Belijdenis doen

Page 1

Inleiding Belijdenis doen is een belangrijke mijlpaal op ons leven als christen. Als ik belijdenis doe dan bevestig ik de beloften die werden gedaan bij mijn doop. Voor de meesten van ons gaat het daarbij om beloften die voor ons werden gedaan toen we nog heel jong waren. Als ik belijdenis doe, wil dat zeggen dat ik heel bewust deze beloften voor mijn eigen rekening neem; ik verklaar in het bijzijn van anderen dat ik een volgeling van Jezus Christus ben. Ik zeg bovendien dat ik mijn prioriteiten en waarden wil laten vormen door wat Jezus van mij vraagt. Als ik belijdenis doe dan voltooi ik een inwijdingsproces; ik word een volwaardig lid van de kerk, waar ik al bij hoorde door mijn doop. Ik word een volwaardig lid van de universele Kerk (de Kerk van alle tijden en plaatsen in deze wereld), maar ook word ik lid van een specifieke kerk, mijn plaatselijke gemeente en het kerkverband waartoe deze gemeente behoort. Het kan betekenen dat ik nu voor het eerst deel kan nemen aan bepaalde gedeelten van het kerkelijk leven, en dat ik nieuwe verantwoordelijkheden op me mag nemen in de kerk. Belijdenis doen is te vergelijken met dienst nemen in een leger. De predikant legt mij de handen op en bidt of God zijn kracht op mij wil leggen, zodat ik sterk zal staan in het geloof en toegerust zal worden om in deze wereld voor God te leven. Maar niet voor iedereen is belijdenis doen een positieve ervaring. Een kerkleider vertelde me eens in vertrouwen dat hij zich zorgen maakte over de belijdenisgroepen, omdat het er weleens op leek dat de belijdenis voor jonge mensen een afscheidsceremonie was van de kerk. Zodra ze oud genoeg zijn, doen ze plichtmatig belijdenis en dan geloven ze het verder wel en zien nooit meer een kerk van binnen. Veel mensen hebben hun eigen belijdenis ervaren als een saai ritueel, dat nu eenmaal van hen werd verwacht door ouders en grootouders. Ook de belijdeniscatechisatie was verplichte kost. Er zijn mensen die belijdenis hebben gedaan omdat de opleiding waar zij van plan waren naar toe te gaan, eiste dat de leerlingen belijdenis hadden gedaan. Daarbij werd het niet belangrijk gevonden of ze daadwerkelijk een geloofskeuze hadden gemaakt. Dit zijn allemaal verkeerde redenen om belijdenis te doen. 8


Je belijdenistijd hoort een mooie tijd te zijn, een periode om te vieren dat je met hart en ziel het geloof omarmt. Daar wil je van getuigen in het bijzijn van familie en vrienden. Het zou een tijd moeten zijn waarin je kracht van God ontvangt. Belijdenis doen is iets om naar uit te kijken. Het is een prachtige gelegenheid om te ontdekken welke gaven en vaardigheden je hebt en hoe je ze het beste kunt inzetten. Ik hoop van harte dat deze bijbeloverdenkingen je zullen helpen als je je aan het voorbereiden bent, of als je pas belijdenis hebt gedaan. Je kunt ze lezen in de vier weken die voorafgaan aan de datum waarop je belijdenis doet, maar misschien zijn er ook mensen die dit boekje liever doorbladeren en de overdenkingen lezen met titels die hen het meeste aanspreken. Dat is allemaal geen probleem! Ik hoop vooral dat jonge mensen die het gevoel hebben dat ze eigenlijk wel belijdenis moeten doen omdat anderen dat van hen verwachten, door het lezen van deze stukjes enthousiast worden over hun keuze om belijdenis te doen. En ik zou het fijn vinden dat mensen die tot nu toe alles wat met belijdenis te maken heeft maar dor en droog vinden, zullen ervaren dat de spinnenwebben ervan afgeblazen worden. De 24 overdenkingen staan op zichzelf, maar er zit wel een bepaalde gedachtegang door de serie heen, waarbij de ene als het ware voortborduurt op de vorige. In grote lijnen zijn ze gegroepeerd in vier thema’s: • Discipelschap van een christen • De kerk en mijn plaats daarin • De belijdenisdienst • Wat brengt de toekomst? Dit boekje heeft uiteraard wat beperkingen; het is niet zo dik. De overdenkingen zijn eigenlijk maar ‘hapklare brokjes’ van thema’s waar je veel dieper op in zou kunnen gaan. Ik hoop dat het je zal aanmoedigen om later de thema’s nog eens verder uit te werken. Een studiebijbel zou daarbij handig zijn; je kunt overwegen om die als belijdeniscadeau te vragen.


Week

1 Maandag Mentor en leerling

‘Iets verderop zag hij (Jezus) Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, en direct riep hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners achter in de boot en volgden hem.’ Marcus 1:19-20

10


We hebben allemaal wel helden op wie we willen lijken. Filmsterren, beroemdheden uit de sportwereld, schrijvers, bekende zakenmensen – we vinden het fijn om van hun doen en laten op de hoogte te zijn. Misschien nemen we hun levensstijl, gedrag en manier van kleden wel over. Het zijn heus niet alleen tieners die dat doen. Ik heb eens een predikant gekend die zijn haar liet groeien tot op de schouders, zodat hij meer leek op een van de kerkleiders uit de achttiende eeuw, iemand die hij heel erg bewonderde! Waarom doen we zoiets? Omdat we door die persoon getroffen worden en meer op hem willen lijken. In het oude Israël volgden leerlingen hun leraar. Zij bleven bij hem en deden hem in alles na. Weet je hoe ze werden genoemd? ‘Discipelen.’ Dit woord betekent leerling, iemand die een mentor heeft. Jezus wandelde langs de kust van het meer van Galilea. Hij riep een specifieke groep mensen om zijn discipelen te worden. Hij vroeg hun om Hem te volgen en Hem beter te leren kennen. Zij moesten kijken, luisteren en leren van zijn onderwijs en voorbeeld. Wie Jezus wil volgen wordt ook nu nog geroepen tot discipelschap. Met je belijdenis neem je Jezus aan als je mentor. Je kiest ervoor met Hem te wandelen, tijd met Hem door te brengen en naar de wereld te kijken door zijn ogen. Jakobus en Johannes lieten hun netten vallen en gingen een onbekende toekomst tegemoet. Discipelschap is ook voor ons een reis die soms onbekend en riskant aanvoelt. Maar we gaan op reis met Iemand die we kunnen vertrouwen. Hij zal met ons meegaan bij elke stap die we nemen.

Jezus roept mij om een discipel te zijn. Hoe voelt dat?


Week

1 Dinsdag Leren dienen

‘Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ Marcus 10:43-45

12


Christen zijn betekent discipelschap; het is Jezus als mentor hebben. We zagen dat Jezus Jakobus en Johannes riep om Hem te volgen. En leefden ze nog lang en gelukkig? Nou, niet echt! Kort nadat ze werden geroepen, waren ze al aan het ruziën wie de belangrijkste plaats moest krijgen en wie van hen de grootste was. Jezus moest hun vertellen dat ze er niets van begrepen. Als je een discipel wordt, is dat niet zoiets als een soort geestelijke promotie. Je wordt niet geroepen om te regeren – eerlijk gezegd lijkt het er meer op dat je een stoffer en blik in je handen geduwd krijgt. Discipelen van Jezus zijn geroepen om anderen te dienen. Ook vandaag is dat nog zo. De belijdenisdienst herinnert ons daaraan. Het is heel verleidelijk om te denken dat het gaat om ‘mijn’ geloof, ‘mijn’ spiritualiteit. Maar dan begin je aan de verkeerde kant. Als je geroepen bent om een discipel te zijn dan ben je geroepen om te worden als Jezus. Dan ga je anderen dienen zoals Jezus dat deed. Misschien betekent het dat we uit ons comfortabele leventje worden gehaald. We kunnen niet zeggen dat we niet gewaarschuwd zijn. Jezus wijst zijn discipelen erop – en daar waren Jakobus en Johannes ook bij – dat als je Hem wilt volgen, je jezelf moet verloochenen en je kruis moet opnemen. (Marcus 8:34) Als Jezus zegt dat we onze naasten moeten liefhebben, dan bedoelt Hij niet dat we heel erg ons best moeten doen om warme, wollige gevoelens voor mensen te krijgen. Hij heeft het hier over het nemen van een wilsbesluit. We kiezen ervoor om goede dingen te doen voor mensen, zelfs voor mensen die we eigenlijk niet aardig vinden. Discipelschap is geen gemakkelijke keuze. Maar zoals ook Jakobus en Johannes hebben ontdekt, is het een levenslang avontuur.

Jezus roept mij om anderen te dienen. Wat betekent dit in de praktijk?


Week

1 Woensdag Intimiteit met God

‘Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden.’ Matteüs 6:9

14


De eerste discipelen van Jezus leefden, aten en werkten met Hem. Daarbij werd één ding heel duidelijk voor hen: hun meester en mentor Jezus zette een intieme relatie met zijn hemelse Vader op de eerste plaats, en dat gaf Hem kracht in zijn leven en zijn werk. Eén van de discipelen vraagt Jezus om hen het geheim van deze intimiteit te leren. Hoe moeten ze bidden? Jezus leert hun het Onze Vader. Velen van ons bidden we het Onze Vader al sinds onze kindertijd regelmatig. Het zijn bekende woorden die beginnen met ‘Onze Vader’ en eindigen met ‘tot in eeuwigheid, amen.’ Maar het is vast niet de bedoeling van Jezus geweest dat zijn discipelen dit gebed routinematig zouden prevelen. Ik denk eerder dat Hij met dit gebed richtlijnen heeft aangegeven die belangrijk waren om een intieme relatie met God op te bouwen. We prijzen God voor zijn grootheid. We bidden dat onze wereld verandert. We bidden voor onze dagelijkse noden en erkennen dat we daarvoor van Hem afhankelijk zijn. We bidden om vergeving en belijden dat wij ook anderen moeten vergeven. We vragen of God ons wil beschermen tegen verleidingen, zodat we niet afdwalen van zijn weg. Kamerplanten doen het goed als ze voldoende water en licht krijgen. Als ze worden verwaarloosd, verwelken ze. Dat geldt ook voor relaties met mensen en met God. Relaties bloeien op als we eraan werken, als we er tijd en aandacht aan besteden. Het belangrijkste in een relatie is communicatie. Jezus leerde zijn discipelen dat het belang- rijk was om met God te communiceren. Als ik belijdenis doe, dan zeg ik in het openbaar dat ik intimiteit met God het belangrijkste vind in mijn leven – dat was het ook voor Jezus.

Welke prioriteit geef ik aan gebed in mijn dagelijks leven?


Week

1 Donderdag Een liefhebbende Vader

‘Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.’ Lucas 15:20

16


De gelijkenis van de verloren zoon is voor ons hartverwarmend maar voor mensen in de tijd van Jezus was hij ronduit schokkend. Het verhaal begint bij een jongeman die naar zijn vader gaat en zijn deel van de erfenis opeist – het deel dat hij zou krijgen als zijn vader zou sterven. Eigenlijk zegt hij tegen zijn vader: ‘Vader, ik wens u nu dood.’ Dit was een diepe belediging. Bovendien stond de Joodse wet niet toe dat kinderen zolang de vader nog leefde land verkochten dat in het bezit van de familie was. De zoon maakt zijn deel direct te gelde en daarmee beledigt hij niet alleen zijn vader, maar overtreedt hij ook de wet. Het is een persoonlijke tragedie en een publieke schande voor de vader. Dan komt de zoon weer terug. Hij is platzak. Hoe zal de vader reageren? De toehoorders van Jezus hadden waarschijnlijk verwacht dat hij de zoon in het gezicht zou slaan en weg zou sturen, of dat hij hem uit de gemeenschap zou bannen. Deze vader doet dat niet. Hij tuurt de horizon af om te zien wanneer zijn zoon terugkomt. De mannen in het Midden-Oosten renden niet in het openbaar, want dat was een schande. Maar deze vader trekt zijn gewaad omhoog en rent zijn zoon tegemoet. Hij kust de jongen die hem doodgewenst had, de wet had overtreden, hem had vernederd en nu terugkeert terwijl een lucht van varkens om hem heen hangt! Er zijn heel veel mensen die een verkeerd beeld hebben van God en het daarom moeilijk vinden om tot Hem te bidden. Ze denken dat Hij afstandelijk en hardvochtig is. Daarom vertelt Jezus zijn discipelen dat ze tot God als een Vader moeten bidden. Hij houdt meer van ons dan wij ons kunnen voorstellen, wat we ook hebben misdaan. Dat is wat we bevestigen als we belijdenis doen. Het draait allemaal om de herstelde relatie met een liefhebbende hemelse Vader.

Lijkt mijn beeld van God op het beeld van de vader uit de gelijkenis van Jezus?


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.