De Redder is geboren

Page 1

De Redder is geboren Willemijn de Weerd Met illustraties van Marjolein Hund

5


6


Zacharias ‘Wat een eer,’ stamelt Zacharias dankbaar. Hij kan het bijna niet geloven. Hij mag zo het Heilige van de tempel, het huis van God, binnengaan. Zoals altijd was er geloot wie het reukoffer mocht brengen en dit jaar had het lot Zacharias aangewezen. In zijn priesterkleren loopt Zacharias naar de tempel. Dit wordt een hele bijzondere dag! Langzaam loopt hij de trap op naar het brandofferaltaar. Op dit altaar heeft hij al vaker een lam geofferd, want twee keer per jaar werkt Zacharias een week in de tempel. Nu mag hij verder lopen naar het reukofferaltaar om daar het offer te brengen. Zo bijzonder! De meeste priesters mogen dat maar één keer in hun leven doen.

7


Het altaar is helemaal van goud. Wat ziet het er prachtig uit! Zacharias doet wierook in de schaal en steekt het aan met de gloeiende houtskool. Zou het gaan branden? Ja, het begint te roken. De rook gaat de lucht in, hoger en hoger. Even doet Zacharias zijn ogen dicht. Wat een heerlijke geur. Hij denkt aan de mensen buiten, zij bidden nu. Zoals hun gebed naar God in de hemel gaat, zo gaat de geur van dit reukoffer ook naar de hemel. Hij denkt aan de God die hij dient. Wat houdt hij veel van Hem! Opeens ziet Zacharias iets bewegen bij het altaar. Hij schrikt. Een engel! ‘Wees niet bang Zacharias,’ zegt de engel. ‘Uw gebed is verhoord.’ Zacharias trilt. ‘Elizabeth zal een zoon krijgen en jullie moeten hem de naam Johannes geven. Heel veel mensen zullen blij met hem zijn, want hij mag belangrijk werk voor God doen,’ vertelt de engel verder.

8


Zacharias denkt aan zijn vrouw Elizabeth. Ze is al zo oud. Zal zij een zoon krijgen? Dat kan toch helemaal niet? Zou hij het wel goed begrepen hebben? ‘Hoe kan ik weten dat dit echt gaat gebeuren?’ vraagt Zacharias aan de engel. ‘Ik ben oud en mijn vrouw ook.’ ‘Ik ben Gabriel,’ zegt de engel. ‘God heeft mij gestuurd om deze boodschap aan u te geven. U krijgt een teken, omdat u mij niet hebt geloofd. U zult niet meer kunnen spreken, totdat uw zoon geboren wordt.’

9


10


Verwonderd loopt Zacharias naar buiten. Een zoon! Elizabeth en hij zullen een zoon krijgen. Als hij buiten komt ziet hij de mensen staan. Ze zijn in gebed. Hij mag ze de zegen geven, dan zullen ze naar huis gaan. Zacharias gaat voor hen staan. Zijn lippen bewegen, maar er komt geen geluid uit zijn mond. De mensen kijken hem aan. Hij wenkt met zijn handen. Zouden ze het begrijpen, dat ze zonder zegen naar huis mogen gaan? Jawel, de eerste mensen verlaten het plein. Wanneer alle mensen zijn vertrokken loopt Zacharias ook het tempelplein over. Dat het een bijzondere dag zou worden wist hij, maar dat het zo bijzonder zou zijn, dat had hij nooit verwacht.

11


12


Maria ‘Gegroet, Maria. De Heer is met je! Jij bent gezegend onder de vrouwen.’ Maria houdt zich vast aan de muur. Droomt ze nou of is er echt een engel in haar huis? Langzaam haalt ze adem. Wat zegt de engel? Dat ze gezegend is onder de vrouwen? Wat zou hij daarmee bedoelen? ‘Je hoeft niet bang te zijn hoor,’ zegt de engel vriendelijk. ‘God heeft een plan met jou. Je zult een kind krijgen. Hij zal Gods Zoon zijn.’ Maria voelt zich warm worden. Zal zij de moeder van Gods Zoon zijn? Ze is maar een eenvoudige jonge vrouw! ‘Je moet jouw baby de naam Jezus geven, want Hij zal de mensen redden en voor altijd onze Koning zijn,’ vertelt de engel verder. ‘Maar hoe zal dat gaan?’ vraagt Maria aan de engel, ‘ik ben nog niet getrouwd.’ ‘Daar zal God zelf voor zorgen,’ vertelt de engel. ‘Jozef, jouw verloofde, zal niet de vader zijn, maar God zelf. Want bij God is niets onmogelijk. Jouw nicht Elizabeth krijgt ook een zoon.’

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.