NVB: ‘ROOD EN GROEN KUNNEN HET PRIMA SAMEN DOEN’
SMART BUILDING S U M M I T 2 018
SLEUTEL TOT
CIRCULARITEIT UNETO-VNI: ‘TECHNIEKCOMPONENT
IN BOUW VERSNELT SNEL’
INTEROPERABILITEIT
IS DE SLEUTEL INFRA: RODE LOPER
VOOR DE FIETSER HERGEBRUIK WARMTE
VAN DATACENTERS FHI: ‘PROJECTAANDEEL
GEBOUWAUTOMATISERING GROEIT’
BOUW EN UITVOERING
BEREIKT RUIM 73.100 LEZERS
JAARGANG 50 - 6 2018 HET VAKBLAD VOOR RIJK, PROVINCIE EN GEMEENTE
IN NEDERLAND EN BELGIE
Grip op uw daken Dakbehoud Nederland is een organisatie met landelijke dekking voor dakonderhoud en dakmanagement. Onze klanten zijn overheid, woningcorporaties, vastgoedbeheerders en VvE’s. U hebt één overzichtelijk contract en continu inzicht in de conditie van uw vastgoed.
VOORDELEN DAKBEHOUD •
Gecertificeerde dakdekkersbedrijven
•
Landelijke dekking / Calamiteitenservice
•
Inzicht in en grip op de conditie van uw daken
•
Langere levensduur daken
•
Kostenbesparing door dakonderhoud
Dakbehoud Nederland Nevelgaarde 40 3436 ZZ Nieuwegein 036 530 44 90 info@dakbehoud.nl WWW.DAKBEHOUD.NL
13824b
JE GAAT HET MAKEN IN DE BOUW EN INFRA! De campagne ‘Je gaat het maken in de Bouw’ richt zich ook op zij-instromers die willen kiezen voor een uitdagende baan in de bouw& infrasector. Ervaring en vaardigheden die
zijn opgedaan in een andere baan of beroep kunnen ook in deze sectoren goed van pas komen. Nadere info op de site van Bouwend Nederland of www.jegaathetmaken.nl
‘ROOD EN GROEN KUNNEN HET PRIMA SAMEN DOEN’ Er staat een flink druk op de bouwsector. Niet alleen moet het tempo nieuwbouwwoningen worden opgeschroefd. Het moet ook nog eens circulair, gasloos en als het even kan voor dezelfde prijs als voorheen. NVB-directeur Nico Rietdijk over het versnellen van de productie, ‘design for all’ en bouwen in het groen.
4
DE SLEUTEL TOT CIRCULARITEIT Insiders uit de bouw weten het al lang. Stefan van Uffelen is bij Madaster de perfecte man op de perfecte plaats. Deze materialenbibliotheek voor vastgoed zet de circulaire economie in een hogere versnelling.
12
EEN RODE LOPER VOOR DE (SNEL)FIETSER De noeste trapper van weleer beschikt tegenwoordig over een e-bike of een speed-pedelec en kan zich zonder grote krachtsinspanning met hoge snelheid verplaatsen. Onderweg moet hij zich zien te voegen in een groeiende stroom van andere tweewielers en wat het kabinet betreft wordt die stroom fietsgebruikers alleen maar groter. En daarmee ook het aantal kilometers aan fietsasfalt.
18
DAKBEDEKKING DAK V EILIGHEID DAKDUURZ A AMHEID info@elroduurzamedaken.nl
www.elroduurzamedaken.nl
Uw groen is onze zorg www.heijmanssportengroen.nl
www.duravermeer.nl
B+U 6 2018 3
WARMTE UIT DATACENTERS Amsterdam is het belangrijkste knooppunt voor datacenters in Nederland en speelt ook op Europees niveau een grote rol. Datacenters produceren veel restwarmte, die mogelijk kan worden gebruikt om woningen en bedrijven te verwarmen. In Amsterdam Zuidoost zien Nuon, Engie en datacenterbedrijf Equinix kansen om een nieuw te ontwikkelen woonwijk aan te sluiten op de restwarmte die een aantal naastgelegen datacenters produceert.
32
TECHNIEKCOMPONENT IN DE BOUW GROEIT SNEL In vele sectoren, waaronder de gebouwde omgeving, groeit het belang van de techniekcomponent razendsnel. UNETOVNI, de ondernemersvereniging voor de installatiebranche en de technische detailhandel, heeft - samen met zes andere organisaties in de installatiebranche - TNO en Panteia gevraagd de impact daarvan voor de diverse marktsegmenten in kaart te brengen. Conclusies van de toekomstverkenning Connect2025 zijn onder meer dat grenzen tussen technische branches vervagen en het steeds moeilijker is gekwalificeerd personeel te vinden.
44
INTEROPERABILITEIT WORDT SLEUTEL IN GEBOUWTECHNIEK Interoperabiliteit heeft niets met opera of operette te maken. Het is ook niet de naam van een nieuw ontdekte aandoening. In de kern betekent dit woord de mate waarmee producten via software met elkaar kunnen communiceren. Het begrip en haar uitwerking is goed te vergelijken met de euro. Interoperabiliteit is een belangrijk begrip én onderwerp wanneer er gesproken wordt over het internet der dingen, oftewel: ‘the internet of things’.
52
EN VERDER SMART BUILDING SUMMIT 2018 FOTOPAGINA........................ 1-50
Tijdens de Smart Building Summit 2018 in Den Haag werd het slim verduurzamen van vastgoed onder de loep genomen. Een brede range aan gasten gaven een mooi inzicht in de huidige bouwbranche.
INTERVIEW PAUL PETERSEN... 26 NDA DAKENPRAAT.................. 42 BEDRIJFSINFO........................ 58 COLOFON............................... 72
38
Uw logo ook op deze positie?
RUIMTE VOOR UW BEDRIJF Uniek in gevelisolatie www.caparol.nl
Less energy, more comfort www.ubiflex.nl
info@aprmediagroep.nl
4 B+U 6 2018
Versnelling productie nieuwbouwwoningen moet hoger
‘ ROOD EN GROEN KUNNEN HET PRIMA SAMEN DOEN’
B+U 6 2018 5
6 B+U 6 2018
Er staat een flinke druk op de bouwsector. Niet alleen moet het tempo nieuwbouwwoningen worden opgeschroefd. Het moet ook nog eens circulair, gasloos en als het even kan voor dezelfde prijs als voorheen. NVB-directeur Nico Rietdijk over het versnellen van de productie, ‘design for all’ en bouwen in het groen. TEKST GERARD VOS
D
irecteur van brancheorganisatie NVB Nico Rietdijk staat de bouwcrisis nog helder voor de geest. In het voorjaar van 2013 gingen er dagelijks zeven bouwbedrijven, groot en klein, failliet. “Per dag vertrokken er 125 mensen uit de sector. Dat duurde maanden, zo niet jaren. Er heeft zo een enorme uittocht plaatsgevonden uit de sector, ook bij gemeenten.” Toen de economie weer aantrok zijn we in een totaal andere wereld terecht gekomen, schetst Rietdijk. “Een paar jaar geleden droomde iedereen van werk en hadden ze nachtmerries over hoe ze projecten konden binnenhalen. Nu hebben ze ook nachtmerries, maar gaan die over hoe ze al het werk gerealiseerd kunnen krijgen. De opgave is groot en een hele uitdaging.” Om een beeld te schetsen. Nederland komt momenteel een slordige tweehonderdduizend huur- en koopwoningen te kort. Om de komende jaren aan de vraag tegemoet te komen zijn er jaarlijks gemiddeld tachtigduizend nieuwe huur- en koopwoningen nodig. Vooral starters en ouderen raken in de knel, omdat er geen geschikte en betaalbare woningen meer voor hen zijn.
Rietdijk: “We willen partijen bewust maken hoe groot de uitdaging is die er ligt. We willen als NVB graag de versnelling maken maar ontwikkelaars en bouwbedrijven kunnen het niet alleen. We hebben partners als corporaties, gemeenten en provincies nodig.”
PANIEKVOETBAL
De afhankelijkheid van de overheid pakte in het verleden niet goed uit, weet Rietdijk. “We hebben destijds gepleit bij het vorige kabinet Rutte om de financieringskraan niet al te hard dicht te draaien. Maar daar is geen gehoor aan gegeven, met een enorme productieval tot gevolg. De woningbouw in Nederland is hierdoor veel harder geraakt dan in het omringende buitenland. We verloren daardoor zo’n tachtig procent van onze omzet. Het was pure paniekvoetval, ingegeven ook door korte-termijnbeleid. De verantwoordelijke bestuurders konden zich simpelweg niet voorstellen dat er weer andere tijden zouden aanbreken en dat zie je nu eigenlijk weer. Ik ben weleens bang dat we van de lessen uit het verleden niet genoeg geleerd hebben en dat het zich herhaalt.” Rietdijk denkt dat de paniekvoetbal van de overheid destijds de grootste schade heeft aangericht, waar we
B+U 6 2018 7
nu zelfs de andere kant van dezelfde medaille gepresenteerd krijgen. “Er is destijds door de overheid aan alle knoppen gedraaid om de woningfinanciering terug te schroeven. Stel je voor dat je op de snelweg 130 rijdt en je beseft opeens dat je niet harder dan negentig kilometer per uur mag. Je kunt dan het gas loslaten of bijremmen. Maar je kan hem ook in zijn achteruit gooien en dat is op het gebied van de woningfinanciering gebeurd. Mensen waren al beducht om een huis te kopen en toen werd de financieringskraan nog eens dichtgeknepen ook. De burger had de voet al op de rem en toen zette de overheid hem ook nog eens in zijn achteruit. Tsja dan krijg je ongelukken en precies zo is het gebeurd. En nu hebben we dus mensen en componenten tekort.
OVER NVB NVB is een branchevereniging voor middelgrote tot grote professionele projectontwikkelaars en ontwikkelende bouwondernemingen in Nederland. Kennisuitwisseling, belangenbehartiging en uiteraard de professionalisering van de bedrijfstak zijn onze voornaamste speerpunten.
HARDE, HAALBARE BOUWPLANNEN
Het zijn nu andere tijden. De NVB hanteert tegenwoordig de vier H’s. Dit staat voor het gebrek aan huizen, heipalen en handjes en de laatste H is weggelegd voor het grillige fenomeen van de hypotheekrente. De markt kan uitdagingen tackelen door innovaties in proces en product en door bureaucratische hobbels weg te nemen, denkt Rietdijk. Daar kun je de woningbouw mee gaan versnellen. Maar markt en overheid moeten elkaar wel vinden. “Gemeenten en provincies kijken vaak anders aan tegen harde, haalbare bouwplannen dan marktpartijen. Maar wil je verzekerd blijven van voldoende locaties op langere termijn dan is het echt geen gekke gedachte om een royale post onvoorzien op te nemen. Dat geldt zeker voor binnenstedelijke locaties. Binnenstedelijk bouwen is complex, kost jaren, zo niet decennia aan doorlooptijd en is mede daardoor duurder dan gepland. Niet ieder hard plan is bovendien direct haalbaar.”
‘NEDERLAND IS VOL’
Binnenstedelijk is en blijft er veel mogelijk, “maar besef wel: slechts een deel van de aanpak van het woning tekort is binnenstedelijk haalbaar. Vergeet in je focus
nico rietdijk
8 B+U 6 2018
B+U 6 2018 9
“Ook wij moeten er echt niet aan denken dat heel Nederland wordt volgebouwd.” dus alsjeblieft ook de mogelijkheden van het bouwen in het buitenstedelijk gebied niet, oftewel plan bewust ook woningen in het randland”, aldus Rietdijk. Maar met dat idee kreeg NVB niet direct de handen op elkaar en vond veel weerstand. Rietdijk “Dat begrijpen we ook wel, want feiten en indrukken zitten hier elkaar in de weg. Er wordt weleens gezegd: ‘Nederland is vol.’ Daar wordt dan een bepaald angstbeeld mee opgeroepen. Maar als je vervolgens gaat kijken naar de cijfers, dan krijg je echt een ander verhaal. 87 procent van Nederland is open ruimte, bestaande uit agrarisch gebied, natuur, recreatie en water. Die 87 procent is een gemiddelde. Er zijn provincies waar bijvoorbeeld nog 91 procent open ruimte is en zelfs de meest ‘volle’ provincie Zuid-Holland heeft nog altijd 77 procent open ruimte. Als je dan gaat kijken wat je de komende drie decennia nodig hebt om iedereen keurig te kunnen huisvesten dan kom je op minder dan 1 procent van die ruimte uit. Dan ga je dus van 87 open ruimte naar ruim 86 procent open ruimte over dertig jaar.” Ook al spreken de cijfers voor zich, de weerstand tegen de plannen blijft. “Het is deels een ideologische discussie over de rode en groene contouren. Onze slogan is: ‘Rood en groen kunnen het prima samen doen.’” Waarbij je niet de bebouwing moet begrenzen, maar de te beschermen natuur moet afbakenen. “Het draait om een goede kwaliteit van de leefomgeving. We moeten veel meer de integraliteit opzoeken van de leefomgeving en met dit als uitgangspunt kunnen we iedereen netjes huisvesten. Laat ik het anders zeggen: De aanpak van het woningtekort kán wel degelijk ook groen. Bouwen mét de natuur is zuurstof voor het wonen.” Onze rol hierin is om te faciliteren, benadrukt Rietdijk. “Wij zij hierin geen belanghebbende partij. We zijn vertegenwoordigers van de bouw- en ontwikkelbedrijven die als taak hebben om Nederland mooi en leefbaar te houden. Ook wij moeten er echt niet aan denken dat heel Nederland wordt volgebouwd. Daar is trouwens
10 B+U 6 2018
“Rood en groen kunnen het prima samen doen. Waarbij je niet de bebouwing moet begrenzen, maar de te beschermen natuur moet afbakenen.�
B+U 6 2018 11
RODE EN GROENE CONTOUREN Voorafgaande aan de Nota Ruimte heeft de (toenmalige) Minister van VROM, Jan Pronk, een Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening opgesteld. Die nota is nooit definitief geworden. In de ‘Vijno’, zoals die nota wel werd aangeduid, zijn rode en groene contouren vastgesteld. Bedoeling was om rond dorpen en steden rode contouren te trekken. Buiten de rode contouren mocht geen bebouwing plaatsvinden. En binnen de groene contouren werd dat al helemaal niet toegestaan. Provincies en gemeenten hebben die contouren opgenomen in hun streekplannen. De groene en rode contouren zijn in het beleid geïmplementeerd maar deze zijn niet gebaseerd op het rijksbeleid uit hoofde van de uiteindelijke Nota Ruimte. BRON: WIKIPEDIA
geen markt voor en van leegstand kunnen we echt niet eten.”
BINNENMILIEU VRAAGT OM GOEDE REGELGEVING
De NVB wil voor kwaliteit staan, een onderwerp als binnenmilieu staat dan ook niet voor niets op de agenda. “We hebben in onze gelederen een aantal bedrijven die een healthy home ontwikkelen. Daar staat het binnenmilieu hoog in het vaandel. Als je een pannenkoek bakt en de keukendeur is dicht en de afzuiging werkt niet zo lekker dan komt er een hoeveelheid fijnstof vrij die 67 keer de toegestane hoeveelheid bij een buitenweg is. Dat is wel iets om even bij stil te staan. Gelukkig zijn er genoeg oplossingen voorhanden. Je ziet dat steeds meer bouwbedrijven hiermee komen en hun nek uitsteken, maar zo’n concept is wel duurder dan een ‘normale’ woning. De bewustwording is er maar soms heb je een helpende hand nodig. Regelgeving op dit gebied is dringend gewenst.” Gasloos is een ander topic wat het NVB niet uit de weg gaat. Een aantal brancheorganisaties schoot wel in een kramp toen werd bepaald dat op 1 juli 2018 het verbod om nieuwbouwwoningen te bouwen met aardgasaansluiting al ingaat. Dit is anderhalf jaar eerder dan gedacht. Rietdijk: “We hebben het intern uitgebreid besproken en hebben toen besloten dat voor de NVBleden 1 januari 2019 haalbaar moest zijn. Dat het uiteindelijk 1 juli 2018 is geworden, dat is wel snel maar niet onoverkomelijk. Je moet wel aandacht besteden aan een goed overgangsproces en daar wordt gelukkig nu aan gewerkt. We hebben uitdrukkelijk niet de rol gekozen om de hakken in het zand te zetten.”
DESIGN FOR ALL
Met het oog op de toekomst kijkt het NVB ook naar doelgroepgerichte gebouwen. Nederland heeft meer alleenstaanden en Nederland vergrijst. De groei van die doelgroepen gaat sneller dan de groei van gezinnen. “Je moet goed kijken waar de behoefte ligt bij die doelgroepen. Het is niet vanzelfsprekend dat zestigplussers allemaal een appartement zoeken. Veel ouderen zoeken gelijkvloers, maar niet per se in een appartement. Ze zitten nu in een eengezinswoning en willen wel verhuizen, maar ze zijn kritisch. Veel kritischer dan jonge mensen.” Het gevolg is wel dat starters en gezinnen niet kunnen doorstromen. Wil je die ouderen verleiden dan moet je
ze patioachtige grondgebonden componenten aanbieden, denkt Rietdijk. “Je hebt hiervoor een andere grondcomponent nodig. De residuele grondwaarde voor zo’n type woning is anders. Dat maakt dat het in de praktijk nog niet veel wordt toegepast.” Om aan de toekomstige vraag te voldoen, kan het ook helpen om woningen anders te ontwerpen denkt Rietdijk. “Een mooi voorbeeld komt uit de auto-industrie. In de jaren tachtig zag Renault dat vergrijzing aanstaande was. Ze hebben toen de Clio speciaal auto ontworpen voor ouderen. Veel ruimte, sportief, niet al te groot. Precies wat alle ouderen zochten. Ze hebben het vervolgens als een kek autootje in de markt gezet. Niet alleen ouderen kochten de Clio. De auto had ook aantrekkingskracht op jongeren. Zoiets kan je met patioachtige grondgebonden woningen ook doen. Als je voor ouderen iets bouwt dan kunnen er per definitie ook jongeren in, andersom niet.”
PREFAB ALS REDDENDE ENGEL
Techniek kan de bouw zeker ook een handje verder helpen. “Innovatie komt eraan. Als ik het aan mijn achterban vraag dan geven ze aan dat over vijf tot tien jaar iedereen prefab bouwt. Als ik dan vraag: ‘passen jullie dat nu al toe?’ dan gebeurt dat mondjesmaat. Je ziet veel ketensamenwerking en alles moet dan ‘just in time’, maar als een van je partners niet op tijd levert, staat het hele proces stil. Dat maakt dat een aantal bouwbedrijven er nog een beetje beducht voor is en blijft hangen in de traditionele bouwsystemen. Het mag wat mij betreft best wat sneller gaan. Als de sector te lang blijft dralen, springen partijen uit een heel andere hoek zomaar in het gat dat wij nu laten liggen.”
12 B+U 6 2018
DE SLEUTEL TOT CIRCULARITEIT Kadaster voor materialen neemt een vlucht Insiders uit de bouw weten het al lang. Stefan van Uffelen is bij Madaster de perfecte man op de perfecte plaats. Deze materialenbibliotheek voor vastgoed zet de circulaire economie in een hogere versnelling. TEKST GERARD VOS BEELD MIRJAM VERSCHOOR
B+U 6 2018 13
14 B+U 6 2018
S
tefan van Uffelen is geen onbekende in de bouwbranche. Hij staat bekend als de man die de Dutch Green Building Council groot maakte. Van Uffelen is nu directeur van de Madaster Foundation, het ‘kadaster’ voor materialen. De wens is om straks voor ieder gebouw een digitaal materialenpaspoort te hebben. Zo kan feilloos in kaart worden gebracht wat voor materialen en producten in een gebouw zitten en wat ze waard zijn. Door de materialen- en grondstofschaarste is Van Uffelen ervan overtuigd dat circulariteit een vlucht gaat nemen, maar dan moet het wel goed worden vastgelegd. Vastleggen, vastleggen, vastleggen en vervolgens volume creëren is het motto. Van Uffelen: “Wie er aan materialen uit een gebouw verdient, is helder. Het feit dat er slopers in de Quote 500 staan, laat zien dat er al handel is in secundaire materialen. Met Madaster gaat die markt nog veel groter worden.”
KENNEDY’S
Meer transparantie in de markt is een must. Madaster kan daarin een leidende rol nemen, denkt Van Uffelen. Als directeur van de Madaster Foundation vormt hij het bestuur met Thomas Rau en Pablo van den Bosch. Madaster heeft als ruggengraat 33 organisaties - Kennedy’s genaamd. Zij hebben eenmalig een financiële bijdrage van €25.000,- gegeven om Madaster te kunnen lanceren. Van Uffelen: “Zij hebben het wiel in gang gezet. Een à twee keer per jaar komen we bij elkaar om feedback te krijgen over de stappen die we nemen.”
HOE HET WERKT
Doel van Madaster is om afval te elimineren door de materialen een identiteit te geven. En die materialen zijn geld waard. Ze kunnen later worden hergebruikt of verkocht. Van Uffelen: “We richten ons op vastgoedeigenaren in de brede zin van het woord. De urban mining strategie is voor ons leidend. Veel gemeenten willen vijftig procent circulair zijn in 2030, maar weten vaak niet hoe ze het moeten aanpakken. Als je als gemeente of provincie met data werkt dan kun je met metadata beleid gaan maken.” Madaster is daarin faciliterend en denkt met gemeenten mee. “We kijken wat het circulaire beleid is en hoe we het kunnen concretiseren. Dat begint vaak bij het helpen met gebiedsontwikkeling. Welke eisen moet je stellen aan alle eigenaren en ontwikkelaars? We helpen feitelijk het ecosysteem vorm te geven. Wij adviseren hierin en die adviezen creëren werk voor bijvoorbeeld adviesbureaus en IT-bedrijven. Gemeenten kunnen naar eigen inzicht die partijen erbij halen.” Een goede eerste stap voor een gemeente is om enkele gebouwen uit de vastgoedportefeuille 3D te modelleren, vertelt Van Uffelen. “Bijvoorbeeld gebouwen die gereno-
veerd gaan worden of een gebouw dat aan sloop toe is en waar nieuwbouw voor in de plaats komt. Vervolgens gaan we leren.” Heb je veel datagegevens uit veel gebouwen? Dan kun je een urban mining-strategie gaan maken. “Want als je een groot gedeelte van het vastgoed in een gemeente digitaal hebt vastgelegd, dan kun je zien welke grondstoffen de gemeente uit gaan en welke grondstoffen binnenkomen. Als blijkt dat je veel staal nodig hebt dan kun je er wellicht voor zorgen dat je het eigen staal niet meteen uit de gemeente laat verdwijnen.” Van Uffelen geeft direct toe dat urban mining voor veel partijen nog wel iets voor de lange termijn is. “Maar we kunnen het met ons platform nu al faciliteren. We denken als een soort voorhoede mee over de te volgen strategie en maken een roadmap. Vervolgens zorgen we
B+U 6 2018 15
ervoor dat alle data in een gemakkelijk toegankelijk en werkbaar platform zijn te vinden. Vanzelfsprekend betalen partijen voor het vastleggen van de gegevens, maar des te meer volume ze online zetten des te goedkoper het abonnement. Vanzelfsprekend blijft de eigenaar van het gebouw ook de eigenaar van de vastgelegde data.”
MERWEDEKANAALZONE
De eerste projecten lopen inmiddels, vertelt Van Uffelen. Madaster zit nu bij de vier grote steden aan tafel. Daarbij kijken ze verder dan een losstaand gebouw. Zo faciliteren ze bijvoorbeeld de Merwedekanaalzone in Utrecht. Dit gebied loopt van Oog in Al tot en met Westraven. In dit gebied is er bestaande bouw, er is transformatie, er wordt gesloopt en er komt nieuwbouw. Momenteel kijkt de gemeente of er tot 2030 tussen de zesduizend tot tienduizend woningen gebouwd kunnen worden. En hoe je het gebied zo optimaal mogelijk kunt inrichten, dus met genoeg groen op een duurzame wijze ingezet. De rol van Van Uffelen is om de stakeholders aan tafel te zetten. “We komen er niet met een vooropgezet plan. We springen in het diepe met zijn allen. Bij de Merwedekanaalzone zie je dat het werkt. Het gaat hier echt om circulariteit en niet alleen over leuke doelstellingen. Het is beleidsmatig en super praktisch ineen. Het doel is dat alle partijen ervan leren.” Het feit dat Madaster een private partij is, is een voorwaarde voor succes denkt Van Uffelen. “We willen niet concurreren met commerciële partijen. We zijn weliswaar een private partij, maar we schuren tegen publieke partijen aan. Ik zie ons bijna als een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). We zoeken het speelveld op. We zoeken de druk in de markt op en gaan vervolgens snelheid maken.”
SCHAALGROOTTE
Een andere voorwaarde voor slagen is schaalgrootte, benadrukt van Uffelen. “Je moet schaal hebben om reverse logistics plaats te laten vinden. Des te meer
“Doel van Madaster is om afval te elimineren door de materialen een identiteit te geven.”
16 B+U 6 2018
artijen aansluiten des te helderder je in kaart kan brenp gen waar welke materialen zich bevinden. Mosa komt niet met een vrachtwagen langs om de tegeltjes uit één badkamer mee te nemen. Maar als je het zo kunt organiseren dat er op een bepaalde plek een container voor ze klaarstaat dan wel. Het kan. Alles staat of valt met opschaling.” Het opzetten van een database voor gebouwen is geen sinecure. Tegenwoordig werken zo’n vijftien mensen doorlopend aan het platform, waaronder software architecten, ontwikkelaars, testers en consultants. “We hebben ook een aantal apps ontwikkeld om het platform zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken. Als je een BIM-model hebt, kun je in Madaster een-op-een materialendata doorlinken en krijg je je MPG-berekening retour (MilieuPrestatie Gebouwen) van W/E Adviseurs. We ontwikkelen apps waar een businessmodel op kan zitten. Nu is het nog gratis, maar het kan zijn dat W/E in de toekomst geld vraagt voor het gebruik. Madaster maakt het alleen mogelijk.” Er is ook een financiële app waarin je inzicht krijgt hoeveel de materialen in de gebouwen waard zijn. “Die app is net gelanceerd en gekoppeld aan de Londen Material Stock Exchange. Hier halen we real time de waarde van materialen op.”
MERWEDEKANAALZONE REVISITED
Met zo’n app kun je de businesscase voor de Merwedekanaalzone dus heel concreet maken, vertelt Van Uffelen. “Alle panden die we daar gaan slopen gaan we in Madaster zetten. Dan is er sprake van een business case. Stel je hebt straks - na aftrek van de kosten voor sloop - tweeënhalf miljoen euro aan materialen. Dan kun je met alle partijen die materialen bijvoorbeeld in een B.V. stoppen. Je kunt vervolgens de materialen gaan hergebruiken of je verkoopt ze via de Praxis aan de bewoners in de buurt. Je kunt het ook voor een tijdje bij het depot opslaan om het later te gebruiken. Het is super concreet, maar tegelijkertijd ook super lastig. Ik schat dat de helft van de ideeën zullen sneuvelen, want je wilt op geen enkele manier het bestaande vastgoedproces frustreren. Maar dat hoort erbij, daar leer je weer van.”
NO BRAINER
Van Uffelen ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. Hierin gesteund door het winnen van een prestigieuze Digital Top 50 Award in de categorie ‘Tech for Social Impact’. Verder klopt het buitenland hard op de deur bij Madaster. Van Uffelen: “Het is momenteel een gekkenhuis eerlijk gezegd. In Luxemburg wordt Madaster straks regelgeving. België buitelt al over de drempel heen, maar ik verwacht dat Noorwegen als eerste Madaster gaat implementeren. Dit komt omdat Scandinavische landen een lange BIM-traditie kennen. De grootste denkbare hobbel is dat je als land nog niet zo ver met BIM bent, dat vertraagt. Ik ben nu een treintje aan het ontwikkelen om Madaster zo goed mogelijk in een land op te kunnen
“Every building is a material depot” T.M. RAU
B+U 6 2018 17
CIRCULAIR BOUWEN Van Uffelen is ook maatschappelijk projectontwikkelaar van Diamondiaal. Deze gemeenschap in de Almeerse wijk Oosterwold bestaat straks uit drie woongebouwen, enkele vrije woningen en een buurthuis. Diamondiaal richt zich op statushouders. Zij kunnen in de gemeenschap een zinvol nieuw bestaan opbouwen. Van Uffelen: “Circulair bouwen valt nog niet mee. In Diamondiaal is circulariteit volslagen mislukt. Ik ga ervoor, maar ik krijg het niet voor elkaar. Ik had het idee om tweedehands deuren te kopen, maar in het Bouwbesluit is de deurhoogte verhoogd. Daarmee zijn alle tweedehands deuren te laag. Niet te vinden. Kozijnen dan. Je weet als je gaat bouwen wanneer je het pand dicht gaat maken, dus je weet wanneer je kozijnen nodig hebt. Ik kon ze niet vinden. Dat komt omdat de huidige circulariteitsmarkt aanbodgericht is. Je vindt daarmee bijna nooit de kozijnen die je nodig hebt. Als het lukt, is het echt een lucky shot. Je hebt een marktplaats nodig die draait op Madaster, die vraaggericht is.”
zetten. Want je moet het in een keer goed organiseren. We willen een lerend systeem maken waarbij BIM leidend is. We zijn de eerste in de wereld die dit doen. Het is missiewerk. Het kost een paar jaar, maar dan is Madaster in de markt een no brainer.”
Martien van Gaalen / Shutterstock.com
Voor die grenzeloze ambitie is geld nodig. Veel geld. De EU steunt Madaster met een subsidie van 2,3 miljoen euro. Van Uffelen: “Voor de doorontwikkeling van het Madaster platform hebben we circa € 2,5 mln nodig. We hebben nu een financieringsronde (de Madaster Convertible Impact Bond, red.) lopen om geld op te halen in de markt. Het is prachtig om te zien dat circulariteit leeft. In Nederland hebben in korte tijd meer dan honderd partijen toegezegd om een gebouw in Madaster te gaan zetten. Op basis daarvan gaan we de database aanscherpen. Het gaat echt heel hard nu.”
INFO www.madaster.com/nl
18 B+U 6 2018
EEN RODE LOPER VOOR DE
(SNEL)FIETSER De eenzame fietser, zoals in 1973 nog bezongen door Boudewijn de Groot, is niet meer. De noeste trapper van weleer beschikt tegenwoordig over een e-bike of een speed-pedelec en kan zich zonder grote krachtsinspanning met hoge snelheid over grote afstanden verplaatsen, zelfs met tegenwind. Onderweg moet hij zich zien te voegen in een groeiende stroom van andere tweewielers en wat het kabinet betreft wordt die stroom fietsgebruikers alleen maar groter. En daarmee ook het aantal kilometers aan fietsasfalt. TEKST LILI DE RIDDER
B+U 6 2018 19
20 B+U 6 2018
200
150
100
50
0 0
H
onderd miljoen euro wil staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur) uittrekken als overheidsbijdrage aan een nationaal fietsenplan waarin ook gemeenten en provincies geacht worden te participeren. Ze hoopt daarmee uit te komen op een gezamenlijke investering van zo’n kwart miljard. Het plan, dat voortborduurt op de kernthema’s uit de Tour de Force Fietsagenda, is erop gericht dat zeker nog 200.000 mensen voor hun dagelijkse ritten de auto verruilen voor de fiets en dat er in de komende tien jaar in totaal drie miljard extra fietskilometers op de teller komen te staan. Diverse maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA) beloven dat een toenemend fietsgebruik - en dan bij voorkeur ten koste van het autogebruik - alleen maar winnaars kent in termen van minder CO2-uitstoot, minder ziekteverzuim en een hogere levensverwachting.
OPZIJ, OPZIJ, MAAK PLAATS, MAAK PLAATS
Het toenemend aantal fietsers leidt tot verkeersstromen die een plek moeten krijgen op dezelfde infrastructuur. Zo maken de e-bike en de speed-pedelec het weliswaar mogelijk om relatief gemakkelijk grote(re) afstanden te overbruggen, maar kan het verschil in snelheid met andere fietsers tot gevaarlijke situaties en/of ongelukken leiden, ook omdat het voor andere weggebruikers soms lastig is die verschillen in snelheid te overzien. Het aantal (dodelijke) ongevallen onder oudere fietsers, en dan vooral e-bikers is een punt van zorg. Toenemend fietsgebruik in de steden leidt vooral in de spitsuren tot fietsfiles en langdurig oponthoud voor stoplichten omdat de stroom fietsers niet meer in één keer het groene licht kan passeren. Er ontstaat een behoefte aan aangepaste verkeersregelingen en meer stallingsmogelijkheden, zeker ook gezien de toename van duurdere fietsen, het gecombineerde gebruik van fiets en trein. Van Veldhoven wil 74 miljoen van haar budget inzetten voor het vergroten van stallingsmogelijkheden in de nabijheid van stations.
NETWERK SNELFIETSPADEN
De resterende financiële impuls vanuit de rijksoverheid is noodzakelijk voor het verder realiseren van een samenhangend regionaal netwerk aan snelfietspaden van in totaal 675 kilometer, zoals bepleit in de Toekomst
10
20
30
40 50 60 leeftijd in jaren
70
80
90
100
CIJFERS TOENAME AANTAL FIETSEN IN NEDERLAND 22,8 miljoen fietsen Þ gemiddeld 3 fietsen per huishouden 1,9 miljoen e-bikes. Ter vergelijking: er zijn 1,1 miljoen brom-/snorfietsen Bijna 1 op de 3 nieuwe fietsen is een e-bike Ca. 10.000 speed pedelecs. Sterke ontwikkeling: in 2017 zijn er 4.572 verkocht E-bikes beginnen populair te worden onder jongeren.
agenda voor Snelfietsroutes uit 2013, waardoor de (fiets) bereikbaarheid sterk verbetert en fietsen naar het werk voor meer mensen een optie wordt. De kosten voor het aanleggen van zo’n ‘rode-loper’ netwerk werden destijds begroot op 700 miljoen. Het gezamenlijk optrekken van gemeente, provincie en rijk is noodzakelijk, evenals een duidelijke, gedeelde visie op de praktische uitvoering. Dit om te voorkomen dat er straks stukken in de loper ontbreken of dat er sprake is van een lappendeken van regionale en lokale stoffen en dessins. Hoe ver de aanleg van het netwerk inmiddels gevorderd is, blijkt moeilijk te achterhalen. In de Kamer is in februari via een (aangehouden) motie verzocht om een volledig overzicht van snelfietsroutes in Nederland dat duidelijkheid zou moeten bieden over de nu nog witte plekken.
VEILIG OVER HET ASFALT: DE PRAKTIJK
Leidend bij de aanleg en inrichting van snelfietspaden zijn in ieder geval de verwachte gebruiksintensiteit en veiligheid. De door Tour de Force ingestelde Innovatieprijs, die dit jaar voor de tweede keer wordt uitgereikt, is gericht op het stimuleren van idee-ontwikkeling rond (vooral) fietsveiligheid. Koren op de molen van bouw- en infraonderneming Heijmans. ‘We zijn al een aantal jaren actief in de ontwikkeling van innovaties, die de veiligheid van de (fiets-)infrastructuur verhogen’, vertelt Harald Kuhn, Productmanager Smart Mobility. ‘Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot de ontwikkeling van Bikescout, een in het
B+U 6 2018 21
wegdek ingebouwde lichtsignalering die automobilisten waarschuwt voor naderend - kruisend - fietsverkeer. Vooral de snelheid waarmee fietsers naderen is voor een automobilist vaak moeilijk in te schatten, zeker als op een fietspad zowel e-bikes als gewone fietsers rijden. De lichtsignalering werkt heel precies, want het detectiesysteem berekent nauwkeurig het tijdstip waarop de fietser de kruising of rotonde bereikt. Dit maakt de automobilist alerter en helpt hem om de juiste beslissing te nemen bij de fietsoversteekplaats.’ Het concept van detectie en signalering is door te trekken naar de realisatie van een ‘groene golf’ voor fietsers die veel verkeerslichten op hun route treffen en draagt daarmee bij aan een gereguleerde doorstroom van
fietsverkeer. Smart Mobility wint voor de fietser rap aan terrein, zo blijkt ook uit andere initiatieven. Omdat er naast de beoogde 675 km aan nieuwe snelfietsverbindingen ook bestaande fietsinfrastructuur verbeterd en opgewaardeerd zal worden, heeft Heijmans ‘Recoflex Vélo’ ontwikkeld. Dit is een speciale hoogwaardige asfaltoplossing voor fietspaden, die zich uitstekend leent om ter vervanging van bestaand asfalt te worden aangelegd. ‘Het is met dit materiaal relatief eenvoudig om op een bestaande ondergrond of fundering zowel een nieuwe fietsinfrastructuur aan te leggen als een bestaande straat met klinkers in korte tijd om te bouwen tot een herkenbaar deel van een (snel)fietsroute’, aldus Eefke Hoefnagel, Marktontwikkelingsmanager Openbare Ruimte. ‘Anders dan bij de
22 B+U 6 2018
“Wil je mensen op de fiets krijgen, dan ben je er nog niet met het bieden van adequate fietsinfrastructuur en voldoende stallingsmogelijkheden. Het gaat om een toekomstbestendige gedragsbeïnvloeding en -verandering.”
B+U 6 2018 23
24 B+U 6 2018
B+U 6 2018 25
traditionele twee- of drielaagse asfaltconstructie, is hier sprake van slechts één herbruikbare asfaltlaag. Hierdoor is de aanleg goedkoper, sneller én duurzamer. Bovendien zorgen de eigenschappen van het materiaal voor een minimale rolweerstand voor fietsers en dus voor een beter comfort.’ Daarnaast wordt er al een tijd geëxperimenteerd met fluorescerende coatings op asfalt met een duidelijke attenderingsfunctie voor de gebruiker in de vorm van belijning, interactieve zebrapaden (‘Crosscover’) en andere vormen van markering en signalering. Op fietspaden in de buitengebieden kunnen zogeheten ‘Glowstuds’ in het asfalt geplaatst worden: een actieve wegmarkering die zonne-energie combineert met glowin-the-dark elementen. Het maakt de loop en contouren van het fietspad zichtbaar. Uitgangspunt was een duurzaam en kostenefficiënt product te ontwikkelen, dat lichtvervuiling voorkomt en de flora en fauna in de landelijke omgeving niet verstoort. ‘Veel testen we hier op de eigen werf, ook om te kijken hoe het materiaal zich houdt onder intensief gebruik en met die ervaring kunnen we dan weer verder. We hebben dus onze eigen proeftuin’, aldus Hoefnagel.
VAN ACHTERBANK- NAAR FIETSZADELGENERATIE
‘Wil je mensen op de fiets krijgen, dan ben je er nog niet met het bieden van adequate fietsinfrastructuur en voldoende stallingsmogelijkheden. Het gaat ook om een toekomstbestendige gedragsbeïnvloeding en -verandering’, stelt Robert Coffeng, verkeerskundige en projectmanager mobiliteit bij Antea Group. Gedragsverandering is een proces dat vele jaren in beslag neemt en zeker bij het verkeer blijkt dit lastig: al sinds de jaren negentig wordt geprobeerd om mensen ertoe aan te zetten meer te fietsen en het openbaar vervoer te gebruiken en toch blijft het autogebruik toenemen. De huidige inspanningen zijn vooral gericht op een verschuiving in het woonwerkverkeer, bijvoorbeeld door het invoeren van fiscale voordelen van fietsgebruik. Het lijkt echter minstens zo belangrijk om grote aandacht te besteden aan de jeugd. Uiteindelijk kan het vervoer van huis naar school of universiteit worden gezien als de eerste ervaring met woon-/werkverkeer. Wanneer het vervoer met de fiets goed bevalt is er geen noodzaak om over te stappen op brommers, scooters of auto’s. Wat Coffeng betreft ligt er een belangrijke uitdaging in het populariseren van het gebruik van e-bikes en speed-pedelecs onder jongeren. ‘Het zou een idee zijn als gemeenten en provincies ook om de tafel gaan zitten met besturen van scholen en universiteiten over de aanleg van snelle fietsverbindingen en goede stallingsmogelijkheden. Daarnaast zouden fietsfabrikanten en -leveranciers hier hun rol nog verder in kunnen pakken.’
of varkenshouderij fietst, dat er op één of meer plekken sprake is van onduidelijke en daardoor potentieel gevaarlijke situaties, of dat er een onhandige aansluiting op andere routes is. De omgeving heeft invloed op de animo om de fietsroute te nemen maar zorgt ook voor problemen die je vooraf moet zien op te lossen. Hetzelfde geldt bij ruimtelijke plannen voor het gebied: klopt het ambitieniveau met wat je in de planfase voor ogen had nog met de meest actuele situatie? Je moet feitelijk de hele verkeerssituatie op en langs zo’n tracé echt zien én ervaren. Bij de ontwikkeling van een tracé nabij Oosterhout hebben we geëxperimenteerd met verschillende typen belijning. Bekeken is wat het effect is op de gebruiker en hoe deze de belijning beleeft. We hebben op kantoor toen een sessie gehouden met scholieren: het is zonder meer verrijkend om ook de beoogde doelgroep vóóraf te horen.’
ROL DE LOPER UIT!
Bij het bekendmaken van de plannen juichte de Telegraaf dat wat Van Veldhoven betreft ‘de asfalteermachine uit de garage komt’ (12 juni 2018). De middelen om het fietsgebruik te stimuleren en te faciliteren zijn echter niet onbeperkt en het ambitieniveau is hoog. Het is zaak creatief om te gaan met de mogelijkheden en voorzieningen en vanuit een heldere visie prioriteiten te stellen. Daar ligt de uitdaging voor beleidsmakers, verkeers- en veiligheidsdeskundigen, wegenbouwers en ontwikkelaars van smart mobility-oplossingen. Met een knipoog naar Marsman: ‘Denkend aan Holland zie ik brede stromen fietsers graag door het oneindig laagland gaan…’ Rol die loper maar uit!
ACHTER DE TEKENTAFEL VANDAAN
Gevraagd naar leermomenten uit eerdere tracévoorbereidingen geeft Coffeng aan dat er verschillen zijn tussen de beleving van en het daadwerkelijk fietsen van de geplande route. Potentiële knelpunten mogen niet onderschat worden. ‘Het kan er op een kaart geweldig en volstrekt logisch uit zien. Tot je erachter komt dat je op een deel van de route in de stank van een fabriek
INFO Fietsplatform: https://www.fietsplatform.nl CBS: http://statline.cbs.nl
INTERVIEW
B+U 6 2018 27
INTEGRALE AUTOMATISERINGSAANPAK transformeert gebouw én mens
28 B+U 6 2018
Techniek mag de basis zijn van gebouwautomatisering, de functie van het gebouw en de invloed op het gedrag van de gebruikers zijn minstens even belangrijk. Samen leiden deze drie elementen tot een transformatie van gebouwen. “We staan aan het begin van deze integrale aanpak”, zegt Paul Petersen, directeur van branchevereniging FHI in de aanloop naar de conferentie Bits (techniek), Bricks (gebouwen) & Behaviour (gedrag). TEKST JACQUES GELUK
H
et aandeel gebouwautomatisering in projecten groeit - hoewel soms nog te langzaam - en is steeds meer gebaseerd op en bepalend voor het gedrag en de beleving van de gebruiker. Dan gaat het niet uitsluitend over het klimaat in de verschillende ruimtes (meet- en regeltechniek), maar over een integrale aanpak die door technologische ontwikkelingen, zoals Internet of Things (IoT), over veel meer gaat. Paul Petersen noemt als voorbeeld podia. “Hoe kan ik podiumtechniek daar zo goed mogelijk inzetten, zodat gebruikers en bezoekers zich thuis voelen, maar ook de voorstelling goed is uitgelicht en de temperatuur is afgestemd op de gemiddelde bezoeker? Het heeft altijd, dus ook in ziekenhuizen of andere gebouwen, met integratie van verschillende disciplines te maken. Die transformatie vraagt om een nieuwe, flexibele werkwijze. Steeds vaker zullen consortia die een project gaan uitvoeren bestaan uit bedrijven die niet standaard met elkaar werken. Elk gebouw heeft een andere en soms meerdere functies en vraagt daarom om een consortium op maat. Transformatie van gebouwen vraagt dus om een nieuwe manier van samenwerken, die nu vorm begint te krijgen”, aldus de directeur van de Federatie van Technologiebranches FHI. “Ik maak graag een directe vergelijking met auto’s. Die zitten vol sensoren, computer- en communicatiesystemen en intelligentie, wat in het voordeel is van de chauffeur en de weggebruiker in het algemeen. Het is de bedoeling dat auto’s van verschillende merken met elkaar gaan ‘praten’ als zich problemen
voordoen op de weg. Hier gaat het niet om concurrentie, maar om praktisch nut en het welbevinden van mensen. Die kant gaat het ook op met gebouwen, alleen is men daar nog niet zover als in de auto-industrie.” Gebouwen gaan wel veel langer mee dan auto’s. “In een gebouw als dit, het FHI-kantoor in Leusden, automatiseer je niet zomaar iets als het niet direct nodig is. Dat doe je eerder bij een nieuw gebouw en ook dan niet eens automatisch. Het hangt dan af van het investerings model, de operationele kosten en wat wel of niet nuttig is. Ziekenhuisgebouwen hebben een specifieke functie en dan is de vraag hoe we die moderne technologie kunnen gebruiken om de juiste apparatuur op de juiste plek te hebben, want genoeg stopcontacten hebben is niet meer voldoende. Daar is de transitie aan de gang en praat men over Internet of Things en hoe alle met elkaar verbonden apparaten met elkaar communiceren om de gebruikers van het ziekenhuis gelukkiger te maken.”
INTEGRATIE EN SAMENWERKING
Als branchevereniging werkt de FHI daarom samen met de stichting VastgoedManagers-Expert (VGME), die op haar beurt weer een convenant heeft gesloten met de Nederlandse brancheorganisatie voor Gebouwautomatisering. Vastgoedeigenaren en facilitaire managers willen graag weten hoe technologie inzetbaar is om de transitie te realiseren. “Niet meer de focus op de technologie alleen, maar vooral ook wat de functie van het gebouw of de voorzieningen er omheen betekenen voor de
B+U 6 2018 29
“Alle eindgebruikers hebben verschillende wensen, maar dankzij gebouwautomatisering kunnen we daaraan tegemoet komen.�
30 B+U 6 2018
gebruiker. FHI-leden houden zich niet zozeer bezig met het ontwerpen van allerlei slimme systemen (ze maken geen iPads om apparatuur mee te bedienen), maar wel met het faciliteren van de implementatie ervan. Daarom zijn integratie en samenwerken tussen de verschillende branches zo belangrijk. Hoe dat werkt in de praktijk legt Petersen uit aan de hand van wat er gebeurt in Eersel, Noord-Brabant. Daar is een consortium van technologiebedrijven actief, waardoor de gemeente via de daar aangestelde innovatiemanager kan profiteren van de voordelen van Internet of Things. Een concrete toepassing in Eersel is ‘IoT in het riool’. Door het toepassen van slimme technologie kan de gemeente investeringen in het (verouderde) riool uitstellen of zelfs afstellen. Sensoren meten continu de waterstand in de rioolbuis. Als een felle regenbui dreigt, kan de gemeente alvast het riool leegpompen en de afvoercapaciteit vergroten. Het is maar één van de vele ideeën. Petersen: “Wij zien IoT als informatievoorziening in plaats van alleen een infrastructuur van dingen die allemaal met elkaar communiceren. De combinatie is belangrijk.”
BITS, BRICKS & BEHAVIOUR
Vastgoedbeheerders, eigenaren, projectontwikkelaars, leveranciers, technisch specialisten en installateurs die zich bezighouden met gebouwautomatisering en meer willen weten over de transformatie van gebouwen kunnen op 22 november het evenement Bits, Bricks & Behaviour bezoeken in de Utrechtse Jaarbeurs. De drie thema’s komen aan de orde tijdens het lezingenprogramma, dat antwoord geeft op vragen over de invloed van technologie op de bouw- en vastgoedsector, de voordelen van gebouwautomatisering voor alle belanghebbenden en voor het bevorderen van productiviteit en de vermindering van bedrijfsuitval. Ook gaat het over IoT, cybersecurity, datawetenschappen, kunstmatige intelligentie en rendement. De programmacommissie werkt nog aan de definitieve invulling van het programma. Zeker is de komst van Roger Tan (Unsense), die in zijn lezing zal aangeven dat het goed is niet alleen te kijken naar prestaties en optimalisatie van gebouwen. Hij denkt dat we moeten werken aan een toekomst waarin gebouwen en steden zo zijn aangepast dat ze behoeften en intenties van mensen ondersteunen. Verder komen onder anderen Ruud van der Sman (OVG, over gebouwautomatisering in de vastgoedwereld), Sven Brookhuis (Skepp, over ‘pop-up’-kantoren) en Dave Baas (Royal
HaskoningDHV en Werne Vink (Heroes, over data-analyse en de praktische toepassing daarvan) naar Utrecht. Het definitieve programma is over enige tijd te vinden op de nieuwe website www.bitsbricksbehaviour.nl. Over integratie en samenwerking gesproken: het evenement heeft tegelijk plaats met Smart Homes & Intelligent Buildings, georganiseerd door Jaarbeurs. Bezoekers hebben toegang tot beide programma’s en de gemeenschappelijke informatiemarkt. Paul Petersen: “Bits gaat over de techniek. Daar valt ook cybersecurity onder en daarover gaan we het wellicht eveneens hebben. Tijdens een bijeenkomst bij RDM over gebouwautomatisering liet een van de sprekers weten dat het vrij simpel is beheer- en regelsystemen te omzeilen en de controle over een gebouw over te nemen. Bricks behandelt de transformatie van gebouwen door er bijvoorbeeld met behulp van technologie een andere functie aan te geven, waardoor een verschuiving van trends plaatsvindt en het niet meer nodig is alles te doen met fysieke middelen. Het klinkt misschien gek, maar ik denk dat meer techniek ervoor zorgt dat er uiteindelijk minder gebouwen nodig zijn. Hoe hangt af van de functies en de keuzes die we maken. Bij Behaviour staat de invloed van techniek op de mens centraal. Het is dan ook logisch dat uniforme regels in één gebouw,
paul petersen (foto fhi)
B+U 6 2018 31
“ Wij zien IoT als informatie voorziening in plaats van alleen een infrastructuur van dingen die allemaal met elkaar communiceren. De combinatie is belangrijk.” zeker wanneer daarin meerdere bedrijven of instellingen zijn gevestigd, ontzettend lastig te handhaven zijn. Alle eindgebruikers hebben verschillende wensen, maar dankzij gebouwautomatisering kunnen we daaraan tegemoet komen. Zo kunnen we potentiële klanten van onze leden ook warmhouden voor het gebruik van techniek, want de vraag moet van hen uit blijven gaan”, zegt Paul Petersen, die graag nog een voorbeeld geeft. “In de jaren negentig ging bij de Haagse Hogeschool, waar ik heb gewerkt, de Luxaflex omlaag als een zeer onnauwkeurige sensor dacht dat het te warm zou worden. Nu is er slimme zonwering, die communiceert met andere apparatuur in het gebouw en het gedrag van de gebruikers kan inschatten. Daardoor kan één systeem de verschillende ruimtes met afzonderlijke settings bedienen, waardoor het werkgeluk en dus de productiviteit en efficiëntie stijgen. Dat is het vernieuwende.”
SYSTEEMARCHITECT
“De transformatie en de andere manier van samenwerken vragen om iemand die dat allemaal overziet. Daarom heeft TVVL enkele jaren geleden samen met ons een opleiding opgezet die is gericht op die professional.” In een recent artikel zegt Martin Staal, manager gebouwautomatisering bij Kuijpers en als stuurgroeplid nauw betrokken bij de cursus Systeemarchitect Gebouw-
automatisering: “Projecten in de bouwwereld worden nog te vaak vanuit de disciplines W en E aangevlogen, waarbij vaak onvoldoende aandacht is voor de integrale werking van het geheel. Bovendien heeft gebouwautomatisering in de projecten vaak een ondergeschoven rol, terwijl deze juist zo bepalend is voor de beleving van de gebruiker. Om dit te verbeteren zou in elk project een systeemarchitect betrokken moeten zijn vanaf het ontwerp tot en met de realisatie. Het op de kaart zetten van de functie systeemarchitect vergt een cultuuromslag in de sterk verzuilde branche en zal daarom niet van vandaag op morgen gerealiseerd zijn.” Die cultuuromslag is al te zien in consortia zoals in Eersel, waarin verschillende branches voor het eerst met elkaar samenwerken. “Het gaat om het combineren van vaardigheden en functionaliteiten”, zegt Petersen. “Als je intelligente speakers wilt ophangen moet de stukadoor vast sleuven frezen in de muur om de draden weg te werken. Diezelfde samenwerking is nodig om slimmer met grondstoffen om te gaan, zodat gebouwen ook de energietransitie kunnen doormaken. Kortom: Bits, Bricks & Behaviour is het werkgebied van de systeemarchitect, die nog lang niet overal aanwezig is. Hij of zij moet mede zorgen dat de transformatie van gebouwen soepel verloopt en dat aanpakintegratie de norm wordt.”
32 B+U 6 2018
WARMTE UIT
DATACENTERS Nieuwe wijk in Amsterdam krijgt eigen warmtenet
B+U 6 2018 33
Amsterdam is het belangrijkste knooppunt voor datacenters in Nederland en speelt ook op Europees niveau een grote rol. Datacenters produceren veel restwarmte, die mogelijk kan worden gebruikt om woningen en bedrijven te verwarmen. In Amsterdam Zuidoost zien Nuon, Engie en datacenterbedrijf Equinix kansen om een nieuw te ontwikkelen woonwijk aan te sluiten op de restwarmte die een aantal naastgelegen datacenters produceert. Een unieke aanpak is in de maak. TEKST ERIK VERHEGGEN
34 B+U 6 2018
I
n de strook tussen het Amsterdams Medisch Centrum (AMC) en de Johan Cruijff ArenA zijn vooral bedrijven en kantoren gevestigd. Woningbouw is er nog niet, maar daar komt snel verandering in. In de komende tien jaar worden waarschijnlijk 5.000 woningen gebouwd in het gebied. Tot aan 2040 komen daar nog eens 10.000 huizen bij. Het gebied, Amstel III genaamd, transformeert daarmee tot een stadswijk met alle openbare voorzieningen, infrastructuur en recreatiemogelijkheden die daarbij horen.
worden gerealiseerd is heel weinig warmte nodig. Met een vloerverwarming met een systeemtemperatuur van 30 graden kan een huis gedurende het gehele jaar verwarmd worden. En dat is precies de warmte die een datacenter kan leveren. Het past bovendien heel goed bij het beleid van de gemeente om voor nieuwbouwwijken zoveel mogelijk warmte van lokale bronnen te gebruiken en te werken aan een ‘open’ warmtenet. Dat is een net waarbij bewoners en bedrijven kunnen kiezen uit verschillende leveranciers.”
RESTWARMTE VAN SERVERS
MATCH TUSSEN VRAAG EN AANBOD
“Het grootschalige gebiedsontwikkelingsproject is een uitgelezen kans om de restwarmte te benutten”, vertelt Bob Mantel, strategisch adviseur energietransitie bij de afdeling Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam. “Voor de nieuwbouwwoningen die hier
Het is een kans die Equinix en energiebedrijven Nuon en Engie niet willen laten liggen. De drie bedrijven hebben een subsidie aangevraagd voor een haalbaarheidsstudie naar een warmtenet dat gebruik maakt van de restwarmte uit de datacenters. “Het uiteindelijke doel van het onderzoek is een ontwerp voor het netwerk en een doorgerekende businesscase”, vertelt Bart de Vries, business innovation manager bij Nuon. “Nuon, Engie en
Langs de randen van Amstel III liggen vier datacenters van het Amerikaanse Equinix, een van de grootste datacenterbedrijven ter wereld. Een vijfde datacenter is in aanbouw. De datacenters behoren tot de energiezuinigste in hun soort, maar produceren nog altijd veel restwarmte. De servers, die Equinix beheert voor bijvoorbeeld aanbieders van clouddiensten, zoekmachines, sociale media, banken en overheden, draaien continu. De koelsystemen van Equinix voeren de restwarmte, oplopend tot ongeveer 10 megawatt per datacenter, nu nog af naar de buitenlucht.
In grote lijnen lijkt er een match tussen de warmtevraag van de nieuwbouwwijk en het aanbod van restwarmte vanuit Equinix. De hoeveelheid beschikbare restwarmte past bij het aantal woningen dat gebouwd wordt. En doordat Equinix straks vijf verschillende datacenters heeft rondom Amstel III, is een stapsgewijze aanpak mogelijk. Voor elke fase in de ontwikkeling van het gebied kan een nieuw datacenter worden bijgeschakeld.
B+U 6 2018 35
Equinix zitten er niet in om vrijblijvende toekomstscenario’s te schetsen.”
Eerder deed Nuon daarom samen met Equinix en onderzoeksinstituut ECN onderzoek naar de businesscase en milieuwinst van het invoeden van de datacenterwarmte op dit grote stadswarmtenet. Met een grote warmtepomp zou de restwarmte van 30 graden Celsius opgewaardeerd kunnen worden tot de temperatuur van het stadswarmtenet, ongeveer 90 tot 120 graden Celsius. Maar uit de berekeningen bleek dat het rendement tegen zou vallen. De CO2-uitstoot, het energieverbruik en de operationele kosten van de warmteproductie zijn in dat geval hoger dan die van een centrale installatie voor warmtekrachtkoppeling (WKK). De Vries: “Koppeling van datacenters aan het stadswarmtenet zou technisch mogelijk moeten zijn, maar het temperatuurverschil is te groot om er een sluitende businesscase van te maken. Nu de plannen voor Amstel III concreet zijn geworden, is het daarom zinvol om te kijken of we een losstaand warmtenet met een veel lagere temperatuur kunnen realiseren.”
LAGE TEMPERATUUR
COMPLEX EN GROOTSCHALIG
NUTTIG GEBRUIK VAN RESTWARMTE UIT DATACENTERS IN AMSTERDAM Voor Equinix is het project in Amstel III niet het eerste initiatief om restwarmte nuttig te gebruiken. Het datacenterbedrijf deed al vergelijkbare ervaring op bij een ander cluster van datacenters in Amsterdam, op het Science Park in Amsterdam Oost. Het bedrijf werkt daar samen met de Universiteit van Amsterdam (UvA) en technisch dienstverlener Unica om warmte uit de datacenters uit te wisselen met het gebouw van de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI). Het universiteitspand gebruikt voor de warmtevoorziening een installatie voor warmtekoudeopslag (WKO). Doordat ook het datacenter een WKO-installatie heeft, voor opslag van vrije koeling, is het mogelijk om via de bodem indirect warmte uit te wisselen, waarbij het water in de grond als buffer fungeert. Bij de oplevering in 2012 was deze warmtelevering via de bodem een primeur in Nederland.
De betrokken partijen richten zich met het onderzoek op een nieuw, op zichzelf staand warmtenet met een lage temperatuur. Vanzelfsprekend is dat niet. Nuon heeft in Amsterdam al een uitgebreid warmtenet, waarmee het bedrijf ongeveer 80.000 huishoudens bedient. Nuon werkt met partners aan uitbreiding van het aantal duurzame warmtebronnen in dit net om de geprojecteerde groei tot 300.000 huishoudens mogelijk te maken.
De praktijkervaringen laten zien dat het technisch goed mogelijk is om de warmte met een lage temperatuur uit datacenters te benutten. Het Amstel-III-project is echter veel meer dan een technische uitdaging, legt principal engineer Hans Schelvis van Equinix uit. “Doordat een warmtedistributienet nodig is, zijn de vragen complexer en grootschaliger. De complexiteit ligt vooral in de vorming van een keten: een warmtebron, distributeur, een
36 B+U 6 2018
B+U 6 2018 37
partij die de warmte kan opwaarderen, een leverancier en de aan te sluiten klanten.” Die uitdaging heeft geleid tot een opvallend consortium waarin Nuon en Engie - twee concurrerende warmtebedrijven - vertegenwoordigd zijn. “We zijn samen tot de conclusie gekomen dat we echt complementair kunnen zijn”, vertelt Jeanke Van der Haar, directeur Smart Area Development bij Engie. “We combineren de kennis van warmte-infrastructuur bij Nuon met de expertise die Engie heeft op het gebied van het opwekken en koppelen van restwarmte aan een warmtenet. We hebben een model voor ogen waarbij twee leveranciers op hetzelfde warmtenet actief zijn. Afnemers kunnen dus gaan kiezen of ze warmte willen kopen bij Nuon of bij Engie.” De Vries vult aan: “Op onze warmtenetten werkt Nuon al samen met verschillende warmtebronnen, waardoor een meer open warmtenet ontstaat. In de samenwerking met Engie ontstaat de mogelijkheid om met meerdere leveranciers op een warmtenet actief te zijn. We hebben dit soort nieuwe samenwerkingen hard nodig om de warmtetransitie echt van de grond te krijgen.”
SCENARIO’S VOOR WARM WATER
Een belangrijk aandachtspunt bij de planvorming rond warmtenetten met een lage temperatuur, is de vraag hoe het tapwater moet worden verwarmd. Hiervoor volstaat de temperatuur van ongeveer 30 graden Celsius niet. “Er zijn dan grofweg twee scenario’s”, vertelt De Vries. “Een mogelijkheid is de watertemperatuur decentraal opschroeven tot de temperatuur die nodig is voor warm tapwater. Ieder huishouden heeft dan een elektrische warmtebooster nodig. De andere manier is toepassing van een grote centrale warmtepomp, die voor alle huishoudens in de wijk het water verhit. Doordat dit verschillende combinaties zijn van het warmtenet en het elektriciteitsnet, is de businesscase ook heel anders. Dat moeten we gaan doorrekenen.”
PIEKEN
Een tweede vraag is hoe de bedrijven het beste kunnen omgaan met de seizoensinvloeden. De warmtevraag is in de winter een stuk hoger dan ’s zomers, maar de datacenters moeten gedurende het hele jaar hun warmte kwijt kunnen. Equinix zou de baseload, het grootste deel van de warmtevraag, voor zijn rekening kunnen nemen. Bij pieken in de warmtevraag zou dan het stadswarmtenet kunnen worden bijgeschakeld. Daarvoor is dan wel een koppeling tussen de twee netten nodig.
BEDRIJFSZEKERHEID
Voor Equinix is de bedrijfszekerheid de belangrijkste prioriteit. “Bestaande koelapparatuur moet altijd beschikbaar blijven”, vertelt Schelvis. Inpassing van nieuwe installaties om warmte uit te koppelen mag daar geen invloed op hebben. Gelukkig worden onze datacenters al gekoeld met behulp van water. De warmte is daardoor eenvoudiger te onttrekken dan in een volledig luchtgekoeld datacentrum. De grote omslag voor ons is die van zo efficiënt mogelijk warmte weggooien naar zo efficiënt mogelijk warmte leveren.”
GRATIS AF TE HALEN
Begin 2017 deed Stijn Grove, voorzitter van koepelorganisatie Dutch Datacenter Association (DDA) een oproep aan de energiesector. “We bieden onze restwarmte gratis aan”, zei hij destijds. In 2016 verbruikten de Nederlandse datacenters samen ongeveer 1247 megawatt aan elektriciteit. Energie die voor het grootste deel wordt omgezet in restwarmte. De branche maakt een sterke groei door. Volgens de DDA gaat het om een verdubbeling per vier jaar. Ook de hoeveelheid beschikbare restwarmte neemt daardoor sterk toe. “Wat ik interessant vind is dat we de datacenterbranche, de vastgoedsector en de energiebedrijven proberen te stimuleren om samen te innoveren”, zegt Mantel. De rol van de overheid gaat daarin verder dan het verstrekken van een subsidie voor het onderzoek, stelt hij. “We zijn facilitator. Een van de belangrijkste opdrachten voor de gemeente is om er samen met de rijksoverheid voor te zorgen dat de regelgeving in lijn wordt gebracht met dit soort initiatieven. Voor ontwikkelaars is het nog een vraag hoe de duurzame datacenterwarmte gewaardeerd wordt in de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van een gebouw. Deze norm wordt vanaf 2020 vervangen door de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Die wetgeving moet preciezer worden. Als een datacenter groene stroom gebruikt, is de restwarmte ook groen. Dat moet tot uiting komen in de wetgeving.”
BETAALBAAR
Uiteindelijk draait het erom dat het warmtenet Amstel III betaalbaar wordt. Voor de betrokken partijen, maar ook voor de klant. Van der Haar: “In onze aanpak staat de eindgebruiker voorop. We willen betrouwbare, betaalbare en duurzame warmte leveren. De gebruiker wordt beschermd door de Warmtewet. Daarin staat onder meer dat de prijs ‘Niet Meer Dan Anders’ (NMDA) mag zijn. We verwachten dat we de mogelijke extra kosten aankunnen door slimme technische aanpassingen, het gebruik van stimuleringsfondsen en nieuwe financieringsvormen. Ons haalbaarheidsonderzoek is echt een integrale benadering waarin we alle mogelijkheden bekijken en afwegen. Met als doel een investeringsvoorstel dat voor alle partijen rendabel is.” De gemeente Amsterdam verwacht veel van de plannen, vertelt Mantel. “70 procent van alle commerciële datacenters in ons land staat in en rond Amsterdam. Als het hier niet lukt, lukt het nergens. Deze samenwerking heeft de potentie om drie belangrijke sectoren samen te brengen: energie, vastgoed en ICT. Het is daarmee een nieuwe vorm voor de energietransitie, en hopelijk een voorbeeld voor andere partijen en initiatieven.”
38 B+U 6 2018
SMART BU I LDI NG SUMMIT 2018
Tijdens de Smart Building Summit 2018 in Den Haag werd het slim verduurzamen van vastgoed onder de loep genomen. Een brede range aan gasten gaven een mooi inzicht in de huidige bouwbranche. TEKST GERARD VOS BEELD LENNARD VAN DEN BERG PHOTOGRAPHY
P
raat je over duurzaam bouwen in Nederland dan valt al snel de naam van Anke van Hal. Ze is hoogleraar Sustainable Building and Development op Nyenrode en praktijkhoogleraar Sustainable Housing Transformation aan de TU Delft. Kortom, een ideale dagvoorzitter voor de Smart Building Summit 2018 in New Babylon in Den Haag. Al bijna dertig jaar geleden hield Van Hal zich bezig met duurzaam bouwen. Destijds stond voor haar de problematiek van de milieuvervuiling centraal. Van Hal: “Ik geloofde dat de oplossing van deze problematiek vooral lag in de combinatie van technische oplossingen en het hebben van voldoende financiële armslag.” Maar inmiddels is die focus op techniek en geld voor haar verschoven naar een focus op mensen. “Duurzaam bouwen gaat vooral over mensen. Over het behartigen van de belangen van mensen.” Wat Van Hal momenteel opvalt is de enorme versnelling van de energietransitie. “Ik denk zelfs: ‘het gaat bijna te snel.’” Tegelijkertijd signaleert Van Hal dat het gepaard gaat met de nodige weerstand van de fossiele partijen. Overigens zijn bij de energietransitie stappen vanuit de
overheid niet te negeren. Wel met een grote maar… “We moeten vooral niet vergeten de opgedane kennis uit het verleden te gebruiken en de fusies van belangen centraal te stellen. En dat vanuit een brede benadering. Het maakt niet uit hoe je de transitie wil noemen: duurzaam bouwen, circulair bouwen of wat dan ook. Of het nu om gebouwniveau of over gebiedsniveau gaat. Samenwerken is key. Het is weliswaar heel ingewikkeld, maar daar ligt wel de sleutel wil je iets succesvol maken.”
INNOVATIES DRINGEND NODIG
Voorzitter van Bouwend Nederland Maxime Verhagen sluit aan bij de woorden van Van Hal. Verhagen: “De verduurzamingsslag heeft wel een praktische agenda nodig.” Daarbij ziet Verhagen, zoals zovelen, vooral de bestaande bouw als uitdaging. Er moeten naar schatting 5,3 miljoen woningen een of meerdere labelsprongen maken. Uiteindelijk moeten al die woningen van het gas af of energieneutraal worden. Verhagen: “Dat lukt niet op de traditionele manier. Innovaties zijn dringend nodig. De bouw is echter niet goed in kennis delen. Het blijkt dat 75% van de kennis van buiten de sector komt. We moeten beter gaan samenwerken en de bouw moet
B+U 6 2018 39
bereid zijn om te experimenten en om fouten te maken. Het is niet erg als het eens mislukt, daar leer je van.”
Wientjes. “En daar is van het aardgas af nog eens bijgekomen.”
BOUWAGENDA
Zowel Wientjes als Verhagen zijn sceptisch over het streven om in 2030 van het Gronings gas los te zijn. “Gasloos maakt het proces buitengewoon gecompliceerd.” Wientjes: “Die revolutie is nodig, maar de bedrijfstak munt niet uit in revolutionair denken. Er zijn weliswaar ultramoderne bedrijven bij, maar er zijn ook genoeg bedrijven die denken: ‘zoals we de afgelopen honderd jaar hebben gebouwd, zo gaan we ook de komende honderd jaar bouwen.’ Daar komt bij dat onze wet- en regelgeving gebaseerd is op een ver verleden. Daarin wordt
Woorden die Bernard Wientjes van De Bouwagenda als muziek in de oren klonken. Aan Wientjes de taak om de bouw naar nieuwe tijden te leiden. De Bouwagenda moet de ambities die in het Parijse akkoord zijn vastgelegd realiseren. Dit doet hij door het inzetten van de gouden driehoek: overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten. Dit houdt een horizontale samenwerking in tussen de verschillende sectoren op allerlei maatschappelijke thema’s. De Bouwagenda
“Er moeten duizend woningen per dag verduurzaamd worden. Als we een goede dag hebben halen we momenteel misschien tien huizen.” BERNARD WIENTJES DE BOUWAGENDA
heeft elf roadmaps gemaakt en zes horizontale thema’s opgesteld. Doel: in 2050 CO2-neutrale gebouwen en alles circulair gebouwd. Daarnaast is klimaatadaptatie een groot onderwerp op De Bouwagenda.
ER IS EEN REVOLUTIE NODIG
Wientjes pleit dan ook voor een revolutie. “Het ontbreekt de bouw aan een overkoepelende visie. En misschien nog wel belangrijker, iedereen blijft in zijn eigen zuil hangen, de verkokering is groot.” Wientjes: “Er moeten duizend woningen per dag verduurzaamd worden. Als we een goede dag hebben halen we momenteel misschien tien huizen. Er is uitgerekend dat we in dit tempo de doelen in 2350 pas halen. De Bouwagenda kent een enorm complexe opgave, vertelt
geen rekening gehouden met revolutionair bouwen. De regelgeving werpt alleen maar barrières op.”
TENDERSYSTEEM
De toeleveringsbedrijven kunnen nu geen grote getallen afzetten, signaleert Wientjes. “Dit maakt dat de kostprijzen van veel innovatieve producten hoog blijven.” Reden voor de Bouwagenda om een tendersysteem te ontwikkelen dat eerder is gebruikt bij de windmolenparken. “Door de investeringsslag van de industrie is daar nu geen subsidie meer nodig. Dit tendersysteem is specifiek bedoeld voor het verduurzamen van woningen.” Wientjes: “Het idee is om het aantal te verduurzamen woningen in een akkoord vast te leggen. Daarmee weet de industrie wat de opgave voor de komende jaren is.
40 B+U 6 2018
Die kunnen investeren. Dan kunnen warmtepompen in prijs omlaag, maar ook isolatiematerialen. Uiteindelijk moet het zichzelf gaan bedruipen. Daar is wel een kennisinstituut voor nodig, vertelt Wientjes. “We hebben hiervoor net een handtekening gezet met UNETO VNI, Bouwend Nederland, Ingenieurs NL, TNO, drie ministeries (BZK, I&W en EZK) plus de TU’s, TNO en diverse hbo-instellingen. Dit nu nog virtuele instituut gaat tenders uitschrijven om baanbrekende innovaties te ontwikkelen. Bedrijven komen in aanmerking voor een TKI of PPS-toeslag, dat is al toegezegd door EZK.” Daarmee is de bouw Topsector geworden, vertelt Wientjes. “Ik mag het eigenlijk niet zeggen van het kabinet, maar we krijgen als bouw alle faciliteiten die de Topsec-
inzichtelijk te maken, daarnaast helpt een Energierobot om het feitelijk gebruik in kaart te brengen. Prima initiatieven, maar het stopzinnetje: “En dat zouden andere banken ook moeten doen” kwam net iets te vaak voorbij. De presentatie van Göbel voelde hierdoor toch een beetje als: ‘wij van wc-eend adviseren wc-eend.’
SENSOREN KRIJGEN SOMS VLEUGELS
Gelukkig was er tijdens de Smart Building Summit ook ruimte voor een paar mooie praktijkvoorbeelden. Koen Matthijs CEO van MCS Solutions heeft als motto: meten is weten. “Als je spreekt over smart technology dan heb je het eigenlijk over sensorgegevens. Die sensorgegevens hoeven niet per se van nieuwe sensoren te zijn. Ze kunnen ook bestaan uit bestaande gebouwbeheersystemen of uit vaste inlichtingen van stoelen, tafels en lichtarmaturen. Je wilt monitoren wat er in het gebouw
“De verduurzamingsslag heeft een praktische agenda nodig.” MAXIME VERHAGEN VOORZITTER VAN BOUWEND NEDERLAND
toren ook hebben. Een ander wapenfeit in de duurzame strijd is het digitaal aanbesteden. “Er is een convenant afgesloten waarin staat dat er in 2021 uitsluitend nog digitaal wordt aanbesteed.”
gebeurt en zo slim mogelijk bijsturen. Je kunt zo mogelijk de vierkante meters reduceren, je werkt aan duurzaamheid en je kunt geld besparen”, aldus de gedreven Matthijs.
WC-EEND
Tevreden is een belangrijke factor, weet hij. “De mensen moeten graag voor je willen werken.” Matthijs signaleert dat communicatie met de gebruiker belangrijk is. “Mensen saboteren sensoren als je niet oplet. Tien à twintig procent van de sensoren wordt verwijderd of krijgt plots vleugels. Dat heeft met een gebrekkige communicatie te maken. Als je niet weet wat er met de sensorgegevens gebeurt, creëer je weerstand. Dat heeft met privacy te maken, maar ook met een gevoel van controle.”
Ook algemeen directeur ING Real Estate Finance Peter Göbel kwam tijdens de Smart Building Summit aan het woord over het verduurzamen van vastgoed. “Veertig procent van de CO2-uitstoot in Nederland komt van gebouwen en dat moet omlaag. Alleen het gaat niet snel genoeg met het verduurzamen”, concludeerde Göbel. In de sector ontbreekt een sense of urgency, daarnaast is er een gebrek aan kennis. Reden voor Göbel en consorten om vastgoedeigenaren te verplichten om hun gebouwenvoorraad te gaan verduurzamen. Zo niet, dan wil ING ze niet meer als klant. Daarin staat de klant overigens niet alleen. De bank heeft een app ontwikkeld om labelsprongen gemakkelijk
Je moet met een gebouw transformeren van een statisch naar een dynamisch proces. “Waarom zou je altijd op de zelfde manier evenveel voedsel klaar maken elke middag, als je weet dat het gebouw niet elke dag op
B+U 6 2018 41
dezelfde manier wordt gebruikt? Op basis van de data kun je dat gaan aansturen.”
THE EDGE IS NIET ECHT EEN SLIM GEBOUW
Jeroen Lokerse, head of the Netherlands van Cushman & Wakefield werkt nauw samen met Koen Matthijs van MCS Solutions om tevreden gebruikers te krijgen in gezonde gebouwen. Lokerse: “Je moet laten zien wat je met de data doet in gebouwen. Deloitte zit in het ‘slimste gebouw van de wereld’ The Edge. Ik vind het gebouw zelf niet bijzonder slim. Maar Deloitte heeft als doel dat zij het personeel met zo’n gebouw langer aan zich kunnen binden. Als ze belangrijk personeel inderdaad langer kunnen vasthouden dan levert dat ze belachelijk veel geld op, want ze hoeven minder te investeren om talent aan te trekken. Dat is gewoon slimme marketing die ze hebben toegepast. Dat is niet erg, doe dat vooral. Dan
van de TU/E vonden we als team een BREEAM Outstanding- certificering passender. De TU/E bekleedt met dit onderwijsgebouw nu eenmaal een voorbeeldfunctie voor de rest van de wereld. Het zat niet in het eerste ontwerp, maar gedurende het ontwerpproces kwam er opeens een ontwikkeling bij. De TU/E wilde van het gebouw een levend lab maken. Vervolgens trad partner ILI (Intelligent Lighting Institute) toe tot het team. Met het Living Lab is het de bedoeling dat door slimme verlichting in het gebouw winterdepressie wordt tegengegaan, vertelt Vermeulen. “Straks krijgen studenten - waar ze ook in het gebouw gaan zitten - de juiste gewenste hoeveelheid licht op het werkblad. Iedere student heeft een eigen IP-adres waar de lichtarmatu-
kun je daaraan zorgen dat het een duurzaam gebouw wordt. Data is key.”
ren op reageren. Connected Office van Philips vormt het uitgangspunt in het onderzoek.”
WINTERDEPRESSIE
De TU kan gedrag van de gebruikers gaan beïnvloeden, vertelt Vermeulen. “Juist studenten hebben veel winterdepressie, nu gaat het ILI hier verschillende lichtscenario’s testen.” In de centrale hal komt straks een enorme kroonluchter in twee delen die werken als videoscherm. “Deze laat zien wat de gebruikers doen in het gebouw en hoeveel energie er wordt gebruikt. Een puntje is nog wel de privacy en de dataveiligheid, maar daar wordt aan gewerkt.”
In Atlas - het hoofdgebouw van de TU Eindhoven - speelt data ook een belangrijke rol. Voor de renovatie stond TEAM RSVP garant. Het Atlas-gebouw is een long build uit de jaren vijftig. Atlas heeft een nieuwe slimme gevel gekregen die om de bestaande staalconstructie is getrokken. De gevel heeft drievoudige zonwerende beglazing. Architect Do Janne Vermeulen: “Deze is gecombineerd met een binnenzonwering die reflecteert. Hiermee werkt de gevel net zo goed als een dubbele huidfaçade.” Na renovatie - eind 2018 - draait het gebouw volledig op het campusbrede wko-systeem. “Een gasaansluiting komt er niet aan te pas.” Vermeulen: “Al snel bleek dat het BREEAM Excellent-certificaat eenvoudig te halen zou zijn. Gezien de ambitie
Dakenpraat
Korting op uw dakbelasting De tijden zijn ook binnen de dakenbranche na de crisisperiode weer volledig veranderd. We praten nu niet meer over kortingspercentages en onderhandelen niet meer over de laagste prijs. We maken nu afspraken over de alsmaar stijgende materiaalprijzen en spreken nog alleen maar over het leveren van duurzame, circulaire kwaliteit. Hoe mooi is het dat deze thema’s inmiddels centraal staan bij de afrondende gesprekken met u als opdrachtgever?
RGS Van de snelheid waarmee momenteel RGS contracten (Resultaatgericht Samenwerken) voor langdurig dakonderhoud worden uitgerold konden we tijdens de crisis alleen van dromen. Er wordt eerst gesproken over de gewenste en beoogde kwaliteit door de opdrachtgever. En middels vooraf vastgestelde prestatie eisen wordt de verantwoordelijkheid ondergebracht bij een aantal dakbedekkersbedrijven. De duurzame prestatie op langere termijn staat centraal, niet de kosten op korte termijn. Over het algemeen gaat het hier echter over afspraken met grotere woningbouw corporaties en gemeenten. Opdrachtgevers die de capaciteit en middelen hebben om te kiezen voor kwaliteit en zo uiteindelijk op de lange termijn op alle vlakken beter uit zijn, ook
qua kosten. Met als resultaat een tevreden opdrachtgever, een tevreden bewoner en een opdrachtnemer die gewoon eerlijk geld kan verdienen. MVO Ook vanuit het MVO-perspectief (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) zijn er mogelijkheden om een opdrachtgever te bedienen. De dakdekker als opdrachtnemer
kan bijvoorbeeld samenwerken met een organisatie als Trees For All, een organisatie die zich inzet voor een beter klimaat door wereldwijd bomen te planten. Via Trees For All kan men ook middels een plan van aanpak de eisen vastleggen om een aanbesteding CO2-neutraal te realiseren, doordat er vanuit de opdrachtnemer bomen gepland worden die de uitstoot van het project compenseren. In plaats van te onderhandelen over die laatste euro’s, wordt gepraat over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Dakbehoud Nederland heeft recent dit jaar nog 216 bomen geplant op verschillende locaties dankzij klanten die voor het idee gevoelig waren. INVESTERINGSREGELINGEN Lang niet iedere opdrachtgever en opdrachtnemer is zich ervan bewust dat ook het gebruik van specifieke dakmaterialen en/of bevestigingsmethoden een aanzienlijk belastingvoordeel kan opleveren voor de eigenaar van het pand. Er zijn drie investeringsregelingen waar een opdrachtgever aanspraak op kan maken, als zij hun dak willen renoveren en/of verduurzamen. • Regeling willekeurige afschrijving milieuinvesteringen (Vamil) • Regeling Milieu-investeringsaftrek (MIA). • De Energie-investeringsaftrek (EIA)
De MIA en de Vamil regeling maken het investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen extra aantrekkelijk. Daarnaast stimuleert de EIA investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen, zoals het verbeteren van dakisolatie.
GEEN TWEELAAGSE BITUMINEUZE DAKBEDEKKING? Binnen deze investeringsregelingen komen wij alleen wel een discutabel punt tegen. De regelingen gelden voor vegetatiedaken, waterberging op daken, dakisolatie en dakisolatie in combinatie met witte dakbedekking. Tevens ook voor duurzame éénlaagse bitumineuze dakbedekking, mechanisch bevestigd, geföhnd met terugname garantie na einde levensduurverwachting. Het is op zich logisch dat niet alle dakbedekkingsmaterialen opgenomen zijn in de milieulijst, maar moeten we echt afstappen van die betrouwbare tweelaagse bitumineuze dakbedekkingssystemen, vanuit een bewuste milieukeuze in het kader van minder materiaalgebruik? Het zal in ieder geval niet de eerste keuze van een kwaliteitsdakdekker geweest zijn, al zijn er uiteraard wel degelijk enkele bitumineuze dakbanen op de markt die de belofte waar kunnen maken en onder Dakmerkgarantie zouden gerealiseerd kunnen worden.
Met de energie investeringsaftrek kan een opdrachtgever 54,5% van zijn investeringskosten in het aanbrengen van dakisolatie aftrekken van zijn fiscale winst. Daardoor betaalt hij minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting en bespaart hij uiteraard ook op zijn energiekosten. Door de milieu-investeringsregeling Vamil, waar o.a. daktuinen onder vallen, krijgt de opdrachtgever de mogelijkheid om 75% van een investering op een willekeurig moment af te schrijven. Door af te schrijven in het jaar waarin het voor de opdrachtgever het beste uitkomt, vermindert hij zijn fiscale winst. Dankzij de MIA kan de opdrachtgever profiteren van een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst; bovenop de andere fiscale aftrekmogelijkheden zoals de willekeurige afschrijving. Hij mag 13,5%, 27% of 36% van het investeringsbedrag extra ten laste brengen op de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. Gemiddeld leveren deze regelingen de opdrachtgever een netto voordeel op van minstens 7% tot wel 9% van de directe investering op het dakbedekkingssysteem en ook aanvullende maatregelen. Zo heeft de opdrachtgever, met het juiste advies van de dakdekker uiteindelijk 9% korting gekregen!
De producenten van bitumineuze dakbedekking zijn vanwege de eindige fossiele grondstoffen in de bitumineuze dakbaan wellicht eerder gedwongen geweest om te zoeken naar duurzame oplossingen en hebben zodoende de kans gegrepen om op de milieulijst 2018 te komen. Hierdoor hebben ze in dit opzicht een voorsprong op producenten van kunststof en EPDM dakbedekking. Wij verwachten dat in de toekomst de milieulijst aangevuld zal worden door deze producenten, zodat wij samen meer keuze hebben bij een dakrenovatie. Laat de dakenbranche met haar opdrachtgever gemeenschappelijk een circulaire weg inslaan en dit ook samen verder uitdragen. Zet in op MVO en gebruik de mogelijkheden die de belastingdienst ons bied! Erik Steegman NDA
B+U 6 2018 45
Techniekcomponent in de bouw
GROEIT SNEL
In vele sectoren, waaronder de gebouwde omgeving, groeit het belang van de techniekcomponent razendsnel. UNETO-VNI, de ondernemersvereniging voor de installatiebranche en de technische detailhandel, heeft - samen met zes andere organisaties in de installatiebranche - TNO en Panteia gevraagd de impact daarvan voor de diverse marktsegmenten in kaart te brengen. Conclusies van de toekomstverkenning Connect2025 zijn onder meer dat grenzen tussen technische branches vervagen en het steeds moeilijker is gekwalificeerd personeel te vinden. TEKST JACQUES GELUK
46 B+U 6 2018
Z
es nauw met elkaar verbonden thema’s bepalen over zeven jaar het aangezicht van de technische installatiebranche: verstedelijking, de reductie van CO2-uitstoot en afval, het toenemend belang van data, het verdwijnen van grenzen tussen branches, de aansluiting van het onderwijs op de praktijk en nieuwe werkwijzen met bijbehorende bedrijfsmodellen. Het in goede banen leiden van de trek naar de steden is bijvoorbeeld alleen mogelijk door slim om te gaan met ICT. Slimme concepten op het gebied van bouwen, energie en mobiliteit houden steden straks leefbaar. Erik van Engelen, algemeen directeur van UNETO-VNI, merkt op dat de toekomst al is begonnen. “Je ziet steeds meer hoogbouw, met appartementen in allerlei soorten en maten, variërend van 40 tot 180 m2. Op 2 juni heb ik samen met Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, de Dag van de Bouw geopend op Katendrecht (Rotterdam). Een voormalige industriële loods wordt daar getransformeerd in hoogbouw met onder andere een appartementencomplex. Het bijzondere is dat de toekomstige bewoners zelf de grootte en indeling van hun appartement mogen bepalen. Dit soort modulaire keuzes gaan we steeds vaker tegenkomen.” Bovendien is de wijze van techniekimplementatie daar al in lijn met de verwachtingen voor 2025. Van Engelen vertelt hoe technici de bedrading/bekabeling, die voor elk appartement op maat is ontworpen, pal naast het gebouw in een raamwerk verwerken, dat ze vervolgens omhoog takelen en op de vloer leggen of aan het plafond monteren. Daarna volgt de afwerking. “Dat is echt het nieuwe installeren.” Ontwerpers houden tegenwoordig rekening met domotica (huisautomatisering), Internet of Things en grotere datastromen. “Slimme woningen en gebouwen moeten zijn voorzien van een goed communicatiesysteem voor en tussen alle op internet aangesloten apparaten, inclusief steeds meer huishoudelijke apparatuur.” UNETO-VNI anticipeert op deze ontwikkeling door met de aangesloten technische detailhandel (denk aan Mediamarkt en BCC) én de installatiebranche binnen een goed protocol zuivere afspraken te maken over het zodanig aanleggen van draadloze netwerken dat ze elkaar niet storen. “Een wifi-zendertje om in de huiskamer te kunnen internetten voldoet niet meer, systemen moeten betrouwbaar zijn, zeker als bijvoorbeeld ouderen ze gebruiken om in noodsituaties alarm te slaan. We zijn al ver, maar zetten daarin zeker nog stappen.” Van Engelen benadrukt dat techniek wat betreft bouw en infra de grootste component is, die nog meer aan belang zal winnen. “Zeker als het gaat over renovatie-woningbouw. Dan praat je over zeventig à tachtig procent van de totale bouwsom. Vooral in bijvoorbeeld verzorgings- en ziekenhuizen en openbare gebouwen is die techniek heel specifiek. Daar komt zoveel bij kijken.” Enthousiast noemt Van Engelen het ‘fantastische’ nieuwbouwcomplex van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in Den Haag ‘met die markante hoge toren’. “Op allerlei plekken zijn datanetwerken geïmplementeerd, werken draadloze apparaten en zijn slimme brandmelders geïnstalleerd. Al die techniek is aangepast op gebruik en gedrag. Als je binnenloopt gaat gelijk de verlichting aan in jouw zone.
Gebouwen worden in hoog tempo slim. Dat wordt straks normaal.”
TRANSFORMATIE
De transformatie in de installatiebranche gaat niet op alle onderdelen even snel. “Wat datatechniek betreft kunnen we alles leveren wat de klant vraagt, maar die kent vaak de mogelijkheden niet en vraagt er dus niet naar. Terwijl grootschalig verzamelen en analyseren van data een schat aan informatie oplevert. Denk aan meer energiezuinigheid of efficiënter beheer en onderhoud. Wat aardgas betreft ligt het anders. Daarvan heeft de overheid duidelijk gezegd dat we op termijn helemaal af moeten van het Slochterengas. Tenzij er zwaarwegende bezwaren zijn mogen nieuwbouwwoningen sinds 1 juli niet meer worden aangesloten op aardgas, vanaf 1 januari is alle nieuwbouw echt aardgasvrij.” De vraag is echter of de bouwkolom voldoende is voorbereid op de transformatie naar laagtemperatuurinstallaties met
erik van engelen, algemeen directeur uneto-vni
warmtepompen, die goed geïsoleerde huizen gelijkmatiger, constanter en milieuvriendelijker verwarmen dan de traditionele centrale verwarmingsinstallaties. “Ik denk dat we op dat gebied nog een uitdaging hebben. We zijn daarom bezig met het inrichten van cursuslocaties, waar we Nederlandse monteurs in hoog tempo kunnen opleiden voor de warmtepomptechnologie”, zegt Van Engelen. “In de nieuwbouw zien we vooral toekomst voor de volledig elektrische warmtepomp. Zeker in combinatie met zonnepanelen zullen de energiekosten fors lager uitvallen, maar de initiële investering is wel hoger dan bij een traditionele cv-installatie. Voorlopig kunnen we vooral in bestaande bouw vooruit met hybride warmtepompen. Die onttrekken bijvoorbeeld warmte aan de buitenlucht en leveren zo duurzame warmte.” Alleen wanneer het buiten heel koud is, zorgt de cv-ketel voor extra capaciteit die in dat geval nodig is om de woning van warmte en warm water te voorzien. Hybride pompen zijn goedkoper en gebruikers besparen tot wel 40 procent op hun gasgebruik. “Samen met een aantal andere organisaties heeft UNETO-VNI een manifest uitgebracht waarin we voorstellen vanaf 2021 alleen nog cv-ketels te plaatsen in combinatie met een duurzaam alternatief, zoals een hybride warmtepomp of een z onneboiler. Dit is nadrukkelijk géén verbod op de traditionele cv- installatie. Daarom moeten de monteurs zowel verstand hebben van traditionele gasinstallaties als van warmtepompen. De markt verandert niet van
B+U 6 2018 47
“De toename van technologie in alle marktsegmenten én de energietransitie leiden ertoe dat de komende jaren 15.000 tot 20.000 nieuwe technici nodig zijn in de installatiebranche.” ERIK VAN ENGELEN ALGEMEEN DIRECTEUR UNETO-VNI
48 B+U 6 2018
vandaag op morgen. We zullen nog jarenlang cv-ketels plaatsen in de bestaande bouw en al die toestellen moeten we goed onderhouden. Wat betreft UNETO-VNI zouden we de huidige gasinfrastructuur moeten behouden, omdat die enorm solide is en geschikt om ook andere soorten dan Slochterengas te transporteren, zoals duurzaam gas, waterstof of buitenlands gas.”
‘NUL IS DE TOEKOMST’
‘Nul is de toekomst’ staat in het rapport Connect2025. “Dat betekent dat we uiteindelijk zonder additionele CO2-uitstoot door het verbranden van fossiele brandstoffen aan de complete energiebehoefte kunnen voldoen. De uitdaging is te bereiken dat we straks als de zon schijnt en de wind waait in voldoende mate elektriciteit kunnen opwekken en ook duurzaam gas kunnen produceren met elektrolyse of via industriële processen. Dat gebeurt echter vaak op andere momenten dan wanneer de energievraag hoog is, bijvoorbeeld als het koud en donker is. Daarom moeten we op zoek naar een transformatiemodel, waarbij we kortstondig energie kunnen opslaan. Bijvoorbeeld door een accu in de ruimere meterkast of in de wijk, of opslagtanks voor gas dat ’s zomers niet wordt gebruikt.” Het is al mogelijk woningen volledig zelfvoorzienend te bouwen. Een beproefde slimme bouwmethode is gebruikmaken van warmte-instraling, met grote ramen aan de zuidkant en geen of kleine ramen aan de noordzijde. Ook het opslaan van warmte in steen in de vorm van vloer- of muurverwarming is en goede manier om huizen gelijkmatig op temperatuur te houden. Steen houdt warmte lang vast. In combinatie met zonneboilers en -panelen die elektriciteit genereren kunnen bewoners zelfs energie overhouden. “Helaas zijn de huizen die we nu realiseren vijf jaar geleden ontworpen en daarin is nog geen rekening gehouden met de recente ontwikkelingen. Het was toen crisis en we hadden heel andere ideeën over de kostprijs van woningen”, aldus Van Engelen.
PERSONEELSTEKORT
“Het tekort aan gekwalificeerd personeel is momenteel een probleem voor alle technische branches. Er is vergrijzing en te weinig jongeren kiezen voor een technische opleiding. Dat geldt niet alleen voor de bouw, ook voor de automobielindustrie en de metaalsector. Wij roepen de hulp in van het ministerie van Onderwijs daarin verandering te brengen. Daarnaast proberen we met minder mensen toe te kunnen door processen anders in te richten, installaties met andere technieken aan te leggen en onderhoud slimmer en efficiënter uit te voeren. In de automobielsector is dat al een feit. Nieuwe auto’s hoeven al lang niet meer na 5.000 kilometer terug naar de garage voor een doorsmeerbeurt. De eerste 30.000 kilometer hoef je überhaupt niet meer langs te komen. Ook het beheer en onderhoud van technieken de we toepassen in huizen, gebouwen, infrastructuur en de industrie wordt steeds efficiënter. Dat moet ook want de installatiequote, het aandeel installatietechniek in een project, blijft toenemen. De toename van technologie in alle marktsegmenten én de energietransitie leiden ertoe
dat de komende jaren 15.000 tot 20.000 nieuwe technici nodig zijn in de installatiebranche”, zegt Van Engelen. “ De problematiek is enorm, maar de sector komt met creatieve oplossingen om het werk gedaan te krijgen. Er zijn al installatietechnische projecten waarbij we statushouders inzetten.” UNETO-VNI-voorzitter Doekle Terpstra is aanjager van het Techniekpact. Dit brede samenwerkingsverband tussen overheden en het bedrijfsleven is bedoeld om de techniekinstroom te stimuleren en te zorgen voor een landelijk dekkend netwerk van techniekopleidingen. “In het recente verleden zijn er helaas veel mbotechniekopleidingen gesloten. Onbegrijpelijk gezien de enorme opgave van de energietransitie, maar het is wel gebeurd.”
GELIJK- EN WISSELSPANNING
Ten slotte benadrukt Van Engelen dat de installatiebranche niet denkt in problemen, maar in oplossingen en innovaties. “We wekken steeds meer energie op met zonnecellen. Die leveren gelijkstroom, die we met omvormers omzetten naar wisselstroom en soms opnieuw naar gelijkstroom. In dat proces gaat steeds energie verloren, vooral in de vorm van warmte. Dat is bizar. Bovendien zijn elektronische componenten, die veel grondstoffen bevatten, nodig om deze omzettingen te regelen. Voor sommige toepassingen zien we mogelijkheden voor een transitie naar gelijkstroom. Dat vraagt om nieuwe afspraken over protocollen en spanningen en aanvankelijk ook flinke investeringen, maar uiteindelijk is het goedkoper, want alle omvormers en adapters kunnen weg. In eerste instantie moeten we apparaten nog zowel op het stopcontact als de gelijkspanningsrail kunnen aansluiten, maar als alle leveranciers van bijvoorbeeld tv’s en computers meewerken is uiteindelijk het laatste de standaard.”
B+U 6 2018 49
Vakmensen die de weg kennen
• Zagen op maat • Aanbrengen en aansluiten detectielussen • Aanbrengen en aansluiten Vri-lussen
DuoZaag BV | Nijverheidstraat 63, 6681 LN Bemmel | T 0316-371046 | info@duozaag.nl | www.duozaag.nl
13757
3 miljard kilometer rioleringsnetwerken in Europa veroudert onder onze voeten. Tegelijkertijd zetten verstedelijking en toenemende regenval nog meer druk op onze stadsinfrastructuur. Dat is waarom we Wavin Spotlight hebben gemaakt. Een project dat riolen en p stormwater management in de schijnwerpers zet, waardoor een toekomstbestendige stad ontstaat. Hier delen we kennis en ideeën over belangrijke onderwerpen.Ontdek hoe op:
www.wavin.nl/spotlight
13966
13775
STOELENDANS GEMEENTELIJK VASTGOEDLAND De aantrekkende arbeidsmarkt biedt veel vastgoedmensen in de publieke sector de gelegenheid van baan te verwisselen. Er is een heuse stoelendans gaande, constateerde Bouwstenen voor Sociaal, platform voor maatschappelijk vastgoed. Zo maakte het hoofd van de vastgoed afdeling van de gemeente Breda een transfer naar Apeldoorn en stapte die van Leiden over naar Gouda. De gemeenten Tilburg en Haarlem mochten eveneens een nieuw
hoofd vastgoed begroeten. Ook specialisten als vastgoedeconomen, juristen en deskundigen op het gebied van duurzaamheid maken van het momentum gebruik om van werkkring te veranderen. Ingrid de Moel, directeur van Bouwstenen: “Het feit dat veel gemeenten bezig zijn hun vastgoedmanagement te professionaliseren biedt nieuwe kansen op de arbeidsmarkt. Waar mensen vroeger hun carrière begonnen bij een gemeente en dan
doorstroomden naar een grote corporatie of de marktsector, zien we nu een andere beweging. Een mooi voorbeeld daarvan is het hoofd Bedrijfs- en maatschappelijk onroerend goed van een grote corporatie in de Randstad, die aan de slag gaat als hoofd vastgoed bij de gemeente Haarlem. Het zijn mensen die het vastgoedvak verstaan en maatschappelijk relevant werk willen doen. Dat kan steeds vaker en beter ook bij een gemeente.”
52 B+U 6 2018
B+U 6 2018 53
INTEROPERABILITEIT
WORDT SLEUTEL IN
GEBOUWTECHNIEK
54 B+U 6 2018
Interoperabiliteit heeft niets met opera of operette te maken. Het is ook niet de naam van een nieuw ontdekte aandoening. In de kern betekent dit woord de mate waarmee producten via software met elkaar kunnen communiceren. Het begrip en haar uitwerking is goed te vergelijken met de euro. Interoperabiliteit is een belangrijk begrip én onderwerp wanneer er gesproken wordt over het internet der dingen, oftewel: ‘the internet of things’. TEKST MAARTEN VAN DER BOON
E
r zijn verschillende vormen van interoperabiliteit. Dit artikel spitst zich op technische interoperabiliteit. Laat u zich hierdoor niet afschrikken, het blijft leesbaar óók voor de niet techneut. Om het onderwerp goed te begrijpen, leest u eerst een klein beetje techniek. Vervolgens snel gevolgd met een vertaalslag naar functionaliteit, waarmee het onderwerp al een stuk dichterbij komt. Tot slot ontvangt u enkele voorbeelden.
INTEROPERABILITEIT, TECHNIEK IN BEGRIJPELIJKE TAAL
Wanneer er een functionerend netwerk van verschillende producten en systemen gewenst is, dan is interoperabiliteit een vereiste om dit tot stand te brengen. Je spreekt ook pas over technische interoperabiliteit, wanneer apparaten en (deel)systemen aan een aantal voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten zij onderling kunnen communiceren en samenwerken. Vervolgens mag er geen verlies van functionaliteit of prestaties optreden bij vervanging van één of meer van de apparaten of (deel) systemen. En nu komt het: óók niet als de vervangende apparaten of (deel)systemen afkomstig zijn van andere leveranciers of ontworpen en gebouwd zijn op basis van andere principes. Interoperabiliteit gaat dus verder dan technische uitwisselbaarheid. Om dit voor elkaar te krijgen zijn standaarden, protocollen en procedures nodig. In praktische zin draait het hier vaak om open interfaces, technische communicatie en data-integratie. Een laatste voorwaarde is, wanneer het gaat om een fysiek product of apparaat, dat de gebruiker geen speciale moeite hoeft te doen in het verbinden met een ander apparaat of systeem. Met het voorgaande is de relatie naar het internet of things snel te maken. Steeds meer producten hebben slimme micro-communicatietechnologie. De toepassing overstijgt de in de installatiebranche overbekende producten. Denk bijvoorbeeld ook aan producten als
kleding, meubilair, sieraden of vervoersmiddelen. In het onderling verbinden (of connecteren) en integreren van deze technologieën wil de gebruiker niet - zonder dat hij of zij daarvoor bewust gekozen heeft - gehinderd worden door merkafhankelijkheid.
MERKONAFHANKELIJKHEID WORDT DOORSLAGGEVEND IN OPLOSSINGEN
In de installatiebranche worden de vergaande technische integraties in de utiliteitsbouw gebouwautomatisering en in de woningbouw domotica genoemd. Bij beide begrippen staat centraal het integraal laten samenwerken van verschillende technologieën in en om het gebouw. Om meer functionaliteiten te creëren voor de gebruiker. En daardoor vaak aangevuld met allerlei diensten. Met welk doel vraagt u zich misschien af? Dat hangt af van de omgeving waar de toepassing plaatsvindt. In woningen bijvoorbeeld tot verhoging van het wooncomfort en een vriendelijker energierekening door
DE INTEROPERABILITEIT VAN DE EURO Met een euromunt reken je af bij de kassa, hij past in betaalautomaten en zelfs in een boodschappenkarretje. Niet alleen in Nederland, maar bijna in heel Europa. Het zou mooi zijn als bij gebouwautomatisering of domotica of in bredere technologie ook één norm bestaat. Systemen en producten zijn wel ontwikkeld volgens bepaalde standaards. Maar ze begrijpen elkaar vaak niet, juist omdat er zoveel verschillende standaarden zijn. Voor wie dit nog weet: het is vergelijkbaar met de verschillende muntenstelsels die we hadden vóór de invoering van de euro. De uitdaging ligt in het gegeven dat er wel duizenden verschillende technologiestandaards bestaan. Hoe krijgen we het ooit voor elkaar dat ál die systemen elkaar begrijpen, met elkaar communiceren en samenwerken? Natuurlijk is dit niet zozeer een technisch probleem. Het heikele punt ligt veel meer op het vlak van commerciële en marktbelangen.
B+U 6 2018 55
“Om techniek met elkaar goed te laten samenwerken, klinkt de roep om vrije connectiviteit steeds sterker.�
56 B+U 6 2018
meer grip op het energieverbruik. In een school- of kantooromgeving tot een beter gebouwbeheer of -exploitatie. En in een zorgomgeving om te voorzien in zelfredzaamheid en verbetering van welzijn of voorzieningen om het blijvend thuiswonen mogelijk te maken. En ter ondersteuning van de zorgprofessionals. Met de toename van allerlei technieken neemt ook de complexiteit van dit samenspel toe. Zowel de ‘aanleg’ als het beheer vraagt om een andere aanpak dan de bouwen installatiesector gewend is. Om techniek met elkaar goed te laten samenwerken, klinkt de roep om vrije connectiviteit steeds sterker. Op andere terreinen zijn de eerste voortekenen om aan deze roep gehoor te geven al zichtbaar. Het volgende voorbeeld is vast voor iedereen herkenbaar: de USB. Er is gekozen voor één duidelijke interoperabele oplossing voor de energievoorziening van apparaten tot maximaal 100 watt (smartphone/tablet, tafellamp, beeldscherm etc.) én zonodig eventuele datauitwisseling tussen apparatuur. Europa heeft besloten dat USB-c de universele standaard gaat zijn. Denkt u eens in: geen kabeltjesgedoe meer bij het laden van smartphones van verschillende merken. Accessoires die merkonafhankelijk, moeiteloos onderling uit te wisselen zijn. En als u dan toch bezig bent: bedenk dit eens in het groot naar gebouwen en woningen.
DE UTOPIE VAN ÉÉN STANDAARD
In de discussie over standaarden en merkonafhankelijkheid werd de oplossing jarenlang gezocht in het hebben van die ene ultieme ‘open standaard’. Duimdikke rapporten zijn hierover geschreven en vele woorden over gezegd. En nog steeds is deze ‘standaard’ er niet. Die komt er ook niet, om reden van de economische marktbelangen en -werking. Ik pleit er dan ook voor om deze discussie te stoppen en het te gaan hebben over de mate van interoperabiliteit. Een transparante vorm van connectiviteit waarmee via verschillende standaarden, protocollen en procedures product A zowel kan communiceren met systeem of product B als met systeem of product C tot en met Z. De aanbodzijde (fabrikanten) moet deze open connectiviteit mogelijk maken. Vanuit de vraagzijde (markt, installateurs, system integrator) moet de roep naar merkonafhankelijke technologie krachtiger worden. En de overheid doet er goed aan om in haar subsidiebeleid op technologische innovaties hieraan significant méér aandacht te geven. Vendorlock-oplossingen (technologisch gesloten systemen of producten) zijn achterhaald en passen niet in een wereld, waarin via internet alles met alles wordt verbonden. Interoperabiliteit, of open connectiviteit, bevordert technologische innovatie. Gaat zo daadwerkelijk een bijdrage leveren aan bijvoorbeeld complexe maatschappelijke vraagstukken. U weet wel, die vragen waarbij in het antwoord een onmiskenbare rol voor technologie is weggelegd.
INTEROPERABILITEIT GAAT OVER ‘INTERNET OF EVERYTHING’
Techniek is onlosmakelijk verbonden met ons dagelijks leven: audio, video, communicatie, energiebesparing, beveiliging, tablets en smartphones, smart bands of
DE BIG FOUR IN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN Met ongekende snelheid volgen de technologische ontwikkelingen elkaar op. Volgens deskundigen bevinden wij ons in het tijdperk van de digitale revolutie. Een tijdperk dat zich kenmerkt in vier grote technologische stromingen. Deze ‘big four’ hebben één ding met elkaar gemeen: ze zijn met elkaar ‘connected’. Er ontstaat een 1+1+1+1=5 synergieeffect. De wet van Moore optima forma? Afzonderlijk en in combinatie gaan deze ‘big four’ ons onvoorstelbare (nieuwe) mogelijkheden geven”: 1- Bio-technologie Energie uit radiogolven of waterplantjes, maar ook glucose-meting via een ooglens. Wie had aan deze mogelijkheden 10 jaar geleden gedacht? De ontwikkeling staat niet stil. Batterijproblematiek in kleine elektronica als bijvoorbeeld gehoorapparaten zijn binnenkort verleden tijd. Maar ook op de grote energievraagstukken gaat deze ontwikkeling een antwoord zijn. 2- Nano-technologie Wanneer energiebronnen anders en minuscuul klein worden, heeft het direct raakvlak met deze tweede ontwikkeling. Elektronica in nanometers, toegepast in de medische wereld om bijvoorbeeld een oplossing te vinden in de ziekte Parkinson. Maar ook in ons alledaagse wonen, werken, recreëren en zorgen. 3- Data-technologie Technologie wordt kleiner en daarmee de toepassingen steeds talrijker. Technologie gaat zo steeds meer invloed hebben op en in ons leven. In gelijke tred verzamelt deze generatie technologie doorlopend informatie. Informatie die met de juiste profiling en datamining steeds meer kan zeggen over u en mij. Soms méér dan dat wij zelf weten. 4- Cognitieve-technologie Wordt de invloed van technologie zo groot dat wij ons gedrag veranderen? “Niet de sterkste, maar diegene die zich het best weet aan te passen, overleeft”, heeft een wetenschapper uit vroegere tijden ooit gezegd. Onder deze vierde ontwikkeling kunt u ook de opmars van robots scharen. Bijzonder hoe bijvoorbeeld een aandoenlijk ogend en pluizig robotzeehondje een zeer demente dame weer in een vorm van contact kan krijgen.
smart watches, allerlei sensortechnologieën, ledverlichting etc. Het is ons zesde zintuig geworden. Veel van die technieken staan al niet meer op zichzelf en werken met elkaar samen. Zo geeft een alarminstallatie een bericht op je smartphone, eventueel aangevuld met beeld. Bedien je tussen de bedrijven door via jouw slimme thermostaat ook even de verlichting of zonwering. Of opent en sluit je auto automatisch de garagedeur. In het licht van de vier grote wereldwijde technologische ontwikkelingen (zie kader 2) is één ding zeker. Alles gaat met alles praten. Dit geeft onnoemelijke hoeveelheden data. Data die via slimme algoritmes automatisch vertaald worden naar informatie. Informatie die wij nodig hebben om ons inzicht en kennis op onderwerpen te verbreden. In deze kantelingen draait het straks niet meer om producten of systemen. Het gaat om de mate waarmee deze met elkaar verbonden zijn en hoe zij onderlinge gegevens uitwisselen. Met als doel de kwaliteit van het leven en het woon-, werk- en zorgcomfort en het leefplezier van ons allemaal te verhogen.
B+U 6 2018 57
FLEXIBEL, BETROUWBAAR EN ONDERSCHEIDEND!
Kijk voor al onze diensten op www.eekinfra.nl T: 0418-631013 E: info@eekinfra.nl 13913
GRONDVERZET SLOOPWERKEN LASSEN/SNIJDEN BOREN/ZAGEN/HAKKEN TRANSPORT VERHUUR MATERIEEL
www.piet-luyben.nl P. Luyben en Zn 023 - 547 38 10 info@piet-luyben.nl
13916
Wilt u ook graag zonder uitstoot inpandig werken? Bij ons te huur met of zonder bediening, leverbaar met diverse uitrustingsstukken. Tevens hebben wij ook een elektrische shovel op accu. Wij kunnen de machines op lokatie afleveren en ophalen. www.everts-gww.nl Tel. 06-54932240
WWW.ELEKTRISCHE-GRAAFMACHINE.NL
13918
58 B+U 6 2018 METZ NEDERLAND
Een gerenommeerd bedrijf in een nieuw jasje Sinds 13 november 2017 leidt Robby van Wijngaarden samen met zijn partner Suzanne de Deugd Metz Nederland. Als bedrijfsleider was van Wijngaarden al langer betrokken bij de bedrijfsvoering maar sinds de overname hebben zij hun eigen stempel op het bedrijf gedrukt.
M
etz Nederland stond al bekend als een degelijke en betrouwbare partner van bouwprojecten. Dat blijft ook zo, maar de nieuwe eigenaar heeft ingezet op een frisse uitstraling en een verdere professionalisering van het bedrijf. Als onderdeel van de frissere uitstraling is in 2016 het logo en de huisstijl vernieuwd. Het vernieuwde logo staat voor professionaliteit en vakmanschap. In een tijd waar duurzaamheid in de bouwsector een belangrijke rol speelt heeft Van Wijngaarden besloten daarop te anticiperen door het complete wagenpark te vervangen door moderne bedrijfswagens.
DIENSTEN
Naast de reguliere onderhouds- en renovatieprojecten wordt meer ingezet op projectmatig werken. Een van de nieuwe specialisaties van Metz Nederland is het renoveren en verbouwen van zorginstellingen. Dat vraagt een andere aanpak omdat deze werkzaamheden meestal worden uitgevoerd binnen een bestaande situatie. De werkzaamheden moeten goed worden voorbereid zodat er zo min mogelijk overlast ontstaat, bijvoorbeeld voor patiënten. De werkzaam heden worden vaak op incourante tijden verricht. Onze medewerkers
hebben geen negen-tot-vijf-mentaliteit en zorgen ervoor dat de klus op de juiste wijze wordt uitgevoerd.
PARTNEROVEREENKOMST
Sinds 1 februari 2017 is Metz Nederland onderhoudspartner van het Erasmus MC in Rotterdam. Robby van Wijngaarden: “Het Erasmus MC heeft destijds een aanbesteding uitgeschreven voor het dagelijks bouwkundig onderhoud, die wij hebben gewonnen. Inmiddels hebben we een breed projectteam geformeerd dat dagelijks inzetbaar is om alle voorkomende werkzaamheden op deze locatie uit te voeren. We zetten ons in voor een betere herstelomgeving van de patiënten en proberen zo min mogelijk overlast te creëren. Naast het dagelijks onderhoud voeren wij regelmatig projecten uit op deze locatie, maar ook voor verschillende andere omliggende ziekenhuizen!”
PROFESSIONALISERING
Metz Nederland is in september 2016 een partnerschap aangegaan met Isover Bouwpartner. Een aantal werknemers is intern opgeleid en door Isover op het hoogste niveau gecertificeerd. “Hierdoor zijn wij bevoegd woningen volgens de Isover-methode te isoleren en luchtdicht te maken. Regelmatig worden we benaderd en krijgen wij
METZ NEDERLAND B+U 6 2018 59
aanvragen voor isolatieprojecten op dit gebied. Omdat wij partner zijn kunnen we met specifieke vragen en problemen altijd terecht bij Isover zodat zij ons kunnen adviseren over een juiste productkeuze,� vertelt Van Wijngaarden.
PROFESSIONALISERING EN INNOVATIE
Omdat Metz Nederland naast het reguliere onderhouds- en renovatiewerk zich steeds meer richt op projecten moet er soms ook out of the box worden meegedacht met projecten. Een voorbeeld hiervan is het project aan de Gijsinglaan in Rotterdam. Begin 2017 heeft er een aanbesteding plaatsgevonden waarbij het budget samen met een aantal gebruikerseisen door de opdrachtgever zijn vastgesteld. De inschrijvers moesten hier zelf een passend ontwerp op verzinnen. Door out of the box te denken en de juiste partners erbij te betrekken is dit project aan Metz Nederland gegund. Inmiddels is het project naar volle tevredenheid van de opdrachtgever en gebruikers opgeleverd! Van een heel andere orde is de design en build opdracht in Leiderdorp. De opdracht luidde: Ontwerp een verhoogde vloer van 460 m2in een bestaande kelder, in een lichtgewicht uitvoering maar wel dermate duurzaam dat er meerdere scootmobielen geparkeerd kunnen worden. Omdat Metz Nederland is gespecialiseerd in het aanbrengen van een VBI PS-renovatievloer zijn ze aan de tekentafel gaan zitten met in het achterhoofd de eerder genoemde specificaties. Uiteindelijk is gekozen voor een kalkzandsteen tussenmuur voor de opleggingen en tussenopleggingen waarop de VBI vloer is aangebracht. Voor projecten, groot of klein, renovatie en onderhoud of voor verbouwingen in de meest complexe omgevingen; Metz Nederland is van alle markten thuis!
METZ NEDERLAND BV
Willem Barentszstraat 21 3124 LC Schiedam
T. 010 - 471 81 10
E. info@metz-nederland.nl I. www.metz-nederland.nl
60 B+U 6 2018 BBM LEDPRODUCTS
Moderne lichtoplossingen Het gebruik van ledverlichting heeft een enorme groei doorgemaakt. BBM Ledproducts richt zich volledig op import, fabricage en ontwikkeling van ledproducten. Led wordt wereldwijd de standaardverlichting en kent een zeer ruime toepasbaarheid. Veel bedrijven doen er alles aan om hun productielijn of dienstaanbod zo duurzaam en klimaatneutraal aan te bieden.
WIE ZIJN WIJ
B
BM Ledproducts is sinds 2007 gespecialiseerd in professionele ledverlichting en onderscheidt zich van andere ledbedrijven door jarenlange ervaring in het leveren en installeren van ledproducten voor bedrijfs- en industriële projecten. Het bedrijf levert niet alleen de verlichting maar kan ook complete lichtplannen met bijbehorende tekeningen en berekeningen aanleveren. Alle producten komen in aanmerking voor de Energie Investering Aftrek (E.I.A), waarbij 50% van de aanschafwaarde van de brutowinst mag worden afgetrokken. BBM Ledproducts kan vrijblijvend deze aanvraag begeleiden en verzorgen. BBM Ledproducts is leverancier voor o.a. sporthallen, sportvelden, bedrijfs- en fabriekshallen, magazijnen, kantoren, winkels, voedselindustrie. Bij een bestaande lichtsituatie wordt in overleg met de klant geprobeerd om de bestaande lichtpunten te hergebruiken. Bij nog te realiseren nieuwbouw wordt van de bouwtekening of het lichtplan uitgegaan om de juiste lichtsterkte, lichtmatigheid en aansluitpunten te berekenen. In beide gevallen zal er dan een digital lichtplan worden gemaakt (DIALUX). De benodigde lichtsterkte en kleurnuance is sterk afhankelijk van de bedrijfstak. Bij winkel-, etalage- en showroomverlichting is de kleurweergave erg belangrijk, want deze moet hetzelfde zijn als de uitlichting bij daglicht. Bij industriële projecten zoals hoge bedrijfshallen, is voldoende licht en lichtverspreiding op de werkvloer een belangrijk onderdeel van de juiste verlichting. Het bedrijf heeft veel ervaring in het begeleiden en leveren van producten voor projecten zoals de veiligheidverlichting van IJtunnel en de nieuwe Coentunnel in Amsterdam “Wij leveren kwalitatief hoogwaardige ledproducten met de allernieuwste ledtechnologie die al bij grote ondernemingen een uitge-
breide testfase hebben doorstaan. Op al onze producten geven wij vijf jaar garantie en tien jaar service garantie”, aldus Cor Born, eigenaar van BBM Ledproducts.
ENERGIEBESPARING
Led verbruikt veel minder energie en heeft een snelle terugverdientijd. Door gebruik te maken van bewegingssensoren en slimme regelen dimsystemen kan het energiegebruik nog verder worden terug-
gebracht. Omdat de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen kunnen bedrijven, verenigingen en instellingen hun nieuwe ledverlichting leasen. De ledverlichting wordt tegen een vast maandelijks bedrag geleased en is na een aantal jaren volledig eigendom van de leasé. BBM Ledproducts levert de allernieuwste ontwikkelingen op ledgebied zoals zeewaterbestendige ledarmaturen voor de scheepsvaart. Een product dat uitgebreid is getest op de Beringzee. Explosievrije ledarmaturen en IP69K Tri-Proof ledarmaturen die worden toegepast in de veehouderij en voedselindustrie. Ook ledverlichting om voedselproducten zoals, vis, vlees, groente en fruit kleurrijk uit te lichten zonder afgifte van UV straling zitten in het assortiment.
KLANTEN EN PROJECTEN
Op de website www.bbmledproducts.com staat een overzicht van een aantal afnemers en door BBM gerealiseerde ledprojecten.
BBM LEDPRODUCTS
Einsteinstraat 34 1446 VG Purmerend
T. 0299 - 775757 T. 075 - 202 29 63/06 - 525 928 27
E. contact@bbmledproducts.com I. www.bbmledproducts.com
B+U 6 2018 61
Hofmeijer Civiel- en Cultuurtechniek is een aannemingsbedrijf dat zich richt op het bieden van een compleet pakket voor werkzaamheden binnen de cultuurtechniek, sport en recreatie, grond- weg- en waterbouw en natuurontwikkeling. Vanaf het eerste idee tot en met de laatste afwerking voeren wij in eigen beheer uit. Vakgebieden: Wij bieden een totaaloplossing * Cultuurtechniek; voor al uw vraagstellingen en * Natuurontwikkeling; uitdagingen binnen onze * Sport en Recreatie; * Civiele Techniek; vakgebieden. * Advies en ontwerp.
> Grondradar > Laser > 360+HR beelden
13565
Snel en volledig op de hoogte van de toestand van uw terrein, kunstwerken of wegen
Landjuweel 14, 3905 PG Veenendaal Tel.: +31 - (0)546 67 89 86, www.infrafocus.nl
13863
Service Dienst Reeuwijk is gespecialiseerd in beschoeiingen, zowel natuur vriendelijke oevers als harde beschoeiing d.m.v. damwanden. Tevens het maken van steigers, terrassen en bruggen.
Wij kunnen, indien de bereikbaarheid alleen via het water kan worden uitgevoerd, ook werken met eigen pontons.
13580A
Jan Tinbergenstraat 14 2811 DZ Reeuwijk Tel: 0182-395094 www.servicedienstreeuwijk.nl
13676
62 B+U 6 2018 HOOGWERKERVERHUUR VAN DER VOORT BV
Hoogwerkers op afroep Het onderhoud van verkeers- en bewegwijzeringsborden doe je niet vanaf een ladder. Hoogwerkerverhuur van der Voort B.V. is sinds 1980 actief in de verhuur van autohoogwerkers. Vanuit die samenwerking zijn de werkzaamheden steeds verder uitgebreid. Grote onderhoudsbedrijven voor lichtmasten langs snelwegen en provinciale wegen vroegen steeds vaker om de assistentie van Hoogwerkerverhuur van der Voort B.V.
O
nze autoschaarhoogwerkers zijn geschikt voor onderhoudswerkzaamheden in tunnels, VRI’s en ANWB borden. We beschikken over een groot arsenaal hoogwerkers met een maximale hoogte tot en met 57 meter. De hoogwerker kan worden gehuurd met en zonder bediening. Vanzelfsprekend beschikken de medewerkers over de benodigde en vereiste certificaten. Om onze klanten optimaal van dienst te zijn is er een servicedienst die 24/7 het hele jaar door bereikbaar en inzetbaar is. Indien nodig kijken we op locatie welke hoogwerker het meest geschikt is voor de uitvoeringswerkzaamheden en deze kan door ons op locatie, met of zonder chauffeur, worden afgeleverd. Momenteel verhuren we circa 70% van het wagenpark zonder en 30% met chauffeur”, vertelt Dwight van der Voort.
“
DIEFSTALPREVENTIE
Om al het materieel goed te kunnen volgen zijn deze bijna allemaal voorzien van een Track & Trace systeem. De inzetbaarheid en het aantal gereden kilometers van de hoogwerkers worden zo in kaart gebracht. Zeker niet onbelangrijk is de preventie die uitgaat van een dergelijk systeem. Bij diefstal zijn de hoogwerkers beter te achterhalen. De klant kan via een inlogcode de inzetbaarheid en locatie van de machine volgen.
9 meter hoogwerker B-Rijbewijs
PROJECTEN Op dit moment beschikt Hoogwerkerverhuur van der Voort B.V. over ruim 80 hoogwerkers. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd voor grotere aannemers, onderhouds- en telecombedrijven. Het bedrijf is betrokken bij prestigieuze projecten zoals: Werkzaamheden A1/A27 IXAS, een consortium dat speciaal is opgericht voor de werkzaam heden aan de A9 SAAone, een samenwerkings project met VolkerWessels voor de weguitbreiding A1/A6
enkele hybride wagens. Om de CO2-uitstoot nog verder terug te dringen beschikt de nieuwste aanwinst een Mercedes Sprinter Eco Blue Efficiency over een start-stopsysteem. De daarop bevestigde Custer Tauris met een werkhoogte tot en met 12 meter wordt volledig Platform hoogwerker door accu’s aangedreven. Voor B-Rijbewijs de diesel aangedreven motoren wordt TRAXX dieselbrandstof gebruikt. Uit de testresultaten blijkt dat dieselmotoren met TRAXX gemiddeld 3,7% zuiniger zijn. 24/7 - 365 dagen per jaar geopend Calamiteiten service Inclusief en exclusief bediening te huur VCA* gecertificeerd Hoogwerker t/m 26 meter op B-rijbewijs
MODERNISERING
Een groot deel van het wagenpark beschikt over euro 6 en euro 5- of een EVV motor. Sinds kort beschikt Hoogwerkerverhuur van de Voort B.V. ook over
HOOGWERKERVERHUUR VAN DER VOORT B.V.
25 meter hoogwerker B-Rijbewijs
Utrechthaven 2 3433 PN Nieuwegein
14,5 meter hoogwerker B-Rijbewijs
T. 030 - 606 07 34
E. info@hoogwerkers.nu I. www.hoogwerkers.nu
B+U 6 2018 63
• Bitumineuze dakbedekking • Kunststof dakbedekking • Shingle • Tegel & grind • Aluminium Daktrimmen • Afdekkappen • Tuin- en vegetatiedaken • Stalen wandbeplating • Hemelwater dakdoorvoeren • Lichtstraten & -koepels • Kunststof boeiboorden
Proliad ontwikkelen en produceren innovatieve binnenen buitenverlichting van standaard oplossingen tot maatwerk en turn-key projecten. Productie en assemblage te Nieuwegein ‘’Made in holland’’
• Onderhoudscontracten • Dakinspecties
Magazijn / kantoor Lierenstraat 19 2984 AE Ridderkerk
Archimedesbaan 22, 3439 ME Nieuwegein T +31 (0)85 - 8769548 – www.proliad.com
T: 0180 - 41 31 96 info@kieboomdakbedekking.nl www.kieboomdakbedekking.nl
13758
13893
WIJ ZIJN KUIPERS INFRA! KUIPERS infra in Strijen is een gekwalificeerd en gecertificeerd aannemingsbedrijf in de grond-, weg- en waterbouw. Na de oprichting in 1984 is KUIPERS infra in de loop der jaren uitgegroeid tot een vakkundige en professionele organisatie. Dagelijks weten wij met behulp van enthousiaste medewerkers, KUIPERS landmeten, Zandhandel Hoeksche Waard en een modern machinepark ieder project tot een succes te maken! Benieuwd naar wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op via 078-6742187 of neem eens een kijkje op onze website www.kuipersinfra-strijen.nl.
GROND
WEG
WATER
KUIPERS infra Oude Klemsedijk 1c • 3291 LL Strijen • +31 (0)78 - 674 21 87 • info@kuipersinfra-strijen.nl • www.kuipersinfra-strijen.nl
13809
64 B+U 6 2018 VAN DIJKE MARITIME BV
Transport over water
OOK MOEILIJK OVER LAND BEREIKBARE PLEKKEN ZIJN NU BEREIKBAAR Van Dijke Maritime BV beschikt over een multiloader motorschip dat is ontwikkeld om dienst te doen als varende duizendpoot. In de periode 2007-2008 is het schip omgebouwd tot Ro-Ro schip met een minimale diepgang waardoor het ook op moeilijk bereikbare locaties kan worden ingezet.
DUURZAAMHEID
T
ransport over water is duurzamer omdat de CO2-uitstoot vele malen minder is dan via wegtransport. Met de nieuwe technieken van kraan- en scheepsmotoren is deze uitstoot dermate laag dat het nu en in de toekomst binnen de normen blijft. Het gaat om scheepsmotoren, aggregaten en hijskranen met een ecosysteem. Deze worden alleen ingezet tijdens werkzaamheden. Het schip kan worden gebruikt voor het vervoer van goederen maar kan ook dienen als platform voor het uitvoeren van werkzaamheden. De afneembare stuurhut zorgt ervoor dat meer locaties bereikbaar zijn omdat hiermee de hoogte van het schip wordt teruggebracht. Verder is het balansprogramma van het schip heel belangrijk voor het uitvoeren van zware werkzaamheden. Het schip is gespecialiseerd in het Roll on Roll off (Ro-Ro ) transport. Via een klep aan de voorzijde van het schip kunnen machines het schip op- en afrijden.
Op deze wijze kunnen zware ladingen op een efficiĂŤnte manier worden getransporteerd naar plaatsen die via land niet bereikbaar zijn. Daarnaast kan het schip ook worden ingezet voor het uitbaggeren van vaarwegen, het zetten van damwanden en reparaties aan oevers en kunstwerken. Door middel van een stabiliteitsprogramma kunnen ook zware ladingen aan boord worden gehesen. Het schip kan daarnaast worden ingezet voor waterwerkzaamheden waarbij het schip functioneert als werkplatform. Voor de stabiliteit wordt het schip dan verankerd op de spudpalen.
REALISATIE VAN HET SCHIP
MS Iris in 2008 verbouwd. Via de zijkant en de voorkant van het schip kunnen ladingen aan boord worden genomen. In totaal kan op het dek 400 ton goederen worden geladen zonder dat er stabiliteitsÂ
VAN DIJKE MARITIME BV B+U 6 2018 65
problemen optreden. Veel transporten vinden plaats van oever naar oever waarbij de hoogte van het schip via de ballastpompen wordt aangepast aan de kades. Alle materialen kunnen aan boord worden genomen met eigen kranen. Het ballastprogramma en de spudpalen zijn van essentieel belang voor de stabiliteit van het schip tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden.
HISTORIE
Van Dijke Maritime is gespecialiseerd in bijzondere transport- en overslagwerkzaamheden. De geschiedenis van het bedrijf gaat terug tot 1885. Sindsdien is de markt enorm veranderd en heeft het bedrijf zich gespecialiseerd in op- en overslag van specifieke goederen. Inmiddels heeft het bedrijf zich nog verder uitgebreid en wordt steeds vaker gebruik gemaakt van deze specifieke manier van goederenvervoer. Toen de binnenvaartsector in Europa in zwaar weer raakte is het idee voor MS Iris ontstaan en uitgevoerd. Vanwege de specifieke werkzaamheden staat bij elke opdracht de veiligheid voorop. Er gelden strikte veiligheidsregels en de medewerkers moeten zich daar te allen tijde aan houden. Van Dijke Maritime is VCA gecertificeerd en heeft altijd een BHV’er en aan AED aan boord.
WERKZAAMHEDEN
MS Iris is een ideaal werkplatform voor de uitvoering van waterwerkzaamheden. Dankzij de spudpalen kan het schip stevig worden verankerd waardoor een stabiele ondergrond ontstaat. Het bedrijf kan worden ingehuurd als transporteur van zand en grind. Voor het vervoer van speciale en zware transporten is het Ro-Ro schip uitermate geschikt. Het schip is uitgerust met zware pontonluiken, Âzware spudpalen en een in hoogte verstelbare 5 tons hydraulische kraan. Daarnaast beschikt het bedrijf over een rupskraan met een hefvermogen van 80 ton die op het schip geplaatst kan worden. Als laatste is er een 4,5 ton Caterpillar heftruck en een Bobcat beschikbaar voor het uitvoeren van werkzaamheden.
OPDRACHTGEVERS
Van Dijke Maritime is een betrouwbare partner die vaak ondersteunende werkzaamheden verricht voor diverse aannemers. Zij zijn een betrouwbare en ondersteunende partner bij het storten van stortsteen, het plaatsen van damwanden en reparaties aan oevers en kunstwerken waarbij hijswerkzaamheden nodig zijn. De werkzaamheden worden door heel Nederland maar ook buiten onze landsgrenzen uitgevoerd.
ONZE PROJECTEN: Op de Maas en de Gelderse IJssel wordt in het kader van het project Ruimte natuurvriendelijke oevers aangelegd. Bij de Sluis van Limmel worden ondersteunende diensten verricht. Vaak wordt hier in de nachtelijke uren gewerkt om zo de overlast te beperken. SAS-sluizen bij Vreeswijk, ondersteunende werkzaamheden voor de aannemer.
VAN DIJKE MARITIME BV
Hollandsingel 35 5144 CN Waalwijk
T. +31 - (0)655 767 280 T. +31 - (0)653 390 009
E. info@vandijkemaritime.com I. www.vandijkemaritime.com
66 B+U 6 2018 VAN VEEN GRONDWERKEN
Wij gaan elke uitdaging aan Dat is de visie van Van Veen Grondwerken BV als het gaat om het ondersteunen van inspecties op civiel en bouwtechnisch vlak. De ondersteunende werkzaamheden bestaan uit het graven van inspectieputten voor diverse grondwerkzaamheden, het kernboren in meerdere ondergronden en het droogzetten van duikers en/of riolen. De te inspecteren objecten worden vrijgemaakt zodat de inspectie of inmeting via GPS kan worden uitgevoerd.
“
INNOVATIE
H
et graven van inspectieputten is een van onze specialiteiten. Soms moeten inspectieputten tot een diepte van 4 meter worden uitgegraven, zoals voor de inspectie van heipalen of diepgelegen funderingen. Hiervoor hebben wij machines en materialen ontwikkeld om de werkzaamheden veilig uit te voeren. In samenwerking met een metaalbedrijf hebben wij een speciale putbekisting ontworpen en vervaardigd. Door toepassing van deze putbekisting kan de put aanzienlijk sneller - en dus goedkoper - worden uitgegraven. In de toekomst willen wij nog meer materieel in eigen beheer vervaardigen om nog efficiënter te kunnen werken. Onlangs hebben we een nieuwe hogedrukreiniger aangeschaft met een speciale spuitkop om de rioleringen nog beter te kunnen doorspoelen en reinigen”, aldus Johan van Veen.
WIE ZIJN WIJ
In 2007 is Johan van Veen als ZZP’er gestart met als kernactiviteit: Tuinen. Door zijn werkzaamheden voor diverse adviesbureaus heeft
VAN VEEN GRONDWERKEN
De Hoef Oostzijde 40 1426 AE De Hoef
hij medio 2010 zijn de werkzaamheden uitgebreid. Met het verrichten van grondwerk. De ondersteunende activiteiten worden veelal uitgevoerd in opdracht van de grotere adviesbureaus en aannemers zoals: Wareco, Fugro, Nebest, Quint & Van Ginkel en Vestia Zuid-Holland. Medio 2018 verhuist Van Veen Grondwerken naar een nieuw kantoorpand met bijbehorende opslag aan de Constructieweg 86, te Mijdrecht. Het postadres blijft gehandhaafd op De Hoef Oostzijde 40, de Hoef.
PROJECTEN Gemeente Amsterdam: periode 2015-2016 Aanleg oeverbescherming Amsterdamse Bos Gemeente Vianen: In het centrum riolerings- en straatwerk uitgevoerd Fugro: Het graven van putten ten behoeve van funderingsinspectie
T. 06 - 1243 5038
E. info@vanveengrondwerken.nl I. www.vanveengrondwerken.nl
B+U 6 2018 67
familiebedrijf sinds 1885
www.vandijkemaritime.com
Van Dijke:
voor al uw hijs-, Ro/Ro, en baggerwerken Hollandsingel 35, 5144 CN Waalwijk, Telefoon +31 (0)655 767 280 / +31 (0)653 390 009 13878
Dubbel plezier van uw tuin
Overdag genieten van het buitenleven en een bloeiende tuin. 's Avonds genieten van de silhouetten van de bomen, de begroeiing langs de vijver of een aangelicht ornament. Verlichting zorgt voor sfeer en geeft een veilig gevoel. Ook voor uw project maken we een passend advies. Kijk op onze website, bezoek onze showroom of bel voor vrijblijvend overleg.
BURLIGHT VERLICHTING • DE ROYSLOOT 12A • 2231 NZ RIJNSBURG • 0252 374488 • INFO@BURLIGHT.NL • WWW.BURLIGHT.NL
13895
68 B+U 6 2018 ACOSORB INTERNATIONAL B.V.
De wereld veroveren met geluidsabsorptie Een mooi gebouw, modern ingericht en van alle gemakken voorzien en toch ‘hol klinkend’. Een nagalm die de functionaliteit van de ruimte in de weg staat en zorgt voor een kille uitstraling, terwijl dat niet de bedoeling is.
A
cosorb is specialist in akoestische oplossingen. Het akoestisch spuitwerk verbetert geluidsomstandigheden van de ruimte. Het akoestisch spuitwerk wordt naadloos op muren en plafonds aangebracht. De aan te brengen absorptielaag kan worden gemixt in diverse kleuren en aangebracht in verschillende structuren. De mate van geluidsabsorptie hangt af van de dikte van het spuitwerk. Hoe dikker de laag Acosorb hoe beter de akoestiek wordt. Acosorb-producten kunnen in bestaande en nieuwbouw projecten worden toegepast. Vooraf wordt in het programma van eisen vastgelegd aan welke nagalmtijd de ingerichte ruimte dient te voldoen. Tevens kan achteraf in een bestaande situatie met de opdrachtgever worden gekeken welke toepassing nodig is om de functionaliteit van de ruimte te optimaliseren. Aan een klaslokaal worden vanzelfsprekend andere eisen gesteld dan een restaurant. Voor een kostenopgaaf kunt u altijd contact opnemen en een vrijblijvende offerte opvragen.
DUURZAME OPLOSSINGEN
Acosorb beschikt over een duurzame productlijn die in de markt wordt gezet onder de naam “Green Line”. Het product is leverbaar in diverse structuren en warme grijstinten. De lijn wordt geproduceerd uit Consumer Recycled Content (consumentenafval). Het afval wordt zorgvuldig ingezameld en gesorteerd waarna het wordt ingezet als
grondstof voor de productielijn. Acosorb beschikt voor deze maar ook de standaard productenlijn over een Cradle to Cradle certificering. De kwaliteit van de producten wordt gewaarborgd door het ISO 9001 kwaliteitsmanagementsysteem. In bijvoorbeeld het nieuwe hoofdkantoor van BPD in Amsterdam is een structuurlaag uit de productlijn Green Line Hong Kong Grey aangebracht. In het voormalig Burgerweeshuis zijn 328 kleine en 8 grote
ACOSORB INTERNATIONAL B.V. B+U 6 2018 69
koepels voorzien van een akoestische laag met een dikte variërend van 5 tot 25mm. Mocht u interesse hebben in een van de producten kunt u altijd een monsterdoos opvragen.
VOORDELEN EN ONDERHOUD
Het akoestisch pleisterwerk van Acosorb is een spuitwerktoepassing en kan op elke ondergrond worden aangebracht. Het akoestisch pleisterwerk is in meerdere standaardkleuren verkrijgbaar en kan indien gewenst in de eigen huisstijl custom made worden geleverd. Als Acosorb is aangebracht verbetert de verstaanbaarheid en de werkomstandigheden in de behandelde ruimte. Het onderhoud van de akoestische pleisterlaag vraagt geen grote investeringen. Een stofzuiger met een zachte borstel is voldoende om de wanden en plafonds te reinigen. Een volledig onderhoudsvoorschrift wordt meegeleverd.
WIE IS ACOSORB
Acosorb is een Nederlands bedrijf dat in 2011 door Caspar ter Bille is
ACOSORB INTERNATIONAL B.V.
Spinnerij 33 1185 ZS Amstelveen
PROJECTEN
opgezet. De van origine Europese producten worden in eigen ACOSPRAY: Nike in Barcelona beheer gefabriceerd en zijn vol GREEN LINE: Hoofdkantoor BPD gens de geldende EU-normen Amsterdam getest. De afgelopen periode GREEN LINE: Amazon in is een jaarlijkse groei van 30% A msterdam gerealiseerd. In de uitvoeren ACOSPRAY: Uber in Ierland de sector zijn inmiddels vijftig ACOSPRAY: Nespresso in Dubai medewerkers voor het bedrijf ACOSPRAY: GOOGLE in Amsterdam aan de slag. Zij worden onder ACOSPRAY: Randstad Internatiosteund door zeven binnennaal dienstmedewerkers. Inmiddels ACOPLASTER F: Gronings Forum worden de producten naar meer dan vijftien landen geëxporteerd. Met de internationalisering wordt Acosorb minder afhankelijk van de lokale markt en versneld de ontwikkeling. Wij zijn actief in Hong Kong als dedicated supplier voor de overheid en beschikken over een eigen vestiging in Duitsland.
T. +31 (0)20 - 717 30 00
E. info@acosorb.nl I. www.acosorb.nl
70 B+U 6 2018 KVDM BLEISWIJK
Specialist in capaciteitsmetingen van gemalen KVDM Bleiswijk is een GWW-bedrijf dat zich naast de reguliere grond-, weg- en waterbouwwerkzaamheden heeft toegelegd op capaciteitsmetingen van gemalen, stuwen en inlaten.
K
ees van der Meer is in 2011 gestart met het bedrijf. Ondanks de crisis heeft hij zich goed in de markt weten te positioneren. Door zijn ervaring als directielid van een soortgelijk bedrijf is hij een goede bekende in de regio Rotterdam/Den Haag. Inmiddels werken binnen het bedrijf 24 vaste medewerkers en zijn ongeveer 30 mensen via een flexibele schil actief onder de naam KVDM Bleiswijk. “Ervaring is een belangrijk onderdeel voor kwalitatief goed werk. Om die reden maken wij graag gebruik van 55-plussers die via het UWV bij ons aan de slag kunnen. De gemeentelijke regeling maakt het mogelijk dat medewerkers via een proefplaatsing kennis kunnen maken met de werkzaamheden. Diverse gemeenten hebben een Social Return-regeling waarvan wij optimaal gebruik proberen te maken. Het zorgt voor diversiteit in de organisatie”, aldus Van der Meer.
UITGELICHT
KVDM Bleiswijk heeft zich gespecialiseerd in capaciteitsmetingen van gemalen, stuwen en inlaten. Bij de aanleg van stuwen en gemalen wordt vooraf via een berekening een bepaald rendement aangegeven. Vaak wijkt dit af van de praktijk. Door een combinatie van verschillende meettechnieken wordt het werkelijke rendement van de installatie berekend. Kees Van der Meer: “De gebruikte standaardformules voor stuwen en inlaten komen in de meeste gevallen niet overeen met werkelijke metingen. Vaak wordt een garantiemeting of een ijkmeting in de fabriek uitgevoerd. Die omstandigheden wijken af van de dagelijkse praktijk. Daarnaast zorgt slijtage voor verdere afwijkingen. Wij adviseren daarom elke vijf jaar een ijkmeting uit te voeren zodat schade of slijtage vroegtijdig kan worden opgespoord en gerepareerd.”
ONZE PROJECTEN: Capaciteitsmeting met vermogens meting op de as, gemaal Abraham Kroes Realisatie van een automatische klepstuw te Nesselande Vervangen stalen damwand met betonnen deksloof, Bleiswijk Onderhoud en inspectie Sluisdeur waterbouwkundige werken Groot onderhoud Maastunnel 2012: bruggen tunnels en kunstwerken Groot onderhoud Saturnusstraat Den Haag: totale herinrichting, machinaal straten en aanbrengen natuursteen elementen Groot onderhoud De Gaarde Den Haag: (ambachtelijke) wegenbouw, machinaal straten en riolering
KVDM BLEISWIJK
Jan van der Heydenstraat 12 2665 JA Bleiswijk
T. 010 - 737 06 41
E. info@kvdmbv.nl I. www.kvdmbv.nl
13914
B+U 6 2018 71
Professionals in project Ledverlichting sinds 2007 Sporthal - Sportveld - Terreinverlichting Showroom - Winkel - Etalageverlichting Magazijn - Fabriekshal - Scheepsverlichting (zeewaterbestendig) Gespeciliseerd in slimme Led regel - dimsystemen, DALI, 1-10V, ZigBee Led installatietechniek, DIALux Led lichtplanberekeningen, E.I.A. subsidie aanvraag Einsteinstraat 34 • 1446 VG Purmerend • www.bbmledproducts.com • contact@bbmledproducts.com • 0229-775757 / 075-2022963
50
AL MEER DAN JAAR OP DE GOEDE WEG
Verkeersregelinstallaties (VRI)
Gebr. Beentjes GWW BV is een bedrijf dat al ruimschoots zijn sporen heeft verdiend. Niet voor niets durven wij te zeggen: ‘wij zijn een betrouwbare aannemer met brede ervaring’.
Openbare Verlichting
Als NEN-EN-ISO 9001, VCA** en BRL 7000 gecertificeerd bedrijf uitgerust met het modernste materieel en gekwalificeerde medewerkers - willen wij die weg blijven vervolgen.
Onderhoud 24/7 Storingsdienst
Ak Solution beschikt over een storingsorganisatie met een uitgebreid wagenpark dat 7 dagen per week en 24 uur per dag klaar staat om service te verlenen. Met behulp van een uitgebreid wagenpark worden de werkzaamheden vanaf drie locaties door heel Nederland uitgevoerd.
www.aksolution.nl
AK Solution T. 026 - 303 38 26 E. info@aksolution.nl
Geesterweg 6, 1911 NB Uitgeest, T 0251-313133 E info@beentjesgww.nl, I www. beentjesgww.nl
13896
IEDER KIND VERDIENT EEN EERLIJKE KANS
13955
Save the Children geeft in de hele wereld kinderen een gezonde start, de kans om te leren en we beschermen ze tegen onrecht en gevaar. Wij doen alles wat nodig is om het leven van kinderen - en daarmee de toekomst van onze samenleving - te verbeteren. Niet alleen in geval van nood, maar elke dag weer.
www.savethechildren.nl Bashira, 10 jaar, Syrië
72 B+U 6 2018
COLOFON Bouw en Uitvoering is informatiebron en vakblad, voor beslissers en toeleveranciers van en binnen de bouwsector en hoofden van dienst en medewerkers van rijk, provincie en gemeente, waterschappen, woningbouwverenigingen e.d., waarbij inbegrepen: directies publieke, openbare en gemeentewerken, openbare bedrijven, architectuur en stadsontwikkeling, bouw- en woningtoezicht, milieu, nutsbedrijven, DVD, relevante publiek-private samenwerkingen, middelbaar en hoger technisch onderwijs, openbaar vervoers bedrijven, aannemers utiliteit-, nieuwbouw, civiel, GWW en infra. AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:
Maarten van der Boon, Hilbert Buhrs, Tilly van Dongen, Lynsey Dubbeld, Jacques Geluk, René de Haas, Emile Koeman, Esther van Nijen, Daan Otto, Jørgen Postma, Lilly de Ridder, Betty Rombout, Erik Steegman, Carin Velt, Erik Verheggen, Gerard Vos. UITGEVER
Jaco Otto ABONNEMENTEN
Jaarabonnement* Buitenland Losse nummers** Abonnementen binnen de d oelgroep* * Prijzen zijn exclusief BTW. ** Prijzen zijn exclusief BTW en verzendkosten.
€ 85,00 € 130,00 € 15,00 € 39,00
VORMGEVING 13572A
APR Media Groep BV E-mail: studio@aprmediagroep.nl DRUK
Antilope De Bie Printing, Lier (BE)
Asbest verwijderen?
UITGAVE
APR Media Groep BV Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Postbus 2696, 3800 GE Amersfoort Telefoon: +31 (0)33 456 70 50 Fax: +31 (0)33 456 74 33 E-mail: info@aprmediagroep.nl Internet: www.aprmediagroep.nl ADVERTENTIE- EN ORDERADMINISTRATIE
E-mail: orders@aprmediagroep.nl
Van Caam Asbestverwijdering en Sloopwerken is gespecialiseerd in het verwijderen van asbest in de ruimste zin van het woord. Van het saneren van asbestgolfplaten daken, tot het saneren van complete kelders in containment en het vloerzeiltje in de keuken bij mutatie onderhoud. Asbestsanering vereist een zorgvuldige werkwijze. Met onder andere het gebruik van het MiniContainment wordt er zo duurzaam en efficiënt mogelijk gewerkt. Als gecertificeerd bedrijf met gediplomeerde medewerkers is uw asbestsanering bij Van Caam in goede handen.
Uw gecertificeerde partner voor sloop- en asbestproblematiek | WWW.VANCAAM.NL
Telefoon: 0165 - 311 206 E-mail: info@vancaam.nl
ABONNEMENTENADMINISTRATIE
APR Media Abonneeservice Daalakkersweg 2 - 72 5641 JA Eindhoven Telefoon: +31 (0)88 226 66 86 E-mail: abo@aprmediagroep.nl AANSPRAKELIJKHEID VAKTIJDSCHRIFT
Aan de inhoud van dit vaktijdschrift is veel aandacht besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze uitgave verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud hiervan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. APR Media Groep BV kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de directe alsook indirecte gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. APR Media Groep BV geeft geen enkele garantie, noch aanvaardt enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud, data, adviezen, verklaringen, producten of ander materiaal in het vaktijdschrift. Overname van artikelen uit deze uitgave is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de uitgever APR Media Groep BV. Alle regels met betrekking tot de Nederlandse intellectuele eigendomsrechten zijn van toepassing.
ISSN - 0921 - 1667 13907
BOUWVACATURES.ONLINE BOUWVACATURES.ONLINE
DEDE NIEUWE VACATUREBANK VOOR DEDE BOUW NIEUWE VACATUREBANK VOOR BOUW
SPECIALE ACTIE: SPECIALE ACTIE: STUUR NU UW VACATURE ININ VOOR STUUR NU UW VACATURE VOOR GRATIS ENEN VRIJBLIJVENDE PLAATSING GRATIS VRIJBLIJVENDE PLAATSING T/M 1515 OKTOBER! T/M OKTOBER! W WWWW. W B O. BU OW UE W N EU NI TU VI TO VE O R EI N / G I ST -I V R G I N. N G L. N L /R GA RT A S A - VC AA CT AU TR UE R E
13961a 13
we add our acoustic value in all sectors important for people to feel welcomed, focus and perform info@acosorb.nl
where it is to connect,
www.acosorb.com 13937