Dicht bij ons

Page 1

Psalm 1 – Echt geluk

1

Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, 2 maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. 3

Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. 4

Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. 5

Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. 6 De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood. Psalm 1 spreekt over wat voor je hele leven, in al je doen en laten, het belangrijkste is. Is dat God en wat Hij van je vraagt, of ga je mee met hen die geen boodschap aan Hem hebben?

9


Dat is een keus die je telkens weer moet maken als het erop aankomt welke richting je gaat in je leven. En dat is niet altijd makkelijk. De mens in vers 1-3 staat in het enkelvoud, de zondaars in de psalm staan in het meervoud. Vaak sta je in je keus voor God en wat Hij van je vraagt alleen tegenover de meerderheid die een andere weg kiest. Toch is zo’n mens niet ongelukkig. Integendeel, hij wordt gelukkig genoemd. De weg die je kiest als je Gods wil doet is een weg waarin je leven vrucht draagt, waarbij het de moeite waard is om te leven. Psalm 1 wordt wel, samen met Psalm 2, gezien als inleiding op het hele boek Psalmen. Psalm 1:1 begint met het gelukkig prijzen van iemand die Gods weg gaat en Psalm 2:12 eindigt met het gelukkig prijzen van wie schuilen bij God en zijn gezalfde. In zowel Psalm 1 als Psalm 2 is er sprake van tegenstanders van God en zijn woord en wil. In Psalm 1 gaat het om een gewoon individu, zoals jij en ik, in Psalm 2 om de koning en andere volken die zich tegen Hem verzetten. De koning en zijn keuzes waren natuurlijk enorm belangrijk in Israël. Psalm 1 stelt de vraag: aan welke kant sta je? Wat doe je met je leven? Wie bepaalt welke keuzes je maakt? In vers 2 wordt de wet van de heer genoemd. Je bent gelukkig als je je ‘vreugde’ vindt in Gods wet. Het woord ‘wet’ klinkt erg ‘wettisch’. Hoe kun je daar nu plezier aan beleven? Een betere vertaling van het woord is Gods ‘onderwijs’; wat God concreet wil dat wij doen in het leven. We kunnen dan denken aan de wet, de Tora, namelijk de eerste vijf boeken van het Oude Testament. We kunnen ook denken aan de rest van het boek Psalmen. Wat leren de psalmen ons, wat voor onderwijs ontvangen wij eruit?

10


Ze leren ons bidden, ons hart uit te storten voor God, Hem te prijzen, te danken, te eren. Wat de Bijbel ons leert over God, zijn beloften, zijn plannen, zijn liefde en genade is iets waar we nooit op uitgekeken raken. Zijn woorden geven inderdaad vreugde en zijn het waard om steeds (‘dag en nacht’, vers 2) te overdenken en te koesteren. Psalm 1 is een psalm van tegenstellingen: mensen die op de weg van de wettelozen gaan, die leven op een manier die tegen God ingaat en de mens die Gods weg gaat. Mooi is wat vers 3 over zo iemand zegt: ‘Alles wat hij doet komt tot bloei.’ Zijn leven komt tot bloei. Dat is iets anders dan een succesevangelie. Het is niet een formule om snel rijk te worden of te ‘slagen’ in het leven. In feite gaat het helemaal niet om het succes van een gelovige, maar om het geworteld zijn in de heer en zijn woord en wil. De wortels van het leven van zo’n persoon gaan diep de grond in, je blaast zo’n mens niet zomaar omver. Zo iemand is echt gelukkig. Betekent deze psalm voor ons dat we niet om moeten gaan met niet-christenen? Dat zeker niet, want hoe kun je mensen ooit over Christus vertellen als je niet met hen omgaat? In vers 1 gaat het om méér dan alleen in contact komen met ongelovigen. Het gaat om mensen die ‘spotten’ met God en met zijn wil. Het gaat om het meegaan op hun weg en het samen zitten, het deel uitmaken van hun leven zodat je zelf de verkeerde keuzes gaat maken. Ik denk dat we soms onderschatten hoe groot de invloed is van wat we om ons heen horen, niet alleen door wat mensen zeggen die we ontmoeten, maar vooral ook door de media. Wat voor soort geluk wordt jou aangeprezen als je goed luistert? Eten,

11


drinken, kleren, het hebben van méér – waar richt de reclame ons op? Stemt dat overeen met wat Jezus je voorhoudt? Zoek eerst wat bij God de Koning hoort, verdiep je in zijn woord en laat het deel gaan uitmaken van je dagelijkse leven. De andere dingen, zegt Jezus, komen wel. Echt gelukkig ben je als je in verbondenheid met God leeft en op de ‘weg’ van zijn Zoon Jezus Christus wandelt. En dan ben je toch niet helemaal een eenling, want in vers 5 wordt gesproken over de ‘kring van de rechtvaardigen’. De christelijke gemeente kan ons helpen sterk te staan in keuzes waarbij het erop aankomt wie we volgen.

12


Psalm 2 – God en zijn gezalfde 1

Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. 2 De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde: 3 ‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’ 4

Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. 5 Dan spreekt hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: 6 ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg.’ 7

Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken. Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt. 8 Vraag het mij en ik geef je de volken in bezit, de einden der aarde in eigendom. 9 Jij kunt ze breken met een ijzeren staf, ze stukslaan als een aarden pot.’

13


10

Daarom, koningen, wees verstandig, wees gewaarschuwd, leiders van de aarde. 11 Onderwerp u, toon de HEER uw ontzag, breng hem bevend uw hulde. 12 Bewijs eer aan zijn zoon met een kus, anders ontvlamt zijn woede, en uw weg loopt dood, want bij het geringste ontsteekt hij in toorn. Gelukkig wie schuilen bij hem. Bij dat ‘woeden van de volken’ (vers 1) kan ik me wel wat voorstellen als ik de krant lees. De wereld is enorm in beweging, door oorlogen, dictators, en de stromen van vluchtelingen die aan deze dingen willen ontkomen. De Bijbel geeft ons niet alleen maar stof voor onszelf, als individuele gelovige, maar geeft inzicht in het wereldgebeuren; in verleden, heden en toekomst. Dat realiseren wij ons niet altijd in onze individualistische tijd, wij denken sterk in de ik-vorm. De Bijbel geeft een veel breder perspectief. God is de Schepper van hemel en aarde, van alles en iedereen. In de beginhoofdstukken van Genesis (hoofdstuk 4-11) lezen we ook over het ontstaan van de volken op aarde en daarna pas concentreert het verhaal zich op het ene volk, Israël. Aan het eind van de Bijbel, in het boek Openbaring, vinden we die volken weer terug. Daar krijgen we een kijkje achter de schermen van wat er allemaal op aarde speelt. Ten diepste komt het neer op de strijd tussen God en zijn Zoon aan de ene kant en de mensen zonder God, die tegen Hem ingaan, aan de andere kant. Psalm 2 gaat over die strijd tussen God en de volken zon-

14


der God. ‘De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de heer en zijn gezalfde,’ zijn messias. Dat woord betekent namelijk ‘gezalfde’. Koningen en priesters werden gezalfd. In de context van Psalm 2 gaat het vooral om een koninklijk figuur, van wie God zegt: ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd’ (vers 6) en: ‘Jij bent mijn zoon’. (vers 7) Aan die zoon wordt vervolgens de macht gegeven over de volken. Hij zal het oordeel brengen over de volken en hun koningen. Die worden opgeroepen toch vooral deze zoon te erkennen en zich aan hem te onderwerpen, anders loopt het slecht met hen af. Deze psalm heeft een ernstige boodschap, maar eindigt met een belofte: ‘gelukkig wie schuilen bij hem.’ Dat kan dus ook, dat je je niet verzet tegen God en zijn gezalfde, zijn Zoon, maar dat je Hem eert en liefhebt, dat je Jezus de Messias erkent. ‘Dan zal iedereen de Zoon eer betuigen zoals men de Vader eert. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet die hem gezonden heeft.’ Aldus de woorden van de Heer Jezus in Johannes 5:23. Het is opvallend hoe vers 4 spreekt over God en de volken: ze lijken heel wat voor te stellen, die volken en koningen met hun geweldige drukte en legers en hun machtsvertoon, maar God kijkt vanuit de hemel op hen neer en Hij maakt hen belachelijk. Hij neemt hen niet zo serieus als zij zichzelf nemen! Het doet me denken aan het verhaal van de torenbouw van Babel. De mensen zwoegen en zweten, ze hebben een groots plan om een toren tot in de hemel te bouwen en zichzelf beroemd te maken. Ze voelen zich een hele piet dat ze dat zomaar doen en ze hebben misschien al tegen elkaar gezegd hoe ver ze al wel niet waren ... En dan daalt God af. Hij moet, bij wijze van

15


spreken, nog een heel eind naar beneden om iets te kunnen zien van dat kleine stipje daar. O, is dat nu die hoge toren ... En dan is het over: God maakt er een eind aan. Het is niet goed voor mensen om zichzelf zo belangrijk te vinden. De beste plaats, de meest heilzame plaats, de plek waar een mens echt gelukkig is – dat is waar hij God en zijn Zoon liefheeft. Psalm 1:1 spreekt over echt geluk van een mens die de weg van God wil gaan. Psalm 2 spreekt over echt geluk van volken en mensen die God en zijn Zoon eren en dienen. Psalm 1 gaat meer over het individu, Psalm 2 over de volken en de wereld. Beide thema’s lopen door het boek Psalmen heen: onze verhouding tot God en zijn wil (geboden) en Gods macht in de wereld en over de volken, want Hij is Koning. Lees naast de krant Psalm 2 – dan vergeet je niet wie uiteindelijk het wereldgebeuren in zijn hand heeft!

16


Psalm 3 – God, grijp in!

1

Een psalm van David, op de vlucht voor zijn zoon Absalom.

2

HEER, hoe talrijk zijn mijn belagers, velen vallen mij aan, 3 velen zeggen van mij: ‘God zal hem niet redden.’ sela

4

U, HEER, bent een schild om mij heen, u bent mijn eer, u houdt mij staande. 5 Roep ik tot de HEER om hulp, hij antwoordt mij vanaf zijn heilige berg. sela 6

Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij. 7 Ik vrees de tienduizenden niet die mij aan alle kanten omringen. 8

Sta op, HEER, en red mij, God, sla mijn vijanden in het gezicht, breek de tanden van de wettelozen. 9 Bij u, HEER, is redding, uw zegen rust op uw volk. sela Boven deze psalm staat dat David hem schreef toen hij op de vlucht was voor zijn zoon Absalom. Dat wil niet zeggen dat de

17


psalm alleen in die omstandigheden past, hij kan worden gelezen of gezongen door iedereen die wordt bedreigd, onder druk staat van mensen of zich onveilig voelt. De geschiedenis van Absalom die steeds meer mensen om zich heen verzamelde en zich als koning ging gedragen, vinden we in 2 Samuel 15. Daar lezen we ook dat David moest vluchten voor Absalom, zijn eigen zoon. De groeiende menigte van Absaloms aanhangers vinden we terug in Psalm 3:2: ‘velen vallen mij aan’. In het Hebreeuws staat er: ‘velen staan tegen mij op’. In vers 8 komt dat werkwoord terug, maar dan van God: ‘Sta op, heer’. Kom alstublieft in actie! God, doe er wat aan! De vijanden staan tegen mij op – staat U nu op, God en red mij! De tegenstanders zeggen dat God echt geen redding zal brengen, (vers 3) maar de verzen 8 en 9 keren het om: David is ervan overtuigd dat God hem wel wil redden. En niet alleen hem, maar ook het volk. Aan de ene kant vind je in deze psalm dus de tegenstanders, mensen die een grote bedreiging vormen voor de koning. Aan de andere kant spreekt David zijn vertrouwen uit in zijn God. Hij weet dat God hem kan beschermen, Hij is een ‘schild’ om hem heen. (vers 4) Hij weet dat God hem staande houdt. In het Hebreeuws staat daar: ‘U heft mijn hoofd op’. Dat is heel belangrijk, want de vijanden proberen hem te schande te maken. Maar God verdedigt de eer van zijn gezalfde! En zo kan David rustig gaan liggen slapen en ’s morgens weet hij bij het wakker worden opnieuw dat God hem beschermt. (Het wakker worden in vers 6 maakte de psalm in het gebruik tot morgenlied, zoals Psalm 4 een avondlied is.)

18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.