Bouw en Uitvoering 4-2020

Page 1

EXPERIMENTEEL

B E T O N HOV IN GOOI

WARMTENETTEN

G E KO P P E L D PROJ ECT DY N A MIEK BOUW EN UITVOERING

BEREIKT RUIM 73.100 LEZERS

JAARGANG 52 - 4 2020 HET VAKBLAD VOOR RIJK, PROVINCIE EN GEMEENTE

IN NEDERLAND EN BELGIE


ClimaPac luchtbehandelingskasten De ClimaPac range luchtbehandelingskasten bestaat uit een modulaire kast opbouw met 50 standaard afmetingen en voldoet aan de Eurovent certificering en ERP normen. Deze kasten zijn gericht op verscheidene comfort toepassingen.

14116


JAAR ONTHEFFING VOOR SDE+ PROJECTEN Alle projecten met een SDE+-beschikking kennen een realisatietermijn. Dit is een uiterste datum waarop het project moet zijn gerealiseerd. De SDE+ subsidie is in het leven groepen ter bevordering van de productie van hernieuwbare energie door bedrijven. Denk daarbij aan energie geproduceerd uit zon, wind, biomassa, geothermie en water. Een voordeel van de SDE+ is dat een bedrijf zich hiermee kan behoeden voor de stijgende energieprijzen en zo onafhankelijkheid kan creëren van de energieproducenten. De maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van Covid-19 te beperken, be-

ïnvloeden de realisatie van SDE+-projecten in 2020. Bijvoorbeeld door een langere levertijd van benodigde materialen of gebrek aan arbeidskracht. Ook is een beperkte transportcapaciteit vaak een reden om een project niet tijdig te kunnen realiseren. In de Kamerbrief van 21 april 2020 heeft minister Wiebes aangekondigd soepeler om te gaan met de mogelijkheid om één jaar ontheffing te verlenen op de ingebruikname. Dit geldt voor SDE+-projecten met een uiterste realisatietermijn in 2020. Een belangrijke voorwaarde voor deze ontheffing is wel dat projecten naar verwachting binnen dat extra jaar gerealiseerd zijn.

De ontheffing moet de aanvrager bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aanvragen via sde@rvo.nl, onder vermelding van uw SDE-projectnummer. Daarin moet expliciet vermeld worden dat realisatie binnen de ruimere periode mogelijk is.


INHOUD

8 Experimenteel beton Kan beton bijdragen aan een meer natuurinclusieve wereld? Ontwerpers en de producenten van prefab betonelementen bijeen.

‘Zit er ook leven in beton’


B+U 4 2020 3

‘Dubbellaagse onderdoorgang; uniek in Nederland’ Frequent, snel en betrouwbaar Infra: over de aanleg van de Openbaar Vervoer (HOV)-busverbinding van ´t Gooi richting Amsterdam, Schiphol en Almere.

18


28 Koppeling warmtenetten Over de nieuwe aanpak in Amsterdam. Toepassing van innovatieve boortechnieken leverde de betrokken partijen de No-Dig Award op.

‘Belangrijkste reden om warmtenetten te koppelen, is om aan de toekomstige vraag naar aardgasvrije warmte te voldoen’


B+U 4 2020 5

Projectleider als spin in het web

€ €

42 Covid-19 gooide roet in het eten van de boekpresentatie ‘Omgaan met projectdynamiek’. Een interview met de auteurs.

Adiabatische koeling in Nederland Adiabatische Koeling begint langzaamaan zijn weg te vinden in Nederland. In landen rondom ons heen wordt het principe al regelmatig toegepast.

46 EN VERDER

BIM Ontwikkelingen met betrekking tot BIM gaan zeer snel. Een goede reden om de I­ SSO-publicatie 109 ‘Starten met een BIM’ te herzien.

FOTOPAGINA ............1+6+49+60 NDA ARTIKEL.......................... 38 KENNISPARTNER INFO............ 51 COLOFON............................... 64

62


OPLEVING WONINGAANBOD Meer woningen worden sinds Covid-19 te koop gezet. Woningbezitters schuiven de geplande verkoop naar voren. Kopers trekken zich daarentegen weinig aan van de veranderde omstandigheden. Dit blijkt uit de twaalf regiorapportages “Sprekende Cijfers Woningmarkten Q1 2020” die Dynamis heeft gepubliceerd. Lees meer en bekijk de rapportages op www.bouw­enuitvoering.nl of via de QR-link.


B+U 4 2020 7

REDACTIONEEL

EXPERIMENTEREN

Om vooruit te komen, moet je het experiment niet schuwen. Het Betonhuis Constructief

Prefab heeft hiervoor een jaarlijks terugkerende workshop Experimenteel beton in het

leven geroepen. In de laatst gehouden workshop stond de vraag centraal: ‘Kan beton bijdragen aan een meer natuurinclusieve wereld?’ Op pagina 8 belichten we een aantal interessante prototypes.

En de provincie Noord-Holland experimenteert en investeert in een frequente, snelle en

betrouwbare Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)-busverbinding van ´t Gooi richting Amsterdam, Schiphol en Almere. Huizen heeft geen NS-station. Daarom wordt er tussen deze stad en Hilversum een HOV-verbinding aangelegd. Op pagina 18 alles over de

gebouwde en verbeterde P+R-terreinen met HOV-haltes die straks beter op het netwerk van de Randstad aansluiten.

Als het om projectdynamiek gaat, is het experiment wat minder gewenst. Veel projecten kenmerken zich door veel dynamiek en daar worden projectleiders maar zenuwachtig

van. Ze proberen het proces te beheersen en willen vooral de greep op hun proces niet verliezen. Op pagina 42 een interview met Philip van Beeck Calkoen en Evert Gianotten. Zij schreven het boek ‘Omgaan met projectdynamiek’. De auteurs hopen met het boek dat projectleiders anders naar dynamiek gaan kijken.

Ook aandacht voor een Amsterdams experiment waarbij twee warmtenetten onderling

worden verbonden. Op pagina 28 is te lezen hoe de toepassing van innovatieve boortechnieken tijd bespaart en overlast vermindert. Het leverde de betrokken partijen de No-Dig Award op.

GERARD VOS HOOFDREDACTEUR BOUW EN UITVOERING G.VOS@APRMEDIAGROEP.NL



B+U 4 2020 9

EXPERIMENTEEL

BETON


Het Betonhuis Constructief Prefab brengt jaarlijks met de workshop Experimenteel Beton ontwerpers en de producenten van prefab betonelementen bijeen. In de laatst gehouden workshop stond de vraag centraal: ‘Kan beton bijdragen aan een meer natuurinclusieve wereld?’ TEKST GERARD VOS BEELD BUREAUBAKKER EN CINDY VISSERING, TEKENINGEN BUREAUBAKKER


B+U 4 2020 11

H

et uitgangspunt van de workshop Experimenteel beton is helder. Ontwerpers geven aan waar hun fascinaties en ambities liggen op het gebied van beton. Dit ongeacht de voorkennis van de ontwerpers met betrekking tot de technische mogelijkheden. De producenten wordt hierbij gevraagd om bestaande en schijnbaar impliciete beperkingen qua productie en financiën in eerste instantie buiten beschouwing te laten, oftewel: ‘Niets is te gek!’ De ideeën worden in twee brainstormsessies toegelicht, ontwikkeld en uiteindelijk verwerkt tot een werkomschrijving voor het produceren van een prototype. Dit doen de desbetreffende ontwerpers samen met een producent. En uiteindelijk is het de bedoeling de prototypes ook te presenteren op de Bouwbeurs of Gevel.

NATUURINCLUSIEF

Beton is een fascinerend materiaal. Het is een bouwmateriaal waar we de wereld mee maken en vormgeven. Met beton bouwen we woningen, flatgebouwen, bruggen en tunnels. In elke vorm, stevig en sterk, maar ook homogeen en integraal. Beton is niet alleen een constructiemateriaal, maar ook een fascinerend afbouwmateriaal.

Beton is dimensieloos en schaalbaar en verbindt macroen microniveau. Beton bestaat in principe uit grind, zand, cement en water. Cement heeft de bijzondere eigenschap dat het door toevoeging van water verhardt. We gieten het in mallen en laten het simpelweg verharden. Het resultaat is stevig, hard, onverwoestbaar. Bijna als tovenarij. Maar zit er ook leven in beton? DP6 architectuurstudio uit Delft is gefascineerd door natuurinclusiviteit en wil met beton fantastische plekken maken. Maar daarmee bouwen we aan een stenige wereld die opwarmt en waarin ons regenwater wordt afgevoerd via de riolering. Kan beton bijdragen aan een meer natuurinclusieve wereld? Kan beton water vasthouden als buffer? Kan beton een voedingsbodem bieden voor een groenere wereld? Of een betere plek bieden om te nestelen of beschutting te zoeken? Als een groen tuintje aan je huis, waar alles groeit en bloeit. In de workshop Experimenteel Beton zijn samen met DP6 Architectuurstudio acht samples ontwikkeld waarin beton als bouwmateriaal een voedingsbodem en verblijfsplek kan zijn voor flora en fauna. De uitkomst is een creatieve verzameling van ‘Natuurinclusief Beton’.


12 B+U 4 2020

PROTOTYPE: BARST-GEBROKEN Door beton te breken ontstaan breuklijnen, waardoor een grillig, maar ook natuurlijk patroon ontstaat. De inkervingen zorgen voor een poreus en ruw hechtvlak. Juist de aantasting of verwering zorgt voor een minder artificiële, juist meer natuurlijke expressie. Er is een 1 cm dun iets kleiner plaatje gemaakt van zelfverdichtende mortel. Deze mortel bestaat slechts uit wit cement / kalksteenmeel en zand 0-1 mm. Het plaatje enige dagen laten verharden waarna het bewust - met beleid - in stukken is geslagen en de stukken als een puzzel terug in de ingeoliede en ­uitgepoetste mal zijn teruggelegd. De puzzelstukken liggen iets uit elkaar omdat de mal iets groter was dan het dunne (gebroken) plaatje Tussen de ontstane scheuren is droog fijn zwart zand ­0,2-0,5 mm gestrooid maar dus niet op de brok(puzzel) stukken. De tegel is afgestort met standaard grijs zelfverdichtend beton. Het experiment is uitgevoerd door Byldis.



14 B+U 4 2020

PROTOTYPE: NATUURINCLUSIEVE B ­ ETON KANAALPLAAT Een kanaalplaatvloer is een standaard bouwproduct, voorzien van holle kanalen. Door deze kanalen te vullen met aarde ontstaat op een low-tech manier een geïntegreerde voedingsbodem. Aan de bovenzijde worden ronde gaten gemaakt, hierdoor ontstaat een vloerveld waaruit planten kunnen groeien. Door ook aan de onderzijde ronde gaten te maken ontstaan holtes waar vogels kunnen nestelen. Het experiment is uitgevoerd door Dycore en ­Bureaubakker.



16 B+U 4 2020

PROTOTYPE: NATUURINCLUSIEVE RIBCASSETTE Een ribcassettevloer wordt in de praktijk gemaakt als dunne vloerlaag met twee randbalken die worden gestort op een isolatieschuimlaag. Bij een natuurinclusieve ribcassettevloer wordt de basis gevormd door poreus lichtgewicht cellenbeton. Hierop wordt een drukvaste vegetatielaag aangebracht. Aan de bovenzijde kunnen sparingen gemaakt worden waaruit vegetatie kan groeien. De poreuze onderlaag zorgt voor een akoestische demping, maar ook voor sparingen waarin mossen, vogels en insecten kunnen nestelen. Het experiment is uitgevoerd door Westo.

Meer informatie: https://betonhuis.nl/constructief-prefab/inspiratieboek-experimenteel-beton-2019


B+U 4 2020 17


INFRA HOV IN HET GOOI

FREQUENT, SNEL

EN BETROUWBAAR


B+U 4 2020 19



B+U 4 2020 21

De provincie NoordHolland investeert in een frequente, snelle en betrouwbare Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)busverbinding van ´t Gooi richting Amsterdam, Schiphol en Almere. Huizen heeft geen NS-station. Daarom wordt er tussen deze stad en Hilversum dus een HOVverbinding aangelegd. Door het bouwen en verbeteren van P+Rterreinen met HOV-haltes sluiten Blaricum, Eemnes en Laren straks ook beter aan op het netwerk van en naar de Randstad. TEKST BETTY ROMBOUT


N

a enige vertraging in de aanbestedingsfase is in juni 2019 BAM gecontracteerd voor het Hilversumse deel van het project. Het gaat dan met name om de aanleg van een vrije busbaan, een natuurbrug in Anna’s Hoeve en een onderdoorgang onder het spoor van Hilversum naar Amersfoort in de Oosterengweg in Hilversum. Na een intensieve voorbereidingsfase met betrokken partijen - provincie Noord-Holland, gemeente Hilversum en ProRail - zijn, na diverse conditioneringswerkzaamheden, eind maart de eerste bouwwerkzaamheden gestart. Voor de deeltrajecten Huizen-Blaricum en Eemnes-Laren zullen binnenkort de aanbestedingen starten. Het ligt in de planning om het project in oktober 2022 op te leveren. Totale kosten? 130 miljoen euro.

DRIE TRACÉS

Het tracé van de HOV loopt van het busstation Huizen, over de Huizermaatweg en Bovenmaatweg, langs de Blaricummermeent naar de carpoolplaats in Blaricum. Vanaf hier rijdt de HOV-bus over de A27 naar Hilversum. In Hilversum komt aan de zuidkant van het spoor een vrije HOV-baan naar het NS-station. Tussen begin- en eindpunt stopt de bus nog zes keer om reizigers in- en uit te laten stappen.

Het HOV-tracé bestaat uit drie deelprojecten: Huizen - Blaricum Eemnes - Laren Laren - Hilversum Op de site van het project leest u in detail wat er allemaal gaat gebeuren: www.hovintgooi.nl Arend van Dijk is projectmanager HOV in ´t Gooi namens de provincie Noord-Holland. Hij verduidelijkt: “Vanaf de A27 naar het station in Hilversum komen we een aantal kruisingen tegen. Zo zal straks de bus kruisen met een nieuw te bouwen fly-over het spoor. In het tracé LarenHilversum worden busbaan, spoor en weg gebundeld tot één infrastrook. Een natuurbrug vormt de schakel voor wild tussen ’t Gooi en de Utrechtse Heuvelrug. Bij de kruising met de busbaan op de oostelijke ring van Hilversum bevindt zich een spoorkruising (gelijkvloers). Hier wordt ter hoogte van spoor- en busbaan een dubbellaags onderdoorgang gebouwd voor fietsers, voetgangers en gemotoriseerd verkeer.”

ONDERDOORGANG

De laatstgenoemde bouwwerkzaamheid is gelijktijdig ook een van de grootste uitdagingen binnen het project.


B+U 4 2020 23

de vervormingen door onder andere graafwerk in de omgeving niet dermate groot zijn, dat gebouwen schade ondervinden. Let wel, we hebben hier veel onderzoek naar gedaan, maar de grondslag blijft grillig.” In een onderdoorgang laten we normaliter auto´s, fietsers en voetgangers naast elkaar rijden/lopen. Maar op deze locatie is hier geen ruimte voor. Daarom is er in 2013 een besluit genomen om een dubbellaagse onderdoorgang te maken. Oftewel, de fietsers en voetgangers passeren de onderdoorgang in de eerste laag, de auto´s in de laag eronder. “Uniek voor Nederland”, zegt Arend van Dijk.

Van Dijk vervolgt: “De Oosterengweg is een zeer druk bereden weg van en naar Hilversum, die we voor ongeveer anderhalf jaar af moeten sluiten voor alle verkeer. De werkzaamheden zullen op anderhalve meter van de gevel van de bebouwing plaatsvinden voor het realiseren van de bouwkuip. Deze bouwkuip wordt grotendeels gemaakt met een CSM-wand waarbij de aanwezige grond wordt vermengd met water en cement. HIermee verstevigen we de grond. Deze methode is geluids- en trillingsarm. Het is een uitdaging ervoor te zorgen dat

Martin Bakker, technisch manager van het project HOV in ´t Gooi en werkzaam voor BAM Infra, vult aan: “Omdat de doorgang zich in een binnenstedelijk gebied bevindt, wordt er ook een aantal eisen gesteld aan vormgeving. Een goede afstemming met de architect is dan ook van belang. Op welke eisen ik doel? Mooi betonwerk is niet lelijk. Maar in dit project is ervoor gekozen om de wanden van de doorgang waar het gemotoriseerd verkeer doorheen gaat, te bekleden met deels metselwerk en met panelen die een betonlook uitstralen. Het geheel lijkt hierdoor wat minder steriel. De wanden in de doorgang voor fietsers en voetgangers zullen een geperforeerde aluminium beplating krijgen, waar verlichting



B+U 4 2020 25

SPEERPUNTEN PROJECT HOV: Veiligheid Samenwerking Omgeving

achter zit. Ook op maaiveldniveau wordt veel aandacht besteed aan de inpassing in de omgeving.”

TREINVRIJ EN BINNENSTEDELIJK

Een andere uitdaging binnen het project zijn de treinvrije periodes. Oftewel periodes waarin ProRail geen treinen laat rijden. Van Dijk: “In een van deze periodes rijden we het dek in - te bouwen buiten de locatie - waar de treinen overheen gaan rijden. Dit dek is dus het plafond van de onderdoorgang voor auto´s, fietsers en voetgangers, waar we het zojuist over hadden.” Treinvrije periodes blijven spannend, vervolgt Arend van Dijk. “Want we doen met een grote groep mensen op dezelfde plek een activiteit. Daarom dat de voorbereidingen voor deze periodes al lang van te voren begonnen zijn.” Bakker stipte het binnenstedelijk karakter van het project al even aan. Veel belanghebbende zowel rondom de onderdoorgang en ook op de locaties waar we de fly-over en de natuurbrug bouwen, zijn de afgelopen periode gehoord en gezien. Een goede afstemming is

noodzakelijk. Martin Bakker: “Het project is een omvangrijke bouwopgave in het binnenstedelijk gebied. Diverse mensen krijgen ermee te maken. Zoals bewoners, maar ook mensen die werken voor belangenorganisaties. En wat te denken van grondeigenaren? Inderdaad, het project is een complexe operatie. Los van alle technische uitdagingen, zoals genoemde fly-over en natuurbrug.”

NATUUR EN DUURZAAMHEID

Maar HOV in ´t Gooi gaat over meer dan een busverbinding. Een flink deel van het projectbudget wordt gebruikt om het leefklimaat en de verkeersveiligheid te verbeteren. Veel aandacht gaat uit naar een groene en natuurlijke inpassing. De bomen die moeten wijken om de plannen mogelijk te maken, worden evenredig gecompenseerd. Vooral de situatie in Hilversum leent zich voor het versterken van natuurwaarden. Daarom ook dat er gekozen is om genoemde natuurbrug te bouwen. Op deze wijze wordt het leefgebied voor flora en fauna vergroot en draagt het project op een belangrijke manier bij aan biodiversiteit in het gebied.



B+U 4 2020 27

“De duurzaamheid zit vooral in de materiaalkeuzes”, zegt Bakker. “In de beton- en asfaltmengels bijvoorbeeld hergebruiken we materialen uit de keten.” Vanaf het begin van het project is er gestuurd op ´groen´ en duurzaamheid. De aannemer houdt in zijn bouwmethoden nadrukkelijk rekening met de omgeving en zorgt voor slimme verkeersoplossingen die de overlast zoveel mogelijk beperken. Het plan is logistiek zo opgezet dat bouwverkeer alleen gebruik maakt van hoofdwegen waardoor gevaarlijke situaties in woonwijken voorkomen worden. Een ander voorbeeld is dat het zand uit de bouwkuip met een persleiding richting ’de natuurbrug wordt afgevoerd. Dat scheelt zo’n 1.000 vrachtwagens over de weg.

WINST

We moeten nog even geduld hebben, maar als de HOVbusverbinding gerealiseerd is, met alle bijkomende passende bouwmaatregelen, is er in een aantal opzichten ´winst´ behaald. Arend van Dijk: “De HOV-busverbinding zorgt voor een betrouwbare verbinding. De bus heeft straks een vaste reistijd tussen Huizen en Hilversum van 21 minuten. De bereikbaarheid van en naar ´t Gooi zal hiermee dan ook aanzienlijk verbeterd worden. Met de onderdoorgang in Hilversum lossen we een veiligheidsknelpunt op. Regelmatig hebben er op de spoorkruising incidenten plaatsgevonden. De Oosterengweg kent veel verkeer.”

omleidingsroutes bij afgesloten oosterengweg

“En”, zegt Van Dijk: “Zoals aangegeven, de natuurbrug zorgt ervoor dat we twee natuurgebieden met elkaar verbinden. Met het project leggen we de laatste schakel in de natuurverbinding de Groene Schakel. Het gebied dat ´t Gooi verbindt met de Utrechtse Heuvelrug. Dieren kunnen nu vrij van het ene naar het andere gebied gaan.”

BIJZONDER EN SAMEN

Is HOV in ´t Gooi een bijzonder project? De heren zijn het met elkaar eens: elk project is bijzonder. Bijzonder van dit project is, dat het over binnenstedelijk bouwen gaat. “Het project vergt veel aandacht en dus tijd. Maar dat is nodig. Anders wordt het een chaos. En in chaos kunnen we niet bouwen”, aldus Martin Bakker.

INFO W: www.hovintgooi.nl T: @HovGooi FB: www.facebook.com/HOVgooi/

Arend van Dijk tot slot: “Bijzonder vind ik vooral hoe we met de vele, diverse partijen samenwerken. Daar waar in het begin altijd enige sprake is van eigenbelang, is het ons gelukt om er een integrale projectorganisatie van te maken, die heel goed werkt. De gezamenlijke projectopgave heeft bij een ieder de prioriteit.”


leidingen vervoer pontons (foto hans peter van velthoven voor vattenfall)


B+U 4 2020 29

AMSTERDAM KOPPELT WARMTENETTEN


De komende jaren zullen steeds meer woonwijken aardgasvrij verwarmd worden. Er is dan ook veel belangstelling voor een nieuwe aanpak in Amsterdam, waar twee warmtenetten onderling worden verbonden. De toepassing van innovatieve boortechnieken bespaart tijd en vermindert overlast - en leverde de betrokken partijen de No-Dig Award op. TEKST NADINE HUISKES BEELD DENYS, VATTENFALL EN ROOIE PEPER


B+U 4 2020 31

leidingenvervoer over water (foto hans peter van velthoven voor vattenfall) zinker om watergang te kruisen (foto hans peter van velthoven voor vattenfall)

I

n Amsterdam voorzien lokale warmtenetten tienduizenden woningen en bedrijfsgebouwen van stadsverwarming. Restwarmte die ontstaat bij de verwerking van diverse afvalstromen krijgt daarmee een nuttige bestemming. Met de ontwikkeling van de zogenoemde South Connection worden de twee grootschalige warmtenetten - in het noorden en westen, en zuiden en oosten van de stad - onderling verbonden, met als doel de transitie naar een aardgasvrije gemeente te versnellen. Amsterdam wil in 2040 aardgasvrij zijn. In totaal ­zullen dan naar verwachting 290.000 huishoudens gebruik maken van stadsverwarming.

BIJZONDERE BORINGEN

De eerste plannen voor de South Connection dateren van 2016. In maart 2019 zijn de eerste werkzaamheden

van start gegaan, en in de zomer van 2021 wordt het project afgerond. “De belangrijkste reden voor Vattenfall om de koppeling tussen de warmtenetten te realiseren is dat het hierdoor mogelijk wordt om te voldoen aan de toekomstige vraag naar aardgasvrije warmte”, vertelt Roel Hinz, senior projectmanager bij Vattenfall Heat Projects. In de twee gebieden die de South Connection verbindt, komen in de periode tot 2025 naar verwachting zo’n 25.000 aansluitingen bij. Naast het verbinden van de twee warmtenetten - een uitbreiding van zo’n vier kilometer - is langs het traject van de South Connection een hulpwarmtecentrale gebouwd. Bij de hulpwarmtecentrale wordt ook een warmtebuffer aangelegd, die tijdens warme perioden warmte opslaat, die in koudere tijden kan worden



B+U 4 2020 33

buffer hulpwarmtecentrale (foto: hans peter van velthoven voor vattenfall)

ingezet op het warmtenet. Er is veel belangstelling voor de ontwikkeling van de South Connection. Het koppelen van grote warmtenetten komt niet vaak voor in Nederland. Daarnaast worden er in het project bijzondere technieken toegepast. In totaal komen er veertien boringen aan het project te pas, vertelt Ton Kamp, projectmanager vanuit aannemer Denys. “In vijf gevallen gaat het om open front-boringen, wat inhoudt dat tijdens de boring de leiding direct mee de grond in gaat. Een andere techniek is horizontal directional drilling (HDD). Hierbij wordt gestart op het maaiveld, waarna via een hoek geboord wordt tot een diepte tussen de 18 en 55 meter. Vervolgens stuurt de boormachine vlak om op gelijke hoogte te kunnen boren. Om naar boven te komen wordt weer omhoog gestuurd, om vervolgens met een hoek van tussen de twaalf en twintig graden op het maaiveld boven te komen.” Met name in gebieden met veel bestaande bouw en verkeersknooppunten zijn boringen een belangrijk middel om het warmtenet met minimale hinder uit te breiden. Bij de traditionele methode wordt een straat opengebroken zodat de leiding erin kan worden gelegd.

INNOVATIES TEGEN HINDER

De grootste uitdaging bij de aanleg van de South Connection was het kruisen van de snelweg A10 en de rivier de Schinkel. Met de HDD-techniek is tot een diepte van 55 meter geboord. Bij de aanleg is bovendien gebruikgemaakt van een vernieuwend concept, waarbij een warmteleiding van ruim een kilometer op het water is gebouwd tot een uiteindelijke lengte van 1.140 meter. Vervolgens is de volledige leiding in een dag in het geheel door het boorgat getrokken. Kamp: “In een stedelijke omgeving is er op het vasteland geen plek om een leiding van ruim een kilometer te maken. Daarom hebben we op het naastgelegen Zuideramstelkanaal een steiger van driehonderd meter lang en acht meter breed gebouwd. Op dit plateau is de leiding in vier delen opgebouwd. Met behulp van drijfleidingen en grote zwembanden zijn de delen vervolgens op het kanaal aan elkaar vastgemaakt en te water gelaten.” Met meerdere telescoopkranen is de leiding van ruim een kilometer lengte richting het Olympisch stadion gemanoeuvreerd. Daar is de leiding het boorgat ingetrokken, onderdoor de Schinkel en de A10. Kamp: “De tijdbesparing is dankzij deze aanpak heel groot. Het



B+U 4 2020 35

1100 meter lange staal in staal boorstreng (foto hans peter van velthoven voor vattenfall)



B+U 4 2020 37

maken van het boorgat nam twee weken in beslag, het intrekken van de buis slechts een dag.” De innovatieve methode leverde Vattenfall, Denys en Van Vulpen de No-Dig Award op, een prijs voor het initiatief dat overlast door werk aan ondergrondse infrastructuur creatief en effectief weet te minimaliseren. Ook hebben verschillende partijen uit binnen- en buitenland interesse getoond in de vernieuwende aanpak.

mee je een stukje van het kanaal drooglegt. Je maakt een betonnen constructie, daar leg je de leiding in en vervolgens worden de damwanden verwijderd. Je bent hier ongeveer zestien weken mee bezig, met behoorlijk wat hinder voor het vaarverkeer. Nu hebben we slechts twee weken nodig gehad om de boogboringen te realiseren.” De innovatieve aanpak bestond uit het mechanisch voorbuigen van de leidingen, vult Kamp aan. “De drie stukken leiding van 48 meter zijn opgebouwd uit drie kleinere stukken, die elk in de juiste bocht zijn gebogen. De drie grote stukken leiding zijn met behulp van kranen voor het boorgat onder de juiste hoek in stelling gebracht, waarna ze ter plekke - hangend in de lucht aan elkaar zijn vastgemaakt en het boorgat ingetrokken.”

BOOGBORING

Een andere primeur bij de aanleg van de South Connection is de boogboring van 150 meter onder het Zuideramstelkanaal door Hinz: “Het is wereldwijd de eerste keer dat een boogboring met geïsoleerde warmteleidingen is uitgevoerd. Normaal plaats je twee damwanden waar-

boogboring van 150 meter onder het zuideramstelkanaal (foto: rooie peper)

COÖRDINATIE EN PUZZELWERK

Het traject van de South Connection loopt ook langs de Stadionkade, een dichtbebouwd gebied langs het Zuideramstelkanaal. Zowel boven als onder de grond was de straat toe aan vernieuwing, vertelt Wim Swart, directievoerder groot onderhoud van stadsdeel Zuid bij gemeente Amsterdam. “De gemeente zorgt voor de coördinatie van de werkzaamheden, zodat de straat maar één keer open hoeft en we de overlast verminderen. In de Stadionkade ging het om gas- en waterleidingen, riolering en straatinrichting. Daar kwamen de warmteleidingen van Vattenfall nog eens bij.” Volgens Swart zorgde het warmtenet voor heel wat puzzelwerk om deze een plek in de ondergrond te geven. “Alles komt aan op goed overleg met elkaar, heldere afspraken maken en je ook aan de afspraken houden. De voorbereidende fase verliep af en toe wat stroef, maar tijdens de uitvoering - die we in vijf fasen hebben opgeknipt - ging alles heel goed. Ik denk dat onze driewekelijkse overleggen daar een belangrijke bijdrage aan hebben geleverd. Daar werkten we bijvoorbeeld samen aan oplossingen als de ondergrond er in de praktijk toch anders uit bleek te zien dan op de tekeningen.”

RELATIEMANAGEMENT EN STEDENBOUWKUNDE

Hinz wijst op het belang van de stedenbouwkundige inpassing van een project als de South Connection. “In het Riekerhavengebied zijn momenteel veel bouwplannen en je wilt niet dat er op een bepaald moment een groot gebouw bovenop een leiding komt te staan. Een stedenbouwkundige heeft ons geholpen met het maken van het juiste ontwerp.” Binnen een groot en complex project als de South Connection is ook goed relatiemanagement van het grootste belang, voegt Hinz toe. “In een drukke stedelijke omgeving hebben we met veel vergunningen te maken en is een goede en tijdige afstemming met alle partijen - waaronder de gemeente, Waternet, Prorail, het GVB Amsterdam en Liander - belangrijk. Een goede stakeholdermanager, die de taal spreekt van alle partijen, heb je dan echt nodig.”


Is het dakbedekkingssysteem bestand tegen de (brand)belasting van installaties? (deel 2) Welk type dakisolatie en welk dakbedekkingssysteem is het meest geschikt voor het opvangen van de belastingen via (door derden aan te brengen) installaties op daken, die ook nog frequent onderhoud vergen en dus beloopbaar moeten zijn? In het eerdere deel is ingegaan op de invloed van temperatuur, brand en drukbelasting (statisch). In dit tweede deel wordt ingegaan op speciale producten die als tussenlaag een of meerdere functies kunnen vervullen indien zich een specifieke situatie voordoet.

I

n het recente verleden kwam het in de dagelijkse praktijk steeds vaker voor dat juist achteraf (lees: na de start van de dakwerkzaamheden) de vraag gesteld werd of het aangebrachte dakbedekkingssysteem bestand is tegen belastingen, uitgeoefend door achteraf erop aan te brengen installaties. Op dit moment zijn er vanuit de Vakrichtlijn 2018 en op basis van stellingname van verzekeraars nog extra eisen voorgesteld aan de brandbaarheid van materialen, toegepast in de buurt van deze installaties die per specifiek project om oplossingen vragen.

BELASTING VAN DAKBEDEKKINGSSYSTEMEN In deel 1 van dit artikel (BU nummer 3) werd verondersteld dat indien men pragmatisch naar de temperatuuropbouw op een dak kijkt, je voor Nederlandse klimaatomstandigheden het volgende voor zou kunnen stellen: • 80˚C: dakbedekking zwart of met zwart mineraal; • 70˚C: donker- tot lichtgrijs of met wit of grijs mineraal; • 60˚C: wit of met warmtewerend pigment; • 45˚C: geballast met laagdikte 50 - 100 mm; • 40˚C: geballast met laagdikte 100 - 200 mm; • 30˚C: geballast met laagdikte >200 mm. Voor traditionele daken die opgebouwd worden met een constructieve dakvloer, een damp­remmende of sluitlaag, een drukvaste thermische isolatie en een dakbedekkingssysteem en uitgevoerd volgens de Vakrichtlijn 2018, kan het temperatuur/druk/brand-aspect van daken met technische installaties ook meer specifiek in detail benaderd worden. Neem de situatie waarin op het project een


B+U 4 2020 39

isolatiemateriaal met een servicetemperatuur van maximaal 70˚C (zoals bijvoorbeeld EPS (DAWO) of XPS (ABRISO/URSA/BASF) wordt gekozen, in combinatie met een zwarte dakbedekking (bitumineus Polyglass of EPDM Firestone/SealEco) die tot 80˚C kan opwarmen. Als voor dit specifieke isolatiemateriaal geldt dat de temperatuur van invloed is op de belastbaarheid, dan moet aan de bovenzijde van de dakbaan of tussen dakbaan en isolatie een temperatuurreducerende laag worden ingebouwd in die zones daar waar de temperatuur + belasting optreedt. De Amerikanen noemen dat in het kader van hun FM (Factory Mutual)certificeringssystematiek een CoverBoard, vrij vertaald ‘afdekplaat’. Indien een CoverBoard van het juiste materiaal is gemaakt, draagt deze ook positief bij aan het brandgedrag van de dakopbouw. Ook kan met toepassing van een CoverBoard de aanbrengwijze van de dakbedekking aangepast worden, van bijvoorbeeld partieel gekleefd naar volledig gekleefd, zodat het risico op en de reparatie van eventuele lekkages nog beperkt wordt. Bij dakbedekkingssystemen met een CoverBoard juist onder de dakbaan

(het CoverBoard dan in een dikte van ca. 15mm) geldt dat rekening gehouden mag worden met een temperatuurreductie van maximaal 10˚C. Isolatiematerialen die geschikt zijn als CoverBoard worden o.a. uitgevoerd in hoge densiteit PIR (CoverPlus) of geexpandeerd perliet (Fesco/Retrofit/Batiboard). De toepassing van een CoverBoard maakt het overigens ook mogelijk een hele dakopbouw te creeren uit onderdelen die allemaal FM Approved zijn. Omdat de FM goedkeuringssystematiek is gebaseerd op richtlijnen van Verzekeraar FM Global, wordt deze ook door Europese Verzekeraars meer en meer gevraagd. Daarbij wordt ook steeds meer verwezen naar FM goedgekeurde systemen, de zogenaamde roof assemblies, die in de digitale database van FM ROOFNAV terug te vinden zijn. FM Global heeft namelijk de richtlijnen voor onder FM goedgekeurde gebouwdelen van oudsher opgesteld op basis van haar eigen ervaring en risico-inventarisatie bij calamiteiten en stelt deze ook bij aan nieuwe ontwikkelingen en/of verergerde schadebeelden. CoverBoards hebben, afhankelijk van het gekozen type, een druksterkte van 200 kPa tot >600kPa en kunnen in brandklasse B op productniveau geleverd worden en in specifieke gevallen ook brandklasse A2.

EX CoverPlus

Ander voordeel van toepassing van een CoverBoard is dat deze ook eenvoudig over een bestaande dakbedekking heen is aan te brengen en ook functioneert op een eronder aangebrachte afschotisolatie, waarbij bij een mechanisch bevestigde dakopbouw met gekleefde dakbedekking de bevestigers duidelijk zichtbaar blijven en er minder risico is dat frames afgesteund worden op de bevestigers! Wordt een CoverBoard aan de buitenzijde van de dakbedekking aangebracht, bijvoorbeeld om de temperatuur van de dakbedekking ook te kunnen reduceren, dan moet een type CoverBoard worden gezocht dat weersbestendig is. In voorkomende situaties zou bijvoorbeeld een zwaarder type XPS kunnen worden toegepast, met druksterkte van 300-700 kPa, maar dan moet er wel op gelet worden dat deze XPS platen afgeschermd worden van UVen warmtebelasting. (Zie foto’s CoverPlus) Een andere optie is om rond een drukpunt een hoeveelheid onbrandbare ballast in de vorm van daktegels (in dikte minimaal 50 mm) te voorzien, waardoor de temperatuur ter plaatse - en dus het gedrag onder invloed van temperatuur ter plaatse - beredeneerd kan worden op basis van een temperatuur van 45˚C in plaats van 60, 70 of zelfs 80˚C. Een praktisch uitgangspunt daarbij zou zijn rondom het drukpunt tegels van 500 x 500 mm aan te brengen. Deze tegels zouden dan op hun beurt weer een looppad kunnen creëren ten behoeve van onderhoud aan de installatie en maken de dakbedekking ter plaatse ook ‘onbrandbaar’. Indien op het project een isolatiemateriaal met een servicetemperatuur van maximaal 100˚C (zoals bijvoorbeeld UTHERM PIR of PUR) wordt gekozen, in combinatie met een dakbedekking die tot 80˚C kan opwarmen, dan hoeft aan de bovenzijde van de dakbaan of tussen dakbaan en isolatie geen temperatuurreducerende laag worden ingebouwd in die zones waar de temperatuur + belasting optreedt. Stel: een PIR type isolatie haalt een DLT (2)2 resultaat met 40kPa belasting bij een temperatuur van 80°C, dan geldt dat deze isolatie in die omstandigheid kan worden toegepast met een dakbedekkingssysteem dat max. 80˚C heet wordt, oftewel: • zwart of met zwart mineraal uitgevoerd is; • donker- tot lichtgrijs of met wit of grijs mineraal of uitgevoerd is; • wit of met warmtewerend pigment uitgevoerd is. Om ook hier tegemoet te kunnen komen aan verzekeraars zou opnieuw voorgesteld kunnen worden dat: • het dakbedekkingssysteem voldoet aan de classificatie BRoof T1;


40 B+U 4 2020

Schoonmaak Dienstverlening Asbestsanering Sloopwerkzaamheden Mutatiewerkzaamheden Telefoon: Website:

020 - 600 73 07 www.okebv.nl 13871

GWW | Leidingwerk | HDD | Maatwerk

Specialist in kunststof-lastechniek

Marconiweg 13 3316 AM Dordrecht T 076-645 77 00 bouwinfrabv@live.nl www.bouwinfrabv.nl

• Spiegellas-techniek

• Electromoflas-techniek

• Polyfuse-lassen

• Extruderen

• Dichtheids- en sterktebeproevingen 13850

SCHROEFFUNDAMENTEN & MACHINES

WWW.FIRSTBASEGROUNDSCREWS.COM

Ø 114 Ø 89 Ø 76 V-114 V-89 V-76 V-63 D I Y 14025b

Achterdijk 39 3984 LD Odijk 030 - 636 58 85

info@otteinfra.nl www.otteinfra.nl 13985


B+U 4 2020 41

• het dakbedekkingssysteem in end-use (eindgebruik toestand) minimaal voldoet aan de Europese brandklasse B. Overigens maakt een groot aantal dakbedekkingssystemen met in Europa geproduceerde PIR isolatie (zoals bijv. UNILIN) en dakbanen (zoals bijv. Mapei/Polyglass en Renolit) en mechanische bevestigingsmiddelen (zoals bijvoorbeeld Eurofast) zonder CoverBoard reeds onderdeel uit van de FM (Factory Mutual) certificeringssystematiek, zodat ook hier een koppeling gemaakt zou kunnen worden naar de voor FOV Verzekeraars gekende FM Global richtlijnen. Een eventuele toepassing van een CoverBoard vertegenwoordigt dan nog extra meerwaarde. Indien op het project een isolatiemateriaal met een servicetemperatuur van >100˚C (zoals bijvoorbeeld steenwol (MWR) of geëxpandeerd perliet (EPB)) wordt gekozen, in combinatie met een dakbedekking die tot 80˚C kan opwarmen, dan hoeft aan de bovenzijde van de dakbaan of tussen dakbaan en isolatie in principe ook geen temperatuur reducerende laag worden ingebouwd in die zones daar waar de temperatuur + belasting optreedt. Omdat deze typen vezelvormige isolatiematerialen in de basis wat gevoelig zijn voor invloed van vocht, kan in situaties met lange duur drukbelasting als optie een condensvrije dakopbouw worden voorgesteld. Is dat niet mogelijk, dan kan met behulp van een CoverBoard tussenlaag ervoor gezorgd worden dat het dauwpunt niet in de MWR (minerale wol) of EPB laag komt te liggen. Voor beide materialen geldt bovendien dat naar de daktoepassing toe een ander type druksterkte gekozen kan worden, maar in de praktijk komt het steeds vaker voor dat deze materialen gecombineerd worden met andere isolatiematerialen tot zogenaamde hybride isolatiesystemen. Steenwol met PIR en EPS met geëxpandeerd perliet zijn in de markt gekende combinaties. Belangrijk bij het samenstellen van de juiste combinaties en om ook in deze specifieke gevallen tegemoet te kunnen komen aan verzekeraars zou ook hier voorgesteld kunnen worden dat: • het dakbedekkingssysteem voldoet aan de classificatie BRoof T1; • het dakbedekkingssysteem in end-use (eindgebruik toestand) minimaal voldoet aan de Europese brandklasse B. Toepassing van MWR en EPB isolatie in dakopbouwen kan daarbij ook een verbetering van de REI brandwerendheid van de totale

EX CoverPlus SealEco

constructie opleveren, maar naar dat aspect wordt tot op heden zelden gerefereerd. In een eerder artikel in B+U 3, inzake hybride daken met ISOROOF steenwol en UTHERM PIR op geprofileerd staal, werd al gewezen op deze voordelen. Overigens maakt ook hier een aantal dakbedekkingssystemen met in Europa geproduceerde MWR isolatie en dakbanen zonder CoverBoard reeds onderdeel uit van de FM (Factory Mutual)certificeringssystematiek, zodat ook hier een koppeling gemaakt zou kunnen worden naar de voor FOV Verzekeraars gekende FM Global richtlijnen. Ten slotte: in situaties met dakbedekkingssystemen, opgebouwd uit dakbanen die zelf een servicetemperatuur hebben die onder de 100˚C ligt en die niet al beschermd worden, moet hierbij dan nog apart bekeken worden of deze dakbedekking op zichzelf ook bestand is tegen de optredende belastingen en niet ook een kruipgedrag gaat vertonen. Dit kan met name kritisch zijn voor materialen die een onder CE gedeclareerde vloeiweerstand hebben van >100 ˚C en daardoor vanaf een bepaalde temperatuur ook merkbaar ‘zachter’ worden. De toepassingsvoorwaarden zijn relatief eenvoudig terug te vinden in de

KOMO-attesten van het betreffende dakbedekkingssysteem, in combinatie overigens met declaraties die ook terug te vinden zijn op CE-labels Productinformatie bladen van de dakbanen. Bij vervormingen >3 mm op een relatief klein oppervlak van maximaal 100 mm diameter dient sowieso door de fabrikant van het dakbedekkingssysteem aangegeven te worden of deze hiertegen bestand is en/of er beschermende maatregelen nodig zijn. Een groter oppervlak (tegel)drager zou hier mogelijk al een oplossing kunnen bieden. NAWOORD Inmiddels is al een aantal isolatiefabrikanten bezig met de onderbouwing van de voorstellingen vanuit een eerder B+U artikel, ook al omdat men dit type problemen met bijbehorende vragen toch al steeds meer tegenkomt in de praktijk. Op dit moment bouwt WECAL verder aan een database waarin nog meer verschillende isolatiematerialen in de tabelvorm naar typen, temperatuur, drukbelasting en brandklasse worden voorgesteld. Auteur: Erik de Waard, Technical Development & Support Specialist van WECAL


€ €

42 B+U 4 2020

DE PROJECTLEIDER

ALS SPIN IN HET WEB De coronacrisis gooide roet in het eten van de boekpresentatie ‘Omgaan met projectdynamiek’. En daarmee dreigde een uniek boek in de vergetelheid te raken. Bouw en Uitvoering schoot te hulp en interviewde de auteurs Philip van Beeck Calkoen en Evert Gianotten. TEKST GERARD VOS


B+U 4 2020 43

door hun compleetheid kunnen die boeken de praktisch ingestelde projectmanager ook afschrikken. Dit boek ‘Omgaan met projectdynamiek’ verlaagt de drempel om de projectdynamiek aan te pakken en niet tevergeefs te trachten te ontwijken. Het geeft praktische handvatten, gebaseerd op hands on-ervaring.” Gaat er veel mis in projecten door een verkeerde aanpak? Evert: “Wat ik een mooi voorbeeld vind is een wethouder in Oost-Brabant die een vervallen spoorlijn in ere wilde herstellen ten gunste van zijn stadje. Hij zette dat in de krant en had de volgende ochtend twee actiegroepen met boze bewoners tegenover zich. De gedachtegang was eerst de oplossing, dan het probleem en dan de omgeving, dat is compleet de verkeerde volgorde. Dan is het de vraag of zoiets nog goed kan komen. Toen is in samenwerking met de provincie de opgave verbreed. De doelstelling werd de bereikbaarheid van de regio vergroten door middel van het openbaar vervoer. Hierbij waren veel belanghebbenden betrokken en toen kwamen er andere opties binnen bereik. Het eindresultaat was dat er betere busverbindingen naar het stadje kwamen en er geen boze bewoners meer waren.”

P

rojecten kenmerken zich door veel dynamiek. Veel projectleiders worden daar zenuwachtig van, proberen te beheersen en verliezen greep op hun het proces. Zo is te lezen in het bij Delft Academic Press verschenen boek ‘Omgaan met projectdynamiek’ van auteurs Philip van Beeck Calkoen en Evert Gianotten. De schrijvers menen dat die dynamiek juist kansen biedt om kwaliteit te verhogen en tempo te blijven houden, vooral door anders naar dynamiek te kijken.

Waar ging het wel goed in een project qua aanpak? Philip: “De ontwikkeling van het nieuwe stadsdeel Stadshagen van Zwolle moest in recordtijd tot een ontwerpbestemmingsplan worden gebracht. Dit kwam door het snel vollopen van de resterende woningbouwcapaciteit. Er moest toen worden gekozen voor een gesloten aanpak (plan maken, inspraak en doordrukken) of voor een open aanpak (vraagstuk agenderen, dilemma’s signaleren en bespreken, oplossingen zoeken). Het gemeentebestuur koos voor de open aanpak. Het resultaat was dat de betrokkenen, ook aanvankelijke tegenstanders, zich konden vinden in de oplossing waarin zij hun inbreng herkenden. De oplossing voor de complexe verkeersontsluiting kwam zelfs voort uit denkwerk van de klankbordgroep! In drieënhalf jaar werd het plan ter visie gelegd. Aan het eind van het traject waren de bezwaren minimaal.”

Wat wordt precies verstaan onder projectdynamiek? Evert: “Allerlei ontwikkelingen die de loop van het besluitvormingsproces en de uitvoering en die dus ook het eindresultaat beïnvloeden. Denk daarbij aan weerstand uit de omgeving, veranderende economische omstandigheden, gebrekkige samenwerking, maar ook technische complicaties, veranderende regelgeving of alleen al het tijdsverloop.”

Wat is de grootste stressfactor voor een projectleider? Is dat de verantwoordelijkheid of rekening houden met alle dynamische factoren (technisch, organisatorisch, juridisch, financieel, besluitvorming, tijdsverloop)? Evert: “Het is naar onze ervaring de spanning tussen enerzijds de - meestal in beton gegoten - uitgangspunten over techniek, organisatie, geld en planning en anderzijds de onvoorspelbaarheid van het proces omdat het om mensen gaat. Opdrachtgevers, bewoners, ondernemers en adviseurs zijn geen machines en reageren verschillend op verschillende momenten. Alleen begrip, flexibiliteit en koelbloedigheid kan je redden.”

Een boek over omgaan met projectdynamiek, was dat nodig? Philip: “Er zijn al veel wetenschappelijke boeken over projectdynamiek en hoe er mee om te gaan. Dit zijn waardevolle bronnen van informatie voor de projectmanager die zijn inzicht en kennis wil vergroten. Maar

Wat is de grootste valkuil voor een projectleider? Philip: “Het is de verliefdheid op de zelfgezochte en gevonden oplossing die de meeste projectleiders in de weg zit. Dat bemoeilijkt een open mind naar opdrachtgever en omgeving. Als je in staat bent om de opgave te verbreden en niet vastzit aan één oplossing, is het


44 B+U 4 2020

Evert Gianotten (1947) studeerde stedenbouwkunde in Delft en vervulde bij de provincie Zuid Holland diverse managementfuncties. Stapte in 2001 over naar Royal HaskoningDHV en organiseerde daar besluitvormingsprocessen voor projecten in de fysieke sfeer. Kernpunten voor zijn benadering zijn het bijeenbrengen van partijen met respect voor ieders belangen en wensen. Gaf daarnaast in-company-trainingen in faciliteren, projectmanagement, procesmanagement en onderhandelen/mediation. Na zijn pensionering nog als procesmanager en trainer werkzaam.

Philip van Beeck Calkoen (1948) studeerde Nederlands Recht in Utrecht en begon zijn loopbaan als projectleider in het interdepartementale groeikernen programma. Bij de provincie Overijssel werd hij daarna Hoofd Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Later maakte hij deel uit van het gemeentebestuur van Zwolle met de portefeuille Ruimtelijke Ordening en Verkeer & Vervoer. Vervolgens trad hij in dienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat als projectdirecteur van de HSL-Oost. Na het beëindigen van dit project werd hij consultant bij AT Osborne en later Royal HaskoningDHV en (bege) leidde vele projecten in de fysieke sfeer. De problematiek in deze projecten zette hem aan het denken over een methodische aanpak van projectdynamiek. Hij treedt op als gastdocent aan de TU Delft en als trainer.

gemakkelijker om met wensen van anderen rekening te houden en hun creativiteit voor een beter resultaat te gebruiken. Liever regisseur dan kunstenaar. En zeker geen verkoper!” Wat voor methoden reiken jullie de lezer aan in dit boek. Kun je een model noemen waarbij je veel profijt kunt halen? Evert: “Centraal in ons boek staat het drie-O-model. Het onderscheid tussen de drie belangrijkste groepen: de Opdrachtgever, de Omgeving en de Organisatie die het product maakt (de projectgroep met adviseurs, deskundigen). Besef dat je als projectleider naar alle drie een andere verhouding hebt. Je moet anders opereren, Je moet anders interveniëren. Een knecht van maar liefst drie heren heeft het extra lastig, dat is een uitdaging maar ook de jus van het werk.” Philip: “We hanteren herkenbare bouwstenen voor de procesaanpak. Dat is belangrijk voor complexe besluit-

vormingsprocessen, maar ook heel effectief voor groepsvergaderingen en kleine overleggen. Er zijn drie stappen. Stap 1 Begin met wie er mee moet doen en waar het wel of niet over moet gaan (arena- en agendavorming). Neem daar de tijd voor, want hier gaat het vaak mis. Stap 2 Ga vervolgens informatie verzamelen en deel die vooral. Stap 3 Pas dan ga je opties en keuzes verkennen (oordeels- en wilsvorming). Zoek met elkaar open naar oplossingen met de meeste steun en mogelijkheden tot beperking van de nadelen. Als de betrokken partijen vervolgens vragen: ‘Wanneer kunnen we beginnen?’, dan heb je het goed gedaan en is besluitvorming nog maar een formaliteit.” Evert: “En, het kan niet genoeg gezegd worden: Neem de mensen mee in het proces want dan neem je ze serieus. Accepteren van plannen van anderen begint bij begrip van ieders belangen en het gevoel serieus genomen te worden.”


B+U 4 2020 45

TIPS 1

Zorg dat je begrijpt hoe de dingen lopen en vooral waarom.

2 Maak intelligent gebruik van de onvermijdelijke dynamiek. 3

Probeer de werelden van ‘maken’ en ‘mogelijk’ maken te verbinden.

4 Differentieer in je omgang met opdrachtgever, omgeving en projectteam (andere posities, andere taal, andere gewoontes). 5 Gebruik het procesmodel voor grote en kleine projecten en bewaak dat goed. 6 Maak en vernieuw regelmatig de stakeholdersanalyse. 7 Probeer weerstand te duiden en ga er niet eenvormig mee om.

BESTELLEN: Prijs: € 22,50 www.delftacademicpress.nl ISBN 97890-6562-4352

8 Differentieer bij interventies naar inhoud, aanpak, interactie en emotie. ‘Zal ik het nog een keer uitleggen?’ kan naar een bezorgde geëmotioneerde bewoner dodelijk zijn. 9 Bevorder samenwerking via inzicht en uitwisseling van factoren als afhankelijkheid, belangen en urgentie. 10 Duurzaam onderhandelen met de ‘Mutual Gains Approach’ doet wonderen.

Wat is het meest ingewikkelde onderdeel voor een projectmanager? Is dat de balans tussen modellen die worden gebruikt en de weerbarstige realiteit op de werkvloer. Of is dat om betrokkenheid bij alle partijen te organiseren? Evert: “Lastig te zeggen. Voor de meeste betrokkenen is de zaak zelf, zijn hun belangen en hun zorgen meestal wel duidelijk, maar weten ze niet of onvoldoende welke rol ze wel en niet moeten spelen. Daar zie je veel in misgaan. De projectmanager heeft bij uitstek de verantwoordelijkheid om die rollen zelf goed uit elkaar te houden en anderen daarop aan te spreken. Een wethouder moet zich niet met de organisatie van het project bemoeien, de adviseurs moeten niet de rol van de volksvertegenwoordigers overdoen.” Philip: “Niet zelden is dat de relatie met de opdrachtgever. Een goede communicatie op die as is van cruciaal belang. Zitten ze op één lijn? En welke marge krijgt de projectleider van hem voor flexibiliteit om op een goede manier op de dynamiek uit de omgeving in te spelen.”

Vroeger gold bij een aanbesteding dat er vertrouwen tussen de partijen was, tegenwoordig zie je dat alles juridisch wordt dichtgetimmerd. Terwijl uit het boek blijkt dat vertrouwen een grote rol speelt. Is het tijd voor een nieuw soort aanbesteding? Evert: “Als je nieuwe vormen ontwikkelt, probeer dan starre modellen te voorkomen en zie aanbesteding ook als een samenwerkingsproces waarbij begrip voor elkaars belangen, voor de afhankelijkheid en voor urgentie een belangrijke rol spelen.” Philip: “Ongeacht de vorm van aanbesteden speelt vertrouwen een heel belangrijke rol; in de uitvoering kun je het samen nog spannend krijgen! Door de rationalisering van het aanbesteden wordt dat wel eens het kind van de rekening.”


De opmars van

ADIABATISCHE KOELING IN NEDERLAND Adiabatische Koeling begint langzaamaan zijn weg te vinden in Nederland. In landen rondom ons heen wordt het principe al regelmatig toegepast. Groot voordeel: het is een energiezuinige manier van koelen. Hoe werkt het precies en wat zijn de toepassingen? TEKST BETTY ROMBOUT / STULZ


B+U 4 2020 47

adiabatische koeling, het koelen van de lucht met water (©likingthings - stock.adobe.com)

B

ouw en Uitvoering spreekt met Bert L­ effers, Sales Engineer bij STULZ Groep B.V. Deze wereldwijd toonaangevend leverancier voor klimaattechnische oplossingen voor diverse toepassingen is een groot voorstander van adiabatische koeling. Oftewel het koelen van lucht met water. De verdampingsenergie wordt onttrokken aan de lucht met als gevolg dat de lucht afkoelt. “Het is een eeuwenoude techniek die al door de oude Egyptenaren en Romeinen werd toegepast. Veel later ook in industriële projecten, waaronder in Nederland”, vertelt Leffers. “Het vernevelen van 1 liter water in de lucht levert maar liefst 690 Watt koelvermogen op. Een redelijke ruimte is met indirecte adiabatische koeling al goed te koelen. Dit principe is dus een goede aanvulling voor airconditioning, dat veel CO2 uitstoot.”

TWEE METHODEN

Er zijn twee methoden van adiabatische koeling: direct en indirect. In beide gevallen wordt lucht afgekoeld door het verdampen van water. Bert Leffers: “Directe adiabatische koeling is het afkoelen van een ruimte door er direct water in te vernevelen. Nadeel is echter, dat de relatieve vochtigheid stijgt, terwijl de temperatuur daalt. We moeten ons bij directe adiabatische koeling dus altijd afvragen of de toepassing ervan acceptabel is. Veelal wordt het lokaal toegepast in bijvoorbeeld industriële processen, zoals bij staalovens. Maar ook datacenters maken er soms, in combinatie met vrije koeling, gebruik van. Indirecte adiabatische koeling is het afkoelen van de toevoerlucht via een warmtewisselaar met de adiabatisch gekoelde retourlucht. Een toepassing is bijvoorbeeld het koelen van een hotel met conferentieruimtes.


48 B+U 4 2020

Hier hebben zes luchtbehandelingskasten indirecte adiabatische koeling die gezamenlijk 113 kW koelvermogen hebben met een energieverbruik voor het vernevelen van water van 1,15 kW. Een vergelijkbaar koelsysteem met een EER van vier zou dan 28,25 kW verbruiken.”

ONDERGESCHOVEN KINDJE

Adiabatische koeling is in Nederland een ondergeschoven kindje, zegt Leffers. “We zijn vrij terughoudend als het gaat om technieken die van buiten ons land komen. Bovendien willen we overal 100% zeker van zijn. We zitten in de EU en onderling handelen is mogelijk, maar we kunnen bijvoorbeeld geen onderdelen in waterleidingen gebruiken die niet lokaal gecertificeerd zijn. Nederland heeft bijvoorbeeld Kiwa en België Belgaqua. Toch zien we een langzame opmars van adiabatische koeling in ons land. Het certificeringsinstituut ISSO heeft zelfs een projectgroep opgericht - waar STULZ deel van uitmaakt - om adiabatische koeling meer onder de aandacht te brengen.”

VOORDELEN

Indirecte adiabatische koeling heeft belangrijke voordelen ten opzichte van traditionele airconditioning. Leffers: “Als eerste, milieuwinst want we gebruiken water in plaats van H(C)FK’s. Energievriendelijk: voor 69 kW is, afhankelijk van het rendement van de kruisstroomwisselaar, 0,65 kW elektrisch vermogen nodig. We kunnen ook vaak kleinere koelsystemen gebruiken waardoor er minder geluidsoverlast is dan bij ‘traditionele’ koelmachines, die over het algemeen veel groter zijn. En omdat indirecte adiabatische koelsystemen gebruik maken van verse (schone) buitenlucht, zorgt dit voor een prettig gezonder binnenklimaat. Ook is het eenvoudig toe te passen, waardoor het een hoge functionele betrouwbaarheid heeft en gemakkelijk te onderhouden is. Bij koeling op een chiller kunnen we redundantie creëren. De helft van de compressoren wordt maar gebruikt, dus zijn er minder start en stops, is er mogelijkheid tot overname bij een storing en de ventilatoren draaien met een lager toerental. Dit levert energiebesparing en geluidsreductie op. Water is een heel vriendelijk koelmiddel. Nadeel dat men kan opwerpen is, dat we voor adiabatische koeling drinkwater gebruiken. Maar 1 kW minder energieverbruik bespaart 135 liters koelwater bij een energiecentrale en grijswater gebruiken kan ook.” Wilt u nu meer informatie betreffende dit onderwerp? Download dan de whitepaper via de website van STULZ.

bert leffers (hein van den heuvel fotografie)


KOOPWONING GEMIDDELD BOVEN DE DRIE TON De gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning in Nederland is in 2019 toegenomen tot 308.000 euro. In Bloemendaal werd met 832.000 euro gemiddeld het meeste betaald voor een bestaande koopwoning, aldus het CBS en het Kadaster. Het is de eerste keer sinds het begin van de meting in 1995 dat de gemiddelde verkoopprijs van bestaande woningen ­boven de drie ton uitkomt. De gemiddelde ­verkooprijs was in de provincie Noord-­ Holland het hoogst. Hieronder valt Amsterdam met een gemiddelde verkoopprijs van bijna 485.000 euro.

Acht van de tien gemeenten met de hoogste gemiddelde verkoopprijs liggen in de provincie Noord-Holland. Amsterdam valt net buiten de top tien van gemeenten met de hoogste huizenprijzen. Zes van de tien gemeenten met de laagste gemiddelde verkoopprijs liggen in de provincie Groningen. De gemeente Bloemendaal kent met 832.000 euro de hoogste gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning. Dit is tevens de enige gemeente met een gemiddelde verkoopprijs van boven de 800.000 euro. Het minst werd er betaald in Delfzijl, 155 duizend euro. Delfzijl is daarmee

een van de veertien gemeenten waar minder dan tweehonderdduizend euro werd ­b etaald voor een bestaande koopwoning. De gemiddelde verkoopprijs van een ­woning in Bloemendaal was 5,4 keer zo hoog als in Delfzijl.


50 B+U 4 2020

CSLASTECH De specialist in lastechnieken

CSlastechniek levert zowel in aanneming als in onderaanneming gecertificeerde lassers die voor u het totaalplaatje kunnen verzorgen.

De Regt Grond Infra Groen B.V. is gevestigd in de Hoeksche Waard en is vooral werkzaam in Zuid-West Nederland. Onze werkzaamheden bestaan o.a. uit bouw- en woonrijp maken van projecten, Riool aanleg en vervanging, bestrating, landschapsinrichting, grondverzet, groenaanleg en onderhoud enz.

CSINFRA De specialist in leidingsystemen CSinfra is voor u de specialist in het (doen) ontwerpen, aannemen, aanleggen, monteren, fabriceren en onderhouden van ondergrondse en bovengrondse leidingsystemen.

CSTRANSPORT

De specialist in transport en logistieke oplossingen CStransport is op het gebied van transport over de weg een ervaren partner. Door onze jarenlange ervaring en oplossingsgerichte denkwijze zijn wij een uitstekende partner.

CSBV De Regt Grond Infra Groen B.V. Langeweg 3 3267 LN Goudswaard

Tel: 0186 692504 E-mail: info@jderegt.nl www.jderegt.nl

T 015 - 310 93 16 T 06 - 106 782 55 info@csbv.nl www.csbv.nl 14036

13972

FORTA-FERRO 54 MACRO SYNTHETISCHE VEZELS ALS CONSTRUCTIEVE BETONWAPENING

Pascalstraat 4 • 3771 RT Barneveld • Tel. 0342 72 92 39 info@schimmel-tdi.nl • schimmel-tdi.nl

P.O.BOX 356 - 1620 AJ HOORN • +31 229 211 011 info@dftrading.eu • www.dftrading.eu 14099

14069a


BRS BEDRIJVEN GROEP B+U 4 2020 51

Ontstoppen, opknappen en wegvegen Zowel boven als onder de grond zorgt de BRS Bedrijven Groep ervoor dat alles er snel weer netjes bij ligt. Met haar afdeling parkonderhoud en veegservice zijn uw terreinen in korte tijd opgeruimd en netjes. Met de uitgebreide expertise op het gebied van rioolontstopping, het schoonmaken en aanleggen van pompputten en een 24 uurs calamiteitenservice zijn al uw problemen snel opgelost.

D

e Blokland Riool Ontstopping Service, de BRS Bedrijven Groep, heeft naast het expertise voor het reinigen van uw riool ook een afdeling BRS Parkonderhoud die alles doet om de uitstraling van uw bedrijf of gemeente zo optimaal mogelijk te maken. Onderdeel van deze tak van het bedrijf is de Veegservice voor het vegen van de buitenruimte als bedrijfsterreinen, parken, voor gemeenten en bij evenementen. BRS Riool Ontstopping Service is echter de grootste tak van de groep. Het betreft werkzaamheden van en naar het hoofdriool. Met drie ontstoppingsbussen kunnen de ploegen ook ingezet worden voor het repareren of aanleggen van pompputten met alle bijbehorende activiteiten. Daarnaast verzorgt het bedrijf de reiniging van septic tanks, vetafscheiders in de horeca en straatkolken. Voor een aantal grote installatiebedrijven verrichten de experts van BRS Bedrijven Groep daarnaast ook de camera-inspecties van de nieuwe riolering. BRS is actief in zowel de nieuwbouw als de renovatiemarkt.

OVER ONS

BRS is in 1984 opgericht door de vader van de huidige directeur H. Blokland, die als bouwkundig aannemer/klussenbedrijf vanuit de vraag in de markt naar rioleringswerkzaamheden rond 2004 besloot zich meer op die markt gaan richten. Toen zoon CornĂŠ Blokland ook in de zaak kwam, hebben ze het aannemingsbedrijf afgestoten en hun activiteiten verbreed met terreinonderhoud. Op dit moment werkt BRS Bedrijven Groep met zes vaste medewerkers en een losse schil van drie tot vier man. In totaal zijn er vanuit de vestiging in Klundert tien man actief onder de naam van BRS.

ONZE PROJECTEN: Aanleg nieuwe riolering migrantenhuisvesting in Waalwijk in opdracht van Jan Snel 2018; Diverse locaties van het COA in samenwerking met Jan Snel; Oplossen van verstoppingen en reparaties voor diverse woningbouwverenigingen.

BRS BEDRIJVEN GROEP

Buitendijk West 12 4791 SC Klundert

T. 0168 - 40 24 33

E. info@brs-riool.nl I. www.brs-riool.nl


52 B+U 4 2020 BUNNIK VERHUUR

Bunnik verhuur zorgt ervoor: uw werk gaat door! Korte communicatielijnen en een uitgebreide service zorgen ervoor dat Bunnik Verhuur u helpt uw opdracht met het juiste materiaal en materieel uit te voeren. Betrouwbaar en afgestemd op uw behoefte. Van alle producten heeft Bunnik de belangrijkste onderdelen direct beschikbaar.

J

ohn bunnik begon in 1981 met loonwerk in de buurt en kreeg daarna al snel meer aanvragen en sprong daar op in met onder andere mobiele kranen en grondwerkers. Inmiddels is john bunnik grondverzet werkzaam met 12 werknemers en een aantal vaste onderaannemers materiaal verschilt van kranen van 2 tot 30 ton, en shovels van 2 tot 15 ton met alle nieuwe uitrustingstukken zoals een grond-zuig unit en big bag vuller die recent aangeschaft. in 1995 was er een project waar grote vraag was naar bronneringspompen en zo begon Bunnik verhuur. In 2010 zijn zoons Perry Bunnik (bedrijfsleider Bunnik verhuur) en Michel Bunnik (machinist John Bunnik Grondverzet) in het bedrijf gekomen. en Ineke (moeder) Bunnik is verantwoordelijk voor de administratie. Van bronneringspompen tot vuilwaterpompen (inmiddels totaal 80 stuks), het verhuren van pompen is onze specialiteit. Wij zeggen ook wel: “al staat het water nog zo hoog, Bunnik pompt alles weer droog�. Bunnik verhuur is inmiddels uitgegroeid tot een service gericht ver-

BUNNIK VERHUUR

Rondweg 20a 3474 KE Zegveld

huur bedrijf en beschikt over een groot netwerk zelfstandige monteurs in elke regio van het land. Onderhoud en goede, snelle service staan bij ons hoog in het vaandel. Onze vestiging in Zegveld is centraal gelegen, tevens hebben we een depot in Heenvliet voor de snelle service in de regio Rotterdam. Bunnik verhuurt (bijna) alles in de grond-weg en waterbouw. Ons assortiment gaat ver; van sleufbekisting tot trilwalsen en van lichtwagens tot (elektrische) bronneringspompen en (elektrische) vuilwaterpompen van 30 tot 280 m3 per uur.

JOHN BUNNIK GRONDVERZET WERKT MEE AAN O.A: Rijnlandroute van Gelder diversen Blankenburg verbinding Ballast Nedam Rijswijk Rotterdamsebaan Kws infra ter aar woonrijp maken amaliahof Kws infra bunnik verhuur zet ook veel materiaal uit voor kleinere en lokale opdrachtgevers

T. 0348 - 691 480

E. Info@bunnikverhuur.nl I. www.bunnikverhuur.nl


B+U 4 2020 53

Beverwijk - Telefoon (0251) 275 060 info@ks-steiger.nl

Beverwijk - Telefoon (0251) 275 060 info@ksvoegwerk.nl 14107

Buitendijk West 12 4791 SC Klundert tel.: 0168-402433 e-mail: info@brs-riool.nl www.brs-riool.nl

* Riool ontstoppen

* Vetafscheiders legen

* Riool reparaties

* Septic tanks legen

* Riool inspecties

* Onkruidbestrijding

* Riool aanleg

* Machinaal vegen

* Straatkolken reinigen

* Terrein onderhoud 14151

voor al uw ondergrondse electra werkzaamheden BOB INFRATECHNIEK Nieuw zeelandweg 6L 1045AL Amsterdam Tel: 0650460590 info@bobinfratechniek.com

14138

Injectie-technieken

www.VDBvochtwering.nl info@VDBvochtwering.nl

14091

voor het dichten van lekkages in kelders, parkeergarages, betonconstructies, muren, rioolstelsels en zandbodems.


54 B+U 4 2020 BRUGMAN BETONSPECIALISTEN BV

Specialisten voor het boren, zagen en hakken van beton Twee foto’s op facebook vertellen het verhaal van Brugman Betonspecialisten: op de ene zie je een gewapende betonnen fundering bij de Campina melkfabriek, op de volgende foto is die verdwenen. Voor grote aannemers, tot de particulier; de betonspecialist Brugman bewerkt veilig en professioneel al uw asfalt, steen en beton.

B

rugman Betonspecialisten kan elke klus aan. Van droog tot nat boren, van 8 mm tot 250 mm, het zagen van trapgaten bij renovatieklussen tot zeer specialistisch werk. Door haar gereedschap constant uit te breiden, onlangs nog met zagen en dieselzagen voor asfaltwerk, is altijd het juiste gereedschap voorhanden. Brugman Betonspecialisten is in 1960 gestart door de heer Brugman, als een eenmanszaak op het gebied van timmerwerken. Vanuit de Bosstraat 10 in Winkel, groeide het bedrijf gestaag en ontwikkelde het bedrijf zich vanaf de jaren 80 tot een echte betonspecialist.

OOG VOOR DETAIL

In 2007 nam Tinja Brugman de leiding over, nadat ze al vanaf 1993 actief was binnen het bedrijf. En nog steeds is ze een van de weinige vrouwelijke directeuren in de bouw. “Maar uiteindelijk moet je je werk gewoon goed doen”, relativeert ze. “Wel let ik wat meer op de details in het bedrijf, vooral wat betreft de veiligheid van onze medewerkers”, zegt Tinja. “Afvangen van fijnstof is een belangrijke voorwaarde voor gezond werken in deze branche en naast de juiste

BRUGMAN BETONSPECIALISTEN BV

Zandwilg 14a 1731 LS Winkel

­ ersoonlijke beschermingsmiddelen zorgt het bedrijf ook voor stofp afvoer bij de bron.” Op dit moment werken ze met tien fulltime medewerkers en de nodige inhuur. Het VCA* gecertificeerde bedrijf doet steeds meer werk voor sloopaannemers en collega boorbedrijven. “Omdat we graag werken in teamverband, besteed ik ook veel aandacht aan de teams waarmee we de klus klaren.” En dat blijkt nu al vele jaren succesvol.

ONZE PROJECTEN: Diverse asfalt - en betonzaagklussen en ook het nodige boorwerk voor de renovatie van de Afsluitdijk, voor BAM LEVVEL; Voor Dura Vermeer: Schiphol en Tudorpark - Hoofddorp; Veel werkzaamheden in de Amsterdam Arena; ECN - Kerncentrale Petten - verbouwing - met strenge eisen in verband met straling.

T. 0224 - 541 262

E. info@brugmanwinkel.nl I. www.brugmanwinkel.nl


B+U 4 2020 55

Gevel- en Damwandreiniging

Wagenpark Asbestpartners

Verwijderen leidingisolatie in een containment

Verwijderen dakbeschot van een woning

Verwijderen van golfplaten op bergingen

uw partners in asbestverwijdering

APB

asbest partners brabant

T&T Wandenwassers 06-51159878 / 06-53781310 Info@wandenwassers.nl, Schansweg 3, 5374 NR, Schaijk

De Amert 100A 5462 GH Veghel Nederland Tel. +31 (0)413 35 34 02 Fax +31 (0)413 35 34 01 info@asbestpartners.nl

14140

Verkoop en verhuur SafetyBlocks™: info@zbitrading.com www.safetyblocks.com

Zone Reme 5 B-2260 Westerlo België Tel. +32 (0)14 26 78 03 Fax +32 (0)14 26 26 03 info@asbestpartners.be

www.asbestpartners.eu

14129

Sprangers W A T E R B O U W

• Onderaanneming • Gerecycled hardhout • Buispaalcover • Damwanden • Remmingwerken • Sluisdeuren

SafetyBlocks

TM

Gebruikt cementvrije AACM/ Geo Polymeer bindmiddel technologie waardoor een circa 85% lagere CO 2 Footprint wordt bereikt in vergelijking tot traditioneel beton. Verkrijgbaar in alle RAL kleuren. Beplanting mogelijk, SafetyBlocks hebben standaard een waterregulatiesysteem.

info@sprangerswaterbouw.nl 06 23 31 17 45

Plantenbak voorzien van gewapend beton en met speciale vezelversterking. 14111

14143

www.wandenwassers.nl

APB

asbest partners belgië

www.sprangerswaterbouw.nl


56 B+U 4 2020

meer dan 60 jaar ervaring in grondverzet, transport, spoormaterieel en bouwactiviteiten. Lindeweg 104, 3334 LA Zwijndrecht T: 078 - 677 14 02 - www.biemondenzonen.nl 13991

Van robuust hakwerk tot zeer precies boorwerk, Brugman realiseert het veilig en verzorgd.

www.miu.nu

Zandwilg 14a 1731 LS Winkel 0224 - 54 12 62 info@brugmanwinkel.nl 14133

www.brugmanwinkel.nl

14132

020 - 496 59 58

Specialist in ecologische groen- en kunstwerken • Cultuurtechnische werkzaamheden • Beschoeiingen • Bruggen • Stuwen • Keringen • Boomverzorging Binnenweg 14 | 1191 AA Ouderkerk aan de Amstel info@nicozeldenrijk.nl | www.nicozeldenrijk.nl 14095

20191003 Adv_BouwenUitvoering_185x65.indd 1

bedrijf

07-10-19 14:33


STRAPITEC B+U 4 2020 57

Strapitec brengt de energietransitie in de praktijk De energietransitie brengt veel veranderingen met zich mee. De verlichting in de openbare ruimte ombouwen naar een energiezuinig lichtnetwerk is een van die veranderingen en een operatie van grote omvang. Strapitec richt zich onder andere op het produceren en monteren van led buitenverlichting ten behoeve van de ombouw van de verlichting in de openbare ruimte. geplaatst. Het is daarnaast mogelijk om de verlichtingsarmaturen te plaatsen in binnenstedelijk gebied. Dankzij een breed assortiment leverbare armaturen is er altijd wel een passende oplossing te vinden. “Een van de toparmaturen is de Diamond collectie. Deze armatuur is ontwikkeld op verzoek van een van onze opdrachtgevers. Het is een tijdloos en energiezuinige kegelarmatuur in de vorm van een diamant. De verlichting geeft een vriendelijk lichtbeeld en zorgt voor een aangename gezichtsherkenning. Wij zijn er trots op dat al onze producten van Nederlands fabricaat zijn. Als Strapitec hebben we een eigen productlijn en daarnaast zijn we vertegenwoordiger van Heper en Alcopole”, vertelt Marc van Straaten.

INNOVATIEF

S

traatverlichting gaat verder dan de bekende lantaarnpaal die ons wegdek verlicht. Voor effectieve toepassing van buitenverlichting is namelijk een uitgekiend lichtplan nodig. Daarnaast zijn, door de komst van ledverlichting, de verlichtingsmogelijkheden aanzienlijk verbeterd. Voor beheerders van straatverlichting is het mogelijk geworden om een indicatie te geven aan welke eisen de verlichting moet voldoen, waarna Strapitec e.e.a. verder doorrekent en uitwerkt in een lichtplan op maat. Vragen die daarbij aan de orde komen zijn onder meer: “Moet de verlichting in de avonduren op volle sterkte branden of is een lager lichtpercentage ook voldoende? Kan de verlichting na middernacht worden gedimd of zelfs helemaal worden uitgezet? Is het mogelijk in sommige risicogebieden verlichting te plaatsen met een bewegingsmelder?” Strapitec zal u graag adviseren bij het maken van uw keuze.

TOEPASSINGEN

Ledverlichting kan door Strapitec op vrijwel elke locatie worden

STRAPITEC

Kazemat 7 3905 NR Veenendaal

RECENTE ONTWIKKELINGEN

De Lamboe is een armatuur gemaakt van bamboevezels. De Lamboe is een CO2-neutrale en energiezuinige kofferarmatuur met een hoge lichtcapaciteit. Omdat de armatuur is vervaardigd van bamboevezels is deze uitermate geschikt voor de verlichting van buitengebieden of een parkachtige omgeving. Na vele jaren ervaring te hebben opgedaan in de lichtbranche is Marc van Straaten in 2018 gestart met Strapitec. Met het eigentijdse assortiment wil hij zich onderscheiden in de markt. De levertijd van de producten is twee tot drie weken.

ONZE PROJECTEN: In de gemeente Barneveld zijn 380 Diamond verlichtingsarmaturen op verschillende plekken in de gemeente geplaats zoals in recreatieparken, bij fietspaden en parkeerplaatsen. In de gemeente Huizen zijn recentelijk 500 armaturen geplaatst.

T. 0318 - 55 55 25

E. info@strapitec.com I. www.strapitec.com


58 B+U 4 2020

14137

Exportweg 49 A 2742 RC Waddinxveen

T +31(0)180 - 63 41 65 E service@hoogwerkers.net

www.hoogwerkers.net

14124

0 8 5 0 7 1 6 8 8 8 | i n fo 0 8 5 0 7 1 6 8 8 8 | i n fo @ v i s s c h e r b v. c o m | w w w.v i

0 8 5 0 7 1 6 8 8 8 | i n fo @ v i s s c h e r b v. c o m | w w w.v i s s c h e r b v. c o m 0 8 5 0 7 1 6 8 8 8 | i n fo @ v i s s c h e r b v. c o m | w w w.v i s s c h e r b v. c o m 14053

Wij hebben wat u zoekt! Wij verhuren echt bijna alles. Van verdichtingsmachines en grondverzetmachines tot sleufbekisting en vuilwaterpompen. Bel voor uw vraag of vrijblijvende offerte: 0348 691480 of kijk op onze website!

bunnikverhuur.nl 14147


DE BOLDERIK WILDE BLOEMENZADEN B+U 4 2020 59

Inheemse bloemen voor rijke biodiversiteit De Bolderik Wilde Bloemenzaden kweekt op eigen terreinen ongeveer 200 tot 300 soorten inheemse wilde bloemenzaden. Met haar kennis en ervaring kan het ecologische bedrijf voor elke locatie een zadenmengsel maken dat de natuur helpt versterken en de uitstraling verbetert.

FUNCTIONEEL GROEN

De Bolderik is het initiatief van de heer Groen en mevrouw ­Hageman, zij zijn de kracht achter dit bedrijf. De Bolderik beschikt over een ­hectare kweekgrond in Wervershoof. In de omgeving en langs het IJsselmeer oogsten ze moerasplanten en daarnaast zijn er diverse particulieren die specifiek kweken voor De Bolderik. Met de zadenmengsels is meer te doen dan alleen de biodiversiteit vergroten. Om de leefomgeving voor honing- en de wilde bij, die het erg moeilijk hebben de laatste jaren, te verbeteren, ontwikkelde de Bolderik in het voorjaar van 2018 twee nieuwe mengsels. Ook bedachten ze een speciaal mengsel tegen de eikenprocessierups. De bloemen uit dit mengsel zorgen er mede voor dat de omgeving

M

et dertig verschillende soorten mengsels, samengesteld uit honderden soorten inheemse bloemenzaden maken de experts van De Bolderik voor diverse toepassingen bijzondere bloemenmengsels. Voor zowel grote als kleine projecten kunnen ook custom-made mengsels gemaakt worden. Er wordt dan op de locatie gekeken en om een goed en deugdelijk advies te geven, putten ze uit diverse atlassen en jarenlange ervaring. De samenstelling van de mengsels gebeurt zoveel mogelijk op basis van natuurlijke combinaties. De kern van de zaden wordt gevormd door goed te telen inheemse gewassen en de algemeen voorkomende bloemsoorten. Afhankelijk van het seizoen is de capaciteit nagenoeg onbeperkt. Voor het zaaien worden ‘handjes’ ingehuurd of samengewerkt met een lokale groenaannemer. geschikt wordt gemaakt voor natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Als er voldoende vijanden zijn, veroorzaken de rupsen geen overlast meer en wordt het natuurlijk evenwicht hersteld. De zadenspecialist levert aan de zakelijke markt in Nederland, Duitsland en België, maar ook de particulier kan bij De Bolderik terecht.

ONZE PROJECTEN: Gemeente Purmerend - diverse locaties; Gemeente Papendrecht - diverse locaties aan de rand van het bedrijven­ terrein; Vlinderstichting Haarzuilens - Bezoekerscentrum Natuurmonumenten; Waterschap De Dommel - diverse grote projecten; Provincie Utrecht en Flevoland - div locaties in samenwerking met scholen.

DE BOLDERIK WILDE BLOEMENZADEN

Grutteweide 9 1693 HR Wervershoof

T. 0228 - 583 465

E. wildebloemen@debolderik.net I. www.debolderik.net



TENMINSTE 5.000 NIEUWBOUWWONINGEN WASSENAAR-KATWIJK De provincie Zuid-Holland, de gemeente Katwijk, de gemeente Wassenaar en het rijk hebben overeenstemming bereikt over de bouw van minstens vijfduizend woningen op Valkenburg in Katwijk. Minister Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: “Dit is goed nieuws. Na jarenlange gesprekken is er nu bestuurlijke overeenstemming voor de bouw van huizen op voormalig vliegkamp Valkenburg bij Katwijk. We zetten daarmee rijksgronden in voor de realisatie van woningen waar zoveel behoefte aan is. Daarmee krijgt deze bijzondere locatie een belangrijke nieuwe bestemming en draagt zo bij aan het verlichten van de woningkrapte in deze regio.”

Woningtekort

Alle partijen voelen de urgentie om te starten met het bouwen van huizen. Afgelopen weken werd daarom intensief met elkaar gesproken. Gedeputeerde van Zuid-Holland Anne Koning: “Heel fijn dat er nu een akkoord is over woningbouw op voormalig vliegveld Valkenburg. Deze locatie levert

met minimaal vijfduizend geplande woningen een belangrijke bijdrage in deze regio als het gaat om het woningtekort.”

Zeshonderd extra woningen

De komende tijd wordt onder leiding van Katwijk de mogelijkheid uitgewerkt om zeshonderd woningen voor huishoudens met een middeninkomen toe te voegen aan de geplande vijfduizend woningen. Wethouder Gerard Mostert, gemeente Katwijk: “We hebben woningnood in Nederland. De te bouwen woningen moeten de grote druk op de woningmarkt verlichten. Wij hebben ons sterk gemaakt voor extra woningen voor de middeninkomens in het plan door met het voorstel te komen om voor deze groep zeshonderd extra woningen te bouwen.”

Landschap en natuur

Ook wordt er rekening gehouden met de wensen van gemeente Wassenaar voor behoud van de kwaliteit van het landschap en de natuur. “Voor Wassenaar is het van wezenlijk belang dat in het onderzoek tegemoet wordt gekomen aan onze zorgen voor

de gevolgen van 600 extra woningen voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de verkeersafwikkeling en het sluipverkeer, voor milieu en natuur, inclusief de stikstofdepositie in het toch al kwetsbare groene gebied”, vertelt wethouder Kees Wassenaar van de gemeente Wassenaar. “Ook wij willen graag dat er tempo gemaakt wordt met de woningbouw. Zelf zetten wij de plannen voor de ontwikkeling van de Groene Zone tussen Wassenaar en Katwijk onverkort door. Wat ons betreft gaan we dan ook zo snel mogelijk met zijn allen aan de slag om een plek te creëren waar wonen, werken, natuur en recreatie op een evenwichtige manier ­samenkomen.”


BIM Ontwikkelingen met betrekking tot BIM gaan zeer snel. Een goede reden om de ­I SSO-publicatie 109 ‘Starten met een BIM’ te herzien. De publicatie 109, Starten met BIM is een richtlijn waarin mogelijke ­samenwerkingsvormen, rollen en taken in projecten met een BIM worden beschreven voor de bouw- en installatiesector. De bouwbranche zoekt naar mogelijkheden om effectiever en efficiënter te werken om faalkosten te voorkomen, zoals gebrekkige gegevensuitwisseling tussen bouwpartners en onvoldoende aandacht voor de uitvoerbaarheid tijdens de ont-

werpfase. Faalkosten voorkomen kan door het toepassen van het Bouwwerk Informatie Model (BIM). De ISSO publicatie Starten met BIM geeft inzicht in het werken met een BIM en de randvoorwaarden aan voor gebruik en implementatie ervan. De nieuwe versie is gepubliceerd en beschikbaar in de KennisBank. In de nieuwe versie van deze publicatie is de Level of Detail/Development (LoD) verder toegelicht. Ook zijn de randvoorwaarden voor het starten met een BIM binnen een organisatie uitgebreid. En er is meer aandacht voor de BIM basis Informatieleveringsspecificatie (ILS) op ­basis

van informatie van het BIM Loket. Een BIM maakt gebruik van (centrale) databases in plaats van tekeningen. Het doel is om kennis te delen en de samenwerking tussen partijen in de bouwkolom te bevorderen. De publicatie is in de ISSO-KennisBank te vinden.


METING IN UITVOERING B+U 4 2020 63

De praktijksituatie nauwkeurig vastgelegd en deskundig advies Landmeetkundig bureau Meting In Uitvoering voert alle conventionele landmeetkundige werkzaamheden uit. En met meer dan dertig jaar ervaring zijn de experts ook graag betrokken bij projecten die net even afwijken of moeilijk zijn. Probleemoplossend denken en werken is kenmerkend voor het laagdrempelige, flexibele bedrijf met korte communicatielijnen.

S

ommige klanten van Meting In Uitvoering vertrouwen al dertig jaar op de kwaliteiten van directeur Hans ten Brink en zijn team. Meting in Uitvoering is sterk in funderingsinspecties, het inzichtelijk maken en in kaart brengen van de heipalen. Veel van deze activiteiten vinden plaats in Amsterdam voor diverse ingenieursbureaus, maar ook funderingen in andere steden worden onderzocht. Ook wordt het bedrijf veel ingezet voor de kadastrale, ‘rijdende rechter’ metingen. Gebouwen monitoren op verzakking is tevens een van de veel voorkomende werkzaamheden die door heel Nederland worden uitgevoerd. Meting In Uitvoering helpt u op een professionele wijze bij het beantwoorden van uw vragen. De experts zijn uw betrokken partner die metingen nauwkeurig uitvoeren en u voorzien van deskundig advies.

DOORGAAN

Landmeetkundig bureau Meting In Uitvoering is opgericht in 2012 door Hans ten Brink en Roemer Schoenmaker. Roemer en Hans werkten meer dan twintig jaar samen als compagnons en maatjes. Het was dan ook een groot verlies toen Roemer eind 2017 na een kort ziekbed overleed. Hans zet het bedrijf voort met de gedachte ‘We zullen hem trots maken op het bedrijf.’ Nu zijn er vier fulltime mede-

METING IN UITVOERING

Wateringweg 109 2031 EG Haarlem

werkers en gemiddeld twee ZZP’ers die voldoen aan de hoge eisen die Meting In Uitvoering stelt aan de medewerkers. Het in NoordHolland gevestigde bedrijf werkt landelijk en veel in samenwerking met collega bedrijven.

ONZE PROJECTEN: Enkele projecten waarbij Meting In Uitvoering het afgelopen jaar betrokken was met landmeetkundige werkzaamheden: De Jisper Kerk te Jisp iov een stichting Oude-vrouwenhuis / Kloosterpoort te Hoorn iov een stichting Schaft- en badgebouw Nirwana te Amsterdam iov een ingenieursbureau Stadhuisplein 1 te Leiden iov een aannemer NS Station te Zaandam iov een technisch bureau Theater “De Krakeling” te Amsterdam iov een ontwikkelingsmaatschappij Voormalig Sterrencollege aan de Verspronckweg te Haarlem iov een ingenieursbureau Woningcomplex “Rosehaghe” te Haarlem iov een ingenieursbureau De Bakenesserker te Haarlem iov een monumentenbehoud maatschappij De Bavokerk te Haarlem iov een ecologisch adviesbureau Muziekcentrum “De Melkweg” te Amsterdam iov een ingenieursbureau Rijckelui’s Haringvliet te Rotterdam iov een geotechnisch adviesbureau

T. 023 - 727 12 51

E. info@miu.nu I. www.miu.nu


64 B+U 4 2020

COLOFON Bouw en Uitvoering (B+U) is informatiebron en vakblad, voor beslissers en toeleveranciers van en binnen de bouwsector en hoofden van dienst en medewerkers van rijk, provincie en gemeente, waterschappen, woningbouwverenigingen e.d., waarbij inbegrepen: directies publieke, openbare en gemeentewerken, openbare bedrijven, architectuur en stadsontwikkeling, bouw- en woningtoezicht, milieu, nuts­bedrijven, DVD, relevante publiek-private samenwerkingen, middel­baar en hoger technisch ­onderwijs, openbaar vervoers­bedrijven, aannemers utiliteit-, nieuwbouw, civiel, GWW en infra. AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:

WEG- EN WATERBOUWBEDRIJF

KRAGTBOUW

VACATURE

Ronald van Bochove, Hilbert Buhrs, Tilly van Dongen, Nadine Huiskes, Erik de Jong, Emile Koeman, Jolanda Linschoten, Daan Otto, Jørgen Postma, Betty Rombout, Erik Steegman, Carin Velt, Gerard Vos. HOOFDREDACTEUR

Gerard Vos, e-mail: g.vos@aprmediagroep.nl UITGEVER

itvoeder werkvoorbereider/u

Kragtbouw | Keizersveer 6, 4273 LD Hank, Mob: 06 - 535 156 56, E-mail: info@kragtbouw.nl www.kragtbouw.nl 14142

Jaco Otto, e-mail: j.otto@aprmediagroep.nl ABONNEMENTEN

Jaarabonnement* Buitenland Losse nummers** Abonnementen binnen de d ­ oelgroep*

€ 85,00 € 130,00 € 15,00 € 39,00

* Prijzen zijn exclusief BTW. ** Prijzen zijn exclusief BTW en verzendkosten. VORMGEVING

APR Media Groep BV, e-mail: studio@aprmediagroep.nl DRUK

Veldhuis Media BV, Raalte UITGAVE

APR Media Groep BV Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Telefoon: +31 (0)33 456 70 50 E-mail: info@aprmediagroep.nl Internet: www.aprmediagroep.nl ADVERTENTIE- EN ORDERADMINISTRATIE

E-mail: orders@aprmediagroep.nl ABONNEMENTENADMINISTRATIE

onbeperkt warm tapwater (6,5 liter/min van 40°C)

Compacte installatie

APR Media Abonneeservice Daalakkersweg 2 - 72 5641 JA Eindhoven Telefoon: +31 (0)88 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl AANSPRAKELIJKHEID VAKTIJDSCHRIFT

(29,4 × 17,7 × 10,8cm)

Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel zorg en aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave omissies bevat. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. APR Media Groep BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe of indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de in deze uitgave aangeboden informatie. APR Media Groep BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in deze uitgave. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellec­tuele eigendomsrechten zijn van toepassing. ©2018 APR Media Groep BV.

Geen energieverlies (13,5kW – 3x 20A)

www.absalestrade.nl www.clage.nl

Economische / duurzame warmwatervoorzieningen 14145

ISSN - 0921 - 1667


Grip Gripop opuw uwdaken daken Dakbehoud Nederland is een isorganisatie met landelijke dekking voor voor Dakbehoud Nederland een organisatie met landelijke dekking dakonderhoud en dakmanagement. Onze Onze klanten zijn overheid, dakonderhoud en dakmanagement. klanten zijn overheid, woningcorporaties, vastgoedbeheerders en VvE’s. U hebtU één woningcorporaties, vastgoedbeheerders en VvE’s. hebtoverzichtelijk één overzichtelijk contract en continu inzichtinzicht in de conditie van uw vastgoed. contract en continu in de conditie van uw vastgoed.

VOORDELEN DAKBEHOUD VOORDELEN DAKBEHOUD •

Gecertificeerde dakdekkersbedrijven • Gecertificeerde dakdekkersbedrijven

Landelijke dekking / Calamiteitenservice • Landelijke dekking / Calamiteitenservice

Inzicht in eningrip op de van uw • Inzicht en grip opconditie de conditie vandaken uw daken

Langere levensduur daken • Langere levensduur daken

Kostenbesparing doordoor dakonderhoud • Kostenbesparing dakonderhoud

Dakbehoud Nederland Dakbehoud Nederland Databankweg 26 26 Databankweg 3821 3821 AL Amersfoort AL Amersfoort 036 530 9044 90 03644 530 info@dakbehoud.nl info@dakbehoud.nl WWW.DAKBEHOUD.NL WWW.DAKBEHOUD.NL

13824b

1


WAAROM MOEILIJK DOEN ALS HET SLEUFLOOS KAN?

STERK IN LEIDINGRENOVATIE Aarsleff Leidingrenovatie bv Molenwerf 40 1911 DB Uitgeest +31 (0)251 743 200 info@aarsleff-bv.nl Leidingrenovatie bv

www.aarsleff-bv.nl

14150


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.