PERMANENT TIJDELIJK
WONEN RENOVEREN
IN HOOFDDORP
GEBOUWBEHEERSYSTEEM
IN DE CLOUD
WAAR EEN WIL IS
IS EEN WEG OPSCHALING
BIOBASED BOUWEN
BOUW EN UITVOERING
BEREIKT RUIM 73.100 LEZERS
JAARGANG 49 - 4 2017 HET VAKBLAD VOOR RIJK, PROVINCIE EN GEMEENTE
IN NEDERLAND EN BELGIE
Systeemintegratie. Dat klinkt mooi en dat is het ook. Alles goed voor elkaar: internet, verlichting en elektriciteit. Combineer een optimaal klimaat en een zo laag mogelijk energieverbruik. Resultaat: Energie door techniek. Wij zijn graag uw partner voor alle technische oplossingen. In en rond uw vastgoed, kantoor, schoolgebouw, opslagloods, werkplaats of fabriek. Krijgt u al energie door techniek? We helpen u graag.
Grip op proces en resultaat
Leertouwer: technisch dienstverlener in elektrotechniek, klimaat en ICT. leertouwer.nl - Barneveld - t 0342 42 51 51 - info@leertouwer.nl - twitter @leertouwerbv
13481
VOLOP MOGELIJKHEDEN IN BOUW VOOR JONGEREN De perspectieven voor bouw- en techniekleerlingen zijn zo goed, dat de komende jaren een baan gegarandeerd is. Tijd dat de jeugd de mogelijkheden van de bouw weer ontdekt, zo bericht Bouwend Nederland. Op 15 juni is Scapetown geopend. Daarmee laat de branche zien dat het in de bouw gaat om creativiteit, samenwerken en een project te realiseren om trots op te zijn. Bouwopleider Bouwmensen en Bouwend Nederland investeren in dit evenement en lesprogramma. Bouwend Nederland voorzitter Maxime Verhagen en de Eindhovense burgemeester John Jorritsma
openden Scapetown, in het Klokgebouw in Eindhoven. Verhagen hamerde op het belang van instroom in de bouwsector. “Ik wil ervoor pleiten dat jongeren die voor techniek kiezen en op het voortgezet onderwijs zitten, veel meer in contact komen met de praktijk van alledag. Dan ervaren ze hoe leuk en interessant de bouw is. We moeten daar als branche, opleidingsbedrijven en overheid gezamenlijk onze schouders onder zetten.“ Volgens het EIB komen er zo’n 70.000 fulltime banen in de bouwsector bij in de periode 2017-2021. Nieuwe instroom is daarom zeer gewenst om ook in de toekomst voldoende te kunnen bouwen.
PERMANENT TIJDELIJK WONEN De trend van tiny housing gaat verder dan tiny housing alleen. De vraag naar kleine en tijdelijke woningen is groeiende. En dat hoeven niet per se huisjes op wielen te zijn, ergens achteraf op een alternatieve locatie. Veel steden, ook de populaire, kampen met leegstand en braakliggende terreinen. En juist in die steden is de vraag naar tijdelijke, kleine - en dus goedkopere - woonruimte groter dan het aanbod. “Daar liggen mogelijkheden.”
4
RENOVEREN IN HOOFDDORP Delta EMEA heeft zijn hoofdkantoor in Hoofddorp gerenoveerd. Het vernieuwde kantoor heeft een BREEAM-In-Use certificaat Very Good en is daarmee vijfenveertig procent energiezuiniger dan voorheen. Projectleider Bob Wind, wethouder John Nederstigt en BREEAM-assessor Sannie Verweij geven een inkijkje in het project.
12
SAMEN VERANTWOORDELIJK VOOR ONDERGRONDSE INFRA
COLUMN TITEL
Verzelfstandiging heeft overheden en netbeheerders uit elkaar gedreven. De afstand tussen de partijen heeft ook afstand gecreëerd in de manier waarop zij aan projecten werken. Dit kost de burger miljarden. Dat kan beter, zegt Jarko van Bloois van Legal Infra, juridisch adviesbureau voor ondergrondse infra.
39
18
DAKBEDEKKING DAK V EILIGHEID DAKDUURZ A AMHEID info@elroduurzamedaken.nl
www.elroduurzamedaken.nl
Uw groen is onze zorg www.heijmanssportengroen.nl
www.duravermeer.nl
B+U 4 2017 3
GEBOUWBEHEERSYSTEEM IN DE CLOUD ‘In de toekomst gebeurt alles vanuit de cloud’, is de laatste jaren een veelgehoorde kreet. Maar wat gebeurt er nu precies vanuit de cloud, en wat is het nut hiervan? Brightlands Chemelot Campus voor wetenschap en innovatie in ‘smart materials’ en ‘sustainable manufacturing’ levert een interessante case, mét antwoorden.
24
WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG In april jl. is gestart met de eerste energieneutrale weg van Nederland. Een project van Rijkswaterstaat, uitgevoerd door het consortium Parkway6. Met deze laatste partij praten we in dit artikel over het waarom van deze weg, de uitvoering en de uitdagingen die erbij komen kijken.
32
EN VERDER
OPSCHALING BIOBASED BOUWEN BLIJFT UIT We staan aan de vooravond van een doorbraak van biobased bouwen. Tijdens het congres The Biobased (R) evolution in Tilburg bogen een aantal experts zich over de vraag: ‘hoe je biobased bouwen kunt versnellen’. Voorlopig blijft de echte doorbraak uit, maar pakken wel steeds meer partijen de fossielvrije handschoen op.
FOTOPAGINA....................... 1+40 BETONPRINTEN WORDT VOLWASSEN............... 36 VARIA..................................... 43 BEST OF WEB.......................... 46 SOLAR GROENDAK.................50 BEDRIJFSINFO........................ 61 COLOFON............................... 72
54
Uw logo ook op deze positie?
RUIMTE VOOR UW BEDRIJF Uniek in gevelisolatie www.caparol.nl
Less energy, more comfort www.ubiflex.nl
info@aprmediagroep.nl
4 B+U 4 2017
PERMANENT TIJDELIJK WONEN
B+U 4 2017 5
Leiden experimenteert met verplaatsbare ‘tiny’ woningen
De trend van tiny housing gaat verder dan tiny housing alleen. De vraag naar kleine en tijdelijke woningen is groeiende. En dat hoeven niet per se huisjes op wielen te zijn, ergens achteraf op een alternatieve locatie. Veel steden, ook de populaire, kampen met leegstand en braakliggende terreinen. En juist in die steden is de vraag naar tijdelijke, kleine - en dus goedkopere - woonruimte groter dan het aanbod. “Daar liggen mogelijkheden.” TEKST DAAN GROENEVELD BEELD FINCH BUILDINGS
6 B+U 4 2017
Dat is althans de conclusie van Maarten Hoorn van Platform31. Hoorn constateert verschillende trends die inspelen op klein en tijdelijk wonen in grootstedelijk gebied. “Ten eerste zijn er de trends aan de vraagkant. De woningvraag is de laatste jaren steeds diverser geworden, terwijl het aanbod nog vrij traditioneel is. Er zijn steeds meer één- en tweepersoonshuishoudens, steeds meer mensen die iets tijdelijks zoeken.” De echte trendsetters zijn een groeiende groep mensen die niet de behoefte voelt om zich voor de lange termijn te binden aan een woning of locatie. “Gebruik wordt steeds belangrijker ten opzichte van bezit. Een steeds groter wordende groep mensen bevindt zich graag in de bruisende steden die ons land rijk is, zonder dat ze een dure woning willen of kunnen kopen waar ze aan vast zitten. Tijdelijke, kleine oplossingen zijn voor deze groep ideaal”, aldus Hoorn. Lang niet alle eenpersoonshuishoudens gaan in een kleine woning zitten, erkent Hoorn. Maar voor een steeds grotere groep Nederlanders wordt locatie steeds belangrijker ten opzichte van ruimte. Dat maakt de weg vrij voor kleine woningen in stedelijke centra.
PLACEMAKING
Flexibele, goedkope woonruimte is echter in de grote steden nog nauwelijks van de grond gekomen. Wat betreft het aanbod ziet Hoorn zat mogelijkheden voor kleine en tijdelijke woningen. “De hele tiny housebeweging krijgt in Nederland langzaam vorm. De eerste pionierende gemeenten durven het aan om braakliggende grond beschikbaar te stellen voor innovatieve kleine en tijdelijke woonvormen.” Nu kampt iedere gemeente wel met één of meerdere stukken braakliggende grond. Maar Hoorn kijkt verder. “Ook lege kantoorgebouwen kunnen geschikt zijn. Een deel van de tiny houses die
‘ Bestuurders en gemeenten denken dat ze het niet kunnen maken om mensen te laten verhuizen, terwijl er doelgroepen zijn die hier geen enkel probleem mee hebben.’
B+U 4 2017 7
momenteel in Nederland zijn ontwikkeld, kunnen in leegstaande panden worden toegepast. Daar zijn nu nog geen aansprekende voorbeelden van, terwijl er flinke mogelijkheden liggen.” Als projectmanager ruimte voor Platform31 is Hoorn constant op zoek naar oplossingen voor ruimtelijke uitdagingen in Nederland. Hij is niet de eerste die constateert dat het maatschappelijke probleem van lege gebouwen en ongebruikte ruimte juist een kans biedt. Vraag en aanbod spelen elkaar in de kaart. “De tiny houses hebben iets aantrekkelijks. De gerealiseerde projecten trekken de aandacht. Met trendy woonvormen kan een gemeente bewust aan placemaking doen. Het levert gemeenten de mogelijkheid zichzelf als modern en vooruitstrevend te profileren.” Hoorn noemt het voorbeeld van Almere, dat inmiddels bekend staat als één van de meest vooruitstrevende gemeenten wat betreft woningbouw. Vorig jaar vond daar de Tiny Housing Expo plaats, waar voor het eerst in Nederland op grotere schaal werd geëxperimenteerd met tiny houses. “Almere bood pioniers de ruimte op een locatie waar na twee jaar een school wordt gebouwd. Het voordeel is dat de leidingen, kabels en hele infrastructuur voor
verplaatsbare modules in leiden
woningbouw er al ligt. Maar twee jaar blijkt veel te kort om een investering in een kleine woning rendabel te maken.”
GRONDABONNEMENT
In zijn zoektocht naar aansprekende voorbeeld stuitte Hoorn op een uniek project in de gemeente Leiden. Daar worden 150 kleine woningen geplaatst. Het unieke van deze woningen is dat ze verplaatsbaar zijn, en dat ze in de toekomst ook verplaatst zullen worden. Het bijzondere is dat nog niet bekend is waar naar toe. Momenteel worden de woningen gerealiseerd op drie tijdelijke locaties. Woningcorporatie Ons Doel heeft met de gemeente Leiden contractueel een ‘grondabonnement’ vastgesteld voor de komende twintig jaar. Dat betekent dat de gemeente garandeert dat er sowieso een nieuwe plek beschikbaar is voor de verplaatsbare modules, wanneer deze verplaatst zullen worden. De eerste zestien modules werden op 4 maart in gebruik genomen door een mix van statushouders, mensen uit de maatschappelijke opvang en reguliere woningzoekenden. Deze locatie ligt voor tien jaar vast. In het contract is vastgesteld dat de gemeente garandeert dat de modules daarna naar een nieuwe plek met een vergelijkbare ruimtelijke kwaliteit
8 B+U 4 2017
worden verhuisd. Voor de gemeente Leiden vooral een organisatorische uitdaging, met tijdelijke bestemmingsplanwijzigingen, die op tijd gerealiseerd moeten worden. Een revolutionaire afspraak, die laat zien dat niet alleen een nieuwe generatie bewoners, maar ook een nieuwe generatie bestuurders bereid is om verder te kijken dan traditionele woningbouw. De flexibele modules die in Leiden worden gebruikt zijn ontwikkeld door Finch Buildings (zie kader). Oprichter Jurrian Knijtijzer speelt met zijn flexibele modules bewust in op de veranderende vraag in de woningmarkt. Hij is een ervaringsdeskundige. “Ik kom oorspronkelijk uit Amsterdam. In mijn studententijd verhuisden we aan de lopende band van de ene antikraakwoning naar de andere. Het gebrek aan goede aantrekkelijke huisvesting in Amsterdam heeft zeker invloed gehad bij de ontwikkeling van mijn idee.”
MET HUIS EN AL VERHUIZEN
Verhuizen oké, maar dan wel in dezelfde comfortabele woning, moet Knijtijzer gedacht hebben. Het verplaatsen zelf vindt hij namelijk geen probleem. “Ik ben zelf onlangs weer verhuisd binnen de stad en vindt het hartstikke leuk dat ik nu een nieuw gebied kan ontdekken, met eigen restaurantjes etcetera.” In dat opzicht is de jonge Knijtijzer een exponent van zijn generatie. Maar in alle leeftijdscategorieën groeit het aantal mensen dat - min of meer bewust - constant ‘in beweging’ is. “Daar wordt vanuit de aanbodkant nog te weinig op ingespeeld”, aldus Knijtijzer. “Bestuurders en gemeenten denken soms dat ze het niet kunnen maken om mensen te laten verhuizen, terwijl er verschillende doelgroepen zijn die hier geen enkel probleem mee hebben.” Is het daadwerkelijk zo dat de markt verder is dan de overheden? Dat gemeenten achter de feiten en de vraag aan lopen? Maarten Hoorn is niet zo stellig. “Gemeenten hebben een zorgplicht voor hun inwoners. Op het moment dat ze een locatie beschikbaar stellen die misschien over tien jaar, maar misschien ook over twee jaar, gebruikt gaat worden, dan blijft het ingewikkeld om daar zekerheid over te geven. Dan komt bijvoorbeeld ook de huurbescherming om de hoek kijken.” De gemeente is dus verantwoordelijk. “Maar we moeten voorkomen dat er angst insluipt die voorkomt dat innovatieve ideeën serieus worden genomen.” Ook Hoorn constateert een groeiende vraag en weet dat er in Nederland ondertussen een variatie aan flexibele woningen van gedegen kwaliteit is ontwikkeld. Hij pleit voor experiment bij de overheden: “Het grondabonnement in Leiden is wat mij betreft een prachtig voorbeeld.” De tiny house-beweging is bezig zichzelf te verenigen, om samen sterker te staan. Dat maakt het voor gemeenten logischer om er aandacht aan te besteden. “Daarnaast zijn er steeds meer ontwikkelaars die daadwerkelijk aansprekende voorbeelden hebben gerealiseerd. Die zijn vaak modulair en kunnen voor verschillende doeleinden benut worden. De discussie over statushouders leverde ook een keur aan nieuwe ideeën.”
COMFORTABELE WONING
Een veelgehoord probleem van tijdelijke huisvesting is dat de exploitatieperiode te kort is om een investering terug te verdienen of om winst te maken. Met
‘het idee van verplaatsbare modules is wat mij betreft groter dan onze onderneming’, aldus jurrian knijtijzer
B+U 4 2017 9
‘ Met trendy woonvormen kan een gemeente bewust aan placemaking doen en zichzelf als modern en vooruitstrevend profileren.’ FLEXIBELE MODULES De naam Finch Buildings is ontleent aan de beroemde Darwinvinken, wat refereert aan het aanpassen aan de leefomgeving. De gedachte achter het product is een woonmodule die zich altijd kan aanpassen aan de specifieke vraag van de opdrachtgever of bewoner. De modules van 29 of 40 vierkante meter zijn multifunctioneel te gebruiken, eenvoudig af te breken, en kunnen door middel van koppelingen eenvoudig uitgebreid of verkleind worden. Verder voldoen ze aan alle eisen van het Bouwbesluit, wat ze ook geschikt maakt voor permanent gebruik. De modules zijn relatief eenvoudig af te breken en te verplaatsen naar een andere locatie, zoals in Leiden gebeurt met het grondabonnement. Dat kan binnen een dag, voor circa 4.000 euro. Finch Buildings profileert zich als duurzame oplossing. Alle modules zijn uitgerust met een lucht- water- en warmtepomp. Er komt geen centrale installatietechniek aan te pas. “We kunnen gestapelde appartementen maken die voldoen aan de BENG-normering”, aldus oprichter Jurrian Knijtijzer. “We zijn in Nederland heel erg gefocust op de energieprestatie, maar je moet aan de voorkant ook kijken naar materiaalgebruik. Er wordt nog veel te veel gebouwd met materialen die energie kosten en die slecht zijn voor mensen, terwijl we de alternatieven binnen handbereik hebben.” Dankzij een samenwerking met De Groot Vroomshoop, een dochteronderneming van VolkerWessels, kunnen er zes modules per dag worden gemaakt, en tien per dag worden geplaatst. De modules zijn verschenen vorig jaar op de markt. Leiden is de eerste gemeente die een grondabonnement afsloot voor de plaatsing van 150 wooneenheden. Knijtijzer krijgt veel vragen van andere geïnteresseerde gemeenten. “Onze modules voldoen aan alle eisen. Op het gebied van de regelgeving hebben we niks te duchten. Wat ik wel tegenkom is dat de besluitvorming bij corporaties en gemeenten soms traag gaat. Dat is wat mij betreft te optimaliseren. Wij kunnen een corporatie of gemeente ondersteunen door een deel van het proces te begeleiden.”
10 B+U 4 2017
het grondabonnement is daar dus een oplossing op gevonden. De modules gaan minimaal vijfentwintig jaar mee. De term ‘tijdelijk’ slaat dus vooral op de locaties. Het grondabonnement voor twintig jaar bood woningcorporatie Ons Doel de ruimte om te investeren in modules met een hoogwaardige kwaliteit. “Je hebt al meer dan tien jaar nodig om de kosten eruit te krijgen voor goedkopere units van lagere kwaliteit”, aldus Christoffel Klap, corporatiedirecteur van Ons Doel, in een artikel op Binnenlandsbestuur.nl. De garantie voor twintig jaar exploitatie gaf de corporatie de gelegenheid te investeren in de Finch Buildings, die - voor tijdelijke units - een hoogwaardige kwaliteit hebben. Ze voldoen bijvoorbeeld aan alles eisen van het Bouwbesluit, waardoor permanente bewoning ook tot de mogelijkheden behoort. Zo krijgen mensen die misschien minder te besteden hebben, bijvoorbeeld statushouders, toch een comfortabele woning. Voor de Leidsche wethouder Roos van Gelderen was dit een belangrijk pluspunt. “Maar ook voor het draagvlak in de buurt en de uitstraling die het heeft. Bij woonvormen voor langere tijd moet je niet met containers gaan werken.” Knijtijzer is blij dat een corporatie en gemeente gezamenlijk in het concept geloven. “Ons Doel is een kleinere progressieve corporatie die zelf spreekt over ‘permanente woningen die we door de stad gaan verplaatsen’. Als je alleen maar in bakstenen en grond gelooft, moet je niet bij ons zijn.”
ECOLOGISCHE VOETAFDRUK
Eén van de trends die nog niet genoemd is, maar wel een belangrijke rol speelt, is de drang van huurders en huiseigenaren om hun ecologische voetafdruk zo klein en groen mogelijk te maken. Ook in dit opzicht is pionier Knijtijzer een exponent van de tijdgeest. “Als student was ik veel bezig met duurzaamheid. Na mijn studie merkte ik als beginnend architect dat je in dit opzicht nauwelijks inspraak hebt op het eindresultaat.” Op een gegeven moment kwam Knijtijzer in aanraking met massiefhout. “Dat bleek een materiaal waarmee ik een module kon maken die kwaliteit heeft, duurzaam is, en die we zelf konden ontwikkelen.” Binnen een aantal jaar lukte het om modules te bouwen die voor een periode van minimaal 20 jaar mee gaan. De tweede stap was het ontwikkelen van een product dat aansloot op behoeften in de markt. Als architect een onlogische gedachte om te denken in een reproduceerbaar product, in plaats van een gebouw. Maar vanuit het doel van Finch Buildings, én vanuit commercieel oogpunt, niet meer dan logisch. De modules kunnen
B+U 4 2017 11
als puzzels gestapeld en aan elkaar gekoppeld worden. Zo ontstaat een veelvoud aan mogelijk gebruik. Door de reproduceerbaarheid worden de productiekosten per unit verlaagd. Op termijn wil Knijtijzer zijn product steeds goedkoper, duurzamer en multifunctioneler maken. “In eerste instantie richtten we ons op studentenwoningen, daarna kwamen daar statushouders bij, maar inmiddels zien we mogelijkheden voor hotels, recreatiewoningen, zorgwoningen, ouderen, jongeren, eenpersoonshuishoudens. Iedereen die gebaat is bij klein of tijdelijk wonen, kan worden gehuisvest.”
EERSTE SCHAAP OVER DE DAM
In zijn jeugdigheid ziet Knijtijzer een verschil in denken tussen verschillende generaties. “Ja er zijn veel stokpaardjes uit het verleden, bijvoorbeeld omtrent de huurbescherming. Een woning is één van de belangrijkste dingen in het leven. Maar men moet zich realiseren dat er ook flexibele doelgroepen zijn. Mensen die al weten dat ze ergens maar voor een kortere tijd blijven, die van avontuur houden, of die liever wat minder betalen en het geen probleem vinden om te verhuizen binnen de stad, zolang de ruimtelijke kwaliteit vergelijkbaar is.” De gemeente Leiden is het eerste schaap over de dam. Voor partijen die de investering te hoog vinden is een leasemogelijkheid ontwikkeld. De vraag is hoeveel gemeenten bereid zijn dit voorbeeld te volgen. Een veelgehoord argument van gemeenten is: ‘het kan niet, want we kunnen geen lange termijn afspraken maken met marktpartijen’. Knijtijzer: “Maar in Amsterdam maken we continue afspraken over erfpacht. Erfpacht is niets anders dan een lange termijn afspraak met een marktpartij of consument over hetzelfde onderwerp, grond.” Het andere argument tegen het gebruik van het grondabonnement is dat gemeenten zeggen, ‘maar dan moeten we nu al weten waar de volgende plek is’. Ook dat hoeft volgens Knijtijzer helemaal niet. “Zolang je maar afspraken maakt over de randvoorwaarden van een nieuwe plek. Je hoeft van tevoren niet te weten wat er beschikbaar is, maar dat er grond beschikbaar is.” Leegstand en braakliggende grond lijken nu eenmaal iets te zijn van alle tijden. Vandaar dat Knijtijzer open communiceert. Hij is niet bang om daarmee eventuele concurrentie in de kaart te spelen. “De gedachte dat er op een alternatieve wijze ingespeeld kan worden op de vraag naar kleine en tijdelijke locaties moet gemeengoed worden. Het idee is wat mij betreft groter dan onze onderneming. Sterker nog, wij zijn er bij gebaat wanneer dit principe op grotere schaal gaat werken.”
12 B+U 4 2017
RENOVEREN IN HOOFDDORP
B+U 4 2017 13
N Van Label 0 naar Label A
Delta EMEA heeft zijn hoofdkantoor in Hoofddorp gerenoveerd. Het vernieuwde kantoor heeft een BREEAM-In-Use certificaat Very Good en is daarmee vijfenveertig procent energiezuiniger dan voorheen. Projectleider Bob Wind, wethouder John Nederstigt en BREEAM-assessor Sannie Verweij geven een inkijkje in het project. TEKST : GERARD VOS FOTO’S : DELTA ELECTRONICS
D
e renovatie van het kantoor in Hoofddorp is wereldwijd het vierentwintigste gebouw van Delta EMEA, vertelt projectleider Bob Wind. “We vieren dit jaar ons dertigjarige jubileum en dat viel mooi samen met de renovatie van het dertig jaar oude gebouw.” Wind: “We zijn een groen bedrijf. Dat zit in ons DNA. In 1971 zag de oprichter al dat duurzaamheid, energie efficiency en groene techniek groot zouden gaan worden. Sinds het begin van deze eeuw heeft het v erduurzamen van de eigen kantoren een vlucht genomen. Met het gebouw in Hoofddorp als vierentwintigste in de rij. Hiermee geven we de medewerkers een comfortabele werkplek, maar we willen ze ook bewuster maken van het belang van duurzaamheid.”
OPLAADPALEN VOOR ELEKTRISCHE AUTO’S
Delta schaart zich met het renoveren van het kantoor achter het streven van de Nederlandse overheid en de gemeente Haarlemmermeer om bestaande kantoren ‘groener’ te maken. Wethouder Duurzaamheid van de gemeente Haarlemmermeer, John Nederstigt: “We zijn
blij met een partij als Delta. Ze hebben diverse innovatieve technieken in huis om bestaande gebouwen te verduurzamen. Mooi om te zien dat ze bij de buren een laadpaal hebben geïnstalleerd en dat ze die partij helpen te verduurzamen. Kennis van dit soort bedrijven kunnen we als gemeente op een later moment mogelijk weer inzetten.” Het Delta-kantoor is voorzien van een ultrasnel 150kW EV-oplaadsysteem en acht oplaadpalen op het parkeerterrein. Met de DC Ultra-Fast Charger kunnen vier elektrische auto’s tegelijkertijd worden opgeladen. Twee elektrische auto’s kunnen zeer snel worden opgeladen, met een capaciteit die tot 50kW beter is dan concurrerende EV-oplaadsystemen. Er zijn tevens vier AC Mini Plus EV-oplaadpalen voor gasten geïmplementeerd door het Hyatt Place Hotel, de buurman van Delta.
GEEN SLOOP
Het dertig jaar oude kantoor van Delta heeft de afgelopen twee jaar een grondige renovatie ondergaan. De algemene tendens is om zo’n oud gebouw te slopen en voor nieuwbouw te gaan, maar daar is hier bewust niet
14 B+U 4 2017
voor gekozen. Wind: “Laten we wel wezen, nieuwbouw is veel eenvoudiger dan renovatie. Een energie nulgebouw neerzetten vanaf scratch is makkelijker. Een renovatie vormde juist een mooie uitdaging. We wilden laten zien dat we dit kunnen.” In het gebouw is een reeks eigen technologieën en oplossingen geïmplementeerd. Daartoe behoren een gebouwbeheersysteem, een gebouwenergiesysteem en diverse energiebesparende oplossingen zoals pv-omvormers voor zonne-energie, een energieopslagsysteem, oplaadpalen voor elektrische auto’s en converters die piekbelastingen opvangen.
PIEKBELASTING OMLAAG
Vooral het Battery Energy Storage System (BESS) in combinatie met het Power Conversion System vallen hierbij op. Het dak van het gebouw is voorzien van zonnepanelen met een opbrengst van 58,24kW. In combinatie met PV-inverters is er een efficiency mogelijk van 98,6%. De gegenereerde energie wordt, behalve voor de energiebehoefte in het gebouw zelf, gebruikt door het 48kWh batterijsysteem BESS en het 100kW Power Conversion System (PCS). Dit systeem voorziet in de bi-directionele conversie van energie tussen de pv-omvormers, het batterijsysteem en het stroomnet. Zo kunnen piekbelastingen worden opgevangen. Waarmee optimale efficiency in het stroomverbruik wordt bereikt. Wind: “De energieleverancier komt met maatregelen als je over je contractlimiet gaat. Als om half negen ’s ochtends de medewerkers hier binnenstromen, de lichten en computers aanzetten, koffie zetten en gaan bellen dan heb je een flinke piek in je energieverbruik. Die piek wordt door het BESS-systeem opgevangen. Daarmee reduceer je de energierekening aanzienlijk.” Aan het BESS-systeem hangt weliswaar een aardig prijskaartje, maar Wind ziet dat niet als een bezwaar. “Deze investering verdient zich binnen vijf jaar terug.”
GEBOUWBEHEER
Het gebouwbeheersysteem (BMCS) werkt naar behoren, vertelt Wind. Het BMCS koppelt e nergieopwekking, energieopslag, lichtsensoren en het verwarmings-, ventilatie- en airconditioningsysteem aan elkaar en stuurt de onderdelen aan. Het ‘cloud-ready’ platform is compatibel met alle bestaande communicatieprotocollen op het gebied van gebouwbeheer. Zo is het mogelijk om het hele gebouw effectief en rendabel te beheren. Wind: “Wat je in dit gebouw ziet is dat al de parameters automatisch worden afgesteld, en dat lokaal, dus per vergaderruimte of per kantoorsegment. Het CO2-niveau wordt automatisch gemanaged zodat mensen zich niet duf gaan voelen. De ledverlichting heeft slimme sensors en regelsystemen waarmee de verlichting automatisch wordt afgestemd op de aanwezigheid van mensen. Er is daarbij altijd een goed daglichtniveau waarmee het comfort voor de medewerkers wordt gewaarborgd.” Jackie Chang President & General Manager van Delta EMEA: “In de hal hebben we zes beeldschermen die
B+U 4 2017 15
‘ Laten we wel wezen, nieuwbouw is veel eenvoudiger dan renovatie’
OVER DELTA ELECTRONICS Delta Electronics is specialist op het gebied van oplossingen voor stroom- en warmtebeheer. Het is ’s werelds grootste fabrikant van voedingen (power supplies) voor elektronische apparaten en toebehoren. Delta spant zich continu in voor het ontwikkelen van technologieën en oplossingen die klimaatverandering helpen tegengaan en zo bijdragen aan een duurzame toekomst. Daartoe behoren energiebesparende oplossingen. Ook is het bedrijf voorstander van het gebruik van duurzame energiebronnen. De elektronicaspecialist telt drie divisies: Power Electronics, Energy Management en Smart Green Life. Jaarlijks besteedt het bedrijf 6%-7% van de jaarlijkse omzet in Research en Development.
een aantal onderdelen van het gebouwbeheersysteem laten zien. Je kunt zo exact volgen wat er in het gebouw speelt. Daarnaast zijn er per etage schermen waarmee je de afdelingen kunt monitoren en waar technici kunnen zien of alles het naar behoren doet. Met de zes beeldschermen in de hal maken we de techniek zichtbaar, maar daarnaast is het ook een mooi visitekaartje voor ons.”
BREEAM IN USE
Het gerenoveerde EMEA-hoofdkantoor van Delta Electronics in Hoofddorp heeft een BREEAM NL-IN Use ‘Very Good’ kwalificatie gekregen. Wind: “Het laat zien dat het zonder meer mogelijk is om bestaande kantoren zonder label te transformeren tot een duurzaam gebouw.” Het kantoorgebouw draagt nu tevens het energielabel ‘A’. Was in de ambitie BREEAM-in-Use Outstanding niet liever gewenst? Wind: “We zijn trots dat we een BREEAM-certificaat hebben. We zien dit als een dynamisch certificaat. De gehele
16 B+U 4 2017
‘De renovatie vond plaats terwijl het gebouw gewoon in gebruik was’ sannie verweij
foto: vesna zuuring
renovatie heeft amper twee jaar in beslag genomen. We zien dit certificaat eigenlijk als een vertrekpunt. We zijn nu beoordeeld op Asset [Zie kader, red.]. Voor het beheer en gebruik gaan we straks ook een certificaat halen. Dit gebouw blijft in ontwikkeling en op een later moment kunnen we het opnieuw laten toetsen op een BREEAM Excellent of BREEAM Outstanding-certificaat. We leren het gebouw als gebruiker steeds beter kennen en willen steeds preciezer gaan monitoren. Dat is een stadium waar we nu in beland zijn. Er is voor Delta daarnaast nog een wereld te winnen als het gaat om de awareness van de medewerkers. Daar gaan we ons nu ook op richten.”
DE ASSESSOR AAN HET WOORD
Sannie Verweij was bij dit project de BREEAM-assessor. Als onafhankelijke partij controleert ze of aan de eisen wordt voldaan. De rol van Assessor is te vergelijken met die van een auditor of ‘inspecteur’. De eisen staan in een beoordelingsrichtlijn (BRL), in het geval van Delta in de BRL BREEAM-NL In Use 2011. Momenteel zijn 299 projecten gecertificeerd met een BREEAM-NL In Use certificaat. Sommige hiervan hebben net als Delta Electronics alleen een score behaald op het onderdeel Asset, andere zijn ook beoordeeld op de onderdelen beheer en gebruik.
Het Delta-gebouw heeft een BREEAM in Use-certificaat met de kwalificatie ‘Very Good’ gekregen. Dat is niet het hoogst haalbare. Wat had Delta moeten doen om Outstanding of Excellent te worden? Verweij: “In het huidige gebouw zijn nog weinig aanpassingen gedaan op de onderdelen Waterverbruik en Landgebruik en Ecologie, daar liggen zeker nog kansen. En verder zie je ook terug dat het een wat ouder gebouw is. Zo voldoen de liften niet aan de energie-eisen, maar is het materiaal technisch gezien een prima keuze om deze nog niet te willen vervangen.”
DUURZAAMHEID IN DE GEMEENTE HAARLEMMERMEER Landelijk gezien loopt de gemeente Haarlemmermeer voorop als het om duurzaamheid gaat. Nederstigt: “Geregeld wordt me gevraagd hoe we dat aanpakken. Het is eigenlijk heel simpel: ‘maak gebruik van de kennis die er is.’ Steek je nek uit en ga gewoon aan de slag. We hebben hier bijvoorbeeld bankjes van olifantsgrasbeton. Dat is veertig procent lichter dan gewoon beton. Daar gaan we nu ook fietspaden mee aanleggen. Je moet projecten wel meteen goed aanpakken en je moet niet bang zijn voor de kennis die je op je pad tegenkomt.” De gemeente Haarlemmermeer had als doel om alle doelstellingen van Kyoto halen. Dat is inmiddels gelukt. Nederstigt: “We zijn de enige gemeente die minder CO2 heeft uitgestoten, terwijl er meer bewoners bij zijn gekomen en de industrie is gegroeid.” Een speerpunt voor Haarlemmermeer is het terugdringen van afval. Nederstigt: “Er loopt nu een proef met twaalfhonderd huis houdens. Maximaal drie tot vier procent van het afval van die gezinnen gaat uiteindelijk de oven in. 97 procent van het afval wordt hergebruikt.” Meer info: https://haarlemmermeergemeente.nl/winst-uit-je-afval
B+U 4 2017 17
BREEAM IN USE BREEAM-NL In-Use bestaat uit drie onderdelen. Asset: dit onderdeel gaat over de duurzame prestaties van het gebouw. Beheer: dit gaat over hoe duurzaam het gebouw wordt beheerd. Gebruik: bij dit onderdeel wordt gekeken naar het duurzame gebruik van het gebouw. Per onderdeel kan een score worden behaald. Deze score is opgebouwd uit deelscores voor de verschillende duurzaamheidscategorieën, zoals management, energie, transport en afval. De scorebepaling wordt nader toegelicht in de beoordelingsrichtlijn van In-Use. De totaalscore per onderdeel wordt uitgedrukt in sterren. BREEAM Outstanding is het hoogste gevolgd door Excellent en Very Good. Het certificaat is maximaal drie jaar geldig. Jaarlijks wordt de score opnieuw bepaald. Een certificaat kan tot twee keer toe worden verlengd, daarna moet het opnieuw worden aangevraagd.
In de categorie materialen hadden ze hoger kunnen scoren als ze een berekening hadden laten maken van de gebruikte materialen in het gebouw, vertelt Verweij. Dit hebben ze echter niet gedaan. Verweij: “Voor de huidige renovatie was het niet nodig om een aantal onderzoeken te laten doen naar bijvoorbeeld materiaal, beveiliging, ecologie, temperatuurberekeningen. Als je deze onderzoeken niet hebt liggen, heb je soms niet voldoende bewijslast om aan te tonen of je wel of niet voldoet. Mochten die onderzoeken er in de toekomst wel komen dan liggen daar kansen voor een hogere score.”
Verweij heeft als assessor al veel projecten voorbij zien komen. Een ding viel hier echter op. “Het is natuurlijk opvallend dat ze zoveel van hun eigen producten in het gebouw verwerkt hebben. Het eerste wat buiten gelijk opviel was de grote hoeveelheid laadpalen. Maar ook het hele interne systeem van aansturing en monitoring van de klimaatinstallaties per ruimte zijn heel innovatief.” Verweij: “Wat ik vooral interessant vond aan de renovatie is dat ze die hebben gedaan, terwijl het gebouw gewoon in gebruik was. Dat is iets wat je bij grondige renovaties niet vaak ziet.”
18 B+U 4 2017
SAMEN VERANTWOORDELIJK VOOR
ONDERGRONDSE INFRA Verzelfstandiging heeft overheden en netbeheerders uit elkaar gedreven. De afstand tussen de partijen heeft ook afstand gecreëerd in de manier waarop zij aan projecten werken. Dit kost de burger miljarden. Dat kan beter, zegt Jarko van Bloois van Legal Infra, juridisch adviesbureau voor ondergrondse infra. TEKST KARINA MEERMAN BEELD LEGAL INFRA
B+U 4 2017 19
20 B+U 4 2017
D
e maatschappelijke waarde van kabels en leidingen wordt zwaar onderschat, zegt jurist Jarko van Bloois van Legal Infra. “Bij bouw- en ontwikkelingsprojecten worden de kosten van leggen en verleggen vaak niet meegenomen in de totale projectprijs. Of de netbeheerder alle kosten ophoest of de gemeente ze via een nadeelcompensatieregeling (deels) vergoedt en de rest uit eigen pot betaalt, uiteindelijk komen ze op rekening van de burger. Verzelfstandiging heeft er ook voor gezorgd dat de ene partij de andere op kosten kan jagen. Dat is eigenlijk een hele vreemde gang van zaken.” Neem de bouw van de Markthal in Rotterdam. Het verleggen van de ondergrondse stroom-, gas- en warmteleidingen voor de ondergrondse parkeergarage bleek 3,5 miljoen euro te bedragen. De gemeente vond dat netbeheerders dit moesten betalen en keerde geen nadeelcompensatie uit omdat de kabels ouder dan vijftien jaar waren. Zo zijn de gemeentelijke regels van de stad. De netbeheerders daagden de gemeente Rotterdam voor de rechter. Die besloot dat de gemeente inderdaad de netbeheerders mocht opdragen de kabels
en leidingen te verleggen, omdat de Markthal bijdraagt aan het maatschappelijk en economisch belang van de gemeente Rotterdam. In hoger beroep besloot de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State echter dat ze de kosten niet zomaar mocht afwentelen op de netbeheerders. Voor de burger maakt het feitelijk niet uit, die betaalt de rekening toch wel. Voor hem is het van belang dat bij ruimtelijke ontwikkeling ook naar de gevolgen voor de ondergrond wordt gekeken. Had de gemeente de kosten vanaf het begin integraal meegenomen als maatschappelijke kosten, dan was het langdurige juridische traject wellicht niet nodig geweest.
UIT ELKAAR GEGROEID
Van Bloois zag indertijd de hele ontwikkeling met lede ogen aan. “Voor de verzelfstandiging maakten netbeheerders deel uit van de ruimtelijke ordeningsfamilie. Ze liepen als het ware even bij elkaar binnen om te overleggen, ze voelden zich onderdeel van dezelfde organisatie. Nu ze financieel en fysiek uit elkaar zijn gehaald, zijn ze uit elkaar gegroeid. We zouden kunnen zeggen dat ze na de scheiding zijn gestopt met praten waardoor ze van
B+U 4 2017 21
elkaar vervreemd zijn geraakt.” Ook zijn de regels veranderd. Sinds de verzelfstandiging zijn ze gericht op professionalisering van het netbeheer en dat vraagt om een andere manier van samenwerken. De ondergrond moet in zijn geheel worden bekeken, door alle partijen, met het gemeenschappelijk belang voor ogen. Dat vraagt nogal wat van alle betrokkenen. De netbeheerder is aan zet om efficiënt beheer te voeren, terwijl overheden zich moeten concentreren op het in goede banen leiden van de ruimtelijke ontwikkelingen, met de ondergrond als fundament. Dat de netbeheerder na verloop van tijd zijn net misschien moet aanpassen vanwege ruimtelijke ontwikkeling, betekent niet dat zijn net geen maatschappelijke waarde meer vertegenwoordigt.
ANDERMANS HUISHOUDBOEKJE
Voor wie het maatschappelijk belang nog niet helemaal voelt, geeft Van Bloois een voorbeeld dichter bij huis. Stel, je bent lid van een sportvereniging die verschillende sporten organiseert. Of het nu hockey is, voetbal of basketbal, iedereen betaalt hetzelfde bedrag aan contribu-
tie. Dan besluit het bestuur om te investeren in de voetbalvelden. De kosten vallen hoger uit dan verwacht en de contributie stijgt voor alle sporters. Daar zijn de leden niet blij mee en het regent klachten. Van Bloois: “Is het redelijk om zo veel te investeren in alleen voetbal terwijl iedereen betaalt? Had het bestuur de kosten moeten omslaan op alleen de voetballers? Hadden ze het geld in kleinere stappen moeten investeren? Het bestuur heeft de regels keurig gevolgd, maar hebben ze alle belangen wel goed afgewogen?”
NADEELCOMPENSATIEREGELING
Ook al is hij jurist, Van Bloois is geen voorstander van de toenemende juridisering. “Ik zie alle kanten van het verhaal en ik begrijp ze ook. Naar de rechter stappen is een laatste oplossing. Liever ben ik een drijvende kracht achter de omslag die nodig is naar een cultuur van overleg en samenwerking. Dat netbeheerders niet bang hoeven zijn om te vertellen hoe oud de kabels zijn, omdat ze vrezen dat zij hun net aan moeten passen op het moment dat de gemeente de kosten niet zelf hoeft te dragen. Dat kabelexploitanten samen met stedelijk ontwerp overleggen wat de efficiëntste plek is voor een rotonde, omdat zij precies weten wat er onder de grond ligt en wat de maatschappelijke waarde ervan is. Nu zijn het heel vaak eilandjes die ieder hun eigen plannen maken.” Dat is eigenlijk niet meer van deze tijd. Delen en samenwerking zijn zeker in het bedrijfsleven aan de orde van de dag, ook tussen ketenpartners. Dat is ook niet vanzelf gegaan, dat vraagt om vertrouwen in elkaar en in standaarden waar alle partijen mee kunnen werken.
‘ We zouden kunnen zeggen dat ze na de scheiding zijn gestopt met praten’
22 B+U 4 2017
‘ Het doel van dit hele project is om overheden en netbeheerders eerder in het ruimtelijk ordeningsproces te laten communiceren’ HANDBOEK K&L: DE EERSTE STAP
Gemeenten moeten leren de regie te nemen en met input van alle betrokken partijen te gaan sturen op de ondergrond, uiteraard met het maatschappelijk belang voor ogen. Om gemeenten te helpen om te groeien naar een professionele regievoerder maakte Van Bloois een Handboek Kabels en Leidingen als vervanger voor de oude overeenkomsten. Het Handboek bestaat uit een algemene verordening ondergrond infrastructuur (AVOI) en enkele onderliggende beleidsregels. Het geeft handvatten voor sturing en een uniforme set regels voor de aanleg en het verleggen van de ondergrondse infrastructuur. Van Bloois’ visie is dat iedereen die betrokken is bij een specifiek project in de ruimtelijke ontwikkeling datzelfde handboek gebruikt en dus volgens dezelfde handvatten werkt. De inhoud is zoveel mogelijk gebaseerd op bestaande verordeningen, regels en regelgeving. Partijen hoeven hun werkwijze dus niet drastisch om te gooien. De regels in het Handboek zijn zo opgesteld dat zowel de netbeheerder als de gemeente er baat bij hebben om in een vroeg stadium samen te praten over toekomstige projecten. Het is een ferm duwtje in de richting van de benodigde cultuuromslag. En Van Bloois staat te popelen om ze daarin gezamenlijk te begeleiden. “Het geeft een veel beter gevoel om de regellacune op te vullen door overleg, samenwerking en begeleiding, dan door vorming via de rechtspraak. In dat laatste geval zijn er eigenlijk drie verliezers: de overheid, de netbeheerder en de burger.”
Voorkomen moet worden dat een afdeling stedelijke ontwikkeling zich focust op een staffel in een nadeelcompensatieregeling waaruit blijkt dat de gemeente na vijftien jaar niet meer hoeft te betalen voor een verlegging. Ook onwenselijk is de kapitaalvernietiging als gevolg van netten die worden aangelegd op plaatsen die ver voor het verstrijken van de economische levensduur weer op de schop gaan. Het Handboek hielp al zo’n zestig gemeenten met de transitie naar professioneler werken. En met professioneler bedoelt Van Bloois dat de gemeenten van faciliterende mogelijkheden naar sturende mogelijkheden gaan. “Dus naast de gebieden geologie, archeologie en niet gesprongen explosieven, ook ondergrondse infrastructuur. De netbeheerder is aan zet om zich in de planvorming veel meer te laten horen. Die (bestuurlijke) verantwoordelijkheden ziet nog niet iedereen omdat ze niet in de regeltjes staan. Het is belangrijk dat zij hierbij ondersteund worden.”
NEGEN PIONIERENDE GEMEENTEN
Legal Infra startte recent een project met negen gemeenten in het westen van het land. “Zij zien hoe belangrijk het is om al in de planfase van een project de ondergrondse infrastructuur te kennen en die samen met netbeheerders in beeld te brengen”, zegt een hoopvol gestemde Van Bloois. Om tot een gestructureerde planvorming te komen voor alle spelers in die regio moet
B+U 4 2017 23
JARKO VAN BLOOIS Directeur en oprichter van Legal Infra en sinds 2007 werkzaam in de ondergrondse infrastructuur. Binnen die niche creĂŤerde hij een nog fijnmaziger expertiseplek als jurist op het gebied van kabels en leidingen. Legal Infra beziet de ondergrond met een helikopterview en kan daarom het volledige kabel- en leidingproces begeleiden en klanten ontlasten op administratief gebied met betrekking tot communicatie, projectovereenstemmingen en nadeelcompensatiebeschikkingen. De kracht van Legal Infra is dat het beschikt over veel praktijkkennis en een groot netwerk van specialisten. Hierdoor is het adviesbureau gesprekspartner voor pragmatische oplossingen, maar ook voor complexe juridische vraagstukken. Door de koppeling van praktijk en juridische kennis kan Legal Infra hulp bieden bij zowel de begeleiding van infrastructurele projecten, alsook bij het trainen van klanten en het ontwikkelen van nieuw beleid.
eerst uitvoerig onderzoek worden gedaan. Die fase ging begin dit jaar van start. Heel beknopt gezegd is de eerste stap het inventariseren van wat er is (structuurvisies, bestemmingsplannen, decentrale werkwijzen en dergelijke) en wat er komt (Omgevingswet, omgevingsvisies, omgevingsplannen). Vervolgens wordt onderzocht welke soorten kabels en leidingen er precies liggen en wat hun waarde is in de belangenafweging. Ook de uitvoeringsfase gaat mee in de onderzoeksfase om te worden gestroomlijnd. Want stel dat er sprake is van verlegging, wat moet er dan allemaal gebeuren? Wat is de invloed op andere projecten? Welke afspraken liggen er? En: wat is precies nodig om verlegging gestructureerd en beheerst te kunnen uitvoeren? Van
Bloois: “Het doel van dit hele project is om overheden en netbeheerders eerder in het ruimtelijk ordeningsproces te laten communiceren, terwijl elke partij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en kracht informatie verstrekt en situaties beoordeelt. Dit gebeurt met objectiviteit en transparantie in de afweging van de verschillende belangen, maar altijd met het gemeenschappelijk belang voor ogen. Daarmee verschuift de focus van vergoeden naar voorkomen en daar is de burger enorm bij gebaat.�
GEBOUW BEHEERSYSTEEM
B+U 4 2017 25
IN DE CLOUD
26 B+U 4 2017
‘In de toekomst gebeurt alles vanuit de cloud’, is de laatste jaren een veelgehoorde kreet. Maar wat gebeurt er nu precies vanuit de cloud, en wat is het nut hiervan? Brightlands Chemelot Campus voor wetenschap en innovatie in ‘smart materials’ en ‘sustainable manufacturing’ te Geleen levert een interessante case, mét antwoorden. De campus besloot te kiezen voor een totale integratie van alle gebouwinstallaties op de campus. Het beheer en onderhoud van 24 gebouwen kan nu werkplekonafhankelijk via de pc of tablet vanuit één applicatie gemonitord en beheerd worden.
TEKST DAAN GROENEVELD
B+U 4 2017 27
Eén beheerapplicatie voor volledig beheer Brightlands Chemelot Campus directeur van Regel Partners. Vanuit die situatie, en de voortschrijdende techniek, werd het steeds logischer om alle gebouwen te koppelen in één systeem, en dat in de cloud te plaatsen.
H
et traject op Brightlands Chemelot Campus is tweeledig. Ten eerste is er de nieuwbouw van Center Court, een ultramodern uithangbord voor de regio, waar onderwijs en bedrijfsleven hand in hand gaan. Het gebouw is het nieuwe kloppende hart van Brightlands. Ten tweede wordt het gebouwbeheer van de gehele campus geïntegreerd naar één in een private cloud geplaatst systeem dat remote, op afstand, bestuurd kan worden. In het samenvloeien van beide projecten was een cruciale rol weggelegd voor system integrator Regel Partners. Als integrator van de meet- en regeltechniek was deze partij verantwoordelijk voor het ontwerpen van een state of the art automatiseringsplan voor Center Court. Tegelijkertijd kregen zij de opdracht om het overkoepelende systeem aan te brengen, waar ook alle bestaande gebouwen op de campus op worden aangesloten. De wijze waarop dit gebeurt levert een schoolvoorbeeld van automatisering. Een voorbeeld waarvan te verwachten is dat die in de nabije toekomst steeds vaker navolging zal krijgen.
24 GEBOUWEN IN ÉÉN SYSTEEM
“We doen al jarenlang de systeemintegratie van verschillende gebouwen op de campus”, aldus Antoine Brunink,
“We hebben een overkoepelend softwaresysteem gecreëerd, dat rechtstreeks is gekoppeld aan de installaties in de gebouwen. Zodoende kan het gebouwbeheer, het inzicht in het (energie)gebruik en de monitoring van storingen, maar ook het onderhouden van de applicatie zelf, op afstand worden gedaan. Volledig werkplekonafhankelijk. Op zichzelf iets dat we al enkele jaren kunnen. Wel is de schaal waarop dit nu op Brightlands gebeurt voor ons uniek.” In totaal worden 24 campusgebouwen, met duizenden sensoren en actoren, aangesloten op het overkoepelende systeem in de cloud. “Een gebouwbeheersysteem (gbs) met servers op locatie is in dit geval verleden tijd. De volledige functionaliteit van het gebouwbeheersysteem is ondergebracht in de cloud. Inclusief de modernste applicaties voor big data analytics.” Dat de realisatie van Center Court en het overkoepelende systeem gelijktijdig plaatsvond is geen toeval. Brightlands Campus verenigt aandeelhouders DSM, de provincie Limburg en Universiteit Maastricht in een gemeenschappelijk doel: de ontwikkeling van moderne gebouwen met een hoogwaardige functionaliteit. Om zo de synergie tussen de verschillende partijen op de campus te stimuleren en de werkgelegenheid in de regio een impuls te geven. Een voorbeeld van de zogenoemde Triple Helix: samenwerking tussen overheden, kennis- en onderwijsinstellingen en bedrijven.
28 B+U 4 2017
Enkele jaren geleden definieerde Brightlands de ambitie om te investeren in het moderniseren van de campus. Een tweede ambitie was het verduurzamen van de gebouwen, door middel van een betere energiemonitoring. Een belangrijke stap op weg naar modernisering was het intern aanstellen van mensen met kennis van zaken omtrent gebouwautomatisering.
TECHNISCHE KENNIS IN HUIS
Eén van die mensen is maintenance engineer Dion Houben, eindverantwoordelijk voor het installatiebeheer van de gehele campus. Houben: “Onze huurders zijn verschillend: van internationale marktleiders tot studenten, maar ook start-ups, die er bij gebaat zijn dat hun proeven niet mislukken door storingen in installaties. Vandaar dat wij als opdrachtgever het belang zien van automatisering.” Het is lang niet altijd gebruikelijk dat een opdrachtgever interne kennis in huis heeft van gebouw automatisering. Maar volgens Houben was dit
op de lange termijn, en de gehele installatietechniek, het voorkomen van storingen, wordt dan uitbesteed en een beetje uit het oog verloren.” Henk Groen namens BAM Bouw en Techniek, hoofdaannemer voor Center Court, herkent dit fenomeen. “Nog altijd zijn installaties vaak ondergeschikt aan de vormgeving van het gebouw. Eerst komt het ontwerp van de architect, en daarna pas denkt men aan de technische huishouding. Maar we zitten in een transitie waarbij de installaties steeds complexer en belangrijker worden. Architecten en ontwikkelaars moeten daar tijdens de ontwerpfase mee aan de slag, anders gaat dat ten koste van de functionaliteit van het gebouw.” Dan is het zaak om ofwel een system integrator aan de ontwerptafel te hebben, of, zoals in dit geval, intern mensen met kennis van zaken aan te stellen. Ook hielp het dat hoofdaannemer BAM zelf ervaring heeft met meet- en regeltechniek. Antoine Brunink van Regel Partners hierover: “Wat
‘ Het verzamelen van data en het constateren van trends in het gebruik van installaties is waardevolle info, die ingezet kan worden om te besparen’ een cruciale factor voor succes. “Die interne kennis heeft het verschil gemaakt. Als technisch specialisten zijn wij in de beginfase direct in contact geweest met de adviseurs, en waren we betrokken bij het ontwerp van de panden. Die insteek is genomen om aan de voorkant te garanderen dat de eindgebruiker die straks in het pand komt, ook daadwerkelijk de ruimte krijgt om de activiteiten te doen die voor hem belangrijk zijn.” Op deze manier werd voorkomen dat de meet- en regeltechniek, die zo belangrijk is voor een comfortabel gebouwgebruik, er pas halverwege het project ‘ingefietst’ wordt. “Bij opdrachtgevers ligt de focus vaak op het facilitaire stuk”, vervolgt Houben. “Het onderhoud
ons betreft zijn we op het goede moment bij het project betrokken. De trein reed al, maar de bestemming was helder. De werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties waren grotendeels al ge-engineerd naar de wensen en eisen van Brightlands. Het was aan ons om de meet- en regeltechniek en de gebouwautomatisering daar perfect op aan te sluiten”
ORGANISATIE ZO PLAT MOGELIJK
Dat opdrachtgever (Brightlands), uitvoerder (BAM) en system integrator (Regel Partners) dus allen over voldoende technische bagage beschikten, maakte de communicatie een stuk makkelijker. De drie partijen beamen
in totaal worden 24 campusgebouwen, met duizenden sensoren en actoren, aangesloten op het overkoepelende systeem.
B+U 4 2017 29
30 B+U 4 2017
het belang van een goede communicatie. “Regel Partners was officieel onderaannemer, maar fungeerde in de praktijk als gelijkwaardige partner”, aldus Henk Groen. “Vaak wil de hoofdaannemer dat alle informatiestromen via hen verloopt, maar wij hebben bewust gekozen om Regel Partners meer vrijheid te geven. We hebben de organisatiestructuur zo plat mogelijk gemaakt. Dat werkt veel praktischer en efficiënter.” Organisatorisch was het project een flinke uitdaging. Center Court verenigt een veelvoud aan verschillende functies in één gebouw: labruimtes, kantoren, vergaderzalen, onderwijsruimtes, sporthal, parkeergarage en een restaurant. De verschillende functies vragen om verschillende installaties, met een veelvoud aan bijbehorende naregelingen. Daarnaast was er voor Regel Partners dus sprake van een samensmelting van twee projecten. De automatiseringspartij leverde het automatiseringssysteem voor Center Court en was in dezelfde periode verantwoordelijk voor de integratie van het bovenliggende softwaresysteem voor de gehele campus. “Als system integrator hadden we contact met BAM, Brightlands, en verschillende onderaannemers”, aldus Mark Stoker, project manager
namens Regel Partners. “Dan is het fijn wanneer je op één lijn zit met de hoofdaannemer. We zijn tijdens het project dicht tegen elkaar aan gekropen. We opereerden als één team, waarbij de scheidslijnen van de organisaties zowat verdween. Dat is een kwestie van vertrouwen, die voortkomt uit samenwerking in eerdere projecten.”
BASIS VOOR DE TOEKOMST
Dion Houben stemt daar namens opdrachtgever Brightlands mee in. “Tijdens de bouwfase kun je pas zien of het ontwerp klopt. Dan komen er altijd dingen naar voren die anders moeten of beter kunnen. Als je tijdens die fase dagelijks communiceert en weet wie je voor welk probleem moet benaderen, heb je achteraf geen sores. Dat is in dit project heel goed gegaan, omdat de rolverdeling heel helder en goed was.” In de toekomst zal gebouwbeheer dus steeds meer verplaatst worden naar de cloud. De techniek is er naar. Maar wat zijn eigenlijk de voordelen? Waarom besloot Brightlands om deze nieuwe weg in te slaan? “Met dit geïntegreerde systeem kunnen we vooruitlo-
B+U 4 2017 31
‘ Een gebouwbeheersysteem (gbs) met servers op locatie is in dit geval verleden tijd. De v olledige functionaliteit van het gebouwbeheersysteem is ondergebracht in de cloud’ pen op storingen en deze dus voorkomen. Dat betekent dat we een beter product aan onze huurders kunnen leveren. Vanwege dit optimale systeem durven we het aan om in de contracten met onze huurders te garanderen dat bijvoorbeeld de laboratoria altijd aan bepaalde condities voldoen”, zo licht Dion Houben toe. Vanuit zijn functie als maintenance engineer is hij verantwoordelijk voor alle werktuigbouwkundige installaties op de campus. “Ik kan niet overal tegelijk zijn. Het mooie van automatisering van de gebouwtechniek is dat je op afstand de installaties kunt beïnvloeden. Erg fijn dat ik in één programma toegang heb tot alle gebouwen.” Daarbij is het systeem zo ingesteld dat urgente meldingen direct naar de relevante leverancier gaat, die er direct mee aan de slag kan. De totale integratie van alle gebouwen kost op korte termijn wel een extra investering. Maar Houben verwacht op de lange termijn kostenvoordelen. “Het verzamelen van data en het constateren van trends in het gebruik van installaties is waardevolle info, die ingezet kan worden om te besparen. Bijvoorbeeld op energiegebruik.”
Verder is het een voordeel dat één partij verantwoordelijk is voor alle gebouwen. Houben: “Dat werkt veel makkelijker samen dan wanneer ik voor ieder gebouw met andere mensen van doen heb. Vanwege de intensieve samenwerking verdiept Regel Partners zich uit zichzelf in onze veranderende vraag. Dat zie je niet vaak. Het voelt meer als een partner dan een leverancier.” Center Court is inmiddels opgeleverd. Met het nieuwe, vrij programmeerbare systeem is Brightlands Chemelot Campus klaar voor een toekomst waar steeds nieuwe toepassingen kunnen worden ingepast. “Center Court is de basis voor onze toekomst”, zo concludeert Houben. “De richting die we met dit pand zijn ingeslagen is typerend voor de komende jaren. Als hart van de campus was de ambitie om een toonbeeld van innovatie te creëren. Wat mij betreft is dat perfect gelukt.”
32 B+U 4 2017
WAAR EEN
WIL IS , IS EEN WEG
B+U 4 2017 33
In april jl. is gestart met de eerste energieneutrale weg van Nederland. Een project van Rijkswaterstaat, uitgevoerd door het consortium Parkway6. Met deze laatste partij praten we in dit artikel over het waarom van deze weg, de uitvoering en de uitdagingen die erbij komen kijken. TEKST BETTY ROMBOUT
D
e komende jaren worden de drukke snelwegen tussen Schiphol, Amsterdam en Almere verbreed. De capaciteit zal hiermee enorm toenemen. De A6 tussen knooppunt Muiderberg en Almere is onderdeel van dit traject. Het dertien kilometer lange deel van deze A6 tussen Almere Havendreef en Almere Buiten-Oost wordt verbreed naar vier maal twee r ijstroken met hoofd- en parallelbanen. Het betreft hier met name het Weerwatergebied; het deel rondom het Weerwater in Almere, de locatie van de Floriadein 2022. De A6 snijdt dit gebied in tweeën.
CONTRACT
In mei 2016 gunde Rijkswaterstaat het werk aan het consortium Parkway6 op basis van een zogenaamd Design, Build, Finance & Maintain (DBFM)-contract. Een dergelijk contract combineert genoemde onderdelen in een integrale opdracht en wordt vaak toegepast bij infrastructuurprojecten. De opdrachtgever betaalt het
consortium een periodieke beschikbaarheidsvergoeding en een eenmalige betaling op het moment dat de realisatie is voltooid. Het consortium kan daarmee de aflossing, rente en exploitatiekosten voldoen. Binnen het project waar wij het in dit artikel over hebben, zijn Dura Vermeer en Besix verantwoordelijk voor Design, Build & Maintain. Rebelvalley en John Laing Investments voor het deel Finance. Samen vormen zij het consortium Parkway6. Erik Stoelinga is projectdirecteur bij Dura Vermeer en als zodanig betrokken bij het project ‘eerste energieneutrale weg van Nederland’. Hij zegt: “In april jl. is met de verbouw van de A6 begonnen en het onderliggend wegennet; wegen die niet onder het hoofdwegennet vallen. Bedoeling is dat de weg uiterlijk klaar moet zijn voordat de Floriade in 2022 van start gaat. Volgens het contract moet Parkway6 de weg daarna nog 20 jaar onderhouden.”
34 B+U 4 2017
Een zo laag mogelijke CO2-uitstoot tijdens de uitvoering van het project. ENERGIENEUTRAAL EN DUURZAAM
Van overheidswege is het streven, dat het waternetwerk en hoofdwegennet in Nederland in 2030 energieneutraal draait. Te beginnen met de A6. Waar uit zich dit in? Stoelinga: “Voor de verlichting van het traject hebben we gekozen voor LED. Daarnaast wordt in het knooppunt Almere een groot zonnepanelenveld aangelegd. Deze maatregelen moeten er toe leiden dat er evenveel energie opgewekt wordt, als nodig is voor alle installaties van de weg.” Maar buiten het energieneutrale, worden er nog andere duurzaamheidsmaatregelen genomen. Erik Stoelinga noemt een aantal voorbeelden. “We hebben gekozen voor een asfaltconstructie met EME. Dit staat voor Enrobé à Module Élevé, oftewel asfalt met verhoogde stijfheidsmodulus dat leidt tot een dunner asfaltpakket waardoor grote besparing op schaarse bouwstoffen - en een veel snellere aanleg. Niet alleen wordt er bespaard op energieverbruik en materiaal, er is ook minder verkeershinder omdat er minder transportbewegingen zijn. De unieke combinatie van verhoogde stijfheid en flexibiliteit van het asfaltmengsel, zorgt bovendien voor een uitstekende weerstand tegen vermoeiingsscheuren en spoorvorming.” “Ook hebben we nauwkeurig gekeken naar waar we de materialen vandaan halen”, vervolgt Stoelinga. “Een voorbeeld? We hebben veel zand overgenomen van het naastgelegen project van Rijkswaterstaat. 500.000 kuub van de grond zou anders afgevoerd moeten worden. En laten wij dit nu net nodig hebben!” Een andere duurzaamheidsmaatregel is het toepassen van zogenaamd ECO zand als industriezand voor het onderliggend wegennet. Een circulair materiaal, dat vrij komt bij het recyclen van oud asfalt. Door de inzet
van ECO zand wordt verdere ontginning van de natuur voorkomen en kan het zich in zijn oorspronkelijke staat verder ontwikkelen. Stoelinga: “En van de kunstwerken die we slopen, gaan we het beton gebruiken in de wegconstructie. De materialen worden dus hergebruikt. Dit is een maatregel die meerdere partijen tegenwoordig toepassen.”
MINDER CO2-UITSTOOT
Ook wordt gestuurd op een zo laag mogelijke CO2 -uitstoot tijdens de uitvoering van het project. Wat gemeten kan worden met behulp van de aanbestedingsmethode Economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Bij EMVI kijkt men naar de combinatie van prijs en kwaliteit (waaronder duurzaamheid). Het duurzaamheidscriterium is getoetst met behulp van de CO2 -prestatieladder en DuboCalc (Duurzaam bouwen Calculator). “Op de CO2 -prestatieladder zitten wij op trede 5. We haken aan bij de programma’s die de twee moederbedrijven - Dura Vermeer en Besix - al hebben. Zo kijken we onder meer naar hoe om te gaan met het wagenparkbeheer, de inzet van materiaal en de inzet van vrachtwagens.” Door slim gebruik te maken van grond en zand dat over is van andere werkzaamheden - we noemden
B+U 4 2017 35
het al even - én door de aanvoer van bouwmateriaal per schip is er minder transport nodig over de weg. Wat op haar beurt weer zorgt voor minder CO2 -uitstoot. Ook het feit dat de aannemer minder asfalt nodig heeft door het gebruik van EME en het recyclen van primaire grondstoffen dragen een steentje bij aan een gezonder milieu.
UITDAGINGEN
In het energieneutraal en duurzaam aanleggen van de weg ziet Erik Stoelinga momenteel geen echte uitdagingen meer. “De uitdagingen lagen met name in het ontwerp. Hoe zuinig willen en kunnen we de weg maken?” Toch is er wel een andere uitdaging te noemen binnen het project. Parkway6 heeft te maken met dertien kilometer weg en dertien verschillende kunstwerken. Niet mis, als we daarbij rekenen, dat het werk in een relatief korte periode gerealiseerd moet worden. Een goede doorstroming van het verkeer op de A6 en de wegen die van beide kanten aansluiten op deze weg - ook het fietsverkeer en openbaar vervoer - is van essentieel belang. Zoals gezegd, de A6 snijdt Almere door midden, in een noord en zuidelijk deel. Daarbij komt, dat de A6 rondom het Weerwatergebied zich nu ongeveer vierenhalve meter boven het maaiveld bevindt. In de nieuwe situatie zal dit ongeveer een halve meter eronder zijn. Oftewel, nu gaat het kruisende verkeer onder de A6 door, straks er over heen. We zorgen er voor dat tijdens de werkzaamheden alle verbindingen in stand blijven. “En dat heeft logistiek nogal een aantal uitdagingen”, aldus Erik Stoelinga. Dus wordt in de eerste bouwfase het verkeer maximaal naar de noordkant ‘gedrukt’, opdat er aan de zuidkant ruimte is om te bouwen. In juli 2018 ‘klapt’ het geheel om; het verkeer moet dan gaan rijden op het nieuw gemaakte, lager liggende stuk. Stoelinga: “Op dat
moment kloppen alle noord-zuid verbindingen niet meer. Daarom leggen we dan tijdelijk een viaduct neer ter hoogte van het Weerwatergebied; een twee keer driebaansverbinding.”
UNIEK
Tot slot vragen we Erik Stoelinga wat hij het meest unieke vindt in dit project, buiten natuurlijk het energieneutrale en duurzame aspect. Hij antwoordt: “De A6 is nu duidelijk een fysieke scheiding tussen de noord- en zuidkant van Almere. Als de weg lager wordt uitgevoerd, zal de scheiding minder duidelijk zijn. Het past dan beter in het landschap. En, omdat de weg verdiept ligt - in combinatie met een aantal grondwallen naast de weg zal er veel minder geluidsoverlast zijn van het verkeer op de A6 dan voorheen. Ondanks dat de weg wordt verdubbeld. Mooi toch?” Waar een wil is, is een weg. Een bekend spreekwoord. In dit artikel heeft u kunnen lezen, dat die wil er is. Het duurt nog een aantal jaren, maar dan is het zover: de eerste energieneutrale weg van Nederland!
INFO www.bezoekerscentrum.rijkswaterstaat.nl/
B+U 4 2017 37
BETONÂ PRINTEN WORDT VOLWASSEN
38 B+U 4 2017
Stond in 2015 het 3D printen met beton nog in de kinderschoenen, inmiddels is de speelfase voorbij en komen er meer en meer serieuze projecten. Vooralsnog liggen de beste kaarten in handen van de prefabindustrie.
E
ind 2015 toonde de TU Eindhoven een grote 3D-betonprinter aan de wereld. Met als doel om het proces te perfectioneren en te experimenten met het printen van verschillende soorten beton. Toen werd al aangegeven dat het daar niet bij zou blijven. De wens was om beton 'smart' te maken. De bottleneck bij geprint beton is de belasting, oftewel is een geprint onderdeel sterk genoeg? De eigenschappen van 3D geprint beton zijn niet wezenlijk anders dan die van gestort beton, maar het is wel voorwaarde dat er nat-in-nat wordt geprint. De TU Eindhoven doet nu onderzoek naar het wapenen van 3D geprint beton. Beton kan grote drukkrachten weerstaan, maar is niet goed bestand tegen trekkracht. Dit omdat het een korrelige structuur heeft. Cement vormt de lijm in het materiaal. Staal wordt gebruikt om de trekkrachten op te vangen. Voor de onderzoekers vormde de eerste uitdaging het parallel aan de printlaagjes leggen van de wapeningsstaven. Dat bleek een niet al te grote hindernis. Inmiddels worden er ook mooie resultaten geboekt met de daarop haaks staande staven, waarmee er sprake is van gewapend beton. Voordeel: je kunt het vervolgens nog eens in taaiheid laten toenemen door er vezels aan toe te voegen. Waar enkele jaren geleden iedereen zijn kaarten zette op het printen van woningen, daar zien de experts nu de meeste waarde voor het printen van bouwdelen en componenten in de prefabindustrie. Door de 3D printer is een grote verscheidenheid aan maten mogelijk en kunnen er meer diverse onderdelen worden geprint dan traditioneel het geval is. Een voordeel voor de prefabindustrie zijn ook de omstandigheden. Projecten op locatie hebben te maken met vocht, temperatuur en stof. Precies die omstandigheden waar deze machines gevoelig voor zijn.
B+U 4 2017 39
COLUMN TOEKOMST Weet u wat de toekomst gaat brengen? U heeft misschien verwachtingen, u ziet ontwikkelingen waarop u inspeelt of u streeft ambities na. Maar echt weten wat de toekomst ons brengt. Dat blijft een onbeantwoord vraagstuk. Dat geldt voor u, mij en net zo goed voor onze sector. Alle trendonderzoeken tonen mooie vooruitzichten. Een gouden toekomst. Verblind, zou je haast de andere, meer zorgelijke ontwikkelingen, niet meer zien. De wereld elektrificeert steeds meer en dat geeft enorme kansen aan de installatiesector. Krachtig aangezet door alle mogelijkheden die ICT/IT biedt. Beide vakgebieden integreren in rap tempo. Ga eens na waar energie (elektrotechniek) en communicatie (ICT/IT) ons dagelijks handelen bepalen. Welke plek technologie - vaak onbewust - inneemt in mens, maatschappij en economie. Om de kansen hierin te verzilveren, is het hebben van de juiste kennis meer dan een vereiste. Kennis in techniek, in processen én van markt- en klantbenadering. Dat vraagt om deskundige medewerkers in diverse kennisgebieden en disciplines. De arbeidsmarkt heeft zeker in de technische branches harde klappen gehad. Door de crisis hebben veel mensen de techniek (gedwongen) verlaten. Nu plukken diezelfde branches daar de wrange vruchten van. Er is krapte op de markt. Vacatures worden moeilijk ingevuld. Naast de strijd in het verkrijgen van opdrachten, beconcurreren bedrijven elkaar ook op de arbeidsmarkt. Ook opdrachtgevers willen technologisch voorbereid zijn op de toekomst. Opmerkelijk vaak op grond van conventionele oplossingen uit het verleden. Tenminste, zo verklaar ik dan maar de aanbestedingsprijzen die nog steeds onder druk staan. Er is investeringsbereidheid, maar wel in dat wat we kennen en op een manier die we beheersen. Oud en vertrouwd, wat de adoptie van nieuwe technologische innovaties en elektrificering doet vertragen. Blijf je doen wat je deed, krijg je wat je kreeg. Je weet niet wat de toekomst je brengt. Maar wees er wel op voorbereid.
MAARTEN VAN DEN BOON manager business development & innovations bij leertouwer
RECORDAANTAL NEDERLANDERS VERHUISD Het aantal Nederlanders dat in 2016 verhuisde is in tientallen jaren niet zo groot geweest. Vorig jaar verhuisden bijna 1,8 miljoen mensen. Ruim 300 duizend mensen meer dan in 2013, het jaar dat de huizenmarkt weer op gang kwam. Hiermee lag in 2016 het aantal Nederlanders dat verhuisde op het hoogste niveau in 40 jaar. Het aantal personen dat naar een andere gemeente verhuisde heeft zelfs in ruim een eeuw niet zo hoog gelegen. De trend werd in 2013 ingezet door alleenstaande twintigers en dertigers die een nieuwe koop- of huurwoning betrokken,
gevolgd door gezinnen en echtparen zonder kinderen die vanaf de tweede helft van 2014 vaker verhuisden. Deze trend heeft zich in 2015 en 2016 doorgezet onder vrijwel iedere gezinssamenstelling en leeftijdsgroep. Na de crisis op de woningmarkt in 2008, is de huizenmarkt vanaf 2013 weer op gang gekomen. Dit herstel vertaalt zich in een stijgende lijn in het aantal verhuizingen.
Bron: CBS
bouwstof
online bouwenuitvoering.nl
HET LAATSTE BOUWNIEUWS
BOUWENUITVOERING.NL POLITIEK
ECONOMIE
DUURZAAM
INNOVATIE
D E SITE WO RD REG E L M ATI G G EÜ PDATE T ZO DAT U N I E T S H O E F T TE M I SSE N
B+U 4 2017 43
VARIA WETHOUDER? DIT WORDT JE GROOTSTE UITDAGING OOIT! Auteur Remko Zuidema heeft het boek ‘Aardgasvrij en hoe nu verder?’ geschreven vanuit de rol van de gemeente. Volgens het VN-klimaatakkoord moeten er in Nederland de komende twintig jaar meer dan duizend woningen klimaatneutraal worden gemaakt. Tegelijkertijd moeten de meeste gasleidingen in Nederland tussen 2020 en 2040 vervangen zijn. Zuidema wil een slag slaan door er meteen alternatieven voor in te zetten. Het mes snijdt dan direct aan twee kanten. Aardgas wordt in gebouwen nu gebruikt voor verwarming, koken en warm water. Dat is te vervangen door een verzwaard elektranet, een warmtenet of warmtekoude-opslagcombinaties. Download het e-boek “Aardgasvrij en hoe nu verder?” via www.opengebieden.nl
VOORUITLOPEN OP BENG In Hasselt is gestart met de bouw van acht energiezuinige woningen in de wijk Santvoirt. Corporatie Wetland Wonen loopt hiermee vooruit op de zogenaamde ‘BENG-norm’ ( Bijna Energie Neutraal Gebouw) van de overheid. Voor overheidsgebouwen geldt dat vanaf 1 januari 2019 de bouwvergunning die wordt aangevraagd, moet voldoen aan de BENG eisen. Dit zijn eisen voor de maximale energiebehoefte (kWh/m 2 /jaar), maximaal primaire fossiele energiegebruik (kWh/m2/jaar) en minimaal aandeel hernieuwbaar op te wekken energie (%). Er komen geen gasaansluitingen in de woningen in Hasselt, alles is elektrisch. Er komen verwarmings- en stralingspanelen in plaats van CV-verwarmingsradiatoren. Op het dak komen 22 pv-panelen. Het glas is driedubbel dik en er mogen geen kieren aanwezig zijn. De BENG-eisen zijn substantieel kostenverhogend, laat de corporatie in een eerste reactie weten.
44 B+U 4 2017
Tussenlanen 20b T (0182) 35 18 61 2861 CD BERGAMBACHT E info@amolenaar.nl Voor meer informatie: www.amolenaar.nl
13440
Grond-, weg- & waterbouw • Groenvoorziening • Binnenvaarthaven met loswal • Zand & grond
Keihard de beste in beton! DUURZAME VLOERSYSTEMEN VOOR O.A.: PARKEERDEKKEN EN -DAKEN EN HELLINGBANEN BALKONS EN GALERIJEN TECHNISCHE RUIMTES PRODUCTIERUIMTES OPSLAGRUIMTES EN MAGAZIJNEN KANTOREN, KANTINES EN SHOWROOMS
Betonreparaties
boren, zagen en injecteren
Website: WWW.FRENOFLEX.NL Email: INFO@FRENOFLEX.NL Zinkstraat 1b Ridderkerk Tel: 0180-425035
Tel. 033-465 88 62
info@hapobetonreparaties.nl
www.hapobetonreparaties.nl 13476
13380
Leidsevaartweg 15 2106 NA Heemstede Tel 023-5848041 info@mensebv.nl
• verplanten, snoeien, verzorging en rooien van bomen • machinaal wegfrezen van boomstobben • onderhoud, beplanting van parken en tuinen www.mensebv.nl
Aannemings-, Handel-, Boomverzorgings- en Groenvoorzieningsbedrijf
13443
B+U 4 2017 45
VARIA
OOSTERWOLDE KRIJGT KENNISCENTRUM BIOBASED ECONOMY Het bruisende hart van de Biobased Economy is straks gelegen in het Friese dorp Oosterwolde. Niet alleen wordt daar het Kenniscentrum Biobased Economy gerealiseerd, ook starten er de komende jaren vijftig duurzame plannen.
laagse gebouw krijgt een atrium in het middelpunt. Het kenniscentrum is straks onderdeel van een BREEAM-gecertificeerd Ecomunitypark waar meerdere duurzame bedrijven zich gaan vestigen.
In de biobased economy wordt niet langer gebruik gemaakt van fossiele en niet-hernieuwbare grondstoffen, maar richten productieprocessen zich op biomassa voor de productie van niet-voedsel toepassingen. Vorig jaar riep de Friese gemeente Ooststellingwerf het uitvoeringsprogramma Biobased Economy in leven. Ruim veertig bedrijven uit Ooststellingwerf, brancheverenigingen en kennisinstellingen pakten de handschoen op. Het resulteerde in vijftig plannen verspreid over een periode van vier jaar. De gemeente investeert weliswaar zes ton, maar heeft hierin vooral een faciliterende rol.
De Ruiter: “Het is de bedoeling dat mensen in het kenniscentrum samenkomen. Het moet mensen met elkaar verbinden. Dat is terug te zien in het ontwerp, maar ook in de samenwerking.” Zo adviseert de NHL Hogeschool over het gebruik van hernieuwbare grondstoffen, bedenken studenten van Stenden horecaconcepten en berekenen studenten van Van Hall Larenstein de energieneutraliteit en waterbesparing van het gebouw.
Als kers op de taart wordt een Kenniscentrum in Ooster wolde gerealiseerd. Het project is een samenwerking tussen de Provincie Friesland, de gemeente Ooststellingwerf, Hogeschool Van Hall Larenstein, Stenden Hogeschool, Nordwin College en Ecomunitypark. Architectenbureau Paul de Ruiter stond garant voor het ontwerp. De Ruiter: “De gemeente Ooststellingwerf wilde zich op de kaart zetten, zich heruitvinden. Met landbouw als voornaamste geschiedenis sloot dit naadloos op het thema biobased aan.” Het kenniscentrum bestaat uit diverse kantoor- en onderwijsruimten, een congreszaal en een restaurant. Het twee-
Vlakbij het kenniscentrum wordt op een zeven hectare groot gebied hennep ingezaaid. De oogst hiervan wordt verwerkt tot bouwstenen. Verder komt er een houten constructie, een lemen vloer en houten gevels. De stopcontacten zijn van mais gemaakt en het interieur bevat veel biologische materialen. Er komt een luchtkussenkoepel die is opgebouwd uit verschillende lagen biofolie waartussen lucht wordt geblazen. Dit zorgt voor een isolerende werking. De installaties van het gebouw zijn zichtbaar via een glazen wand. Ook de houten modulaire constructie van accoyahout is zichtbaar gelaten. In het midden van het gebouw groeit straks een boom als symbool voor de ecologische ambities die het kenniscentrum hoopt waar te maken.
advertentie
TRANSPORT & VERHUUR van:
• Mobiele Torenkranen • Telekranen • Rijplaten & Draglineschotten
MICK Volendam Kraanverhuur Rematol Volendam Kraanverhuur & Transport B.V.
www.mickvolendam.nl
MICK Volendam Groep Hamerstraat 7F, 1135 GA, Edam E-mail: info@mickvolendam.nl
Tel: +31 (0)653 912 413 +31 (0)299 396 812 13640
46 B+U 4 2017
BEST OF WEB OMZET 3D-PRINTEN NL STIJGT IN 2017 MET 20% De internationale markt voor 3D-printen groeit nog steeds hard. Steeds meer eindproducten worden geprint en vooral metaalprinters produceren op industriële schaal voor de lucht- en ruimtevaart, medische markten, machinebouwers en maakindustrie aldus ABN AMRO. NEDERLANDSE MARKT 3D-PRINTEN GOED VOOR 100 MILJOEN EURO In 2015 bedroeg volgens Wohlers Associates de wereldwijde omzet in de 3D-printing markt 4,9 miljard euro: een stijging van 25,9 procent ten opzichte van 2014. Ook de Nederlandse omzet groeit sneller dan verwacht, concluderen ABN AMRO en Berenschot in een gezamenlijk rapport. In 2016 was de Nederlandse 3D-printing markt goed voor zo’n 100 miljoen euro: een verdubbeling ten opzichte van 2015. ABN
AMRO en Berenschot verwachten dat de omzet in 2017 verder zal groeien naar 120 miljoen euro. OOK IN DE BOUW Wij schreven al eerder over de (r)evolutie van 3D printen in de bouw, ondermeer over een grachtenpand gebouwd met 3D-printer, een 3D geprint flatgebouw, het printen van metalen brug en het onderzoek naar 3D-betonprinten bij de TU Eindhoven. DESKTOP PRINTERS STEEDS PROFESSIONELER Steeds meer kleine desktop 3D-printers worden door industriële gebruikers gekocht. Niet alleen om mee te experimenteren, maar ook om tooling en eindproducten mee te maken. Ook worden 3D-printers steeds vaker in het onderwijs ingezet. Nederlandse fabrikanten van desktop printers presteren goed. Ultimaker is wereldwijd één van de marktleiders, maar andere fabrikanten, zoals Builder 3D, Felix, Leapfrog, Nectar, Opiliones, Atum3D en dd-
drop, zorgen voor een brede variatie. ABN AMRO en Berenschot verwachten dat de Nederlandse markt voor desktop printers zal groeien naar 3 miljoen euro in 2017. Deze groei is mogelijk door nieuwe gebruiksvriendelijke modellen met dual extrusion, een hogere nauwkeurigheid, meer materiaalkeuze en grotere bouwvolumes. METAALPRINTERS GROEIEN HET SNELST In de markt voor professionele printers groeien de metaalprinters harder dan de kunststofprinters. Wereldwijd was in 2015 sprake van een groei van 47 procent ten opzichte van 2014 (van 505 naar 808 metaalprinters). Traditionele bouwers van metaalbewerkingsmachines, zoals Trumpf en DMG Mori, stappen ook in 3D-metaalprinting. “Met de introductie van de MetalFab1 van Additive Industries is de eerste Nederlandse metaal 3D-printer een feit. In Nederland worden metaalprinters veel ingezet in de medische en tandheelkundige sector”, zegt David Kemps, Sector Banker Industrie van ABN AMRO. “Ook de verkoop aan scholen, fablabs en kennisinstellingen is goed voor de adaptatie van 3D-printen.” GLOBALE MARKT 3D-printen is een internationale markt waarin spelers op wereldschaal moeten concurreren. Online platforms voor de aanschaf van 3D-geprinte producten storen zich niet aan landsgrenzen. Het van origine Nederlandse Shapeways is de grootste online marktplaats voor 3D-geprinte producten. Het eveneens Nederlandse 3D Hubs bedient op dit moment een miljard mensen bij het vinden van een lokale 3Dprinter voor het produceren van een eigen design. “Nederland zit in de kopgroep. Maar om voorop te blijven lopen, zijn wel stevige investeringen nodig. In onderwijs bijvoorbeeld ” zegt Onno Ponfoort, Practice Leader 3D Printing bij Berenschot. “Ook is er nog ruimte voor grotere, industrie-specifieke dienstverleners op het gebied van 3D-printing.”
LEES ME E R
BOU W
ENUIT
VOERIN
G.NL
B+U 4 2017 47
BEST OF WEB VIERENTWINTIG HERBESTEMMINGSPROJECTEN IN GANG GEZET De ministerraad heeft vrijdag op voorstel van minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) ingestemd met vierentwintig herbestemmingsprojecten onder de Crisis- en herstelwet. De goedkeuring betekent dat gemeenten nieuwe duurzame ontwikkelingen in gang kunnen zetten. Dit geldt voor herbestemmingsprojecten als een oud industrieterrein verbouwen tot een modern en duurzaam bedrijvenpark of woningen bouwen op een leegstaand bedrijventerrein. Of het ontwikkel van een attractiepark. De gemeenten lopen hiermee vooruit op de Omgevingswet. De nieuwe projecten vormen de zestiende tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. In totaal maken al meer dan honderdvijftig gemeenten gebruik van de mogelijkheden van de Crisisen herstelwet. Voor duurzame en innovatieve projecten mogen zij tijdelijk afwijken van bestaande wet- en regelgeving. DUURZAAM ATTRACTIEPARK Attractiepark de Efteling is continu in ontwikkeling en wil wegwijzers, bankjes, afvalbakken en andere kleine bouwwerken als een sprookjesboshuisje plaatsen. De Crisis- en herstelwet maakt onder voorwaarden mogelijk dat zij dit zonder vergunning kunnen doen. Ook stimuleert de regeling het toepassen van duurzame energiesystemen zoals zonnecollectoren. Dit maakt het park duurzamer en toekomstbestendig. ENERGIENET AMELAND De gemeente Ameland wil dat het eiland in 2020 op een duurzame manier in haar eigen energiebehoefte voorziet. Daarom realiseerde
de gemeente begin 2016 het zonnepark Ameland. Door gebruik te maken van de instrumenten van de Crisis- en herstelwet bouwt het eiland ĂŠĂŠn slim energienetwerk met de mogelijkheid om energie op te slaan. Door het bestaande mijnbouwplatform Ameland Westgat op dit netwerk aan te sluiten en van elektriciteit te voorzien, stoot het platform dan geen CO2 meer uit. AAN DE SLAG MET OMGEVINGSPLAN In de zestiende tranche worden achttien gemeenten toegevoegd aan het experiment bestemmingsplan verbrede reikwijdte. Dit betekent dat nu al 25 procent van alle gemeenten met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte werkt met mogelijkheden die straks terugkomen in de Omgevingswet.
LEES ME E R
KRIMP ECONOMIE DOOR KLIMAATVERANDERING Klimaatverandering gaat steden flinke economische schade aanbrengen, blijkt uit internationaal onderzoek. De lokale economie kan in sommige gevallen voor elf procent krimp gaan zorgen, de boosdoener? Het hitte-eilandeffect. KOSTEN VOOR STEDEN LOOPT OP DOOR KLIMAATVERANDERING Het hitte-eilandeffect of urban heat island effect is het fenomeen dat de temperatuur in een stedelijk gebied gemiddeld hoger is dan in het omliggende landelijk gebied. Oorzaken hiervoor zijn de absorptie
BOU W
ENUIT
VOERIN
G.NL
van zonlicht door de in de stad aanwezige donkere materialen en de relatief lage windsnelheden. Hogere temperaturen schaden de economie op verschillende manieren. De kosten voor steden kunnen dan ook flink oplopen. Er is bijvoorbeeld meer luchtvervuiling, de kwaliteit van het water neemt af, medewerkers zijn minder productief en er wordt meer energie verbruikt om te koelen. TE NEMEN MAATREGELEN De economen van de Universiteit van Sussex, de Nationale Autonome Universiteit van Mexico en de Vrije Universiteit Amsterdam hebben een analyse gemaakt van 1.692 steden. De wetenschappers keken naar lokale ingrepen die het effect kunnen tegengaan. Zo kunnen er groendaken worden gemaakt of speciale voetpaden aangelegd die zonlicht weerkaatsen of er kan simpelweg meer groen komen. Als een vijfde van de daken wordt aangepast kan de gemiddelde temperatuur al met 0,8 graden dalen. Daarmee wordt de investering tot twaalf keer terugverdiend. Steden nemen amper 1 procent van het aardoppervlak in, maar ze zijn goed voor bijna tachtig procent van het wereldeconomie. Daarnaast gebruiken ze 78 procent van alle energie en breng ze meer dan de helft van de wereldbevolking onder.
48 B+U 4 2017
BEST OF WEB
GROTE BEHOEFTE AAN SLIMME WOONCONCEPTEN Er is een toename van middenklasse gezinnen die in de stad willen blijven wonen. Onderzoek van AM wijst uit dat de woonwensen van middenklasse gezinnen in Amsterdam beter meegenomen moeten worden in het ontwerp van nieuwe woningen. Er is een grote behoefte naar slimme woonconcepten. Hét stedelijke middenklasse gezin bestaat niet. Er zijn meerdere subgroepen, met eigen kenmerken en woonwensen. Denk hierbij aan slimme plattegronden bij gezinsuitbreiding en speciale buitenruimtes voor kinderen om te spelen. Dit concludeert gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM in het eerste onderzoek van een nieuwe reeks ‘Woningmarkt in zicht’ met de titel ‘Binnen of buiten de ring? Woonperspectieven voor Amsterdamse middenklasse gezinnen’. Het onderzoek is verricht onder middenklasse gezinnen in de stad Amsterdam. VERBETERING ONTWERP Wonen in de stad boven wonen in de suburbs. Gezinnen hebben de afgelopen jaren het wonen in de stad ontdekt als aantrekkelijk alternatief. Niet langer kiezen zij, bijna automatisch, voor een woning in de suburbs. Maar wie zijn deze gezinnen, wat zijn hun woonwensen en is er voldoende aanbod voor hen? AM Measure, de inhouse
onderzoeksafdeling van gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM, onderzocht de situatie in Amsterdam na het winnen van de prijsvraag voor gezinsappartementen Babel in Rotterdam. AM Measure concludeert dat verbetering in het ontwerp van woningen voor gezinnen in Amsterdam hard nodig is. CONCLUSIES De belangrijkste conclusies van het onderzoek Aan de hand van interviews met middenklasse gezinnen in verschillende buurten van de stad trekt AM de volgende conclusies: Het aantal middenklasse gezinnen in Amsterdam neemt de komende jaren verder toe. Met name de groep met een hoger (midden) inkomen groeit; Hét stedelijke middenklasse gezin bestaat niet. Er zijn meerdere subgroepen, met eigen kenmerken en woonwensen; Het aanbod aan passende huur- en koopwoningen is onvoldoende. Omdat veel
gezinnen de stad per se niet willen verlaten, zitten zij vast in hun woning. De woningmarkt van Amsterdam ervaren zij als strijdtoneel, waarbinnen het slecht lukt om een goede en betaalbare woning te bemachtigen; In het ontwerp van nieuwe woningen moeten de wensen van gezinnen veel beter worden meegenomen, o.a. in een slimme plattegrond en niet-openbare buitenruimtes waar de kinderen kunnen spelen. De ‘ring’, de snelweg A10 om Amsterdam, is nog steeds een belangrijke waterscheiding: de groep gezinnen die binnen de ring wil wonen heeft duidelijk een andere woon- en levensstijl dan de gezinnen daarbuiten.
LEES ME E R
BOU W
ENUIT
VOERIN
G.NL
B+U 4 2017 49
Veelzijdig partner in bouw en renovatie
BEST OF WEB
AMSTERDAM LANCEERT ROADMAP CIRCULAIR TENDEREN De gemeente Amsterdam heeft een roadmap circulair tenderen ontwikkeld. Hiermee kan de opdrachtgever circulair bouwen borgen. Roadmap Circulair Tenderen voor transformatie, renovatie en sloop De Roadmap gaat dit najaar eerst worden gebruikt voor de uitgifte van woningbouwkavels en een niet-woningbouwkavel. Later wordt het instrument ook ingezet voor tenders op het gebied van transformatie, renovatie en sloop. EVALUATIE Bij het opstellen zijn marktpartijen en externe experts geconsulteerd. Eind dit jaar, begin volgend jaar wordt de Roadmap geëvalueerd op basis van de praktijkervaring van de tenders. De gemeente wil met de Roadmap een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een nationale standaard voor circulair bouwen. Uit de evaluatie komt ook de aanbeveling voort of en in hoeverre circulair tenderen beleid wordt in Amsterdam. NIEUWE BEDRIJVIGHEID Wereldwijd behoort Amsterdam tot de koplopers op het gebied van de circulaire economie. Uit een onderzoek dat de gemeente liet uitvoeren, kwam naar voren dat (een overgang naar) een circulaire economie nieuwe bedrijvigheid creëert, een positieve economische impact heeft en direct bijdraagt aan een duurzame en leefbare samenleving.
Transparant en menselijk van offerte tot en met realisatie en nazorg
WAARDEKETEN Met name in de bouw liggen kansen. Op basis van het onderzoek heeft Amsterdam ervoor gekozen om naast organische stromen ook de focus te leggen op de waardeketen bouw. In dat kader heeft de gemeente Metabolic en SGS Search opdracht gegeven de Roadmap Circulaire Gronduitgifte op te stellen.
BOU W
RING.N
Lemsterweg 46, 8313 RE Rutten Telefoon: 0514 56 50 27 info@consiliumtotalcare.nl www.consiliumtotalcare.nl
L
13691
LEES ME E R
VO E ENUIT
50 B+U 4 2017
EEN BLAUWGROEN-GEEL DAK
minder wateroverlast in Brunssum
B+U 4 2017 51
52 B+U 4 2017
Constructief kan deze combinatie van waterberging, begroeide daken en zonnestroom gemakkelijker worden toegepast bij de nieuwbouw van daken. De maximale gewichten kunnen al vooraf meegenomen worden in de berekeningen van het constructieve gedeelte. Henk Vlijm van Optigroen raakte in eerste instantie via LinkedIn betrokken bij de plannen voor het begroeide dak op het Zorgplein Sanoforum in Brunssum. Adviesbureau Compaan zocht een oplossing voor de zeer beperkte afvoercapaciteit. Om het hemelwater vanaf het dak, met een totaaloppervlak van 4600 vierkante meter af te kunnen voeren naar een vijver was slechts een rioolbuis beschikbaar met een capaciteit van 14 liter per seconde. Omdat deze buis door een begraafplaats loopt, was het onmogelijk om extra capaciteit te creëren. En omdat vrijwel de gehele kavel werd bebouwd, was er ook weinig ruimte voor waterberging in de bodem, bodeminfiltratie of andere oplossingen. TEKST ERIK STEEGMAN BEELD OPTIGROEN BENELUX/ VERKOELEN DAKSPECIALISTEN TE WEERT (NDA)
O
p de daken is daarom w aterberging g ecreëerd voor twee enorme stortbuien. Op het daktuinsysteem zijn PV-panelen bevestigd. Hiermee slaat het zorgcentrum m eerdere vliegen in één klap: waterbuffering, zonne-energie én het toevoegen van biodiversiteit.
WATERBUFFERING EN WATERBERGING
“Om de afvoercapaciteit te beperken, heb je niet alleen waterbuffering nodig, maar ook waterberging”, vertelt directeur Henk Vlijm van Optigroen Benelux. “Alleen een sedumdak is dan niet genoeg. Dat werkt als een spons. Zodra de spons vol is, gaat het water alsnog doorstromen. Een spons moet je dus in een bak leggen.” Die bak werd gecreëerd met een retentiesysteem bestaande uit sterke kunststof boxen die boven op het dakbedekkingssysteem, bestaande uit de dampremmende laag, drukvaste isolatie en meerlaagse (bitumineuze) dakbedekking zijn aangebracht en met elkaar zijn gekoppeld. Deze zogenaamde WRB retentieboxen kunnen 65 mm neerslag bergen. Eén zware zomerse regenbui kan groeien tot ongeveer 27 mm regenwater. De capaciteit is dus ruim voldoende om twee van zulke plensbuien te kunnen bergen, waarbij de berging binnen 24 uur weer volledig ter beschikking moet zijn zonder de maximale piekafvoer te overschrijden.
BREEAM- CERTIFICERING
Samen met dakdekker Verkoelen Weert (NDA), dakhovenier Jonkers (Optigroen), Eurosafe Solutions voor de valbeveiliging, Bink Solar voor de zonnepanelen en Homij voor de ontwatering en het leidingwerk is een bouwteamtraject gevolgd. Nadat het hele daksysteem was uitgewerkt door alle betrokken partners, kwam ook de opdrachtgever nog met de wens voor BREEAMcertificering. Water, energie, ecologie en biodiversiteit zijn inmiddels, naast duurzame installatietechnieken, belangrijke onderdelen geworden om de score binnen de BREEAM certificering verder te verhogen. Inmiddels is binnen deze scores op onderdeel door de DGBC (Dutch Green Building Council) ook klimaatadaptatie toegevoegd en geven deze groen-blauwe klimaatadaptieve maatregelen nieuwe mogelijkheden om binnen de verschillende sectoren In-Use, nieuwbouw en renovatie tot nog hogere scores te komen.
MULTIFUNCTIONEEL GROEN SOLARDAK
Een speciale techniek is toegepast op de retentieboxen om stormvast alle elementen met elkaar te koppelen. De standaards voor PV zijn middels een vaker voorkomende duo oplossing aan het drainage-element van een begroeid dak gemonteerd. Daardoor is het Solar dak windvast geconstrueerd middels het gewicht van het begroeide dak. Een zone van in principe twee meter
B+U 4 2017 53
Afvoercapaciteit beperken door waterbuffering en waterberging
vanaf de dakrand werd daarbij vrijgelaten en voorzien van grind, in plaats van sedum. Daarmee ligt alle beplanting binnen de door het grind gemarkeerde veilige zone en kan dit worden onderhouden zonder valbeveiliging. De drainageplaten zelf zijn weer vastgezet in de koppelstukken van de retentieboxen onderling waardoor een stabiel windvast veld ontstaat. In de randzone is wel valbeveiliging nodig. Daarvoor heeft Eurosafe Solutions een aanlijnkabel gespannen langs deze zone. Het dak is doorgerekend op windbelasting en waar nodig zijn prefab sedummatten aangebracht, in plaats van sedumpluggen met minikluit.
als de mogelijkheden er zijn is het toepassen van alleen grind op een dak niet meer van deze tijd!“
MEER OPBRENGST ZONNE-ENERGIE
De permanente luchtvochtigheid op het dak is ideaal voor de sedumplanten bovenop de retentiekratten, zij verdampen hierdoor meer water. Door het verdampen van het water ontstaat er een natuurlijke koeling onder het zonnepaneel, waardoor deze meer zonne-energie oplevert. “Zo zie je“, voegt Martin Verkoelen van het gelijknamige dakdekkersbedrijf uit Weert toe: “dat, binnen de maatregelen voor klimaatadaptatie, het nieuwbouw- maar ook renovatiedak volop kan worden ingezet. Vanuit onze deelname aan de landelijke organisatie, NDA (Nederlandse Dakdekkers Associatie) zullen dit soort daken steeds meer aandacht krijgen binnen het verder te uit te bouwen Duurzaam Dak Concept. Want
INFO Ontwerp: AMA Group Maastricht Uitvoering: Aannemingsbedrijf Jongen Landgraaf en Compaan Projecten
54 B+U 4 2017
OPSCHALING BIOBASED BOUWEN BLIJFT UIT
B+U 4 2017 55
We staan aan de vooravond van een doorbraak van biobased bouwen. Tijdens het congres The Biobased (R)evolution in Tilburg bogen een aantal experts zich over de vraag: ‘hoe je biobased bouwen kunt versnellen’. Voorlopig blijft de echte doorbraak uit, maar pakken wel steeds meer partijen de fossielvrije handschoen op. TEKST GERARD VOS
kenniscentrum biobased economy
56 B+U 4 2017
H
et kan de ‘duurzamen’ niet snel genoeg gaan: de transitie van een lineaire naar een circulaire bouweconomie. Maar zo snel gaat zoiets natuurlijk niet. Om circulair te worden, moeten processen anders worden ingericht en moet je anders gaan kijken naar materialen. We moeten af van fossiel en ons richten op hernieuwbare materialen. Het Nederlandse polderen blijkt in ieder geval een slechte voedingsbodem voor disruptieve ontwikkelingen.
* in het akkoord is de bovengrens van 2 graden opwarming ten opzichte van het pre-industriële tijdperk in een juridisch instrument vastgelegd. daarnaast is het streven vastgelegd om de opwarming beperkt te houden tot 1,5 graad. er moet snel een eind komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen, aangezien dit een belangrijke oorzaak is van de overmatige co2 uitstoot.
Tijdens het congres The Biobased (R)evolution werd duidelijk dat alle partijen de zeilen bij moeten gaan zetten, wil het de doelstellingen uit het klimaatakkoord* van Parijs 2015 gaan halen.
NIEUW AANBESTEDINGSSYSTEEM
Bernard Wientjes van de Nationale Bouwagenda is er helder over. Er is een revolutie nodig. De Bouwagenda is een nationaal innovatieprogramma voor de hele bouwsector. Overheid, opdrachtgevers, kennisinstellingen en het bedrijfsleven hebben in de Bouwagenda de handen ineengeslagen om antwoord te geven op vraagstukken als klimaatverandering en uitputting van grondstoffen. Wientjes: “Er gaan slachtoffers vallen, zoveel is zeker. Niemand beseft hoe groot de uitdaging is van de doelstellingen van Parijs. De evolutie in de bouw gaat te langzaam. Er is te weinig dynamiek. Qua productiviteit scoort de bouw ongelooflijk slecht.” Vooralsnog moet dit stap voor stap, denkt Wientjes: “Ik zie heil in een nieuw aanbestedingssysteem. Het huidige systeem stopt innovatie. Vooral vanuit de overheid moet innovatie veel meer worden beloond.” Innovator Atto Harsta ziet ook dat een revolutie nodig is, “voor minder kan het niet.” Harsta ziet het in de dagelijkse praktijk. “Ketendenken is leuk, maar de lineaire grootmachten zijn hier niet direct bij gebaat. Ze participeren weliswaar in allerlei duurzame projecten, maar dat kun je meer meestribbelen noemen.” Peter Fraanje, directeur van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw (NVTB). “We moeten dit wel met zijn allen doen. De landbouwsector bijvoorbeeld blijft achter. Zij zouden een grote rol kunnen spelen in het ontwikkelen van materialen en het creëren van volume. Gemeenten zouden hierop kunnen inspelen.”
OPSCHALEN NOODZAKELIJK
Hoe staat de gemeente Tilburg en tevens gastheer van The Biobased (R)evolution hierin. Hoe pakken zij biobased aan? Robert Kint, Coördinator Circulaire Economie en Duurzaamheid bij de gemeente Tilburg: “We bouwen heel veel, maar het is niet allemaal circulair. We hebben een aanpak circulaire economie ontwikkeld. Het gemeentebestuur heeft groen licht gegeven om zoveel mogelijk duurzame projecten te faciliteren. Een game changer van onze kant kan zijn dat we meer circulair gaan inkopen. In gemeenteland gaat congres na congres over circulair inkopen. Maar hoe betrek je dit op de bouw? Daar zijn we nog niet goed over uit, de kennis van nu zie je pas over vier jaar terug in de markt.”
B+U 4 2017 57
58 B+U 4 2017
Kint schuwt niet om man en paard te noemen. “Bio based gaat in Tilburg vooral over biomassa en niet over bouwen, maar de goede intenties zijn er zeker. We willen voor het beheer van de gebouwen biobased eisen gaan stellen. Zo moeten verf en isolatiematerialen biobased zijn. Bij de bouw van kleine projecten geven we nu de voorkeur aan biobased, maar bij een groot project gaan we vooralsnog voor safe en valt biobased af.” Atto Harsta: “Voor een snellere opschaling is alleen het her en der uitvoeren van ‘kleine’ pilots in verband met risico’s onvoldoende. Er zullen voor een serieus opschalingsscenario grotere projecten moeten gaan volgen op basis waarvan marktpartijen ook vertrouwen krijgen dat er een serieuze en bestendige vraag gaat ontstaan.” Peter Fraanje: “We zijn het niveau wel aan het ontstijgen dat er veel risico’s zitten aan biobased bouwen. De markt voelt het misschien soms nog wel zo, maar in de praktijk valt dat mee.” Atto Harsta: “De overheid heeft risico’s weggemanaged. De overheid moet de risico’s samen met de markt nemen.”
HENNEP IN ALMERE In Almere Poort Oost ligt een braakliggend terrein van twintig hectare, waar de gemeente Almere in samenwerking met Aldus bouwinnovatie en het Groenhorst College hennep heeft gepoot om als bouwmateriaal te gebruiken. Van de hennep halffabrikaten worden biocomposiet straatnaambordjes gemaakt, isolatiemateriaal voor het eerste drijvende paviljoen van de Floriade, en het werkatelier van de Urban Greeners.
B+U 4 2017 59
Robert Kint: “ik zou hieraan willen toevoegen: voor het hogere doel is de gemeente best bereid om stout te zijn en iets creatiever om te gaan met de regels.”
GOEDE VERHALEN
Biobased pilots zijn in ieder geval cruciaal voor het welslagen van biobased bouwen. Als aannemer of als opdrachtgevende partij loop je bij pilots snel tegen de grenzen aan. Je weet pas wat moet veranderen als je je neus stoot. Kint: “We hebben goede verhalen en goede voorbeelden nodig.”
In dat kader is ontwikkeling en stimulering van de vraagzijde cruciaal, is de algemene tendens. Overheid, provincies en gemeenten moeten biobased bouwen omarmen en hun rol van launching customers serieus nemen. Biobased en circulair inkopen zou een harde voorwaarde moeten worden bij alle inkooptrajecten met overheidsgeld.
Daarnaast moet er meer een samenspel komen van grote en kleine bedrijven. Bernard Wientjes: “De echte innovatoren zijn altijd kleine bedrijven. De grote bedrijven volgen en vervolgens krijg je massa. Dan kan het heel snel gaan. Maar eerlijk is eerlijk, er is nog een lange weg te gaan. Vaak ga je een stap terug om uiteindelijk weer twee stappen vooruit te kunnen.” Peter Fraanje, directeur NVTB is het hier hartgrondig mee eens. “Maar, er is wel actie nodig om dit op de agenda te zetten. De biobased community moet zich gaan verenigen en gaan lobbyen voor een plek op de agenda.”
KRINGLOPEN Bij circulariteit wordt onderscheid gemaakt tussen twee kringlopen waarin grondstoffen telkens opnieuw kunnen worden gebruikt: de biologische kringloop en de technische kringloop. Technische kringloop De technische kringloop bestaat uit niet-organische stoffen, zoals metaal en kunststof. Deze technische grondstoffen circuleren in de technische kringloop als waardevolle grondstoffen voor de industrie. Deze producten kunnen, na hun werkzame leven, worden gedemonteerd. Onderdelen kunnen worden omgesmolten en zonder kwaliteitsverlies opnieuw worden gebruikt in andere producten. Biologische kringloop De biologische kringloop bestaat uit organische grondstoffen, zoals hout, vlas, hennep of katoen. Deze producten kunnen na hun werkzame leven worden gecomposteerd. Zo geven ze weer voeding aan nieuwe organische grondstoffen.
60 B+U 4 2017
BEST OF WEB HUIZEN LATEN GROEIEN MET SCHIMMELS Het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) en de innovatiecampus SPARK hebben het Mycelium Lab geopend. Hierin wordt onderzoek gedaan naar de toepassing van schimmels in de bouwindustrie. In het laboratorium werken docentonderzoekers en studenten onder begeleiding van de lector Biobased Bouwen van Avans Hogeschool, Willem Böttger, aan vraagstukken over het materiaal. Mycelium is het netwerk van hyfen (draden) van een schimmel en kan ook wel gezien worden als de wortels van een paddenstoel. Het is een restproduct uit de champignon- en oesterzwammenkweek. Mycelium behoort met zijn natuurlijke oorsprong tot één van de biobased bouwstoffen waar men bij het CoE BBE, een samenwerkingsverband van Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences, onderzoek naar doet.
• Openbare verlichting • Verkeersregelinstallaties • 24/7 Calamiteitendienst • Kabelstoring lokalisatie • Huisaansluitingen en distributienetten
Speer Infra B.V. Energiestraat 23C 1411 AR Naarden
www.speerinfra.nl
E: info@speerinfra.nl T: 035-6953323 13659
Vloeren weer schoon en veilig door Cyclone Cleaning
CHAMPIGNONS EN OESTERZWAMMEN In het laboratorium op het SPARK-terrein in Rosmalen worden schimmels gegroeid op verschillende voedingsbodems om hiervan myceliumcomposieten te ontwikkelen. In dit composiet fungeert het mycelium als bindmiddel om zo losse deeltjes, zoals zaagsel of stro, aan elkaar te hechten. Door middel van mallen, geproduceerd met een vacuümvormmachine, is het mogelijk om producten te laten groeien die wellicht toepasbaar zijn in de bouwindustrie. EERSTE STAP Met de opzet van het Mycelium Lab geven het Centre of Expertise Biobased Economy en SPARK invulling aan de overtuiging dat nieuwe biobased materialen in de toekomst in de gebouwde omgeving toepasbaar zijn. “Stel je eens voor dat we in de toekomst bijvoorbeeld huizen kunnen laten groeien. Dit is een eerste stap in de richting om dat doel te realiseren”, aldus Davine Blauwhoff, van het CoE BBE.Docentonderzoeker Jasper Sluis: “Tijdens een grote overstroming of orkaan worden vaak complete leefgebieden weggevaagd, inclusief huizen. De droom is dat inwoners zelf met het restmateriaal van omgewaaide bomen woningen gaan bouwen. Het zou toch geweldig zijn als we alleen een zak met mycelium, een mal, een oven en een shredder hoeven aan te leveren.” ISOLATIEPLATEN EN HOEKELEMENTEN Aan deze droom wordt in het Mycelium Lab de komende jaren hard gewerkt. Het vergt tijd voordat er hele huizen met Mycelium gerealiseerd kunnen worden. Het is zaak kleiner te beginnen. Dit door onderdelen te ontwikkelen die op korte termijn ingezet kunnen worden in de bouwindustrie. Het gaat dan om producten als isolatieplaten, groene bakstenen en hoekelementen uit een stuk.
Straten en fietspaden
Parkeergarages
Stations en luchthavens
Bedrijvenen industrieterrein
T 085-0492021 | info@cyclonecleaning.nl | www.cyclonecleaning.nl
Verder met schone vloeren
13706
ECONOMISCHE HAALBAARHEID In dit onderzoeksproject werken studenten van verschillende opleidingen samen, waaronder Bouwkunde, Engineering, Commerciële Economie, Environmental Science for Sustainable Energy and Technology, Chemie en Chemische Technologie. Zo krijgen studenten vanuit verschillende invalshoeken meer inzicht in duurzame materialen. Naast het ontwikkelen van het materiaal wordt het ook uitgebreid getest op eigenschappen. Bijvoorbeeld de sterkte, thermische isolatie en waterbestendigheid. Ook wordt er gekeken naar de economische haalbaarheid van het materiaal.
GEBR. VAN EGDOM & ZN VERKEERSWERKEN B+U 4 2017 61
Lost elk verkeersvraagstuk op In 1992 begon Herman van Egdom het verkeersbedrijf als eenmanszaak. In de loop der jaren werd hij bijgestaan door zijn broer en later ook zijn zoon en dochter. Dat maakt het moderne en flexibele bedrijf een echt familiebedrijf waar het verkeer en de techniek door de aderen stroomt.
H
vE verkeer is een specialistisch en innovatief bedrijf in de verkeerstechniek, tijdelijke en definitieve verkeersmaatregelen en bebording. Wij werken al 30 jaar in werkbare oplossingen voor voorzieningen voor verkeer en scheepvaart. Door de juiste mensen bij elkaar te zetten kunnen we een product aanbieden waarmee je van een tevreden klant een goede klant kunt maken. Als middelgroot bedrijf bieden wij u altijd de juiste persoonlijke aandacht. Dit doen wij onder meer door uw behoefte in beeld te brengen en hierbij de geschikte oplossing aan te dragen. Bekijk onze website en laat u verrassen door onze bedrijfsactivitei-
GEBR. VAN EGDOM & ZN VERKEERSWERKEN
Industrieweg 12 1521 NB Wormerveer
ten en uitgevoerde projecten. Doordat wij vaak op locatie komen en jarenlange ervaring in de wegenbouw en verkeerstechniek hebben kunnen we de klant gelijk adviseren, ook hebben wij zeer veel ervaring met de dagelijkse praktijk, met wensen van de burger en met aspecten van u als opdrachtgever en de politiek. HvE verkeer is ISO 9001:2008/ BRL 9101 en VCA gecertificeerd. Dit betekent dat wij werken volgens een vastgestelde kwaliteitsstandaard en voortdurend werken aan verbetering, met als doel van een tevreden klant een goede klant te maken. Bent u nieuwsgierig of wilt u meer informatie, neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op.
T +31 (0)6 224 916 36
E info@HVEverkeer.nl I www.hveverkeer.nl
HĂŠt laatste virtual reality nieuws als eerst
w w w . v r- n e w s . n u 13621
HILLSON BV B+U 4 2017 63
De specialist in (bouw)veiligheid Hillson begon haar succesverhaal in 1983 als beveiliger van met name bouwketen op bouwplaatsen. In die tijd werden er steeds meer gereedschappen en andere materialen gestolen. Vanaf 2000 werd Hillson ook de specialist voor het beveiligen van de bouwplaatsen zelf, aangezien criminaliteit op bouwplaatsen, door met name koperdiefstal, vanaf toen een enorme vlucht nam.
A
nno 2017 is Hillson een innovatief bedrijf voor de beveiliging van bouwplaatsen, buitenterreinen en bedrijven. Hillson gebruikt hiervoor de meest innovatieve producten waardoor de beveiligingsoplossingen op een hoog niveau blijven. Bij Hillson heeft elke medewerker een passie voor techniek. Innovatie is een zeer belangrijk onderdeel van de bedrijfsstrategie. Als er een bepaalde techniek nog niet op de markt verkrijgbaar is, dan maken ze het bij Hillson gewoon zelf. Daarmee garandeert het bedrijf de veiligheid van haar opdrachtgevers. De huidige techniek maakt het mogelijk om honderden locaties met intelligente camera’s op een hoog niveau en 24/7 te beveiligen. Door het toepassen van video content analyse software worden de slimme camera’s alleen geactiveerd bij een daadwerkelijke inbraak of verdachte situatie en kunnen de camerabeelden via live view direct worden doorgezet naar de meldkamer van de politie. Deze actieve manier van beveiligen maakt het de criminelen vrijwel onmogelijk om het beveiligde terrein of pand ongezien te betreden. Hillson volgt nauwgezet de laatste ontwikkelingen in technologie om hun reputatie als één van de meest innovatieve beveiligingsbedrijven eer aan te doen. Zij zijn met recht trots op het vertrouwen van hun leveranciers die hun als inspiratiebron zien voor toekomstige ontwikkelingen.
NO CURE, WE PAY
Door het gebruik van de nieuwste technieken en dankzij de hoge kwaliteit van de systemen kan Hillson haar klanten een unieke No Cure, We Pay garantie bieden. Hiermee neemt Hillson het eigen risico op de CAR verzekering van opdrachtgevers over indien er ondanks de toegepaste beveiliging toch schade door diefstal is ontstaan. Dit dwingt Hillson om kwaliteit te leveren en biedt het bedrijf haar
HILLSON BV
Boerhaaveweg 2 2408 AD Alphen aan den Rijn
opdrachtgevers de gevraagde zekerheid.
BP-ACCESS
Eén van de meest innovatieve en zeer belangrijke ontwikkeling voor de branche heeft betrekking op de Wet Ketenaansprakelijkheid (WKA) waar elke aannemer aan moet voldoen. Om te voorkomen dat er bouwplaatsmedewerkers op de bouwplaats rondlopen die daar niet thuishoren mogen alleen medewerkers die op de juiste manier zijn geregistreerd en gecontroleerd, toegang krijgen tot de bouwplaats. Hillson heeft drie jaar geleden hiervoor het systeem BP-Access ontwikkeld die deze registratie, verificatie en toegangscontrole regelt. BP-Access zorgt voor een eenduidige vastlegging van de identiteit, werkgever en arbeidsstatus van elke werknemer op de bouwplaats. Hiermee wordt niet alleen aan de wettelijke verplichtingen voldaan die de aannemer heeft, maar ook aan de veiligheidsvoorschriften. Bij calamiteiten is dan gelijk duidelijk wie er op de bouwplaats aanwezig is.
TIJDBESPARING
Aangezien er met pasjes makkelijk gefraudeerd kan worden maakt Hillson gebruik van vingerprintlezers om toegang op de bouwplaats te regelen. Het BP-Access systeem biedt achteraf tevens diverse rapportages die de gehele WKA-structuur per project duidelijk in kaart brengen. Onduidelijkheid omtrent welke onderaannemer voor wie werkt, behoort hiermee tot de verleden tijd. Nog een groot voordeel is de tijdbesparing. Waren de medewerkers voorheen minstens een half uur bezig met het kopiëren van hun papieren en het invullen van formulieren, met toegangscontrole via BP-Access is dit niet langer meer relevant. Hillson BP-Access biedt namelijk een centrale Enterprise omgeving waarbij geregistreerd wordt op welke bouwplaatsen de onderaannemers en hun medewerkers mogen komen. De invoer vindt slechts eenmalig én vooraf plaats. Uiteraard met veilige opslag van alle persoonsgegevens, geheel conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Kijk op: www.hillson.nl voor meer informatie.
T 0172 - 418 418
E info@hillson.nl I www.hillson.nl
64 B+U 4 2017
Voor siertegels in diverse kleuren en uitvoeringen, betontegels, industrieplaten en stapelblokken.
Wester Beton B.V. Telefoon: 0517-433622 E-mail: info@wester-beton.nl 13459
ve rd er
hoe werkt het?
Voor de renovatie
Uitwerken gevelelement
Opbouwen & plaatsen
W ij ga
an
Wij plaatsen een isolerende schil om bestaande woningen. Deze schil, die is opgebouwd uit een aantal dak- en gevelelementen, hechten wij aan de binnenmuur van de woning. De fundering wordt behouden en de warmte blijft binnen. Door de nieuwe afwerking krijgt de woning een totaal andere uitstraling.
Afgewerkt eindresultaat
Wat doen wij? riolering asfalteringswerk grondwerk
bestrating betonwerk bodemsanering
Winkler Prinsstraat 7, 9403 AZ Assen www.hechterrenovatie.nl
13354
telefoon 0592-343641
Kroeze Infra bv
0345 - 68 44 75
www.kroezeinfrabv.nl 13496
De Roo Bouwkosten Adviesburo BV Project: Herinrichting woonwagencentrum Beukbergen - Zeist.
055-3559944 Bouwkosten bepaling | Bouwmanagement | Bouwregelgeving | Bouwadvies Bestekservice | Bouwbesluit toetsing | Opstellen onderhoudsplanningen
info@deroobv.nl www.deroobv.nl 13460
CONSILIUM TOTAL CARE B.V. B+U 4 2017 65
Kwaliteit van A tot Z Consilium werd ruim vier jaar geleden gestart door Robert Lucas vanuit de huidige locatie op de Antennestraat in Almere. Met zijn ruime ervaring in de branche werd het tijd voor een eigen bedrijf dat bouwkundige activiteiten beheert en coördineert en alle daarmee samenhangende werkzaamheden. “Van total care meer naar personal care.”
H
et bedrijf heeft ruim 22 specialisten in dienst die zich bezig houden met bouwkundige werkzaamheden, schilderwerken, dakwerken, timmerwerken, gevelonderhoud en -herstel, steigerwerk, elektrotechnische werkzaamheden en installatietechniek voor VvE”s, institutionele beleggers, aannemers en professionele onroerendgoedbeheerders. Ook op het gebied van beveiliging kan men terecht bij Consilium. Deze activiteiten worden dan uitgevoerd door zusterbedrijf Preventec. Deze levert anti-inbraaksystemen zowel analoog als digitaal.
oplossingen aan te bieden. Ook houden zij zich bezig met parkmanagement dat gericht is op het onderhouden en herstructureren van bedrijventerreinen. Het volledige beheer hiervan kan door Consilium gedaan worden. De opzet is dan als een soort van VvE. Consilium beheert dan alle voorkomende werkzaamheden zoals bebording/signing, bestrating, lantaarnpalen, groenonderhoud, bewaking etc. Met dit parkmanagement is Consilium al twee jaar actief en is sterk groeiende door de grote behoefte.
MVO
UNIEKE VERF
Bij het bedrijf staat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) zeer hoog in het vaandel. Naast het op verantwoorde wijze managen van de werkzaamheden op het gebied van hoogniveaurenovatie, groot onderhoud en planmatig onderhoud, vindt Consilium het belangrijk om zich in te zetten voor projecten die bijdragen aan een milieuvriendelijke toekomst voor de mens en de omgeving. Met trots bezitten zij het VCAcertificaat dat aangeeft dat Consilium de regels ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu naleeft. Het bedrijf werkt uitsluitend met gecertificeerd materieel om de veiligheid en snelheid van het werk te waarborgen.
NIEUWE ONTWIKKELINGEN
In de installatie wordt er meer nadruk gelegd op LED verlichting, zowel binnenshuis als buitenshuis. Consilium kan en wil daar graag een rol in spelen om zodoende efficiëntere en betere verlichtings-
CONSILIUM TOTAL CARE B.V.
Antennestraat 24 1322 AB Almere
Consilium heeft recentelijk een contract gesloten met een Engelse verfproducent van het merk Wall Glaze. Dit product heeft unieke eigenschappen. Het is zelf steriliserend en bacteriedodend. Dat maakt het zeer geschikt voor klinische en medische centra. Er is al een proef geweest bij het Centraal militair ziekenhuis waar de ondergrondse operatiekamers geschilderd werden met deze verf en de ervaringen zijn zeer positief.
KWALITEIT
Bij Consilium zijn zij trouw aan hun opdrachtgevers. De klanten gaan lang mee. Daar maakt het bedrijf zich elke dag hard voor. Door kwaliteit te leveren en afspraken na te komen. Consilium werkt uitsluitend met bedrijven en ZZP’ers die zichzelf bewezen hebben en waar het bedrijf achter staat. Ook de leveranciers van bouwmaterialen worden met zorg uitgekozen en er wordt nauwgezet op de vorderingen van de bouw tijdens de werkzaamheden en bij oplevering gecontroleerd. Kwaliteit van A tot Z.
T +31 (0)36 7200 700 F +31 (0)36 7200 709
E info@consiliumtotalcare.nl I www.consiliumtotalcare.nl
66 B+U 4 2017
prachtig en praktisch Printbeton terrassen opritten Betonlook
wegenbouw onderhoud renovatie Zuidkade 195 2741 JS Waddinxveen Tel: 0182-745669 Mob: 06-55725136 www.printbetonenco.nl info@printbetonenco.nl
“PrintBeton & Co voor particulier en wegenbouw dé specialist in PrintBeton ” 13487
VERHUUR VAN MET DE BESTE KWALITEIT
De hoogste lift van Nederland in onderhoud bij VEBO Liftsupport, maar ook; • Voor het Onderhoud aan uw liften 24/7, • Voor reparaties aan uw liften, • Voor modernisering aan uw liften, • Voor bouwkundig werk aan uw liften, • Voor het schilderwerk aan uw liften, • Voor de bekleding van uw liften.
Minihijskranen en compacthijskranen van elk formaat t.b.v. kleine ruimtes, zowel voor binnen als buiten!
VEBO Liftsupport: Service van vroeger, techniek van het heden!
Mercuriusplein 30 2685 LP Poeldijk +31(0)174 - 641 490 info@veboliftsupport.nl www.veboliftsupport.nl
TEL.: 0318 701 253 13522A
WWW.HIJSENINHETNAUW.NL
13586
Inspecteert - Registreert - Rapporteert Wegdekmeten.nl biedt de basis voor uw onderhoudsmanagement op het gebied van infrastructuurconditie, inclusief kunstwerken en andere objecten. • Asfaltconditie bepalen volgens CROW 147/146a/CSB • 360°/ HR camerabeelden • NEN 2767:4 objectinspecties • SKM stroefheidsmetingen Voor meer informatie: Telefoon: 072 - 582 34 04 - www.wegdekmeten.nl 13588a
INJECTION NEDERLAND BV B+U 4 2017 67
Specialist in geavanceerde injectietechnieken Met meer dan 45 jaar ervaring heeft het bedrijf een prominente plaats ingenomen in vrijwel alle sectoren van de bouw. Sinds februari 2015 zwaait Marco van der Zeijden de scepter en hij ziet een grote rol voor de nieuw ontwikkelde injectie-technieken om efficiĂŤnter en duurzamer te bouwen.
D
oor bundeling van kennis en ervaring worden continu nieuwe toepassingen ontwikkeld waarbij risicobeheersing en kwaliteit voorop staan. Zo heeft Injection Nederland samen met haar producent een 3-componenten injectie-suspensie ontwikkeld met fenomenale eigenschappen. Door fijn-tuning in de mengverhouding van de drie componenten kan de gel aan vrijwel elke situatie worden aangepast. Viscositeit, uithardingstijd en druksterkte kunnen voor elke toepassing nauwkeurig worden bepaald. Inmiddels wordt een scala aan specifiek ontwikkelde producten toegepast, geen enkele daarvan is milieubelastend.
DE NIEUWE LICHTE GROUTPAAL
regel zwaar en belastend voor de omgeving. De daarmee gepaard gaande kosten zijn een belemmering voor een bredere toepassing. Injection Nederland heeft een methode ontwikkeld waarbij met licht materieel bijzonder sterke (16,5 N/mm2) palen kunnen worden geplaatst tegen een aantrekkelijke prijs en een korte productietijd. Het benodigde materieel is dermate licht dat dit systeem ook op moeilijke locaties kan worden toepast. Bovendien is de techniek trillingvrij en kan dus met een minimum aan overlast in de binnenstad worden geplaatst. De nieuwe groutpaal kan ook worden toegepast bij kaderenovaties en dijkverbetering als dijkdeuvel. Injection Nederland staat voor moderne techniek, uitgevoerd door een vast team van ervaren vakmensen.
In de funderingstechniek zijn groutpalen niet onbekend. Het benodigde materieel is in de
INJECTION NEDERLAND BV
Nieuwe Rijksweg 68-K 
 4128 BN LEXMOND
T +31 (0) 347-375774
E info@injection.nl I www.injection.nl
68 B+U 4 2017
Kiest u ook voor hoogwaardige recycling? Wij geven betonpuin een 2e, 3e of 4e leven: Duurzaamheid op het hoogste niveau! Wij leveren zowel secundaire als
13737
primaire bouwstoffen.
Amerikahavenweg 12 1045 AD Amsterdam info@rewinn.nl verkoop@rewinn.nl +31 (0)6 52 529 254
MAS Dienstverleners, betrouwbaar en vertrouwd sinds 1997 MAS staat, zowel binnen de schoonmaakbranche als bij haar opdrachtgevers, bekend als een professionele partner in een excellente dienstverlening. MAS Dienstverleners is gespecialiseerd in het leveren van professionele dienstverlening op vele terreinen. Voor uw vragen betreft: Dagelijks onderhoud van uw gebouwen Verzorgen van de verbouwing en renovatie van uw pand, inclusief de technische installaties. LED verlichting Schoonloop matten. Opleverschoonmaak uitvoeren en schoonhouden van uw ketenpark. U kunt ons bereiken op 020-6935567 of een mail sturen naar ton@masdienstverleners.nl Voor meer informatie kunt u gaan naar www.masdienstverleners.nl
13732
REWINN B+U 4 2017 69
INNAME AFVALSTOFFEN EN GRONDSTOFFEN Dakgrind Spoorballast Schoon meng- en metselpuin Schoon betonpuin Bouw- en slooppuin Schoon asfaltpuin (niet teerhoudend)
De betonkringloop van Noord-West Nederland Heeft u restbeton en/of bouw- en slooppuin over en zit u daarmee in de spreekwoordelijke maag? Geen zorgen, Rewinn in de regio Amsterdam neemt uw restbeton en bouw- en slooppuin graag in. Zij verwerken dit vervolgens tot hoogwaardige betongranulaten en granulaten voor de wegenbouw. Ook is het mogelijk om bij Rewinn primaire bouwstoffen zoals zand en grind aan te schaffen, die daarna door het bedrijf getransporteerd worden naar een locatie naar keuze.
R
ewinn, een samenwerking tussen Sagrex, dochterbedrijf van ÂHeidelbergCement Group en producent en leverancier van granulaten, en de Theo Pouw Groep, toeleverancier voor de grond-, weg,- water- en betonbouw, neemt zoals gezegd betonpuin in door middel van een breek-, zeef- en wasproces om het tot een goede granulaat als grindvervanger te verwerken. Deze granulaten worden vervolgens geleverd aan de Mebin vestigingen in de regio Amsterdam. Daarnaast bekijken zij alle mogelijkheden om het granulaat door te ontwikkelen om nieuwe unieke soorten te creĂŤren die vervolgens in andere betontoepassingen ingezet kunnen worden. De samenwerking tussen Sagrex en de Theo Pouw Groep sluit als het ware de betonkringloop. Betonpuin wordt ingenomen en wordt vervolgens weer opnieuw gebruikt bij verschillende nieuwe bouwprojecten. Een mooi voorbeeld is het overgebleven slooppuin van de sloop van zeven flatgebouwen in Alphen aan de Rijn die door Vlasman Sloopwerken werden gesloopt. Door het selectieve slopen van Vlasman kan het betonpuin gescheiden worden van het mengpuin en hoogwaardiger gerecycled worden door het weer als grondstofvervanger in de betonindustrie in te zetten.
REWINN
Amerikahavenweg12 1045 AD Amsterdam
Rewinn startte januari vorig jaar met de bouw van een eigen wasinstallatie. Deze werd krap drie maanden later in gebruik genomen door de Mebin op de Amerikahavenweg 12 in Amsterdam. Het was gelijk een doorslaand succes, mede door de kennis die Sagrex en Theo Pouw Groep gebundeld hebben. Verantwoordelijk voor deze locatie is door de wol geverfde manager Peter Jongmans. Hij heeft door de jaren heen een uitgebreiden kennis en ervaring opgedaan in de branche. Zijn doel is om het proces van breken, zeven en de wasinstallatie te optimaliseren en een optimaal rendement uit het betonpuin te halen. Een ander voorbeeld van herbruik van beton door Rewinn is het project omlegging A9 bij Badhoevedorp. Daar wordt de huidige snelweg circa 600 meter omgeleid. Hierbij is Rewinn in de arm genomen om het gesloopte betonpuin van de huidige viaducten en bruggen te verwerken tot eindproduct. De ontstane hoogwaardige granulaten dienen als gecertificeerde zand- en grindvervanger voor door het Mebin geleverde beton voor nieuwe projecten in de omgeving van Amsterdam. Kijk voor meer informatie over Rewinn haar activiteiten op: www.rewinn.nl
T:+31 30 24 25 294
E: info@rewinn.nl E: verkoop@rewinn.nl
Manchetknopen voor ieder moment WWW.THECUFFLINKSHOP.NL
KORTING OP MANCHETKNOPEN VOOR BOUW EN UITVOERING LEZERS KORTINGSCODE BU-KORTING
Klik tijdens je bestelling op ‘gebruik je kortingscode’ en vul de code in om 15 procent korting te krijgen
TOTAAL LEEGSTANDSBEHEER B+U 4 2017 71
Van leegstand naar een leefbare omgeving Leegstandsbeheer is een hot item. Steeds meer corporaties en gemeenten schakelen een professionele partij in als het gaat om leegstandsbeheer voor sloop, renovatie woningen of ander leegstaand vastgoed.
T
otaal Leegstandsbeheer kent de markt van binnenuit. De medewerkers zijn afkomstig uit de corporatiewereld of hebben een gemeentelijke achtergrond. Hierdoor wordt de opdrachtgever optimaal ondersteund via professionele wijkbeheerders en andere experts. Op deze manier wordt via een totaalpakket maatwerk geleverd. De medewerkers kennen alle ins en outs als het gaat om de wettelijke regelgeving. De werkwijze sluit aan bij de wensen van woningcorporaties, gemeenten en andere vastgoedeigenaren. Het maatschappelijk belang staat bij Totaal Leegstandsbeheer hoog in het vaandel. Het is een professionele partner die samenwerkt met (wijk)partners om de leefomgeving schoon, heel en veilig te houden.
SAMENWERKING IS DE SLEUTEL
“Als geen ander kennen we de markt. We zoeken naar een balans tussen de verschillende doelgroepen en creëren een leefomgeving die netjes en leefbaar is. Wij zorgen ervoor dat er geen leegstand is en voorkomen dat er woonfraude wordt gepleegd. In tal van wijken hebben we inmiddels prachtige projecten gerealiseerd. Bij ons staat de mens centraal en niet de stenen. De medewerkers zijn sociaal sterk en komen ook bij de bewoners thuis. Er vindt nooit een onaangekondigd huisbezoek plaats en Totaal Leegstandsbeheer houdt
TOTAAL LEEGSTANDSBEHEER
Sint Jorisplein 25 4205 JB Gorinchem
geen sleutels achter. Wij zoeken altijd de samenwerking met politie, wijkteams, reinigingsdiensten maar vooral met de bewoners en de bewonerscommissies. Al onze medewerkers moeten jaarlijks hun VOG verlengen.”
WET- EN REGELGEVING
In geval van sociale huurwoningen zal Totaal Leegstandsbeheer bij het aangaan van een huurovereenkomst alle handelingen verrichten en alle informatie verstrekken die voor de eigenaar noodzakelijk zijn om te voldoen aan artikel 46, lid 2 en artikel 48 lid 1 van de Woningwet. Toetsingen worden onder eigen licentie via Finance Ideas uitgevoerd en dossiers worden volgens de dan geldende eisen opgebouwd en beschikbaar gesteld aan de eigenaar.
BEDRIJFSPROFIEL
Totaal Leegstandsbeheer is ontstaan en opgericht door medewerkers vanuit de corporatie en de gemeente. Zij beschikken over veel achtergrondinformatie en hebben kennis van het sociale bouwaspect. Iedereen kan verhuren maar Totaal Leegstand doet net dat stapje extra. De organisatie werkt landelijk en heeft 15 medewerkers.
T. 0183 - 627 411
E. info@totleegstandsbeheer.nl I. www.totaal-leegstandsbeheer.nl
72 B+U 4 2017
COLOFON
Schroefinjectiemachine voorbereid op de Eurocode 7
Bouw en Uitvoering is informatiebron en vakblad, voor beslissers en toeleveranciers van en binnen de bouwsector en hoofden van dienst en medewerkers van rijk, provincie en gemeente, waterschappen, woningbouwverenigingen e.d., waarbij inbegrepen: directies publieke, openbare en gemeentewerken, openbare bedrijven, architectuur en stadsontwikkeling, bouw- en woningtoezicht, milieu, nutsbedrijven, DVD, relevante publiek-private samenwerkingen, middelbaar en hoger technisch onderwijs, openbaar vervoers bedrijven, aannemers utiliteit-, nieuwbouw, civiel, GWW en infra. AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:
Hilbert Buhrs, Tilly van Dongen, Daan Groeneveld, René de Haas, Emile Koeman, Karina Meerman, Esther van Nijen, Stella Nivo, Daan Otto, Jørgen Postma, Betty Rombout, Erik Steegman, Gerard Vos en Ad Zeeman.
De schroefinjectie machine is zo ontworpen dat deze op bijna de meest onmogelijke plaatsen kan opereren.
UITGEVER
Jaco Otto
Er kunnen palen gemaakt worden op plaatsen met een: • Doorrij breedte van 72 cm, • Doorrij hoogte van 170 cm, • Om te bouwen tot een werkhoogte van klein 165 cm. Marsdiep 6 8321 MC Urk T 0527 682 821 info@tennapel.nl www.tennapel.nl
ABONNEMENTEN
Jaarabonnement* Buitenland Losse nummers** Abonnementen binnen de d oelgroep* * Prijzen zijn exclusief BTW. ** Prijzen zijn exclusief BTW en verzendkosten.
€ 85,00 € 130,00 € 15,00 € 39,00
VORMGEVING 13673
APR Media Groep BV E-mail: studio@aprmediagroep.nl DRUK
Gaat tot de bodem
agrarisch loonwerk
grond-, weg-, en waterbouw
Antilope Printing nv, Lier (BE) UITGAVE
APR Media Groep BV Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: +31 (0)33 456 70 50 Fax: +31 (0)33 456 74 33 E-mail: info@aprmediagroep.nl Internet: www.aprmediagroep.nl ADVERTENTIE- EN ORDERADMINISTRATIE
beschoeiing en steigerwerk
onderhoud watergangen
E-mail: orders@aprmediagroep.nl ABONNEMENTENADMINISTRATIE
APR Media Abonneeservice Daalakkersweg 2 - 72 5641 JA Eindhoven Telefoon: +31 (0)88 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl
werkt aan een betere leefomgeving
AANSPRAKELIJKHEID VAKTIJDSCHRIFT
Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. APR Media Groep BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. APR Media Groep BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de uitgever APR Media Groep BV. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellectuele eigendomsrechten zijn van toepassing.
www.gebrvdpoel.nl
ISSN - 0921 - 1667 13629
1
De Deenige enigebouwplaats bouwplaats die diewe wedeze dezezomer zomerniet niet beveiligen beveiligen
24/7 toezicht opop uwuw bouwplaats. 24/7 toezicht bouwplaats. Ook in de bouwvak! Ook in de bouwvak! De intelligente systemen van Hillson houden 24/7 toezicht op uwop bouwplaats. De intelligente systemen van Hillson houden 24/7 toezicht uwwplaats. bouwplaats. wplaats. dat wij Ook in de in bouwvak! Wij vinden onze onze beveiligingssystemen zo goed, dat wij Ook de bouwvak! Wij vinden beveiligingssystemen zo goed, alisme, uw eigen risico vergoeden als u toch schade ondervindt van vandalisme, alisme, uw eigen risico vergoeden als u toch schade ondervindt van vandalisme, e kunt. inbraak of diefstal: no cure, we pay! ZodatZodat u zorgeloos op vakantie e kunt. inbraak of diefstal: no cure, we pay! u zorgeloos op vakantie Kijk op hillson.nl voor meer informatie of belof0172 – 418–418 Kijk op hillson.nl voor meer informatie bel 0172 418 418
13689A
13753