CROW 500, die het zorg­ vuldige graafproces beschrijft, is nog on­ voldoende geïmplementeerd. Agentschap Telecom intensiveert het gesprek met de sector om gezamenlijk deze trend defini­ tief te keren. In het rapport Staat van de Ether 2018 ­b enadrukt het agentschap de rol van de netbeheerders. Zij hebben als belangrij­

ke opdrachtgever de sleutel zelf in han­ den om te sturen op een zorgvuldig graaf­ proces. Gemeenten kunnen zowel netbe­ heerder als opdrachtgever of grondroerder zijn. Om hen te ondersteunen in die posi­ tie, bracht het agentschap aanbevelingen ­Gemeenteradar uit. “De graafsector, verenigd in het Kabel en Leiding Overleg, weet dat het geduld van Agentschap Telecom groot, maar niet ein­ deloos is. De doelstelling van het KLO was haalbaar als er met gemeenschappelijke gedrevenheid was gewerkt aan de imple­ mentatie van de CROW 500. Dat is niet gebeurd. Er zijn kansen blijven liggen”, zo ­bericht het Agentschap Telecom.

Bron: Agentschap Telecom


B+U 4 2019 7

SERIEUS SPELEN ‘Hoe kom ik aan gekwalificeerd personeel?’ Dè vraag die de bouw zich stelt momenteel.

REDACTIONEEL

Tijdens Beleef techniek 2019 (zie pagina 36) in Harderwijk kwamen jongeren in contact met mogelijke werkgevers, maar stond de techniek centraal.

De toekomstige bouwmedewerkers konden zandzuigers aan het werk zien, de eerste

elektrische hijskraan van de Benelux bedienen of landmeter spelen. Oud-gediende Dirk Roosenboom van Roosenboom uit Ede wilde de jongelui vooral laten zien hoe leuk het werken in de bouwsector is. Serieus spelen.

En dat is precies waar Cees Brandsen, hoofdingenieur- directeur bij Rijkswaterstaat, mee bezig is. Bouwen met LEGO, maar dan in het groot. Met een team werkt hij hard aan een

circulair viaduct, pagina 8. Deze heeft een overspanning van 20 meter en is 7,5 m breed. De onderbouw is gemaakt van traditionele damwanden. Deze zijn eruit te trekken en opnieuw te gebruiken. De 40 betonnen elementen zijn als LEGO-blokken in elkaar te zetten.

Hoe je als gemeente op een speelse manier een stad waterrobuust en klimaatbestendig

in kunt richten, is te lezen in het drieluik klimaatadaptatie, zie pagina 20. Margareth Hop

neemt het groen in de stad onder de loep. Florian Boer kijkt naar het water in de Stad.

Arthur Hagen en Niels Al vertellen over het beleid in de stad. Een integrale aanpak is hierbij het devies waarbij je de bewoners moet verleiden om te participeren.

Een integrale aanpak staat hoog in het vaandel bij de FHI - de federatie van techno­

logiebranches. Tijdens de bijeenkomst ‘Smart Cities’ werd door bedrijven uit diverse

sectoren gekeken wat er voor nodig is om een smart city te kunnen realiseren. Het speelveld is het TU Delft-terrein. Alles over de voorlopige bevindingen op pagina 16.

Serieus spelen doen ze in PLNT al een tijdje, zie pagina 30. In dit Leidse centrum voor

innovatie en ondernemerschap heerst een clubhuissfeer, krioelt het van de Start Ups, en

is er ruimte voor experiment. PLNT is een testcase, als een plant die organisch groeit, lean & mean, zonder veel investeringen. Een toekomstige parel van de stad.

GERARD VOS HOOFDREDACTEUR BOUW EN UITVOERING G.VOS@APRMEDIAGROEP.NL


8 B+U 4 2019


B+U 4 2019 9

EERSTE CIRCULAIRE VIADUCT NEDERLAND ‘LEGO, en vooral samen leren en bouwen’


In gesprek met Cees Brandsen, hoofdingenieurdirecteur bij Rijkswaterstaat (RWS) en collega Frederieke Knopperts, Programmamanager Circulaire Economie. De Deen Ole Kirk Christiaensen (1891 - 1958) was timmerman van beroep. Voor zijn zoontje maakte hij geregeld houten speelgoed. In 1932 ontwierp hij het bouwspeelgoed met de naam LEGO. De afkorting van leg godt, oftewel speel goed. Later blijkt, dat LEGO in het Latijn ook een betekenis heeft: ik leer. LEGO en vooral samen leren en bouwen, daar gaat het ook over in dit artikel. TEKST BETTY ROMBOUT BEELD RIJKSWATERSTAAT


I

n een circulaire economie worden grondstof­ fen optimaal gebruikt. Dat wil zeggen: ze wor­ den steeds gebruikt in een toepassing met de hoogste waarde voor de economie en de minste schade voor het milieu. Dat RWS circulaire eco­ nomie en daarmee duurzaamheid hoog in het vaan­ del heeft staan, blijkt uit vele projecten uit het verle­ den alsook lopende. Cees Brandsen: “We kijken altijd naar wat we aan duurzaamheid kunnen doen.”

KNOOP DOORHAKKEN

Toen Brandsen in 2017 zijn huidige functie binnen RWS aanvaardde, hoorde hij van Frederieke Knopperts, dat er al gesprekken waren met een consortium over een circulair viaduct. Een idee afkomstig van aannemer Van Hattum en Blankevoort, prefab-bouwer Consolis Spanbeton, Volkerinfra en (destijds) SBRCURnet en SGS Intron. “Een circulair viaduct klinkt leuk en vooral ook duurzaam, maar er komt wel heel wat bij kijken”, aldus Cees Brandsen Cees Brandsen: “Circulair ontwerpen/bouwen kent diverse principes. Maar wat is maakbaar en produceer­ baar op dit moment? Alle materiaal hergebruiken en tot oorspronkelijk materiaal terugbrengen? Maar circulair is ook, het kunstwerk zo multimodaal maken, dat het uitbreidbaar en verplaatsbaar is. Voor dit principe is

het werken met beton optimaal, omdat het heel lang meegaat. Op een gegeven moment hebben we de knoop doorgehakt en gekozen voor prefab modulair bouwen. Met deze methode willen we leerervaring opdoen. Blijkt dat het anders/beter kan, dan pakken we andere metho­ dieken om het kunstwerk te ´verfijnen´.”

LEGO

Het eerste circulaire viaduct is medio december jl. geplaatst op het bouwterrein van de Reevesluis in ­Dronten, waar het werkverkeer bij de aanleg van de sluis in het Drontermeer overheen rijdt. Het viaduct heeft een overspanning van 20 meter en is 7,5 m breed. De onderbouw is gemaakt van traditionele damwanden. Deze zijn eruit te trekken en opnieuw te gebruiken. Frederieke Knopperts: “Het viaduct is opge­ bouwd uit betonnen elementen. De in totaal 40 blokken zitten in vijf liggers - met elk acht blokken - aan elkaar. Net zoals bij LEGO. De voorspanningskabels zijn niet ingestort en de tussen de betonnen elementen gebruik­ te voegen kunnen weer loslaten. Daardoor hoeven dus de elementen bij demontage niet te worden gesloopt en kunnen ze - als het goed is - ongeschonden worden hergebruikt. In september gaat het viaduct weg op de huidige locatie en terug naar de fabriek van Spanbeton om vervolgens op een nog bekend te maken plek her­


12 B+U 4 2019

plaatst te worden. Met deze methodiek behouden we de waarde van het materiaal en stoten we bij herhaalde toepassing veel minder CO2 uit. Slopen en recyclen is immers niet nodig.” De elementen zijn ontworpen voor een levensduur van tweehonderd jaar. Sommige viaducten in Nederland worden na veertig à vijftig jaar al gesloopt, maar deze blokken kunnen dan een stuk langer worden toegepast.

TESTEN

Het mooie is, volgens Cees Brandsen, dat het eerste circulaire viaduct de mogelijkheid geeft om te leren. Hoe gedraagt de constructie zich? Gaat het in en uit elkaar halen goed? Et cetera. “Met berekeningen en module­ ren kunnen we veel in beeld brengen. Maar we hebben hands-on ervaring nodig, en door te testen in de prak­ tijk, leren we samen met Van Hattum en Blankevoort en Spanbeton veel over onder andere onverwachte zaken. Het werkterrein bij Kampen en Dronten geeft ons de mogelijkheid een test in de praktijk uit te voeren op ver­ antwoorde en veilige wijze.”

frederieke knopperts, programmamanager circulaire economie

‘De sensoren meten wat het effect is van belasting door passerende voertuigen op het viaduct’ Frederieke Knopperts: “Tijdens de proefperiode wordt de brug continu gemonitord door Spanbeton en Van Hattum en Blankevoort. Hierbij worden twee systemen getest: een uitwendig monitoringsysteem aangebracht door DSI, en een inwendig monitoringssysteem aange­ bracht door Consolis Connect. De sensoren meten wat het effect is van belasting door passerende voertuigen op het viaduct. Op 22 februari jl. zijn de systemen getest door een zogenaamd kalibratievoertuig van zestig ton te plaatsen op drie cruciale punten van het circulair via­ duct. Daarmee zijn de spanning op de voorspankabels, de doorbuiging van het dek en de elementen onderling en de voegen gemeten.” Cees Brandsen geeft nog een voorbeeld van wat er gemeten wordt. “We kijken ook naar de waterdichtheid


B+U 4 2019 13


14 B+U 4 2019

LAUNCHING CUSTOMER Het regeerakkoord 2018 schetst twee opgaven die specifiek betrekking hebben op de inkoopfunctie van Rijkswaterstaat: 1 De overheid gaat als launching customer innovatie aanjagen door meer gebruik te maken van de Small Business Innovation Research regeling (SBIR), bijvoorbeeld vanuit Defensie en Rijkswaterstaat. 2 De overheid gaat zijn inkoopkracht beter benutten voor het versnellen van duurzame transities, inschakelen van kwetsbare groepen en om innovatief in te kopen.

van de voegen. En wat de zon deze zomer doet met die­ zelfde voegen en de voorspanning. Zijn er vervormingen ja of nee?”

RWS werkt al langer samen met marktpartijen aan innovaties die bijdragen aan maatschappelijke transities zoals duurzaamheid en circulariteit. Zoals benoemd in het regeerakkoord, gaat RWS haar inkoopkracht nu nog meer inzetten om innovaties op deze thema’s te versnellen.

Momenteel worden dus veel gegevens binnengehaald. De tussentijdse resultaten blijken positief te zijn. “Maar let wel”, zegt Knopperts “we zitten nog middenin de proefperiode.”

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat streeft ernaar om klimaatneutraal te zijn in 2030 en circulair in 2050, waarbij RWS al in 2030 circulair wil werken. Om deze ambitie te halen, is het zaak om innovaties uit de markt veel sneller een plek te geven in de processen, werkwijzen en contracten van de organisatie.

OPEN LEEROMGEVING CIRCULAIR VIADUCT

Het project ´circulair viaduct´ is een van negen innovaties/projecten gericht op het als launching customer bijdragen aan de duurzaamheidstransities.

Bedoeling is de resultaten bekend te maken en te delen met iedereen in de ontwikkel- en bouwketen. En wel in de op 12 maart jl. door de Bouwcampus en RWS gestarte Open Leeromgeving Circulair Viaduct. Cees Brandsen: “Toen wij de opdracht gaven voor dit viaduct, hadden we een harde randvoorwaarde: kennis delen. Dit geldt ook voor de leeromgeving. Bedrijven/organisaties doen niet alleen mee om te halen, maar ook om te delen.” De bedoeling van de Leeromgeving Circulair Viaduct is dus samenwerken en co-creatie stimuleren om daarmee de ontwikkeling van circulaire viaducten en bruggen op gang te brengen. Knopperts vult aan: “In Nederland zijn vele partijen opdrachtnemers, -gevers en kennisinstellingen - bezig met het ontwikkelen van een circulaire infrastructuur, onder andere gericht op bruggen en viaducten. De grote vraag is: waarmee kunnen we samen al aan de slag en waar moeten we onze gezamenlijke effort op zetten om door te ontwikkelen?” Voor alle duidelijkheid, niet alleen kennis op het gebied van ´de bouw´ wordt gedeeld, maar ook kennis over bij­ voorbeeld de ontwerpfase en de herplaatsing. Waaraan moeten locaties voldoen om in aanmerking te komen voor een circulair viaduct? De Open Leeromgeving Circulair Viaduct wordt vormge­ geven uit een groep met koplopers, tot nu toe bestaande uit: RWS, Van Hattum en Blankevoort, Heijmans, ING, TNO, Heidelberg Cement en provincie Noord-Holland. “Tijdens de startbijeenkomst toonden meer dan 80 bedrijven hun interesse. Willen zij en anderen meeden­ ken in deze leeromgeving, dan is aanmelding mogelijk via website van de Bouwcampus”, zegt Frederieke Knop­ perts. Na de startbijeenkomst van de Open Leeromgeving Circulair Viaduct volgen de komende maanden sessies,

cees brandsen, hoofdingenieur-directeur bij rijkswaterstaat

INFO Internet: www.rijkswaterstaat.nl Internet: https://debouwcampus.nl/co-creatie-lab/praktijkopgaven/leeromgevingcirculair-viaduct FB: www.facebook.com/Rijkswaterstaat T: @Rijkswaterstaat Youtube:´Zo bouwen we een circulair viaduct´ (RWS): https://www.youtube.com/watch?v=4HPcqWuk8TQ


B+U 4 2019 15

‘We kijken ook naar de waterdichtheid van de voegen en de inwerking van de zon hierop’ scope challenge en innovatie gerichte dialogen voor ver­ dieping op zes themalijnen: ontwerp, materiaal , tech­ nologie en data, inkoop en aanbesteding, business-en valuecase, en ketensamenwerking. Binnen deze thema­ lijnen worden in werkgroepen gezamenlijke afspraken en uitgangspunten over inkoop en aanbod van circulaire viaducten opgesteld en eind 2019 opgeleverd.

KOSTEN

Tot slot: wat kost het allemaal? Cees Brandsen: “ Het gaat om een totaal investering van ca 1,8 miljoen exclu­ sief btw. Hiervan is eenzesde deel door de betrokken marktpartijen geïnvesteerd, RWS financiert het resteren­ de deel. Daarmee zijn niet alle kosten gedekt. Kosten van

personele inzet door RWS zitten bijvoorbeeld niet in het genoemd bedrag. In de leeromgeving gaan we door met het maken van kosten. Alsook zullen we verder onder­ zoek doen. Daar is dan ook weer geld voor nodig.” Maar het is het geld en de arbeid waard, zeggen zowel Cees Brandsen als Frederieke Knopperts tot slot. Zeker nu de Open Leeromgeving Circulair Viaduct er is. “Dit geeft ons de mogelijkheid om kennis te delen, te leren en door te ontwikkelen.”


16 B+U 4 2019

foto: frank cornelissen


B+U 4 2019 17

SMART CITY, BUILDING & CAMPUS Studentendorp als voorloper van de smart city

Integraal denken staat hoog in het vaandel bij de FHI - de federatie van technologiebranches. Tijdens de bijeenkomst ‘Smart Cities’ werd door bedrijven uit diverse sectoren gekeken wat er voor nodig is om een smart city te kunnen realiseren. TEKST GERARD VOS


18 B+U 4 2019

I

n Europa is een tendens gaande dat de publieke over­ heid Smart City-concepten ontwikkelt. In tal van datacentra worden data van sensoren, camera’s en social media aan elkaar gekoppeld. Hiermee moet de veiligheid worden vergroot, kunnen er betere voor­ spellingen worden gedaan, kan energieverbruik worden verminderd en behoren files tot het verleden. Helder lijkt het, maar in de praktijk is het alle­ maal niet zo eenduidig en positief.

activiteiten ontplooien en nieuwe diensten leveren.” Koose geeft een voorbeeld: “Een bezoeker aan de TU Delft arriveert op de parkeerplaats. Degene waarmee de afspraak is gemaakt, krijgt vervolgens een seintje. Maar ook de vergaderzaal wordt alvast op temperatuur gebracht.” Dat betekent dat het gebouw mee gaat den­ ken, gaat leren en trends gaat ontdekken, vertelt Koose. “Qua data heb je het dan wel over niet mis te verstane hoeveelheden. Alleen al de data voor sensoren en gebouwautomatisering

In de door FHI geïnitieerde middag kwam onder anderen Edwin Koose aan het woord. Hij is directeur van Ventus IT Professionals en Business Analyst Smart Building TU Delft. Lees: Edwin Koose is een kwartierma­ ker om slimme oplossingen te implementeren. Bij de TU Delft kreeg hij de schone taak om een smart campusadvies in kaart te brengen. Door toedoen van Koose is de uitvraag voor de nieuwbouw van een smart building in de markt gezet. Van hieruit wordt de groei naar een smart campus ingezet.

vraagt om een megagrote infrastructuur; dan heb je het nog niet eens over ICT-data. Als je deze twee data gaat samenbrengen, dan kun je trends ontdek­ ken en algoritmes bouwen. Je kunt dan een gebouw eenvoudig slimmer maken, zonder dat er op voorhand enorme investeringen nodig zijn.”

SMART BUILDINGS

Over wat een smart building is, daar lopen de menin­ gen nogal over uiteen, vertelt Koose. “Het ligt eraan aan wie je dit vraagt. Uiteindelijk komen technologie gebouwgebonden, ICT - en omgevingsfactoren samen en moeten ze worden afgestemd op de gebruiker van het gebouw. Omdat het samen komt, kun je van daaruit

TU DELFT CAMPUS

Als je het over een campus als die van de TU Delft hebt, praat je eigenlijk over een gemiddeld dorp. Koose: “De campus beslaat 161 hectare, waarvan aan vastgoed 610.000 vierkante meter. De TU Delft heeft 62 gebou­ wen in eigen beheer. Er komen dagelijks 27.000 mensen op het terrein. Hiervan zijn er 21.000 student, 4.500 wetenschappers en 2.000 mensen die bij ondersteunen­ de diensten werken.” De TU Delft is een Living Campus. Koose: “24/7 zijn er activiteiten op de campus. Dat betekent dat het er veilig


B+U 4 2019 19

moet zijn en je goed om moet gaan met zaken als toe­ gang tot de campus. Qua nieuwbouw schat de TU Delft op gevoel in wat de groei zal zijn en vervolgens wordt er een nieuw gebouw gerealiseerd. De beslissing is dus niet door data gestuurd. Er is niet bekend wat de bezet­ ting van een gebouw is. Ze zetten veiligheidshalve een gebouw neer om de mogelijke groei van studenten aan te kunnen. Als je dit meer datagestuurd inricht, kun je hier veel kosten op besparen.” Qua mobiliteit is er één zekerheid, vertelt Koose. “Het zal de komende jaren alleen maar drukker worden op de campus. We hebben onderzocht hoe je elektrisch rijden kunt faciliteren en hoe je mogelijk energie uit de auto’s kunt halen als ze geparkeerd staan.”

PROOF OF CONCEPT

De zoektocht naar een Smart Campus is feitelijk een living lab en niet een vooraf gedicteerde opdracht voor Koose. Hij heeft namens de TU een aantal partijen uitge­ nodigd aan tafel. Zo kon de TU Delft de markt bevragen, waarmee ze inzicht kregen in wat de partijen doen, wat ze kunnen bieden en hoe er mogelijk een samenwer­ king kan worden opgetuigd. Dit resulteerde al snel in proof of concepts oftewel haalbaarheidsstudies. Koose: “Denk daarbij aan een vindbaarheidstool om studiep­ lekken voor leerlingen te vinden of het koppelen van de klimaat­installatie aan verlichting en zonwering.” Koose: “Op powerpoint zie alles er mooi uit, maar de realiteit is weerbarstiger.” Aan de hand van de proof of concepts en gesprekken met de leveranciers is een beleid geformuleerd. De TU is aanbestedingsplichtig. Ze moeten een programma van eisen kunnen opstellen ten aanzien van een smart building. Koose: “Dit resulteerde in een cookbook met daarin de basisvisie. Hierdoor kan makkelijk een programma van eisen richting de markt worden gemaakt voor een smart building. Vanuit een smart building gaat het vervolgens richting een smart campus.”

SMART TOOLS

Losse tools maken het begrijpelijk, schetst Koose. “Als ik vertel dat je met een tool makkelijk met een collega kunt afspreken in het gebouw dan spreekt dat tot de verbeel­ ding. Het nadeel is alleen dat als je continu met losse tools gaat werken dan heb je - voor je het weet - opeens veertig infrastructuren die je in de lucht moet houden. De losse tools maken de technologie inzichtelijk, maar als strategie kun je beter één infrastructuur kiezen. Je moet integratie van gebouwgebonden technologie en ICT nastreven. Doe je dat niet dan heb je allemaal losse eindjes. Dan moet je alles onderling met elkaar verbin­ den. Je moet data uit een losse parkeerapp bijvoorbeeld weer gaan transformeren om te laten weten dat er een bezoeker aan komt. Maar je moet de data ook knopen aan de besproken vergaderkamer die moet worden opgewarmd.”

KOSTENREDUCTIE

IP vormt de basis voor het slim TU-netwerk. Het plat­ form bestaat uit een netwerkinfrastructuur die al sinds

jaar en dag bekend is aan de ICT-kant en wat minder aan de gebouwgebonden kant. Het toepassen van ‘Smart Building’-functionaliteiten moest leiden tot substantiële reductie van de operationele kosten van energie, onder­ houd, schoonmaak, etc. Koose: “Een goede tip is om zoveel mogelijk flexibel te zijn, kies bijvoorbeeld draadloos boven vaste bekabeling. De kosten die kunnen worden bespaard op de bekabe­ ling lopen op tot tussen de dertig en veertig procent van de kosten bij een nieuwbouwproject. En dat is nog een voorzichtige schatting. Draadloos neemt veel complexi­ teit weg, want er zijn minder tracés nodig in de muren.” Met één IP-netwerk zie je dat alles samenkomt, vertelt Koose. “De data verzamelen en opslaan vormen geen probleem, het gaat om de analyses. Daar heb je echt slimme analisten voor nodig. Nadeel is wel dat je daar momenteel de hoofdprijs voor betaalt. Het voordeel van een TU is: ‘wij hebben er een afstudeerproject van gemaakt.”

‘Op powerpoint ziet alles er mooi uit, maar de realiteit is weerbarstiger’ MAN IN THE MIDDLE

Je moet als een evangelist prediken om iedereen mee te krijgen, vertelt Koose. Zijn rol was die van verbinder. “Als man in the middle praat je met onderwijszaken, stu­ denten, vastgoed, ICT. Geloof me… ze praten elkaars taal totaal niet. Ik moest echt zorgen dat er een brug tussen alle afdelingen werd geslagen. Dat was best uitdagend.” Voor de TU Delft is de volgende stap het realiseren van een smart city, maar dat is nu nog een brug te ver, schetst Koose. “Door eerst een aantal smart buildings te realiseren en door één netwerk te hanteren, kunnen straks de vruchten worden geplukt en vallen zaken als vanzelf samen.”


KLIMAAT

A DA P TAT I E

IN DE STAD


B+U 4 2019 21

Met het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie in de handen moeten gemeenten in Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig ingericht zijn. Dat is nodig omdat de toenemende verharding in de steden voor opwarming zorgt. Daarnaast krijgen de steden steeds meer regen in korte tijd te verwerken en tegelijkertijd kampen ze met langere perioden van droogte. En dan behoort Nederland ook nog eens tot de meest vervuilde gebieden van Europa als je kijkt naar de luchtkwaliteit en fijnstofbelasting. De uitdagingen zijn kortom flink. Hoe gaan grote steden hier mee om? In dit drieluik over klimaatadaptatie geven experts hun visie op een klimaatbestendige stad. Margareth Hop van Actifolia neemt het groen in de stad onder de loep. Florian Boer van De Urbanisten kijkt naar het water in de stad. Arthur Hagen en Niels Al van de Gemeente Den Haag vertellen over het beleid in de stad. TEKST GERARD VOS


22 B+U 4 2019

GROEN IN DE STAD Plantenveredelaar en -adviseur Margareth Hop van Actifolia ziet genoeg kansen voor gemeenten om tot een volwassen groenbeleid te komen. Maar gemeenten moeten met het oog op een toekomstbestendige stad dan wel anders naar functioneel groen gaan kijken.

S

inds twee jaar is klimaatadaptatie een hot item bij gemeenten, vertelt Hop. “Dat heeft te maken met de enorme plens- en hagel­ buien die we hebben gehad in 2016. In Bra­ bant waren er hagelstenen zo groot als een tennisbal. Alleen de schade van de hagel liep in dat jaar op tot meer dan 500 miljoen euro. In 2017 was wateroverlast het onderwerp en sinds afgelopen zomer is daar het onderwerp droogte opeens bijgeko­ men. Gemeenten moeten een klimaatscan doen, maar omdat iedereen het nu ook aan den lijve heeft onder­ vonden, is er een gevoel van urgentie ontstaan.”

KLIMAATBESTENDIGE STAD

Er wordt sindsdien anders naar groen in de stad gekeken. Maar het is niet zo dat de klimaatverandering met zich mee brengt dat alles anders moet, weet Hop. “Het is niet nodig dat we opeens heel andere planten neer moeten gaan zetten. Een groot deel van het huidige assortiment volstaat. Een groot deel van de stadsplanten wordt ech­ ter niet goed benut. Groen staat er niet alleen maar voor de sier. Als je steden klimaatbestendig wilt maken, kun je bijvoorbeeld plantenvakken laten dienen als noodover­ loopgebied. Dan moet je wel vooraf goed nadenken en weten welke planten daar geschikt voor zijn. Kennis over gebruikswaarden van planten ontbreekt echter vaak. Die kennis is er al wel in wetenschappelijk onderzoek, maar die is voor groenprofessionals moeilijk toegankelijk.

HITTESTRESS EN GROEN

Als het gaat om het koelen in de stad, dan zijn er twee functies van groen. Hop: “Overdag heb je heel veel aan de schaduwwerking van bomen. Die geven een goed koelend effect. Voordeel is dat je van tevoren goed kunt voorspellen waar de schaduw valt en hierdoor kun je specifieke plekken goed koelen.” Verder heb je het effect van de verdamping van de plan­ ten. “Dan gaat het niet om een specifieke soort, maar dan moet vooral het volume aan groen voldoende zijn om voor een verkoelend effect te zorgen. De plantplek

margareth hop van actifolia over het groen in de stad.

moet zo zijn ingericht, dat de planten het hele jaar door voldoende water hebben. Planten verdampen het hele etmaal, maar je merkt de koeling vooral kort na zons­ ondergang en dat slaapt wel zo prettig. Door het Urban Heat Island-effect is de temperatuur in de stad gemid­ deld zes graden hoger. Door een goede beplanting kun je er zo’n drie graden afhalen. Daarvoor is een gangbare hoeveelheid stadsgroen voldoende, en dan heb je de helft van het probleem al getackeld.”

GEEN MONOCULTUUR

Het zou goed zijn als steden meer proberen om een hogere biodiversiteit te realiseren, vertelt Hop. “Het heeft veel voordelen. Een kleurige en gevarieerde beplanting wordt door bewoners op prijs geteld. Biodi­ versiteit is goed voor het dierenleven. Het helpt ook voor het tegengaan van ziekte en plagen. Als je veel essen


AMSTERDAM DEELT BOMEN UIT VOOR EEN GROENERE STAD De gemeente geeft Amsterdammers de mogelijkheid om een gratis boom te laten planten in hun tuin. Scholen kunnen gratis iepen aanvragen om te planten op het schoolplein. Wethouder Laurens Ivens: “Omdat Amsterdam steeds voller wordt, moeten we steeds slimmer omgaan met groen in de stad. Het is heel belangrijk dat tuinen, schoolpleinen, daken en gevels worden gebruikt om zoveel mogelijk groen aan te leggen. Tegels eruit, groen erin!”

een gevarieerde bermbeplanting in hillegom (voor belevingswaarde, biodiversiteit en luchtkwaliteit).

hebt staan en de essensterfte breekt uit dan ben je opeens je beeldbepalende bomen kwijt. Dat is kapitaal­ vernietiging.” Je moet oppassen om geen monocultuur van je stad te maken. “Pas verschillende soorten beplanting toe. Architecten zien graag één bomensoort in een straat, maar waarom zou je niet twee soorten toepassen, dat kan prima. Kies niet in een hele woonwijk één soort, probeer in iedere straat een andere soort, of in elk geval een andere cultivar te kiezen. Als je dan een ziekte krijgt, is de schade niet zo groot.”

MULTIFUNCTIONEEL GROEN

Gemeenten moeten het experiment dan ook niet schuwen, vertelt Hop. “Gemeenten willen vanwege hun krappe groenbudgetten eigenlijk geen risico lopen

in de beplantingskeuze. Van tevoren willen ze bijna de garantie dat het goed gaat. Durf te experimenteren met kansrijke plantensoorten en kijk eens bij buurgemeenten waar zij goede ervaringen mee hebben. Je moet groen niet als bijzaak maar als economisch model zien. Omdat groen multifunctioneel is, is er veel winst te behalen. Groen draagt bij aan het welzijn van mensen, vangt fijnstof af, is in te zetten tegen hit­ testress en kan wateroverlast voor een deel opvangen. Kijk samen met collega’s van andere gemeentelijke afde­ lingen welke mix van baten je in een bepaald project het liefst zou willen realiseren. De keus aan planten is zo groot, dat er altijd wel een aantal is dat precies doet wat wij willen. Meer informatie www.actifolia.nl


24 B+U 4 2019

WATER IN DE STAD Florian Boer denkt veel na over het Rotterdam van morgen. Met zijn bureau De Urbanisten werkt hij aan stedelijke ontwikkeling, ontwerp en landschap. Watermanagement is zijn specialiteit.

I

n 2005 bedachten De Urbanisten het Waterplein. Een stad als Rotterdam heeft weinig ruimte om water op te vangen en vast te houden. Terwijl het door klimaatverandering steeds vaker en harder regent. Als het in Noord extreem hard regent, lopen riolen en singels over, waardoor water op straat blijft staan of terecht komt in kelders. Het waterplein bestaat uit een stelsel van verschillende bassins. Bij mooi weer is het plein geschikt voor sport en spel, bij stevige regen­ val loopt het plein vol. Na de bui kan het water infiltre­ ren in de ondergrond. Hierdoor blijft het grondwater­ peil in de buurt op peil en lopen woningen niet onder. Florian Boer: “Het waterplein is een bijzondere func­ tie. Rotterdam heeft er door de jaren heen meerdere ontwikkeld en dit in de dagelijkse praktijk geïmple­ menteerd. Daarmee is het common practice geworden, geweldig om te zien.” De reden dat dit zo goed is opge­ pakt, heeft met de Rotterdamse historie te maken, ver­ telt Boer. “De stad heeft altijd al met water te kampen gehad. Dan is de noodzaak duidelijk.”

PIONIERSWERK

Maar het denken over het afkoppelen van water, het vasthouden van water en minder met buizen vervoeren gaat traag in de dagelijkse praktijk, ziet Boer. “Dat heeft alles te maken met het feit dat de overheden historisch gezien sectoraal van opzet zijn. Om een klimaatbesten­ dige stad te maken, moet je cross sectoraal denken en handelen. Het vergt een cultuurverandering, maar ook veel pionierswerk en het delen van kennis.” Florian Boer geeft een voorbeeld. “Watermodelleurs werken in hun rekenmodellen met riolen en daar kunnen ze water op straat mee modelleren. Maar inrichtings­ voorzieningen zoals Wadi’s, bioswales of meer infiltratie door open bestrating kun je niet een-twee-drie modelle­ ren. Diverse afdelingen van de gemeentelijke organisatie hebben zeggenschap over deze onderdelen. Daarmee raak je het fundament van de gemeentelijke structuur.

florian boer van de urbanisten keek naar het water in de stad. (foto: jan de groen)

Er is een flinke her-organisatie nodig om de werkgebie­ den cross sectoraal te maken. Dat is echt enorm lastig.”

ROTTERDAMSE AANPAK

De Urbanisten hanteren een Rotterdamse aanpak, lees handen uit de mouwen. Boer: “We zijn gestopt met het geven van alleen maar adviezen in binnen- en buiten­ land. Klimaatadaptatie is eerlijk gezegd al complex genoeg en bestaat uit maatwerk. Laten we eerst maar eens proberen om het hier in Nederland goed te krijgen. Want wat je op de tekentafel bedenkt, is niet zo maar in de dagelijkse praktijk te realiseren.” En die dagelijkse praktijk is weerbarstig en complex, schetst Boer. Zo gaat de wijk Leiden Zuidwest flink op de

WATERSCHAPPEN VOELEN DE BUI HANGEN De waterschappen gaan de komende jaren zo’n €100 miljoen per jaar meer investeren. Dit om de gevolgen van klimaatverandering voor het waterbeheer op te vangen. Met deze investeringen spelen de waterschappen niet alleen in op de gevolgen van de ­klimaatverandering, maar proberen de waterschappen deze ook te beperken.


B+U 4 2019 25

ZELFDENKENDE RIOLERING De gemeente Almelo stuurt al jaren met een computersysteem de riolering aan op momenten dat het stevig regent. Over een klein jaar kan het rioleringssysteem door machine learning zelfs preventief maatregelen nemen om wateroverlast te voorkomen. Via een simulatiemodel leert het systeem momenteel om adequaat te reageren als er veranderingen in de waterhoeveelheden zijn. het waterplein in rotterdam noord. (foto: ossip architectuur fotografie)

schop. De openbare ruimte wordt anders ingericht, de wijk gaat van het gas los en het riool wordt vervangen. De Urbanisten hebben de gemeente daarin bijgestaan om de uitvraag opnieuw te formuleren zodat er een betere tender kan komen. Boer: “We zijn alleen al een half jaar bezig geweest om het ambtelijk apparaat op één lijn te krijgen. Het is wel zendingswerk. Er moet één vocabulaire komen en gezamenlijke referenties, vervol­ gens kun je stappen gaan zetten.”

ken in blauwgroene netwerken, weet Boer: “De gang­ bare gedachte is vaak dat je regenwater in een pijp moet opvangen, maar dat is niet nodig. Dat kun je op betere, andere manieren oplossen. Door het toepassen van een regenwatercascade kun je water kwijt op daken, tuinen, maar ook in het publieke domein. Hier kun je water ber­ gen en laten infiltreren. Met regenwatercascade maak je de accumulatie van problemen klein. Als je minder transporteert, houd je het probleem ook klein.”

De Urbanisten leverden input voor de structuurvisie die straks wordt meegenomen in de omgevingsvisie. Boer: “Als ontwerpers denken we graag vooruit. We grijpen dan bijvoorbeeld de rioolvervanging aan om ook het publieke domein op de schop te nemen. Tegelijkertijd maak je de wijk gereed voor een verdere verdichtings­ operatie. Want als je dat slim doet, heb je dat ook met­ een te pakken. Maar niet iedereen is er blij mee, want het proces wordt er niet eenvoudiger op.”

Rioolbeheer speelt een belangrijke rol in de klimaat­ adaptatie, vertelt Boer. “Watermanagement of riool­ beheer is een specialistisch vak, maar is voor klimaat­ adaptatie van levensbelang. De komende jaren gaan we duizenden kilometers aan riool vervangen. Dan moet je als gemeente goed hebben nagedacht over hoe je het opvangen van regenwater hierin kan meenemen, anders heb je voor de komende vijftig, zestig jaar de boot gemist. Dat zou werkelijk doodzonde zijn.”

REGENWATERCASCADE

Het is in ieder geval zaak dat overheden meer gaan den­

Meer informatie: www.urbanisten.nl


26 B+U 4 2019

BELEID IN DE STAD Den Haag staat te boek als relatief groene stad. Hoe gaat de stad om met wateroverlast, droogte, hitte en waterveiligheid? Arthur Hagen en Niels Al van de Gemeente Den Haag vertellen over de stresstesten en de genomen maatregelen.

D

e gemeente Den Haag heeft inmiddels twee van drie gemeentelijke stresstesten afge­ rond, vertelt Arthur Hagen, Beleidsmede­ werker Water bij de Gemeente den Haag. “De vierde, voor waterveiligheid, neemt het hoogheemraadschap momenteel op zich.”

WATEROVERLAST

Met het 3Di-model in de hand is in 2015 in Den Haag het nieuwe Gemeentelijke Rioleringsplan gevormd. Dit jaar actualiseert Den Haag samen met omliggende gemeen­ ten en het waterschap die berekeningen. Hagen: “We hebben inmiddels een aantal kwetsbare punten in de stad geïdentificeerd, zoals de spoorwegonderdoorgan­ gen. Hier hebben we ondertussen ook al maatregelen getroffen. Bij de actualisatie gaan we meer in detail kijken naar kwetsbare functies.”

DROOGTE

Ook de droogtestresstest is uit de startblokken, vertelt Arthur Hagen. “Door de droge zomer van 2018 hebben we eigenlijk al een soort light-versie van die test in de praktijk gehad. En de lessen daarvan heeft de gemeente en het hoogheemraadschap van Delfland als input klaar liggen.”

HITTE

Senior Planoloog & Teamcoördinator duurzaamheid/ buitenruimte Niels Al vertelt dat er in Den Haag veel aandacht is geweest voor het warmte-eiland effect. In 2012 bleek uit een TNO-studie dat Den Haag van alle Nederlandse steden het sterkste warmte-eiland effect kent. Al: “Feitelijk is dat het startschot geweest voor een vervolgonderzoek gedaan door de TU Delft.” Hittestress is een term die aangeeft dat een sterk verhoogde gevoelstemperatuur optreedt, die onaange­ naam en zelfs schadelijk kan zijn voor mens en dier. Al: “Uit het TU-onderzoek kwam dat het Haagse warmteeiland effect inderdaad fors is, maar niet ernstiger dan in de rest van de Metropoolregio. In Den Haag speelt de warmte-eiland problematiek vooral in de stadsdelen Centrum, Scheveningen en Laak.”

Een punt van aandacht voor de praktijk is het benutten van het waterbergend vermogen van de stad oftewel de sponswerking, aldus Hagen. “Water vasthouden in de bodem of anderszins om afstroming van hevige neerslag te vertragen. Maar we zijn ook bezig met waterbuffering voor als er lange droge perioden komen.”

De gemeente Den Haag heeft samen met de TU Delft zeven acties benoemd om het hitte-eiland effect te beteugelen. Al: “Zo is er onder andere een subsidierege­ ling om de aanleg van groene daken te stimuleren. Daar­ naast gaan we de vergroening, het gebruik van daken voor energieopwekking of witte daken aanjagen met het project duurzame daken.”

Er is niet alleen oog voor de technische kant van klimaat­ adaptatie. Hagen: “Van belang is de dialoog hierover met de stad. We willen de bewoners hier nadrukkelijk in betrekken. Als gemeente hebben we immers maar beperkt invloed. We kunnen sturen op ongeveer veertig procent van de openbare ruimte.”

Daarnaast worden burgers gestimuleerd om tuinen te vergroenen. Al: ”Met de Operatie Steenbreek zijn er in 2018 in Den Haag maar liefst 13.700 tegels omgeruild voor planten. Tegel eruit, plant erin! is het motto. De gemeente trekt ook jaarlijks 2.5 miljoen euro extra uit voor vergroening van de stad.”


B+U 4 2019 27

NATUURINCLUSIEF BOUWEN IN DEN HAAG Den Haag gaat een puntensysteem invoeren voor groen en natuurinclusief bouwen. Des te meer punten worden vastgesteld, des te meer maatregelen er nodig zijn. De aanleg van een biodivers dak is goed voor drie punten, een sedumdak kan op twee punten rekenen een insectensteen is goed voor één punt.

Verder is er een stadsbreed monitoringsysteem opgezet door de TU. “Bij inwoners van Den Haag zijn meters geplaatst. Deze data zijn gebruikt in het onderzoek van de TU Delft, maar we kunnen ook de komende jaren data oogsten om tot betere klimaatadaptieve maatrege­ len te komen.”

gewend zijn om elkaar op te zoeken bij thema’s die op meerdere sectoren betrekking hebben. “We maken gezamenlijke plannen. We delen kennis en ervaring en we richten soms specifieke programma’s in. Overigens met wisselend succes, soms botst het met de lijnorgani­ satie.”

INTEGRALE BENADERING

Moet je crosssectoraal denken en handelen om een kli­ maatbestendige stad te maken? Niels Al is het daar vol­ mondig mee eens: “Klimaatbestendig handelen vraagt om een integrale benadering. Veel oplossingen kunnen bijdragen aan meerdere opgaven. Zo tackel je met een daktuin meerdere zaken zoals: hitte, wateropvang, bio­ diversiteit, leefbaarheid en waarde van het vastgoed. Je voegt hiermee kwaliteit toe in de verdichtende stad. De gemeente is bij uitstek de partij die de integrale afwe­ ging kan maken.”

Hagen vindt overigens dat we niet de illusie moeten hebben dat klimaatadaptatie iets volledig nieuws is. Nederland leeft al eeuwen met water en met leef­ baarheidsproblemen in de stad. “De uitdagingen zijn natuurlijk wel complexer in een verder verdichtende stad met steeds meer, steeds veeleisender mensen en steeds meer (soms kwetsbare) functies. We hebben het nu over klimaatadaptatie, maar steden hebben zich door de eeu­ wen heen altijd aangepast aan: groei, krimp, voorspoed, tegenspoed, nieuwe technologieën en bestuurlijke ver­ anderingen.”

Is dat niet lastig omdat overheden sectoraal zijn inge­ richt? Arthur Hagen ziet dat ambtenaren steeds meer

De stresstesten zijn ook online te vinden via https://denhaag.klimaatatlas.net/


foto: daan kloeg


foto: c. welman

‘Klimaatbestendig handelen vraagt om een integrale benadering’


30 B+U 4 2019


B+U 4 2019 31

TRANSITIESUCCES IN LEIDEN Energiebedrijf in de stad wordt academische start-up-broedplaats met fietsparkeernorm als duurzaam omgevings‘probleem’ PLNT is de naam. Dat moet teasen, prikkelen als een cactus en groeien als kool. Het ziet er, eigenlijk niet, uit als een hokjesgeest-kantoorgebouw uit de jaren zeventig. Het staat op een strook langs de binnenkant van de stadssingel van Leiden. Industrieel gebruikte grond, het gemeentelijk energiebedrijf. Het gebouw was NUON-kantoor. Na het vertrek van de energieklerken aangekocht door de gemeente, met het oog op de toekomst van de stad. Maar wat moet je als zo’n gebouw leeg staat? TEKST KEES GROENEVELD BEELD HENK TUKKER FOTOGRAFIE

plnt, vastgoedbedrijf universiteit leiden en gemeente leiden, partners aan tafel


32 B+U 4 2019

START UPS IN PLNT LEIDEN Wie je zomaar tegen kunt komen als je binnenstapt bij PLNT, Centre for Innovation & Entrepreneurship. Hier een aantal ondernemers die zich bezighouden met innovatieve hardware/software combinaties.

V

an buiten ziet het er inderdaad een beetje niet uit. Binnen bruist het. PLNT, ‘Leiden Centre for Innovation and Entrepreneurship’ heette bij de start, zo’n drie jaar geleden, nog ‘HUBspot’. Uit de ambtelijke breinen kwam het acroniem voor Hogeschool, Universiteit, Bedrijven. Zo eer je de initiatiefnemers. Dat is blijkbaar niet meer nodig. Crea­ tievelingen maken nu de dienst uit, kregen de ruimte. Een gesprek met betrokkenen leert hoe je meer van dit soort stekkies kunt planten. Een gesprek met Steven Menijn, projectman vastgoedbedrijf Universiteit Leiden; met Jelle Klapwijk, vastgoedexploitatieman gemeente Leiden; met Roy Zitman, ‘operations manager’ PLNT Lei­ den en met Bastiaan de Roo, ‘director entrepreneurship’ van PLNT. Al fotograferend, onderweg door het gebouw, ontmoeten en spreken we ‘in het wild’ diverse onderne­ mers in de dop, huurders in het gebouw, gebruikers van de aldaar aangeboden diensten.

STRATEGISCHE HERONTWIKKELING STADSDEEL

Klapwijk vertelt hoe de gemeente een aantal jaren geleden besloot het terrein aan te kopen. Strategische herontwikkeling van de stad binnen de singels was het beleidsdoel. Maar ja, wat moet je met een leegstaand kantoorpand in een stedelijk woongebied van monu­ mentale waarde, als er niet meteen enthousiasme is bij projectontwikkelaars om er geld in te steken? Toen de Universiteit langs kwam was het niet meteen appeltje-eitje. Steven Menijn beschrijft de zoektocht naar een locatie voor een centrum voor innovatie en ondernemerschap dat men wilde stichten. Het Know­ ledge Exchange office van de Universiteit - LURIS - was ook op zoek naar een nieuwe locatie en haakte aan. “We hebben toen een aantal objecten bekeken. Dit gebouw was er één van. “De toenmalige vice-voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit, Willem te Beest, was niet enthousiast”, herinnert Jelle Klapwijk zich. “Het pand was gedateerd. Donkerbruin, naarbin­ nengekeerd. onaantrekkelijke entree, ingedeeld in hok­ jes. Ivo de Nooijer, directeur van LURIS, keek er doorheen en zag een goede locatie, genoeg métrage en ontwikke­ lingspotentieel qua omgeving in de stad.” Roy Zitman duidt wat succesfactoren. “De samenwer­ kingspartners, de Universiteit, de Hogeschool en de

Okku Daan van der Wal haalde zijn master informatie- en kennismanagement aan de VU Amsterdam. Okku staat voor sensoren die via IoT van alles in het gebouw monitoren. De apparaatjes zijn zo op de wand te klikkken, zonder bedrading of voeding. Hij doet dat samen met Robin Puhtli,­ die al langer onderneemt via zijn bedrijven Babbler en Itude Mobile in Utrecht en Harmen Wolf, die onder de naam Sherpa Strategies ook in PLNT is gevestigd. “Wij houden van technologie en zijn altijd op zoek naar manieren om gebouwen slimmer te maken. We hebben verstand van sensortechnologie en praten daar graag over.” Panorama Bio Jan Zender studeerde informatica en economie aan de Universiteit Leiden en Maximillian Green Life Science & Technology ook aan de Universiteit Leiden. Samen hebben ze PanoramaBio gesticht. Hun ambities in het ontwikkelen en realiseren van producten en systemen voor het digitaliseren van handelingen in het lab zijn groot. Als start hebben ze gekozen voor alles rond het pipetteren. De eerste producten beginnen productierijp te worden. “We zitten in een spannende fase.” AvioniCS David Eugenio Pajares de Santiago, operationeel manager, studeerde bedrijfseconomie aan de Universiteit van Valladolid in Spanje diplomado en Mauro Garcia, oprichter en CEO, haalde zijn ingenieursdegree aan de Ecole nationale supérieure de Télécommunication, Télécom ParisTech. Avionics Control Systems startte met het ontwikkelen van navigatiesystemen voor drones. Na de incubatieperiode groeide het bedrijf uit

tot ontwikkelbedrijf voor IoT devices, industriële besturingen en autonome navigatiesystemen. Naast de shop in PLNT, de hoofdvestiging, is er een testfaciliteit op vliegbasis Valkenburg, in Katwijk en een spin-off bedrijf in Madrid. “Nowadays, the company is being rebranded and reorganized to adjust better to our customer segment. Soon you will know us as ACS Innovation.” Bonnie / Kinensa Arian Khoshchin behaalde zijn master in BioPharmaceutical Science aan de Universiteit Leiden. Kinensa heet zijn bedrijf. Bonnie is het trademark voor “digitale bonnetjes zonder internet”. Digitale bonnetjes zijn er al. Maar als je die wilt krijgen in de winkel, dan moet je wel jouw emailadres opgeven. “Dat wil je eigenlijk helemaal niet.” Arian heeft de technologie ontwikkeld om het bonnetje zonder ineternet naar jouw telefoon te sturen. En de winkelier hoeft er zijn systeem niet voor aan te passen. Het Bonnie-device is voldoende. Zit in een nog vrij vroege fase van introductie. Onescnd Niels Uiterdijk en Dion Verhoog studeren commerciële economie aan de Hogeschool Leiden. Samen richtten ze het bedrijf Onescnd op. Met hun bedrijf in wording ontwikkelen Uiterdijk en Verhoog een service­ tool voor café en restaurant. Met een druk op de knop sta je in Onescnd in contact met het bedienend personeel. Via een horloge wordt duidelijk dat je iets wilt bestellen of afrekenen. “Met Onescnd verbeteren wij de service op blindspots binnen horeca­ gelegenheden. We voorkomen negatieve online reacties van gasten die niet gezien worden. Die reacties zie je op sites als The Fork.” https://plnt.nl/ontmoet-onze-community


trapopgang voor meer smoel


34 B+U 4 2019

dan vijfhonderdduizend euro. Geniaal was het idee om bij de entree een nieuwe ruime trapopgang te maken.” Dat was nodig om het gebouw meer smoel te geven en scheiding te kunnen aanbrengen met de huurder bene­ den, woningcorporatie De Sleutels. “Vervolgens creëerde Jelle die ruimte om van alles te doen”, complimenteert Roy zijn huurbaas. Jelle: “Bedenk maar wat je wilt, ik krijg het toch niet verhuurd, was mijn uitgangspunt. Als er wordt geïnvesteerd, hoe beperkt ook, en er wordt ver­ huurd, dan wordt het gebouw alleen maar meer waard.”

FLEXIBEL HUURCONCEPT

Steven is al langer betrokken dan Roy Zitman en Basti­ aan de Roo. Hij geeft wat geschiedenisles. “LURIS was eerste huurder. Er kwamen collegezalen om studenten ‘ondernemerschap’ te leren en projectruimtes voor de ondernemenspraktijk. We hadden een huurprijsstruc­ tuur van brons, zilver en goud. Hoe hoger in het gebouw, hoe hoger de prijs.” “Dat is nu andersom”, reageert Roy. “We hanteren nu een progressief tarief voor innovatieve starters. Die kunnen groeien van een enkel bureau naar compleet kantoor in een jaar of drie. Daarna moet je wegwezen. Dat kan soepel naar partnerlocaties, Biopart­ ner op het BioScience Park, het Space Business Inno­ vation Centre in Noordwijk of Area071, de voormalige touwfabriek in Leiderdorp. In de open ruimtes hebben we nu op de eerste verdieping een ‘starterszone’ en op de tweede is een ‘talentenzone’. Onderlinge interactie tussen de vele eenlingen is superbelangrijk.”

LOW BUDGET UITSTRALING

ontwikkelshop van avionics control systems in plnt

Gemeente hebben een gezamenlijk vehikel gemaakt voor de ontwikkeling en exploitatie, met een eigen, beperkt, budget. En, cruciaal, men heeft ‘flexibele mensen’ gezocht om het te realiseren.” Allereerst Jelle vanuit de Gemeente en Steven van het Universitaire vastgoedbedrijf. Steven: “Wij hadden toevallig twee jonge architecten die bij ons stage liepen, Diederik de Jonge en Guido Martin. Die hebben vanuit enthousiasme een plan gemaakt op basis van een budget, niet groter

niels uiterdijk en dion verhoog van onescnd: service op blind spots in de horeca

Het hoeft allemaal niet veel te kosten, maar moet wel jonge, hoogopgeleide, dynamische mensen aanspreken. Een A-merk kringloopgebouw kun je het noemen. “De kantine van NUON werd lunchroom ‘Binnentuin’, met veel planten en hout-elementen.” Allemaal verschillende meubels, gebruikt, maar van goede kwaliteit, passen daar bij. Het broodje Avo, avocado, lekker aangekleed, is er voor de jonge veganist en voor degene die de leeftijd heeft bereikt dat te veel chlorestorol levensbedreigend wordt. Steven vertelt hoe hij “uit alle hoeken en gaten van de universiteit” meubilair weghaalde dat daar overbodig was. Hij pakt spontaan zijn mobieltje en laat Bastiaan en Roy een foto zien van een telefooncel. “Die heb ik gevon­ den. Kunnen jullie daar wat mee?” “Kom maar op”, klinkt het in koor uit de kelen van Roy en Bastiaan.

TECHNISCH ALLEEN HET NOODZAKELIJKE

Steven herinnert zich dat in het Plan van Aanpak voor de verbouwing expliciet stond dat het gebouw creati­ viteit moet uitstralen. “De twee architectuurstagiaires hebben plaatjes gemaakt en zijn daarmee naar de lokale aannemer gestapt om alles ‘on the job’ te realiseren. Uit­ eindelijk is dat de goedkoopste manier van werken voor zo’n klus.” Roy: ”Als je maar niet vast zit aan te krappe kaders.” Jelle: “In de technische infrastructuur is weinig geïnvesteerd. De klimaatregeling is wel aangepast. Het wegbreken van de vele schotjes en wanden hielp daar­ bij.” “Zolang je ruimtes groter maakt, wordt het beter”, weet Steven. “WiFi en internet was natuurlijk belang­


B+U 4 2019 35

aan tafel. Nu we in korte tijd een positieve impuls heb­ ben kunnen geven, ziet de omgeving ons graag terug in de ontwikkelingsplannen voor de toekomst.” Aanvankelijk was de omgeving bang voor ‘duizenden fietsen’ in de buurt. “We hebben ons als gemeente in aardig wat bochten moeten wringen rond het fietspar­ keren. Het ging op een bepaald moment om een par­ keernorm voor fietsen. We hebben dat creatief opgevan­ gen met innovatieve fietsbeugels. Nu ziet de omgeving de positieve effecten.” Jelle is een trotse gemeenteman.

TOEKOMST IN DYNAMIEK

talentenzone voor interactie tussen ‘eenlingen’

rijk”, volgens Roy. Steven: “We profiteerden hierbij van de infrastructuur van de Universiteit.” Jelle vertelt over de brandveiligheidsinstallatie. “Dat was onverwacht ingewikkeld. Hebben we ook pragmatisch opgelost, als partners.” Steven: “Hadden we vante­ voren naar moeten kijken.” Jelle weer: ”Als je op basis van angst gaat sturen, kom je nooit waar je heen wilt.” Steven: “De stichting waarin partijen samen deelnemen, maar die onafhankelijk opereert, dat geeft de flexibiliteit die nodig is.”

CLUBHUISSFEER EN GEBIEDSVISIE

Bastiaan verwoordt de visie achter het geheel. “We willen een clubhuissfeer, waar iedereen zich prettig bij voelt. Onze Raad van Toezicht kijkt vooral hoe we met elkaar nieuwe deuren openen en het proces organisch laten groeien. Er is getekend voor een periode van zeven jaar. Daar hoort bij dat men zich niet opstelt als accountant die op drie cijfers achter de komma checkt of alles klopt.” Jelle is vanuit gemeenteperspectief blij dat “steeds meer mensen uit de stad komen kijken wat hier gebeurt.” Steven geniet er van. “Als Roy en Basti­ aan weer iets leuks hebben bedacht, dan kom ik langs. Ik kom graag, krijg er nieuwe energie van.” Jelle: “De bui­ tenkant bijvoorbeeld, die ziet er inderdaad niet uit. Moe­ ten we nog iets aan doen. En de vraag is nu, hoe past dit gebouw in de gebiedsontwikkeling? We werken aan een gebiedsvisie.” Bastiaan: “Daar zit ik nu namens PLNT bij

De toekomst is onzeker. “Of we dit pand ook voor de iets langere termijn kunnen doorontwikkelen, weten we niet”, realiseert Bastiaan zich. “We moeten vanwege de nieuwe wetgeving van energielabel G naar label C. Dat betekent investeren in de technische installaties, in isolatie en kozijnen. Maar ja, dan moet eigenlijk wel iets meer duidelijk worden wat we gaan doen met het pand”, is de vertaling van Jelle. Intussen gaan de PLNT-mannen door. “We ontwikke­ len nu een daktuin, in combinatie met ‘Urban Mining’ experimenten. Zo werken we ook aan duurzaamheid. Wij groeien mee in de dynamiek van onze start ups. Het pand begint al aardig vol te raken. We zien onszelf als testcase, een plant die organisch groeit, lean & mean, zonder veel investeringen.” Met weinig kunstmest dus. “Mocht het pand op de langere termijn niet beschikbaar blijven, dan zullen we moeten verkassen”, weet Bastiaan. Jelle: “Het zou mooi zijn als zich de gelegenheid voor­ doet bij een ander pand om weer zoiets te doen.

daan van der wal van okku met de iot sensor voor gebouwmonitoring

Dat kan alleen als het strategisch van belang is. De gemeente is geen beheerder van kantoormeters. Dit is hier ook gedaan omdat er geen interesse was bij projectontwikkelaars. Nu de gemeente stappen heeft gemaakt, zijn zij happiger. Maar nu hebben we als gemeente een positie.” Interessant is ook de positie van de Universiteit, de grootste vastgoedeigenaar van Leiden. De relatie tussen de Universiteit en de Gemeente is volgens de mannen aan tafel beter dan voorheen. “Ook dankzij dit project.”



B+U 4 2019 37

Succesvolle eerste editie

BELEEF TECHNIEK


38 B+U 4 2019

Op Beleef techniek 2019 was te zien hoe leuk het werken in de bouw kan zijn. Scholieren en studenten togen naar Bouw & Infrapark in Harderwijk om zandzuigers aan het werk te zien, de eerste elektrische hijskraan van de Benelux te bedienen of om landmeter te spelen. Op de banenmarkt konden ze kennis maken met mogelijk toekomstige werkgevers. TEKST GERARD VOS

L

andmeter Jonathan Bot van Fugro Geoservices is er klaar voor deze koude ochtend. De eerste scholieren laten nog even op zich wachten, maar alles staat gereed. Jeroen Kamphuis heeft alle targets in de omgeving geplaatst. Met de Leica kan hij nu een 3D-scan maken van de omgeving. Alle tijd om de verslaggever van Bouw en Uitvoering te woord te staan. Bot vertelt dat er op het gebied van landmeten veel is veranderd: “In de begintijd, zo’n tien jaar terug, kon je ook al een 3D-scan van de omgeving maken, maar dan maakte je er vier op een dag. Nu wordt er in 150 seconden tijd een 360 graden-scan gemaakt.” Bot weet dat er op het Bouw en Infrapark momenteel 24 studenten de opleiding tot landmeter volgen, maar dat is veel te weinig. “Het is moeilijk om studenten te vinden. De opleiding heeft al jaren een teruglopend studentenaantal.” Onterecht, denkt Bot. “Het is een prachtig vak waarbij je lekker buiten bent en nog eens ergens komt.”

STAP NAAR ELEKTRISCH

De buurman van Bot is vandaag Roosenboom uit Ede. Het meer dan zeventig jaar oude familiebedrijf heeft 140 medewerkers en bestaat uit drie takken. Allereerst is er een aannemersbedrijf voor de Grond- Weg- en Water­ bouw, bodemsanering en slopen. Daarnaast is er de warmtedistributietak en als derde de transporttak. Over die laatste geeft Dirk Roseboom tekst en uitleg. Roosenboom laat vandaag zien hoe je met de compact­ kraan Jekkop JF 545 machines en machineonderdelen makkelijk kunt verplaatsen in beperkte ruimtes. Roosen­ boom trots: “Dit is de eerste elektrisch aangedreven minihijskraan in de Benelux.” Elektrisch aangedreven

jonathan bot van fugro geoservices


B+U 4 2019 39

target voor landmeting

zandzuigers aan het werk


40 B+U 4 2019

transportmateriaal blijft wat hem betreft geen noviteit. “Je ziet dat er in de transportsector steeds beter wordt nagedacht over het verminderen van CO2-uitstoot. Zelf gebruiken we voor het materieel nog Euro 6, maar we zijn langzaam maar zeker de stap naar elektrisch aan het zetten.” Dirk Roosenboom heeft het bouwbloed van jongs af aan door de aderen lopen. Met zijn vertrouwde bouwhelm op laat hij even zien hoe de hijskraan werkt. Hij staat graag met zijn voeten in de klei. “Samen met mijn zus ben ik eigenaar van Roosenboom, maar ik ben bewust geen directeur geworden. Daar hebben we extern iemand voor aangetrokken. Dat maakt dat ik dagelijks met de jongens mee kan lopen. Hartstikke leuk toch, ik ben een echt buitenmens.” Over het tekort aan handjes is Roosenboom stellig. “Je ziet dat die jongeren allemaal met computers in de weer zijn, het echte handwerk is daardoor domweg minder in trek. Ik wil vandaag graag de jongelui bijbrengen hoe leuk het werken in de bouw­ sector is.”

LIVING LAB

En eindelijk waren er groepjes studenten op het grote buitenterrein te vinden. Maar die kwamen niet alleen voor de buitenactiviteiten. In een van de gebouwen op het Bouw & Infraterrein was een banenmarkt en opende Allinq - specialist in verbindingstechnologie haar deuren. Rutger van der Graaff, manager Innovatie & Ontwikkeling leidde de jongeren rond. De Universi­ teit Twente, het op het park gevestigde SOMA College en Allinq hebben er een living lab gerealiseerd met een ondergronds kabel- en leidingenstelsel. Van der Graaff: “Met dit lab zijn we allerlei nieuwe tech­ nieken aan het testen en kijken of we die geïmplemen­ teerd kunnen krijgen in de dagelijkse praktijk. Concreet betekent dat dat we bijvoorbeeld met de 3D-printer beugeltjes laten maken om de kabels in de lasmof goed op zijn plaats te houden, hiervoor bedenken we dan een stang met zelf geprinte beugels. Het mooie is, dat er alle ruimte is voor experiment hier. Ik zeg altijd: Wij zijn de afdeling die de meeste fouten maakt.”

VIRTUEEL LASSEN

Op de interactieve banenbeurs konden studenten van VMBO, MBO, HBO en TU’s in gesprek met bedrijven, maar ook onderwijsinstellingen waren vertegenwoor­ digd om jongeren over te halen om een opleiding te volgen. Bij de ingang viel De Techniek Academie op. Met een VR-masker op kon je hier virtueel lassen. En dat viel nog niet mee. Op de beurs was een speciaal hoekje ingericht waar vier bedrijven groepjes belangstellenden vertelden over BIM (Bouw Informatie Model). BIM regisseur Ronald Mensen van BIM Creators stond groepjes geïnteresseer­ den te woord over clash detectie, BIM modelleren en Data Management Systemen. Mensen beaamde dat er momenteel om iedere afgestudeerde gevochten wordt, maar wilde vooral laten zien hoe mooi het werken met data kan zijn. “We zijn hier niet om hard te concurre­


B+U 4 2019 41

1 2

4 5

3

1 dirk roseboom laat met de compactkraan jekkop jf 545 zien hoe je 2 3 4 5

ren met andere bedrijven om mensen binnen te halen. We willen vooral tonen dat we ons zelf zijn. Een bedrijf waarbij het prettig werken is en waar je de ruimte krijgt om je te ontwikkelen.”

GADGETS

De liefhebbers van key chains, pennen, tasjes en oortjes hadden een gouden dag op Beleef Techniek 2019. Bij Bal­ last Nedam was geen pen te zien, maar kregen jongeren een blokje asfalt mee. Wegenbouwlaborant Jeroen Jong vertelde hier over het onderzoek en keuring van asfalt en funderingsmaterialen. Jong: “Je ziet dat er ook in de wegenbouw veel innovatie is. Als er één trend is dan is het wel duurzaamheid. Dat is momenteel het ding. Zo heb je nu bijvoorbeeld Green­ way LE. Dat is een dubbel duurzaam asfalt. Het wordt niet alleen energiezuinig geproduceerd, maar bestaat daarnaast voor zestig procent uit hergebruikt asfalt.”

machines en machineonderdelen makkelijk kunt verplaatsen in beperkte ruimtes maquette van ballast nedam materieel op het buitenterrein gadgets in de vorm van een blokje asfalt de techniek academie: met een vr-masker op kon je hier virtueel lassen

BELEEF TECHNIEK 2019

De aanloop voor de vrijdag van Beleef Techniek 2019 viel zo op het eerste oog wat tegen. Waarschijnlijk hadden de organisatoren meer bezoekers verwacht. Maar het grootste pluspunt zat hem erin dat de branche geza­ menlijk heeft laten zien hoe mooi het is om te werken in de bouwsector. Een sector waarin de innovaties bijna niet zijn bij te benen. Er is altijd weer wat nieuws te ontdekken. Wellicht een mooie slogan voor de volgende editie?


Vogelkijkhut, Schadenberg Dakwerken. (Foto: Vakblad Roofs)

Een dak dat lekt, is geen goed dak Met een dergelijke opmerking krijg je de handen op elkaar bij een gezelschap dakdekkers. Er ging een zucht van verlichting door de zaal tijdens de prijsuitreiking van het Dak van het Jaar 2018 in Egmond aan Zee. Dit evenement is een jaarlijks terugkerende feestelijke happening in de dakenbranche. In het leven geroepen door Vakblad Roofs om de kwaliteit in zowel de platte- als de hellendedakenbranche te vieren en te tonen.

M

aar waarom die zucht van verlichting? Ook deze avond stond weer in het teken van verduurzaming. Zo werd Roebyem Anders van Sungevity benoemd tot Dakenvrouw van het jaar. Alle daken vol krijgen met zonnepanelen heeft zij als persoonlijke missie en daarin is zij erg succesvol. Toch krijgt de gemiddelde dakdekker een klein beetje de kriebels als iemand zegt dat zij alle daken vol met zonnepanelen wil. Veiligheid, onderhoud en de conditie van de dakbedekkingsconstructie komen nog wel eens in het geding. Ook genoot iedereen van de presentatie van Esther Wienese, auteur Rotterdams Dakenboek. Zij nam ons in vogelvlucht mee door haar inspirerende boek vol met prachtige daken. Toch kent

ieder dakdekkersbedrijf wel voorbeelden van projecten waarbij de daktechniek niet voldoende aandacht heeft gekregen. Met alle gevolgen van dien. Vandaar dat de zaal merkpaar positief reageerde op de speech van Otto Kettlitz van Nieman-Kettlitz. Hij maakte voor de categorie platte daken bekend welk dak zich het Dak van het Jaar 2018 mocht noemen. Hij deed dit aan de hand van een viertal ­stellingen, namelijk: 1) Een dak dat lekt, is geen goed dak, 2) Een dak dat niet is afgestemd op zijn functie en de levensduurverwachting is geen goed dak,

3) Een dak, dat bij een lekkage niet tegen redelijke kosten te repareren is, is geen goed dak en 4) Een dak dat niet tegen redelijke kosten te onderhouden is, is geen goed dak. Gebruik van het dak voor andere functies dan bouwkundige (parkeren, energieopwekking, recreatie, waterretentie etc.) waarbij geen rekening is gehouden met deze vier uitgangspunten, betekent dat onvoldoende rekening is gehouden met de primaire functie van het dak, namelijk: waterdichtheid. Doet men dit wel, op basis van een hoogwaardig ontwerp, hoogwaardige dak-engineering en hoogwaardige uitvoering, dan lever je als dakbedekkings­bedrijf


ook voor de toekomst de noodzakelijke toegevoegde waarde. Aldus Otto Kettlitz. Hij gaf aan dat het uitgangspunt van de jurybeoordeling was, dat het winnende project het vakmanschap binnen de dakenbranche honoreert en als zodanig als voorbeeld voor de hele dakenbranche kan gelden. Door deze benadering verschoof opeens het veld qua kanshebbers. Er zaten namelijk een aantal prachtige daken bij, waarvan de jury niet direct kon bepalen of de dakbedekkingsconstructie aan de hoge kwaliteitseisen voldeed. Het entreegebouw van GeoFort Herwijnen was zo’n kanshebber. Een prachtig dak wat op gaat in de omgeving. En het iconische dak op stationsplein Utrecht. Een mooi staaltje architectuur, maar was het echt een hoogstandje qua daktechniek? Na de inleiding van jurylid Otto Kettlitz kwamen de Vogelkijkhut van Schadenberg Dakwerken en het NS gebouw in Zwolle van Van ­Venrooy Dakbedekking ineens zeer nadrukkelijk in aanmerking voor de prijs. Bij

NS Zwolle, Van Venrooy Dakbedekking. (Foto: Vakblad Roofs)

deze projecten was, vanwege de vormgeving, intensief vakwerk nodig om het goed waterdicht te maken. Uiteindelijk bleek de voorkeur van de jury uit te gaan naar het Kurhaus in Scheveningen van BOKO Dakdekkers. Hier is een PVC dakbedekking van SOPREMA aangebracht ter vervanging van het koperen dak. Het bijzondere aan deze dakbedekking is dat er tijdens de productie zeer fijne metalen deeltjes aan toegevoegd zijn. Hierdoor krijgt de PVC dakbedekking dezelfde esthetische eigenschappen als een dakbedekking in zink of een dak in koper of aluminium. Dat betekent dat het dak de natuurlijke koperoxidatie zal ondergaan, van kleur verandert,

net zoals een echt koperen dak. Het was een avond die uitstekend de kracht en tegelijk de uitdagingen binnen de dakenbranche bloot wist te leggen. We zagen innovatie, zoals de koperen PVC dakbedekking. Vakmanschap werd geprezen. Prachtige groene daken werden getoond en tegelijkertijd kwamen de knelpunten die daarmee gepaard gaan aan bod. En tegelijkertijd was het een erg gezellige avond. De dakenbranche is een kleine wereld waarin iedereen elkaar kent. Dat kan voor onderlinge strijd zorgen, maar op zo’n avond als dit is er vooral saamhorigheid. Zeker toen Gerard Ekdom de avond waterdicht kwam afsluiten.

Kurhause, PVC dakbedekking van SOPREMA, aangebracht door BOKO Dakbedekkers. (Foto: Vakblad Roofs)


44 B+U 4 2019

DUURZAAM VERWARMD & SOLAR SOLUTIONS


B+U 4 2019 45


46 B+U 4 2019

Bouw en Uitvoering liet zich in Vijfhuizen bijpraten over duurzame verwarming. Voorlopige conclusie: de warmtepompverkoop gaat exploderen en de zonneboiler verdient een beter lot. TEKST GERARD VOS BEELD VAN TIL FOTOGRAFIE

M

enig bezoeker aan de vakbeurs Duurzaam Verwarmd voelde zich licht geïmponeerd door de zeer aanwezige zonnepanelen­ branche. En dat was ook niet verwonderlijk, want de tegelijk lopende Solar Solutionsbeurs telde driemaal zoveel stands. Het illustreerde mooi hoe subsidies een branche voort kunnen stuwen.

Maar dit feit leverde geen chagrijnige gezichten op in de halve hal bij de duurzaam verwarmd-jongens. Integen­ deel, want ook voor hen zijn gouden tijden aangebro­ ken. Zo mocht Frank Agterberg als vertegenwoordiger van de warmtepompsector drie dagen lang de blijde warmtepomp-boodschap vertellen. In de ochtendsessies vertelde de Dutch Heat Pump Association-voorman over de ins en outs en de verkoopprognoses voor de warmte­ pomp. Achterberg schetste dat de groei van warmtepompen in nieuwbouwwoningen binnen een paar jaar gaat groeien naar 30.000 warmtepompen per jaar. Gestuwd door het Gasbesluit, het Klimaatakkoord en het Energieak­ koord uit 2013 zullen er in totaal in 2020 zo’n 200.000 warmtepompen zijn opgesteld tegen 1.300.000 warm­ tepompen in 2030. En daar houdt de groei nog niet mee op, vertelde Agterberg. “De warmtepomp-sector is dan van ‘take-off’ fase met een sterke groei naar een volwas­ sen vervangingsmarkt gegaan. Na 2030 zullen naar ver­ wachting nog zo’n 6.000.000 woningen verduurzaamd moeten worden tot 2050.” Imposante getallen die een gouden toekomst laten zien, maar er zijn ook kritische noten over de wonder warmtepomp. Zo was er onlangs de uitzending van het tv-programma Radar over warmtepompen. Te zien was

dat Robert-Jan Mijnarends uit Goes in de winter zijn huis met warmtepomp niet voldoende warm kreeg. Een voorbeeld dat niet met de werkelijkheid overeenkomt, meende Agterberg. Uiteindelijk bleek een specialist in zonnepanelen het systeem niet goed te hebben geïnstal­ leerd. En daarmee zorgen onkundige partijen voor een slecht imago van de warmtepomp. “Systemen zijn dan ook zo goed als ze zijn ingericht”, weet Agterberg. Het maakt dat de roep over certificering of een keurmerk voor warmtepompinstallateurs hierdoor alleen maar groter wordt. Ook het geluid van de warmtepomp kwam aan bod. Geluid is absoluut een issue. Agterberg: “Het zijn terech­ te zorgen. We moeten hier met zijn allen aan werken. Gelukkig is wet- en regelgeving onderweg.” Agterberg weet dat de innovatieve weg altijd hobbels met zich mee brengt. “De implementatie van de warmtepomp gaat nu van early adopter naar early majority. Waar de eerste groep vanuit duurzaamheidsmotieven de warm­ tepomp omarmt, is de tweede groep kritischer over de warmtepomp en alles wat ermee samenhangt. Een van de dingen waarop we dan ook moeten inzetten, is een goed functionerend elektriciteitsnet”, besloot Agter­ berg.

ZONNEWARMTESYSTEMEN

Naast aanbieders van warmtepompen op de beurs Duur­ zaam Verwarmd, waren er ook aanbieders van wko- en wtw-systemen, warmtenetten en geothermie. HRsolar is een Nederlandse fabrikant van zonnewarmtesyste­ men. Zonneboilers zijn in Nederland al zeker veertig jaar verkrijgbaar. Een gemiddeld systeem bestaat uit twee vlakke-plaatcollectoren van ongeveer 2,5 meter en een boilervat van tweehonderd liter. De warmte van de col­


B+U 4 2019 47


48 B+U 4 2019

lector wordt afgegeven aan het tapwater in het boiler­ vat. Als de zon schijnt, warmt de boiler langzaam op. Op zon-arme dagen doet een naverwarmer - doorgaans een cv-ketel of warmtepomp - zijn werk om het tapwater lekker behaaglijk te maken. Zonneboilers zijn een beetje achtergesteld ten opzichte van zonnepanelen, vertelt Steven Triep van HRsolar Projects. “Een pv-paneel heeft een efficiënt rendement van zeventien procent, een zonneboiler heeft een rende­ ment van zeventig procent. Maar door nieuwe subsidies, vooral in utiliteit, maakt zonnewarmte weer een opmars door.” Uniek bij HRsolar is dat ze de vlakkeplaatcollector in eigen huis maken in het Westlandse De Lier. HRsolar lan­

ceerde begin 2018 de eerste collector ter wereld op het volledige formaat van een zonnepaneel. HRsolar komt hier tegemoet aan de vraag naar esthetische combina­ ties van zonnestroom en warmte op één dak. Robots zijn dagelijks bezig met het in elkaar zetten van deze zonnecollectoren voor de woningbouw. Daar is tegenwoordig ook de productie van rvs boilervaten bijgekomen. Triep: “Daar hebben we drie robots uit de auto-industrie voor aangeschaft. Die genieten bij ons van hun tweede leven. Ze draaien twintig procent van hun vermogen in onze fabriek en kunnen nog jaren mee. De voordelen van robots zijn navenant. Ze zijn nooit moe, ze zeuren niet en zetten keer op keer een perfecte las.”


B+U 4 2019 49

Een nieuwe tak is HRsolar Projects. Triep: “Van oor­ sprong zijn we gespecialiseerd in woningbouw, maar we kregen steeds meer grootschalige vraag vanuit de utiliteit en agrarische sector voor zonnewarmte. Denk aan gemeentelijke zwembaden, glastuinbouw, proces­ industrie, en veehouderij. Deze hebben allemaal een grote warmtevraag. Wij leveren turn key-projecten op. We doen alles in eigen beheer. We hebben de expertise in huis en werken samen met vaste partners. In de agra­ rische sector bijvoorbeeld heb je aan grote vlakkeplaat­ collectoren ongeveer tussen de tachtig en tweehonderd meter nodig. Met subsidie meegeteld kan een bedrijf in vijf jaar de hele investering terugverdienen. Voor veel bedrijven is hierdoor zonnewarmte win/win geworden. Het nadeel voor veel bedrijven is namelijk dat ze onder

het kleinverbruik van het gas vallen. Dit betekent dat ze de reguliere consumentenprijzen betalen. Maar deze gebruiken dusdanig veel gas dat we makkelijk veertig tot vijftig procent van de energiebehoefte weg kunnen nemen met onze systemen.” Het verdienmodel wordt nog beter na de forse verho­ ging van de energiebelasting op gas begin dit jaar. Ook voor de grootverbruikers van gas is er naast een forse CO2-reductie ook een verdienmodel te behalen met zon­ newarmte. Voor systemen groter dan 200 m2 collector­ oppervlak kan er gebruik worden gemaakt van SDE+ subsidie. Het interessante van deze regeling is dat er vijftien jaar lang subsidie wordt verstrekt voor het opge­ wekte duurzame vermogen.


WAND- EN VLOERVERWARMING

Een graag geziene gast op Duurzaam Verwarmd is Warp Systems. Sinds de lancering in 2013 kent het bedrijf een stormachtige groei. Ook dit jaar verdringen zich de beursbezoekers zich in de stand om info mee te nemen over de wand- en vloerverwarming met lage opbouw­ hoogte. Het is druk, geeft Arjan Zonneveld van Warp Systems aan. Zijn broodje kaas ligt onaangeroerd op een bordje in de stand. Zonneveld: “De zaken gaan goed, want men­ sen zoeken oplossingen. Er is veel belangstelling voor ons SpeeTherm 15 systeem. Dit bestaat uit 15 mm dunne eps-platen met sporen van 10 mm. De vloerverwarming ligt op vaste afstand. Je kunt afslaan waar je wilt. Het systeem is uiterst flexibel en uiterst dun. De vloer- of wandverwarming is net zo dik als een sneetje brood. Normaal ligt een vloerverwarming ongeveer vijf cen­ timeter onder het beton en hier ligt die gelijk onder de oppervlakte. De vloerverwarming hoeft dan niet altijd vol aan te blijven staan, de thermostaat kan omlaag. Bin­ nen een half uur is de hele ruimte behaaglijk.” Tot voor kort werd het systeem voor ongeveer tachtig procent uitsluitend gebruikt voor vloerverwarming. Zonneveld: “Maar daar is verandering in aan het komen. Je ziet dat het echt een trend is om wandverwarming te nemen. Je kunt het goed in een schuine muur van een

slaapkamer kwijt als je bijvoorbeeld in een oude boerde­ rij zit. Je ziet ook veel dat mensen met een parketvloer ervoor kiezen om het systeem in het plafond aan te brengen.” Hoeveel vierkante meter er per jaar precies wordt weg­ gezet, daar doet Zonneveld geen uitspraak over. “Ik kan wel zeggen dat we qua omzet in 2018 ten opzichte van 2017 zijn verdubbeld. En in 2017 zijn we ten opzichte van 2016 verdrievoudigd. Dat heeft deels met de energie­ transitie te maken en deels met het feit dat mensen weer investeren in hun huis.”


OTTE INFRA B+U 4 2019 51

Al 20 jaar grondverzet in Midden-Nederland

S

inds 1996 is Otte Infra grondwerkspecialist in de regio groot Utrecht. Voorheen onder de naam Otte Verhuur, maar door de forse groei van werkzaamheden voldeed de naam niet meer. “Grondverzet en machineverhuur is waar we bekend van zijn, maar we nemen nu ook zelf projecten aan.”

AANNEMERS

De samenwerking met Otte Infra kenmerkt zich in goede bereikbaar­ heid en korte lijntjes. Eigenaar Gieljan Otte is betrokken en heeft een groot netwerk. “We hebben achttien mensen in dienst en wer­ ken daarnaast met een aantal zzp-ers uit de regio nauw samen. Dat maakt dat je efficiënt werkt en de kennis groeit.” De bedrijfsactivitei­ ten zijn machineverhuur, grondverzet, levering van bouwstoffen en transport. Naast het reguliere GWW-werk worden opdrachten uitge­ voerd vanuit de Grondbank Bunnik, ook onderdeel van Otte Infra. Dit zorgt voor een dagelijkse af- en aanvoer van soorten grond en zand. “Doordat we eigen voorraad hebben, is het snel schakelen.” Veel van de opdrachten worden uitgevoerd voor lagere overheden en diverse aannemers zoals Heijmans, Bam of de Gemeente Utrecht.

ambitie om nog verder te groeien, maar kwaliteit staat nog steeds voorop, dus we doen het geleidelijk.” Veilig werken is essentieel voor de lange termijn, vindt Otte. “Daarom zijn onze medewerkers VCAgecertificeerd en beschikken ze naast de vakdiploma’s over meerde­ re aanvullende certificaten om de werkzaamheden veilig uit te voe­ ren. Ook zijn we een erkend leerbedrijf. We blijven immers graag up to date.”

TOEKOMST

VERHUUR

Otte Infra zal in de toekomst ook beschikbaar zijn om als aannemer op te treden. “Dat geldt niet als nadeel voor bestaande relaties”, vindt Gieljan Otte. Hij zal zich blijven inzetten voor de vaste klanten. “Investeren ervaar ik als een must. Er wordt steeds vaker gevraagd naar duurzaam materieel. Ik heb daarom begin 2019 een nieuwe vrachtwagen met Euro 6 motor geleverd gekregen. Op die manier kan ik aan de vraag rondom duurzaamheid voldoen. We hebben de

OTTE INFRA

Achterdijk 39 3984 LD Odijk

Otte Infra is een GWW-bedrijf dat gestart is met vele verhuurmoge­ lijkheden. Veelal was dat de verhuur van machines met machinist. Inmiddels is dit uitgebreid met materiaal als rijplaten, trilplaten en bewegwijzering. Het verhuurde materieel wordt vervoerd met eigen transportmiddelen. “Het is een wens om met de uitvoerder mee te werken”, vertelt Gieljan Otte. “Goede oplossingen ontstaan immers door samenwerken. Mooi werk!”

T. 030 - 636 58 85

E. info@otteinfra.nl I. www.otteinfra.nl


52 B+U 4 2019 DENG SOLAR

iFix het montagemateriaal voor alle typen platte daken

Z

onnepanelen op grotere platte daken zijn populair. Steeds meer bedrijven kiezen voor investeren in duurzame energie en het zelf opwekken op het eigen dak is daarbij zeer gewild.

DenG Solar is specialist in het turn-key opleveren van zonnedaken voor de zakelijke markt. Daarnaast is DenG Solar de importeur/part­ ner van de iFix montageset in de BeNeLux Vanuit onze jarenlange ervaring met het ontwerpen en aanleggen van grotere zonnesystemen op platte daken weten we wat de aan­

dachtspunten zijn op het dak. Met het iFix montagesysteem hebben we een slim, snel en kwalitatief hoogwaardige oplossing voor alle aandachtspunten die we op een plat dak tegenkomen.

BALLAST

Het extra gewicht op het dak is altijd een belangrijk facet in het ont­ werp van een zonnedak. Bij veel (grotere) platte daken is de con­ structie vaak niet berekend op het gewicht van een volledig gebal­ lasteerd zonnedak. Constructeurs zijn dan ook terecht vaak voorzich­ tig bij de berekening van wat mogelijk is aan extra gewicht en met


DENG SOLAR B+U 4 2019 53

puntbelasting en/of druk en is er door het veel grotere raak-opper­ vlak met het dak veel minder kans op verschuiven van het veld.

GEEN SCHROEVEN

iFix maakt gebruik van klemhaken die de panelen muurvast veranke­ ren aan de montageset. Hierdoor zijn schroeven niet nodig. Het ont­ breken van schroeven heeft als voordeel dat er geen speling kan ont­ staan tussen de vastgeschroefde plaatjes en de panelen door uitzet­ ten en krimpen bij temperatuurverschillen. Bijkomend voordeel voor op een kwetsbaar pvc dak is dat losliggen­ de schroeven tijdens het monteren geen schade aan het dak kunnen opleveren.

GEEN SCHADE name ook waar dat extra gewicht geplaatst kan en mag worden. Voor de haalbaarheid van een ontwerp zonnedak is het dan ook cru­ ciaal dat een montagesysteem zo is ontworpen dat er zo weinig mogelijk extra ballast nodig is.

Bij de 50+ projecten die we afgelopen jaren met iFix hebben gereali­ seerd heeft zich nooit een probleem voorgedaan. Weer en wind heb­ ben geen schade veroorzaakt.

Met iFix is een absoluut minimum aan extra ballast nodig door het ingenieuze volledig windtunnel geteste ontwerp. De op maat gemaakte ballastberekening wordt bijgeleverd en gegarandeerd door de producent ook boven de 20 meter hoogte.

PUNTBELASTING

Bitumen of PVC, geen enkele dakbedekking houdt van puntbelas­ ting. Juist bij zonnepanelen is dit een belangrijk item. Puntbelasting via montagesets op “pootjes” geeft een verhoogd potentieel risico op schade. De schade kan ontstaan door de druk op een klein opper­ vlak waardoor de dakbedekking beschadigd of zelfs doorboord kan worden, denk bijvoorbeeld aan een bitumen dak bij hoge tempera­ turen. Een ander aandachtspunt bij montagesets met puntbelasting is dat deze systemen minder contactvlak hebben met het dak en daardoor gevoeliger zijn voor verschuiven. Schuivende zonnedaken kunnen forse schade veroorzaken aan de dakbedekking. Het iFix montagesysteem is zo ontwikkeld dat het een groot aantal platte raakvlakken heeft met het dakoppervlak. Hierdoor is er geen

PROJECTEN

De afgelopen jaren hebben we als DenG Solar vele projecten in ver­ schillende afmetingen mogen voltooien. Wij richten ons op de zake­ lijke markt en doen projecten van 300 tot 7500 panelen waarbij wij samen met de ondernemer/eigenaar optrekken in het hele proces van idee tot realisatie. Het samen optrekken met de opdrachtgever is kenmerkend voor onze manier van werken. Dat onze klanten dat als prettig en profes­ sioneel ervaren geeft ons voldoening. In dit verband zijn wij ook trots op onze samenwerking met het ECUB, het Energie Collectief Utrecht­ se Bedrijven waarmee we inmiddels een aantal grotere projecten op Utrechtse industrieterreinen hebben uitgevoerd. Momenteel realiseert DenG Solar in combinatie met iFIX een zonne­ dak van 1,4 MW in Rhenen. Op dit nieuwbouwpand van Arbon Agen­ turen BV plaatst DenG Solar op een pvc dak ruim 4.500 panelen op 14 meter hoogte. In nauwe samenwerking met de opdrachtgever is in de voorbereidende fase van de bouw gewerkt aan het optimaal inrichten van alle voorzieningen ten behoeve van het zonnedak.

DENG SOLAR

Weteringpad 15 3762 EN Soest

T. 033 - 200 7070

E. info@dengsolar.nl I. www.dengsolar.nl


FORSE TOENAME VERMOGENSOPBRENGST ZONNEPANELEN Het opgesteld vermogen aan zonnepane­ len is in 2018 met 1.500 megawatt gegroeid naar 4.400 megawatt. Dat is ruim de helft meer dan een jaar eerder. De toename was bij bedrijven groter dan bij woningen, voor­ al door de aanleg van zonneparken, aldus het CBS.

In 2018 stond in ons land voor 2.100 mega­ watt aan vermogen bij bedrijven opgesteld. Dat is een toename van 71 procent verge­ leken met een jaar eerder. In Borsele staat met 71 megawatt het grootste vermogen aan zonnepanelen bij bedrijven opgesteld. Op de daken van de Nederlandse wonin­

gen stond in 2018 voor 2.300 megawatt aan vermogen van zonnepanelen opge­ steld, een jaar eerder was dat 1.680 mega­ watt. Dat is een toename van 37 procent. In Almere stond het grootste vermogen aan zonnepanelen. Daar stond vorig jaar voor 28 megawatt aan opgesteld vermogen.


HANS JANSEN STAALKABELS B+U 4 2019 55

Design in staalkabels en staalkabelnetten Een brug is meer dan een bouwkundig ontwerp, meer dan de verbinding tussen twee punten. Vandaag de dag is een brug een kunstwerk, een object dat veilig en duurzaam is èn volledig opgaat in de omgeving. De staalkabelnetten van Hans Jansen Staalkabels bieden de oplossing die dit mogelijk maakt.

H

et gebruik van RVS staalkabels en staalkabel­ netten geeft een brug een unieke, eigentijd­ se uitstraling. Zonder in te leveren op veilig­ heid en duurzaamheid, biedt dit een oplossing die transparant, slank en strak is. Die beleving koppelt aan betrouwbaarheid.

Meten, maken en monteren Bij Hans Jansen Staalkabels staat de wens van de klant centraal. Ruim 25 jaar ervaring stelt hen in

HANS JANSEN STAALKABELS

staat die klant te adviseren over de juiste staal­ kabelconstructie. Een constructie die zij vervolgens zelf maken en monteren. Door het hele traject van specificatie, planning tot montage zelf in de hand te houden, is Hans Jansen Staalkabels in staat op tijd en volgens specificatie te leveren. Daarmee krijgt u als klant de optimale service en kwaliteit die u mag verwachten. En heeft het landschap er weer een kunstwerk bij.

PRODUCTSPECIFICATIES: Kwaliteit RVS 316 Onderhoudsvrij Behoeft geen conservering Lange levensduur Volledig recyclebaar Milieuvriendelijk

En dit is slechts een van de mogelijkheden waar Hans Jansen Staalkabels een RVS staalkabelcon­ structie inzet om een ijzersterke oplossing te cre­ ëren!

Koperweg 11M 2401 LH Alphen aan den Rijn

T. +31(0)172 - 519 172

E. info@staalkabelnetten.nl I. www.staalkabelnetten.nl


56 B+U 4 2019

Murgia Metaal bv: Producent van aluminium dak- en gevelproducten!

Schade aan gras of beplanting?

Specialist in biologische oplossingen Murgia kan meedenken vanaf het ontwerp tot en met de montage. Producten kunnen worden bemonsterd en/of een 3D tekening kan worden meegeleverd.

Biocontrole BV Engelandlaan 52 2391 PN Hazerswoude-dorp T 0172 798 799 E info@biocontrole.nl W www.biocontrole.nl

MURGIA M

E

T

A

A

L

www.murgiametaal.nl 0251-239411 13817

13787

DAAR KRIJG JE ENERGIE VAN!

LAAT U VERRASSEN DOOR ONZE SERVICE!

EPC IS SPECIALIST IN: EPC EPC IS IS SPECIALIST SPECIALIST IN: IN:

scheepselektronica, scheepselektronica, van van het het bedraden bedraden van van motoren motoren scheepselektronica, van het bedraden van motoren tot het maken van complete scheepsinstallaties. tot het maken van complete scheepsinstallaties. tot het maken van complete scheepsinstallaties. Wij helpen bedrijven die tijdelijk energie nodig hebben snel en vakkundig aan het juiste aggregaat. Dat onze aggregaten betrouwbaar zijn is vanzelfsprekend. Wij bouwen veel van onze aggregaten zelf, zijn op dit vlak een echte specialist. Waar onze toegevoegde waarde werkelijk in zit, is in onze service. Wij zijn toegankelijk, kennen onze klanten goed en denken proactief mee in wat voor u de beste oplossing is. Wij zijn zo ingericht dat we snel kunnen schakelen en zetten altijd net dat stapje extra dat u niet van anderen gewend bent. Wij merken dat we onze klanten daar blij mee maken. En als u blij bent, dan zijn wij dat ook.

het het bouwen, bouwen, aanpassen aanpassen en en vernieuwen vernieuwen van van elektroelektrohet bouwen, aanpassen en vernieuwen van elektrotechnische installaties op bruggen, sluizen technische installaties op bruggen, sluizen en en gemalen. gemalen. technische installaties op bruggen, sluizen en gemalen.

Adres: Adres: Industrieweg Industrieweg 67a, 67a, 3361 3361 HJ HJ Sliedrecht Sliedrecht Adres: Industrieweg 67a, 3361 HJ Sliedrecht I: www.epc-groep.nl E: info@epc-groep.nl T: I: www.epc-groep.nl E: info@epc-groep.nl T: 0184 0184 -- 422 422 452 452 I: www.epc-groep.nl E: info@epc-groep.nl T: 0184 - 422 452

13831

het het onderhoud onderhoud en en de de ontwikkeling ontwikkeling van van infrastructurele infrastructurele het onderhoud en de ontwikkeling van infrastructurele objecten op en langs het water en het objecten op en langs het water en het wegennetwerk. wegennetwerk. objecten op en langs het water en het wegennetwerk.

V E R H U U R | V E R KO O P | S E RV I C E | O N D E R H O U D GENPOWER B.V. | Energieweg 3 | 2964 LE Groot-Ammers T (0184) 601 990 | E info@genpower.nl | genpower.nl

www.genpower.nl

13862a


STAM SLOOPWERKEN EN BETONBORINGEN BV B+U 4 2019 57

Geen werk is ons te gek Stam Sloopwerken en Betonboringen BV is gevestigd in Mijdrecht en heeft door de jaren heen een ­goede naam opgebouwd. Het bedrijf heeft een platte organisatiestructuur waardoor er snel kan worden geschakeld. Opdrachten worden uitgevoerd voor bedrijven en particulieren.

I

n 1993 is Martin Stam gestart als ZZP’er. Het bedrijf heeft een behoorlijke groei door­ gemaakt. Sinds mei 2017 is het bedrijf gevestigd in Mijdrecht waar het over voldoende opslag­ capaciteit beschikt. Inmiddels zijn de twee zonen ook actief in het bedrijf. Marvin Stam is ver­ antwoordelijk voor alles wat te maken heeft met boor- en zaagopdrachten en Robert Stam heeft de leiding over de afdeling sloopwerken.

DIENSTEN

Boren en zagen in harde steen­ achtige materialen vraagt de nodige kennis van de opdrachtnemer. Bij renovatiewerkzaamheden, bijvoorbeeld in lagere appartementengebouwen, wordt tegenwoor­ dig vaak alsnog een lift aangelegd. Daarvoor moet een liftschacht worden aangelegd. Stam Betonboringen maakt daarvoor gebruik van diamantzagen. De medewerkers hebben standaard de beschik­ king over diamantboren met een diameter variërend van 8mm tot en met 300mm. Vanaf 300mm tot en met 800mm ligt op voorraad in Mijdrecht. Ook bij renovatiewerkzaamheden in bestaande bouw, waarbij de bewoners het huis niet hoeven te verlaten, proberen de medewerkers de overlast tot een minimum te beperken. Door gebruik te maken van moderne zaagmachines is het moge­ lijk verschillende zaagdieptes in de wanden aan te brengen. Als er in watergevoelige ruimtes geboord moet worden wordt er altijd gezorgd voor directe wateropvang.

ONZE PROJECTEN: I.o.v. Kemp Installatie BV: Hoog Catharijne, Utrecht, diverse booren zaagopdrachten voor de aanleg van een hotel. I.o.v. Plomp Installatietechniek Woerden, voor meerdere renovaties van het Hofpoort ziekenhuis meerdere boringen en sloopwerkzaamheden uitgevoerd.

Eerst afbreken dan weer opbouwen Vooral bij renovatiewerkzaamheden zal er in de meeste gevallen eerst het nodige sloopwerk aan te pas komen. Stam Sloopwerken is gespecialiseerd in stofarm sloopwerk. Voordat met het sloopwerk, in bewoonde woningen, wordt gestart wordt indien nodig de betref­ fende ruimte afgeplakt. Door gebruik te maken van vernevelings­ apparatuur en een afzuigmachine ontstaat er onderdruk, waardoor de schone lucht wordt aangetrokken en het stof wordt afgezogen. Als het sloopwerk is afgerond wordt het afval afgevoerd. Bij grote­ re sloopwerken wordt samengewerkt met een collega-bedrijf zodat ook overall sloopprojecten, eventueel inclusief asbestsanering, kun­ nen worden aangenomen. Nee zeggen, is geen optie.

STAM SLOOPWERKEN EN BETONBORINGEN BV

Energieweg 98 3641 RT Mijdrecht

T. 0297 - 561 512

E. info@stamsloop.nl I. www.stamsloop.nl


58 B+U 4 2019

Veerkracht door betrokkenheid Betrokken door verantwoordelijkheid Dijkshoorn Infra BV is expert in het aannemen en uitvoeren van werk in grond-, weg- en waterbouw voor recreatieschappen, waterschappen en gemeenten in de regio West-Nederland. Wij geloven dat duurzame oplossingen zijn gelegen in gedegen vooronderzoek en een efficiĂŤnte uitvoer.

Rottebandreef 29 2661 GS Bergschenhoek T +31 (0)10 313 47 87 E info@dijkshoorninfra.nl W www.dijkshoorninfra.nl 13819

Holland Totaal Sloopwerken is op zoek naar:

Sloper / voorman / machinist

Wij zijn op zoek naar een sloper met ervaring die tevens op alle machineren kan draaien. Ook is belangrijk dat deze tekeningen kan lezen en alle toebehoren goed kan invullen en projecten kan leiden. Wij zoeken iemand die meedenkt met onze opdrachtgever om alles goed te laten verlopen en verbeteren. Veiligheid staat bij ons voorop en men dient dit ook conform onze certificaten uit te voeren. Wij stellen een tel. en bus met gereedschappen ter beschikking.

20 Wil jij deel uit maken van ons leuke team? Bel of email ons voor het maken van een afspraak.

Holland Totaal Sloopwerken Bergveste 26 3992 DE Houten T: 030 - 276 58 92 info@hollandtotaalsloopwerken.nl

Ri j ns t r aat12 4191CLGel der mal s en 0345575193 www. br edabv . nl

13864b

13874

gemlease

1997 - 2017

Gemlease uw partner voor digitalisering. www.gemlease.nl 13827


KONINKLIJKE BOOGAERDT HOUT B+U 4 2019 59

Hout in de GWW: Circulair, Duurzaam en Stabiel Hout is een circulair product met een zeer gunstige footprint. Het is breed toepasbaar, maar is van oudsher vooral een basisproduct in de woningbouw en de GWW-sector. Dit vooral vanwege de stabiliteit en duurzaamheid. Voorbeelden van houtsoorten die aan deze kenmerken voldoen zijn Azobé en Accoya®. Deze houtsoorten zijn daardoor zeer geschikt voor onder andere bruggen, sluizen, wandbeschoeiing, steigers, leuningen en geluidswanden.

azobé sluis

accoya brug almere

Hout moet in de GWW veelal aan andere eisen voldoen dan de mees­ te mensen vermoeden. Zo zijn levensduur en duurzaamheid, hout­ sterkte en eerlijke certificering belangrijke elementen. De houtsoor­ ten die Boogaerdt Hout verhandelt, worden verkregen uit duurzaam beheerde bossen. Zeker voor bijvoorbeeld bruggen en sluizen is het belangrijk dat het hout de exacte maat heeft bij installatie en nog lang daarna. Maar ook steigers, parkbanken en leuningen hebben een bepaalde duurzaamheid nodig waardoor ze jaren meekunnen.

DUURZAAMHEID IN DE GWW

ACCOYA®

Ook Accoya® hout is een zeer duurzame houtsoort met FSC® certi­ ficering, alsmede zelfs een cradle to cradle gold certificering. Deze duurzaam vervaardigde naaldhoutsoort is uitermate geschikt voor gevelbekleding en kozijnhout voor de utiliteitsbouw. Daarbij komt de natuurlijke uitstraling van het hout optimaal tot zijn recht. Maar deze houtsoort met een zeer hoge duurzaamheid en jarenlange garantie is ook zeer zeker geschikt als bijvoorbeeld wandbeschoei­ ing, brugdekdelen en vlonders voor in de GWW.

Al vele jaren is Boogaerdt Hout een betrouwbare partner voor de Grond- Weg- en Waterbouw. Zo worden diverse houtsoorten direct uit voorraad onbewerkt geleverd, dan wel wordt er bewerkt naar de gewenste maatvoering, in onze eigen machinale en/of onze rond­ houtzagerij. Veel houtproducten vinden daardoor dan ook hun weg naar de utiliteit- en woningbouw en de GWW-sector.

Een overzicht van alle houtsoorten die geschikt zijn voor de GWW en utiliteitsbouw/woningbouw is terug te vinden op onze website: www.boogaerdt.nl/houtsoorten

AZOBÉ

Koninklijke Houthandel Boogaerdt BV is een van oorsprong Rotterdams bedrijf. In 1741 was de eerste zaagmolen van Alex en Bart Boogaerdt gevestigd aan de Hooge Zeedijk. In mei 1811 koopt Meindert Boogaerdt de houtzaagmolen De Karper in Krimpen aan de Lek. Vanaf dat jaar is dit de thuisbasis van het bedrijf. In 1986 ontving Boogaerdt Houthandel het predicaat ‘Koninklijk’. In 2012 is het predicaat met een periode van 25 jaar verlengd. In hetzelfde jaar, 1986, werd ook de vernieuwde zagerij en schaverij in gebruik genomen. Daarmee is de basis gelegd voor een ‘houtbestendige’ toekomst.

Azobé hout is een hardhoutsoort die in de waterbouw wordt gebruikt voor sluisdeuren, steigers, stuwen en bruggen. Azobé hout heeft een natuurlijke weerstand tegen zuren, chemicaliën en weers­ invloeden van buitenaf, waardoor het uitermate geschikt is voor steunconstructies. Dit komt doordat het van nature een zeer sterke en duurzame houtsoort is met een hoge sterkte klasse (D70). Zeker in combinatie met een FSC® certificering is het een unieke houtsoort.

KONINKLIJKE BOOGAERDT HOUT

Dorpsstraat 88 2931 AG Krimpen aan de Lek

BEDRIJFSHISTORIE

T. 0180 - 551 552

E. info@boogaerdt.nl I. www.boogaerdt.nl


60 B+U 4 2019

Schoonmaak Dienstverlening Asbestsanering Sloopwerkzaamheden Mutatiewerkzaamheden Telefoon: Website:

020 - 600 73 07 www.okebv.nl 13871

Handel in hout

De verhardingstechniek van PowerCem

Grond/Tuinaarde/Betonplaten

Bomen rooien

Duurzaam en ecologisch, circulair en economisch. Wegen – Havens – Tijdelijke constructies – Container terminals

Transporten over water en weg

Handels- en Loonbedrijf

J. den Uijl B.V. PowerCem Technologies B.V. Plaza 24, 4782 SK Moerdijk The Netherlands

Randenburgseweg 32 2811 PS Reeuwijk Telefoon: 0182 - 394 348 info@jdenuijl.nl

+31 (0) 168 40 94 40 info@powercem.com www.powercem.com 13974

www.jdenuijl.nl

13978

FLEXIBEL, BETROUWBAAR EN ONDERSCHEIDEND!

Kijk voor al onze diensten op www.eekinfra.nl T: 0418-631013 E: info@eekinfra.nl 13913


GRONDWERK & KRAANVERHUUR VAN ‘T VELD B+U 4 2019 61

Focus op kabel- en leidingwerk Van ‘t Veld is een allround GWW-bedrijf dat sinds 2006 de focus heeft gelegd op kabelinfra. Met ruim 25 jaar ervaring in het grondverzet is Grondwerk & Kraanverhuur Van ‘t Veld een betrouwbare partner in de sector.

G

rondverzet en de ondergrondse infra is aan steeds strenge­ re regelgeving gebonden. Wat begon met kleine grondwerk­ zaamheden is voor Van ‘t Veld uitgegroeid tot een volwaardig kabelinfra-bedrijf met werkzaamheden zoals de aanleg van VRIkruispunten en complete laag- tot hoogspanningskabeltrace´s. Van ‘t Veld beschikt over de juiste medewerkers en het benodigde materi­ eel. Om zich te kunnen profileren als specialist zijn alle medewerkers bijgeschoold en beschikken zij over meerdere certificeringen waar­ onder veilig werken langs de weg, VOP Gas en Laagspanning en DLP. Het bedrijf is CKB, ISO 9001 en VCA gecertificeerd Sinds 2012 is het erkend leerbedrijf om jonge mensen op te leiden en hen de kans te geven ervaring op te doen. Naast het gespecialiseerde kabelwerk is Van ‘t Veld nog steeds inzetbaar als allround GWW-bedrijf.

MENS EN MACHINE

Goed materieel is het halve werk. Steeds meer werken worden uit­ gevoerd als onderaannemer. Om zich als bedrijf te onderscheiden van andere ondernemers heeft Van ‘t Veld geïnvesteerd in sterk materieel. Als (onder)aannemer kan Van ´t Veld met eigen men­ sen en materieel het werk zelfstandig uitvoeren. Sinds een paar jaar beschikt het bedrijf ook over een ploeg voor het persen van stalen buizen. Hiermee kunnen stalen buizen sleufloos wor­ den gelegd waardoor het open graven van bestrating et cete­ ra. niet nodig is. Voor het kabel­ werk is er een radiografische kraan ontwikkeld en is er divers materieel in het bezit zoals trek­ kers met lieren, een registre­ rende kabeltreklier en diver­

GRONDWERK & KRAANVERHUUR VAN ‘T VELD

Vleessteeg 1 3882 SG Putten

ONZE PROJECTEN: Kabeltracé Amerongen: Op de eilanden in de omgeving van Driel, Amerongen en Hagenstein wordt bij de sluizen een compleet nieuw kabeltracé aangelegd. Als onderaannemer van Van Gelder Verkeerstechniek bv wordt het oude kabeltracé door nieuwe kabels vervangen. Een groot deel van de kabels in de gebouwen van de stuwen en sluizen wordt doorgevoerd door kabelgoten. Inmiddels zijn al vele kilometers werk van het totale traject van 100 km uitgevoerd. Dynniq Woudenberg aanleggen van 2 bundels 3x1x240 van 3000 meter vanaf een landbouwondernemer naar een ruimte van Stedin. Hier zijn alle werkzaamheden in eigen beheer uitgevoerd exclusief de montage. Een middenspanningsproject van Quint & Van Ginkel. Hier zijn 4 bundels 3x1x630 aangelegd door een bouwrijpterrein en midden door het centrum van Gouda. Omdat de trek veel bochten en boringen had hebben we hier gebruik gemaakt van onze eigen kabeltransporteurs.

se haspelkarren en -bokken tot 150KV. Van´t veld heeft zich met name gericht op het aanleggen van kabelroutes van 1 tot 150 KV. Zij beschikt over een sterk team van medewerkers met hart voor de zaak. Met de wensen van de klant wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. De werk­ zaamheden kunnen overdag en ‘s nacht worden uitgevoerd. Ook als we samenwerken met ande­ re partners hebben we als mot­ to: Flexibel inzetbaar met kwali­ teit als doel,” vertelt Teunis van ‘t Veld.

T. 033 - 245 4821

E. info@gvtveld.nl I. www.gvtveld.nl


62 B+U 4 2019

Van Hameren verhuurt, monteert en transporteert pontons voor werkzaam­ heden op het water en leveren daarnaast ook pontons voor evenementen, met eventueel een veilig hekwerk. Ook verhuren wij noodbruggen voor voetgan­ gers tot zwaar vrachtverkeer. KOPPELPONTONS - BIG/UNI FLOTES - WERKVLOTTEN - BAGGERBAKKEN - NOODBRUGGEN

Hertog van beijerenstraat 2a - Ter Aar

Tel 0172 604 073 - www.huurpontons.nl

13981b

VERBORGEN SCHATTEN

14040

14029


M. LUIK RIOOLSERVICE ALPHEN BV B+U 4 2019 63

Sterk in rioolwerk M. Luik Rioolservice Alphen BV staat voor oplossingsgericht denken bij rioolproblemen. In de regio staat het bedrijf bekend als ‘Onbetwist, de Alphense rioolspecialist’.

R

ioolproblemen zorgen vaak voor veel overlast. “Onze corebusi­ ness zijn rioolwerkzaamheden. Een riool of afvoer dat verstopt is moet zo snel mogelijk worden ontstopt. Als een VvE, hotel of woningbouwcorporatie zich aansluit bij de ons lokale ontstoppings­ collectief zijn klanten altijd verzekerd van een snelle en voordelige oplossing. Inmiddels zijn via het collectief circa 6000 woningen ver­ zekerd van onze service. Naast het oplossen van problemen advise­ ren wij ook over preventief onderhoud aan het rioolstelsel”, vertelt Martin Luik.

BEDRIJFSINFORMATIE

Martin Luik is al sinds 2007 actief in het rioleringswerk. In 2013 is na een fusie het bedrijf verdergegaan onder de naam Riooltechniek Alp­ hen. Sinds 2016 is in goed overleg tussen de partners besloten dat Martin Luik de bedrijfsvoering, inclusief het klantenbestand, over­ neemt en het bedrijf voortzet onder zijn eigen naam: M. Luik Riool­ service Alphen BV. Voor de klanten is er niets veranderd, zij kunnen nog steeds vertrouwen op dezelfde kwaliteit. De opdrachten worden uitgevoerd door zeven vaste medewerkers, om de uitvoeringskwali­ teit te borgen.

ONZE PROJECTEN: MVGM VvE Management: Preventief vervangen van gietijzeren leidingen in vier appartementencomplexen, 250 woningen. Loodgietersbedrijf Barendse te Leiden: Op diverse bestaande locaties, restaurants, renovatiewerkzaamheden uitgevoerd.

DIENSTENPAKKET

Naast het ontstoppen van rioolstelsels is M. Luik Rioolservice Alphen BV ook gespecialiseerd in herstelwerkzaamheden. “Als het rioolstel­ sel aan vervanging toe is kunnen wij het oude rioolsysteem vervan­ gen en wordt het oude systeem afgevoerd. Bij reparatiewerkzaam­ heden doen wij er alles aan om de overlast zo veel mogelijk te beper­ ken. In de regio maken gemeenten, VvE’s en woningbouwcorporaties gebruik van ons aanbod. Als het gaat om preventieve werkzaamheden kunt u bij ons terecht voor rioolreiniging en rioolinspecties. Het reinigen van het rioolsys­ teem wordt uitgevoerd door waterkracht- en verenmachines zodat het rioolsysteem niet wordt beschadigd. Voor rioolinspecties maken we gebruik van een rookmachine en camera apparatuur om eventu­ ele lekkages op te sporen. Als allround rioolservicebedrijf hebben we ons ook gericht op kruipruimte-inspecties. De meeste werkzaamhe­ den in dit vakgebied bestaan uit het schoonmaken van deze ruimte en het voorkomen van verzakkingen van de bestrating in en rond de kruipruimte”, gaat Martin Luik verder.

M. LUIK RIOOLSERVICE ALPHEN BV

Albert Einsteinweg 23B 2408 AP Alphen aan den Rijn

T. 0172 - 748 117

E. info@rioolservicealphen.nl I. www.rioolservicealphen.nl


64 B+U 4 2019 TIMBERLAB

Buitenverlichting in een natuurlijk jasje Verlichting in buiten- en natuurgebieden moeten aan andere eisen voldoen dan in bewoond gebied. TimberLab gaat de uitdaging aan om houten buitenverlichting te ontwikkelen die aansluit bij uw specifieke wensen. Buitenverlichting in houten masten en geplaatst op bijzondere locaties? Het is allemaal mogelijk. De specials van TimberLab gaan op in hun natuurlijke omgeving.

SPECIALS UITGELICHT

D

e bollard verlichtingsarmaturen zijn zeer geschikt voor plaat­ sing langs wandelpaden maar kunnen ook worden verwerkt langs houten brugleuningen. De slanke houten armaturen kun­ nen worden vervaardigd van diverse houtsoorten zodat deze aanslui­ ten bij hun natuurlijke omgeving. De verlichting wordt naar beneden gericht ontworpen waardoor een minimale lichtvervuiling ontstaat. De Accoya design serie bestaat uit houten masten opgebouwd uit verschillende lagen hoogwaardig Accoya hout. Het is een van de duurzaamste Nederlandse houtsoorten. De houten lagen worden in de fabriek duurzaam verlijmd en zullen na verloop tijd verder vergrij­ zen. In principe zijn alle armaturen eenvoudig te installeren en zijn zeer energiezuinig.

MISSIE EN VISIE

“Wij werken aan een leefomgeving waar duurzaamheid, veiligheid en beleving centraal staan. In onze ontwerpen proberen we het idee of ontwerp van de klant om te zetten naar een milieubewuste en maatschappelijk verantwoorde oplossing. Innovatie en technologie worden omgezet in design en functionaliteit. Dat komt tot uitdruk­

TIMBERLAB

Harskamperweg 32 6731 AB Otterlo

king in onze standaard-lichtop­ lossingen, maar komt nog beter tot zijn recht in onze maatwerk lichtarmaturen. Onze producten worden vervaardigd met respect voor de natuur en zijn kenmer­ kend door de professionele uit­ straling, creativiteit en innovatie. Daarnaast werken wij graag samen met vaste ketenpartners zoals landschapsarchitecten, adviesbureaus en hoveniers”, vertelt Gerben van Dorland.

KLANTEN OVER DE PRODUCTEN VAN TIMBERLAB: Bij de bouw van WILDLANDS Adventure Zoo Emmen draait veel om ‘beleving’. Zo had WILDLANDS uitgesproken ideeën over de verlichting langs het pad; het moest op oude stormlantaarns lijken, flikkerend alsof de wind erlangs waait. Camping de Weije Werelt: “Onze aannemer kwam voor het eerst met de producten van TimberLab bij ons. Hij vond deze goed passen bij de Wije Werelt en dat heeft hij goed gezien! We zijn begonnen met de houten lantaarnpalen langs de toegangsweg.” Imminkhoeve: “De verlichting staat hier ruim drie jaar op de hoeve en bevalt goed. Het hout verweert wat, het is natuurlijk een natuurproduct, dus dat past heel mooi. Overdag vallen de palen niet op. Ze staan er wel maar je hebt niet het idee dat er wat staat. Ze horen er gewoon bij. ’s Nachts zijn het ­echte eyecatchers”

T. 0318 - 843 617

E. info@timberlab.nl I. www.timberlab.nl


C.S. INFRA BV B+U 4 2019 65

Lassen, infra en transport Deze drie kernwoorden vormen kort samengevat de activiteiten van CSbv. Onder de vlag van de overkoepelende organisatie voeren CSLastech, CSInfra en CSTransport de werkzaamheden uit.

C

Sbv is een veelzijdig bedrijf dat in 1987 is opgericht door Carlo Schrier. Schrier heeft veel ervaring opgedaan als lasser/monteur van vracht­ wagens en grondverzetmachi­ nes. Als startend ondernemer heeft hij zich in de beginfase vooral gericht op laswerkzaam­ heden in de tuinbouw. In korte tijd heeft hij de werkzaamhe­ den uitgebreid met de installatie van technische installaties en de ondergrondse en bovengrond­ se infrastructuur. Als laatste is daar het transport bijgekomen omdat dit bedrijfsonderdeel goed aansloot bij de al bestaan­ de bedrijfstakken.

ONZE PROJECTEN: VieCurie Medisch Centrum Venlo; plaatsing van drie nieuwe ketels, aanleg van een transportleidingnetwerk door het gehele medisch centrum, aanleg complete WKOinstallatie en drie warmtepompen. TU Delft, faculteit T&W; aanleg complete cv-installatie met als doelstelling de geluidsnorm van 5 dB niet te overschrijden. Er wordt gestreefd naar een geluidsniveau van 0 dB met een maximale temperatuuroverschrijding van 0,1 graad. Science park Amsterdam; aanleg WKO-netwerk. Natures Heat, Kwintsheul; aanleg warmtenetwerk. Via een geothermieproject wordt op 2.400 meter diepte grondwater opgehaald. Via een in eigen beheer ontwikkelde techniek is de complexe infrastructuur aangelegd.

SPECIALISMEN

CSbv is een bedrijf met een plat­ te organisatiestructuur waar­ door de lijnen kort zijn en er heel direct geschakeld kan wor­ den. Opdrachten worden veelal op projectbasis verricht. Door de drie specialismen te koppelen kan bijna elke opdracht aangenomen worden. CSbv heeft als bedrijf al enkele toonaangevende projecten opgeleverd. CSLastech neemt opdrachten aan als hoofd- en onder­

aannemer De werkzaamheden worden altijd uitgevoerd door gecer­ tifieerde lassers die ook inzetbaar zijn als lascoördinator. De infratak biedt totaaloplossingen voor alle civieltechnische en installatiewerk­ zaamheden. CSInfra houdt zich voornamelijk bezig met het ontwer­ pen, aannemen, monteren en onderhouden van de boven- en onder­ grondse infrastructuur. Voor het vervoer van materieel beschikt CSbv over meerdere trans­ portmiddelen. Voor het uitvoeren van grote projecten beschikt CSbv over zwaar materieel. Dit wordt gebruikt voor de eigen logistieke planning maar is op verhuurbasis ook beschikbaar voor derden. Een uitgebreide productspecificatie staat op de website: www.csbv.nl

C.S. INFRA BV

Blokweg 6 2641 PT Pijnacker

T. 015 - 310 9316

E. info@csbv.nl I. www.csbv.nl



VERSTERKING AFSLUITDIJK GESTART

De Afsluitdijk wordt versterkt en ongeveer 2 m hoger. Hiervoor wordt de Afsluitdijk be­ kleed met 75.000 nieuw ontworpen duur­ zame betonblokken. Door de bijzondere vorm van de blokken is minder beton nodig dan eerder gebruikt materiaal. Dat zorgt voor 56% minder CO2-uitstoot. De beton­ blokken worden over het oude ­basalt heen gelegd, waar de dijk bijna 90 jaar geleden mee werd gebouwd.

Duurzaam

De spuicomplexen bij Den Oever worden uitgebreid met extra spuisluizen en twee grote gemalen. Zo kan er meer water wor­ den afgevoerd naar de Waddenzee dat via de IJssel het IJsselmeer in stroomt. De gemalen zijn energiezuinig. De ener­ gie die nodig is, wordt opgewekt met 2,7 ha zonnepanelen bij Den Oever. Het spui­

complex bij Kornwerderzand krijgt een stormvloedkering, die de sluizen straks be­ schermt tegen onstuimig weer. Om de verbinding tussen de Waddenzee en het IJsselmeer te herstellen voor trekvissen, wordt door regionaal samenwerkingsver­ band De Nieuwe Afsluitdijk een vismigra­ tierivier aangelegd.

Werkzaamheden

Oponthoud op de weg wordt zoveel mo­ gelijk beperkt, omdat veel werkzaamhe­ den vanaf het water worden uitgevoerd. Op het moment dat er minder rijstroken beschikbaar zijn, kan dat leiden tot lange­ re reistijden.

Fietsen en varen

Voor de veiligheid is het fietspad de ko­ mende drie jaar van de werkzaamheden

afgesloten. Als alternatief kunnen fietsers en wandelaars gebruik maken van gratis bussen. Over de afsluiting van het fiets­ pad wordt samen met de belangenvereni­ gingen zoals de Fietsersbond gekeken naar mogelijkheden om deze incidenteel open te stellen. Ook het scheepvaartverkeer zal hinder ondervinden, omdat de sluizen in bepaalde periodes om en om gesloten zijn.

Klaar?

Het werk wordt uitgevoerd door bouwcom­ binatie Levvel (BAM, Van Oord, Rebel) en is eind 2022 klaar. Na de afronding van de werkzaamheden blijft Levvel BV nog voor 25 jaar verantwoordelijk voor het onder­ houd.


68 B+U 4 2019 MMBS GROEP

De ontwikkeling van MMBS: geveloptimalisatie in al zijn facetten MMBS Groep BV heeft oog voor detail als het gaat om gevelafwerking. Het bedrijf is 30 jaar geleden gestart met het onderhoud van gevels en is heden ten dage een snelgroeiend bouwbedrijf met circa 50 vaste medewerkers en nog eens 30 op tijdelijke basis. MMBS bestaat uit vier afdelingen waarmee het zich inmiddels richt zich op de gehele optimalisering van de buitenschil: Gevelrenovatie & -restauratie, Metselwerken, Monumentale restauratie en Schilderwerken. Dit zijn vakgebieden die in elkaar overlopen en gebruik van elkaar kunnen maken.

ONDERHOUD, RENOVATIE EN RESTAURATIE

Onze missie is: waardebehoud van een pand. De conditie van een gevel is een belangrijke factor in de algehele conditie van een pand. Gevelonderhoud is daarom een noodzakelijke investering voor een veilig en duurzaam gebouw. MMBS onderzoekt uw bezit en komt met een plan afgestemd op uw budget en exploitatiewensen.

de zakelijke markt hebben wij inmiddels voor vele mooie, toonaan足 gevende nieuwbouwprojecten het metselwerk mogen realiseren. Hedendaagse architecten hebben het metselen echt weer heront足 dekt. Er onstaat een ontwerp op de tekentafel en samen met het vakmanschap van MMBS wordt dat vertaald naar een vorm die tech足 nisch verantwoord is.

METSELWERKEN: DUURZAME SCHOONHEID

VAKMANSCHAP

In de loop van de jaren is de corebusiness uitgebreid van renovatie naar nieuwbouw. Tijdens de afgelopen crisisperiode heeft MMBS een aantal goede vakmensen aangetrokken die van traditioneel tot modern en het meer complexe metselwerk kunnen uitvoeren. Voor

MMBS heeft ervoor gekozen de oude technieken te koesteren en daarom is er, ondanks de crisis, geen specialistische kennis en vak足 manschap verloren gegaan. Een goed voorbeeld daarvan is de afdeling Monumentale restauratie waar onze veel gevraagde


MMBS GROEP B+U 4 2019 69

foto’s links: metselwerk town garden, leidsche rijn, utrecht. fotos’s geheel rechts: architect en opdrachtgever bij mmbs in de meern te gast ter beoordeling van de metselproeven voor het nieuwbouwproject ‘de groene kaap’.

EEN SELECTIE UIT ONZE LAATSTE PROJECTEN: 2019 - De Groene Kaap, Rotterdam: Metselwerken. 2019 - Ontzouten toren Zuiderkerk, Amsterdam: Monumentale restauratie. 2019 - Landgoed Beukenstein, Driebergen: Metselwerken. 2018-19 -Town Garden, Leidsche Rijn, Utrecht: Metselwerken. 2018 - AWV-blokken, Amsterdam: Gevelrenovatie en -restauratie. 2015 - heden: Landgoed de Horst, Driebergen: schilderwerken. t/m 2018 - De Waag in Amsterdam: Monumentale restauratie.

meester-restaurateur Rene Kelders de spil van is. Naast spannende technisch cutting-edge projecten als het ontzouten van de Zuider­ kerktoren in Amsterdam, is de afdeling Monumentale restauratie ook vaak betrokken in gevelrenovatie- of schilderprojecten. “Ondanks de enorme groei die het bedrijf heeft doorgemaakt staat naast vakmanschap, respect voor elkaar hoog op de agenda. Met eni­ ge regelmaat houden we een teambuildingssessie om de onderlinge verbondenheid te vergroten”, aldus Mohammed Machouahi, CEO van MMBS. “En ondanks dat we inmiddels op zo’n 80 medewerkers zitten, heb­ ben we nog steeds behoefte aan nieuwe vakmensen of leerlingen. Men kan bij ons een leerwerktrajact volgen om metselaar te wor­ den.” Voor meer info, zie mmbs-bouw.com/vacatures.

OPDRACHTGEVERS Bekijk onze projecten op: mmbs-bouw.com/projecten

MMBS GROEP

Strijkviertel 60 3454 PP De Meern

We werken soms zelfstandig en soms als specialist in een groter pro­ ject. In het laatste geval werken we veel samen met hoofdaanne­ mers als Hemubo, Hillen&Roossen en Bam.

T. 030 - 686 54 47

E. info@mmbs-bouw.com I. mmbs-bouw.com


70 B+U 4 2019 SLIBBANK NEDERLAND BV

Uw ‘zoekmachine’ voor grond en baggerspecie Slibbank Nederland is een jong bedrijf met veel kennis en kunde over de verwerking van grond en bagger. Als onafhankelijk adviseur begeleiden zij trajecten vanaf onderzoek tot en met herbestemming, zodat de klant niet voor verrassingen komt te staan. In de onderzoeksfase wordt reeds gekeken wat de verwerkingsmogelijkheden zijn van de vrijkomende grond.

AANBOD EN AFNAME

Slibbank Nederland werkt op projectmatige basis aan opdrachten. Als de grond- of baggerkwaliteit eenmaal is vastgesteld wordt geke­ ken welke herbestemming er mogelijk is. Slibbank Nederland is sterk in het verschaffen van regionale oplossingen en heeft de juiste ken­ nis in huis om bedrijven en overheden te ondersteunen en adviseren over deze specialistische bedrijfstak. Als wordt besloten de grond op te slaan kan de opdrachtgever gebruikmaken van onze mogelijkheden en zorgt Slibbank Neder­ land voor de administratieve afhandeling. Omdat wij het hele project begeleiden heeft de klant altijd een vast aanspreekpunt.

PLANNING EN VERVOER

Als de grond of baggerspecie vervoerd moet worden kan daarvoor het brede netwerk van Slibbank Nederland worden ingezet. De vaste­ partners hebben veel ervaring met logistieke vervoersopdrachten over land en water. Naast de eigen mogelijkheden, beschikken veel van onze partners over op- en overslagcapaciteit. Het bedrijf heeft met deze samenwerkingspartners goede afspraken gemaakt zodat deze capaciteit ook beschikbaar is voor klanten van Slibbank Neder­ land.

PROJECTBEGELEIDING

Hebt u als organisatie niet voldoende kennis in huis voor verwer­ king van grond- of baggerstromen, dan nemen wij deze taak van u over. “Wij worden vaak benaderd door bedrijven die advies en onder­ steuning nodig hebben voor de verwerking van grond en baggerspe­ cie. Een van onze opdrachtgevers was betrokken bij de werkzaamhe­ den met PFOS-houdende grond aan het Zeeburgereiland in Amster­ dam. Voor de grond was geen goede afzetmogelijkheid beschikbaar. In samenwerking met een partner is via nieuwe toepassingsmoge­ lijkheden in het lokale beleid van de gemeente toch een oplossing gevonden. Het is onze ambitie om als Slibbank Nederland dé coör­ dinator te worden voor grote infraprojecten waar diverse grondstro­ men van verschillende aard en kwaliteit bij vrijkomen, zelfs als EVOArichtlijnen van toepassing zijn”, vertelt Bjorn Vissers.

WIE ZIJN WIJ

Slibbank Nederland is ontstaan omdat de markt behoefte heeft aan kennis en kunde op het gebied van grond en baggerspecie. Het bedrijf wil zich profileren als ‘de zoekmachine’ voor vragen over grond en aanverwante zaken. Het bedrijf is opgezet door Mike ­Peelen. Door het aangaan en onderhouden van goede partnerships is Slibbank Nederland een sterk groeiende organisatie. Het bedrijf heeft behoefte aan jonge mensen die het vak willen leren. Ambitie en inzet zijn daarbij belangrijke factoren. Nieuwe medewerkers wor­ den intern opgeleid.

SLIBBANK NEDERLAND BV

Boteyken 335 3554 PD De Meern

info@slibbanknederland.nl www.slibbanknederland.nl


B+U 4 2019 71

Bouwbedrijf Biesheuvel en de Bruin WONING- EN UTILITEITSBOUW

Griendaak 10a, 3371 KH Hardinxveld-Giessendam 0184 - 610 671 info@biesheuvelendebruin.nl www.biesheuvelendebruin.nl

13875

Verkeersregelinstallaties (VRI) Openbare Verlichting Onderhoud 24/7 Storingsdienst

Ak Solution beschikt over een storingsorganisatie met een uitgebreid wagenpark dat 7 dagen per week en 24 uur per dag klaar staat om service te verlenen. Met behulp van een uitgebreid wagenpark worden de werkzaamheden vanaf drie locaties door heel Nederland uitgevoerd.

www.aksolution.nl

AK Solution T. 026 - 303 38 26 E. info@aksolution.nl 13896

13883


72 B+U 4 2019 ARH ASFALT REPAIR HOLLAND

Groot in kleine asfaltreparaties Asfalt Repair Holland heeft zich gespecialiseerd in kleinschalig asfaltonderhoud en -reparatie veroorzaakt door slijtages of vorst. De opdrachten worden uitgevoerd voor lagere overheden of de grotere aannemers in de wegenbouw.

V

oor het repareren van het asfaltwegdek maakt Asfalt Repair Holland gebruik van een innovatieve Infrarood Asfalt Heater. De methode is uiterma­ te geschikt om kleine reparaties uit te voeren. Met behulp van de Infrarood Asfalt Heater wordt het asfalt op de juiste tempera­ tuur gebracht waarna ARH Fix® wordt toegevoegd om het gat te dichten. Voordeel van deze methode is dat er een goede versmelting wordt gemaakt tus­ sen het oude en nieuwe asfalt. De methode is inzetbaar voor kleine tot middelgrote repa­ raties en kan onder bijna alle weersomstandigheden worden gebruikt.

NIEUWE ONTWIKKELINGEN

Asfalt Repair Holland is een innovatief bedrijf dat altijd de laatste ontwikkelingen volgt. Daar is ARH Fix® een voorbeeld van, ARH Fix® is een product dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor reparaties op racecircuits. Het product bestaat uit droge granulaatkorrels die wor­ den vermengd met een speciaal bitumen. ARH Fix® dient door ver­ hitting geactiveerd te worden. Na verhitting ontstaat een vloeibaar, warm en waterdicht asfaltmengsel. Na afkoeling is ARH Fix® hard en in zijn definitieve vorm, zodat dringende spoedreparaties snel en vakkundig kunnen worden uitgevoerd. ARH Fix® is te gebruiken bij alle belastingcategorieën inclusief voertuigen met puntbelasting.

Nederland uitvoert. De platte organisatiestructuur zorgt voor een goede bereikbaarheid en een persoonlijke benadering. Door de inzet van de juiste tools en hoogstaande producten staan wij garant voor een adequate reparatie van asfaltschade. Bij inspecties kunnen wij oppervlakteschades in vroeg stadium registreren en repareren. Wij werken met een klein team waardoor er zeer kostenefficiënt wordt gewerkt. Bij reparatiewerkzaamheden verzorgen wij de afzetting van de werklocatie door middel van bebording en waarschuwingspy­ lonen. Indien nodig verkeersregelaars ingezet via Buko Infrasupport.

PROJECTEN

Opdrachten worden uitgevoerd voor diverse gemeenten en de grote­ re aannemers in de wegenbouw.

Binnenkort wordt een nieu­ we scheuren-vuller uit Cana­ da geïmporteerd. Deze speci­ aal ontwikkelde scheuren-vuller werkt snel en efficiënt. Hij zorgt dat de kwaliteit van de las echt ongeëvenaard wordt, de pre­ cisielassen zijn netjes en sterk. Met dit apparaat kan er nog efficiënter en milieubewuster worden gewerkt.

WIE ZIJN WIJ

Asfalt Repair Holland is een modern asfaltreparatiebedrijf dat werkzaamheden in heel

ARH ASFALT REPAIR HOLLAND

Melisstokelaan 71 1948 DA Beverwijk

T. 0251 - 820 530

E. info@asfaltrepairholland.nl I. www. asfaltrepairholland.nl


B+U 4 2019 73

Kunstwacht onderhoudt Kunst in uw gemeente

Voor al uw civiele vraagstukken de juiste oplossing

KUNSTWACHT Oude Delft 224 2611 HJ Delft

T 015 214 52 95 www.kunstwacht.nl info@kunstwacht.nl 13995

Snel en eenvoudig een indicatieve warmte afgifte en koel opname bepalen?

HDB Civiel

Alles om ons heen is civiele techniek. Van bruggen, dijken en sluizen, tot riolering, straten en wegen. Bijna als vanzelfsprekend fietsen, wandelen of rijden we hier overheen. HDB Civiel helpt u iedere dag weer veilig en snel op weg. Wij bieden de oplossing voor al uw civiele vraagstukken. Zodat u veilig op pad kunt!

Diensten

Grond-, weg- en waterbouw Betonbouw Bouwkundige werken Sloopwerken Milieukundige werken Contractvormen Engineering & Ontwerp Verhuur materieel Transport van materialen Bulkseweg 24 5331Pk Kerkdriel 0418 - 63 37 32 info@hdbgroep.nl

Meer informatie:

www.provarmo.nl

14022

www.hdbgroep.nl 14004


74 B+U 4 2019 VAN HAMEREN VERHUUR EN HOUTHANDEL

Veilig werken vanaf het water Nederland waterland is een bekende uitdrukking. Maar hoe zit het met veilig werken aan bruggen, kunstwerken en oevers vanaf het water.

W

erk je vanaf een vaartuig of vanaf een ponton? Een vaar­ tuig kan niet elke watergang bereiken. Een ponton kan wel overal worden geplaatst. Van Hameren Verhuur is de speci­ alist in verhuur van pontons. Koppelpontons zijn goed plaatsbaar en multifunctioneel. Voor werkzaamheden vanaf het water kunnen ze worden gebruikt als werkeiland. Big flotes zijn zeer geschikt voor het zwaardere werk vanaf het water. De pontons kunnen op verschillen­ de manieren worden gestabiliseerd en verankerd zodat er een stevige ondergrond ontstaat van waaruit de werkzaamheden kunnen wor­ den uitgevoerd. Uniflote en bigflote pontons zijn voor de zwaardere werkzaamhe­ den op het water. Door de hoogte en strekte van de pontons, hebben deze grote pontons meer draagvermogen. Zo worden deze gebruikt voor bagger- en heiwerkzaamheden op het water. De bigflote pon­ tons kunnen onder andere worden ingezet als tijdelijke brug, omdat deze bigflote pontons een mooi vlak dek hebben.

OEVERVERBINDINGEN

Pontons zijn ook ideaal als oeververbinding bij werkzaamheden aan bestaande bruggen. De bestaande oeververbinding is tijdelijk buiten gebruik maar om het verkeer, in de meeste gevallen fietsers en voet­ gangers, zoveel mogelijk te ontlasten wordt een pontonbrug aange­ legd. Ook bij grote evenementen waarbij grote aantallen bezoekers een terrein moeten kunnen betreden, wordt vaak gebruik gemaakt

tijdelijke toegangsroutes via een loopbrug. De noodbruggen worden geleverd inclusief een stevige en veilige reling. Door het grote draag­ vermogen is ook mogelijk tribunes en podiums op een ponton te bouwen.

LOGISTIEK

Van Hameren Verhuur heeft diverse soorten pontons in de verhuur. Om een project op tijd te kunnen realiseren is een strakke planning noodzakelijk. Alle pontonelementen worden met eigen vrachtwa­ gens naar de plaats van bestemming vervoerd. Meerdere vracht­ wagens zijn uitgerust met een autolaadkraan om de pontons in het water te plaatsen. Nadat de pontons naar de gewenste locatie zijn vervoerd worden de pontons vakkundig gemonteerd. Naast pon­ tonvervoer kan ook ander zwaar transport worden geregeld via Van Hameren Verhuur. De houthandel richt zich op bedrijven, overheid en particulie­ ren. Duurzaamheid is het sleutelwoord en daar wordt op meerde­ re manieren op ingezet. Het assortiment houtproducten bestaat uit nieuw en gebruikt hout. Het gebruikte hout wordt spijkervrij gemaakt waarna het op maat wordt gezaagd en wordt voorbehan­ deld voor verder gebruik. “Wij zijn altijd op zoek naar partijen hout die in aanmerking komen voor hergebruik. Dat geldt ook voor FSC hout. We beschikken over


VAN HAMEREN VERHUUR EN HOUTHANDEL B+U 4 2019 75

PROJECTEN VERHUUR: In Werkendam zijn voor herstelwerkzaamheden aan kademuren op de Rijn diverse pontons geleverd en geplaatst. Voor een uitvoercombinatie zijn continu meerdere pontons in gebruik voor remmingwerken. Voor de verbreding van de A44 zijn verscheidene pontons geleverd voor het boren van palen ten behoeve van kunstwerken.

PROJECTEN HOUTHANDEL: Het leveren van oud en vergrijst hout dat aansluit bij het thema van een belevingspark. Bij het leveren van sportvloeren kan hout worden hergebruikt.

ruime houtvoorraad, van piketpaal tot meerpaal. Als het gaat om her­ gebruik van meerpalen dan zijn we een van de grotere spelers in de markt. Onlangs hebben we voor de gemeente Antwerpen de meerpa­ len voorzien van teksten. Hiervoor hebben we circa 10.000 letters in de palen gefreesd. We zamelen niet alleen tuinhout in, maar we herge­ bruiken ook oude sportvloeren of kerkbanken. De sportvloeren hergebruiken we veelal in sportscholen en van de kerkbanken maken we meubilair voor bedrijven en particu­ lieren. Ook bij hergebruik moet een vloer of meubel er spik en span uitzien. Het duurzaamheidsaspect staat bij ons hoog in het vaandel”, vertelt Rob van Hameren.

‘Twee bedrijven die elkaar aanvullen. Dat is de visie van Van Hameren ­Verhuur en Houthandel.’

BEDRIJFSCULTUUR

Van Hameren is een echt familiebedrijf. Vier broers zijn samen ver­ antwoordelijk voor het bedrijf, maar de ouders werken nog volop

VAN HAMEREN VERHUUR EN HOUTHANDEL

Hertog van Beyerenstraat 2A 2461 EM Ter Aar

mee in het bedrijf. In de afgelopen jaren is veel ervaring opgedaan met de verhuur van pontons en de houthandel. Samen met vijftien medewerkers wordt aan het succes van het bedrijf gewerkt. Momen­ teel beschikt Van Hameren Verhuur over 1600 pontoneenheden in meerdere afmetingen. De verhuuractiviteiten vinden voor 80% in Nederland plaats. Het vervoer, de logistiek en de stabiliteitsbereke­ ningen worden allemaal in eigen beheer uitgevoerd.

T. 0172 - 604 073

E. info@huurpontons.nl I. www.huurpontons.nl


76 B+U 4 2019

Meer dan 30 jaar de beste oplossing voor bodemsanering. Duurzaam, circulair en zonder overlast. www.gtbv.nl 14046

Uw kennispartner en adviseur met betrekking tot bomen en hun omgeving.

Boomadvies Nederland is een kennis,- en adviesbureau met jarenlange ervaring op het gebied van bomen (stedelijk groen) enerzijds en infrastructuur (grijs) anderzijds. Onze medewerkers zijn veelzijdig en proactief. Onze directievoerders zijn teamspeler tot arbiter, van troubleshooter tot technicus en van bemiddelaar tot onderhandelaar. Onze toezichthouders hebben zowel een civiele als groene achtergrond, zij stemmen alle belangen en uitdagingen die bomen en hun omgeving met zich meebrengen op elkaar af.

Onze boomtechnisch adviseurs werken met ruime expertise en innovatieve apparatuur aan duurzame en praktische oplossingen. Zij zijn gecertificeerd boomveiligheidscontroleur, Data Inspecteur Bomen, European Tree Worker en/of European Tree Technician en voeren uiteenlopende onderzoeken uit. En ‘last but not least’, onze boomtaxateurs, aangesloten bij de NVTB, brengen op professionele en onafhankelijke wijze schades (waardebepalingen) aan bomen in beeld.

Meer informatie? 073 850 53 02 | info@boomadviesnederland.nl | www.boomadviesnederland.nl 14032

14031


GEBR. JANSEN BV B+U 4 2019 77

Een brede blik op de wereld met behoudt van de eigen identiteit Dat is een van de uitgangspunten waar Gebr. Jansen BV voor staat. Als verhuurder van machines en machinisten voor de infrastructurele sector is belangrijk te weten wat de klant wil.

H

ebt u een groot project in de asfaltverwerking en beschikt u ­tijdelijk niet over voldoende materieel en vakmensen om het werk uit te voeren dan is Gebr. Jansen de juiste partij om u te ondersteunen. In 2009 hebben de drie broers Jansen besloten een eigen onderneming op te zetten. In enkele jaren tijd hebben zij de onderneming weten uit te bouwen tot een serieuze speler binnen de asfaltsector. Zij beschikken over alle elementen om uw project te ondersteunen en succesvol af te ronden.

DIENSTEN

Naast de verhuur van materiaal is het ook mogelijk via ons bedrijf personeel in te huren. Het kan voor bedrijven voordelig zijn om per­ soneel in te huren voor speciale projecten. Om de kwaliteit te borgen verhuren wij uitsluitend gecertificeerde medewerkers met een hboof mbo-beroepsopleiding”, aldus de broers Jansen.

AANTAL PROJECTEN WAARBIJ ASSISTENTIE IS VERLEEND DOOR GEBR. JANSEN BV:

Gebr. Jansen is gespecialiseerd in het assisteren bij asfaltprojecten. De verschillende soorten walsen en ander materieel staan uitgebreid beschreven op de website. Voor elk project hebben we een oplossing. Het wagenpark kan met en zonder machinisten worden verhuurd. “Als verhuurbedrijf ben je een verlenging van een bedrijf in de infra­ structurele sector. Het is belang­ rijk om snel en adequaat op de markt in te spelen. Wij reageren op de vraag van de klant door de inzet van deskundig perso­ neel en gespecialiseerde machi­ nes zoals asfaltwalsen, ShuttleBuggy’s, asfaltrezen en diverse soorten sproeimachines. Als ver­ huurbedrijf is belangrijk met de klant mee te denken zodat de klant de juiste keuze kan maken.

GEBR. JANSEN BV

Vaartweg 22 5106 ND Dongen

Freesasfalt oprapen A59 15 meter asfalteren op A4 GVO Zuid-Holland Asfalteringswerkzaamheden bij Tiel op de A15 IGO OOST Dubbellaags asfaltverwerking Tacitusbrug A50 Asfalteringswerkzaamheden VOC Limburg

T. 0162 - 312 611

E. info@gebroedersjansen.eu I. www.gebroedersjansen.eu


78 B+U 4 2019

Oplossingen in RVS staalkabels en staalkabelnetten

Hans Jansen Staalkabels / Alphen aan den Rijn - Officieel partner van Jakob Rope Systems - www.staalkabelnetten.nl 14012b

CSLASTECH De specialist in lastechnieken

CSlastechniek levert zowel in aanneming als in onderaanneming gecertificeerde lassers die voor u het totaalplaatje kunnen verzorgen.

CSINFRA De specialist in leidingsystemen CSinfra is voor u de specialist in het (doen) ontwerpen, aannemen, aanleggen, monteren, fabriceren en onderhouden van ondergrondse en bovengrondse leidingsystemen.

CSTRANSPORT

De specialist in transport en logistieke oplossingen CStransport is op het gebied van transport over de weg een ervaren partner. Door onze jarenlange ervaring en oplossingsgerichte denkwijze zijn wij een uitstekende partner.

SPECIALIST IN ECOLOGISCH ONDERZOEK, BEGELEIDING & MITIGATIE

VCA* gecertificeerd Eigen werkplaats voor Mitigerende maatregelen Snel en Flexibel

CSBV

06 - 121 018 18 | info@kfnp.nl | www.kfnp.nl 14037

T 015 - 310 93 16 T 06 - 106 782 55 info@csbv.nl www.csbv.nl 14036

N.A.G. B.V. Loodsweg 19 • 1525 RH Westknollendam • Telefoon +31 (0)75 68 77 034 • www.nag.nl 14005


GROUNDWATER TECHNOLOGY B+U 4 2019 79

In een milieubewuste samenleving is bodemvervuiling geen optie Bodemsanering in Nederland startte met het gifschandaal ‘Lekkerkerk’ in 1980. Nu, bijna 40 jaar later, is het beleid zover geëvolueerd dat alleen nog gesaneerd wordt als de vervuiling een nieuwe ontwikkeling ‘in de weg zit’. De economie is inmiddels flink aangetrokken, de vraag naar woningen stijgt snel en de markt heeft grote moeite aan de vraag te voldoen. Minister Ollongren heeft onlangs een fonds in het leven geroepen om de (financiering van) de ontwikkeling van verontreinigde bedrijfsterreinen voor woningbouw te stimuleren.

G

roundwater Technology is een van de ontwikkelaars van bodemsaneringstech­ nieken zonder te graven en is in 1979 gestart, waarna al snel de eerste in-situ saneringen wer­ den uitgevoerd.

van de nabij gelegen voorma­ lige drukkerij Koninklijke Joh. Enschedé. Deze bevindt zich nu op een diepte van ongeveer 13 meter en blijft naleveren, waardoor een grote en groei­ ende grondwatervlek is ont­ staan. Vanwege de combinatie van techniek en aanpak, heeft de gemeente Haarlem gekozen voor Groundwater Technology. Vooral het vermijden van hin­ der voor de bewoners en gebrui­ kers van de panden in dit gebied (onder andere de Rechtbank, de Schouwburg, het Teylers Muse­ um en een aantal monumentale woningen) woog zwaar voor de gemeente.

WAAR STAAN WIJ VOOR

Voor de aanpak van bodemver­ vuiling is geen standaardoplos­ sing voorhanden. Groundwater Technology onderzoekt, analy­ seert en komt met een oplos­ sing op maat. Vaak zonder te graven, waardoor het gebruik of de ontwikkeling van de locatie gewoon door kan gaan tijdens de sanering. Bij de keuze van de saneringstechnieken speelt duur­ zaamheid en circulariteit een rol. Alle voorkomende saneringsmoge­ lijkheden worden uitgebreid beschreven op de website. Een belang­ rijke voorwaarde voor ons succes is innovatie, zodat extreem vervuil­ de bodems gesaneerd kunnen worden zonder dat schadelijke stoffen achterblijven. Binnen onze organisatie is ‘nee-verkopen’ geen optie, zelfs niet als het gaat om pro­ jecten die onder meest ­moeilijke omstandigheden moeten wor­ den uitgevoerd. Onze opdracht­ gevers zijn projectontwikke­ laars, (semi-)overheden, advies­ bureaus en bedrijven uit de industrie.

Als methode is gekozen voor injectie middels sonderen, omdat deze techniek het minste overlast en het kleinste risico op schade aan de funderingen van de historische panden oplevert. De injectiefase van de sanering startte in het najaar van 2017 en is in het voorjaar van 2018 suc­ cesvol afgerond. De concentra­ tie van de verontreiniging is op sommige plaatsen al vijftig pro­ cent gedaald. De afbraak van de verontreiniging duurt nog drie tot vijf jaar. Tijdens de uitvoe­ ring is er volgens de gemeente geen overlast en nagenoeg geen schade opgetreden.

PROJECT UITGELICHT

In opdracht van de gemeente Haarlem moet de bodem onder Bakenessergracht in de oude binnenstad worden gesaneerd. De bodem onder en direct naast de gracht bevat een grote hoe­ veelheid chloorkoolwaterstof (tri), vermoedelijk afkomstig

GROUNDWATER TECHNOLOGY

Sheffieldstraat 13 3047 AN Rotterdam

T. 010 - 238 2850

E. info@gtbv.nl I. www.gtbv.nl


80 B+U 4 2019

COLOFON Bouw en Uitvoering (B+U) is informatiebron en vakblad, voor beslissers en toeleveranciers van en binnen de bouwsector en hoofden van dienst en medewerkers van rijk, provincie en gemeente, waterschappen, woningbouwverenigingen e.d., waarbij inbegrepen: directies publieke, openbare en gemeentewerken, openbare bedrijven, architectuur en stadsontwikkeling, bouw- en woningtoezicht, milieu, nuts­bedrijven, DVD, relevante publiek-private samenwerkingen, middel­baar en hoger technisch ­onderwijs, openbaar vervoers­bedrijven, aannemers utiliteit-, nieuwbouw, civiel, GWW en infra.

Uw partner voor: ■ Verticale infiltraties

AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:

■ IBA onderhoud ■ Helofytenfilters

Doeke Bosma, Hilbert Buhrs, Tilly van Dongen, Kees Groeneveld, Emile Koeman, Helga de Leeuw van Weenen, Jolanda Linschoten, Esther van Nijen, Annemieke Nijhuis, Daan Otto, Jørgen Postma, Betty Rombout, Erik Steegman, Carin Velt, Gerard Vos.

■ Afvalwaterbehandeling

HOOFDREDACTEUR

■ Mobiele en tijdelijke voorzieningen tbv afvalwater

UITGEVER

■ IBA renovatie

RNT Infra B.V. Goorsteeg 27a 6741 TB Lunteren Tel. 0318-302 364 E-mail info@rntinfra.nl

Gerard Vos, e-mail: g.vos@aprmediagroep.nl

Jaco Otto, e-mail: j.otto@aprmediagroep.nl ABONNEMENTEN

www.rntinfra.nl

Jaarabonnement* Buitenland Losse nummers** Abonnementen binnen de d ­ oelgroep*

€ 85,00 € 130,00 € 15,00 € 39,00

* Prijzen zijn exclusief BTW. ** Prijzen zijn exclusief BTW en verzendkosten.

14023

VORMGEVING

APR Media Groep BV, e-mail: studio@aprmediagroep.nl DRUK

Veldhuis Media BV, Raalte UITGAVE

Schroeeundamenten

APR Media Groep BV Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: +31 (0)33 456 70 50 E-mail: info@aprmediagroep.nl Internet: www.aprmediagroep.nl

Toepasbaar in alle bodemsoorten. - Geschikt voor constructies in bijvoorbeeld houtbouw en modulaire woningen. - Direct belastbaar tot max. 150 kN.

ADVERTENTIE- EN ORDERADMINISTRATIE

- Herbruikbaar, eenvoudig weer uit te draaien.

ABONNEMENTENADMINISTRATIE

E-mail: orders@aprmediagroep.nl

APR Media Abonneeservice Daalakkersweg 2 - 72 5641 JA Eindhoven Telefoon: +31 (0)88 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl

- De snelle, snell kosteneeciente en stabiele fundering voor al uw toepassingen.

AANSPRAKELIJKHEID VAKTIJDSCHRIFT

- Snelfunderen is uw partner in levering, advies en montage.

14025a

www.snelfunderen.nl

Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel zorg en aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave omissies bevat. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. APR Media Groep BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe of indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de in deze uitgave aangeboden informatie. APR Media Groep BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in deze uitgave. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellec­tuele eigendomsrechten zijn van toepassing. ©2018 APR Media Groep BV.

ISSN - 0921 - 1667


WEET WEETWAT WATERERININDEDEGROND GRONDZIT ZIT www.euroradar.nl www.euroradar.nl

13999


2019

BITS, BRICKS BEHAVIOUR 5 november Supernova | Jaarbeurs | Utrecht Schrijf u in als exposant op de informatiemarkt! Stuur een email naar Martin Hof: m.hof@fhi.nl

www.fhi.nl/bitsbricksbehaviour

14049


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.