5 minute read

Toos en Ida: “Naar loslaten moet je toegroeien”

Mantelzorgers Toos en Ida:

“Naar loslaten moet je toegroeien”

Advertisement

Dochter Toos Louwers is samen met partner Ida mantelzorger van hun (schoon)moeder Cor in Archipel Lindehof.

Cor woont, na zestig jaar in het ouderlijk huis in Veldhoven en acht jaar in een aanleunappartement in Merefelt, sinds mei dit jaar in Lindehof, vertelt Toos: “In Merefelt had moeder vier dagen per week dagbesteding omdat ze anders sliep. Op het laatst ging het daar niet meer omdat ze telkens viel. Bij haar laatste val in de badkamer heeft ze haar hand verbrijzeld. Met gips stuurde het ziekenhuis haar naar huis. Er was nergens plaats voor haar. Ik heb vier dagen bij haar geslapen en op de laptop aan tafel zitten werken, maar dat werd ‘m niet. We hebben daarom een particuliere zorgboerderij gezocht waar ze kon wonen en zorg kreeg. Toen werden we gewezen op Lindehof en gelukkig kon ze daar redelijk snel terecht. In Nederland is de zorg goed geregeld maar niet voor mensen in een tussenfase, met een combinatie van dementie en somatische klachten.”

“We waren met achten. Mijn oudste broer en twee zusjes zijn overleden. Ook mijn vader overleed jong. Mijn moeder was 46 toen ze achterbleef met een gezin met acht kinderen, van wie er pas twee het huis uit waren. Een broer en een zus accepteren niet dat mijn moeder dementerend is. Die zijn afgehaakt. Twee broers komen wekelijks op bezoek bij moeder. De mantelzorg voor moeder doen Ida en ik al meer dan twintig jaar samen.” Ida: “Toen we allebei nog werkten, deden we ook boodschappen, we poetsten en verzorgden moeke. Ik deed haar haar en haar nagels en kookte er elke dag. Toen ze nog thuis woonde, deden we ook de voor- en achtertuin erbij. Dat was eigenlijk al niet te doen. In Merefelt was dat hetzelfde. Toos verzorgde haar moeder, ik kookte elke dag, nagels, haren, en elke woensdag naar de muziek.” Toos: “Mantelzorg wordt nooit minder, altijd meer. Ik werk fulltime in een leidinggevende functie. Rond 17.00 uur reed ik

“Mantelzorg wordt nooit minder, altijd meer”

Ida, Toos en Cor

vanuit Vught naar Veldhoven en begon het zorgen voor moeder. Ik heb Long Covid gekregen waardoor multitasken even niet meer gaat. Het is nu dan ook een geruststelling dat mijn moeder op de Lindehof woont en een liefdevolle verzorging krijgt.”

Ida: “Toos wil dat er elke dag iemand naar moeder gaat, ook op zaterdag en zondag. Daar hebben we meningsverschil over, maar oké, dat is aan haar als dochter.” Toos: “Dat doet wel veel met je sociale leven. We zijn eraan begonnen en ik kan er nu niet mee stoppen. Ik ben ook nog niet zover om niet naar Lindehof te gaan. Ik vind het wel goed als Ida dan gaat. Dan kan ik dat loslaten. Het is een proces; naar loslaten moet je toegroeien. Toen mijn moeder naar Lindehof verhuisde, was ik daar eigenlijk nog lang niet klaar voor. Het is haar laatste huis; dat is ook mijn acceptatie. Het is goed dat ze hier is maar ik dacht dat ik het nog wel aankon. Ik gunde moeder haar appartement. Ik denk dat ik mijn moeder haar leven en bezittingen afneem omdat ze geen eigen huisje heeft. Dat zit vooral bij mij, moeder heeft daar veel minder last van.” Ida: “Dat gevoel deel ik ook niet. Hemel zij dank dat zo’n verpleeghuis bestaat en dat moeke de kans kreeg om hier te mógen wonen. Als wij die grens bereiken, is dat er misschien niet eens meer.”

Toos: “In Lindehof is mijn moeder, op haar 91ste, één van de ‘betere’ bewoners. Ze heeft een goede façade; grapjes maken en gevat antwoord geven. Ze lost alles met geintjes op. Ik vind het belangrijk dat ze een eigen kamer en badkamer heeft, dat het vlakbij is en het kleinschalige; ze koken hier zelf. Het buitenterras en de tuin zijn omheind maar niet zo hoog zodat iedereen rond kan kijken.” Ida: “We hebben dingen gecreëerd die ze thuis ook had; aan tafel zitten in háár stoel. Dit is haar woonkamer in het klein, inclusief koelkastje met frisdrank voor als de kinderen komen. En alle familiefoto’s zitten in een boekje.”

“Hemel zij dank dat zo’n verpleeghuis bestaat en dat moeke de kans kreeg om hier te mógen wonen”

Koekjesmonster

Toos: “De relatie is niet meer moeder-dochter maar omgedraaid. Dat is een proces, maar daar groei je ook in. Het is een raar proces want je hebt geen gesprek meer met je moeder. Ze vraagt nu aan mij of ze één of twee koekjes mag – ze is koekjesmonster geworden terwijl ze vroeger nooit snoepte. Op zondag ga ik meestal alleen naar haar toe. Dan drinkt zij appelsap, ik cola en we eten samen koekjes. Dat vindt ze helemaal geweldig. Ze wordt wat dat betreft wel verwend – dat doen we graag - maar dat heeft ze ook verdiend. Ze heeft een stevig leven gehad.”

This article is from: