Bouw en Uitvoering 1-2016

Page 1

STENEN AAN

TOUWTJES ZWAARSTE

AARDBEVING

NEXT LEVEL

RENOVATIE

MAATSCHAPPELIJKE WAARDE DOOR NIEUWE KIJK OP

AANBESTEDEN BOUW EN UITVOERING

BEREIKT RUIM 68.600 LEZERS

JAARGANG 48 - 1 2016

HET VAKBLAD VOOR RIJK, PROVINCIE EN GEMEENTE

IN NEDERLAND EN BELGIE


RAAK VERBONDEN MET

UW DOELGROEP bouwenuitvoering.nl/adverteren

ONLINE ADVERTEREN OP BOUWENUITVOERING.NL LEADERBOARD BANNER

RECTANGLE BANNER

VERTICAL BANNER

Altijd bovenaan de pagina. Gemiddeld 25.000 views per maand.

Ondersteun artikelen en thema’s. Gemiddeld 1.250 views per maand.

Ideaal voor linkbuilding naar uw website. Gemiddeld 750 views per maand.

VO O R MEER INFO R M ATIE : W W W. BO UWENUIT VO ERING . NL /A DVERTEREN


Subsidieregeling verwijderen asbestdaken Vanaf januari 2016 kunnen particulieren en bedrijven gebruik maken van een subsidieregeling voor het verwijderen van asbestdaken. De regeling maakt het mogelijk dat alle bedrijven voor subsidie in aanmerking komen. De subsidie is voor asbestdaken waarvan de oppervlakte minimaal 35 vierkante meter bedraagt. Per vierkante meter wordt 4,50 euro subsidie verstrekt met een maximum van 25.000 euro per adres. Werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf. Tot 2020 is er voor de regeling tenminste 75 miljoen beschikbaar: voor 2016 is het vastgesteld op 10 miljoen. info: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/ subsidieregeling-verwijderen-asbestdaken


Stenen aan touwtjes Romeins architect Marcus Vitruvius Pollo schreef eeuwen geleden het boek Architectura libri decem. Hij was een van de meesters in het scheppen van binnenruimte, met name gewelven. Bij de restauratie van het middeleeuws keldercomplex van Kasteel Montfort maakt men dankbaar gebruik van onder andere zijn kennis.

4

Maatschappelijke ­waarde creëren door een nieuwe kijk op ­a anbesteden Volgens de Aanbestedingswet 2012 zijn aanbestedende diensten verplicht ‘zo veel mogelijk maatschappelijke waarde’ te (laten) leveren voor de publieke middelen. De grote vraag is dan natuurlijk: wanneer voldoet u als gemeente, provincie of andere aanbestedende dienst aan deze verplichting?

12

Van loopgravenoorlog naar samenwerking Steeds grotere schepen en gewenste toegankelijkheid van de Antwerpse haven zorgen voor een dilemma op de Westerschelde. Met Thijs de Boer, adviseur havens en vaarwegen bij Royal HaskoningDHV, filosoferen we over mogelijke oplossingen.

18

Technisch dienstverlener in elektrotechniek, klimaat en ICT www.leertouwer.nl

Uw groen is onze zorg www.heijmanssportengroen.nl

www.duravermeer.nl


B+U 1 2016 3

‘Nait soezen moar broezen’

Gemeente Rotterdam als gastheer voor begroeide daken

In het Groningse Hellum werd in september jl. als gevolg van gaswinning de zwaarste aardbeving van het jaar gemeten. Gebouwen liepen schade op. En dat was niet de eerste keer. In dit artikel bespreken we het gedrag van een gebouw bij een aardbeving en geven we handreikingen voor aardbevingproof bouwen.

43

24

En verder FOTOPAGINA............................. 1 Column................................. 17 VAria..................................... 47 Bedrijfsinfo........................ 48 Colofon............................... 64

Next level renovatie Rendement en maatschappelijk verantwoord ondernemen, gaat dat samen in de bouw? Nationale en internationale akkoorden sturen aan op een transitie van het huidige economische systeem. De roep om verduurzaming in de gebouwde omgeving wordt steeds luider. Daarbij zijn voorbeeldprojecten nodig die laten zien dat maatschappelijke keuzes hand in hand kunnen gaan met financieel rendement. De renovatie van het gebouwencomplex van energienetwerkbeheerder Alliander in Duiven is zo’n voorbeeld.

30

Bits, Bricks & Behaviour

Uw logo ook op deze positie?

40

Ruimte voor uw bedrijf Uniek in gevelisolatie www.caparol.nl

Less energy, more comfort www.ubiflex.nl

info@aprmediagroep.nl


Stenen aan touwtjes Romeins architect Marcus Vitruvius Pollo schreef eeuwen geleden het boek Architectura libri decem. Hij was een van de meesters in het scheppen van binnenruimte, met name gewelven. Bij de restauratie van het middeleeuws keldercomplex van Kasteel Montfort maakt men dankbaar gebruik van onder andere zijn kennis. TEKST Betty Rombout


B+U 1 2016 5


6 B+U 1 2016

K

asteel Montfort is een historisch en landschappelijk baken. Door zijn lange historie in combinatie met de imposante verschijningsvorm van de huidige kasteelruïne bepaalt het al 750 jaar in sterke mate de identiteit van zijn omgeving. Stichting Kasteel Montfort, Stichting het Limburgs Landschap en de gemeente Roerdalen hebben hun krachten gebundeld om het kasteel en de bijbehorende uitgestrekte domeingoederen te ontwikkelen tot dé plek in de Euregio waar cultuurhistorie en landschap in samenhang worden gepresenteerd. Onder de titel ‘Heerlickheit Montfort’ is hiervoor een ambitieus masterplan opgesteld. “In 2009 deed zich een unieke kans voor”, vertelt Fedor Coenen, voorzitter van Stichting Kasteel Montfort. “De aanpalende agrariër stopte met zijn boerenbedrijf. Zijn 10 hectare huiskavel, die rondom het kasteel liggen, konden worden gekocht. We wisten dat er in de ondergrond van de hoofdburcht muurresten zaten van kelders. Dus zijn we in 2011 gaan graven. We vielen van de ene verbazing in de andere. Met een provinciale subsidie van 120.000 euro is het gelukt om de kelders in 2014 helemaal te ontgraven.”

Uitdaging

De kelders zijn gerealiseerd in 1342-1343, als onderdeel van de grote verbouwing in opdracht van hertog Reinoud II van Gelre. De keldermuren zijn van mergel, terwijl de voor de gewelven en de muurkolommen die ze dragen, baksteen gebruikt is. De kelder - met een riante

hoogte van zo’n 3,9 meter - bestaat uit een centrale gang van ongeveer 24 meter lengte en 4 meter breedte, met aan weerszijden 10 insteekkelders, zo’n 3,5 meter breed en 3 meter diep. Stichting Kasteel Montfort wilde de kelders graag restaureren en voor publiek openstellen. Gezien onder andere de bekendheid met restauratiewerkzaamheden werd LAUDY Bouw & Ontwikkeling als aannemer bij het project betrokken. “Toch was het voor ons deels het wiel opnieuw uitvinden”, zegt Francis Delissen, projectleider bij LAUDY. “De te restaureren kelders hebben haaks op elkaar geplaatste tongewelven, die 3D in elkaar gevlochten zijn. Geen kruisribgewelven, bekend van de kerken vanaf 1400. Die gewelven zijn een hele uitdaging voor de hedendaagse metselaars. Daar komt nog bij, dat het centrale tongewelf - van noord naar zuid - breder én hoger is als die van de zijkelders. Waar de gewelven elkaar kruisen, is het vanwege de stevigheid noodzaak de bakstenen in verband aan te brengen. Dat kan echter niet zomaar vanwege de afwijkende maten. Om van links naar rechts te komen, zijn er namelijk in het centraalgewelf meer stenen nodig dan in de zijkelders. Dus moesten we een nieuwe methode bedenken. Daarvoor hebben we wat proeven gedaan.”

Van touw en steen naar smal formeel

Het werd de zogenaamde ‘touwtjesmethode’. Delissen legt uit: “Dat is een oude methode uit de Romeinse tijd




B+U 1 2016 9

De stenen die gebruikt worden voor de gewelven, komen uit het buitenland. Afkomstig uit oude panden, dus gerecycled. (red: zie de foto bij dit artikel). De touwtjes zijn er voor om de stenen op de plaats te houden, zolang de mortel nog zacht is. Op de mortel komt de steen met daar overheen het touwtje met een gewicht. De kracht in het touw zorgt er voor, dat de steen niet gaat schuiven. Voordeel van deze methode is, dat het gedeelte van de steen dat straks in het zicht komt, ook tijdens het metselen zichtbaar is. Het kost heel wat monnikenwerk om een gewelf zo rij voor rij op te bouwen. Alleen het eerste gewelf hebben we deels volgens deze methode gemaakt. Voor de andere gewelven is gezocht naar een snellere manier het gebruik van een formeel, een houten ondersteuningsconstructie onder het gewelf. De ‘touwtjes’ waren daarmee verleden tijd.”

rail met twee balken schuift het formeel weg. De nog niet uitgeharde ‘baarden’ op de nieuwe stenen worden daarna met een voegijzer gekrabd.”

Fedor Coenen vult aan: “De kelders zijn vroeger ook op formeel gemetseld, waarschijnlijk op heel grote. LAUDY heeft gekozen voor smalle formelen. Waarom? We metselen met kalkmortel, dat de neiging heeft tussen de stenen en het formeel te kruipen. Haal je het formeel na verloop van tijd weg, dan zijn de stenen aan de onderkant allemaal besmeurd met uitgeharde kalkmortel. Op de oude muren zijn deze ‘baarden’ nog goed zichtbaar, wat een mooi bouwhistorisch gegeven is. Echter, we willen het contrast tussen het nieuwe en oude werk zichtbaar houden, oftewel geen ‘baarden’ op het nieuwe muurwerk. LAUDY gebruikt daarom smalle formelen. Ze bouwen er vier tot vijf rijen stenen op. Dan laten ze het formeel ‘schrikken’, even wegzakken. De stenen drukken zich vervolgens op hun plek. Via een

De mortel voor het metselen is niet de ‘gewone’ mortel die de ENCI normaliter levert, vernemen we. Delissen: “Deze hardt te snel uit. Wij gebruiken een mortelrecept dat door onze ‘restauratiejongens’ uit ervaring is samengesteld. Wat er in zit? Grof geel bergzand, wat iets vettiger is, kalk, gips, traskalk en pannengruis. Gips voor het redelijk snel plakken van de steen. Met de toevoeging van kalk compenseren we het uitzetten van het gips.”

De stenen die gebruikt worden voor de gewelven, komen uit het buitenland. Afkomstig uit oude panden, dus gerecycled. Door een iets andere kleisamenstelling dan de ‘historische’ stenen, zijn ze wat roder. “Dat is eigenlijk een voordeel, want ook zo ontstaat een subtiel verschil tussen oud en nieuw. Tegelijkertijd brengen we met het materiaal en de vorm van de nieuwe steen wel de sfeer en beleving van destijds terug. We wijken hiermee af van de momenteel heersende restauratieopvatting, een zeer bewuste keuze”, aldus Coenen.

Oud en nieuw

In het keldercomplex ligt een betonvloer als basis. Om de vloer aan te passen aan de hedendaagse eisen en radiatoren in het complex te vermijden, wordt vloerverwarming aangebracht. Fedor Coenen vervolgt: “Omdat de kelders zo’n 3,9 meter hoog zijn, zullen bezoekers



B+U 1 2016 11

deze ruimtes niet snel als kelders ervaren. Het is echter een koud kunstje om er een natuurstenen vloer in te leggen en een paar wapens aan de muur te hangen, alsof het een ridderzaal is. Dat willen we niet. Het is onze bedoeling de bezoekers te laten ervaren hoe uitzonderlijk deze kelders zijn: ‘Als dit al die kelders waren, hoe moet die ridderzaal op verdieping er dan wel niet uit hebben gezien?’ Omdat het kelders zijn, moet je er geen dure vloer in leggen. Wij kiezen voor donkerrode/bruine boerenplavuizen van 20x20 centimeter, zogenaamde estrikken. Ze zijn gekocht bij de Stichting Materialen voor Monumenten en afkomstig uit slooppanden, gereinigd en gesorteerd door medewerkers van de sociale werkvoorziening.” Het project is in alles een monument. Toch zit er ook zeker een modern aspect aan. Omdat de gewelven aan de bovenkant verdwenen waren en de keldervloer bij de sloop rond 1780 in zijn geheel gestript is tot op de natuurlijke zandbodem, kunnen leidingen en kabels voor onder andere verwarming, verlichting, water, riool en zelfs wifi verwerkt worden zoals in nieuwbouw. “In het

keldercomplex komen ze boven de gewelven of onder de vloer. Het is niet nodig om de leidingen in de oude muren te frezen”, zegt Francis Delissen.

Opening

In dit artikel hebben we de belangrijkste, bijzondere bouwmethodes en de daarbij behorende bouwmate­ rialen besproken, die gebruikt zijn en worden bij de restauratie van het middeleeuws keldercomplex van Kasteel Montfort. Het publiek hoeft niet lang meer te wachten totdat zij eeuwen terug kunnen in de tijd. Naar verwachting wordt het complex rond 1 juli open gesteld. Zou Marcus Vitruvius Pollo er zijn goedkeuring aan geven? BOUW+ UIT VOERING

info Wilt u de bouwwerkzaamheden aan het keldercomplex van Kasteel Montfort volgen? Bij het online artikel vind je in diverse video’s en websites meer achtergrond informatie. Ga naar http://wp.me/p4FVJF-25L


Maatschappelijke

waarde

door nieuwe kijk op

aanbesteden


Aanbesteden met maximale maatschappelijke waarde: een onderwerp dat overheden veel hoofdbrekens kost. Volgens de Aanbestedingswet 2012 zijn aanbestedende diensten verplicht ‘zo veel mogelijk maatschappelijke waarde’ te (laten) leveren voor de publieke middelen. De grote vraag is dan natuurlijk: wanneer voldoet u als gemeente, provincie of andere aanbestedende dienst aan deze verplichting? Het antwoord daarop is niet kant-en-klaar te vinden. TEKST Caroline van Hulsteijn



B+U 1 2016 15

H

et gebrek aan duidelijkheid werkt belemmerend voor het duurzaam en sociaal inkopen. Welke mogelijkheden en oplossingen kunt u inzetten om als overheid daadwerkelijk maximale maatschappelijke waarde te creëren?

bijvoorbeeld aan hergebruik van grondstoffen, het verbeteren van arbeidsomstandigheden of het verminderen van CO2-emissie.

Concrete handvatten

De Aanbestedingswet geeft niet veel duidelijkheid over de invulling van het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Evenmin is gedefinieerd wat ‘zo veel mogelijk’ inhoudt. Ook is het de vraag of beleidsdoelen een rol mogen (of moeten) spelen bij de invulling van ‘zo veel mogelijk maatschappelijke waarde’. Een voorbeeld: als u als gemeente als beleidsdoel hebt om de luchtvervuiling te beperken, mag de mate van luchtvervuiling tijdens de uitvoering van de opdracht dan bepalend zijn voor de uitkomst van de aanbesteding? Of, omgekeerd: is voor het opnemen van sociale of duurzaamheidsaspecten in een aanbesteding nodig dat u daarover tevens een concreet beleidsdoel hebt geformuleerd? Dit laatste is in elk geval niet noodzakelijk.

Het is daarom tijd dat aanbestedende diensten méér gaan inzetten op duurzaamheids- en sociale aspecten. Uit het recente ‘Plan van aanpak maatschappelijk verantwoord inkopen overheden 2015-2020’ blijkt dat de Rijksoverheid die mening eveneens is toegedaan. Dit plan stimuleert overheden vaker gebruik te maken van gunningscriteria bij maatschappelijk verantwoord inkopen, zodat bedrijven die zich onderscheiden op een duurzame uitvoering van de opdracht een gunningsvoordeel in de aanbesteding krijgen. Ook stimuleert het plan om uit te gaan van de levensduurkosten van een product of dienst en niet alleen van de aanschafprijs. Maar erg concreet is het plan verder niet. Het biedt onvoldoende handvatten om te zorgen dat duurzaamheids- en sociale aspecten uitgangspunten worden bij aanbestedingen van de overheid.

Creativiteit ver te zoeken

Gids Maatschappelijke waarde

Maatschappelijke waarde niet gedefinieerd

Omdat de verplichting tot het leveren van maximale maatschappelijke waarde zoveel vragen oproept, volstaan overheden meestal met het stellen van de ‘SROIeis’ (Social Return on Investment). In vrijwel elke aanbestedingsleidraad komt een standaardbepaling voor over SROI. Die bepaling houdt in dat de opdrachtnemer wordt verplicht om bij de uitvoering van de opdracht mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten, voor 5% van de looncomponent (of soms van de totale waarde) van de opdracht. Een dergelijke eis staat echter haaks op het streven naar sociale en duurzame inkoop. Na afronding van de opdracht laten opdrachtnemers deze mensen weer gaan, waarop ze opnieuw in de bijstand vervallen. Er is daardoor geen sprake van een structurele oplossing.

SROI-eis niet passend

Bovendien past de SROI-eis lang niet bij alle soorten opdrachten. Zo kan het verrichten van werkzaamheden voor de openbare verlichting deels worden uitgevoerd door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar dat geldt bijvoorbeeld niet voor een opdracht die bestaat uit architectendiensten. Hiervoor is immers gespecialiseerde kennis en ervaring nodig, zodat deze diensten niet zomaar door iedereen kunnen worden verricht. Ook een opdracht die bestaat uit de levering van print- en kopieerpapier, waar een zeer lage arbeidscomponent in zit, leent zich niet voor de SROI-eis.

meer dan alleen SROI

Er is nog een derde bezwaar tegen het standaard toepassen van SROI. Maatschappelijke waarde omvat veel meer dan alleen het (tijdelijk) aan het werk helpen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Denk

Eerder dit jaar is er vanuit de markt een initiatief opgestart om een ‘Gids Maatschappelijke waarde’ op te stellen, waarmee aanbesteders worden geholpen zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te creëren bij het aangaan van een overeenkomst. Die hulp kan worden geboden met concrete mogelijkheden voor en voorbeelden van aanbesteden met als doel maximale maatschappelijke waarde te creëren. Uit de Gids zal blijken dat de Aanbestedingswet ruime mogelijkheden biedt om meer maatschappelijke waarde te creëren.

maatschappelijke impact

Een nog grotere winst op dit punt kan worden behaald door een stap eerder - nog vóór de vormgeving van de aanbestedingsprocedure - na te denken over de maatschappelijke impact van de te besteden publieke middelen, namelijk bij het formuleren van de behoefte. Bij voorkeur gaat iedere aanbestedingsprocedure vooraf door een denkexercitie over of onderzoek naar het antwoord op de vraag: Wat heb ik nodig? Is het wel echt nodig om opnieuw een contract te sluiten voor dezelfde diensten die de markt mij de afgelopen tien jaar leverde; zijn er geen andere manieren waarop ik kan (laten) voorzien in mijn behoefte - manieren die duurzamer zijn? Wat kan de markt inmiddels bieden? Een marktconsul­tatie kan helpen bij het beantwoorden van deze vraag. En misschien komt het vervolgens niet eens tot het organiseren van een aanbesteding, maar is er wel zo veel mogelijk maatschappelijke waarde gecreëerd. BOUW+ UIT VOERING info Caroline van Hulsteijn is advocaat bij CMS en gespecialiseerd in bouw- en aanbestedingsrecht.


16 B+U 1 2016

LEKKERKERKER ROTTERDAM

VERHUUR & HANDEL, RIJPLATEN & DRAGLINESCHOTTEN

ASBESTWERKEN & SLOOPWERKEN

13386

MCB-E

✓ Duurzaam onkruidbeheer ✓ Reiniging

ONKRUIDBEHEER MET HEET WATER

Q h c s i r t k e l E

Volg ons

ONKRUIDKOKEN

www.onkruidkoken.nl 13329a


B+U 1 2016 17

column Belangeloos samenwerken bestaat niet “We moeten meer en beter met elkaar samenwerken” is binnen de bouw- en installatiesector een veel gehoorde uitspraak. Maar wat betekent ‘samenwerken’ dan? Woordenboek Van Dale geeft deze verklaring: “Met verenigde krachten werken, gemeenschappelijk aan eenzelfde taak werken.” Ik betrek dit eens op de wereld van gebouw­ beheersystemen (GBS). Waarom wordt GBS toegepast? Naar mijn idee om optimale functionaliteiten te leveren aan de gebruiker: de technische integraties moet méér brengen dan de autonoom werkende oplossing. Dit uitgangspunt impliceert dat de slimme integratie van technieken en diensten ondersteunend zijn aan functionele doelstelling(en). En juist dit maakt GBS kennisintensief en anders dan conventionele installatietechniek. Vanuit de techniek gezien ‘knoopt’ de branche vandaag de dag alles probleemloos aan elkaar. Aanbieders roepen om het hardst dat het goed integreren (= vorm van samenwerken!) van een scala aan techniek geen onderwerp van discussie meer is. Althans, dat is het algemene beeld. De harde praktijk is anders. Gebruikers ervaren toegezegde functionaliteiten nog niet als probleemloos werkend. Deze praktijk laat zien: systeemintegratie betekent nog niet dat er samengewerkt wordt. Laat staan in een optimale vorm. GBS overstijgt techniek en vraagt dan ook om omvangrijke kennis en specialistische deskundigheid van álle betrokken partijen. Let wel: inclusief klant. Functionerende GBS eist vergaande integrale samenwerking, ook op procesniveau. In een GBS-project heeft iedere partij een belang en belangeloos samenwerken bestaat in bedrijfs­econo­ mische zin niet. Een integrale benadering van het gezamenlijke belang wordt zo naar mijn mening structureel onderschat. Van samen werken, samenwerken maken. Kan dat? Ik denk van wel. Mits er bij alle partijen duidelijkheid is over de onderlinge complementaire verhoudingen en er een helder gezamenlijk belang is geformuleerd. Beiden onder realistische condities. Het vraagt een andere manier van denken, organiseren en doen. Gaan we als vastgoed-, bouw- en installatiebranche hierin ook samenwerken?

Maarten van der Boon manager business development & innovatie bij leertouwer


18 B+U 1 2016

Van loopgraven

oorlog naar samenwerking Steeds grotere schepen en gewenste toeganke足lijk足heid van de Antwerpse haven zorgen voor een dilemma op de Westerschelde. Met Thijs de Boer, adviseur havens en vaarwegen bij Royal HaskoningDHV, filosoferen we over mogelijke oplossingen. TEKST Betty Rombout



“We moeten er voor waken dat de concurrentie­kracht van Antwerpen niet vermindert.”


B+U 1 2016 21

D

e Westerschelde is een enorm complex systeem”, zegt Thijs de Boer. “We hebben te maken met visserij, recreatie, natuurwaarden, morfologie/hydraulica en recreatie­ vaart. Er varen veerboten, kruist een tunnel en er zit industrie omheen. En wat te denken van het vrachtvervoer per schip naar de havens van Vlissingen, Gent, Terneuzen en Antwerpen?”

Duurzame oplossing

De Westerschelde is een van de drukst bevaren wateren ter wereld met ongeveer 50.000 scheepsbewegingen per jaar. Aan het einde van de zeearm ligt de haven van Antwerpen. Sinds de middeleeuwen vinden schepen met lading en passagiers hun weg naar deze haven. “Logisch vanuit historisch perspectief”, zegt De Boer. “Toen lagen veel havens diep in het binnenland, de schepen hadden veel minder diepgang. Nu leven we in een andere tijd. De schepen worden steeds groter; van containers tot tankers. We zien dat havens naar de zee toe uitbreiden en verplaatsen, zoals die van Rotterdam. Antwerpen kan dat niet, verdere uitbreiding naar het Westen brengt de haven in Nederland. De vraag is nu in hoeverre we het doorvaren van grotere schepen tot aan Antwerpen kunnen faciliteren. Past het nog wel in het huidige systeem?” Het blijkt een ingewikkeld vraagstuk. Thijs de Boer: “We hebben te maken met veel stakeholders en dus met verschillende belangen. Vooralsnog neigt men naar het

INFO

Volg de scheepvaart op de Westerschelde via de livecam onderaan in het online artikel op wp.me/p4FVJF-24f

bereikbaar houden van Antwerpen voor grote schepen. De haven is immers van groot economisch belang. Een wezenlijke, integrale discussie wordt echter niet gevoerd. Verwezen wordt naar verdragen uit het verleden, waarin is afgesproken dat Antwerpen bereikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Dus kiezen we voor het uitbaggeren van de Westerschelde; het verbreden en verdiepen van de zeearm tot aan Antwerpen. Mijns inziens is dit niet een echt duurzame oplossing.”

Opties

Maar wat is die oplossing dan wel? Wellicht minder baggeren van de geul naar Antwerpen, volgens de Boer. “De haven moet in de toekomst goed bereikbaar blijven, maar niet meer voor de allergrootste schepen. Waar we die dan heen moeten sturen? Daarvoor zijn twee opties. De eerste betreft een grotere samenwerking met de andere havens van de Westerschelde: Zeebrugge en Vlissingen. Havens die, anders dan Antwerpen, meer richting zee liggen. Daar is de geul nog dieper en breder en hoeven we minder te baggeren. Uiteraard zullen deze havens dan wel uitgebreid moeten worden. Als tweede optie noemt De Boer het realiseren van een nieuwe voorhaven: het aanleggen van havenfaciliteiten in de monding van de Westerschelde. “Deze optie heeft een grotere impact op de natuur dan de optie van het uitbreiden van de bestaande havens, maar biedt ook veel kansen. Denk aan mogelijkheden voor toerisme:


22 B+U 1 2016

enkele feiten... De Westerschelde is een estuarium in de Nederlandse provincie Zeeland, gelegen tussen Walcheren en Zuid-Beveland aan de noordzijde en ZeeuwsVlaanderen aan de zuidzijde. In tegenstelling tot de Oosterschelde, de Grevelingen en het Haringvliet is het niet afgesloten in het kader van de Deltawerken.

De Westerschelde heeft een totale lengte van 113 kilometer. De breedte is afwisselend tussen 2 en 8 kilometer. De hoofdvaargeul heeft een lengte van 95 kilometer, een diepte van 13 tot plusminus 50 meter en een breedte van tussen 300 en 530 meter. De totale oppervlakte van de Westerschelde is ongeveer 30.000 hectare.

“Minder baggeren is minder ingrijpend op het natuurlijk systeem” van aanlegplaatsen voor cruiseschepen tot het realiseren van recreatiehavens. Naast een natuurlijke ontwikkeling kan een nieuwe voorhaven ook zorgen voor economische activiteit met bijvoorbeeld het opwekken van energie door middel van windmolens.

een rechtvaardig deeleigenaarschap van een nieuwe voorhaven. Kiezen we voor die nieuwe voorhaven aan de monding van de Westerschelde, dan moeten we ook nadenken over goede achterlandverbindingen per spoor en weg. Om maar een paar aandachtspunten te noemen.

Samen

Van besef naar oplossing

“De discussie over de toekomstige ontwikkelingen van de Westerschelde lijkt soms een loopgravenoorlog”, vervolgt De Boer. “Dat is het natuurlijk niet echt, maar het mag duidelijk zijn dat veel belangen spelen. Ik noemde het al even. Alles gelijk veranderen, kan niet en heeft geen zin. Wel ben ik van mening dat we nu, met inachtneming van elkaars positie en concurrentiekracht, na moeten denken over de toekomst van de Westerschelde. Blijven we in de loopgraven, dan wordt de druk op het systeem alsmaar groter en bereiken we het punt dat samenwerking zeer lastig wordt. Dan zijn de verschillen tussen partijen te groot. Laten we dus de dialoog op gang brengen en proberen tot voor ieder aanvaardbare oplossingen te komen. Let wel, we moeten er voor waken dat de concurrentiekracht van Antwerpen niet vermindert. Dat willen we niet. Stel dat zeer grote schepen niet meer naar Antwerpen kunnen doorvaren, dan zijn compenserende maatregelen logisch. Denk aan

We filosoferen nog even door met Thijs de Boer over een duurzame ontwikkeling van de Westerschelde. Als we beslissen dat zeer grote schepen niet meer naar Antwerpen varen, zal dit volgens hem een positief effect hebben op de ecologische ontwikkeling en veiligheid op de Westerschelde. “We baggeren dan minder en dus grijpen we minder in op het natuurlijk systeem. Minder grote schepen op de Westerschelde vermindert bovendien de kans op ongelukken. Navigatie is lastig op deze zeearm, met zijn bochten en grote stroming.” Een duurzame ontwikkeling van de Westerschelde is niet alleen een technisch en economisch vraagstuk. Het is ook een politiek verhaal. Een verhaal dat voorlopig nog geen einde kent. “Eerst moet het besef komen dat het samen praten over een duurzame Westerschelde in ieders belang is. Pas als dat besef er is, kunnen we verder met de discussie over mogelijke oplossingen”, aldus Thijs de Boer tot slot. BOUW+ UIT VOERING


thijs de boer


24 B+U 1 2016

Zwaarste aardbeving 2015

‘Nait soezen moar broezen’ In het Groningse Hellum werd in september jl. als gevolg van gaswinning de zwaarste aardbeving van het jaar gemeten. Gebouwen liepen schade op. En dat was niet de eerste keer. In dit artikel bespreken we het gedrag van een gebouw bij een aardbeving en geven we handreikingen voor aardbevingproof bouwen. TEKST betty rombout


D

e Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wint onder andere aardgas uit het Groningerveld. De gaswinning veroorzaakt tegenwoordig zo’n 50 aardbevingen per jaar. Tot 1986 kwamen er in Noord-Nederland geen aardbevingen voor. De eerste aardbeving was in Assen op 26 december 1986. Daarna registreerde het KNMI meer dan 1000 aardbevingen in dit gebied met als gevolg veel schade aan gebouwen en woningen. Rudi Roijakkers is senior adviseur bij ABT|Wassenaar Seismisch Advies en houdt zich sinds 2013 bezig met aardbevingsprojecten. Hij zegt: “Voorheen keken we niet of nauwelijks naar het aardbevingproof zijn of bouwen van gebouwen. Regelgeving kenden we niet. Ook hadden we geen goede rekenmethodes voor het rekenen aan sterktes van gebouwen bij aardbevingen. Met de aardbevingen in Noord-Nederland van de laatste jaren, wordt er nu steeds meer kennis opgedaan.”

Eigen frequentie en brosheid

Wat bepaalt de weerbaarheid van een gebouw bij een aardbeving? Roijakkers: “Het begint bij de kennis over de Eigenfrequentie van een gebouw. Breng je een element in trilling, bijvoorbeeld een stemvork, dan trilt het met zijn Eigenfrequentie mee. Een gebouw kent ook een Eigenfrequentie. Komt die frequentie overeen met de frequentie van een aardbeving, dan krijgt het gebouw te maken met ‘opslingering’. Deze Eigenfrequentie is niet te vergelijken met bijvoorbeeld de windbelasting van een gebouw. Is een woning tien bij tien meter, dan weten we wat de belasting is: oppervlakte maal windbelasting. Bij een aardbeving trekken de verschillende typen gebouwen - met een slappe, gemiddelde, stijve structuur - verschillende belastingen naar zich toe. Metselwerk bijvoorbeeld behoort tot een ‘stijve’ structuur. Een gemetseld gebouw trekt hierdoor hoge belastingen naar zich toe. Daarnaast is het metselwerk ‘bros’ te noemen. Het breekt of de muren scheuren bij de geringste vervorming. Dit in tegenstelling tot een stalen, betonnen gebouw, dat tot een ‘slappe’ structuur behoort. Of de fundering een rol speelt? Niet zo

zeer. Alhoewel een paalfundering kwetsbaarder is dan een stalen fundering. Stopt de grond met trillen, dan zwiept een gebouw vaak nog na. De schade zien we in de muren, minder in de fundering.”

Aandachtspunten

Uitgangspunt is dus kennis over de Eigenfrequentie en de structuur van een gebouw. Kijkende naar in eerste instantie bestaande bouw, dan zijn er ook andere aandachtpunten te noemen. Rudi Roijkakkers: “Denk aan het gebruik van bijvoorbeeld stalen spanten of het aanbrengen van koppelingen, waarmee houten balklagen verbonden kunnen worden met gemetselde wanden. Op gebouwniveau is het raadzaam onderdelen met een verhoogd risico te verwijderen, zoals hoge stoorstenen en specifieke borstweringen. Hebben we te maken met een gemetseld gebouw, dan is versterking ook mogelijk met het aanbrengen van een soort ‘behang’, oftewel wapening. Rijtjeswoningen zijn in de regel eenvoudig aan te passen. Deze bouw kent een zekere regelmaat. Met een paar standaardoplossingen kunnen we veel


Magnitude zegt iets over hoeveel energie er vrij komt. Echter, hoe dichter de aardbeving bij de grond zit, des te groter de trillingen zijn en daarmee de impact.



28 B+U 1 2016

gasproductie gewicht van bovenliggend gesteente

2

druk = 700-900 bar

I

cm’s

3

250 m initiële druk = 300-350 bar

I

gasreservoir

woningen versterken. Praten we over niet-standaard gebouwen, dan is versterken lastiger. Per gebouw zal bekeken moeten worden wat wel of niet nodig is.” Maar er vindt natuurlijk ook nieuwbouw plaats. Waar moeten we dan op letten? Roijakkers: “Een goed aardbevingbestendig gebouw kent veel regelmaat en symmetrie. Maak dus geen vreemde overstekken. Een licht gebouw - in constructie en afwerking - heeft ook zo zijn voordelen: kracht is massa maal versnelling. De versnelling wordt gegeven door de aardbeving. Die weten we. Minder massa zorgt voor minder kracht. En dat is wat we willen. Verder is het aan te raden gevaarlijke elementen in of op een gebouw te vermijden, zoals individuele glazen panelen of eerder genoemde specifieke borstweringen en hoge schoorstenen.”

Regelgeving

Gezien de actualiteit wordt er steeds meer gekeken naar de weerbaarheid van gebouwen in geval van een aardbeving. Echter, regelgeving die van toepassing is op het ontwerpen en toetsen van aardbevingsbestendige gebouwen bij bevingen, is er nog niet. Maar die zit er volgens Rudi Roijkakkers wel aan te komen. Hij zegt: “Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken werkt NEN samen met betrokken experts aan het opstellen van de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR)9998.” Nederland kent sinds drie jaar zogenaamde Eurocodes, als vervanger van de Nederlandse normen. De NPR voor aardbevingsbestendige gebouwen sluit aan op Eurocode 8 (NEN-EN 1998-serie): ‘Ontwerp en berekening van aardbevingsbestendige constructies’. Nederland heeft deze code echter nooit bekrachtigd. Simpel om het feit dat in Nederland het risico op letsel door aardbevingen te klein werd geacht. Roijakkers verduidelijkt: “De Eurocode is een algemene Europese norm. Normaal gesproken wordt iedere norm aangevuld met een nationale bijlage. Het opstellen hiervan vergt nogal wat tijd, vier tot zeven jaar. In plaats van het schrijven van de nationale bijlage, kiest men er nu voor alle kennis te bundelen in de NPR9998, gericht op de regio Groningen. Met het uiteindelijke doel dat deze NPR in de toekomst als nationale bijdrage kan dienen. Concreet gezien, is de NPR9998 een technische richtlijn. Deze omschrijft onder andere reken-

4

1

methodes: hoe zijn aardbevingen te meten? Ook geeft de richtlijn informatie over hoe het beste een stalen, betonnen en gemetseld gebouw te ontwerpen, rekening houdend met aardbevingen. Uiteindelijk hopen we dat de NPR ook in het Bouwbesluit verankerd wordt. Pas dan is de richtlijn - die volgens de laatste berichten alleen zal gaan gelden voor nieuwbouwprojecten in Noord-Nederland - echt te gebruiken.” De NPR9998 is dus gericht op de Groningse situatie. Maar stel dat er in Limburg een aardbeving plaats vindt - denk aan de aardbeving in Roermond in 1992 - moeten dan geen andere risicoprofielen opgesteld worden? Roijakkers knikt. “Dat is een terechte vraag. Is er een aardbeving, dat kijken we altijd naar de grootte op de magnitudeschaal. In 1992 was de magnitude in Roermond 5,1. Dat lijkt zwaar. Maar een aardbeving van 3,6 in Groningen kan meer schade berokkenen. Hoe dat komt? Die in Limburg zat op 20 km diepte, in Groningen op 3 km. Magnitude zegt iets over hoeveel energie er vrij komt. Echter, hoe dichter de aardbeving bij de grond zit, des te groter de trillingen zijn en daarmee de impact. Dus inderdaad, voor Limburg zouden we eigenlijk aparte normartikelen moeten maken.”

Bundeling

De kunst voor de komende jaren is, de kennis over aardbevingproof bouwen te versterken, zegt Rudi Roijakkers tot slot. “Veel valt er te leren van voorbeelden uit het buitenland. Essentieel is, dat alle personen en bedrijven - van aannemers, constructeurs tot architecten - die hieraan werken, samen optrekken en de kennis bundelen.” Geen woorden maar daden, of zoals de Groningers zeggen: ‘Nait soezen moar broezen’. BOUW+ UIT VOERING

info Over de nieuwe norm NPR 9998: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aardbevingen-in-groningen/inhoud/aardbevingsbestendig-bouwen Feiten en cijfers aardbevingen in Groningen: http://feitenencijfers.namplatform.nl/aardbevingen


aantal aardbevingen

B+U 1 2016 29

120

90

60

magnitude < 1.0

30

< 1.5 < 2.0 < 2.5 < 3.0 < 3.5

0

1986

1987

1988

1989

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

≼ 3.5 2015


Opdrachtgeverschap cruciaal bij huisvesting Alliander

Next level renovatie



32 B+U 1 2016

Rendement en maatschappelijk verantwoord ondernemen, gaat dat samen in de bouw? Nationale en internationale akkoorden sturen aan op een transitie van het huidige economische systeem. De roep om verduurzaming in de gebouwde omgeving wordt steeds luider. Daarbij zijn voorbeeldprojecten nodig die laten zien dat maatschappelijke keuzes hand in hand kunnen gaan met financieel rendement. De renovatie van het gebouwencomplex van energienetwerkbeheerder Alliander in Duiven is zo’n voorbeeld. TEKST Daan Groeneveld


B+U 1 2016 33

I

n dezelfde week dat in Parijs het klimaatakkoord werd gesloten, kwam in Nederland het nieuws naar buiten dat gebouwen de grootste ‘vervuilers’ zijn van Nederland. De acht miljoen gebouwen die Nederland rijk is, zijn in totaal goed voor 36 procent van de landelijke CO2-uitstoot. Geen enkele andere sector haalt een dergelijk percentage. De helft van die 36 procent komt van kantoren, zo blijkt uit gezamenlijk onderzoek van de overheid en het Energieonderzoek Centrum Nederland. In Nederland is al sinds 2013 een energieakkoord van kracht, gesloten door overheid en bedrijfsleven. Daarbij is hoog ingezet op het terugdringen van energieverbruik van gebouwen. Eén van de ambities is dat energieverbruik van gebouwen in 2020 met twintig procent is afgenomen ten opzichte van 2013. De NOS meldde in december dat de afgelopen twee jaar het verbruik met 3 procent is teruggebracht. Het begin is dus gemaakt.

Maar wil de ambitie voor 2020 gehaald worden, dan zal het proces moeten worden versneld. Overheid en bedrijfsleven zullen beide verantwoordelijkheid moeten delen en een actieve houding aannemen. Dat vraagt om ruimte voor innovatie, nieuwe benaderingen, nieuwe organisatiestructuren en nieuwe technieken om oude, vervuilende processen te vervangen. Het recent opgeleverde renovatie- en nieuwbouwproject voor de huisvesting van energienetwerkbeheerder Alliander levert daarin een mooi voorbeeld.

Definieer ambities

In 2010 besloot het bedrijf dat het tijd was voor herhuisvesting. Verschillende gebouwen in verschillende steden van het bedrijf waren verouderd en functioneerden niet optimaal. Er werd besloten om de locatie in Duiven te renoveren en te upgraden tot centrale locatie. Doel was een state-of-the-art kantorencomplex, met flinke uitbreiding van het aantal medewerkers. De ambities van Alliander waren vooraf hoog. Vijf kernpunten werden gedefinieerd voordat er een uitvraag naar de markt werd gedaan: Integraliteit, circulair bouwen, energieneutraliteit, verbinden (het nieuwe werken) en als laatste de relatie met de omgeving (zie kadertekst). Na oplevering en ingebruikname van het pand, eind 2015, is duidelijk dat de gestelde ambities rijkelijk zijn gehaald. Het project heeft een ontwerpcertificaat voor de breeam-score ‘outstanding’. Het zal voor het eerst zijn dat een renovatieproject de hoogst mogelijke kwalificatie in ontvangst neemt. Daarnaast is niet alleen het gebouw zelf energiepositief, maar was er sprake van een energiepositieve bouwlocatie. BU spreekt de betrokkenen over hoe dit resultaat is bereikt, binnen het gestelde budget. De wijze waarop de uitvraag voor aanbesteding van het project in de markt is gezet, speelde een cruciale rol.

Circulair bouwen

Eugenie Knaap, projectleider van Alliander, legt uit. “We wisten heel duidelijk welke ambitie we hadden, maar niet hoe dat geconcretiseerd zou moeten worden. Daarom hebben we als opdrachtgever en eigenaar twee a4’tjes geschreven met onze vijf kernpunten, een heldere en hoge ambitie, maar zonder enig voorschrift hoe die ambities gerealiseerd zouden moeten worden. Dat was aan de specialisten in de markt.” VolkerWessels Vastgoed en RAU architecten sloegen de handen ineen om werk te maken van de ambitieuze, abnormale vraag, die de markt veel ruimte bood voor eigen creativiteit. Onno Dwars, hoofd acquisitie & innovatie bij VolkerWessels Vastgoed: “De twee a4’tjes dwongen ons min of meer om een liefdesbrief te schrijven, de liefde verklarend aan de opgestelde ambities. Een week voor de indiening van onze plannen twijfelden we nog. ‘Wat doen we, maximaal sturen op prijs? Of maximaal sturen op de ambities, en een heel interessant project neerzetten?’ We namen het lef om te sturen op de ambities, maar besloten direct om er dan een schepje bovenop te doen, om de verwachtingen en eisen te overtreffen.” De ambitie voor een energieneutraal pand werd omhoog gebracht naar energiepositief. De ambitie voor circulair bouwen werd herschreven tot minimaal 80%


34 B+U 1 2016

Postbus 72 3360 AB Sliedrecht 0184 41 17 66 info@wagenbouw.nl

TIJDELIJKE HUISVESTING: ZORG | KANTOOR | ONDERWIJS | BOUWPLAATS

WWW.WAGENBOUW.NL

13223a

Vasteplanten in het openbaar groen

Griffioen biedt het totaalpakket Greentocolour® aan voor een duurzaam ingerichte buitenruimte met een hoge biodiversiteit. Het concept, dat zorgt voor snelle dichtgroei met een laag onderhoudsniveau, bestaat uit: • juiste plant op de juiste plaats • grondvoorbereiding • gebruik van 8 planten in P11-kwaliteit per m² • onderhoud met kort afmaaien/mulchen/mesten

Griffioen Wassenaar BV

WEINIG ONKRUIDGROEI, MINDER ONDERHOUD

KLEURRIJKE UITSTRALING, LAGE BEHEERKOSTEN

www.greentocolour.com

13268a

GREENTOCOLOUR ® VASTEPLANTEN CONCEPT


B+U 1 2016 35

“Energiebesparing levert direct winst, voor zowel de portemonnee als voor het milieu.” hergebruikt materiaal op de bouwplaats. Mede hierdoor kreeg het consortium VolkerWessels-RAU de opdracht toegewezen.

Geen programma van eisen

Voor architect Marijn Emanuel van RAU, was het uniek dat het aanbestedingsdocument zoveel ruimte liet voor eigen inbreng van het consortium. “De belangrijkste beslissing is in het begin van het traject genomen. Namelijk dat in overleg kon worden bepaald hoe hoog we de lat wilden leggen en dat het aan het consortium werd overgelaten hoe dat resultaat werd bereikt. Er was geen bestek of programma van eisen. Die vrijheid heeft onze creativiteit ontzettend gestimuleerd.” Knaap geeft aan dat deze constructie is gekozen vanuit de overtuiging dat specialisten uiteindelijk beter weten hoe op een succesvolle manier een interactieve werkvloer kan worden gecreëerd, hoe zo veel mogelijk materiaal uit het oude gebouw kan worden hergebruikt, hoe een gebouw zo energiezuinig mogelijk wordt ontworpen. Daarbij is van belang dat de vijf ambities een integrale aanpak vereisen, een aanpak die niet zomaar naar voorbeeld van andere projecten kon worden nagedaan. Juist de hoge ambities vereisten intelligente, innovatieve oplossingen. In dat licht is de herhuisvesting een voorbeeldproject waar overheid en bedrijfsleven, met in het achterhoofd de energieambities, lering uit kunnen trekken.

‘Gebouw is een middel’

“Toen wij in 2011 deze uitvraag deden was het uniek dat een opdrachtgever zo hoog inzette op bijvoorbeeld circulariteit. Maar de bouw wil er wel naar toe. Leveranciers weten dat grondstoffen en faciliteiten eindig zijn”, aldus Knaap. Onno Dwars vult aan: “Elke opdrachtgever heeft de kans om het verschil te maken. Dit geldt niet alleen voor de overheid, maar voor alle partijen.” Een opdrachtgever heeft dus de keuze om creativiteit en innovatie te stimuleren door specialisten ruimte te geven, of om vanaf het begin maximaal te sturen op de kosten, waardoor een consortium voor de goedkoopste, conventionele oplossing zal kiezen. Dwars pleit daarom voor een andere kijk op financieel rendement. Innovatie en rendement gaan volgens hem heel goed samen. Juist wanneer te snel naar de financiën wordt gekeken, kan men op de lange termijn minder voordelig af zijn. De rol van vastgoed, ook financieel, gaat verder dan het gebouw op zichzelf, stelt Dwars. De mens staat centraal. “Het gebouw is een middel. Een middel om medewer-

kers te huisvesten en hun werk te laten doen. Als middel is het gebouw de plaats waar een medewerker enthousiast binnen komt en direct aan de slag gaat, of waar hij of zij zich met hangen en wurgen achter een bureau sleept en moeite heeft zich te concentreren.” Met andere woorden, een gebouw heeft invloed op de arbeidsproductiviteit van werknemers. Een economisch model waar volgens Dwars nog te weinig aandacht voor is. “Daarnaast zijn er ook nog indirecte gevolgen. Wat betekent een gebouw voor de uitstraling van een bedrijf, en welke invloed heeft dat op bijvoorbeeld het aantrekken van personeel. Parameters die nog onvoldoende gedefinieerd worden, maar wel een belangrijke rol spelen.”

Nieuw verdienmodel

Volgens Dwars is er in de bouw een wereld te winnen op het gebied van duurzaamheid, zonder dat daar extra, onverantwoorde kosten voor nodig zijn. “Doe het met bestaande budget en ga anders kijken en inkopen. Verminder het aantal vierkante meters, maak een gebouw efficiënter en slimmer, koop kwalitatief in op producten.” Architectenbureau RAU is al sinds 2008 druk bezig met cradle-to-cradle, op het gebied van bouwmaterialen. Marijn Emanuel legt uit dat het bureau liever ‘levensvatbaar’ als term gebruikt dan ‘duurzaamheid’. “Duurzaam is een bijvoeglijk naamwoord en zegt niet zo veel over waar je naar toe wilt. Fouten kunnen heel duurzaam doorgezet worden. Daarom hanteren wij levensvatbaarheid als term. De zoektocht naar een levensvatbaar systeem, waarin bedrijven en gebouwen op maatschappelijk verantwoorde wijze worden ontwikkeld, is momenteel volop actueel. De gestelde ambities in de hoeveelheid aan akkoorden vragen om een mentaliteitsverandering. In combinatie daarmee zal er een verdienmodel moeten worden ontwikkeld, waardoor verantwoorde keuzes rendabel worden. Het project in Duiven toont dat dit laatste mogelijk is, juist vanuit een andere mentaliteit, waarover vooruitstrevende partijen in de bouw al beschikken. “De wijze waarop de maatschappij momenteel is georganiseerd, is niet vol te houden. Maar ik zie de toekomst hoopvol in. Studenten vinden het namelijk steeds vanzelfsprekender om vanuit dit perspectief te kijken,” aldus Emanuel. Zowel Emanuel als Dwars zijn overtuigd dat de resultaten die zijn geboekt, op het gebied van energie en circulair materiaalgebruik, heel goed kopieerbaar zijn voor de rest van Nederland. De volgende vraag is hoe overheid en bedrijfsleven zo ver komen dat ze even hoog durven inzetten op ambities


36 B+U 1 2016

Aanpakkers in bermenwerk Onderhoud nodig aan bermen of onverharde wegen? Van Berkel Landschap & Infra is uw specialist! Bermen aflagen Bermen aanvullen Bermverhardingen aanleggen Bermen en halfverhardingen profileren

www.vanberkelgroep.eu

t +31 (0) 413 36 32 59 e info@vanberkelgroep.eu

Hoeves 10 5482 NL Schijndel

Duurzaam slopen & bouwen sinds 1934

13319

13425a

Samen bouwen aan een veilige en prettige leefomgeving voor nu en later.

Van bagger naar waardevolle bouwstof.

13330

Unieke ontwateringsmethode Baleen Rapid Dewatering System速. Ontwikkelen | Slopen | Bouwen | Onderhoud

smals.com

Duurzaam slopen & bouwen betekent voor ons niet alleen energiebesparing in huizen en gebouwen, maar ook investeren in de toekomst

ROYAL

SMALS

en in duurzame relaties met onze klanten. Genuakade 1 Kampen T 038 333 20 10 twitter.com/weeverbv

Smals adv Waterschap 90x131.indd 1

020 GROEN

06-05-15 14:01

020GROEN richt zich op alle werkzaamheden in het groen voor instellingen, bedrijven, overheden en particulieren. Wij komen graag bij u langs, om uw wensen en mogelijkheden te bespreken en u van deskundig advies te voorzien.

WWW.020GROEN.NL DANZIGERBOCHT 29 1013 AM AMSTERDAM T: 020 820 4118

13428

020GROEN ONTZORGT!


B+U 1 2016 37

als in Duiven is gebeurd. De eerste, en misschien wel belangrijkste stap is dat men ziet, begrijpt en beseft wat er mogelijk is. Een omdenken, dat verantwoorde keuzes niet altijd meer hoeven te kosten, maar juist ook rendement kunnen opleveren, wanneer vanuit een integrale visie wordt gewerkt.

Energiereductie

Energiereductie is daarin het beste voorbeeld. Energiebesparing levert direct winst, voor zowel de portemonnee als voor het milieu. Daarnaast is een belangrijke les dat een gedeelde ambitie tussen samenwerkende partijen een band schept, waardoor meer mogelijk wordt en iedereen bereid is een stapje extra te zetten. Bouwen vanuit het gevoel ‘goed bezig te zijn’ klinkt misschien goedkoop, maar het werkt wel om bijvoorbeeld zaken bij de gemeente in een stroomversnelling te krijgen, zo merkte Knaap. Bedrijven en overheidsinstanties regelen vaak als eigenaar en opdrachtgever hun eigen huisvesting. Of er al dan niet ambities zijn op gebieden als energiereductie en circulariteit, is afhankelijk van de kennis en ambitie van de mensen binnen een organisatie. Die kennen niet altijd de mogelijkheden van de bouw en zijn vaak specialist op een ander gebied dan vastgoed, waardoor snel een conservatieve weg wordt ingeslagen. Het is niet toevallig dat een energienetwerkbeheerder erin is geslaagd een maatschappelijk verantwoord pand te - laten - ontwikkelen. Ten eerste kan het bedrijf het zich niet veroorloven om de eigen energiehuisvesting niet zo optimaal mogelijk in te richten. Ten tweede heeft het bedrijf, met het opstellen van de vijf ambities, blijk gegeven van een sterk besef van waar de bouw momenteel toe in staat is. Als energienetwerkbedrijf zit Alliander met de neus op de vernieuwingen, in de energiewereld, maar zijdelings ook in de bouw. Zo gezien is het ambitieuze aanbestedingsplan een logisch gevolg van het karakter van de opdrachtgever. De vijf pijlers zijn min of meer een samenvatting van de huidige vernieuwing binnen kantoorgebruik en vastgoedontwikkeling. In theorie zou elke eigenaar zo’n ambitiedocument open in de markt kunnen leggen, maar in de praktijk weet niet elke eigenaar dat dit een succesformule kan zijn.

Transitie

De ambitie voor een transitie naar een meer duurzame, danwel levensvatbare, samenleving wordt onderschreven door heel Nederland. De weerbarstige praktijk, waar idealen en dromen verwezenlijkt moeten worden, blijft achterlopen. Het is in de vastgoedwereld geen cultuur om leefbaarheid, welzijn en maatschappelijke verantwoordelijkheid, als bepalende factoren mee te laten spelen bij de ontwikkeling van een gebouw. Ook overheidsinstanties zijn gewend om financieel rendement als premisse voor een vastgoedproject te zien en van daaruit te redeneren en te argumenteren. Een voorbeeld zijn de bouwleges, die gemeenten berekenen op basis van de financiële investering bij de start van een project, zonder wat wordt gekeken naar wat een project aan maatschappelijke waarde op kan leveren. Zo bestaan er momenteel twee culturen naast elkaar, die elkaar moeten zien te vinden: de noodzaak en ambitie om gebou-

wen minder vervuilend te maken en de andere noodzaak om geld te verdienen met het ontwikkelen van vastgoed. Dat dit samen kan gaan, bevestigt het project in Duiven, maar vanzelfsprekend is dit niet. Er is een omslag nodig in denken, handelen en technische kennis. Naar een systeem waarin de weg naar rendement uit vastgoed vanzelfsprekend via verantwoorde, levensvatbare en groene gebouwen loopt. Het recente klimaatakkoord lijkt de bal neer te leggen bij het bedrijfsleven, voor het ondernemen van actie. De overheid wil vooral verkondiger van de boodschap zijn, maar laat het aan de markt om de handschoen op te pakken. Middels een dergelijke vrije marktwerking is het niet vanzelfsprekend dat er snel een grootschalige transitie plaats zal vinden, aangezien bedrijven binnen de markt als individuen opereren en vanuit het economische systeem als vanzelfsprekend uit zijn op maximale winst. Dit wordt bevestigd door het project in Duiven. Dwars geeft aan dat de opgave voor duurzaamheid een logische bijkomstigheid was van de vraag naar optimalisatie van de werkvloer. Knaap licht de hoge inzet op duurzaamheid als volgt toe: “We weten met z’n allen waar het de komende jaren naar toe gaat op het gebied van energie. Mensen gaan veel meer zelf opwekken en leveren. Dan is het voor ons als energienetwerkbeheerder niet meer dan logisch om daar als organisatie in mee te gaan en een proeflocatie te zijn.”

Vliegwiel voor nieuwe standaard

De quote maakt duidelijk dat zelfs de meest vooruitstrevende bedrijven slechts reageren op signalen uit de samenleving. Dat in feite de burger, de mens, de aanjager is van een transitie. Verandering ligt dus opgesloten in de samenleving. De overheid heeft hier invloed op middels publiciteit, subsidies, onderwijs, wetgeving en opdrachtgeverschap. De uitdaging voor politiek en bedrijfsleven is dus om een transitie te bewerkstelligen naar een systeem waarin het economisch rendabel is om te investeren in maatschappelijk verantwoorde gebouwen. Wanneer de meest verantwoorde keuze ook de meest logische en meest rendabele keuze wordt, zal de markt direct meebewegen en zal niets een transitie op grote schaal in de weg staan. Voorbeeldprojecten, waarbij innovatieve bouwers samen de opdracht krijgen om iets nieuws te verzinnen, kunnen als aanjager van zo’n vernieuwde economie fungeren. Door dergelijke projecten te initiëren, aandacht te geven, en eventueel te subsidiëren, kan een vliegwiel voor een nieuwe standaard ontstaan. Subsidie voor de aanleg van een zonne- of windmolenpark biedt bijvoorbeeld geen structurele verandering, in tegenstelling tot investeringen in de doorontwikkeling van zonnepanelen en windmolens, waardoor de aanleg ervan rendabel wordt zonder subsidie. Hetzelfde geldt voor een verantwoord gebruik van grondstoffen. Daarbij kan een opdrachtgever tegen een consortium zeggen: ‘ik wil 3000 zonnepanelen specifiek op dit dak’, of de opdracht kan zijn: ‘ik wil een energieneutraal gebouw, en zie maar hoe je dat voor elkaar krijgt’. Dat laatste stimuleert natuurlijk veel meer de creativiteit bij bouwers om iets moois te maken en kan uiteindelijk nog voordeliger zijn ook. In ieder geval in Duiven. BOUW+ UIT VOERING


38 B+U 1 2016

Vijf ambities De vijf ambities die Alliander in het ‘aanbestedingsdocument’ formuleerde, zijn uiteindelijk door het consortium op volgende wijze vorm gegeven: Energiepositief De locatie wekt per saldo meer energie op dan het verbruikt. Ook de bouwperiode was energiepositief, doordat er zonnepanelen werden aangelegd aan het begin van het bouwproces. Een belangrijke rol speelt het nieuwe dak, dat als een isolerende klimaatkas fungeert voor de zes gebouwen. Lichtkoepels zorgen dat bespaard kan worden op verlichting. Energie wordt opgewekt door zonnepanelen en het gebruik van grondwater voor warmte/ koudeopslag, waardoor het complex CO2-neutraal is. De samenwerking tussen architect en installatieadviseur resulteerde in een efficiĂŤnte vorm van het atrium, wat betreft ventilatie en verwarming.

Nieuwe werken Door de uitbreiding van 600 naar 1550 medewerkers in Duiven en sluiting van locaties elders, is het kantooroppervlak verminderd, verschillende afdelingen van Alliander bij elkaar gekomen en zijn praktijkruimtes als opleidingslokalen, magazijnen, werkplaatsen en laboratoria bij elkaar gebracht. In het gebouw is hierop ingespeeld door verschillende verdiepingen een verschillend karakter te geven. Zo is er een stilteverdieping, waar een bibliotheekachtige sfeer heerst, een verdieping voor ontmoeting en een verdieping met een kantoorsfeer. Onderling contact tussen medewerkers en afdelingen wordt gestimuleerd doordat koffiezetapparaten op de loopbruggen tussen de gebouwen zijn geplaatst. Deze loopbruggen zijn vormgegeven als ruimten voor ontmoeting. De werkomgeving is tot stand gekomen in samenspraak tussen binnenhuisarchitect en medewerkers.


B+U 1 2016 39

Relatie met omgeving Samen met bedrijven uit de omgeving en gemeentelijke en provinciale overheden is de Groene Alliantie opgericht, dat wil nadenken over duurzame ontwikkeling door bijvoorbeeld uitwisseling van reststromen en energie. Zo wil de gemeente Duiven ruimte bieden aan bedrijven die de transitie naar een duurzame energiehuishouding stimuleren. Dat dit geen holle frase is, heeft Knaap gemerkt toen zij een aanvraag indiende of een geplande snelfietsroute, die door het bedrijventerrein zou gaan lopen, sneller gerealiseerd kon worden, zodat werknemers de fiets kunnen pakken naar kantoor. “Dat is vervolgens gerealiseerd, terwijl het fietspad een project was dat over gemeentegrenzen heen ging en ook de provincie betrokken moest worden. Ik vond het een hele mooie ontdekking dat je, omdat je hetzelfde doel voor ogen hebt, een versnelling kunt aanbrengen in zo’n proces.”

Integraliteit Integraliteit is toegepast door te zoeken waar de ambities elkaar overlappen en door steeds, ook op financieel gebied, het totaalplaatje voor ogen te houden. Dat betekent dat waar ergens bezuinigd kan worden, budget overblijft om op een andere plek te investeren. Dat niet alleen naar de realisatiekosten wordt gekeken, maar ook onderhouds- en energiekosten van de komende vijftien jaar worden doorberekend. Dat geeft ruimte om te investeren. Daarnaast werd integraal, middels cocreatie, met elkaar samengewerkt. Het consortium vormde met de opdrachtgever een gezamenlijk blok, dat tijdens het project steeds bleef nadenken over eventuele verbeteringen. Eugenie Knaap, projectleider namens Alliander, noemt als voorbeeld van het belang van de samenwerking, het feit dat de installatieadviseur en de architect samen aan tafel zaten tijdens de ontwerpfase van het nieuwe dak. Dat dak was de grootste opgave wat betreft nieuwbouw en moest een energiezuinig ontwerp krijgen. “Het komt vaak voor dat de architect een ontwerp tekent, waarna de installatieadviseur er achter komt dat het ontwerp niet optimaal is voor de technische installaties of energiegebruik. Overleg tussen architect en installatieadviseur aan de tekentafel leidt tot een optimalisatie, minder installaties, minder energieverbruik.”

Circulariteit Het consortium sprak de ambitie uit om minimaal 80 procent van de aanwezige materialen op de locatie in Duiven te hergebruiken. De bouwlocatie werd daarbij als akkerland benaderd, aldus Onno Dwars van VolkerWessels. “We hebben alle grondstoffen maximaal hergebruikt. En optimaal gekeken waar we energie konden oogsten middels zon, water en wind op locatie. Zo wordt regenwater opgevangen om toiletten door te spoelen en planten water te geven.” Ook de medewerkers van Alliander droegen hun steentje bij. Een medewerker bij de inkoop tipte dat oude bedrijfskleding in een fabriek terecht komt waar isolatiemateriaal wordt geproduceerd. Door dit isolatiemateriaal te gebruiken voor de locatie in Duiven werd de cirkel rond, het gebouw wordt in feite geïsoleerd met de oude werkkleding. Een ander onderdeel is het grondstoffenpaspoort, dat is ontwikkeld door architectenbureau RAU. Van al het materiaal op de bouwplaats wordt zorgvuldig gedocumenteerd wat de eigenschappen zijn. Zo kunnen ideeën voor hergebruik ontstaan en ook wordt hergebruik in de toekomst mogelijk. Een gedegen basis om nieuwe manieren te verzinnen hoe grondstoffen hergebruikt kunnen worden. Dat ging zover dat afvalhout, bestemd voor de oven, met behulp van TNO opnieuw is gedefinieerd. Door verschillende brandproeven werden de eigenschappen van het afvalhout bepaald en kreeg het een nieuwe identiteit als grondstof, uiteindelijk bruikbaar voor design binnengevels die zijn toegepast. Van de oorspronkelijke staalconstructie is 93 procent hergebruikt. Betongevels aan de buitenkant van het gebouw werden vermalen en als basis voor de aanleg van de atriumvloer gebruikt.


Bits, Bricks & Behaviour Wat doen we met technologie in gebouwen? Wat doet technologie eigenlijk met een gebouw en wat doet het met de gebruiker van een gebouw? Tijdens de Nationale Conferentie Gebouw Automatisering, ‘Bits, Brics & Behaviour’, begin november 2015, kwam het heel pregnant over de bühne. TEKST KEES GROENEVELD


B+U 1 2016 41

K

eynote speakers van Cisco, Deloitte, Microsoft, Plantronics en de TU Eindhoven rolden over elkaar heen om duidelijk te maken wat er allemaal staat te gebeuren in de wereld van The Internet of Everything. Ronduit verontrustend. Lees ook het boek ‘Het Digitale Proletariaat ‘ van Hans Schnitzler maar eens…. ‘Futurologenpraat, ver van ons bed’ denken veel bedrijven uit de vastgoedwereld. O ja? Wat bleek uit de andere vijftig verhalen tijdens de conferentie? Het is er overal al in gebouwen. Overal hangen camera’s gekoppeld aan databases. Overal registreren sensoren allerlei variabelen die beïnvloed worden door menselijk gedrag en dus analyse van dat gedrag mogelijk maken. Hoe kunnen we anders het klimaat in een gebouw adequaat regelen, energie-efficiënt opereren, toegangscontrole uitoefenen? Dat willen we toch allemaal?

men met gegevens van mensen. De vraag is niet langer óf we big data gaan toepassen. Het is al overal aanwezig. De kwestie is hoe we er mee omgaan en wie welke verantwoordelijkheid heeft en neemt. Het voorbeeld dat Roel van Rijsewijk van Deloitte schetste in april tijdens het FHI federatiecongres: Vier mensen zitten in een zelfsturende auto. Een kind steekt onverwachts de weg over. De auto moet kiezen; met de vier inzittenden tegen een boom of het kind overrijden. Leggen we de keuzeverantwoordelijkheid bij de programmeur van de zelfrijdende auto? Het probleem is er al en is niet op te lossen met een wetje over meldingsplicht datalekken, zoals die per 1 januari 2016 van kracht is geworden. De vraag is al helemaal of wetgeving hier oplossingen biedt.

Ladingen data worden verzameld in ziekenhuizen. Je omgeving zodanig beïnvloeden dat je in een kantoortuin ongestoord kunt werken en telefoneren, dat regel je op basis van geluidsarchitectuur, via sensoren en gedragsprofielen. Moderne ouderenzorg met een hoge kwaliteit van leven, ook boven de 75 jaar? Onbestaanbaar zonder datasyste-

Twee dingen. De problematiek moet hoog op de agenda bij zowel bedrijven als overheden en maatschappelijke organisaties. Ten tweede, en daar kunnen we vandaag mee beginnen, we moeten zorgen dat de mensen die digitale systemen bouwen en beheren, competent zijn en daar naar betaald krijgen. Dat besef ontbreekt nog steeds in de wereld van installatie en bouw. Het gaat hier niet meer om ‘installatie’werk, maar om ICT hardware/software systeemarchitectuur.

Het nieuwe Europese hoofdkantoor van Plantronics op Park 20|20 Hoofddorp

Seats2Meet in de toekomstige stadscampus voormalige lochal bij station Tilburg

Het gebouw wordt in de zomer van 2016 opgeleverd als Plantronics ‘Soundscape’. De naam verwijst naar de technologie van het bedrijf zelf, professionele systemen in de sfeer van headsets en alles wat te maken heeft met geluidselektronica. Plantronics bouwt in het bedrijf een ‘geluidslandschap’ waar digitale technologie zorgt voor optimalisering van werkplekken. Tegelijk bouwt het bedrijf, waarin ook de Nederlandse uitvinder van Blue Tooth Jaap Haartsen werkzaam is, zijn kantoor volgens het ‘cradle to cradle’ principe. Dankzij de automatiseringstechnologie dus. Het was senior VP en Managing Director Pantronics Europe & Africa Philip Vanhautte die op de conferentie in november een en ander presenteerde.

Seats2Meet is een franchise organisatie voor de exploitatie van een kantoorhotelconcept op basis van wat men zelf noemt ‘The Serendipity Machine’. Alles is er op gericht dat mensen die ruimte huren ook met elkaar in contact komen en daar toegevoegde waarde uit halen. Uiteraard is de inzet van social media daarbinnen heel belangrijk. Omdat men zelf beseft nog lang niet uitputtend gebruik te maken van alle technologische mogelijkheden, legde Roger van den Berg in de conferentie de vraag neer om mee te denken. De voorbereiding van een concreet project gebruikte hij als kapstok: de herontwikkeling van de oude grote locomotiefhal bij het station van Tilburg tot een multifunctionele ‘Stadscampus’.

Uit de voorbereiding van de opleiding voor systeemarchitect gebouwautomatisering blijkt hoe nauw dat luistert. De FHI-brancheorganisatie voor gebouwautomatisering en TVVL werken hier samen hard aan. Het is te hopen dat het niet weer zo gaat als wel vaker in de installatie en bouw: het woord wordt omarmd, maar vervolgens blijft iedereen opereren zoals hij altijd al deed. We noemen het nu systeemarchitectuur, maar we blijven houtje touwtje aanrotzooien zonder kennis van zaken. Ja, dan vráág je enerzijds om strenge wetgeving en blijf je anderzijds de markt zodanig op het verkeerde been zetten, dat de potentie van de technologie er nooit uit komt en elke investering er één te veel is. “Waar moet je voor uitkijken?” Daarover moet het gaan volgens Masi Mahammadi van de TU Eindhoven. Als je daar steeds de antwoorden op weet te vinden, dan kunnen we alleen maar beter worden van technologie. Wat een mooi vooruitzicht in het nieuwe jaar, dat we kunnen constateren dat de conferentie van november de hele keten op het goede spoor heeft gezet en dat er dit jaar een passend vervolg komt. Veel voorbeeldprojecten kwamen langs, reeds uitgevoerd, in uitvoering of nog in de ontwikkelfase. Een aantal daarvan uitgelicht.

Zero Energy Hotel Breeze Amsterdam IJburg Een volledig nieuwe technologie gaat worden toegepast bij de bouw van Hotel Breeze in IJburg. Wetenschapper Ben Bronsema van de TU Delft bedacht de technologie op basis van zijn jarenlange ervaring met klimaatsystemen in gebouwen. Samen met ‘groene’ projectontwikkelaar Dutch Green Company presenteerde hij hun plannen voor een hotel dat zichzelf van energie moet gaan voorzien op basis van het EWF, Earth, Wind & Fire principe. De drie elementen van het EWF-concept zijn een Powerdak, de Klimaat cascade en de Zonneschoorsteen. De Klimaat cascade is wellicht het meest vernieuwend. Het werkt als een ­natuurlijke warmtewisselaar, terwijl de ­zonneschoorsteen een schacht is waarin de zonnewarmte geoogst wordt om het gebouw en het tapwater op te warmen.


42 B+U 1 2016

B+U 1 2016 42

“Futurologenpraat, ver van ons bed.” De heren waren eerlijk bij hun presentatie. Ze wisten nog niet hoe een en ander regeltechnisch moet gaan passen in de digitale wereld, maar het is duidelijk dat het project daar niet zonder kan.

Zorgcentrum Savelberg Gouda In gebouwen voor de zorg gaat het hard. Overal duikt automatiseringstechnologie op. De weegschaal tussen de voor- en nadelen van het volgen van mensen slaat al snel door. Bijvoorbeeld als het gaat om dementerende ouderen daarmee meer bewegingsvrijheid te geven. Uit het voorbeeld van zorgcentrum Savelsberg in Gouda blijkt dat de toepassing eigenlijk in vrijwel ieder gebouw relatief eenvoudig is te realiseren. Het werkt daar alleen maar positief. ‘Dwaaldetectie’ heet het en het werkt via slimme camera-sensoren in combinatie met tags die worden gedragen als een soort polshorloge. De begeleiders in het zorgcentrum kunnen alles volgen met een normale smartphone. Zorgcentrum-directeur Irene Feenstra telde tijdens de conferentie een dubbele benefit: de patiënten krijgen een hogere kwaliteit van leven en het personeel wordt minder belast.

De voormalige De Gruyter fabriek ’s Hertogenbosch Ook bij herontwikkeling blijkt een technologische aanpak vanuit zon, lucht, aarde en water, goede basisvoorwaarden te kunnen zijn. Joost de Bruijn van BOOST Herontwikkeling gebruikte deze benadering voor de herontwikkeling van de oude De Gruyter fabriek in ’s Hertogenbosch. Als de basis voldoende is om gedeeltes van een groot oud gebouw te kunnen exploiteren, dan kan daarna worden geïnvesteerd in verdere technologische ontwikkeling voor toekomstige gebruikers. Hoe snel de tech­ nologische ontwikkeling qua digitale infrastructuur ook gaat, naar de aard van de nieuwe open netwerktechnologie worden

aanpassingen steeds gemakkelijker te realiseren.

Park Strijp Eindhoven De voormalige grootschalige Philips fabriekswijk Strijp-S, naast het PSV stadion in Eindhoven, wordt een Smart City visitekaartje. De ambities van de gemeente Eindhoven en partner VolkerWessels liggen hoog. ‘Integrated Connectivity’ is het toverwoord. In de stad is overal inmiddels sprake van the Internet of Things. Door netwerken te koppelen, te integreren, de beschikbare data als informatie beschikbaar te maken, wordt het stadsdeel hip en aantrekkelijk voor alle functies die mensen in de stad willen ervaren. Alwin Bloem is als manager door de gemeente gedetacheerd bij Park Strijp Beheer. Zijn aanstekelijke verhaal op de conferentie bewijst hoe zeer een lokale overheid een voortrekkende rol kan vervullen in revitalisatie met gebruik van nieuwe technologie in de gebouwde omgeving.

Kasteel Biljoen in Velp technologie achter het behang geplakt Kasteel Biljoen in Velp is van significante historische waarde. Het werd aangekocht door het Gelderse Landschap, uit de nalatenschap van de laatste bewoner. In diens testament stond dat het ook in de toekomst bewoond moet blijven. De oplossing: een restauratie waarin alles in de oorspronkelijke staat wordt hersteld, maar waarbij het pand via moderne technologie bewoonbaar wordt voor huurders van deze tijd. Het is te danken aan een combinatie draadloze en bedrade digitale netwerktechnologie dat het is gelukt. Koen van de Donk, directeur-eigenaar van Hevac Controls, vertelde tijdens de conferentie hoe de nieuwe bewoner, een Nederlands/Amerikaanse plastisch chirurg, nu met een app alles onder controle houdt in het kasteel. In de kamers zijn alleen de oude porseleinen schakelaars te zien. De intelligentie is achter alle schakelaars weggewerkt. Ook de tientallen mediakoppelaars, die de draadloze signalen van alle schakelaars

en sensoren opvangen en naar de visualisaties doorsturen zijn, soms letterlijk, achter het behang geplakt.

Erasmus Universiteit virtuele classrooms Universiteiten hebben veel gebouwen in gebruik. Wetenschappers stellen hoge eisen aan de infrastructuur in die gebouwen. Maar studenten tegenwoordig ook. Zij zijn van de generatie die gewend is altijd, overal, met iedereen te kunnen communiceren, ‘all over the world’. De Erasmus Universiteit Rotterdam ervaart dat elk gewenst college waar ook ter wereld gevolgd moet kunnen worden. De audio/video diensten en het ICT netwerk van de universiteit zijn daarom volledig geïntegreerd. Ondersteund door de firma AMX Harman, liet Gert van Ginkel van de EUR in de conferentie zien hoe ver dat gaat en hoe de netwerkstructuur is opgebouwd en wordt uitgebreid. Alles is overal altijd beschikbaar.

KPN Datacenter HTC Eindhoven Het beste bewijs dat de digitalisering overal is, wordt wellicht gevormd door de enorme booming business van datacenters. Ze rijzen als paddenstoelen uit de grond. Vrijwel elke campus telt inmiddels één of meer van dergelijke gebouwen. Recent opende burgemeester Van Gijzel het KPN datacenter op de High Tech Campus in Eindhoven. Het is het eerste Tier IV datacenter in Nederland, hetgeen inhoudt dat een enorm hoge graad van beschikbaarheidszekerheid is gegarandeerd. Dat tegelijk KPN voor dit gebouw de ICT Milieu Award heeft gekregen is eigenlijk wat paradoxaal. Een zwaar op energie leunende, complexe technologie infrastructuur combineren met het realiseren van scherpe milieudoelstellingen is een heftige uitdaging. Ronald van Veen, Consultant Cyber Center Services bij KPN en Martin Matse, CEO bij System Integrator PerfIT, maakten duidelijk dat je met inzet van de juiste expertise de complexiteit en de paradoxale stress onder controle kunt krijgen en houden. BOUW+ UIT VOERING


Thema

Gemeente Rotterdam als gastheer voor begroeide daken De gemeente Rotterdam is al vele jaren actief in zijn beleid om meer begroeide daken te laten aanleggen. Middels subsidieregelingen en evenementen zoals Rotterdamse Dakendagen (10-12 juni 2016) wordt veel aandacht aan het voor de gemeente noodzakelijke groen-blauw aspect van groendaken geschonken en is in Rotterdam inmiddels een behoorlijk aantal spraakmakende projecten gerealiseerd. Snel genoeg gaat het vergroenen van alle platte daken binnen haar gemeentegrenzen zeker nog niet vandaar de deelname van de gemeente aan de Green deal Groene Daken waar wordt gekeken hoe het toepassen van groendaken kan worden versneld. In Rotterdam bezochten de 43 deelnemende partijen aan de Green Deal Groene Daken enkele spraakmakende projecten.

Dakakker De ‘Dakakker’ ligt op het oude kantoordak van het Schieblock net naast het Hofplein en is onderdeel van de nieuwbouw stadsontwikkeling Rotterdam Central District. Vanwege de crisis is de uitvoering van het stedenbouwkundige plan, vanaf het station naar het Hofplein, al enige jaren uitgesteld. Op het bestaande dak van het oude kantoor wordt al enige jaren groente gekweekt in de volle grond (daksubstraat). Het Rotterdams Milieucentrum heeft indertijd met de oude

eigenaar en samen met ZUS architecten en steun van de gemeente Rotterdam (inmiddels eigenaar van het pand) de Dakakker ontwikkeld als oogstbare tuin, vergroening voor de stad en waterbuffer tijdens piekbelastingen van regenbuien. De moestuin is gerealiseerd op de oude dakbedekking van het kantoorpand dat nog steeds op de nominatie staat om een keer gesloopt te worden. De dakrand is voorzien van een inventieve, lichtgewicht gecoate EPS opstand in de vorm van een bak die na plaatsing gevuld wordt met substraat en dient als

Pagina 43


Green Deal Groene Daken

veilige dakrand. Inmiddels zit het oude kantoor, na leegstand, weer geheel gevuld met allerhande creatieve bedrijfjes en is de Dakakker een voorbeeld voor Europese initiatieven voor dakmoestuinen en trekt het jaarlijks veel toerisme vanuit Azië en is recent de gemeente Rotterdam de nieuwe eigenaar van het kantoorpand geworden. Leveringen aan restaurateurs, rondleidingen, connecting the people zoals ook op de dakmoestuin Zuidpark in Amsterdam, workshops en verhuur met catering van het dakpaviljoen zijn momenteel de grootste verdienmodellen van de Dakakker. Of het uitsluitend telen van groente op daken rendabel is blijft natuurlijk de vraag. “Inclusief de aantrekkingskracht van toerisme, buitenlandse bezoeken en alle netwerkcontacten in de wereld vanuit de Rotterdamse havenstad en verhuur van het paviljoen voor bijeenkomsten kan het, overigens met een kleine subsidie van de gemeente Rotterdam, nog steeds uit”, aldus Emile van Rinsum, directeur van het Rotterdams Milieucentrum. Binnenkort wordt het dak van het paviljoen op de dakakker verder ontwikkeld tot permanente regenwateropvang voor hergebruik van regenwater op de dakakker.

Rotterdam Hofplein naar Den Haag en Scheveningen -nog aanwezig vanaf het station Hofplein tot aan de rijksweg A20- is jaren geleden voor het dakgedeelte op het Station Hofplein door ZUS architecten een ontwerp gemaakt en is de status van het gehele traject een Rijksmonument.

Hofbogen

Het eerste gedeelte, station Hofplein is al enige jaren voorzien van de juiste dakbedekking en de onderliggende ruimtes zijn inmiddels verhuurd aan ondernemers voor ludieke winkels en verschillende restaurateurs waaronder een sterrenrestaurant.

Het aan de overzijde van Schieblock liggende treinemplacement, genaamd De Hofbogen (officieel vroegere naam het Hofpleinviaduct) bestaat uit een 1,9 km lange oude spoorlijn gelegen op in eerste aanleg open bogen die later werden omgevormd naar dichte verhuurbare ruimte voor het gebruik als kleine winkel, werkplaats of café. Destijds een bakermat voor activiteiten maar in de jaren ’90 inzet van verdere verpaupering. In 2006 kochten vier woningcorporaties het verpauperde viaduct en inmiddels is het eigendom van Hofbogen bv, bestaande uit de Rotterdamse samenvoeging van deze woningcorporaties tot Havensteder en Vestia. Voor deze vroegere spoorlijn van

Pagina 44

In beginsel hebben de crisis en wellicht het diverse eigenaarschap van de beide woningcorporaties nog niet geleid tot het gewenste resultaat om het langgerekte dak te voorzien van een volledige inrichting. De mooie plannen zijn zeker door de crisis vanaf 2008 onder druk komen te staan om snel en daadkrachtig het volledige spoorweg­ emplacement om te vormen tot groen-blauw gebruiksdak met wandelgebieden. In 2015 is nog door Pro Rail een aanbesteding afgeblazen om door aannemers het volledige dak van de hofbogen vrij van spoorstaven, dwarsliggers, bovenleidingsportalen en grind op te leveren inclusief een nieuwe duurzame waterdichting. Deze werkzaamheden konden nog alleen onder de ontvangen EFRO (Europees Fonds voor regionale Ontwikkeling) subsidie in 2015 gerealiseerd worden. De offerte van de enig overgebleven inschrijver met de daarbij meegerekende risico’s voor te laat opleveren lag ver boven budget.

Langzaam komt ook de dakinrichting op gang van dit gedeelte. Het oude stationsgebouw Hofplein wordt opgeknapt en krijgt deze zomer een dakterrasfunctie met inrichting van een heuse dakgaard met fruitbomen en het gebruik van oude rails als omlijsting van wandelpaden. Hekwerken zijn geplaatst en een deel van het dak krijgt straks een functie als evenemententerrein. Rob Luyk van Binder Groenprojecten,


die de huidige groene inrichting realiseert, gaf tijdens zijn rondleiding aan dat er al vele jaren wordt gesproken over de plannen. Nog onbekend is wat er verderop gaat gebeuren en de afgelopen jaren is ook veel geld verspild aan dit eerste gedeelte. “Onze inrichting wordt momenteel gerealiseerd bovenop een deelinrichting die enige jaren geleden al is uitgevoerd door andere bedrijven.” Als de vraag wordt gesteld hoe het jaarlijks groen en onderhoud is geregeld geeft hij aan: “de aanleg van het eerste nieuwe gedeelte wordt nu gerealiseerd, voor wie het groenonderhoud is in de toekomst weten wij nog steeds niet. Een eerste stap is gezet om in ieder geval van de zomer gebruik te gaan maken van een mooi Rotterdams gebruiksdak.”

Commissie, recent in Groene Poort gesproken over het nieuwe programma: ‘Nature Based Solutions in Renaturing the Cities,’ waarbij 250 miljoen euro beschikbaar gesteld wordt voor het versneld vergroenen, verduurzamen en leefbaar maken van de stedelijke omgeving in Europa. Het programma Nature Based Solutions is ontwikkeld door een expertgroep waaraan ook VHG directeur Egbert Roozen heeft deelgenomen. Het plan beoogt een systematische aanpak, die niet alleen gericht is op technologische innovaties, maar ook nieuwe businessmodellen onderzoekt. Het programma richt zich op het ontwikkelen van nieuwe kennis en vaardigheden en op sociale innovaties.

De High Line van Rotterdam

Ontwikkelingen

Leven op Daken heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar veranderingen in de stad New York na oplevering van de High Line op een vergelijkbaar spoorwegemplacement zoals in Rotterdam en hierover gepubliceerd. Positieve aantrekkingskracht voor heel veel toeristen, groene wandelgebieden voor de eigen stadbewoner en daardoor de snel opgewaardeerde omgeving, geven een enorme boost aan de economische omstandigheden van de naastgelegen bebouwde omgeving. De renovatie van oude panden, nieuwbouw en aantrekkingskracht voor nieuwe horeca met winkels is versneld en inmiddels in die gebieden gerealiseerd. Bewoners bedanken openlijk, middels tekstborden op de gevel, de burgemeester voor deze actie om de High Line te realiseren. Rotterdam heeft wat dat betreft met Hofbogen het toekomstige goud in handen en voldoende mogelijkheden om met dit Rijksmonument New York te gaan evenaren.

Inmiddels zijn bestaande en bewezen daktuintechnieken voor waterbuffering en waterberging te koppelen aan reinigingstechnieken van regenwater tot waterkwaliteiten die geschikt zijn voor hergebruik van water in en rondom nieuwbouw of renovatie projecten. Het gereinigde opgeslagen water is inzetbaar voor toiletdoorspoeling, waswater, bluswater en met kleine aanpassingen zelfs voor drinkwater. Deze ontwikkelingen zijn nu nog gemakkelijk inpasbaar bij de herinrichting van het 1,9 km langgerekte Hofbogen op het gebruiksdak waarbij een andere hoge waarde wordt toegekend voor de verbetering van de stedelijke biodiversiteit. Als het dak eerst volledig wordt ingericht komt, zo blijkt ook uit het onderzoek in New York, de verhuur van onderliggende ruimten en economische aantrekkingskracht naar alle omliggende wijken vanzelf. Nog altijd wordt vaak vanuit de economische gedachte anders beredeneerd: eerst de verhuur regelen en daarna de omgeving. Met als eerste inzet een groene ‘mindset’ en op langere termijn de economische opbrengst heeft New York een voorbeeld gesteld voor Rotterdam. Vooralsnog voor alle partijen in Rotterdam een wijze van anders gaan denken en vooral doen; oftewel een typerende uitspraak van Rotterdammers: geen woorden maar daden!

Brussel Wellicht ook met steun vanuit Brussel voor grootschalige demonstratieprojecten. In het kader van Horizon 2020 heeft Kurt Vandenberghe, Directeur Climate Action and Resource Efficiency bij de Europese

Pagina 45


46 B+U 1 2016

Bijl produceert complete bruggen, daarnaast biedt BIJL voor renovaties van brugdekken diverse gecertificeerde GVK brugdekplanken. Bezoek onze vernieuwde website www.bijlbruggen.nl voor meer informatie.

Markweg Zuid 34 4794 SN Heijningen Tel. +31 167 521 717

www.bijlprofielen.nl www.bijlbruggen.nl www.bijlpolykast.nl

13384

Riothermie Energie uit afvalwater! Dagelijks verdwijnt er veel energie via de riolering.

n Horizontale bodeminjecties voor droge bouwkuipen

Dat kan ook anders!

n Constructieve waterglasinjecties voor bodemstabiliteit

Onze specialisten adviseren u graag over het benutten van deze energie: riothermie.

n Vochtbestrijding nieuwbouw en bestaande bouw n Betonreparaties

De Soil-ID groep ontzorgt bouwers 猫n opdrachtgevers

Afvalwater Water zuiveren bij de bron! Nederland denkt meer en meer na over alternatieven voor de verwerking van afvalwater. Copier is gespecialiseerd in het adviseren en realiseren van slimme oplossingen voor decentrale afvalwaterzuivering.

www.soilid.nl

Soil-ID bouwkundige bodeminjecties Rudonk 2, 4824 AJ breda T: 076 - 54 98 370

Copier Milieu en Water 路 Adviseurs & Ingenieurs voor de buitenruimte w www.copiergroep.nl 路 T 0318 63 47 47 路 E info@copiergroep.nl 13398

Schaikmat

Rijshout

Wilgentenen

13412

Vossenpassenweg 5-9 4031 KR Ingen Telefoon 0344-60 25 48 Fax 0344-60 33 86 info@vanschaiksalix.nl

Zinkstukken

www.vanschaiksalix.nl 13410


Staalkabels Staalkabelnetten

varia

Hans Jansen Staalkabels/Tuigerij is gespecialiseerd in het verwerken van staalkabels met eindverbindingen voor bouw & industrie zoals gespannen overkappingen, balustraden, trappen, r.v.s. staalkabelnetten e.d.

Life Science Incubator De nieuwe Life Science Incubator (LSI) van de Universiteit Utrecht is een uniek gebouw met een duurzaamheidcertificaat BREEAM-Outstanding. De innovatieve gevel van Hermeta Gevelbouw heeft aan deze twee aspecten mede bijgedragen.

Het HF Freedesign® paneel is een composiet materiaal van 70% minerale vulstof en 30% acrylaat. Het voordeel van dit materiaal is dat het makkelijk te vormen, te lijmen en te bewerken is. Het materiaal staat bekend als zelfreinigend en wordt dus niet snel vuil. Dat komt door het hydrofobe karakter, door het gladde, en gesloten oppervlakte. Het HF Freedesign® paneel is in het project LSI 1.80 meter breed en uitgeslagen ongeveer twee meter lang. Deze is opgebouwd uit een geïsoleerd gebogen paneel dat in de aluminium geconstrueerde vliesgevel wordt opgenomen. Een groot deel van de gevels is

vlak, en wordt in glas uitgevoerd. Triple glas, in plaats van de meer bekende dubbele beglazing. Het betreft een zonwerende beglazing, welke in combinatie met de schuine positionering van de gevel een natuurlijke zonen warmtewering weet te geven. Hermeta heeft de complete verticale gebouwschil geëngineerd en voor aanvang van start-productie een twee verdieping hoge en twee gevelstroken brede mock-up opgebouwd. Dit om de door haar ontwikkelde gebouwschilconstructie te laten testen op wind- en waterdichtheid door een onafhankelijke partij, namelijk IBS uit Zwijndrecht. Uiteindelijk is het gebouw ook getest na oplevering, en wel op Qv10, dit werd uitgevoerd door middel van het creëren van een onderdruk, gelijk aan de druk bij extremere weersomstandig­heden. Zoals harde wind. De door Hermeta geleverde gebouwschil wist deze praktijktesten glansrijk te doorstaan.

Meten • Maken • Monteren • Kijk voor meer info op:

WWW.staalkabelnetten.nl

13349

Hermeta is al bijna honderd jaar een toonaangevende Nederlandse onderneming met een breed pakket van bouw- en industrie-­ gerelateerde producten en is verantwoordelijk voor de gehele verticale gebouwschil van het pand: Dit betreft ongeveer 3.000 m2 . Bijzonder aan de gebouwschil is zijn vorm en gekozen materiaal. De gevel hangt op de bouwlagen 1 t/m 4. 15 graden voorover en het HF Free­design® composiet paneel ­verbindt met een kwartronde vorm de boven elkaar liggende gevel­elementen.

Hans Jansen Staalkabels/Tuigerij Koperweg 11 M (industrieterrein Heimanswetering) 2401 LH Alphen aan den Rijn tel.: 0172-519172 fax: 0172-518913 info@tuigerij.nl


48 B+U 1 2016 Biodivers BV

Inheemse zaden voor duurzame biodiversiteit De Spaanse ruiter, tengere rus, kleine leeuwentand of de kale jonker. Geen alledaagse namen voor iedereen. Voor eigenaar Peter de Groot van maatwerk en ecologisch adviesbureau Biodivers is dit dagelijkse kost. Zijn bedrijf Biodivers is gespecialiseerd in het verzamelen, kweken en oogsten van inheemse bloemen- en plantenzaden. “Inheems erfgoed”, noemt Peter de Groot dat ook wel.

D

e zaden oogst Biodivers op verschillende plaatsen in Nederland. Dat ligt helemaal aan de plek waar een bloem of vegetatie goed gedijt. Op zijn eigen terrein in Oudewater worden kwetsbare en zeldzame soorten gekweekt. Als een van de weinige zadenleveranciers in Nederland oogst Biodivers in natuurreservaten. Onder de klanten van het bedrijf bevinden zich particulieren, overheden en bedrijven. Elke avond lopen de medewerkers van Biodivers door het veld in Oudewater om de zaden met de hand te oog-

“Inheems erfgoed” sten. Op de andere locaties worden de zaden machinaal geoogst of met een dorsmachine, een-assige maaibalk of met de zeis. De zaden worden vervolgens gedroogd en geschoond om verdeeld te worden in mengsels, afgestemd op bodem, waterhuishouding, locatie en het beoogde doel. Het duurt circa een tot drie jaar na inzaai, voordat alle soorten zich goed hebben ontwikkeld en kan worden vastgesteld of de ingezaaide soorten zich hebben gevestigd, het zgn. peiljaar. Dit is belangrijk om op tijd het beheer bij te kunnen stellen. Biodivers


Biodivers BV B+U 1 2016 49

Toepassingen van de zaadmengsels Akkerranden Bedrijfsterreinen Bermen algemeen Boerenerven Dijkverzwaring en grondtaluds Recreatieterreinen Natuurterreinen Natuurvriendelijke oevers Parken, landgoederen en terreinen van defensie Herinrichting bouwgronden Paardenweiden en bijenweiden geeft tevens ecologische en beheersadviezen aan haar klanten en geeft desgewenst een nazorg van drie jaar. Volgens De Groot vraagt elke locatie namelijk om andere zadenmengsels aangezien de ene bodem de andere niet is. Om de kennis over de zaden en zaaien door te geven start Biodivers in het komende voorjaar met het geven van cursussen zodat de kennis niet vergeten wordt.

Oorsprong

Het bedrijf vond zijn oorsprong in 1992, naar aanleiding van een internationaal Biodiversiteitsverdrag, gesloten in datzelfde jaar tijdens een milieutopoverleg in Rio de Janeiro, waarbij de aangesloten landen zich verplichtten de natuurrijkdommen in eigen land te behouden en te verrijken. Peter de Groot nam in 2004 het bedrijf over en draagt sindsdien bij aan het behoud van de flora en fauna in Nederland. Elke dag is een dag vol energie en inspiratie. Het is dan ook het doel van De Groot om te zorgen dat de inheemse zaden in Nederland worden verspreid. En dat is hard nodig want ook planten kunnen uitsterven wat weer gevolgen heeft voor de ecosystemen en dus de biodiversiteit. De samenhang tussen planten en dieren is van levensbelang. Bijen en vlinders zijn sterk afhankelijk van de loka-

Biodivers BV

Hoenkoopse Buurtweg 51 3421 GB Oudewater

le flora voor voedsel en dus voorplanting. Op het ogenblik is de bijensterfte een groot probleem. Zonder hen is bestuiving van bomen, planten en bloemen immers veel minder vanzelfsprekend en zal de voedselproductie in de landbouw minder efficiĂŤnt gaan worden.

Honey Highway

Om deze bijensterfte tegen te gaan is het project Honey Highway in het leven geroepen. Honey Highway is een initiatief van Deborah Post, waarbij de bermen van rijkswegen ingezaaid worden met biologisch bijenbloemenzaad en onderhouden worden zodat er een natuurlijk evenwicht ontstaat. Belangrijk voor de bijen is dat ze voldoende voedsel - nectar en stuifmeel - kunnen halen over een zo lang mogelijke periode om zo goed overwinteren mogelijk te maken. De rijkswegen zijn uitermate geschikt omdat dit, op natuurgebieden na, de enige onbespoten schrale grond is. De rest van Nederland bestaat uit raaigras en ook de boer zou gedeeltelijk over moeten stappen op kruidenrijk grasland. Koeien, bijen en weidevogels zouden hier heel blij van worden. Zeven kilometer A4 van Delft naar Schiedam is het begin en zal navolging krijgen door heel Nederland. Biodivers heeft, in samenwerking met Rijkswaterstaat, Gemeente Midden-Delfland, Provincie, burgers, sponsoren en bedrijven, de kennis voor het realiseren van een blijvend bijenparadijs in de bermen langs de rijkswegen. Een mooi voorbeeld van een ander project waarbij Biodivers zich inzet voor het behoud van de bijen is het natuurontwikkelingsproject bij bierproducent Heineken in Zoeterwoude. Heineken is bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen en wil onder andere graag iets doen tegen de bijensterfte. Biodivers heeft Heineken hierover geadviseerd en de zaadmengsels geleverd die in april 2013 zijn ingezaaid. Zo zijn intensief gemaaide gazons omgevormd tot bloemrijke weiden en bruikbaar geworden voor bijen.

Speciale mengsels

Biodivers heeft 72 typen zaadmengsels beschikbaar, welke zijn samengesteld voor speciale cultuurtechnische toepassingen. In overleg kunnen mengsels voor specifieke situaties worden samengesteld, zoals bijvoorbeeld een mengsel met relatief meer drachtplanten voor vlinders en bijen, WADI-mengsels, kruidenrijk graslandmengsels, etc.

T 0348-560286 F 0348-460691

E info@biodivers.nl I www.biodivers.nl


50 B+U 1 2016 De Ruijter Infra

Specialist in machinale bestratingen Bijna vijftien jaar geleden richtte Kees de Ruijter het bedrijf De Ruijter Infra op. Zes jaar later stapte ook broer Jan het bedrijf in. Samen vormen zij de spil van de organisatie en zijn zij volledig op elkaar ingespeeld. Samen met hun zes man personeel - stratenmakers, oppermannen en machinisten - zetten zij zich iedere dag in om elk project met succes af te ronden.

H

oewel het aannemersbedrijf niet groot van omvang is, is het wel degelijk groot van naam. Met hun moderne machinepark voeren zij zowel infrastructurele werkzaamheden uit als projecten in groenvoorziening. Dit voor zowel bedrijven als particulieren. De Ruijter Infra is VCA-gecertificeerd en alle werknemers zijn in het bezit van een veiligheidspaspoort. Dit stelt ze in staat om overal hun werkzaamheden uit te voeren. De beide broers vinden dat nieuw talent een kans moet krijgen en daardoor zijn zij een Funden erkend leerbedrijf. Gedegen vakmanschap, veiligheid, duurzaamheid en ontwikkeling van medewerkers zijn de kernpunten van De Ruijter Infra. Kwaliteit staat hoog in het vaandel, mede door het plan van aanpak.

Specialisatie

De specialisatie van De Ruijter Infra is machinale bestratingen en door hun uitgebreide machinepark met eigen machines kan elk gewenst bestratingsproject tot tevredenheid van beide partijen worden volbracht. Uiteraard doet De Ruijter Infra meer dan alleen machinaal bestraten. Ook sierbestrating, het aanleggen van tuinen, het plaatsen van straatmeubilair en speeltoestellen behoren tot de mogelijkheden. De basis voor goed straatwerk begint bij een stevige fundering. Indien de fundering van de onderbaan niet afdoende is wordt dit zichtbaar in het straatwerk. Sporen en verzakkingen zijn daar een gevolg van. Bij De Ruijter Infra hebben ze de ervaring en de benodigde machines om dit te voorkomen. Verharding aanleggen

De vier disciplines van De Ruijter Infra Machinaal bestraten

De Ruijter Infra

Grondwerk

Houtwerk

Noordzijdseweg 137a ​3415 RB Polsbroek

Verhuur

in straatwerk blijft vakwerk; door opleidingen te volgen, blijven alle medewerkers steeds op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen.

Houtwerk

Het plaatsen van een beschoeiing vraagt om kennis van de lokale omstandigheden. Die kennis heeft De Ruijter Infra in pacht door hun jarenlange ervaring. De aan­gebrachte beschoeiingen zijn dan ook heel duurzaam en gaan bij gebruikelijke toepassingen jaren mee. De Ruijter Infra creëert ook vlonders opgebouwd uit eersteklas materialen. Dit geldt voor de houtsoort van de loopdekdelen, maar ook voor de onderbouw en de bevestigingsmaterialen. Er zijn verschillenden soorten vlonders mogelijk. De aanleg van een vlonder of steiger is vakwerk en wordt tot in de puntjes beheerst.

Verhuur

Niet alleen kan men terecht voor de verhuur van diverse machines bij De Ruijter Infra, ook besteden zij vakkundig personeel met VCA certificering uit. Stratenmakers, oppermannen, machinisten, grondwerkers, hoveniers en boomklimmers zijn in te huren om van elk project een succes te maken.

Toekomst

Dat de medewerkers niet stil zitten bij De Ruijter Infra is inmiddels wel bekend. Het is de eerste prioriteit om de kwaliteit waarvoor ze staan te blijven waarborgen en medewerkers aan het bedrijf te binden. Bestaande klanten willen zij blijven behouden en tevreden stellen met de kwaliteit waar het bedrijf bekend om staat. Kwaliteit en vakmanschap is nu en voor de toekomst de visie.

T 0182 30 77 84

E info@deruijter-infra.nl I www.deruijter-infra.nl


Verkeersregelaar Nederland BV B+U 1 2016 51

Cruciale rol in het verkeer Verkeersregelaar Nederland is een landelijke organisatie die, zoals de naam al zegt, gespecialiseerd is in het regelen van verkeer bij o.a. Infra werkzaamheden. Door de jarenlange ervaring met allerlei uiteenlopende verkeerssituaties zijn de werknemers van Verkeersregelaar Nederland in staat om binnen 24 uur iedere situatie op het gebied van verkeersregelingen het hoofd te bieden in opdracht van gemeenten, provincies, infra-bedrijven en particuliere instellingen. En in het geval van calamiteiten kan het bedrijf zelfs minimaal binnen 1 uur ter plaatse zijn.

I

nfra werkzaamheden zijn echter niet de enige specialisatie van Verkeersregelaar Nederland. Alle personeelsleden kunnen ook worden ingezet bij festiviteiten, parkeergelegenheden en calamiteiten. Ruim zes jaar geleden gestart vanuit huis, anno 2016 beschikken zij over een groot pand in Geldermalsen, met zestig man in dienst. En daar blijft het niet bij. Dit jaar zal er nog eens veertig man aan de loonlijst worden toegevoegd. Verkeersregelaar Nederland biedt nieuwe werknemers een eigen ontwikkelde interne opleiding aan die volledig gecertificeerd is. Daarmee onderscheiden zij zich in kwaliteit en kunnen ze zich niet alleen focussen op de theorie, maar ook op de praktijk. Deskundigheid en veiligheid op het hoogste niveau worden elke dag opnieuw gehanteerd. Deze kwaliteit wordt gewaarborgd doordat de mensen bij Verkeersregelaar Nederland in het bezit zijn van de volgende diploma’s: Landelijk bevoegd verkeersregelaar, VCA en BRL 9101. Ook hebben enkele werknemers de opleiding IM(+) gevolgd. Om net dat beetje extra te bieden, hebben alle werknemers diverse trainingen gevolgd zoals informatievoorziening en omgaan met agressie.

Coördinatie

Een belangrijk element is de uitvoering van de coördinatie tussen gemeente, politie en hulpdiensten. Verkeersregelaar Nederland stemt deze drie partijen nauwkeurig op elkaar af. Zowel voor als tijdens het evenement worden uitvoering en naleving van de verkeersmaatregelen nagestreefd. Op de dag van het evenement zet het bedrijf verkeersregelaars in op verschillende plaatsen. Tijdens grote

Verkeersregelaar Nederland BV

De Iepenwei 14b 4191 PD Geldermalsen

drukte kan dit leiden tot stressvolle situaties. Ook kunnen er Verkeerregelen op een evenement onverwachTijdelijke verkeersmaatregelen te dingen gebeuren. Om dit alles Contact met politie en overheid in goede banen te leiden kan er Verkeersplannen een verkeersplan gemaakt worEvenementen beveiliging den. In het verkeersplan kunnen Evenementen sitemanagement verschillende scenario’s worden Parkeerbeheer bij evenementen opgenomen zoals een ambulance op het evenemententerrein, een brand of ongeval in de omgeving of een onverwachte toestroom van het verkeer.

Activiteiten

Ontwikkelingen

De wegsituaties veranderen doorlopend en vragen continu om aanpassingen vanuit de markt. Verkeersregelaar Nederland houdt deze ontwikkelingen nauwkeurig in de gaten. Met de komst van de motardservice kan de organisatie nu ook voldoen aan de vraag van diverse opdrachtgevers naar een snelle en flexibele motardservice. Wat betekent deze service voor de opdrachtgever? De volgende diensten worden nu aan de portfolio van de onderneming toegevoegd: Omgevingsmonitoring, controle en regelen van de doorstroming van het verkeer bij (grootschalige) werkzaamheden, coördinatie bij calamiteiten en evenementen, controlerondes van tijdelijke verkeersmaatregelen, begeleiding van wielerrondes en het verhogen van de veiligheid in en om werkvakken op de weg.

T 0345-74 40 56

E info@verkeersregelaar-nederland.nl I www.verkeersregelaar-nederland.nl


52 B+U 1 2016

BITUMINEUZE- EN KUNSTSTOF DAK BEDEK K INGEN INSPECTIE EN ONDERHOUD ALUMINIUM- LOOD - KOPER- EN ZINK WERK EN STALEN DAK- EN GE VELBEPL ATING

Passie voor kunstwerken en verhardingsconstructies Slurink Specialistische Infra

ALMERE Bezoekadres: Televisieweg 45 - 1322 AJ Almere Tel. 036-536 64 77 - Fax 036-536 67 83 ASSEN Bezoekadres: Amerikaweg 78a - 9407 TM Assen Tel. 0592-34 12 44 - Fax 0592-34 15 77

Steenweg 63, 4181 AK Waardenburg T 0418 65 33 16, info@slurinkinfra.nl

www.slurinkinfra.nl

KAMPEN Bezoekadres: Haatlanderdijk 57 - 8263 AP Kampen Postbus 256 - 8260 AG Kampen Tel. 038-331 65 65 - Fax 038-332 38 87

www.dolfsma.nl - info@dolfsma.nl 13264

13273

Innovatief in grondverbetering

Wicks is een internationaal opererende aannemer op het gebied van grondverbetering. Wij bieden oplossingen voor grondverbeteringsprojecten van elke omvang en complexiteit, overal ter wereld.

www.wicks.nl

Internationale aannemer voor grondverbeteringtechnieken 13351


B.A.S. B+U 1 2016 53

Onafhankelijk, ervaren en objectief B.A.S. Begeleiding en Advies Sportterreinen (oftewel B.A.S.) is ontstaan vanuit het beheer van sportparken. Het bedrijf zag in 1999 het levenslicht, maar Jaap Nieuwenhuis was al jaren actief binnen de branche. De laatste tien jaar zijn er nog veel meer werkzaamheden bijgekomen, zoals advisering, voorbereiding en begeleiding bij de aanleg van gras en kunstgras sportvelden en complete parken.

D

e visie van het bedrijf is Diensten die dat sportterreinen sportB.A.S. aanbiedt: technisch uitstekend in Dagelijks beheer orde moeten zijn en ze moe Meerjaren beheer ten mensen uitnodigen om te Directie en toezicht komen sporten. Daar zijn ze Aanleg en renovatie bij B.A.S. met zes man sterk Ontwikkeling en advies elke dag mee bezig. Onder de Budgettering opdrachtgevers bevinden zich 30 tot 40 vaste gemeenten en diverse sportverenigingen. In totaal hebben meer dan 100 gemeenten en verenigingen gebruik gemaakt van de diensten van B.A.S. Het bedrijf opereert landelijk onder de slogan “deskundig regisseur sportparken�.

Beheer

De organisatie geeft deskundig en onafhankelijk advies over hoe de accommodaties zo optimaal mogelijk gebruikt en beheerd kunnen worden. Door als intermediair op te treden tussen gemeente, aannemer en sportverenigingen wordt er een optimaal resultaat bereikt. Voor een structureel onderhoudsbeleid stelt B.A.S. een Meerjaren

B.A.S. Begeleiding en Advies Sportterreinen

Delftsestraatweg 51 2645 CA Delfgauw

Beheerplan op, waarin zowel cultuurtechnische zaken als budgettering worden vastgelegd. Daarin zijn ook renovaties en aanleg van nieuwe velden meegenomen. Ook kan op basis van deze plannen het dagelijks beheer worden uitgevoerd en gecontroleerd.

Projecten

Bij nieuwbouw en renovaties van sportaccommodaties adviseert B.A.S. in het voortraject en overlegt met gemeente en verenigingen. De medewerkers houden toezicht op het werk van de aannemer en voeren directie tijdens de uitvoering t/m de ingebruikname. Dit alles in goed overleg met alle betrokkenen.

Kwaliteitsmetingen

In de dagelijkse praktijk wordt zowel van gemeentewege als vanuit de verenigingen snel een oordeel gegeven over de kwaliteit van een sportveld. De emoties en niet de vakkundigheid spelen dan vaak een rol. Door op een professionele wijze de kwaliteit te meten, krijgen alle partijen een onderbouwd rapport gerelateerd aan de geldende sportnormen. Meten is immers weten. B.A.S. voorziet dat deze metingen steeds meer de prioriteit krijgen en wil deze dienst meer onder de aandacht brengen.

E info@bas-sport.nl T (015) 285 22 11

I www.bas-sport.nl


54 B+U 1 2016

DUO-Systems Nederland B.V.

• ENERGIEBESPARING TOT WEL 40 % !

Vlasakker 49 3417 XT Montfoort Telefoon: 0348 / 470 447 mail@duo-systems.nl www.duo-systems.nl 13350

Plectre SUN De Plectre SUN is een elegante en esthetische driehoekvormige aluminium lichtmast welke is voorzien van solar panelen. De lichtmast is gecombineerd met zonnecel modules welke op één, twee of drie zijden aangebracht kunnen worden. De Plectre SUN is uitgerust met fabriek-geïntegreerde licht besturingselementen en een bijbehorend management systeem. Het schakelt automatisch het systeem in en geeft u als eindgebruiker de optionele mogelijkheid van het volgen van gegevens, alarmen en capaciteit prestaties.

Lighting Pole Services B.V. Industrieweg 4 5145 PV Waalwijk Netherlands Tel +31 416 672 555 info@lightingpoleservices.nl www.lightingpoleservices.nl 13376

Avelingen Oost 8

l

4202 MN Gorinchem

l

0183-632955

www.strago.nl

13424

Gespecialiseerd in de civiele- en maritieme duikindustrie

ISO 9001 en VCA** gecertificeerd

Qceas Rijsbosch 13 4112 MB Beusichem T +31 332 100 111 E info@qceas.eu I www.qceas.eu 13382


Haner Kunststoffen en Haner Infra Innovatie B+U 1 2016 55

PE/PP van design tot construct Haner Infra Innovatie is in 2009 begonnen en startte 2012 een eigen productiehal, genaamd “Haner Kunststoffen”. Sinds dat jaar vormen ze een sterk team dat actief is in het ontwerpen, bouwen, vervaardigen toepassingen in PE/PP. Het bedrijf is met vier man begonnen, maar de opdrachten namen toe en daarmee ook het personeelsbestand. Anno 2016 zet het bedrijf zich met zeven personen elke dag voor de volle 100% in om elk project met succes af te ronden.

I

nnovatief, flexibel en oplossingsgericht denken zijn de kern­punten van Haner Kunststoffen en Haner Infra Innovatie. Zij zijn voor­ namelijk sterk in innovatieve infrastructurele toepassingen en hebben vier octrooien waarmee zij monopoly hebben met hun unieke producten. In 2009 ontwikkelden zij de Eindbuis Taludbeschermer die nu bij circa vijftig gemeenten en provincies in het bestek voor­ geschreven wordt. Een degelijke en innovatieve oplossing voor het probleem van kapot gemaaide eindbuizen en uitspoeling van het talud. Overtollig water lozen op sloten en vaarten gebeurt in het algemeen door middel van eindbuizen. Om problemen te voorkomen die veroorzaakt worden bij afwatering bij het gebruik van eind­buizen, heeft het bedrijf een hulpstuk ontwikkeld. Met de ontwikkelde Eindbuis Taludbescherming (E.T.) wordt het periodiek onderhoud van het talud vergemakkelijkt en is er minder kans op schade. Verder ontwikkelt de organisatie innovatieve toepassingen, zoals een stroom­profiel voor rioleringsputten, dit in plaats van een put met bolle bodem, zo wordt de doorstroming beter begeleid en komen er geen opstoppingen in het riool. De drainerende lijngoot is ook een nieuw ont­worpen product. Deze lijngoot is ontworpen om het grondwater onder een kunstwerk af te kunnen voeren, om te voorkomen dat het water in

voordelen van PE/PP Sterk (HDPE) Corrosievrij Hoge chemische resistentie

Haner Kunststoffen en Haner Infra Innovatie

Breed temperatuurbereik Geschikt voor levensmiddelenindustrie Geschikt voor drinkwater

Bouwweg 7 A 8243PJ Lelystad

het kunstwerk stroomt en zo overlast voorkomt van gladheid en bevriezing op de helling van het kunstwerk. De eerste goot is in 2013 geplaatst in de gemeente Almere en na een succesvolle pilot zijn er in 2014 en 2015 nog eens zeven kunstwerken voorzien van deze drainerende lijngoot. Daarnaast zijn ze nu ook al bij andere gemeenten geplaatst. Om al deze oplossingen te realiseren beschikt de onder­ neming over een eigen productiefaciliteit en een eigen Design & Construct afdeling en zijn zij sterk in “op maat” gemaakte producten, maar seriewerk is uiteraard ook een van de mogelijkheden.

Kernwaarden

Haner Kunststoffen ontwerpt, produceert en levert producten in opdracht. Dit varieert van rioolputten, waterzuiveringsputten tot aan zwembaden toe. In de eigen ontwerpafdeling kan de opdrachtgever zijn tekening of voorstel indienen en deze wordt vervolgens omgezet in een werktekening waarna de productieafdeling er mee aan de slag gaat voor een vlekkeloze afhandeling. Bij Haner Kunststoffen houden ze gevoel met de markt. Problemen zijn er om opgelost te worden. Elk probleem zien ze bij Haner als een uitdaging. Bij het bedrijf doen ze niet aan half werk. Alles bij Haner is maatwerk. Het product wordt dan ook pas gemaakt als de deal rond is. Meedenken met de klant, dat is een van de kernwaarden van het bedrijf. PE en PP is de toekomst en wordt steeds vaker als vervanger voor RVS gebruikt. PE/PP roest niet en staat bekend als duurzaam product. Haner Kunststoffen weet als geen ander de ins en outs van PP en PE. Kijk op: www.haner.nl voor alle toepassingen en mogelijkheden.

T 0320 417 809

E info@haner.nl I www.haner.nl


56 B+U 1 2016 A. Molenaar

Doorgaan tot de klus geklaard is Bij Molenaar is het hele gezin nauw betrokken bij het bedrijf. Volgens directeur Andre Molenaar is ondernemen daarom geen last, maar juist een lust. Samen met zijn compagnon, mede eigenaar van het bedrijf, en zijn drie zonen die de vierde generatie vormen, is de continu誰teit van het bedrijf gewaarborgd.

B

ij Molenaar deinzen ze nergens voor terug. Vol enthousiasme worden de werkzaamheden uitgevoerd en dat alweer 75 jaar lang. De kernactiviteiten van het bedrijf zijn: grondverzet, rioleringen, straatwerk, bodemsaneringen en tuinontwerp en -aanleg. Een belangrijk deel van de werkzaamheden vindt plaats in de woningbouw. De helft van de omzet bestaat uit het vervangen van hoofdrioleringen en straatwerk bij gemeenten. Een van de belangrijkste pijlers van Molenaar is daad bij woord voegen. Geen loze beloften, maar aanpakken. Door de verschillende takken binnen het bedrijf en het uitgebreide machinepark, kan Molenaar een totaalpakket bieden op het gebied van grond- weg- en waterbouw. Dat

Kernactiviteiten Grond, - weg- en waterbouw Zand en grind Tuinontwerp en -aanleg

zorgt voor korte lijnen, waardoor het project wordt uitgevoerd zoals afgesproken en planningen worden gehaald.

Motivatie

Duurzaamheid staat hoog in het vaandel en met een CO2 footprint staat het bedrijf achter milieuvriendelijk ondernemen. Het vervoer over water sluit naadloos op deze visie aan. Het bedrijf is in het bezit van een eigen loslocatie met opslag aan de rivier de Lek. Dit zorgt voor een stevige concurrentiepositie in de omgeving van Bergambacht. In alle 75 levensjaren van het bedrijf bleef Molenaar volop in beweging. Dat komt mede door het enthousiaste perso-


A. Molenaar B+U 1 2016 57

neel dat relatief jong is en veel potentie heeft. Bij Molenaar doen ze niet aan hiĂŤrarchie. De favoriete manier van communiceren is face-to-face. Duidelijke communicatie zorgt immers voor betere resultaten. Motivatie is een belangrijk sleutelwoord. Werknemers worden dan ook gemotiveerd om hun kennis bij te spijkeren in de vorm van scholing en cursussen om zo door te kunnen groeien binnen het bedrijf. De relaties worden op de hoogte gehouden via de website en social media. Ook biedt het bedrijf jong talent graag een kans en lopen er elk jaar diverse leerlingen stage waarbij sommige stagiaires een werkplek bemachtigen aan het eind van hun stagetijd. Ook jongeren met leer- of gedragsproblemen kunnen bij Molenaar terecht. Bij Molenaar doen ze er alles aan om ook deze jongeren te laten slagen op de arbeidsmarkt. De onderneming is VCA**, ISO 9001 en BRL 7000 en 7001 gecertificeerd en is bezig met de FSC certificering.

Bodemintermediair

Sinds september 2008 is het bedrijf een erkend bodemintermediair. Zij hebben het SIKB 700-7001 certificaat behaald en dat betekent dat zij landbodemsaneringen met conventionele methoden mogen uitvoeren. Daarmee zijn zij uniek in de regio. Dat maakt van

A. Molenaar

Tussenlanen 20b 2861 CD Bergambacht

Molenaar een voorname partner voor de stichting Bodembeheer Krimpenerwaard.

Geen negen tot vijf mentaliteit

Bij Molenaar leveren ze geen half werk. Het motto binnen het bedrijf is niet voor niets, doorgaan tot de klus geklaard is. Van een negen tot vijf mentaliteit hebben de medewerkers geen last. Alles in een keer goed doen en geen overlast bezorgen voor de omgeving en omwonenden. Het materieel wordt goed onderhouden en daar waar nodig is aangevuld. Schoonhouden en onderhouden van hun machines en ander gereedschap is erg belangrijk. Dit jaar staat bij Molenaar in het teken van de verhuizing naar een nieuwe grotere bedrijfslocatie. Deze nieuwe locatie is tweeĂŤnhalf keer zo groot als het huidige bedrijfsterrein en is zeer gunstig gelegen naast de loswal en opslag. De verhuizing stelt Molenaar in staat om met 5 procent per jaar te groeien. Het assortiment wordt uitgebreid en de focus kan nu ook gelegd worden op het binnenhalen van overheidsopdrachten door het aanbieden van een totaalpakket dat bestaat uit grondwerk, rioolwerk en straatwerk en groenvoorziening. Kortom, bij Molenaar zijn ze klaar voor een jaar vol innovaties en ontwikkelingen. Kijk voor recente projecten op: www.amolenaar.nl

T 0182 35 18 61

E info@amolenaar.nl I www.amolenaar.nl


58 B+U 1 2016

Passie voor groen! Organische meststoffen, bodemverbetering, boomverzorging, onkruidbestrijding en watertechniek. Bemonstering, advies & opleiding. www.innogreen.nl / info@innogreen.nl / T0031(0)183-509796 13343

13307

TOTECH TOTAAL TECHNIEK MAAKT HET WATERDICHT

Baggeren van moeilijk bereikbare locaties?

BETONRENOVATIE

Geen probleem voor Bio-Vase!

WATERDICHTING

PIPELINE SERVICES

BOUWKUNDIG INJECTEREN

Totech Totaal Techniek is een technisch meedenkend bedrijf dat gespecialiseerd is in:

Bij stedelijk waterbeheer komen we geregeld locaties tegen waar niet of moeilijk gebaggerd kan worden. Het aanpakken van deze locaties is juist onze specialiteit. De voordelen van baggeren met Bio-Vase: • Geen af te voeren slib maar in situ afbraak • Tot 50% slibreductie binnen 18 maanden • Geen zwaar materieel dus geen nevenschade en overlast • Geen kans op schade aan folievijvers • Snelle oplossing voor stankoverlast Met onze biologische producten hebben we uitstekende referenties opgebouwd bij o.a. Rijksvastgoedbedrijf, Oosterhoud, Breda, Rotterdam, Reimerswaal, Ridderkerk etc.

- Betonreparatie en - renovatie - Waterdicht maken en beschermen met Xypex - Bouwkundig injecteren - Conserveren van ondergrondse leidingen - Waterdicht maken van kabel- en leidingdoorvoeringen Voorkom schade door lekkages en vraag vrijblijvend advies voor een vakkundige en

Benieuwd naar de mogelijkheden? Neemt u vooral even contact op!

blijvende oplossing.

Dutch Water Tech BV www.dutchwatertech.nl Lelyweg 12, Bergen op Zoom 085-201 8 777

Voorste Groes 5 5384 VJ HEESCH 13280

www.totech.nl

Tel: 0412-62 32 84

Fax: 0412-63 26 62

Mail: info@totech.nl

Glashandel Zantman Voor alle doeleinden

▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ Rotterdamseweg 362

015 - 26 24 777

Groot onderhoud en restauratie van glas in lood Toepassen van voorzetbeglazing Alle mogelijke isolerende beglazingen Snel herstellen van glasschades Hardglazen deuren en puien Vraag naar onze andere opties

2628 AT Delft

www.zantmanglas.nl

info@zantmanglas.nl

13276


NeBoha B+U 1 2016 59

Voor al uw GWW materialen Het in Apeldoorn gevestigde NeBoHa is een groothandel in alle losgestorte grond, weg- en waterbouwmaterialen voor de GWW sector. Het bedrijf is heel divers want ze leveren zowel primaire als secundaire grondstoffen. Drie enthousiaste vakmensen ­bundelen hun jarenlange ervaring en dat maakt van NeBoHa een dynamisch bedrijf dat geen uitdaging uit de weg gaat.

N

eBoHa is onderscheidend en zeer flexibel. Bij het bedrijf geen nonsens en lange communicatielijnen, maar duidelijkheid en snel kunnen schakelen. Alle producten worden zowel per scheepslading als per vrachtwagen geleverd in Nederland, Duitsland en België. Bij NeBoHa werken ze met verschillende materialen waar zij veel kennis en expertise van hebben. Het bedrijf beschikt tevens over een aantal depots in Meppel, Tiel en Nijmegen waardoor zij snel en accuraat hun producten kunnen leveren aan de klant. Nieuw is

het depot in Klarenbeek met ca. 50.000 m3 teelaarde (type C1). Buiten de handelsactiviteiten om, heeft NeBoHa ook veel ervaring met overslag en transport van diverse grondstoffen. Ook hier kunnen de grondstoffen zowel per schip als per vrachtwagen geleverd worden. Als extra dienst bieden zij ook een gedegen advies aan betreffende halfverhardingen, lichte ophoogmaterialen en breukstenen.

Stukje geschiedenis

Het bedrijf werd opgericht in 2007 en vestigde zich in Apeldoorn op de Gladsaxe. Sinds 2012 is men verhuisd naar de Lange Amerikaweg van waaruit men alles coördineert. De eerste jaren beleefde het bedrijf een constante groei in opdrachtgevers en in assortiment. Deze groei betekende niet alleen een groei van vertrouwen vanuit de markt, maar ook een steeds sterker wordende basis.

Projecten

Vliegveld Eelde, Windmolenpark Urk en de APM terminal op de Maasvlakte zijn enkele van de vele projecten waar men o.a. Zand, Avi bodem as, Puin en Steenslag heeft geleverd. Naast bovengenoemde grote projecten behoort het uitvoeren van projecten op kleine schaal ook tot de dagelijkse werkzaamheden. Een goede prijs/kwaliteit verhouding is een kernpunt van NeBoHa en het geven van een degelijk en op maat gemaakt advies. Bij NeBoHa schuwen ze geen opdracht en gaan ze soepel met de actualiteiten mee. Makkelijk stappen kunnen maken en schakelen naar de toekomst, dat is waar het uiteindelijk om draait.

NeBoha

Lange Amerikaweg 66 7332 BR Apeldoorn

T 055 538 66 30 F 055 534 90 10

E info@neboha.nl I www.neboha.nl


60 B+U 1 2016 Outdoor Spraying Nederland is een jong en dynamisch bedrijf, gespecialiseerd in het spuiten van damwandprofielen, stenen muren en bijvoorbeeld dakpannen op locatie. Wij waarborgen op een duurzame manier de waarde en uitstraling van uw onroerend goed. Voordelen op een rij: • Revitalisering bedrijfspanden. • Verfraaiing en verduurzaming materialen. • Vele malen goedkoper dan vervangen of schilderen. • Geen braakliggend terrein. • Duurzaam en daardoor milieuvriendelijk. Outdoor Spraying Nederland Zwollestraat 9 7575 EP Oldenzaal Tel. 0541-663100 info@outdoorspraying.nl

PARTNER IN KUNSTSTOF

24 UURSSERVICE

UNIEKE OFFERTE SERVICE

MONTAGE WORKSHOP

EXTRA INKOOPVOORDEEL

Tribute bv, uw leverancier van biologisch afbreekbare geotextielen voor groene oever- talud en waterwerken. Erosiewerende kokosmatten om uitspoeling van een talud te voorkomen; Beplante kokosmatten en kokosrollen beschermen een oever tegen erosie en geven een oever een natuurlijk uiterlijk; Onkruidwerende matten op basis van PLA, 100% afbreekbaar en composteerbaar; Geoweb, niet afbreekbaar, in situaties waar zware eisen aan een constructie worden gesteld.

NOVAFRONT

KUNSTSTOF RAMEN EN DEUREN

OPENINGSTIJDEN: Maandag t/m Zaterdag: Op afspraak

BEZOEK ONZE SHOWROOM:

Voor informatie over deze producten:

Griendhaak 5 Hardinxveld-Giessendam T. 0184 714 214 13211

Zondag: Gesloten

13259

MEER INFORMATIE: WWW.NOVAFRONT.NL

3830 AG Leusden Postbus 295 Telefoon 033 - 494 32 75 info@tributegreenfix.nl www. tributegreenfix.nl

13261

BAVRO B.V. Aannemers- en Handelsbedrijf Grond-, weg- en waterbouwkundige werken • • • • • •

Schanskorven Oeververdedigingswerken Beschoeiingswerken Aanlegsteigers Kunstwerken TOP’s

Van Voordenpark 16 • 5301 KP Zaltbommel tel:0418-57 20 40 • e-mail: info@bavro.nl • www.bavro.nl

13246


Strago Electro B+U 1 2016 61

“Verlichting is onze sport”

Bij Strago gaat het om electro. Electro in de breedste zin van het woord. Dat is wie wij zijn, en wat wij doen. Wij streven niet alleen naar de hoogst haalbare kwaliteit en service voor onze producten en diensten, maar ook denken wij probleemoplossend en behandelen wij elke klant met aandacht en respect.

S

De disciplines van Strago Electro trago is sinds 1957 een The Touch of Strago Duurzame energie Sportveldverlichting Machinebouw Daarnaast hebben wij The Touch elektrotechnisch installa Scheepsinstallaties The touch of Strago Panelenbouw of Strago ontworpen. Een spetiebedrijf. In de loop der Installatietechniek ciaal ontworpen besturingstijd zijn wij uitgebreid en zijn de systeem voor de sportveldververschillende disciplines, waarlichting. Met The Touch of Strago kunt u de verlichting op een baan onder sportveldverlichting, binnen de elektrotechniek ontplooid. in- en uitschakelen. Het touchscreen is makkelijk te bedienen en erg Dat sporten belangrijk is dat heeft anno 2015 geen verdere uitleg overzichtelijk. Bij het inschakelen van de verlichting wordt, afhankemeer nodig. Maar omdat de sportvelden niet goedkoop zijn is het lijk van het aanwezige vermogen, de verlichting stap voor stap ingevan belang dat zodra de schemering invalt er verlichting aanwezig schakeld. Hierdoor worden de hoge piekstromen en de extra bijkois, zodat ook in de donkere avonduren gebruik kan worden gemaakt mende kosten voor energie voorkomen. van de kostbare velden. Strago Electro Installatietechniek heeft die ervaring en is sinds 1969 gespecialiseerd in aanleg en onderhoud Expertise van nationale en internationale sportaccommodaties. Onze mateWij passen onze expertise toe in marktsegmenten zoals sport­ rialen zijn speciaal ontworpen voor het verlichten van buitensport­ veldverlichting, scheepsinstallaties, panelenbouw, machinebouw accommodaties en voldoen aan de hoogste normen en eisen. Bij het en zonne-energie. Zowel hoofdverdelers, besturingspanelen en ontwerp wordt er bovendien altijd uitgegaan van de aanbevelingen touch­screens worden geheel in ons eigen beheer ontworpen, van de NOC*NSF, de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde en ge­assembleerd en gemonteerd. Het aanleggen van sportveldverlichde relevante sportbonden. Op die manier kan de klant er zeker van tingsinstallaties is nauwkeurig werk en stelt bijzondere eisen. Om te zijn dat de lichtinstallaties op de velden aan alle eisen voldoen. controleren of er sprake is van lichthinder van de sportvelden is het Momenteel zijn er zo’n vijfhonderd clubs die gebruik maken van onze mogelijk dat we vooraf lichtberekeningen maken. verlichting.

Strago Electro

Avelingen Oost 8 4202 MN Gorinchem

T 0183 632 955

E info@strago.nl I www.strago.nl


62 B+U 1 2016

Leidsevaartweg 15 2106 NA Heemstede Tel 023-5848041 info@mensebv.nl

• verplanten, snoeien, verzorging en rooien van bomen • machinaal wegfrezen van boomstobben • onderhoud, beplanting van parken en tuinen www.mensebv.nl

Aannemings-, Handel-, Boomverzorgings- en Groenvoorzieningsbedrijf

13443

BODEMVERBETERAARS BOMENGRANULAAT BOMENZAND BOMENGROND

GRONDBANK BOUWSTOFFEN ZAND EN GROND HALFVERHARDING RECYCLING n n

13357

n

Akkerseweg 13 5321HG Hedel +31(0)73 599 54 52 | info@zagron.nl | www.zagron.nl

Noorder IJ- en Zeedijk 102 1505 HT Zaandam T 075 6148503 E info@wabenecke.nl I www.wabenecke.nl

n n n n

Oeverconstructies Steigers Bruggen Baggeren Betonwerk Grondwerk Projectontwikkeling 13371

13427


Normeco B.V. B+U 1 2016 63

De juiste partner in het voorkomen van onkruid Normeco is de juiste partner voor het leveren van gebruikersvriendelijke voegoplossingen voor een langdurig onderhoudsvrije bestrating. Het assortiment bevat gunstig geprijsde kwaliteitsproducten die snel en eenvoudig te verwerken zijn. Normeco heeft al meer dan twintig jaar ervaring met voegen en begeleidt zijn klanten op locatie. Zeer smalle voegen vanaf 1 mm breed kunnen gewoon gevoegd worden. Nieuw in het assortiment zijn de Stropellets, een uniek product tegen onkruid in de borders.

N

Kernpunten 100% ecologisch Onderhoudsvrij Snel en eenvoudig te verwerken Zelfherstellend Geen onkruid

ormeco All Weather Voeg (FugenSand) is een nieuwe manier van voegen en lost alle uitdagingen in één keer op. Er is slechts één soort voegmateriaal nodig voor alle waterdoorlatende voegen en het grote voordeel is tevens dat u hiermee 100% ecologisch en duurzaam kunt werken. Het voegmiddel heeft een zelfherstellende werking en daardoor krijgt onkruid geen kans. Stomen, branden, borstelen en chemische onkruidbestrijding is door het gebruik van FugenSand overbodig. Het voegmiddel is daarom de meest voordelige oplossing tegen onkruid en zeer gemakkelijk te verwerken op een oprit, terras, voetpad of middenberm. Doordat FugenSand zowel op een droge als op een natte bestrating verwerkt kan worden kan men gewoon doorwerken als het weer ineens tegenzit. Dat scheelt uiteraard een hoop in de kosten. FugenSand kan bijna op alle soorten bestrating toegepast worden en voegen is al mogelijk vanaf 1 mm tot wel 20 mm. En als er voegmiddel overblijft na het klaren van de klus, geen probleem. FugenSand is droog opgeslagen onbeperkt houdbaar.

Producten

Voegmaatje

Normeco is aangesloten bij NL Greenlabel. Dit platform bevordert het gebruik van duurzame materialen in Nederland. In samenspraak met Royal HaskoningDHV heeft NL Greenlabel een duurzaamheidspaspoort ontwikkeld. Voor beide producten, de FugenSand en de nieuwe Stropellets heeft Normeco het hoogst haalbare A+ label ontvangen. Daar is het bedrijf dan ook zeer trots op. Kijk op: www.normeco.nl voor meer informatie.

Normeco heeft een leuke aanbieding, namelijk het handige voetmaatje. Het voetmaatje is een stuk gereedschap om het voegmateriaal in de voegen aan te drukken (rollen) daar waar vullen moeilijk is. Dit is toepasbaar op epoxy, polymeer en 100% ecologisch voegzand. Trillen van de tegels is hiermee overbodig en dus kan de klus sneller geklaard worden. De uiteindelijke voegen zijn veel beter en sterker.

Normeco B.V.

Buitenheide 2a 5556 XC Valkenswaard

Naast FugenSand is Normeco importeur van Aqua Xp, een kant-enklaar voegzand op epoxy basis. Voegen zoals u gewend bent, maar dan met een veel betere hechting en een korte droogtijd. Water afsluitend voegen kan met Murexin, een voegmortel op basis van trascement met geselecteerde additieven. Murexin is geschikt voor zware verkeersbelasting, winkelstraten, pleinen en parkeerplaatsen. Stropellets zijn gemaakt van tarwestro en werken prima tegen onkruid in borders. Door de korstvorming waait het niet weg, houdt het licht tegen en kunnen zaadjes niet ontkiemen. Water en voedingsstoffen worden gewoon doorgelaten. Daarna zijn het de planten die de strijd tegen het onkruid overnemen. De meest ecologische manier tegen onkruid.

A+ Label

T +31 (0)6 45 60 56 29

E info@normeco.nl I www.normeco.nl


64 B+U 1 2016

colofon Bouw en Uitvoering (B+U) is de informatiebron voor de bouwsector breed, over woning- en utiliteitsbouw, weg- en waterbouw, plano­ logie, ruimtelijke ordening, installatietechniek, gebouwautomatisering, openbare ruimte en milieubeheer. Zij informeert onder meer ­rijk, provincie en gemeente, recreatie- en waterschappen, projectonwikkelaars, architecten en landelijke opererende leveranciers en afnemers binnen bouwend Nederland. B+U verschijnt zowel als printed magazine, online en als app. Aan dit nummer werkten mee:

Martijn Brinks, Tilly van Dongen, Daan Groeneveld, Kees Groeneveld, Caroline van Hulsteijn, Yvette Jaarsma, Emile Koeman, Guus Lap, Esther van Nijen, Daan Otto, Jørgen Postma, Rob van der Puil, Betty Rombout, Erik Steegman en Ad Zeeman.

Uw onderhoudsbedrijf met ruim 75 jaar ervaring!

Uitgever

Jaco Otto

ROZA vastgoedonderhoud B.V.

Abonnementen

Postbus 133 4100 AC Culemborg 0345 53 44 96

Internet: www.rozavgo.nl

13340

Tel.:

Jaarabonnement* Buitenland Losse nummers** Abonnementen binnen de ­doelgroep* * Prijzen zijn exclusief BTW. ** Prijzen zijn exclusief BTW en verzendkosten.

€ 85,00 € 130,00 € 15,00 € 39,00

Vormgeving

APR Media Groep BV E-mail: studio@aprmediagroep.nl Druk

Antilope Printing nv, Lier (BE) Uitgave

ZICHTBARE PASSIE BOUW- EN MEUBELBESLAG SPECIAL PRODUCTS SYSTEEMVLOEREN VOOR STANDBOUW GARDEROBES & ZITBANKEN GARDEROBE KASTEN

SANITAIRE WANDEN

APR Media Groep BV Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: +31 (0)33 456 70 50 Fax: +31 (0)33 456 74 33 E-mail: info@aprmediagroep.nl Internet: www.aprmediagroep.nl

Hermeta Groep is partner bij de inrichting van de samenleving. Onze producten onderscheiden zich door

Advertentie- en Orderadministratie

kwaliteit, veiligheid, duurzaamheid

E-mail: orders@aprmediagroep.nl

en design. Abonnementenadministratie

APR Media Abonneeservice Postbus 2238, 5600 CE Eindhoven Telefoon: +31 (0)88 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl

Een nauwe samenwerking met onze klanten en leveranciers combineren wij met het vakmanschap en de passie van onze medewerkers, met

INTERIEURBOUW

Aansprakelijkheid vaktijdschrift

innovatieve productie-technologieën

Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave verouderd, incompleet en/of ­incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. APR Media Groep BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. APR Media Groep BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de uitgever APR Media Groep BV. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellectuele eigendomsrechten zijn van toepassing.

en een solide financiële positie. GEVELBOUW

Hermeta e-mail: info@hermeta.nl internet: www.hermeta.nl

ISSN - 0921 - 1667 13271


13314

Ontdek Ontdek dede meerwaarde meerwaarde

Leven Leven opop Daken Daken Hét Hét adviesbureau adviesbureau voor voor meervoudig meervoudig ruimtegebruik ruimtegebruik opop daken daken • • • •

Advisering • Advisering met met schetsschetsen definitief en definitief ontwerp ontwerp Eigen • Eigen bestekservice bestekservice Bouwbegeleiding • Bouwbegeleiding Preventief • Preventief onderhoud onderhoud en beheer en beheer van van alle alle soorten soorten gebruiksdaken gebruiksdaken

De vijf Despecialistische vijf specialistische thema’s thema’s zijn groendaken, zijn groendaken, waterdaken, waterdaken, energiedaken, energiedaken, parkeerdaken parkeerdaken en groengevels. en groengevels. LevenLeven op Daken op Daken heeftheeft een eigen een eigen website, website, app, vakblad app, vakblad en unieke en unieke All-inAll-in verzekerde verzekerde garantie. garantie. Voor iedere Voor iedere opdrachtgever opdrachtgever die meer die meer met zijn metdak zijnwil dakdoen wil doen zijn wij zijn wij een waarborg een waarborg voor zekerheid. voor zekerheid. SamenSamen makenmaken wij Leven wij Leven op Daken! op Daken!

www.levenopdaken.nl www.levenopdaken.nl


13265


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.