Op een keer vertelde Jezus dit verhaal:
Er was eens een herder die honderd schapen had. Op een dag ging hij ze tellen. Hij telde er maar negen-en-negentig! Oh nee! Hij wist meteen wat hij moest doen.
Hij liet de negen-en-negentig schapen achter in de wei en ging op zoek naar het schaapje dat kwijt was. Hij moest heel ver lopen. Hij moest heel lang lopen. Hij keek hoog en hij keek laag.
Eindelijk vond hij het schaapje dat verdwaald was. Voorzichtig tilde hij hem op en droeg hem terug naar de kudde. Hij zette het schaapje in de wei bij de andere negen-en-negentig.
De herder riep zijn vrienden bij elkaar. ‘Ik ben zo blij! Ik heb mijn schaap teruggevonden! Laten we feestvieren!’ ‘God is net als die herder,’ zei Jezus. ‘Als iemand weer terugkomt bij God, zingen alle engelen in de hemel van blijdschap.’