Inhoud Uitgesproken (preface) De eerste genesis – woest en ledig M.L.K. Damschreeuwer Niets Tijdloze verontwaardiging Hard gelach Natte voeten De bankschroef Bal te veel Stank zonder dank Zo rijk Mac Arabia Over seks gezwegen En boven was het stil Trouw me dan D-day Het hart van een clown Woordloos Oud papier Onkwetsbaar
8 12 14 16 18 20 21 22 24 26 27 28 31 33 37 38 39 41 45 49 51
Bomaye Game over Voorzitter van de bankpartij Vroom ongeloof Tussen minaret en sigaret Sunshine Hoop Als het nooit meer stil is Wereld achter glas Selfie Verweerd geschiedenisboek Anders Blind vertrouwen De kunst van het braak liggen Beschuit met muisjes Morgengroet OPROEP: Visie gezocht (m/v) De oude man Ontkrampen De tweede genesis – vol ontzag
52 53 54 56 58 60 62 63 66 68 72 74 76 77 79 81 82 85 88 90
Uitgesproken Tijdens de lange, niet zelden eenzame uren van mijn vele reizen door deze haastige, chaotische, nietsontziende wereld – van sloppenwijk tot vluchtelingenkamp, van massagraf tot mega shopping mall, van clandestien gay-feest tot high society cocktailparty – verstom ik. Ik trek me terug in de uithoeken van mijn hart en zoek en voel, verlang en droom, raas en tier en zucht, verzucht tot ik eindelijk woordloos stil kan zijn. Dit is een bundel die je eigenlijk hardop voor moet lezen. Woorden om uit te schreeuwen of juist zacht te fluisteren, zoet te prevelen als waren ze een gebed. De teksten komen rechtstreeks uit mijn hart. Ze zijn de producten van mijn groeiende woordloosheid. Steeds minder vind ik de antwoorden op mijn eigen vragen. Steeds vaker lijken de woorden op. Of zijn ze er wel, maar kunnen ze niet langer worden verpakt in de hapklare vorm van een column of het afgebakende format van een spreekbeurt. Deze explosie aan woorden en teksten is het gevolg van de implosie in mijn hoofd, het zacht breken van mijn hart. Uitgesproken! bevat poëtische reflecties en reflectieve poëzie, gedachten, korte verhalen, columns. Spoken word art. Het is een bundel die ruw schuurt, geïnspireerd door het leven van de straat, hiphop zoals hij eens was, hard maar eerlijk over alles wat mis is, vervormd raakt en vooral verzwegen wordt. Daar houdt het echter niet bij op. Deze bundel gaat namelijk ook over de schoonheid der dingen, over het leven en alles wat dat zo tot het leven waard maakt: hoop en inspiratie, drijfveren en ambitie. Maar bovenal de liefde.
preface
De cover van dit boek lijkt wellicht een contradictie: die veertig teksten waar je hoegenaamd stil van wordt, vullen schreeuwerig de hele voorkant. Diezelfde contradictie komt ook in de teksten terug. Daarmee vertolken zij de innerlijke strijd die ik iedere dag met mijzelf lever. Dit boek is namelijk niet alleen voor iedereen die er behoefte aan heeft even stil te zijn, maar juist ook voor hen die niet langer kunnen en willen zwijgen. Uitgesproken dus.
page
9
God, wees de van mijn mond
van mijn handen H
van mijn oren E van mijn ogen
De daden
contemplation
woorden
Het horen
En het zicht page
11
De eerste genesis – woest en ledig God maakte de aarde En de aarde nu was woest en ledig En de Geest Gods zweefde over de wateren Toen kwam de mens
Schepping Gods Gedoemd vanaf het eerste begin En zij nam en at Vernietigde en verwoestte
poem Tot er geen mens meer over was De wereld weer in woeste ledigheid opging En de Geest Zwierf stuurloos, dakloos Verweesd Over dat wat eens zijn thuis was geweest page
13
M.L.K. Ik heb een droom, zo sprak Doctor King / Op zijn lippen stierf zijn befaamde zin / Nu nog slechts een mooie herinnering / Men schoot hem zo de dood in In deze wereld hebben dromen een kort leven / Utopische illusie is de naam die we aan hen geven / Vraag niet waar de grote helden zijn gebleven / Kinderen groeien op door leiderschap voor te leven Laat niet nog een generatie vergaan / Doordat de dromers niet op durfden staan / Nieuwe stemmen leer toch de taal verstaan / Van hen die ons roemrijk voor zijn gegaan
poem Dromen zijn als zuurstof voor de geest / Zonder hen reutelt moeder aarde verweesd / Niets dat haar nog van haar bronchitis geneest / Dan de dromer die ademt en onbevreesd
Spreekt
Droom dan toch Wat gebeurt er met een uitgestelde droom? Droogt hij op als een druif in de zon? Of ettert hij als een zweer, die dan openbarst? ‌ Misschien zakt hij alleen door als onder een zware last. Of explodeert hij? 1 Langston Hughes
page
15
Damschreeuwer Stil EÊn minuut Kijken naar half gehesen vlaggen, wapperend in de wind Moeder die nog snel iets fluistert in het oor van het kind Wel stil zijn hoor Zwijgen dus Vliegtuig neergeschoten Mensen vermoord Luchtdoelraketten onvolgroeide rompjes doorboord Woede, verdriet We zwijgen wel, maar spreken niet In de verte staat een man SCHREEUWT zijn longen leeg – het kan (maar mag niet) Stilte bruut verstoord Niemand die nog de fluistering der doden hoort
poem Angstig rennen voor het leven Handen in de lucht geheven Uniformen slaan hem in de boeien Dikke krantenkoppen die de volgende ochtend loeien Over de damschreeuwer en zijn lot En de woede die de massa op ĂŠĂŠn man stort Die waagde te SCHREEUWEN/stilte te doorbreken Het had me juist zo bevrijdend geleken Om mijn hart te legen midden op straat Niet te zwijgen maar te KRIJSEN over de menselijke staat Maar het mag niet dus ik zwijg Omdat ik bang ben dat ik anders celstraf krijg page
17
Niets Ik voel een verlangen, een intens diepe zucht naar niets. Naar doffe, dreunende stilte, niets doen, niets hoeven doen. Niets. Liggen zonder dat de tijd verstrijkt. De ogen opslaan naar de hemel en kijken, kijken, kijken, zonder iets te zien. Niets. Net zolang zwijgen tot ik mijn eigen stem vergeten ben. Niets. Als alle gedachtes en verlangens op zijn, als de dromerige fantasieën zich niet meer aan mijn geest opdringen, wat rest er dan nog van dit onstuimige hart, van dat schreeuwerige hoofd van mij? Niets. Pas dan, alleen dan, als ik oplos in oneindigheid, zal ik weten wat er komt, wat er volgt na dat kleine niets. Iets, groter dan alles, verscholen in het niets, verheven boven alle tijdelijke kortstondigheid. Het spreekt duidelijk en helder, in al zijn glorieuze iets-heid spreekt het en ik – niets – zwijg en luister, aanschouw en voel het iets, wetende dat eenmaal terug in de wereld van razende tijd en onrust niets dat grote iets kan vangen. Geef mij nog maar iets meer niets.
Meditation
Toen zei een geleerde: Spreek tot ons over praten. En hij antwoordde, zeggende: Je praat wanneer je niet meer in vrede bij je gedachten kunt verwijlen; En als je niet langer in de kluis van je hart kunt verblijven, ga je in je lippen wonen, En wordt geluid maken verstrooiing, tijdverdrijf. En in veel van je gepraat wordt het denken halfslachtig omgebracht. Want het denken is een vogel die de ruimte toebehoort, en in een kooi van woorden weliswaar zijn vleugels kan ontvouwen, maar niet tot vliegen komt. 2 Kahlil Gibran
page
19