Vier het samen

Page 1

Inhoud

Voorwoord 7 Geloofsopvoeding 8 Advent en Kerst Wat vieren wij? 11 Bijbelleessuggesties 12 Voorleesverhaal 13 Creatieve werkvormen 17 Gesprek 21 Muziek 22 Eten en drinken 23 Oud en nieuw Wat vieren wij? 25 Bijbelleessuggesties 26 Creatieve werkvormen 27 Biddag en dankdag Wat vieren wij? 31 Bijbelleessuggesties 32 Tips voor verschillende vormen van gebed 32 Creatieve werkvormen 34 Gesprek 37 Goede Vrijdag en Pasen Wat vieren wij? 39 Bijbelleessuggesties 40 Voorleesverhaal 43 Creatieve werkvormen 46 Gesprek 50 Muziek 51 Eten en drinken 52

5


Hemelvaart Wat vieren wij? 53 Bijbelleessuggesties 54 Voorleesverhaal 55 Creatieve werkvormen 58 Gesprek 60 Pinksteren Wat vieren wij? 61 Bijbelleessuggesties 62 Voorleesverhaal 63 Creatieve werkvormen 67 Gesprek 69 Doopdag Wat vieren wij? 71 Bijbelleessuggesties 72 Creatieve werkvormen 73 Verjaardag Wat vieren wij? 75 Bijbelleessuggesties 76 Creatieve werkvormen 77 Tips voor het vieren van de verjaardag 79

6


Voorwoord

Wat is er fijner dan feestvieren met je gezin? Het zijn momenten waarop je samen iets beleeft en die bijdragen aan een hechte band. En hoewel in onze cultuur de christelijke feesten steeds vaker zonder duidelijke reden gevierd worden, bieden ze voor gelovige ouders kansen om de geloofsopvoeding handen en voeten te geven. Want feesten zijn pas de moeite waard als je datgene wat je viert, ook echt beleeft. Juist in de christelijke feesten ligt een geloofsgeheim diep ingebed, een geloofsgeheim dat alleen gekend kan worden als je het feest viert zoals het bedoeld is. Vier het samen wil je helpen om samen met je gezin toe te leven naar deze feestdagen. Het is belangrijk dat feesten niet ‘uit de lucht’ komen vallen. Door langere tijd bezig te zijn met de voorbereiding van een feest zullen kinderen de inhoud en betekenis van een feest intenser beleven en langer onthouden. In dit boek worden veel ideeën gegeven, zoals gespreksideeën, creatieve werkvormen en bijbelleessuggesties. Ook zijn er vrije verhalen bij de grote feesten te vinden en krijg je tips voor het luisteren naar muziek, het voorbereiden van maaltijden of het gebruikmaken van thematafels. Het is niet de bedoeling dat je alles uit een hoofdstuk in één keer gaat doen in je gezin. Kies welke activiteiten passen bij jouw gaven en talenten. Waar ligt jouw kracht? Vertel je graag verhalen? Ga dan aan de slag met de vrije verhalen! Ben je creatief, maar mis je soms de juiste ideeën? Doe dan je voordeel met de creatieve werkvormen.* Houd je ervan om je bijbelleesmomenten goed af te stemmen op wat er gevierd wordt? Neem dan de tijd om samen met je gezin uit de Bijbel te lezen en maak gebruik van de bijbelleessuggesties. Zie dit boek als een ideeënboek waar je uit mag putten. Je mag net zo goed ook dingen laten liggen. Misschien zijn de onderwerpen die je het ene jaar laat liggen het volgende jaar wel geschikt. Ik hoop dat dit boek je zal inspireren om samen met je gezin op allerlei manieren de betekenis van de verschillende christelijke feesten te beleven. Nieske Selles-ten Brinke

*

Bij sommige opdrachten staan sterren. Als er één ster staat, is deze opdracht het meest geschikt voor kinderen van 3-5 jaar. De opdrachten met twee sterren zijn meer geschikt voor kinderen van 6-8 jaar. Opdrachten met drie sterren kun je het best doen met kinderen van 9-11 jaar. Als er geen sterren bij een opdracht staan, kun je de opdracht doen met kinderen van alle leeftijden.

7


Geloofsopvoeding

Geloofsopvoeding is een zoektocht. Wanneer begin ik ermee? Hoe leef ik mijn geloof voor? Hoe praat ik met mijn kinderen over het geloof? Hoe betrek ik bijbelverhalen bij mijn opvoeding? Geloofsopvoeding gebeurt niet altijd op vastgestelde momenten, maar mag een onderdeel zijn van de dagelijkse opvoeding. Eigenlijk begint het al tijdens de zwangerschap. Vanaf het moment dat je weet dat er een kindje bij jullie groeit, mag je al bezig zijn met bidden en zingen voor je kindje, en het zegenen van je kindje. Als ouder wil je je kind graag Gods liefde doorgeven en laten zien dat het geloof in Hem als vanzelfsprekend bij je leven hoort. Om het geloof aan je kind door te geven, is het belangrijk om te weten wat het geloof voor jou zelf betekent. Wat vind jij belangrijk, wat geeft jou houvast? Wat wil je doorgeven aan je kind(eren)? Wie is Jezus voor jou? Bespreek dit ook eens met je partner. Wanneer jullie weten hoe je zelf in het geloof staat, kun je van daaruit bewust met geloofsopvoeding bezig zijn. Ook goede voorbeelden zijn belangrijk! Misschien ben je gezegend met ouders die jou vanaf je allereerste begin bij de hand hebben genomen en je tot Jezus hebben geleid. Je hebt dan van jongs af aan geleerd wat vertrouwen is, wie Jezus is en waarom jij Hem nodig hebt. Je ouders waren dan een voorbeeld voor je, en veel aspecten van de geloofsopvoeding aan je eigen kinderen zullen rechtstreeks uit je eigen opvoeding komen. Dat is een grote zegen, want zeker niet elke jonge ouder heeft zo’n voorbeeld gehad. Als je dat voorbeeld van je eigen ouders niet hebt, zijn er misschien andere voorbeelden geweest voor jou. Je grootouders, een tante, een juf. Als ook dat niet zo is, zoek dan vrienden, gemeenteleden, jonge ouderkringen of avonden over geloofsopvoeding om te groeien in kennis en verlangen om je kinderen op te voeden met het geloof in God. Naast het ontdekken van de betekenis van je eigen geloof en het zoeken naar goede voorbeelden, is het ook belangrijk om dicht bij de Bijbel te leven, je te laten leiden door de Geest en te bidden voor je kinderen, elke dag. Bid heel specifiek voor hen. Benoem de zorgen rond dat ene kind; jouw zorgen over dat kind, maar ook de zorgen van het kind zelf. En dank God voor je kind. ‘Heer, U geeft ons dit kind van U om voor te zorgen. Dank U voor dat voorrecht…’ Dank Hem voor de gaven en talenten en voor de ontwikkeling van je kind.

8


> Doen. Peuters willen graag met alles mee-

Wat zijn de ontwikkelingsfasen van een kind en welke vorm van geloofsopvoeding past daarbij?

doen, ook met bidden en zingen. Je kunt op deze leeftijd heel veel imitatiespelletjes doen. Jij doet het voor, je peuter doet jou na.

Baby’s Rituelen zijn belangrijk. Zingen voor het slapengaan. Zegenen. Christelijke muziek luisteren. Plaatjes in boekjes benoemen. Zodra het kindje kan brabbelen mag jij het door heel veel voordoen en herhalen, leren om ‘Amen’ te zeggen na het bidden.

Kleuters Kleuters zijn aanhankelijk, genieten van alles wat je met ze doet en ze doen mee met hun hele lijf. Het is belangrijk om een klimaat te scheppen waarin de godsdienstige aspecten een wezenlijk bestanddeel vormen. Een sfeer van liefdevolle zorg en verwondering en een sfeer waarin de kinderen gelegenheid krijgen om mee te doen. In deze leeftijdsfase draag je de beginselen van de inhoud van het evangelie over, maar vooral ook de sfeer van Gods liefdevolle evangelie die ze oppikken doordat ze alles heel sterk beleven. > Eenvoudig. Kleuters kunnen van gecompliceerde situaties maar één aspect tegelijk bevatten. Het is dus belangrijk dat er in een bijbelverhaal één ding uitspringt dat ze kunnen begrijpen. Kies verhalen met een eenvoudig verloop en laat allerlei details weg. > Herhaling. Het vertellen van verhalen op deze leeftijd is heel goed. Vooral verhalen over wie Jezus is en hoe Hij omgaat met mensen, en verhalen die gaan over God die alles gemaakt heeft en die van ons houdt, zijn voor deze leeftijd geschikt. Bijbelverhalen hoeven nog niet chronologisch verteld te worden, want de kinderen hebben nog geen historisch besef. Ook als je een bijbelverhaal eenvoudig naspeelt willen ze dat steeds herhalen, met steeds andere rolverdelingen. Zo zullen ze bijvoorbeeld allemaal wel een keer Goliat willen zijn. > Vragen. In deze ontwikkelingsfase bestoken de kinderen je met wat- en waaromvragen. Meestal zijn dit eenvoudige vragen. Geef

Peuters In de peuterfase is het belangrijk om het juiste klimaat te scheppen. In deze leeftijdsfase draag je niet de inhoud van het evangelie over, maar meer de sfeer van Gods liefdevolle evangelie. Peuters leren meer en meer gebruik te maken van hun zintuigen: horen, voelen, zien, proeven en ruiken. Ze ontdekken de dingen om hen heen door te experimenteren, te imiteren en te ervaren. Zo gaat het ook met geloofszaken. Geen ingewikkelde gesprekken, maar iets beleven. Er moet iets te horen, te voelen, te zien en te doen zijn. Dan bereiken we de harten van onze kinderen met de liefde van God. > Zien. Prentenboeken, platen en ook handpoppen, vingerpopjes en een poppenkast kunnen heel bruikbare middelen zijn. Je kunt bijvoorbeeld een plaat laten zien en erover laten vertellen, of de plaat na een poosje wegleggen en er dan vragen over stellen. > Horen. Praten, voorlezen, dingen benoemen, muziek luisteren en liedjes zingen. > Voelen. Tekenen met kleurpotloden en vetkrijt, verven en kleien horen er op deze leeftijd helemaal bij. Je kunt het thema van het gelezen kinderbijbelverhaal met je kind uitbeelden door erover te tekenen of erover te kleien.

9


>

> Concreet denken. Deze kinderen denken

ook een eenvoudig antwoord (wij zijn vaak geneigd een veel te diepzinnig antwoord te geven), maar gebruik geen dooddoeners. Imitators. Kleuters imiteren graag volwassenen. Verder willen ze graag met alles meedoen, ook met bidden en zingen. Er zijn dus volwassenen nodig die geloof uiten in woorden, gebed en liedjes.

>

Schoolkind (6-10 jaar) In deze leeftijdsfase wil het kind steeds meer weten en is het niet direct tevreden met een antwoord. ‘Hoe komt dit?’ ‘Hoe werkt dat? Deze vragen moeten al wat meer gefundeerd beantwoord worden. Wees ook eerlijk als je het antwoord op een vraag niet weet. > Kennistoename. Voor jonge schoolkinderen gaat de wereld open, onder andere door het leren lezen. Maar ze zijn ook nog steeds dol op het luisteren naar (voorgelezen) verhalen. Wel vragen ze om andere invalshoeken. Andere verhalen uit de Bijbel komen nu ook in aanmerking. Er is geen behoefte meer aan herhaling, maar eerder aan variatie. > Samen doen. Dingen samen doen is ook nu nog belangrijk, bijvoorbeeld samen bidden, samen zingen en samen feestvieren. Ook het verwerken van een verhaal door plakken, tekenen of eenvoudige puzzeltjes vinden ze nog heel leuk.

>

>

10

nog steeds heel concreet, maar ze hoeven het niet altijd meer te zien, te horen of te voelen, want hun geheugen is al behoorlijk ontwikkeld. Aan de hand van ervaringen kun je dingen heel goed uitleggen, bijvoorbeeld: ‘Zoals je ouders je vergeven als je spijt hebt, zo wil God je ook vergeven.’ Geheugen. Het geheugen van de kinderen wordt sterker, zodat ook moeilijkere dingen onthouden kunnen worden bijvoorbeeld teksten van moeilijkere liedjes en bijbelteksten. Dit is de ideale leeftijd om je kind bijbelteksten uit het hoofd te laten leren. Begrip van goed en kwaad. Het begrip van goed en kwaad breekt door, maar wel aan de hand van duidelijke regels. Ze krijgen begrip van vergeven, ze leren zelf vergeven en beseffen dat God hen wil vergeven. Voorbeeld. Het voorbeeld van volwassenen is heel belangrijk, ook op geestelijk terrein. Levensverhalen van zendelingen en bijbelse figuren zijn nu boeiend. Ook verhalen die elkaar opvolgen worden nu leuk, zowel verhalen uit de Bijbel als verhalen uit andere boeken.


Advent en Kerst

Wat vieren wij? Van alle christelijke feesten wordt het kerstfeest in ons land nog het meest gevierd. In onze cultuur worden christelijke feesten echter steeds vaker zonder duidelijke reden gevierd. Kerst is vooral een gezelligheidsfeest geworden. Maar feesten zijn pas de moeite waard als datgene wat gevierd wordt, ook echt beleefd wordt. Het kerstfeest vieren we tot eer en glorie van de geboren Koning. Het is mooi dat aan het kerstfeest ook een adventsperiode voorafgaat. ‘Advent’ betekent letterlijk ‘verwachten’. Vier weken lang leef je met je gezin (en in je gemeente) toe naar de viering van Jezus’ geboorte, om dan uiteindelijk op de kerstdagen zelf het feest uitbundig te vieren. Kerst is het feest van het Licht. Jezus kwam niet zomaar op deze aarde. Jezus kwam om licht te brengen in de duisternis. Hij was de langverwachte Redder. Hij kwam om het goed te maken tussen God en mensen. Tijdens zijn leven op aarde liet Hij in woorden en daden Gods grootheid zien. En door zijn dood aan het kruis (Goede Vrijdag) en zijn opstanding (Pasen) overwon Hij de zonde en dood. Daarna ging Hij naar de hemel (Hemelvaartsdag), maar zijn heilige Geest bleef (Pinksteren).

11


Advent en Kerst

Bijbelleessuggesties De periode van de eerste adventszondag tot Kerst duurt maximaal vier weken. Ik geef hier per week enkele suggesties voor bijbelgedeelten om te lezen. Het zijn bijbelgedeelten waarin vooruitgekeken wordt naar Jezus’ komst. Je hoeft dus niet elke dag alleen maar met het kerstevangelie bezig te zijn. Om deze periode niet te lang te laten duren voor kinderen, zou je ervoor kunnen kiezen om alleen in de weekenden te lezen. Of juist doordeweeks. Kies momenten die voor jullie gezin geschikt zijn.

Week 1 Deze eerste adventsweek lezen we gedeelten uit het Oude Testament waarin de geboorte van Jezus wordt aangekondigd.

Week 4 Deze vierde adventsweek lezen we het verhaal van de geboorte van Jezus uit Lucas. Ook lezen we het lied van Maria en Zacharias.

> Jesaja 7:10-14 > Jesaja 9:1-6 > Micha 5:1-4a

> Lucas 1:39-56 > Lucas 1:57-80 > Lucas 2:1-7

Week 2 Ook in de tweede adventsweek kiezen we bijbelgedeelten uit het Oude Testament waarin de komst van Jezus wordt aangekondigd.

Eerste kerstdag Lees het verhaal van de ontmoeting van de herders met de pasgeboren Jezus.

> Lucas 2:8-20/21

> Jesaja 11:1-5 > Daniël 7:13-14 > Maleachi 3:1

Tweede kerstdag Lees het verhaal van de ontmoeting van de wijzen uit het oosten met Jezus.

Week 3 In de derde adventsweek lezen we gedeelten uit het Nieuwe Testament over de aankondiging van de geboorte van Jezus.

> Matteüs 2:1-12

> Lucas 1:26-38 > Matteüs 1:18-25

12


Advent en Kerst

Voorleesverhaal Amos en Tuvia weten genoeg. Meteen zetten ze het weer op een lopen, nu richting het marktplein. Ze hoeven niet lang te zoeken. Op het marktplein staan veel mensen bij elkaar. In het midden van hen herkent Tuvia Naftali. Naftali is een herder die vlak bij hen woont. Hij heeft veel schapen en hij is erg sterk. Ooit heeft hij met een beer gevochten en zo zijn lammetjes beschermd. Veel mensen kijken tegen hem op. Naftali ziet Tuvia en Amos. Hij wenkt hen om dichterbij te komen. ‘Tuvia, jouw naam is vannacht waarheid geworden!’ roept hij over de hoofden van mensen heen. De mensen zijn stil geworden en kijken ineens allemaal naar Tuvia. Zijn wangen worden er een beetje rood van. ‘Tuvia, jouw naam betekent: “God is goed”! Deze nacht is God zo goed voor ons geweest. Wij, enkele herders en ikzelf, waren in het veld. We warmden ons aan het vuur en hielden de wacht over onze schapen. Plotseling scheen er in de lucht een licht dat ons allemaal verlichtte. We konden er niet naar kijken, zo fel was het licht. Het licht begon te zingen. Een prachtig lied. Het ging over God en over de hemel. Het ging over vrede op aarde en over een God die van mensen houdt. Toen het lied uit was durfden we voorzichtig te kijken. We zagen een groot koor van engelen. Een van hen begon te spreken: “Vannacht is vlak bij dit veld, in de stad Betlehem, een kind geboren. Hij is niet zomaar een kind, maar Hij is de beloofde Verlosser. Zijn naam is Jezus!” We hebben onze schapen zomaar achtergelaten en zijn gaan zoeken. En… we vonden Hem! Weet je waar? In een stal. Daar, achter die heuvel bij de herberg van Shion. In die stal vonden we Hem en we wisten het meteen. Dit is het kind over wie de engelen zongen. Dit is de Verlosser, onze Verlosser!’

‘Kom snel, Tuvia! Er zijn herders in de stad met een heel vreemd verhaal. Mijn vader vertelde het. Ga je mee? Dan gaan we ze zoeken!’ Amos staat hijgend voor Tuvia. Die is nog druk bezig om twee takjes met een restje touw aan elkaar vast te maken. Hij maakt een wagen om aan zijn houten paard te binden. Het lukt al aardig. Amos trekt hem aan zijn arm. ‘Kom nou Tuvia. Straks zijn ze misschien de stad weer uit.’ De nieuwsgierigheid wint het van zijn verlangen om de wagen af te krijgen. ‘Wat voor verhaal hebben ze dan?’ vraagt Tuvia aan zijn buurjongen. Die haalt zijn schouders op, Tuvia met zich meetrekkend. ‘Ik weet het niet precies. Er is iemand geboren. En de herders zeggen dat alles nu gaat veranderen. Ik wil horen wat er precies gebeurd is. Kom!’ Samen hollen de jongens over de stoffige straten. Er zijn weinig mensen op straat. Maar als Tuvia en Amos dichter bij het centrum van Betlehem komen, wordt het steeds drukker. Mensen praten opgewonden. Sommigen lachen en roepen spottend: ‘Heb je het verhaal gehoord van de herders? Haha… een engelenkoor in de nacht. Dat kan toch helemaal niet?’ Een herbergier die zijn straatje schoonveegt voor de nieuwe gasten van deze dag, schudt ongelovig zijn hoofd. Een vrouw met manden vol graan loopt net langs hem. Ze blijft staan en zegt: ‘Ik heb het ook gehoord. En volgens mij is het waar. De engelen hebben verteld dat de Messias, de Verlosser, is geboren! Als dat toch eens waar is…’ In zichzelf mompelend loopt de vrouw weer verder met haar zware vrachtje. ‘Waar zijn de herders nu?’ vraagt Amos ongeduldig aan de herbergier. ‘Ze staan nog op het marktplein. Maar doe geen moeite jongens. Het zijn onzinverhalen.’

13



Advent en Kerst

Tuvia schudt zijn hoofd. ‘Het is geen onzin. Ik voel het gewoon. Ik wil Hem zoeken. Als je niet mee wilt, ga ik alleen.’ Maar Amos volgt hem al. Samen lopen de jongens de stad weer uit in de richting van de herberg van Shion. De herberg is net buiten de stad en na een kwartiertje lopen zien de jongens het huis liggen. ‘Naftali zei dat de Verlosser niet in de herberg is geboren, maar in een stal,’ zegt Amos. De jongens lopen daarom niet naar de ingang van de herberg maar lopen om het gebouw heen het veld in. Een paar honderd meter verderop zien ze een kleine schapenstal. Bij de ingang staat een os. Met een touw staat hij vastgebonden aan een paal. Ook zijn er schapen die langs de houten wand van de stal gras eten. De deur van de stal staat op een kiertje open. Opeens blijft Tuvia staan. ‘Ik weet niet of ik wel durf,’ fluistert hij. Amos blijft ook staan. ‘Als we willen weten of Naftali de waarheid spreekt, moeten we gaan kijken,’ fluistert hij terug. Zachtjes komen Tuvia en Amos steeds dichter bij de stal. Juist als ze eigenlijk niet meer verder durven, steekt een man zijn hoofd om de hoek van de staldeur. Verbaasd kijkt hij naar de jongens. Dan breekt er een glimlach door op zijn gezicht. Hij steekt zijn hand uit naar Tuvia en Amos. ‘Welkom jongens, komen jullie om Jezus te zien?’ Tuvia knikt. Amos zet een stapje vooruit. ‘Naftali vertelde dat Hij de Verlosser is. We willen weten of het waar is,’ zegt hij. De man komt naar hen toe. ‘Ik ben Jozef,’ zegt hij. ‘Deze nacht heeft mijn vrouw Maria een zoon gekregen. Hij is haar zoon, maar ook Gods Zoon. Ik mag voor Hem zorgen. Het is een bijzonder kind, want Hij zal de mensen gaan verlossen en troosten. Hoe Hij dat gaat doen weet ik ook niet goed. Dat weet alleen God. Kom maar, dan mag je Hem zien. Hij is net wakker!’

Naftali heeft tranen in zijn ogen gekregen. ‘Begrijp je het nu Tuvia? Jouw naam is vannacht uitgekomen. Want God is goed voor ons geweest!’ Tuvia staat te trillen op zijn benen. Hij laat zich door zijn knieën zakken en gaat op de grond zitten. Amos laat zich naast hem op een boomstronk zakken. Terwijl de mensen om hen heen weer beginnen te praten, heeft Tuvia het gevoel dat de aarde rondjes draait. Waarom is hij zo van streek? Hij begrijpt het niet… De mensen om hem heen beginnen tegen Naftali te schreeuwen. ‘Houd je praatjes voor je herder!’ roept de bakker. ‘Je zaait alleen maar heel veel onrust in de stad!’ ‘Laat ons met rust, Naftali!’ roept de smid. ‘Waarom zouden wij een Verlosser nodig hebben? Ik hoef helemaal geen Verlosser!’ Naftali probeert de mensen nog eens te overtuigen, maar de mensen druipen één voor één af. Dan ziet Naftali Amos en Tuvia. Hij komt naar hen toe en zakt door zijn knieën. ‘Wat is er Tuvia? Je bent zo wit!’ vraagt hij. Tuvia haalt zijn schouders op. ‘Het komt door uw verhaal,’ zegt hij. ‘Ik wil weten of het waar is. Papa en mama hebben al zo vaak verteld over een Verlosser die ooit zal komen. Is het nu dan echt gebeurd? Hoe weet ik het zeker?’ Naftali legt zijn grote ruwe herdershand op het hoofd van Tuvia. Met zijn andere hand pakt hij Amos bij zijn schouder. ‘Jongens, ga naar Hem toe!’ zegt hij hees. Zijn stem verraadt dat hij nog steeds tranen in zijn ogen heeft. ‘Ga Hem zoeken en dan zul je het weten!’ Dan staat hij op en verdwijnt tussen de huizen. De jongens blijven nog een tijd stil zitten. De straten zijn weer leeg. Het is weer rustig op het marktplein Dan staat Tuvia op. ‘Ik ga Amos,’ zegt hij. ‘Ik wil het zeker weten. Ga je mee?’ Amos twijfelt. ‘Als alle mensen zeggen dat het onzin is, waarom zou Naftali dan gelijk hebben?’

15


Advent en Kerst

Schoorvoetend volgen Amos en Tuvia Jozef in de stal. Daar, op een bed van stro, zit Maria. In haar armen heeft ze een heel klein baby’tje. Tuvia laat zich zachtjes op zijn knieën zakken. Vlak voor Maria en het kind. ‘Het is waar, Amos!’ fluistert hij. Tranen prikken in zijn ogen. ‘Hij is de Verlosser. Ik weet het zeker, ik voel het hier vanbinnen.’ Hij slaat met zijn vuist op zijn borst. Amos knikt. ‘We moeten het onze ouders vertellen!’ zegt hij schor. De jongens blijven nog een poosje zitten. Heel dicht bij Jezus. Maria kijkt hen aan en streelt over het hoofdje van haar kind. ‘Dit is niet alleen ons kind,’ zegt ze zacht.

‘Jezus is er voor alle mensen! Hij is er ook voor jou, Amos. En voor jou, Tuvia.’ Achter zich hoort Tuvia Jozef zachtjes lachen. Tuvia draait zich om. ‘Waarom lacht u?’ vraagt hij. Jozef maakt een rondedansje. Zomaar door de stal. Tuvia moet erom lachen en Amos en Maria ook. ‘Het is jouw naam! Tuvia… Jouw naam betekent: “God is goed”! En dat is zo waar. God is goed!’ Amos en Tuvia zeggen geen woord tegen elkaar als ze de weg teruglopen via Betlehem naar hun huis. Maar thuis vertellen ze aan hun hele familie wat ze gezien en gehoord hebben. ‘Jezus, de Verlosser, is echt gekomen!’ ■

16


Advent en Kerst

Creatieve werkvormen 1. Adventskalender Doel Door vol verwachting en met aandacht uit te zien naar de komst van het kerstfeest (het geboortefeest van Jezus) zullen de kinderen de volle betekenis van de komst van Jezus Christus beter begrijpen. Een feest krijgt meer diepgang en betekenis als er lange tijd naar wordt uitgekeken. Er zijn verschillende manieren om een adventskalender te maken. Ik noem er drie, voor drie verschillende leeftijdsgroepen. Lucifersdoosjes met inhoud Vul twee weken voorafgaand aan het kerstfeest veertien lucifersdoosjes. Maak de periode voor jonge kinderen (tot 5 jaar) niet langer, anders duurt het te lang en is het voor hen niet meer te overzien. Stop in enkele lucifersdoosjes een briefje met daarop een kerstliedje dat jullie samen gaan zingen of beluisteren op YouTube. Stop in enkele andere lucifersdoosjes een briefje met een vraag die verband houdt met het naderende kerstfeest. Stop ten slotte in enkele doosjes wat snoepjes voor je kinderen (als je liever geen snoepjes geeft, kun je een ander klein cadeautje kiezen). Voorbeeld voor één week: > Doosje 1: Zing/beluister samen het kerstlied ‘Een koning is geboren’. > Doosje 2: Hoe heten de vader en moeder van Jezus? > Doosje 3: Snoepjes voor de kinderen. > Doosje 4: Zing/beluister samen het kerstlied ‘Ere zij God’. > Doosje 5: In welke stad is Jezus geboren? Wie kwamen er bij Hem op bezoek? > Doosje 6: Snoepjes voor de kinderen. > Doosje 7: Jezus is de zoon van Jozef en Maria. Maar van wie is Hij nog meer de Zoon?

De adventsslinger Vul 24 enveloppen met opdrachtjes/vragen/ stellingen die te maken hebben met het kerstfeest. Hang de enveloppen aan een lang touw. Elke dag mag een kind een envelop openen en besteden jullie kort aandacht aan datgene wat op het briefje in de envelop staat. Voorbeelden van opdrachtjes, vragen of stellingen zijn: Vragen > Waarom gingen Jozef en Maria op reis naar Betlehem? > Van wie hoorden de herders in het veld dat Jezus was geboren? Op welke manier hoorden ze het? > Wat vind jij ervan dat God een baby is geworden, net als alle andere mensen? > Waarom heeft God zijn Zoon Jezus naar de aarde gestuurd? Opdrachtjes > Maak vandaag een kaart voor iemand die alleen is. Schrijf op de kaart ‘Jezus is geboren, ook voor jou’ en stuur hem op. > Zing met elkaar een kerstlied of luister een kerstlied via YouTube. > Schrijf Jesaja 9:5 op een vel papier en hang het boven je bed. Leer deze tekst deze week uit je hoofd. Stellingen: waar/niet waar? > Jezus kwam niet voor mij naar de wereld, want ik doe elke dag verkeerde dingen. > Jezus is God, maar Hij is ook mens. > Jozef is niet de echte vader van Jezus, maar eigenlijk een soort pleegvader.

17


Advent en Kerst

24 namen van God Schrijf alle letters van het alfabet in willekeurige volgorde op een groot vel papier. Zorg dat er om de letters heen voldoende schrijfruimte is. Laat de letters Q en X weg. Laat de kinderen 24 dagen lang elke dag een letter kiezen waar ze een naam van God bij bedenken. God heeft in de Bijbel heel veel

prachtige, betekenisvolle namen. Zijn namen zeggen iets over wie Hij is. Voorbeelden van namen van God zijn: Almachtige, Bevrijder, Heer, Koning, Schepper. Als je kind een naam heeft gevonden, mag hij/zij deze bij de desbetreffende letter schrijven. Praat met je kinderen door over de betekenis van de naam. Wat zegt die naam over God?

2. Geboorteslinger

18


Advent en Kerst

Bijbeltekst om vooraf te lezen: De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer.’ Lucas 2:10-11 Doel Slingers associëren we met feest! Deze activiteit benadrukt het feit dat Kerst ook echt FEEST is. Want we vieren een geboorte: de geboorte van de Verlosser van mensen. Een feestelijke, gezellige activiteit om ook echt een feestelijke sfeer in je huis te creëren.

Zet de volgende letters (ongeveer 8 cm hoog) in een Word bestand en print ze uit: Jezus is geboren. Knip de letters uit, leg ze op mooi, stevig papier en trek de letters om. Knip de letters dan uit het karton. Zorg dat je aan elke letter twee uitstekende stukjes tekent, zodat je ze daarmee aan elkaar vast kunt maken of op kunt hangen. Teken twee sterren op stevig geel of goud papier. Knip ook deze sterren uit. Maak de letters met splitpennen aan elkaar vast of hang ze op aan een koord of draad. Bevestig de sterren tussen de woorden. Hang de slinger voor jullie raam. Hiermee kun je ook aan anderen laten zien wat voor jullie gezin de betekenis van kerstfeest is.

3. Geboortekaarten in plaats van kerstkaarten Bijbeltekst om vooraf te lezen: Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden. Lucas 2:16-18 Doel Als gezin willen jullie anderen, met name eenzamen, laten weten dat jullie aan hen denken met Kerst. Daarbij is er ook een dieper doel: jullie willen deze mensen ook laten weten dat God aan hen denkt. Niet alleen met Kerst, maar altijd. Bekijk met elkaar geboortekaartjes van baby’s die de laatste jaren in jullie familie, kennissenkring of gemeente zijn geboren. Wat staat er op de kaartjes? Wat is het belangrijkste nieuws dat ouders willen vertellen? Praat daarover met je kind. Om een brug te slaan naar de activiteit kun je je kinderen de volgende vraag stellen: stel je voor dat God een geboortekaartje had gestuurd naar de mensen op aarde toen Jezus werd geboren,

wat zou daar dan op staan? (Bij jonge kinderen kun je de vraag beter stellen vanuit Jozef en Maria: wat zouden zij op hun geboortekaartje hebben laten zetten?) Maak met elkaar geboortekaartjes van de geboorte van Jezus. Dit kan met de hand (knutselen) of op de computer. Denk aan de volgende punten: > Wie brengt het nieuws van de geboorte? > Welke naam komt er op het kaartje? Komt de betekenis van de naam er ook bij? > Welke datum en welke geboorteplaats komen er op het kaartje? > Welke bijbeltekst of welk gedichtje kiezen jullie? > Is er een mooie foto die op het kaartje kan? Of maak je zelf een tekening? Verstuur de kaartjes naar familie, buren, kennissen en vrienden. Verstuur ze vooral ook naar mensen van wie je weet dat ze alleen zijn met Kerst. Voor hen is kerstpost erg belangrijk, omdat dat hun het besef geeft dat er mensen zijn die aan hen denken.

19


Advent en Kerst

4. Adventsbloemstuk met kaarsen Doel Door elke week ĂŠĂŠn kaars meer aan te steken, wordt zichtbaar dat het kerstfeest steeds dichterbij komt. Zo leef je als gezin in de hele adventsperiode bewust naar het kerstfeest toe. Kaarsen geven licht. Je kinderen leren dat Jezus vergeleken kan worden met het Licht. Hij brengt licht in onze duisternis. Koop een adventskaarsenhouder. Dat zijn plateaus waar vier kaarsen op gezet kunnen worden. Je kunt ook een ronde schaal nemen. Koop vier dikke, ronde kaarsen. Zet ze op de

kaarsenstandaard of op de schaal. Leg er wat dennengroen en wat kerstversiering omheen. Maak een kaartje met de tekst: Jezus zegt: Ik ben het Licht van de wereld! Zet het kaartje ergens tussen het groen. Steek op de eerste adventszondag de eerste kaars aan. Op de tweede adventszondag steek je de eerste en de tweede kaars aan. Op de derde adventszondag steek je drie kaarsen aan en op eerste kerstdag steek je alle kaarsen aan. Bij het aansteken van de kaarsen kun je een bijbeltekst lezen of een kerstlied zingen.

20


Advent en Kerst

Gesprek Maak een doosje of mandje met daarin vragen die betrekking hebben op de geboorte van Jezus: kerstfeest. Schrijf de vragen op briefjes en vouw die op. Zet aan de buitenkant een, twee of drie sterren, zodat de kinderen weten welke vraag bij hun leeftijd past. Je kunt bijvoorbeeld een keer per dag na de maaltijd een vraag uit het mandje kiezen en daar met elkaar over praten. Begin enkele weken voor Kerst. Voorbeelden van vragen zijn:

* > Waar denken we aan als het kerstfeest is? Wat vieren we op het kerstfeest? > Hoe heten de vader en moeder van Jezus? > Wat voor wiegje had Maria voor Jezus? Of was het geen wiegje? > Ken jij een lied over Kerst? Zing het samen maar!

** > Is Jezus ook voor jou naar de aarde gekomen? Wat vind je daarvan? > Wie kwamen er als eersten bij Jezus op bezoek? > Ken jij een lied over de geboren Jezus? Zing het samen maar! > Lees Jesaja 9:5. Welke naam vind jij het mooist?

*** > Waarom moest de Here Jezus mens worden? Is Hij ook God gebleven? > Waarom wordt Jezus ook wel ‘het Licht van de wereld’ genoemd? > Wat zou je zeggen als iemand aan jou zou vragen: ‘Wie is Jezus?’ > Wat vind jij ervan dat Jezus in een stal is geboren?

21


Advent en Kerst

Muziek Draai in de weken voorafgaand aan Kerst bijpassende muziek! Door muziek te luisteren worden onze gedachten automatisch gericht op de sfeer en de teksten die bij Kerst horen. En zing aan tafel liederen en/of psalmen die heenwijzen naar de geboorte van Jezus. Je kunt ook meezingen met liederen op YouTube. Voorbeelden van liederen die je samen kunt zingen of beluisteren:

* > ‘Als je veel van iemand houdt’ (Elly & Rikkert). > ‘Een Koning is geboren!’ (Elly & Rikkert). > ‘Ga je mee op zoek naar het Koningskind?’

** > ‘Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht.’ > ‘Stille nacht.’

*** > ‘Ere zij God!’ > ‘Hij kwam bij ons, heel gewoon’ (Opwekking 268).

Kies voor elk kind tenminste één lied uit dat je hem of haar in de adventsperiode wilt leren en dat aansluit bij de beleving en het niveau van je kind. Natuurlijk kun je oudere en jongere kinderen ook met elkaars liedjes mee laten zingen.

22


Advent en Kerst

Eten en drinken Waxinelichtjes op tafel mogen natuurlijk niet ontbreken. Maak waxinelichthouders van klei en versier ze met glitters en sterretjes.

Wie zitten er bij jullie aan tafel? Kerstfeest wordt door veel mensen meteen geassocieerd met gezelligheid, familie en samen eten. Natuurlijk gaat het met Kerst niet in de eerste plaats om deze dingen, maar het hoort er wel bij. Juist in een sfeer van samenzijn, gezelligheid en goed eten kunnen jullie ook samen praten en zingen over de echte betekenis van Kerst. Nodig daarom met Kerst mensen uit in jullie gezin die anders alleen Kerst moeten vieren. Praat met je kinderen over deze mogelijkheid. Wie komt er in hun gedachten? Zijn opa en oma alleen met Kerst? Nodig hen uit. Of is er een eenzame buurvrouw in jullie straat? Zit er in de kerk altijd een man naast jullie die weduwnaar is en geen kinderen heeft? Betrek hen in jullie huisgezin en vier samen de geboorte van Jezus.

* * **

Laat de kinderen menukaartjes maken voor de gasten die bij jullie aan tafel zitten en voor jullie eigen gezin. Laat de kinderen nadenken over een gedicht, een bijbelgedeelte en/of liederen voor na het eten. Laat ze het uitwerken op de computer, zodat jullie een eigen liturgie hebben voor deze kerstmaaltijd.

Laat de jongste kinderen de tafel feestelijk dekken. Met een mooi tafelkleed en met speciale servetten.

Betrek alle kinderen bij het samenstellen van jullie kerstmenu. Wat vinden ze lekker? Neem uitgebreid tijd voor het samen boodschappen doen. Wat eten jullie als voorgerecht? Wat wordt het hoofdgerecht en wat wordt het toetje? Oudere kinderen kunnen mogelijk zelf al iets klaarmaken.

Laat de kinderen placemats maken die onder de borden komen te liggen. Je kunt ze sterren laten tekenen op A3-papier. Of knip zelf sterren uit en laat de kinderen die omtrekken.

23

***

***


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.