Centre Court nr 2 - 2024 - Speciale editie tennis- en padelleraren

Page 1


SPECIALE EDITIE voor tennis- en padelleraren

De blik vooruit!

Tom van ’t Hek en Pepijn van Gestel zien ook in moeilijke tijden kansen:

“Deze tijd vraagt om verbinding en samenwerking”

Sociale veiligheid in de les

Leercoach René de Haan: “Als aanspreekpunt voor (jeugd)spelers, vrijwilligers en ouders heeft de leraar een centrale rol binnen de vereniging”

Zelf een PO-sessie organiseren?

Ben Dingemanse (Tennisschool Sports Events): “Het kost tijd, maar dat is het meer dan waard”

Hoe elke vereniging kan bijdragen aan toptennis

KNLTB Coach Raymond Knaap: “Dat kinderen bij elke vereniging leuk en betaalbaar kunnen tennissen, is essentieel voor de topsport én de verenigingen”

Voorwoord

Beste tennis- en padelvrienden,

De laatste leraren-editie van Centre Court van 2024 ligt voor jullie en dat betekent dat het jaar alweer op zijn einde loopt. En wat een jaar is het geweest. In dit jubileumjaar vierden wij ons 125-jarig bestaan, stonden we stil bij de rijke historie die achter ons ligt, maar blikten we ook vooruit. Want hoe geven wij aan die 125 jaar het beste vervolg? Het gaat goed met onze sporten, maar hoe zorgen wij dat dat zo blijft? Deze editie van Centre Court zit weer boordevol inspiratie voor toekomstplannen.

Sociale veiligheid op de vereniging is een groot goed en verdient doorlopend aandacht. Ook de leraar kan hieraan een bijdrage leveren en dus is het thema op verschillende manieren onderdeel van de opleiding en bijscholingen. Leercoach René de Haan vertelt hoe het thema precies aan bod komt. In deze Centre Court voor leraren vind je daarnaast een mooi voorbeeld van een tennis-

school die zelf een gehele kalender met bijscholingen heeft gemaakt en daar zelfs PO-punten aan kan toekennen.

Daarnaast biedt Centre Court je een groot interview met Tom van ’t Hek, de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Sportraad, en Pepijn van Gestel, medeoprichter en voorzitter van de nieuwe Amsterdamse tennisvereniging Tennis in West. De sport (en dus ook tennis en padel) wordt geconfronteerd met ingrijpende bezuinigingen vanuit Den Haag. Dat maakt toegankelijke sport voor zo veel mogelijk mensen niet bepaald makkelijker, maar Van ’t Hek en Van Gestel zien ook in deze tijd kansen voor de sport en voor de verenigingen. Een geweldige bron van inspiratie!

In dit nummer staat ook een groot verhaal vanuit de topsportafdeling van de KNLTB. De afgelopen jaren

hebben we de bondsjeugdopleiding stukje bij beetje anders vormgegeven. In de route naar de top zoals de KNLTB die voor zich ziet, hebben ook alle verenigingen van Nederland een belangrijke rol. KNLTB Coach Jeugd Kelvin Nieberg en KNLTB Coach Raymond Knaap leggen uit waarom dat zo is en hoe dat werkt.

Verder in deze editie van Centre Court een prachtig portret van Oranje TC in Den Haag, een club die net als wij in 2024 het 125-jarig bestaan vierde, en veel aandacht voor sociale veiligheid op de vereniging. Tot slot is er natuurlijk de column van onze directeur Erik Poel, die ons eind 2024 verlaat. Hij neemt in zijn laatste bijdrage op een mooie manier afscheid.

Veel leesplezier!

Roger Davids

Voorzitter KNLTB

Inhoud

JAARGANG 35 – editie 02 – november 2024

08

Sociale veiligheid in de lessen: de leraar als boegbeeld en ‘opvoeder’

Op welke manier kunnen leraren het verschil maken als het gaat om sociale veiligheid en komt het ook aan de orde in de opleiding? René de Haan, zelf tennisleraar én opleider van leraren: “Als aanspreekpunt voor (jeugd)spelers, vrijwilligers, ouders en andere mensen heeft de leraar een centrale rol binnen de vereniging.”

18

De blik vooruit!

Het zijn bijzondere en, zo zeggen velen, verontrustende tijden voor de Nederlandse sport. De voorgenomen bezuinigingen van het huidige kabinet en de afschaffing van het verlaagde btw-tarief op (commerciële) sport zullen leiden tot significant minder sportdeelname. En dat in een tijd dat het effect van sport en bewegen op de fysieke en mentale gezondheid steeds meer wordt onderkend. De kabinetsplannen zouden somber kunnen stemmen, maar daar wensen Tom van ’t Hek, de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Sportraad, en Pepijn van Gestel, voorzitter van de nieuwe tennisvereniging Tennis in West, niet aan mee te doen.

“Als het moeilijk wordt, moet de vraag vooral zijn: wat kun je wél doen?”

12
Zelf een PO-sessie organiseren?

“Het kost tijd, maar dat is het meer dan waard”

Naast het volgen van de PO-sessies is het als leraar ook mogelijk om zelf een bijscholing of intervisie te organiseren. Je bepaalt hierbij zelf het onderwerp, het tijdstip en de locatie.

Daarnaast levert het je PO-punten op. Ben Dingemanse, eigenaar van Tennisschool Sports Events en de gelijknamige padelafdeling, heeft sinds 2014 zijn eigen PO-kalender. Jaarlijks nemen tientallen leraren deel aan sessies die hij organiseert. “Het vak tennis- en/of padelleraar is niet iets wat je zomaar even doet.”

Colofon

Centre Court is een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond en Golazo Media en verschijnt dit jaar tweemaal in gedrukte vorm en als E-Zine.

Hoofdredactie

Robert Barreveld

E-mail: robert.barreveld@golazo.com

Johan Braber

E-mail: j.braber@knltb.nl

Eindredactie

Janeke de Zeeuw

Met redactionele bijdragen van Leo Aquina, Robert Barreveld, Roger Davids, Robert Hesen, Yara Hooglugt, Luc Keersmaekers, Steffan Kok en Erik Poel

Fotografie

KNLTB, Danique Boelhouwer, Marleen Fouchier, Orange Pictures, TV Sparta en Tijn Zwirs

Uitgever

Michel van Troost

E-mail: michel.vantroost@golazo.com

Redactieadres

Golazo Media

Wiersedreef 7

3433 ZX Nieuwegein

Tel. 030 707 30 00

E-mail: info@sportsmedia.nl

En verder...

06 Jubileum in beeld

16 Infographic: Verenigingsmonitor 2024 – vrijwilligers, jeugd en betaalbaarheid actueel

30 Social Wall

34 Na 125 jaar is Oranje Tennis Club nog springlevend: “Eens een OTC’er, altijd een OTC’er”

42 Vrijwilliger in beeld | Ben Hiemstra (vertrouwenscontactpersoon bij TV Sparta): “We willen een vereniging zijn voor iedereen”

46 Onderdeel van een groter geheel: hoe elke vereniging kan bijdragen aan toptennis

52 Ingrid de Vries (Wezep Tennis Padel): “Met KNLTB Meet & Play is het slechts een paar minuten werk”

58 Partner in beeld | Nederlandse Loterij

62 PA Lokaal - Roland Hulsbosch (Gemeente Veldhoven): “We zijn hartstikke blij met die wisselwerking”

60 Erik Poel

Vormgeving en prepress www.pageturner.design

Ontwerp

Home of the Brave, Vlaardingen

Drukwerk

PreVision, Eindhoven

Abonnement

Centre Court wordt gratis toegezonden aan functionarissen die binnen de KNLTB en zijn regio's en verenigingen bestuurlijk actief zijn en aan tennis- en/of padelleraren met een geldige licentie.

Adreswijzigingen/opzeggingen

Verhuisd of geen functie meer binnen de club?

Geef dit door aan de ledenadministrateur van jouw club. Hij/zij wijzigt jouw gegevens.

Coverfoto: Orange Pictures

©2024 GOLAZO MEDIA

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

We zijn toegewijd om alleen papier te gebruiken dat afkomstig is van verantwoord beheerde, gecertificeerde bosbouw en chloorvrije productie. Het papier dat in dit tijdschrift wordt gebruikt, is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen die voldoen aan strikte milieu-, ethische en sociaaleconomische normen. Dit magazine is verpakt en verzonden in een PCR-folie verpakking, gemaakt van ingezameld plastic van huishoudens en bedrijven. Door het gebruik van PCR leveren we een bijdrage aan de circulaire economie en verkleinen we de afvalberg. De PCR-grondstof voor de seal van dit magazine is afkomstig van Europees plastic afval.

We blikken nog één keer terug op het jubileumjaar van de KNLTB. Van het hijsen van de jubileumvlag en het Jaarcongres tijdens ABN AMRO Open in februari, tot de onthulling van de speciale jubileumpostzegels en de finales van de Tiebreak Challenge op Libéma Open in juni. Op naar het volgende jubileum!

Jubileum

Sociale veiligheid in de lessen

De leraar als boegbeeld en “een beetje opvoeder”

Op welke manier kunnen leraren het verschil maken als het gaat om sociale veiligheid en komt het ook aan de orde in de opleiding? We vroegen het René de Haan, zelf tennisleraar én opleider van leraren. “De leraar is een van de boegbeelden”, zegt hij. “Diens invloed op het mentale vlak is heel groot. Bovendien heeft de leraar als aanspreekpunt voor (jeugd)spelers, vrijwilligers, ouders en andere mensen een centrale rol binnen de vereniging.”

ij sociale veiligheid staan de inmiddels bekende vier V’s centraal: Verenigingsbrede gedragscode, Vertrouwenscontactpersoon op de club, Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor vrijwilligers en Vakkundig geschoolde trainercoaches. De laatste V is in tennis een vanzelfsprekendheid. Met de lerarenopleiding worden kundige professionals opgeleid. In die opleiding zit geen specifieke module sociale veiligheid, maar het thema komt terug waar relevant.

René de Haan is leercoach voor de A-opleiding, een pittige op-

leiding die bestaat uit 23 dagen praktijk plus een examendag, 64 uur aan zelfstudie en een stage van 80 uur. Hij weet als geen ander hoe nadrukkelijk sociale veiligheid in de opleiding aan bod komt. De Haan: “In de opleidingsmap zijn hoofdstukken opgenomen over psychologie, pedagogiek, methodiek en didactiek. Met name in de hoofdstukken psychologie en didactiek komen veel onderwerpen aan bod in relatie tot sociale veiligheid. Leerlingen moeten zich comfortabel voelen in de les, in relatie tot de trainer en de medeleerlingen. Er wordt bovendien expliciet aandacht besteed aan beroepsattitude, waarbij gekeken wordt naar

zaken als autoriteit, prestatiemotivatie in relatie tot agressie, angst, groepsgedrag en groepsrelaties.”

Drie grootste ergernissen

Als het gaat om beroepsattitude, de houding van de leraar voor de groep, benoemt De Haan de drie grootste ergernissen over leraren op de tennisbaan: “Met stip op één staan leraren die tijdens de les een opdracht geven en vervolgens langs de kant op hun mobiel staan te kijken. Op de tweede plaats staat het niet nakomen van afspraken, zoals te laat komen. En als derde ergernis noemen mensen niet tijdig communiceren – van afspraken, trainingstijden et cetera. Aandacht

“Met stip op één staan leraren die tijdens de les een opdracht geven en vervolgens langs de kant op

hun

mobiel staan

te kijken. Op de tweede plaats staat het niet nakomen van afspraken. En als derde ergernis noemen mensen niet tijdig communiceren. Aandacht voor dit soort zaken vertaalt zich direct naar een betere sfeer”

– René de Haan

voor dit soort zaken vertaalt zich direct naar een betere sfeer.”

De mentale kant van het vak is volgens De Haan minstens zo belangrijk als het tennissen zelf: “Tijdens de opleiding leg ik er

de nadruk op dat niet techniek of tactiek voorop moet staan, maar het opbouwen van (zelf)vertrouwen en enthousiasme bij de leerlingen. Hoe een leraar feedback geeft, heeft enorme invloed op hoe leerlingen de

les ervaren. Halverwege de opleiding vragen we deelnemers ook om kritisch in de spiegel te kijken: hoe gedraag ik mij op de opleiding, in de lessen, op mijn stageplek?”

Zorgvuldig

Als het gaat om sociale veiligheid en integriteit, is ook fysiek coachen een belangrijk aspect. Dat vraagt zorgvuldigheid.

“Daar wordt in de opleiding niet echt specifiek bij stilgestaan, en eigenlijk zou dat wel moeten”, aldus De Haan. “Er zijn verschillende leerstijlen. Sommige leerlingen kun je heel goed verbaal instrueren. Anderen leren beter door te kijken, dus dan moet je

vooral dingen voordoen. Weer anderen leren vooral door de beweging zelf te maken en daar moet je ze soms in begeleiden. Daarbij moet je er natuurlijk wel rekening mee houden dat niet iedereen ervan gediend is om zomaar aangeraakt te worden. Bovendien moet een leraar, als hij een leerling in een beweging begeleidt, er ook op letten hoe hij of zij dat doet. We kennen allemaal het clichébeeld van de

“Hoe een leraar feedback geeft, heeft enorme invloed op hoe leerlingen de les ervaren”
René de Haan

foute tennisleraar die achter tegen een leerling aan gaat staan. Dat moet je dus nooit doen.”

Vier V’s

Ook voor tennisleraren bieden de vier V’s aangaande sociale veiligheid een kader: Vertrouwenscontactpersoon, Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), Verenigingsbrede gedragscode en Vakkundig geschoolde trainer-coaches.

De Haan: “Zelf kom ik weinig in aanraking met de vertrouwenscontactpersoon, maar dat is ook niet per se nodig. Wel is het belangrijk dat er binnen een tennisorganisatie, of dat nu een school is of een vereniging, iemand is waar mensen naartoe kunnen stappen. Er is altijd een bepaalde machtsverhouding. Een voorbeeld: veel tennisleraren werken als zzp’er. Tennisscholen willen vaak dat leraren zo veel mogelijk uren draaien. Als een leraar niet meer dan vijftien uur per week wil lesgeven, voelt hij of zij toch vaak een soort sociale druk om er meer uren bij te nemen. Het is fijn om zoiets te kunnen bespreken en een vertrouwenscontactpersoon kan daarin een belangrijke rol spelen.”

Goede voorbeeld

De VOG en de verenigingsbrede gedragscode zijn voor leraren een gegeven. De Haan: “Op de opleiding vragen we niet om een VOG, maar bij verenigingen zijn leraren verplicht er een te overleggen. En vanzelfsprekend moeten leraren op een vereniging de gedragscode respecteren. Dat is iets dat in de opleiding wel expliciet terugkomt, want onderschrijven is

één ding, maar het gaat erom dat je ook het juiste voorbeeldgedrag laat zien.”

Communicatie is een belangrijk thema, zeker als het gaat om feedback tijdens een tennisles.

“Kritiek geven, maar ook accepteren is niet altijd makkelijk”, aldus De Haan, die vol zit met praktijkvoorbeelden. “Laatst sprak ik een deelnemer aan op aanspeelvaardigheid – belangrijk voor een leraar. Mensen vinden het meestal niet leuk om daarop aangesproken te worden, dus ik leg vaak uit dat ik het niet zeg omdat ik ze slecht of vervelend vind, maar omdat ik betere leraren van ze wil maken. Op die manier kun je de kou uit de lucht halen voordat die ervaren wordt.”

Ook als het gaat om taalgebruik en bijvoorbeeld racketgooien is voorbeeldgedrag van de leraar belangrijk. De Haan: “Ik heb bij een praktijkexamen weleens een deelnemer aangesproken, omdat hij op zichzelf begon te schelden toen het aanspelen

niet goed ging. Als leraar moet je daar natuurlijk anders mee omgaan.”

Sfeerbepaler

Een tennisleraar is ook altijd een beetje opvoeder. De Haan geeft opnieuw een praktijkvoorbeeld: “Soms kom je in de les kinderen tegen die buiten de tennisbaan veel met pestgedrag zijn geconfronteerd en daardoor ook zijn getraumatiseerd. Er kan een onderliggende oorzaak zijn, zoals bijvoorbeeld ADHD. Dan reageren kinderen vaak snel geprikkeld en fel op andere mensen. Dergelijk gedrag werkt als een magneet op pesters. Wil je als tennisleraar de les in goede banen leiden, dan moet je die kinderen helpen. Soms door ze in bescherming te nemen, soms door ze te prikkelen om ze weerbaarder te maken. Dat is een rol waar je zeker bij jeugd en pubers niet aan ontkomt. Maar ook bij volwassenen moet je als leraar oog hebben voor de groepsdynamiek en onderling gedrag. Als leraar ben je toch een sfeerbepaler in de les.”

“De gedragscode onderschrijven is één ding, maar het gaat erom dat je ook het juiste voorbeeldgedrag laat zien”
– René de Haan

Hoewel er al veel aandacht voor is, pleit De Haan er ook voor om sociale veiligheid expliciet onderdeel te maken van de opleiding: “Je zou één van de 24 opleidingsdagen kunnen invullen met sociale veiligheid, waarin je bijvoorbeeld aandacht besteedt aan de vertrouwenscontactpersoon, omgaan met jeugd en sociale veiligheid bij volwassenen.”

‘Een beetje opvoeder’

Voor leraren en trainers die naast hun opleiding graag meer aandacht willen besteden aan sociale veiligheid in de lessen, bestaat op dit moment al de mogelijkheid voor een bijscholing van de NOC*NSF Academie voor Sportkader, niet geheel toevallig getiteld ‘Een beetje opvoeder’. Zie https://leraren.centrecourt.nl/nieuws/2024/01/ga-aan-deslag-met-een-sociaal-veilige-sportomgeving/ en https:// sportopleidingen.nl/opleidingen/1078-een-beetje-opvoeder voor meer informatie.

Zelf een PO-sessie organiseren?

“Het

kost tijd, maar dat is het meer dan waard”

Naast het volgen van de PO-sessies is het als leraar ook mogelijk om zelf een bijscholing of intervisie te organiseren. Je bepaalt hierbij zelf het onderwerp, het tijdstip en de locatie. Daarnaast levert het je PO-punten op. Ben Dingemanse, eigenaar van Tennisschool Sports Events en de gelijknamige padelafdeling, heeft sinds 2014 zijn eigen PO-kalender. Jaarlijks nemen tientallen leraren deel aan sessies die hij organiseert. “Het vak tennis- en/of padelleraar is niet iets wat je zomaar even doet.”

@ Door: Robert Hesen | KNLTB

Uit cijfers van de KNLTB blijkt dat de meeste tennis- en padelleraren zich via de cursusboeker inschrijven voor bijscholingscursussen. Maar ook buiten dit platform is het mogelijk om cursussen te boeken. Denk dan aan bijscholingen op het gebied van veiligheid, EHBO of opleidingen in het buitenland. Het uitgangspunt is dat alle cursussen die jou verder helpen als leraar mogelijk zijn.

Het is ook een optie om als leraar zelf bijscholingen te organiseren. Daar weet Ben Dingemanse alles van. Dingemanse heeft met Tennisschool Sports Events en Sports Events Padel in totaal zo’n 120 tennis- en padelleraren op de loonlijst. Voor hen, maar ook voor leraren die niet aan hem verbonden zijn, organiseert hij meerdere keren per jaar bijscholingen. Dat heeft zelfs zo’n structureel karakter dat op de website van de organisatie een PO-kalender te vinden is.

Het is een aanpak zoals de KNLTB altijd al voor ogen had toen de bond het gehele POsysteem en het principe van intervisiebijeenkomsten ontwikkelde. Idealiter komt de motivatie om te blijven ontwikkelen voornamelijk vanuit de leraren zelf en het zelf organiseren van een intervisiebijeenkomst is daar natuurlijk een goed voorbeeld van. Bovendien, als je je aan de richtlijnen van de KNLTB houdt, is de organisatie van een intervisiebijeenkomst niet moeilijk.

“Elke leraar moet een bepaalde les kunnen trekken uit een sessie. Dat is het streven. Hij of zij moet het bij de eerstvolgende les direct kunnen toepassen”
– Ben Dingemanse

Bestaansrecht

Ontwikkelen, bijscholen en ontmoeten. Het is voor Dingemanse vanaf de oprichting van zijn tennisschool in 2001 een cruciaal onderdeel van zijn filosofie: het regelen van bestaansrecht voor de tennisleraar (en inmiddels ook de padelleraar). “Daar horen een goed bruto-uurloon, vakantiegeld, een solide verzekeringspakket en een fatsoenlijke pensioen-

voorziening bij. Maar ook: een interne opleiding. Daar zijn we vrijwel meteen mee gestart, nog ver voordat het PO-systeem zijn intrede deed.”

In beginsel organiseerde hij een maandelijkse bijeenkomst met zijn leraren. Daarin behandelden ze verschillende thema’s: techniek, tactiek en methodiek, maar ook onderwerpen waarbij communicatie met de

“Het is niet alleen een contactmoment tussen mijn organisatie en de leraren, maar vooral tussen de leraren onderling. Daaruit ontstaan mooie dingen”
– Ben Dingemanse

Intervisie

leraar of de klant centraal stond.

Dingemanse: “Ik vond het vanaf het begin belangrijk dat we leraren bijschoolden, zodat ze extra praktische vakkennis vergaarden en zich ontwikkelden in het vak. Daarnaast vormde dit soort momenten een mooie gelegenheid om binding op te bouwen

Naast een interne bijscholing is het ook mogelijk om intervisies te organiseren. In zo’n bijeenkomst staat het leren van en met elkaar centraal. Hierin is sprake van collegiale coaching, gericht op concrete werksituaties. Tijdens een intervisie, die minimaal twee uur duurt en minimaal vier deelnemers heeft, geef je elkaar de ruimte om een casus in te brengen.

Door het organiseren of bijwonen van een intervisie verzamel je PO-punten. Hoeveel dat er zijn, is afhankelijk van het programma. Wil je een intervisie organiseren? Via onderstaande QR-code vind je alle informatie. Voor vragen of overleg kun je terecht bij de KNLTB via tennisleraren@knltb.nl of padelleraren@knltb.nl

met onze leraren en de collega’s met elkaar. Op die manier ontstond een wij-gevoel.”

PO-systeem

Medio 2013 kreeg Dingemanse een telefoontje van de KNLTB, met de vraag: “Wil je zitting nemen in een werkgroep die gaat nadenken over het nieuw op te zetten PO-systeem?”

Dingemanse: “Het vak tennis- en padelleraar is niet iets wat je zomaar even doet. Daar zijn een opleiding en bijscholing belangrijke onderdelen van.”

Dingemanse, die zelf zeventien jaar fulltime tennisles gaf maar tegenwoordig enkel bezig is met het managen van zijn organisatie, is blij dat het systeem ingevoerd is. “Tennisen padelleraren moeten zich ontwikkelen. Daarnaast kregen we op deze manier meer zicht op het werkveld. Het is nu niet meer weg te denken.”

Organiseren

Zoals gesteld: leraren hebben de mogelijkheid om zelf bijscholingen te organiseren waaraan PO-punten toegekend worden. Deze worden dan vooraf geaccrediteerd door de KNLTB.

Dingemanse startte hier in 2014 mee, direct na de invoering van het PO-systeem. Hij organiseert ieder jaar vier tennisgerelateerde sessies op drie of vier verschillende locaties. Dat wil zeggen: elke sessie wordt op alle locaties gegeven. Op die manier heeft hij als organisatie zijn eigen PO-kalender ontwikkeld. Dingemanse: “Per sessie, waaraan maximaal 36 leraren mogen deelnemen, kunnen leraren vier punten halen. Met onze eigen bijeenkomsten kunnen leraren genoeg punten halen om de licentie te verlengen. Overigens zijn de sessies, tegen een vergoeding, ook toegankelijk voor leraren die niet bij ons zijn aangesloten.” Sinds 2023 organiseert hij ook drie bijscholingen per jaar op het gebied van padel.

Onderwerpen

De onderwerpen van de bijeenkomsten lopen uiteen: de praktische toepassing van bewegingsvaardigheden rood, oranje en groen, een analyse van het enkel- en dubbelspel én het trainen en begeleiden van prestatieve jeugd. Het zijn drie van de vier thema’s die in de winterperiode 2024-

2025 centraal staan tijdens de bijeenkomsten. Dingemanse erkent dat het profiel van de leraar uitmaakt hoe relevant een bepaalde bijscholing is. “Maar elke leraar moet een bepaalde les kunnen trekken uit een sessie. Dat is het streven. Ik wil een impuls geven aan de leraar die zo’n PO-sessie volgt. Hij of zij moet het bij de eerstvolgende les direct kunnen toepassen.”

Juist vanwege die grote verscheidenheid in type tennisleraren lopen de thema’s van de PO-sessies die Dingemanse organiseert behoorlijk uiteen. Hij benadrukt dat het niet alleen om techniek, tactiek, fysiek of mentaal hoeft te gaan. “Communicatie is bijvoorbeeld ook een belangrijk onderwerp. Hoe ga je om met klanten? Hoe ga je om met bestuurders? Hoe ga je om met ouders van kinderen? In 2023 organiseerden we bijvoorbeeld een bijeenkomst over lesgeven aan kinderen met een ‘rugzakje’. We vliegen de onderwerpen breed aan.”

Praktijk

De sessies die Dingemanse organiseert, duren gemiddeld drie uur. Ze vinden plaats op indoorlocaties in Roosendaal, Hilvarenbeek en Beek en Donk, in de periode oktober tot en met maart. Eén uur theorie, waarna in de volgende uren de opgedane kennis wordt toegepast op de baan. Naast de (praktische) kennis die de leraren meenemen, vindt Dingemanse de ontmoetingen die op zo’n dag ontstaan net zo belangrijk. “Het is niet alleen een contactmoment tussen mijn organisatie en de leraren, maar vooral tussen de leraren onderling. Daaruit ontstaan mooie dingen, denk bijvoorbeeld aan een tenniskamp of

een uitwisseling. Het is dus ook op die manier gunstig voor leraren en de verenigingen waar ze werkzaam zijn.”

Het organiseren van een PO-sessie levert Dingemanse waardering van leraren op. Hij stelt dat het ook goed is voor de ontwikkeling van andere leraren om dergelijke sessies te initiëren. Als leraar heb je dan invloed op het programma en kun je het praktisch zo organiseren dat het past in jouw situatie. Tegelijkertijd moet Dingemanse als organisator wel een en ander goed voorbereiden: het vinden van goede docenten, een inhoudelijk programma samenstellen, communicatie naar de leraren en het huren van een locatie. “Ja, het kost tijd. Maar dat is het zeker waard. Mijn belangrijkste kapitaal is mijn personeel, daarom steek ik daar graag tijd in.”

Dingemanse benadrukt dat de leraren die bij hem op de loonlijst staan niet verplicht zijn om de sessies te volgen. “We stimuleren het uiteraard, want het is voor onze leraren gratis. Maar als de gewenste scholing

Interne

bijscholing

Wil jij als leraar een interne bijscholing organiseren? Via onderstaande QR-code vind je alle informatie en het aanvraagformulier. De KNLTB denk graag mee over de cursus die jij wilt organiseren. Schroom dus niet om contact op te nemen met padelleraren@knltb.nl of tennisleraren@knltb.nl

“Mijn belangrijkste kapitaal is mijn personeel. Daarom steek ik daar graag tijd in”
– Ben Dingemanse

niet in onze PO-kalender zit, denken we natuurlijk mee over alternatieven. Uiteindelijk is de manier waarop leraren aan hun punten komen hun eigen verantwoordelijkheid. De enige verplichting die ze hebben, is dat ze in het bezit zijn van een diploma en licentie.”

Cijfers

Verenigingsmonitor: vrijwilligers, jeugd en betaalbaarheid uitdagingen

Aan het begin van de zomer werden nieuwe resultaten uit de KNLTB Verenigingsmonitor bekend. Een aantal thema’s is in vergelijking met andere jaren onverminderd actueel, waaronder het werven en behouden van vrijwilligers. Dat is nog steeds voor vrijwel alle verenigingen een grote uitdaging, net als het werven en behouden van jeugdleden. Betaalbaarheid van de contributie is relatief nieuw onder de meest genoemde onderwerpen. Ruim zestig procent van de verenigingen beschouwt dit als een kleine of grote uitdaging.

Klein: 0-150 leden

Middelgroot: 151-450 leden

Groot: 451+ leden

Percentage verenigingen waarvoor werving en behoud van vrijwilligers wel of geen uitdaging is

Geen uitdagingKleine uitdaging(Heel) grote uitdaging

Alle verenigingen

Kleine verenigingen

verenigingen

Redenen waarom werving vrijwilligers geen of slechts een kleine uitdaging is

Omdat wij potentiële vrijwilligers vooral persoonlijk benaderen

Omdat wij potentiële vrijwilligers vooral persoonlijk benaderen

Omdat wij potentiële vrijwilligers vooral persoonlijk benaderen

Omdat wij extra aandacht besteden aan de waardering van onze vrijwilligers

Omdat wij extra aandacht besteden aan de waardering van onze vrijwilligers

Omdat wij extra aandacht besteden aan de waardering van onze vrijwilligers

Omdat vrijwilligerswerk is ingebakken in de cultuur van onze vereniging: het hoort erbij

Omdat vrijwilligerswerk is ingebakken in de cultuur van onze vereniging: het hoort erbij

Omdat vrijwilligerswerk is ingebakken in de cultuur van onze vereniging: het hoort erbij

Omdat wij zorgen dat vrijwilligerswerk vooral ook leuk is om te doen

Omdat wij zorgen dat vrijwilligerswerk vooral ook leuk is om te doen

Omdat wij zorgen dat vrijwilligerswerk vooral ook leuk is om te doen

Percentage verenigingen waarvoor het hebben van voldoende jeugdspelers wel of geen uitdaging is

Geen uitdagingKleine uitdaging(Heel) grote uitdaging

Geen uitdagingKleine uitdaging(Heel) grote uitdaging

Alle verenigingen

Alle verenigingen

Alle verenigingen

verenigingen

verenigingen

verenigingen

verenigingen

verenigingen

Percentage verenigingen waarvoor het betaalbaar houden van de contributie vanwege oplopende kosten wel of geen uitdaging is

Geen uitdagingKleine uitdaging(Heel) grote uitdaging

Geen uitdagingKleine uitdaging(Heel) grote uitdaging

Alle verenigingen

Alle verenigingen

Alle verenigingen

Kleine verenigingen Middelgrote

Geen uitdagingKleine uitdaging(Heel) grote uitdaging

Tom van ’t Hek, voorzitter

Nederlandse Sportraad, en

Amsterdamse clubvoorzitter

Pepijn van Gestel zien ook in moeilijke tijden vooral kansen

De blik vooruit!

Het zijn bijzondere en, zo zeggen velen, verontrustende tijden voor de Nederlandse sport. De voorgenomen bezuinigingen van het huidige kabinet en de afschaffing van het verlaagde btw-tarief op (commerciële) sport zullen leiden tot significant minder sportdeelname, zo stelt onder andere sportkoepel NOC*NSF. En dat in een tijd dat het effect van sport en bewegen op de fysieke en mentale gezondheid steeds meer wordt onderkend. De kabinetsplannen zouden somber kunnen stemmen, maar daar wensen Tom van ’t Hek, de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Sportraad, en Pepijn van Gestel, voorzitter van de nieuwe tennisvereniging Tennis in West, niet aan mee te doen. “Als het moeilijk wordt, moet de vraag vooral zijn: wat kun je wél doen?”

@ Door: Robert Barreveld | Orange Pictures

Wie voor het eerst het terrein van de nieuwe

Amsterdamse

tennisvereniging Tennis in West betreedt, krijgt een wat ongebruikelijk uitzicht voorgeschoteld. Achter de vijf gloednieuwe gravelbanen, gelegen pal naast de drukke A10, staan enkele hoge kantoorgebouwen en direct naast de banen liggen de kunstgrasvelden van de naastgelegen voetbalvereniging, gescheiden door slechts een klein, provisorisch ogend clubgebouw van de voetbalclub. Eenieder die denkt dat de sportvereniging zoals wij die in Nederland

al decennia kennen zijn langste tijd gehad heeft, of dat de schaarse ruimte in een stedelijk gebied als dit niet besteed kan worden aan sport, krijgt hier het tegendeel gepresenteerd.

Het kleine clubgebouw van de voetbalclub is ook het decor voor het gesprek met beide heren. Een eigen clubgebouw voor de tennisvereniging, aan de andere kant van het terrein, ligt zeker in het verschiet, maar het pand wordt nog gerenoveerd. Het gesprek wordt, gek genoeg, dus gevoerd met uitzicht over de voetbalvelden. “Schitterend dit”, zegt Van ’t Hek terwijl hij de jeugd gadeslaat die op het

“Ik weiger mee te doen aan het doemdenken, ook nu er in Den Haag keuzes worden gemaakt die de sport zeker raken”

– Tom van ’t Hek

dichtstbijzijnde veld oefeningen doet. “Als ik hier om mij heen kijk, wat hier ligt en waar deze kinderen mee bezig zijn, dan word ik al heel blij. Mooi dat op zo’n plek in de stad kinderen lekker kunnen sporten.”

Toegankelijke sport

De positiviteit die Van ’t Hek uitstraalt, is gemeend, maar het is ook een bewuste keuze. “Ik weiger mee te doen aan het doemdenken, ook nu er in Den Haag keuzes worden gemaakt die de sport zeker raken. Maar zorgelijk is het natuurlijk wel. Maak je op basis van de keuzes in Den Haag de optelsom, dan stroomt er geld uit het sport- en beweegdomein. Zoals vaak zijn straks de echte problemen voor mensen aan de onderkant van de samenleving. Zij krijgen het steeds moeilijker om toegang te vinden tot sport- en beweegaanbod. En daarmee ontken ik niet dat de gehele sport – ook

de topsport – geraakt wordt. Het zal zeker doorwerken in de gehele keten. Maar in deze tijd, met stijgende zorgkosten en een groeiend besef dat sport en bewegen een preventieve bijdrage aan de zorg kunnen leveren, moet sport vooral voor zo veel mogelijk mensen toegankelijk blijven.”

Van dat standpunt hoeft Van Gestel niet te worden overtuigd. Toen hij zes jaar geleden samen met twee anderen het idee opvatte om in Amsterdam-West een tennisvereniging op te richten, was dat juist om in een wijk als de Kolenkitbuurt, van oudsher niet bepaald de makkelijkste

“De positionering als één sector kan sterker, daar is echt nog iets te winnen” – Tom van ’t Hek

buurt van Amsterdam, betaalbaar sportaanbod te creëren. “Een behoorlijk deel van onze leden bestaat zeker uit mensen die hier in de omgeving in een nieuw of gerenoveerd huis zijn komen wonen, maar de hoop is natuurlijk dat we sport ook toegankelijk maken voor oorspronkelijke bewoners. Het is op zijn minst een uitdaging om deze

Blessure opgelopen? Sporten zonder klachten?

Fysiotherapeut nodig?

Al jaren de vaste fysiopartner van de KNLTB Binnen 24 uur een afspraak

Bij FysioHolland werken gespecialiseerde fysiotherapeuten.

Samen met jou vinden we altijd een passende behandeling!

Naast algemene fysiotherapie kun je bij ons terecht voor onder andere sportrevalidatie, dry needling, echografie, hydrotherapie en manuele therapie.

Maak snel en gemakkelijk een afspraak bij één van onze vele locaties via onze site of bel 088 374 16 00.

beweegt jou?

mensen, zeker jeugd, aan het sporten te krijgen en dat heeft ook financiële redenen. Dan helpen bezuinigingen natuurlijk niet. Bovendien moeten we de preventieve werking van sport ten opzichte van de gezondheid niet onderschatten. In het dagelijks leven ben ik één van de directeuren van zorgorganisatie Cordaan, vooral actief hier in de regio. Eén van mijn belangrijkste taken is de zorg betaalbaar houden en dan is preventie zo ongeveer het grootste goed.”

Ruimte voor sport

Toegankelijkheid van de sport is onlosmakelijk verbonden met voldoende ruimte voor sport, ook in de bewoonde gebieden, zodat iedereen op relatief korte afstand van huis de mogelijkheid heeft om te sporten. Die ruimte staat onder

“Het was een van de eerste dingen die ik op papier zette toen wij plannen gingen maken: iedereen moet toch op tien minuten à een kwartiertje fietsen kunnen tennissen?”

– Pepijn van Gestel

druk. Er is werk aan de winkel om een sportinfrastructuur te creëren en te bewaken die ook in de toekomst aan behoeften voldoet.

De KNLTB realiseert zich dat en startte daarom het programma ‘Ruimte voor Tennis en Padel’. Voorkomen moet worden dat accommodaties steeds meer naar de randen van de stad worden gedwongen. De komst van Tennis in West is ook in dat opzicht een welkome ontwikkeling, haast tegen de trend in.

“Dat wij in een behoefte voorzagen, bleek wel door de wachtlijst die kort na onze start ontstond”, zegt Van Gestel. “En dat die behoefte er in deze omgeving was, wist ik eigenlijk al veel eerder. Je spreekt mensen, bij de bakker, langs het voetbalveld, en ik hoorde veel terug dat mensen graag op korte afstand van huis wilden tennissen. Ik vroeg me af waarom dat bij ons in de buurt niet kon. Het was een van de eerste dingen die ik op papier zette toen wij plannen gingen maken: iedereen

moet toch op tien minuten à een kwartiertje fietsen kunnen tennissen?”

Toen Van Gestel de situatie in Amsterdam-West serieus onder de loep nam, viel hij met zijn neus in de boter. De KNLTB bleek zich al enige tijd hard te maken voor structureel meer tennisbanen in Amsterdam van-

wege een groot tekort en had zijn visie verwoord in een helder document. “Dat hielp natuurlijk. Met hulp van de voorzitter van de Kring Amsterdam Tennis, Victor Frequin, zijn we in gesprek gegaan met de gemeente. Dat was alsnog lang niet altijd makkelijk, maar het onderzoek en het standpunt van de KNLTB kwamen zeker van pas.”

“In de eerste plannen voor deze nieuwe wijk was letterlijk niks ingetekend voor sport en bewegen. Nul!”
– Pepijn van Gestel

Positieve ontwikkelingen Beschikbare ruimte blijft een heet hangijzer, maar Van ’t Hek en Van Gestel zijn het er ook over eens dat er op dit gebied langzaam maar zeker positieve ontwikkelingen gaande zijn. Het is op zijn minst een veelbesproken thema en dat was vroeger wel anders. Van Gestel: “Neem nu de Houthaven, een relatief nieuwe wijk hier vlakbij. De eerste plannen zullen zo rond 2000 op de tekentafel hebben gelegen en daar was letterlijk niks ingetekend voor sport en bewegen. Nul! Uiteindelijk hebben wij daar met Tennis in West deels op ingespeeld. Het me-

“Soms moet je als gemeente ook gewoon durven zeggen: ‘Hier reserveren wij ruimte voor sport, want dat vinden wij belangrijk. Punt’ ”

– Tom van ’t Hek

rendeel van onze leden komt uit de Houthaven, voor hen zal het zo’n tien minuten fietsen zijn.”

“Ik heb inderdaad het gevoel dat er omtrent ruimte voor sport wel een ontwikkeling gaande is”, vult Van ’t Hek aan. “Er is meer bewustwording. In deze tijd zie je volgens mij nauwelijks nog een plan van de tekentafel komen waar helemaal geen rekening is gehouden met sport en bewegen. En dat kan breed zijn, hè. Dan heb ik het ook over goede fietspaden, plek voor sport en spel in de openbare ruimte, dat soort dingen. Er zijn altijd veel partijen betrokken en er spelen altijd veel belangen, maar soms moet je als gemeente ook gewoon durven zeggen:

‘Hier reserveren wij ruimte voor sport, want dat vinden wij belangrijk. Punt.’ ”

Eén sector

Met de opmerking dat er bij de inrichting van de openbare ruimte en in de sport in het algemeen veel verschillende belangen spelen, is niks te veel gezegd. Tegen de voorgenomen bezuinigingen komen organisaties als (sport-) bonden, NOC*NSF en POS (Platform Ondernemende Sportaanbieders) gezamenlijk in verweer, maar in de discussie over tarieven en betaalbare sport liggen belangen weer subtiel anders.

“Voor mijn gevoel blijft dat toch altijd een beetje de achilleshiel van de sport”, zegt Van ’t Hek. “Ondanks de verschillende belangen zou de sport zich meer als sector moeten opstellen. ‘De sport’ wil de ruimte en de mogelijkheden hebben om zo veel mogelijk mensen toegang te

bieden tot sport en bewegen, dat is de inzet. En daarna gaan belangenorganisaties, verenigingen, padelhallen en tennisscholen wel overleggen hoe ze het best kunnen samenwerken. De positionering als één sector kan sterker, daar is echt nog iets te winnen.”

“De sport is van oudsher behoorlijk naar binnen gekeerd, gewend om zaken zelf te organiseren, terwijl deze tijd vraagt om verbinding, samenwerking”

– Tom van ’t Hek

Ook op regionaal niveau zou de samenwerking in het domein van sport en bewegen beter en structureler kunnen, meent Van ’t Hek. “Iets als het Sportakkoord is natuurlijk een heel goed initiatief, maar de regionale sportakkoorden en stappen op basis daarvan komen op mij nog over als vrij incidenteel, vaak afhankelijk van de inzet en het enthousiasme van personen. De sport is van oudsher behoorlijk naar binnen gekeerd, gewend om zaken zelf te organiseren, terwijl deze tijd vraagt om verbinding, samenwerking. Daar is zo’n Sportakkoord ook op gericht. Het is een goede intentieverklaring, net als het Integraal Zorgakkoord, maar de concrete route daarna is nog een uitdaging.”

“Geef niet op”

Vanuit tennis- en padelverenigingen vraagt deze tijd net zo goed om meer verbinding en samenwerking. Niet voor niets zet de KNLTB steeds nadruk-

kelijker in op ondersteuning op het gebied van Public Affairs Lokaal: samenwerking met de lokale overheid.

In dat opzicht is Van Gestel inmiddels ervaringsdeskundige bij uitstek: “Nogmaals, het standpunt van de KNLTB ten opzichte van het banentekort in Amsterdam speelde ons in de kaart. Het onderzoek naar vraag en benodigde capaciteit was immers al gedaan. Toen ging ik in gesprek met de gemeente en dat verliep eigenlijk zoals andere verenigingen regelmatig zullen ervaren. Soms hoor je lang niks of beland je op een dood spoor, kom je gewoon niet verder. Daarbij is Victor Frequin heel belangrijk geweest. ‘Volhouden, volhouden, volhouden, geef niet op’, was steeds weer zijn advies. En ook als wij een keer een succesje boekten, gaf hij steeds aan: ‘Pas op, er komt ook weer een keer een tegenslag.’ Dat heeft heel erg geholpen. Maar eerlijk: de vechtlust, niet willen opgeven, moet ook vanuit jezelf komen. Ik wilde het gewoon realiseren, die nieuwe vereniging. Dat vroeg erom om steeds weer nieuwe contacten te leggen en gesprekken te voeren. Daar zat zeker zo nu en dan een mispeer tussen, bijvoorbeeld dat ik aan het begin van het gesprek al wist dat ik met de verkeerde aan tafel zat. Maar dat neem je dan op de koop toe, je weet waar je het voor doet.”

“En onderschat niet hoe belangrijk het is om scherp te hebben wat je precies wilt bereiken”, voegt Van ’t Hek toe. “Ga je aan tafel met de gemeente, vraag je dan nog een keer af of je écht helder hebt wat je doel is en

wat je daarvoor nodig hebt. Ik heb de indruk dat partijen zo’n gesprek met de gemeente toch vaak ingaan met een te vaag plan.”

Verbinden

Uiteindelijk kreeg Van Gestel waar hij op uit was, de vereniging is er. Nu is het tijd om vooruit te kijken, de volgende stappen te nemen. Van Gestel en de andere grondleggers hebben heel bewust ingezet op een vereniging en niet zomaar een tennislocatie en daar willen ze nu dan ook vorm aan geven. “We zitten nu dus tijdelijk in deze voetbalkantine en meerdere mensen hebben mij al gevraagd: ‘Waarom blijf je hier niet voorlopig?’ Wij willen hier echter een echte vereniging

neerzetten, met een eigen cultuur, en dat is de reden dat we straks een eigen clubhuis willen. Dat draagt bij aan die clubcultuur. Het moet een vereniging zijn met een eigen identiteit, die ook een bindende factor is in de buurt, waar meer gebeurt dan tennis. Hier kunnen mensen ook samenkomen voor een kop koffie of een potje kaarten, noem maar op. Die verbindende rol heb je als vereniging.

“De vechtlust, niet willen opgeven, moet ook vanuit jezelf komen. Ik wilde het gewoon realiseren, die nieuwe vereniging”

– Pepijn van Gestel

From the mountain to Centre Court.

Maar eerlijk, een tennisvereniging was natuurlijk niet direct iets dat aansloot bij de grootste behoeften in deze buurt. Voetbal is hier over het algemeen het meest aantrekkelijk. Dit is echter ook een buurt die stap voor stap van binnenuit wordt gerenoveerd en waar mensen komen wonen die we vroeger ‘yup’ zouden hebben genoemd. De buurt wordt langzaam een mix van deze nieuwe bewoners en mensen

die hier al jaren wonen. Als wij in eerste instantie drie à vier oorspronkelijke bewoners kunnen interesseren om hier een balletje te slaan, is dat winst. Dan is er verbinding.”

Wat kan wél?

“De sport- en beweegsector moet ook zelf in beweging komen om de brug naar Den Haag te slaan. Dat mag best nog wat meer gebeuren”
– Tom van ’t Hek

En, zo stelt Van Gestel helder, eigenlijk is Tennis in West niet alleen een vereniging, maar een groter project dat bij deze nieuwe vereniging begint. “Je moet het eigenlijk zien als een startpunt om te voldoen aan de vraag in Amsterdam-West, om meer tennis te creëren in stadsdeel West. We weten bijvoorbeeld dat hier een sterke behoefte is aan meer indoorcapaciteit, dus willen we samen met een andere vereniging op een sportpark hier in de buurt meer aanbod creëren en dan vooral overdekt. Dat zou

bijvoorbeeld kunnen met een blaashal, die je na de winter weer afbreekt. De vereniging hier staat, nu kijken we verder.”

“Mooi hoor, hier gebeuren dingen”, reageert Van ’t Hek. “Eigenlijk is dat ook hoe wij als Nederlandse Sportraad erin staan: hoe kunnen we sport zo goed mogelijk op de kaart zetten? De kabinetsplannen maken zaken niet makkelijker, maar zijn de omstandigheden lastiger, dan moeten wij als NLsportraad wat beter ons best doen. Dan is simpelweg de uitdaging nog groter om aan enkele knoppen te draaien en toch iets gedaan te krijgen, erachter te komen wat wél kan. De sport- en beweegsector moet ook zelf in beweging komen om de brug naar Den Haag te slaan. Dat mag best nog wat meer gebeuren.”

Ledentevredenheidsonderzoek met KNLTB Onderzoeksportal

Vitale verenigingen kenmerken zich door een sterke organisatie, een toekomstbestendige accommodatie en een hechte verenigingscultuur. Daarbij is het cruciaal dat verenigingen leden betrekken bij veranderingen. Hoe denken de leden over de sfeer op de vereniging, wat vinden ze van de accommodatie en zijn ze tevreden over de lessen die worden aangeboden?

Als vereniging is het van groot belang inzicht te hebben in de wensen en behoeften van de mensen die regelmatig jouw sportpark bezoeken. Het is belangrijk verder vooruit te kijken. Het Onderzoeksportal van de KNLTB faciliteert verenigingen hierbij op een laagdrempelige manier.

Benchmarken

Op basis van de behoeften van verenigingen – gemeten aan de hand van vragen die bij de KNLTB binnenkomen en de ervaringen van KNLTB Accountmanagers – is een complete vragenlijst klaargezet. Verenigingen kunnen ook zelf een vragenlijst maken. In het KNLTB Onderzoeksportal komen alle antwoorden van de leden binnen, weergegeven in een overzichtelijk dashboard, en deze worden direct afgezet tegen verschillende benchmarks. Een groot voordeel is dus dat je niet alleen inzicht krijgt in wat jouw eigen leden vinden, maar ook de mogelijkheid hebt om de resultaten te vergelijken met die van andere verenigingen. Daarbij zijn er drie opties: een landelijke vergelijking, een regionale vergelijking (provincie) of een vergelijking naar grootte. Alles bij elkaar biedt het een helder beeld van hoe jouw vereniging zich verhoudt tot andere verenigingen. De uitkomsten van het onderzoek kunnen

verenigingsbestuurders de juiste handvatten geven om hun koers te bepalen en gericht beleid te maken voor de toekomst.

Volgende stap

Het Onderzoeksportal is te gebruiken voor alle verenigingen en is gratis toegankelijk. De KNLTB richt zich in de communicatie in eerste instantie op de bestuurders en ledenadministrateurs. Via hun KNLTB ID krijgen zij toegang tot de eigen afgeschermde plek op het platform. Veel verenigingen doen al onderzoek onder hun leden. Voor hen is dit een volgende stap op dit gebied. Met het platform wordt onderzoek makkelijker, stel je de juiste vragen én kun je de resultaten snel en overzichtelijk duiden.

Brochure ‘Baansoorten in beeld’ geactualiseerd

hulpmiddel bij de keuze voor een

Als je plannen hebt om de tennisbanen te renoveren of misschien zelfs uit te breiden, doe je er verstandig aan de brochure ‘Baansoorten in beeld’ ter hand te nemen. Deze brochure, inmiddels een begrip in de ‘tennisbanenmarkt’, is recent geactualiseerd.

‘Baansoorten in beeld’ heeft als doel verenigingen en andere aanbieders op weg te helpen bij de keuze voor een (nieuwe) baansoort door te voorzien in een verzameling van objectieve gegevens, kenmerken en achtergronden en door inzicht te bieden in (indicatieve) aanleg- en onderhoudskosten.

Lees het E-zine

Wedstrijden belangrijk voor behoud en binding

Het wordt vaak gezegd en de statistieken tonen het ook aan: door het spelen van wedstrijden krijgen spelers meer plezier in de sport en blijven ze over het algemeen langer lid. Een goed en gevarieerd wedstrijdaanbod is voor clubs dus van belang voor behoud en binding van leden. Hoe jouw club hiervoor kan zorgen? Dat lees je in het E-zine.

In het E-zine lees je alles over het belang van wedstrijden spelen, vind je meer informatie over het wedstrijdaanbod van de KNLTB, zoals competities, toernooien en KNLTB Match, en ontdek je hoe de KNLTB jouw vereniging kan adviseren en ondersteunen bij de organisatie ervan.

Speeldata en wijzigingen aanbod

Voorjaarscompetitie

September en oktober zijn traditiegetrouw de maanden waarin de KNLTB zich voorbereidt op het nieuwe competitiejaar, zodat ook clubs ermee aan de slag kunnen. Het najaar is namelijk voor de meeste clubs de periode waarin het wedstrijdaanbod en de activiteitenkalender voor het nieuwe jaar worden bepaald, zodat ook leden hierover kunnen worden geïnformeerd.

De speeldata voor KNLTB-competities in 2025 zijn inmiddels definitief. Daarnaast zijn er enkele kleine wijzigingen in het aanbod voor de eerste competitie van het jaar – de Voorjaarscompetitie.

Benieuwd naar de uitgangspunten voor het vaststellen van de speeldata? Scan de QR-code.

“Eens een OTC’er, altijd een OTC’er”

Na 125 jaar is Oranje Tennis Club nog springlevend

De KNLTB vierde dit jaar zijn 125ste verjaardag groots met verschillende activiteiten in het land, een boek en een fantastisch feest op het Nationaal Tennis Centrum in Amstelveen. Maar de tennisbond was niet de enige jubilaris die een taart met 125 kaarsjes verdiende… Hetzelfde gold voor de Oranje Tennis Club in Den Haag. En ook OTC is na 125 jaar nog springlevend. Het tennispark ligt in de rustieke wijk Benoordenhout, waar men vanuit het zolderraam kan zien of de bal in of uit is.

@ Door: Steffan Kok | Orange Pictures

De tennisbanen lagen er al toen de huizen eromheen werden gebouwd. Al ligt de oorsprong van de 125-jarige Haagse vereniging in Scheveningen. In deze badplaats werd vanaf 1890 al getennist door voornamelijk Britse diplomaten. Zij drongen destijds aan op de oprichting van een tennisclub. In 1899 werd zodoende de Oranje Tennis Club (OTC) als aparte afdeling toegevoegd aan de reeds bestaande Oranje Golf Club.

De naam Oranje heeft overigens niets met het koningshuis van doen. Toen in de beginjaren in de Scheveningse duinen werd gespeeld, maakten de leden van de club gebruik van de kleedruimtes in het Oranje Hotel. In 1902 werd pas een eigen clubhuis gebouwd.

Een nieuwe verkeersweg, die dwars over het terrein zou gaan komen, betekende dat de tennisclub werd gedwongen te verhuizen. Op een privé-jachtterrein aan de Van Zaeckstraat in Den Haag werd ruimte gevonden. De Oranje

Tennis Club huurde de grond en ging in 1929 als zelfstandige vereniging verder.

Geheime aankoop

Tot zover de geschiedenisles, want de 125-jarige vereniging is springlevend en kijkt uit naar de toekomst. Al was die toekomst tot vorig jaar nog onzeker. De aangrenzende voetbalvereniging HVV wilde uitbreiden en had haar oog laten vallen op het stuk grond van de tennisclub. Onderhandelingen met de eigenaar van het terrein waren begonnen, maar toen voorzitter Hans Willinge daar lucht van kreeg, werd er actie ondernomen.

Een trouw OTC-lid ging, met medeweten van Willinge, in gesprek met de eigenaar van het terrein. Dat resulteerde in de aankoop van de grond, waardoor de vereniging opgelucht kon ademhalen. De continuïteit van tennis op dit markante park werd door deze actie tot in lengte van jaren

gewaarborgd. Het kenmerkt het karakter van de vereniging. Eens een OTC’er, altijd een OTC’er.

Familieclub

Op de negen gravel-plus premium banen kan het hele jaar door worden gespeeld. Zes banen hebben verlichting. De overige banen moeten het zonder lichtpalen doen, want die liggen te dicht bij de huizen. Bovendien leeft er een vleermuis, waardoor er geen vergunning voor lampen wordt afgegeven.

Maar dat mag de pret niet drukken op deze ruim 900 leden tellende familieclub. Jeugdlidmaatschappen werden na de coronaperiode alleen nog geaccepteerd als vader en/of moeder ook lid werden. Dat is voor veel huishoudens in deze welgestelde buurt geen probleem,

“In een vol clubhuis hebben we het nieuwe beleidsplan gepresenteerd. De leden beseften weer wat voor parel deze club eigenlijk is en kregen zin om de schouders eronder te zetten”

– Hans Willinge

waardoor voornamelijk in het weekend de banen gevuld zijn met gezinnen. “De tennisclub als tweede huiskamer is wat we proberen uit te dragen. Het moet hier laagdrempelig en gezellig zijn”, vertelt een trotse voorzitter aan een tafeltje midden in het sfeervolle clubhuis.

“Men vindt alles maar gewoon, maar er komt veel bij kijken om een club te laten draaien”

Vijf jaar geleden kende OTC een bestuurlijk lastige periode. Beoogd voorzitter Willinge en secretaris Désirée Boek hebben toen de handschoen opgepakt en in vele avonduren samen met een aantal trouwe leden een nieuw beleidsplan geschreven. Het was tijd om de club nieuw leven in te blazen. “Er moest een nieuw plan komen”, legt Willinge, die al vijftig jaar lid is, uit. “Als de club zou zijn doorgegaan zoals het ging, dan zou het langzaam bergafwaarts zijn gegaan. Het was tijd voor een frisse wind. We hebben verantwoordelijkheden en taken uit elkaar getrokken en behapbaar gemaakt. Met acht mensen hebben we een nieuw bestuur gevormd. Zo hebben we bijvoorbeeld twee vicevoorzitters en twee secretarissen, die worden ondersteund door iemand die de ledenadministratie voor haar rekening neemt.”

Het beleidsplan is volgens de voorzitter niet van het bestuur, maar van de club. “In een vol clubhuis hebben we het beleidsplan gepresenteerd. Hiermee maakten we het voor iedereen zichtbaar.

Op deze manier hebben we veel draagvlak en enthousiasme gecreëerd. De leden beseften weer wat voor parel deze club eigenlijk is en kregen zin om de schouders eronder te zetten. Vooral tijdens de coronaperiode hebben we veel werk kunnen verzetten, omdat iedereen thuiszat en graag op het park de handen uit de mouwen wilde steken. De banen en het groenwerk zijn toen aangepakt. Deze grote groep leden doet dit dankbare werk nog steeds vrijblijvend.”

Familieclub

Herijken en hergroeperen dus. Het nieuwe bestuur keek met een vernieuwde blik naar de vereniging, die al ruim meer dan een eeuw bestaat. “We vroegen elk van de tien beoogde bestuursleden om in drie trefwoorden te noteren hoe hij of zij de vereniging zag. Zonder uitzondering schreef iedereen het woord ‘familieclub’ op. Terwijl iedereen OTC dus als familieclub zag, was het besef dat dit ons uniek in de regio maakte er te weinig. Door het te benoemen, herkende iedereen het en werd er beleid op gemaakt. Het bewaken van een goede mix tussen competitie- en recreatietennis is hier een goed voorbeeld van.”

“We vroegen elk van de tien beoogde bestuursleden om in drie trefwoorden te noteren hoe hij of zij de vereniging zag. Zonder uitzondering schreef iedereen het woord ‘familieclub’ op”

– Hans Willinge

Volgens Désirée Boek is het belangrijk om inzichtelijk te maken waar het bestuur mee bezig is.

“Men vindt alles maar gewoon, maar er komt veel bij kijken om een club te laten draaien. Hoeveel leden kunnen we maximaal faciliteren, wat is het beleid ten opzichte van de baanverdeling met de tennisschool, wat is een optimale verhouding tussen jeugd en seniorenleden, hoe regelen we het tuinonderhoud, wat zijn de vooruitzichten voor de jeugd? Dat zijn allemaal vragen die moeten worden beantwoord. Deze informatie maakten we transparant en inzichtelijk, waardoor de automatische piloot ervan af ging en er veel animo onder de leden ontstond om mee te helpen in werkgroepjes of commissies.”

Taakie

OTC kan dus rekenen op een groot aantal vrijwilligers. Om deze geweldige groep mensen te werven en goed te begeleiden wordt gebruikgemaakt van de app Taakie. Boek: “Het is begonnen in 2020. De gemeente Den Haag was heel enthousiast over Taakie en heeft alle Haagse verenigingen een aanbod gedaan om hiermee te gaan werken. Het eerste jaar konden we kosteloos gebruikmaken van deze tool om de vrijwilligerspool op de club mee uit te breiden. Dit hebben we met beide

Verzeker je tennis- en padelvereniging met de KNLTB Verenigingspolis

De scherpste pr�s met een uitgebreide dekking inclusief lichtmasten, reclameborden, zonnepanelen en padelbanen

Een deskundige adviseur die begr�pt hoe tennis- en padelverenigingen werken

Maatwerkoplossingen voor afw�kende situaties b� jouw club

Nederlandse verzekeraars met Nederlandse voorwaarden

De KNLTB Verenigingspolis is een product van VLC & Partners in samenwerking met de KNLTB.

Maak kennis met onze adviseur

Waldo Imthorn 073 69 262 14

WWW.VLC-PARTNERS.NL/KNLTB

handen aangepakt en zeker de eerste paar jaar heeft het ons veel gebracht. We hebben een groot aantal actieve vrijwilligers geworven.”

De beheerder van de tool werkt via de laptop op het platform van Taakie om opdrachten uit te zetten. Via de smartphone kan vervolgens iemand via WhatsApp worden uitgenodigd. “Al onze leden kregen het verzoek om in Taakie enkele standaardvragen te beantwoorden en zo hun profiel aan te maken. Op het moment dat een taak wordt uitgezet, geeft de tool op basis van profielen een voorkeur aan voor welk lid het best bij de betreffende taak past. Heeft iemand een bepaalde opdracht al vaker gedaan, dan leert de tool dat dit lid in een bepaald gebied heel nuttig is geweest. Het is een goed systeem, waarmee we de vrijwilligers gericht kunnen inzetten. Nu attenderen we vooral nieuwe leden erop om hun profiel in te vullen. Het is namelijk voor hen goed om via vrijwilligerswerk in contact te komen met andere leden. We kunnen Taakie voor andere verenigingen dan ook zeker aanraden.”

Cluboverstijgend overleg

Tips, aanraders en probleemoplossers worden in Den Haag met open blik gedeeld onder de zeven grotere tennisverenigingen. Willinge komt namens OTC en onder leiding van KNLTB Accountmanager Danny Pieterse twee keer per jaar samen met

“Zeker de eerste paar jaar heeft de app Taakie ons veel gebracht. We hebben een groot aantal actieve vrijwilligers geworven”

– Désirée Boek

zijn collega-voorzitters van HLTC Leimonias, HLTC De Metselaars, LTC Leeuwenbergh, HLTC Thor de Bataaf, HTV Berg & Dal en HLTC De Aeronauten.

Willinge: “Tijdens deze ontmoetingen bespreken we onder meer wat de plannen van de KNLTB zijn. Neem bijvoorbeeld het Meet & Play-platform waar niet-leden een baan op de vereniging kunnen huren. Dat heeft voor elke vereniging een andere impact. HLTC De Metselaars in Scheveningen gebruikt het succesvol om nieuwe leden te vinden. Dat is voor ons minder van belang.

LTC Leeuwenbergh heeft onlangs een presentatie gegeven over het gebruik van hun ballonhal. Dat was zeer leerzaam, want er komt veel meer bij kijken dan je denkt. Wat we met de zeven clubs onderling bespreken, is vaak wel een bevestiging dat wij op de goede weg zitten. Maar dat is ook fijn om te horen natuurlijk.”

HYPERCOURT EXPRESS 2 HB

OWN THE COURT

“Wat we met de zeven clubs onderling bespreken, is vaak wel een bevestiging dat wij op de goede weg zitten”
– Hans Willinge

Feest

Terug naar het feestjaar, want natuurlijk werd het 125-jarig bestaan van OTC uitbundig gevierd. Verspreid over 2024 werden en worden verschillende evenementen georganiseerd. “Elke vijf jaar vieren we een lustrum”, vertelt Boek. “Een speciale lustrumcommissie wordt dan geïnstalleerd. Leden hebben actief meegedacht over hoe we het dit jaar zouden aankleden. Hier kwamen veel geweldige en niet-haalbare ideeën uit voort, haha.”

De grootste evenementen van dit jaar staan echter nog op de planning. “In november organiseren we in theater Diligentia een OTC-revue, getiteld ‘Bal Over’. Deze speciale avond is bedoeld voor jong

en oud en wordt gevuld met muziek, sketches en cabaret over OTC door de jaren heen. We hebben veel leden die affiniteit hebben met muziek, dans of andere artistieke vormen. Geweldig om te zien. Ook oud-leden worden uitgenodigd.”

Het lustrumjaar wordt in december afgesloten met het OTC-diner. “Tijdens elk lustrum bedenken we een manier om extra inkomsten voor de club te werven. Dit jaar hebben we de ‘Club van 125’ in het leven geroepen. De opbrengst wordt besteed aan de aankleding van het park, zoals nieuw tuinmeubilair en nieuwe bomen.”

Handen uit de mouwen

De toekomst voor de Oranje Tennis Club ziet er rooskleurig uit. De tweede termijn van voorzitter Willinge en secretaris Boek loopt in 2026 af.

Zij treden na zes jaar terug uit het bestuur, maar blijven hun handen uit de mouwen steken voor de vereniging. Want het is een feest om lid te zijn van de 125-jarige club. Hoera, hoera, hoera!

Ben Hiemstra, vertrouwenscontactpersoon bij TV Sparta:

“We

willen een vereniging zijn voor iedereen”

“Een vereniging staat of valt met vrijwilligers”, zegt Ben Hiemstra. “Ik vind het logisch dat je je op die manier inzet voor de samenleving.” Samen met Gea van den Ham is Hiemstra sinds vorig jaar vertrouwenscontactpersoon (VCP) bij TV Sparta in Nijkerk. Deze specifieke vrijwilligersfunctie maakt deel uit van de vier basiseisen van de KNLTB als het gaat om sociale veiligheid bij verenigingen. Sportbreed staan de eisen inmiddels bekend als de 4 V’s voor veiligheid: Verenigingsbrede gedragscode, Vertrouwenscontactpersoon op de club, Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor vrijwilligers en Vakkundig geschoolde trainer-coaches. Hiemstra zet zich al jarenlang met hart en ziel in voor de club, maar wat drijft hem? Wat maakt de vrijwillige inzet voor de club zo leuk? En waarom stak hij zijn hand op toen er een vertrouwenscontactpersoon werd gezocht?

@ Door: Leo Aquina | KNLTB, Marleen Fouchier en TV Sparta

Waar veel tennissers al van jongs af aan op het gravel staan, is Hiemstra pas later met de sport begonnen. “Ik was rond de veertig toen ik in Nijkerk kwam wonen en Sparta Nijkerk was destijds een nieuwe vereniging”, vertelt hij. Tennis sprak hem aan: “Het is een leuk en gezellig spel. Ik speel recreatief. Voor mij is het ontmoeten van mensen belangrijk, terwijl ik tegelijkertijd fysiek bezig kan zijn.”

Geven en nemen

Het lidmaatschap van een vereniging is voor Hiemstra een kwestie van geven en nemen: “Alle verenigingen hebben te maken met de inzet van vrijwilligers, coaches, begeleiders, bestuurders, noem maar op. Ik heb zelf in het onderwijs gewerkt; daar zijn ook heel veel vrijwilligers nodig.” Hiemstra is op diverse terreinen actief als vrijwilliger: “Ik ben koster in de kerk, ik heb de energiecoöperatie Wind op Nijkerk mee opgezet en ik werk mee aan de fietsvierdaagse.”

“Wij proberen het bestuur scherp te houden en het bewustzijn binnen de vereniging te vergroten”

Toen er bij TV Sparta behoefte was aan een VCP en de vraag op het bord van Hiemstra terechtkwam, hoefde hij dan ook niet lang over zijn antwoord na te denken, zeker ook omdat deze rol goed bij hem past. Hiemstra: “In de tijd dat ik in het onderwijs werkzaam was, heb ik daar ook wel te maken gehad met grensoverschrijdend gedrag.

Dat was ook de reden dat ze voor deze rol bij mij uitkwamen.”

Doorgeefluik

Het aanstellen van een VCP is één van de vier basiseisen waaraan je als vereniging moet voldoen in het kader van een positieve sportcultuur en het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag. Bij zijn uitleg over de functie benadrukt Hiemstra dat er een groot verschil is tussen een vertrouwenspersoon en een vertrouwenscontactpersoon. “Vertrouwenspersoon is een beroep. Dat is iemand die zaken probeert op te lossen. Een vertrouwenscontactpersoon – een VCP – is een aanspreekpunt en een doorgeefluik.”

Op de KNLTB-site staat een duidelijke omschrijving van de VCP: “Een VCP is het centrale aanspreekpunt op de vereniging waar je als lid terecht kunt om in vertrouwen te praten over

“Als vertrouwenscontactpersoon moet je niet controversieel zijn binnen de vereniging.

Mensen moeten het vertrouwen hebben dat het verhaal echt bij jou als VCP blijft”

– Ben Hiemstra

grensoverschrijdend gedrag. Dat kan bijvoorbeeld gaan over pesten, seksuele intimidatie, agressie of discriminatie. De vertrouwenscontactpersoon helpt daarnaast het bestuur bij de preventie van grensoverschrijdend gedrag. De VCP doet geen onderzoek bij incidenten op de vereniging, maar luistert, denkt mee en helpt zo nodig om de juiste (vervolg)stappen te zetten.”

Via NOC*NSF kunnen leden van verenigingen een speciale opleiding volgen tot VCP. Aan de orde komen zaken als: de rol en de positie van een VCP binnen een sportclub; wat begrippen als (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten en agressie inhouden; gespreksvoering en omgang met emoties van de betrokkenen; en preventie van grensoverschrijdend gedrag.

Hiemstra en zijn collega-VCP Van den Ham hebben de opleiding beiden gevolgd. “Ik weet niet of het verplicht is,” aldus Hiemstra, “maar toen wij benaderd werden voor deze functie, hebben we contact opgenomen met het Centrum voor Veilige Sport Nederland, het CVSN. De cursus duurt één dag, maar dat is wel een heel intensieve dag, waarbij je ook getraind wordt in het voeren van gesprekken. Het is belangrijk dat je een open houding hebt, zonder vooroordelen. Daarom moet je als persoon niet controversieel zijn binnen de vereniging. Mensen moeten het vertrouwen hebben dat het verhaal echt bij jou als VCP blijft. En je moet dergelijke gesprekken natuurlijk niet in de kantine voeren.”

Veilig sportklimaat creëren

Op welke manier geven Hiemstra en Van den Ham invulling aan hun functie bij TV Sparta? “Het is onze opdracht om samen met het bestuur een veilig sportklimaat te creëren”, legt Hiemstra uit.

VRIJWILLIGER

“Het is onze opdracht om samen met het bestuur een veilig sportklimaat te creëren”

– Ben Hiemstra

“Nadat we de scholing hadden gehad, zijn we met het bestuur om de tafel gaan zitten. Mijn eerste vraag was of zich bij de vereniging in de afgelopen tijd incidenten hadden voorgedaan. Daar konden ze geen antwoord op geven, dus ik weet niet hoe het in het verleden is gegaan. In de 44 jaar dat ik in het basisonderwijs heb gewerkt, ben ik wel incidenten tegengekomen, dus wat dat betreft kom ik niet helemaal onbeslagen ten ijs.”

In hun eerste gesprek met het bestuur spraken Hiemstra en Van den Ham samen met het bestuur hun verwachtingen uit. “Wij proberen het bestuur scherp te houden en het bewustzijn binnen de vereniging te vergroten”, aldus Hiemstra. “We hebben ook een tekst op de website gezet om de functie van vertrouwenscontactpersoon onder de aandacht te brengen.”

Met Hiemstra en Van den Ham heeft TV Sparta een mannelijke en een vrouwelijke VCP. Dat is belangrijk voor de toegankelijkheid, omdat sommige mensen liever vertrouwelijk praten met een man en anderen met een vrouw. Hiemstra: “Meldingen komen per e-mail bij ons beiden binnen en dan overleggen wij eerst met elkaar wie er contact

“Mensen

denken bij grensoverschrijdend gedrag vaak aan seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar het kan ook gaan om intimidatie of discriminatie”

opneemt. Vervolgens gaat één van ons het gesprek in, of we doen het samen. Na zo’n gesprek hebben wij opnieuw onderling overleg, uiteraard in vertrouwen, en dan kijken we hoe we verder moeten.”

Meldplicht

Grensoverschrijdend gedrag is een breed begrip en de vervolgstappen zijn dan ook lang niet in alle gevallen hetzelfde. Hiemstra: “Mensen denken bij grensoverschrijdend gedrag vaak aan seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om intimidatie of discriminatie. Wij kunnen altijd te rade gaan bij het Centrum Veilige Sport Nederland om na te gaan wat de best passende vervolgstappen zijn. Wij kunnen bijvoorbeeld doorverwijzen naar een antidiscriminatiebureau, het COC of Veilig Thuis. Natuurlijk kunnen wij ook altijd mensen doorsturen naar een vertrouwenspersoon binnen of buiten de KNLTB, om samen te werken aan een oplossing.”

Als er sprake is van ernstig seksueel misbruik, heeft de VCP een meldplicht. Hiemstra: “Dat zijn de moeilijkste gevallen en dat brengt lastige dillema’s met zich mee. Als er sprake is van seksuele intimidatie of verkrachting, nemen wij sowieso contact op met het Centrum Veilige Sport Nederland. Het kan zijn dat wij de melder adviseren aangifte te doen bij de politie. Dat is aan de melder zelf, maar het is wel in het belang van de melder dat wij actie ondernemen.”

Oor te luister

Hiemstra en Van den Ham prijzen zich gelukkig dat ze bij TV Sparta nog geen meldingen van grensoverschrijdend gedrag hebben gehad, maar blijven waakzaam. Hiemstra: “Dat zou natuurlijk kunnen betekenen dat er inderdaad geen incidenten zijn, maar het kan ook zijn dat mensen ons nog niet goed weten te vinden. Het is dus van belang dat wij ruchtbaarheid geven aan onze functie.”

Vooralsnog maakt Hiemstra zich daarover weinig zorgen: “Natuurlijk zullen er best dingen zijn die opgepakt moeten worden, maar je moet ook niet roomser zijn dan de paus als je de indruk hebt dat het redelijk goed gaat. Geen bericht is soms ook gewoon goed bericht. Maar je moet wel je oor te luister blijven leggen. Daarom gaan we komend voorjaar nog eens met het bestuur om de tafel. Ik kan mij voorstellen dat we aandacht besteden aan uitsluiting. We hebben geen aanwijzingen dat er sprake van is, maar iedereen heeft vaste groepjes waarin ze tennissen, dus dan kunnen zulke dingen gebeuren. We zijn een gemêleerde vereniging met zo’n 600 leden, tennis en padel en veel jeugd. We willen een vereniging zijn voor iedereen.”

Onderdeel van een groter geheel

Hoe elke vereniging ook een beetje kan bijdragen aan topsport

Vanuit de ‘brede vijver’ van jeugdtennissers structureel meer talent laten doorstromen naar de top. Dat was de centrale doelstelling toen in 2018, onder leiding van de in 2017 toegetreden technisch directeur van de KNLTB Jacco Eltingh, het plan ‘Five Steps to the Top’ werd gepresenteerd. Een plan dat begint bij de jongste jeugd en via verschillende leeftijds- en ontwikkelfases toewerkt naar ATP-/WTA-niveau. Die brede vijver wordt gevormd op de verenigingen en dat mag best nog eens benadrukt worden, vinden KNLTB Coach Raymond Knaap en KNLTB Coach Jeugd Kelvin Nieberg. Sterker nog: de verenigingen zijn onmisbaar in het hele systeem. “Dat kinderen bij elke vereniging leuk en betaalbaar kunnen tennissen, is essentieel voor de topsport én de verenigingen.”

@ Door: Robert Barreveld | Marleen Fouchier

De vijf stappen naar de top geeft de KNLTB vaak weer in een piramide, met onderaan zo’n 90.000 kinderen die jaarlijks met tennis beginnen op de vereniging, waarna het KNLTB Instroomprogramma volgt. Vanaf dit seizoen is de tweede stap niet langer aansluiting bij een gecertificeerde tennisschool, zoals de laatste jaren. Er is financiële ondersteuning beschikbaar voor spelers als zij een specifiek trainings- of wedstrijdprogramma willen volgen dat voldoet aan de eisen in het KNLTB Meerjaren Opleidingsplan Tennis (MOT). Daarna vervolgen zo’n twintig grote talenten de opleiding op basis van maatwerk, dan volgt het Challenger- en World Tour-circuit en tot slot eventueel de WTA en de ATP.

Het is een manier om als KNLTB weer beter in het vizier te krijgen welk spelerspotentieel er rondloopt bij verenigingen en gestalte te geven aan de ambitie om structureel vier spelers in de top honderd van de wereld te hebben, op de WTAen de ATP-tour. Onlangs nog kondigde Eltingh enkele aanscherpingen in de jeugdopleiding aan om nog meer uit te gaan van het individu en niet het programma, maar de speler volledig centraal te stellen. Want de bond is op de goede weg met de opleiding, maar “de lat moet nog beduidend hoger”, aldus de technisch directeur.

Jeugd raakte uit beeld

Kelvin Nieberg bevestigt dat de oorsprong van ‘Five Steps to the Top’ lag in een gevoel dat het zicht op het Nederlandse jeugdtennis en eventuele talenten vertroebeld was. “Nu zo’n tien jaar geleden stopten wij met de bondsjeugdopleiding. Daar waren goede redenen voor, maar na verloop van tijd raakte de jongste jeugd voor ons buiten beeld. We hadden niet zo’n goed idee meer wat er rondliep en wat er op clubniveau gebeurde. Wat is het niveau, hoe zien trainingsprogramma’s eruit, hoe is het contact met de ouders, worden zij goed voorgelicht? Want wat betekent het precies als je kind wat fanatieker gaat spelen? Wat houdt prestatief tennis in? Bij de bondsjeugdopleiding ging dat eigenlijk vanzelf, werden de ouders automatisch meegenomen in dat proces. Nu hadden we daar geen goed idee van.”

“Ik vind tennis gewoon geweldig”

Als talentherkenning op de verenigingen in eerste instantie vooral inhoudt dat spelers met de juiste mentaliteit worden gespot, is Jesper de Jong een lichtend voorbeeld. De huidige nummer 108 van de wereld had die drive vanaf zijn eerste slagen op de baan van vereniging Zwaanshoek bij Hoofddorp.

“Dat kostte geen moeite”, zegt hij daar zelf over. “Tennis was voor mij gewoon het

“De eerste drie stappen heb ik niet heel bewust als verschillende stappen in mijn ontwikkeling beleefd. Ik deed wat ik het leukste vond en werd steeds beter”

– Jesper de Jong

leukste wat er was, dus de motivatie en leergierigheid waren er vanzelf.”

Voor de bond is De Jong ook een uitgelezen voorbeeld van iemand die alle ‘Five Steps to the Top’ heeft doorlopen. Dat sluit aan bij hoe hij zijn ontwikkeling naar topniveau zelf heeft ervaren: geleidelijk. “De eerste drie stappen, tot ik een jaar of veertien was, heb ik niet heel bewust als verschillende stappen in mijn ontwikkeling beleefd. Ik deed wat ik het leukste vond en werd steeds beter.”

De gestage ontwikkeling was bij de Jong bovendien zichtbaar op vrijwel alle vlakken.

“Ik stak er niet bovenuit op een specifiek facet van het tennis. Ik wilde gewoon elke dag alles geven. Bij de vierde stap, de Challengers, verandert er natuurlijk wel veel. Dan wordt het leuke spelletje ook een job en komen er andere dingen bij kijken. Je moet veel zaken regelen en ook je brood gaan verdienen met tennis. Overigens blijft het ook in die fase geweldig om te doen.”

De stap naar de Challengers werd voorafgegaan door training bij MATCH Tennis Academy, destijds één van de door de KNLTB gecertificeerde tennisscholen, en een fase bij de bond die neerkwam op puur maatwerk.

In 2021 nam de weg der geleidelijkheid een plotse wending. “Ik won mijn eerste Challenger en dat creëerde een verwachtingspatroon, vooral bij mijzelf. Die titel paste eigenlijk nog niet helemaal bij de fase in mijn

ontwikkeling en was dus een niveau waar ik daarna maar moeilijk aan kon voldoen. Vervolgens kreeg ik de ziekte van Pfeiffer, was ik vaak ziek en stond ik een tijdje stil. Dat was een lastige periode, waar ik uiteindelijk sterker uitgekomen ben, vooral omdat ik heel graag weer van tennis wilde genieten.”

Nu is de top honderd binnen handbereik, toch een beetje een heilige graal voor elke jonge tennisser. “Het klinkt misschien wat gek, maar mijn missie voor de komende maanden is vooral om in de top 104 te komen. Dan sta ik in principe in het hoofdtoernooi van de Australian Open in januari. Maar een plek in de top honderd komt ook, daar ben ik zeker van.”

“Wat ook meespeelt, is dat we in de structuur van het tennislandschap in de loop der tijd zijn overgegaan van districten naar regio’s”, vult Knaap aan. “Er waren ooit vijftien districten en er zijn minder regio’s, dus ook minder aanspreekpunten in het veld voor trainers.”

En dus was het devies weer een meer centrale aanpak? Dat lijkt een logische gedachte, maar eigenlijk is het tegenovergestelde het geval, stelt Knaap. “Je wilt juist dat al die jeugdspelers voor betaalbare training door een goede trainer terechtkunnen bij elke club in Nederland. In de praktijk is dat lastig; er zijn veel meer commerciële partijen in de markt dan vroeger, waardoor training soms duur en financiële belangen zwaarder wegen dan kwaliteit. Terwijl juist als de jongste jeugd overal terechtkan voor leuk en betaalbaar tennisaanbod, je de breedst mogelijke vijver aan de onderkant van de piramide krijgt. Lukt dat niet, dan ga je dat merken. Dat geldt voor ons als bond, maar net zo goed voor elke club, in het ledenbestand.”

Vaker op de club

Het is een besef dat logisch klinkt, maar nog te weinig gehoor vindt bij de gemiddelde tennisvereniging, vinden Knaap en Nieberg: als de vereniging werkt aan een visie, aan toekomstbestendig beleid en aan een gezond ledenbestand, zeker bij de jeugd, draagt zij automatisch optimaal bij aan het gehele Nederlandse tennis, ook aan toptennis.

“Kortgeleden nog was ik bij een sessie van Alexander Nonnekes, Manager Marketing bij de KNLTB”, licht Nieberg toe. “Daar werd nog eens benadrukt dat de instroom echt heel goed is in tennis, maar dat de uitdaging vooral zit in de uitstroom. De cijfers tonen heel duidelijk aan: als nieuwe jeugdleden maar één keer in de week op de vereniging komen, is de kans dat ze binnen twee jaar afhaken relatief groot. Elke vereniging heeft er natuurlijk baat bij dat meer enthousiaste kinderen lid blijven, maar wij ook. Een brede vijver met enthousiaste kinderen, daar begint het. Ook voor ons. Je wilt die kinderen vaker op de club hebben, leuke dingen organiseren. Dat hoeft nog niet eens altijd iets met tennis te maken te hebben, maar zorg in ieder geval dat de kinderen heel regelmatig op de club zijn.”

Jesper de Jong speelt tegen Carlos Alcaraz in de tweede ronde van Roland Garros in Parijs, mei 2024.

SportStroom Blauwe Accu

Vrijwel alle energieleveranciers brengen tegenwoordig terugleverkosten in rekening voor overdag opgewekte en aan het net geleverde zonnestroom – veelal zo’n 85% van de totale zonnestroomproductie van een sportvereniging. Daarnaast vervalt per 01-01-2027 de salderingsregeling en kan overdag geproduceerde zonnestroom niet meer 1-op-1 verrekend worden met de verbruikte stroom in de avonduren.

Dus MOET de zonnestroom zoveel mogelijk onder eigen dak verbruikt worden, en dat kan nuzonder dat u het merkt:

• Met de Blauwe Accu gebruikt u uw zonnestroom voor de productie van warm water.

• In combinatie met een dynamisch energiecontract kunt u op de goedkoopste momenten van de dag warm water produceren en een fikse besparing op gas realiseren.

De voordelen van de Blauwe Accu:

• Gebruik uw zonnestroom onder eigen dak

• Produceer gratis warm water met zonnestroom

• Combineer met uw dynamisch energiecontract

Nauwer contact met clubs

En er zijn andere initiatieven vanuit de KNLTB om jeugd en ouders meer bij de vereniging en het tennis te betrekken. Met Tenniskids TOF, dat staat voor Training Ontwikkelings Fases en geldt als uitbreiding van het reguliere Tenniskidsprogramma, en de bijbehorende spelerskaart kunnen kinderen nauwgezet bijhouden waar zij zitten in hun ontwikkeling en wat nodig is om weer een niveau hoger te komen. De motivatie om te blijven ontwikkelen, moet meer jeugd voor de sport behouden.

Nieberg: “Vervolgens is het wel aan ons – en daar willen wij komend jaar meer op inzetten – om na verloop van tijd de vertaalslag te maken naar meer prestatief tennis. Dat betekent dat wij nauwer contact willen onderhouden met de verenigingen en de trainers, ze meer willen ondersteunen en willen meenemen in ons verhaal. De KNLTB Jeugd Regio Coaches die de bond afgelopen zomer heeft aangesteld, kunnen daar een belangrijke rol bij spelen. Als meer kinderen hun plek vinden op de vereniging en daar langer met plezier een goed programma kunnen draaien en zich kunnen ontwikkelen, is dat ook voor ons goed. Voor de kinderen en hun ouders is dat soms ook overzichtelijker en logistiek makkelijker.”

Wat is talent?

Verenigingen en leraren kunnen een belangrijke rol vervullen bij het instroomprogramma en dan in het bijzonder in het enthousiasmeren van kinderen die voor de voorspeeldagen in aanmerking komen. Wie geselecteerd wordt voor de instroomtrainingen, blijft gewoon lid bij de eigen vereniging, maar krijgt een extra mogelijkheid (boven op de clubtrainingen) om ook één keer per week te trainen met kinderen van een gelijkwaardig niveau. Leraren, maar ook clubbestuurders, jeugdbegeleiders en competitie- en toernooileiders zien veel kinderen spelen en kunnen dus ook zien wie eventueel in aanmerking komt voor een voorspeeldag. Dat vraagt een zekere talentherkenning en dat is regelmatig een uitdaging. Niet zozeer omdat het moeilijk of ingewikkeld is, maar omdat de definitie van ‘talent’ niet voor iedereen dezelfde is.

“Eigenlijk is het heel simpel: we zijn op zoek naar gedreven spelers”, aldus Knaap. “Zeker in deze fase moet je talent breder zien dan handig zijn

“Dat je met Tenniskids@school of de organisatie van een toernooi ook een beetje bijdraagt aan de duurzaamheid van de gehele sport, is een belangrijk besef”

– Raymond Knaap

met een racket of een goede forehand slaan. Talent is ook een breed begrip. Iemand kan op heel veel vlakken getalenteerd zijn. In eerste instantie zoeken we spelers die een bepaalde drive hebben, die er altijd zijn, aan alles meedoen, in hun eigen tijd tegen de muur spelen, vrij spelen, kinderen die echt laten zien dat ze beter willen worden. Jesper de Jong viel jaren geleden precies om die reden op. Hij had die mentaliteit en doorliep daarna alle vijf stappen naar de top.

Nu staat hij bijna in de top honderd. Het gaat om spelers met de juiste mindset. Voor ons ligt er een duidelijke taak om dat beter uit te leggen aan de verenigingen en ze meer mee te nemen in wat wij doen, waardoor wij uiteindelijk ook meer getalenteerde spelers te zien krijgen.”

Een groter geheel

Net zoals de bond dus een taak heeft om de bewustwording te vergroten dat verenigingen met visie en toekomstbestendig beleid niet alleen zichzelf helpen, maar ook bijdragen aan een groter geheel. Knaap: “Ik snap goed dat het lastig is om alle zaken op de club op de rails te houden. Je wilt voldoende leden hebben, genoeg vrijwilligers, de financiën op orde hebben, dat is veel werk. Maar dat je met Tenniskids@school-kennismakingslessen of de organisatie van een toernooi ook een beetje bijdraagt aan de duurzaamheid van de gehele sport, is een belangrijk besef. En laten we eerlijk zijn, het feit dat op elke vereniging, hoe klein ook, in theorie een spelertje kan rondlopen dat later op de ATP- of WTA-tour staat of in het Billie Jean King Cup-team speelt, moet toch ook inspireren.”

“Het is slechts een paar minuten werk”

Wezep Tennis Padel geeft ledenwerving een boost met aanbod op Meet & Play

Nieuwe leden enthousiasmeren door Meet & Play in te zetten als wervingstool: bij Wezep Tennis Padel werd dat een succesverhaal. De vereniging presenteert regelmatig introductieaanbod op het onlineplatform, waar gretig op wordt gereageerd. Want Meet & Play is meer dan een zoek- en boekplatform voor een uurtje tennis of padel, zo weten ze in Wezep maar al te goed. “Ook het promoten van onze introductielessen doen we via dit platform. En het kost maar een paar minuten van je tijd.”

@ Door: Yara Hooglugt | KNLTB en Marleen Fouchier

Het was al snel beklonken toen Ingrid de Vries door een ander verenigingslid geattendeerd werd op een webinar over Meet & Play. Ze nam deel, leerde de fijne kneepjes van het platform en wist gelijk: Dit is handig voor Wezep Tennis Padel

“Het leek me heel makkelijk om zo al onze activiteiten op één plek te hebben staan”, zegt De Vries, die binnen Wezep Tennis Padel verantwoordelijk is voor pr en communicatie. “We zijn gelijk gaan testen en dat beviel zo goed, dat we Meet & Play al snel geïntegreerd hebben binnen de vereniging.”

Promotie

Het introductieaanbod om leden te werven wordt altijd flink gepromoot in Wezep: het wordt op de eigen website geplaatst, er komen posts op social media, het wordt in de nieuwsbrief opgenomen, er worden posters opgehangen en als het even lukt,

komt er ook een stukje in de lokale krant. “Maar het aanmelden daarvoor gebeurde op de ouderwetse manier: mensen moesten een e-mail sturen die wij handmatig moesten verwerken”, legt De Vries uit. Dat is door de koppeling met Meet & Play nu heel anders: “We kunnen nu bijvoorbeeld QR-codes op onze posters of in de krant laten zetten. Als mensen die scannen, komen ze direct bij de juiste M&P-pagina uit. Wanneer ze zich nu aanmelden, gaat dat allemaal automatisch via het platform.”

Om eerst eens voorzichtig te kijken of die nieuwe methode daadwerkelijk zou werken, voerde Wezep Tennis Padel nog heel even een tweesporenbeleid. “Mensen moeten natuurlijk wel een account aanmaken en hun gegevens invullen, en wij konden vooraf nog niet helemaal goed inschatten of ze dat zouden doen. Daarom konden

ze ook nog gewoon een e-mail sturen om zich aan te melden.” Maar dat bleek niet nodig: Meet & Play werkte direct goed en de aanmeldingen begonnen binnen te stromen.

Standaard format

Het aanmaken van activiteiten op M&P is een fluitje van een cent, vindt De Vries. “In het begin heb ik gewoon één keer een goede tekst gemaakt voor ons introductieaanbod. Die tekst kan ik nu elke keer hergebruiken. Ik hoef alleen de datum en tijd aan te passen en de tekst kan zo weer mee op M&P en op uitingen in print. Mede daarom is het voor mij slechts een paar minuten werk om een nieuwe introductieles op het platform te zetten.

Het is als het ware een format dat, als het eenmaal staat, zó ingevuld is.”

“Als je zorgt dat je de les op Meet & Play zet, promotie verzorgt, een trainer en een baan beschikbaar hebt en zelf aanwezig bent, krijg je vanzelf aanmeldingen van mensen die oprecht geïnteresseerd zijn” – Ingrid de Vries

“Heldere communicatie voor nieuwe leden is belangrijk en instappen moet zo laagdrempelig mogelijk zijn”
– Mirjam Smelt

Vervolgens is het wel zaak om het aanbod ook goed te promoten, weet De Vries uit de praktijk.

“Dat is essentieel, anders weten mensen er niet van af. Wij kregen al direct na onze eerste test in M&P aanmeldingen binnen, dus toen wisten we:

Dat werkt.” Wat De Vries ook prettig vindt, is dat ze er zelf nauwelijks meer omkijken naar heeft:

“Als het maximumaantal aanmeldingen is bereikt, sluit de activiteit automatisch. Het enige dat ik hoef te doen, is even de namen van de deelnemers van het platform halen en deze doorgeven aan de trainer.”

Goede ontvangst

Eén van die deelnemers was Mirjam Smelt, inmiddels alweer een jaar geleden. Via Meet & Play gaf ze aan geïnteresseerd te zijn in een introductieles, wat voor haar best een stap was. Smelt: “Hoewel ik graag wilde tennissen, heeft het lang geduurd totdat ik me daadwerkelijk aanmeldde. Ik was altijd in de veronderstelling dat je alleen aan tennis kon beginnen als je met z’n tweeën was. Je moet toch een maatje hebben, dacht ik, dus hoe doe je dat dan als je in je eentje wilt beginnen? Toen mijn vader, die al veel langer tennist, me aanspoorde om toch eens te gaan kijken, heb ik me via M&P aangemeld. Dat was makkelijk, het is met een paar muisklikken gedaan en het wees zichzelf stap voor stap.”

De ontvangst was voor Smelt, mede door de periode van aarzeling die aan de introductieles voorafging, belangrijk. “We begonnen met koffie en thee, waarna we in een groepje een gezamenlijke proefles kregen. Daarna ben ik blijven hangen

en ben ik zelf op de tennisleraar afgestapt om te informeren hoe het verderging als ik zou besluiten les te nemen.” Inmiddels heeft Smelt dus alweer een jaar les: “Ik heb direct doorgepakt en heb lessen genomen. Het is heel leuk en ik heb inmiddels ook een maatje binnen de vereniging leren kennen met wie ik zo nu en dan een baan reserveer. Je moet echt in een club groeien, dat vind ik belangrijk. Daarom is heldere communicatie voor nieuwe leden ook belangrijk. Zaken moeten duidelijk zijn en instappen moet zo laagdrempelig mogelijk zijn.”

Mensen binden

Om die reden streeft De Vries er dan ook naar een warm bad te verzorgen op de avond van de introductieles. Mensen binnenhalen via M&P mag dan eenvoudig zijn, er is natuurlijk nog wel wat extra’s nodig om de mogelijkheden als wervingstool volledig te benutten. “We ontvangen mensen netjes en zorgen ervoor dat ze weten wat ze kunnen verwachten van onze trainer. Ze krijgen altijd een

volledige les, waarna we napraten in de kantine en wat uitleg geven over de vereniging. Hier is ook gelegenheid voor het stellen van vragen. Het is ook leuk als je mensen al gelijk aan elkaar kunt koppelen, zodat ze een tennisgroepje kunnen vormen op hun eigen niveau. Wij hebben appgroepjes voor beginners, een beginnerscompetitie, verschillende toernooitjes… Wanneer je mensen via M&P binnenhaalt, heeft het echt meerwaarde om ze zélf daarna warm te maken en zo veel mogelijk uitleg te geven.”

Deze werkwijze heeft Wezep Tennis Padel geen windeieren gelegd: van alle deelnemers die aan het introductieaanbod meedoen, wordt gemiddeld de helft lid. En dit zijn leden van alle leeftijden. “Als je zorgt dat je de les op M&P zet, promotie verzorgt, een trainer en een baan beschikbaar hebt en zelf aanwezig bent, krijg je vanzelf aanmeldingen van mensen die oprecht geïnteresseerd zijn.”

Verenigingsbeleidplan

Een helder verenigingsbeleidsplan is het vertrekpunt voor een gezonde vereniging. Weten waar de vereniging staat en naartoe wil, is belangrijk voor de continuïteit van de club. Met een duidelijk toekomstbeeld en heldere doelen worden keuzes makkelijker gemaakt en wordt besturen leuker.

OGSM

De KNLTB ondersteunt verenigingen in het komen tot een goed verenigingsbeleidsplan. Zo is het ‘Stappenplan verenigingsbeleidsplan’ beschikbaar voor clubs. Daarnaast kun je het OGSM-format gebruiken om je plannen en doe-

len op één A4 te zetten. Heel duidelijk en overzichtelijk. Doe dit bij voorkeur samen met je tennisleraar of -school. Aanvullend zijn er adviezen beschikbaar die je helpen om te komen tot een succesvolle OGSM.

Ook de KNLTB Accountmanager kan jouw vereniging op dit gebied ondersteunen. Wil je gebruikmaken van de hulpmiddelen die de KNLTB op dit gebied aanbiedt of wil je meer weten over dit onderwerp, dan kun je altijd contact opnemen met de KNLTB Accountmanager in jouw regio.

Flexcompetitie | KNLTB Match

“Wedstrijden spelen zorgt ervoor dat je beter wordt en meer plezier krijgt in de sport. Daarnaast leer je ook eenvoudig (nieuwe) mensen kennen. Dat maakt tennis en padel niet alleen uitdagend, maar ook heel gezellig!”

De KNLTB Match App is ontstaan vanuit de wens om een flexibel wedstrijdaanbod te creëren, waarbij spelers onderling bepalen wanneer er gespeeld wordt. De app plant moeiteloos alle wedstrijden voor de spelers, zodat de inzet van vrijwilligers voor de organisatie of planning niet nodig is. We noemen deze wedstrijden ‘flexcompetities’. De competities hebben een vriendschappelijk karakter, omdat de resultaten van de wedstrijden niet voor de officiële rating meetellen. Voor verenigingen en zelfstandige centra een mooie kans, want met de KNLTB Match App kunnen jouw spelers dus het hele jaar door wedstrijden spelen.

KNLTB Service Portal

De digitale dienstverlening vanuit de KNLTB voor bestuurders en vrijwilligers van tennis- en padelverenigingen is volop in ontwikkeling. Met diverse digitale tools, platformen, websites en apps probeert de KNLTB het werk voor vrijwilligers makkelijker, efficiënter en leuker te maken.

Tegelijkertijd kan het soms moeilijk zijn om je weg te vinden binnen het digitale aanbod van de KNLTB. Om dit

te vergemakkelijken is per april 2023 het KNLTB Service Portal beschikbaar: het platform waar je op één plek alle relevante informatie vindt, passend bij jouw functie of rol.

Als bestuurder kun je inloggen op het KNLTB Service Portal met jouw KNLTB ID.

KNLTB Academy

Het juiste

leeraanbod bij de juiste persoon

De KNLTB heeft sinds dit jaar iets nieuws: de KNLTB Academy. Een opleidingsplatform voor in eerste instantie bestuurders van verenigingen en tennis- en padelleraren, waar al het leeraanbod persoonlijk en op maat aangeboden wordt. Dus scholing en ontwikkeling, zowel online als offline, door bijvoorbeeld een e-learning ‘Code goed sportbestuur’, een webinar ‘Tenniskids TOF’ en een opleiding tot vertrouwenscontactpersoon (VCP).

Met de KNLTB Academy willen we de kennis, vaardigheden en competenties van bestuurders, leraren, vrijwilligers en professionals vergroten en versterken. Wat heb jij bijvoorbeeld als bestuurder echt nodig om jouw rol zo goed mogelijk in te vullen? Ons uitgebreide aanbod, wat nu soms wat versnipperd staat op bijvoorbeeld Centrecourt.nl, bieden we met de KNLTB Academy op een gebruiksvriendelijke manier en op maat aan. Zo komt het juiste aanbod bij de juiste persoon terecht.

Het leeraanbod wordt niet alleen op rol maar bijvoorbeeld ook op thema aangeboden. Ook maken we onderscheid in of je een beginnend bestuurder bent of al veel ervaring hebt. Daarnaast kun je zoeken in het totale aanbod.

Met de KNLTB Academy willen we graag een uniforme kwaliteitsnorm ontwikkelen; alle aangeboden leervormen voldoen aan opgestelde kwaliteitseisen. Daarom werken we bij de ontwikkeling van de KNLTB Academy ook samen met onderwijskundig expertisebureau L&D Talents.

Nederlandse Loterij

“Teruggeven aan de sport”

Al sinds jaar en dag zijn Nederlandse Loterij en sport onlosmakelijk met elkaar verbonden. De organisatie werd eind jaren vijftig opgericht door de sport en voor de sport en geeft nog altijd jaarlijks een groot deel van haar opbrengst door aan sportbonden en -verenigingen. Ook is Nederlandse Loterij alweer twee jaar hoofdsponsor van TeamNL; tot en met de Olympische Zomerspelen in 2032 werken NOC*NSF en Nederlandse Loterij samen aan het bereiken van de doelen van de Sportagenda. Ook de KNLTB en Nederlandse Loterij als partner van de tennisbond hebben een gezamenlijke missie: Nederland zo gelukkig, gezond en sportief mogelijk krijgen.

@ Door: Yara Hooglugt | Marleen Fouchier

Of het nu dat ene lokale vriendenteam op een vereniging betreft of toptennissers in de Davis Cup: Nederlandse Loterij en de KNLTB richten zich met hun gezamenlijke doelstellingen op álle sporters. Een zo hoog mogelijke sportparticipatie in Nederland en daardoor samen op weg naar een zo gelukkig, gezond en sportief mogelijke samenleving.

Nederlandse Loterij en de sportwereld zijn al sinds de oprichting met elkaar vervlochten, vertelt sponsormanager en tweevoudig winnaar van olympisch eremetaal bij het zeilen Lobke Berkhout: “Nederlandse Loterij is in 2016 ontstaan uit een fusie tussen de Nederlandse Staatsloterij en De Lotto. Ook De Lotto is in 1974 opgericht vóór de sport. Onze legacy zit dus in de sport. Als hoofdsponsor van TeamNL en partner van de KNLTB kunnen we die verbinding met de sport beter zichtbaar maken.”

Jaarlijkse afdracht

“Onze legacy zit in de sport. Als hoofdsponsor van TeamNL en partner van de KNLTB kunnen we die verbinding met de sport beter zichtbaar maken”

Lobke Berkhout

Berkhout benadrukt dat Nederlandse Loterij het belang van haar spelers continu in het oog houdt. “Wij streven naar een zo groot mogelijke opbrengst voor de maatschappij – voor sport en goede doelen – en spannen ons tegelijkertijd in voor de bescherming van de consument. We doen er alles aan om onze spelers verantwoord te laten meedoen. Want meedoen met onze spellen is leuk, maar moet ook leuk blijven”, stelt Berkhout. “Heel veel Nederlanders beleven plezier aan onze spellen. De opbrengst daarvan kunnen wij weer teruggeven aan de sport. Daarom is het zo mooi om onze doelstellingen samen met de KNLTB, alle andere bonden en NOC*NSF te kunnen nastreven en samen op weg te gaan naar het sportiefste land ter wereld.”

De KNLTB ontvangt 1.615.126 euro voor de tennis- en padelsport van Nederlandse

Loterij. Nederlandse Loterij heeft bekendgemaakt in 2023 in totaal 196.059.312 euro af te dragen aan de Nederlandse sport. De Nederlandse sportwereld is blij met deze bijdrage, die zowel voor de topsport als voor de sport in de volle breedte wordt ingezet.

Van de jaarlijkse afdracht gaat 52 miljoen naar NOC*NSF en de sportbonden. Iedereen in de sport heeft daar wat aan. Hiermee worden contributies lager gehouden, kunnen competities worden georganiseerd en kan de sport via innovaties mee met maatschappelijke ontwikkelingen zoals de digitalisering. Ook de gehandicaptensport en de topsport profiteren van deze bijdrage.

Mede dankzij de jaarlijkse bijdrage van Nederlandse Loterij kan de KNLTB de topsport en talentontwikkelingsprogramma’s uitvoeren. De bijdrage wordt ook ingezet voor breedtesport.

Trots

Beste tennis- en padelvrienden,

De tijd is gekomen voor een laatste groet. Binnenkort trek ik definitief de deur achter mij dicht, na bijna elf jaar dienst als Algemeen Directeur van de KNLTB. Met een beetje pijn in het hart, maar toch vooral met trots en met een rotsvast geloof dat ik een organisatie en sporten achterlaat die de uitdagingen van deze tijd aankunnen. De KNLTB heeft de kennis en ervaring in huis om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.

Ben ik ook echt klaar hier? Dat is een moeilijke vraag, want eigenlijk ben je nooit klaar. We staan er als sporten goed voor, de bondsorganisatie staat en ledenaantallen zitten in de lift. Maar er zijn ook projecten die mij na aan het hart liggen en die ik niet meer zelf kan afronden, zoals het traject van bestuurlijke vernieuwing waar wij als organisatie nu middenin zitten. We werken aan de transitie van een bestuur naar een raad van toezicht, wat een logische ontwikkeling is bij een professionele organisatie. Ik had het graag afgerond, maar afscheid komt een keer en het ideale moment daarvoor bestaat niet. Dit jubileumjaar, na meer dan tien jaar dienst, is ook wel weer een mooi moment om het stokje over te geven.

Wat een jaren zijn het geweest. We hebben veel bereikt, al heb ik in de eerste jaren van mijn tijd bij de KNLTB ook best wat moeilijke knopen moeten doorhakken en keuzes moeten maken. Natuurlijk wil je de juiste mensen op de juiste plek hebben, maar ik was ook op zoek naar een cultuuromslag, naar een organisatie waar iedereen gek is van sport en als het even kan van tennis en padel en die in alles onze sporten ademt. Het is naar mijn mening dé manier om verenigingen en alle andere betrokkenen te enthousiasmeren en ze mee te krijgen in wat je als bond wilt bereiken.

Want dat is een belangrijke voorwaarde om doelen te verwezenlijken: we doen het samen. Samen met alle verenigingen, leraren, onafhankelijke centra, spelers, noem maar op. Dat kan alleen maar als je als bond anderen de hulp en ondersteuning biedt om een optimale bijdrage te leveren aan de sport. Het is ook precies de reden dat wij op het gebied van verenigingsondersteuning volledig anders zijn gaan werken. Toen ik begon, zat er één persoon bij de telefoon te wachten tot een vereniging belde. Als die vereniging niet belde, deden wij ook niks,

we waren reactief. Nu hebben we dertien accountmanagers die elke dag proactief het land ingaan om verenigingen en centra te helpen bij alle uitdagingen en problemen die op hun pad komen.

Bovendien zijn we in de loop der jaren steeds meer gaan werken op basis van wensen en behoeften die er zijn in ‘de markt’. Vroeger gooiden wij heel regelmatig iets over de schutting naar verenigingen en wachtten wij af of ze er iets mee gingen doen. Nu gaan we vooral uit van behoeften die er leven en spelen wij daar op in. Bovendien zijn we er niet meer alleen voor de verenigingen. De speler en diens wensen en behoeften staan centraal. Die speler kan lid worden bij een vereniging, maar kan ook een voorkeur hebben voor ongebonden spelen, op een tijd en plek naar keuze. Wij beschouwen tennis en padel inmiddels als een ecosysteem. Leden, ongebonden spelers, verenigingen, onafhankelijke centra, leraren en andere stakeholders zijn daar onderdeel van en wij zijn de verbinder tussen al die partijen. Met deze nieuwe kijk op onze sporten en de veranderende rol van ons als bond, nemen wij innovatieve, gedurfde stappen.

“We doen het samen. Samen met alle verenigingen, leraren, onafhankelijke centra, spelers…”
– Erik Poel

Als je écht vooruit wilt, is dat soms nodig. De fusie met de padelbond was ook zo’n stap, die bovendien een lange adem vroeg. Maar ik ben blij dat we het hebben gedaan, want kijk wat padel ons en onze verenigingen heeft gebracht en nog steeds brengt.

Vraag je het mij op de man af, dan ben ik persoonlijk het meest trots op het nieuwe Nationaal Tennis Centrum zoals we dat in Amstelveen hebben neergezet. Als je ziet waar we vandaan komen, het bondskantoor op een industrieterrein in Amersfoort en het toch sterk verouderde trainingscentrum in Almere, dan is de verhuizing naar het nieuwe kantoor en trainingscomplex in Amstelveen een ware revolutie.

En de bondsorganisatie zoals deze nu staat, maakt mij trots. De overgrote meerderheid van de mensen die hier nu werken, is gekomen in mijn tijd als directeur en dit is echt een stel heel goede mensen.

Tegen hen, maar ook tegen mijn opvolger en eigenlijk tegen de gehele sport zou ik willen zeggen: blijf innoveren! Er wachten immers nog genoeg uitdagingen. Zo staan de betaalbaarheid van tennis en padel, maar ook de ruimte

“Dit jubileumjaar, na meer dan tien jaar dienst, is een mooi moment om het stokje over te geven”
– Erik Poel

voor onze sporten in ons relatief kleine land onder druk. Verder blijft het essentieel om aanbod te hebben dat goed aansluit bij de behoeften van deze tijd. Juist deze uitdagingen vragen om nieuwe, vooruitstrevende ideeën en verdere digitalisering. Blijf dus innoveren en blijf vooral niet hangen in het verleden. Dan gaan onze sporten nog vele mooie jaren tegemoet!

Als laatste een groot ‘dank je wel’ aan al die vrijwilligers die zich inzetten voor onze sporten, want zonder vrijwilligers zijn we nergens! Ook ik ga me nu weer als vrijwilliger inzetten voor mijn eigen tennisvereniging.

Tot ziens, op de baan of elders,

Erik Poel

PA Lokaal: Gemeente Veldhoven kan niet zonder verenigingen, en andersom

“We zijn hartstikke blij met die wisselwerking”

Om als tennis- en padelvereniging ook in de toekomst sterk en relevant te zijn, moet je blijven werken aan ontwikkeling in het algemeen en aan kwaliteit, veiligheid, toegankelijkheid en bereik in het bijzonder. Zeker een thema als toegankelijkheid is breed en kent vele facetten, waaronder de beschikbare ruimte in Nederlandse gemeenten om tennis- en padelaanbod te creëren dat aansluit bij de vraag. Dat vraagt onder andere goede samenwerking en contact met de gemeente. Oftewel: public affairs op lokaal niveau. Verenigingen die zich manifesteren als partner van de gemeente, hebben de meeste invloed op het lokale beleid, wat hun positie sterker maakt. Bovendien hebben gemeenten die serieus werk maken van sport- en beweegbeleid, de clubs ook nodig. In Veldhoven verloopt die samenwerking uitstekend.

@ Door: Luc Keersmaekers

Of het nu landelijke of lokale overheden betreft, actief beleid op het gebied van sport en bewegen blijft afhankelijk van de waarde die mensen en partijen aan dit onderwerp hechten. De gemeente Veldhoven heeft sport en bewegen hoog op de agenda staan. Daar hoort een ambitieuze doelstelling bij: elke Veldhovenaar moet in 2030 op zijn of haar manier aan het sporten of bewegen zijn. En wanneer je als gemeente een dergelijke doelstelling nastreeft, zijn je verenigingen en sportaanbieders onmisbaar.

Voor Roland Hulsbosch, al 24 jaar werkzaam als beleidsadviseur Welzijn, Sport en Recreatie bij de gemeente Veldhoven, is het dan ook zaak om goed met hen samen te werken en te zorgen voor goede, veilige, toegankelijke accommodaties en faciliteiten. Hulsbosch geeft een inkijkje in hoe dat vanuit het perspectief van de gemeente werkt:

“Laatst hebben we bij V.L.T.C., de Veldhovense Lawn Tennis Club, de toplaag van de banen

vervangen. Daar hebben we een meerjarenonderhoudsplan voor opgesteld. Eerst worden de banen gekeurd en dan gaan wij in gesprek met de vereniging. Dat proces, van idee tot aanvraag, loopt dan via mij.”

Korte lijntjes

Stel nu dat je als club een vergelijkbare wens hebt als die van V.L.T.C., of je bent aan het verduurzamen en mikt bijvoorbeeld op ledverlichting rondom de banen, waarvoor eventueel subsidie beschikbaar is. Waar begin je dan? Hulsbosch: “Dan bel je mij gewoon en gaan we erover in gesprek.”

Dat klinkt misschien simpel, maar in Veldhoven werkt het wel degelijk zo. Dat snelle schakelen ontstaat echter niet vanzelf. Door structureel goed contact te onderhouden met, in dit geval, de beleidsadviseur Welzijn, Sport en Recreatie, zijn de lijntjes kort en kan een vereniging wen-

sen, ideeën, knelpunten of twijfels snel bespreken met de gemeente. Hulsbosch kan vertellen welke mogelijkheden er zijn en kan de weg in de ogenschijnlijk administratieve wirwar van financiële aanvragen en subsidies inmiddels afleggen met zijn ogen dicht. Voor een vereniging is hij dus degene bij wie je moet zijn. “En zeker na 24 jaar is een belletje zo gedaan. Dan kom ik langs, gaan we praten over wat je als vereniging wil en wat wij daarin als gemeente kunnen bieden. Ik probeer met elke vereniging twee keer per jaar om tafel te zitten. Het kan zijn dat ik hen opzoek, of dat zij mij of de wethouder Sport al hebben benaderd. Die gesprekken zijn heel laagdrempelig.”

Wel heeft Hulsbosch met verenigingen de afspraak dat hij enkel met het bestuur communiceert. Anders wordt het onoverzichtelijk en gaan ook trainers, ouders of andere vrijwilligers hem

Elke Veldhovenaar moet in 2030 aan het sporten of bewegen zijn. Dan zijn verenigingen en sportaanbieders onmisbaar

met vragen benaderen. Terwijl goede communicatie nu juist zo gebaat is bij overzicht. “Dan zou ik ook gebeld worden door de trainers, die zeggen dat de banen aan vervanging toe zijn bijvoorbeeld. Dat is niet handig. Als een vereniging ergens tegen aanloopt of een vraag heeft – of het nu gaat om een nieuwe baan of om een onveilige situatie –, dan moet die wel via het bestuur bij mij komen. Andersom geldt dat net zo trouwens. Als ik de tennisvereniging eens ergens voor nodig heb, kan ik ze ook zo even bellen of een berichtje sturen.”

Profileren

Het nauwe contact zoals Hulsbosch dat inmiddels met veel verenigingen in Veldhoven heeft, is natuurlijk geen blauwdruk voor elke lokale situatie. Geen twee gemeenten zijn hetzelfde en dat geldt ook voor coalities en beleidsmakers. Verenigingen (en andere sportaanbieders), kunnen echter wel belangrijke lessen trekken uit het voorbeeld van Veldhoven en er hun voordeel mee doen.

“Kijk naar wat er binnen je vereniging nog meer mogelijk is om je mee te profileren”, geeft Hulsbosch als eerste tip. “Neem de tennisclubs in Veldhoven weer als voorbeeld: V.L.T.C., TPC Metzpoint en TV De Korrel. Die doen aan heel veel sportstimuleringsprojecten mee. Daar zijn ze zichtbaar en het levert ze een subsidietoezegging van ons op. We zijn nu ook bezig met subsidieafspraken om de toegankelijkheid van verenigingen te vergroten. V.L.T.C. had in het verleden rolstoeltennis. Door een gebrek aan trainers is dat na verloop van tijd verdwenen. Nu zijn de vereniging en wij samen aan het onderzoeken of we dat kunnen terugbrengen. Voor hen is dat namelijk net zo belangrijk als voor ons als gemeente.”

“Een belletje is zo gedaan. Dan kom ik langs, gaan we praten over wat je als vereniging wil en wat wij daarin als gemeente kunnen bieden”

– Roland Hulsbosch

Sportstimuleringsprojecten

Daarmee slaat Hulsbosch de brug naar hoe een samenwerking er op lokaal niveau idealiter uitziet. Voor beide kanten, dus zowel voor de vereniging als voor de gemeente, moet het iets opleveren.

Zo is één van de manieren waarop Veldhoven al zijn inwoners – van jong tot oud, wel of niet sportief, met of zonder beperking – wil kunnen laten bewegen, met behulp van sportstimuleringsprojecten. Die projecten gaan zowel de ongeorganiseerde sport aan, bijvoorbeeld met QR-wandelroutes, als de georganiseerde sport. Voor het succes van projecten als Max Vitaal (voor 55-plussers) en Sjors Sportief en Creatief (voor leerlingen van de groepen 1 tot en met 8) is de inzet van verenigingen en scholen cruciaal.

“In onze subsidieafspraken met verenigingen staat dan ook dat ze aan minimaal drie van zulke activiteiten meedoen. Dat kan ook de Nationale Sportweek zijn, of bijvoorbeeld een kennisdag op een school”, vertelt Hulsbosch. Hij trekt samen met de combinatiefunctionaris, ook wel bekend als de buurtsportcoach, in Veldhoven de kar voor deze sportstimuleringsprojecten. “En of het nu de honkbalvereniging of de paardrijclub is, ze werken er allemaal graag aan mee.”

De betrokkenheid van de verenigingen sluit aan bij de plannen zoals Veldhoven ze op papier heeft staan. In de gemeente ligt een lokaal sport- en preventieakkoord, waarmee onder andere een verenigingsadviseur gefinancierd wordt. Een kernteam werd in het leven geroepen om het sportakkoord te herijken. Een viertal verenigingen schudde er Hulsbosch de hand op dat zij met de gemeente zouden meedenken over hoe nu precies verder, en het programma ‘Lokaal Sportakkoord Veldhoven’ ontstond. Op 4 november 2024 werd de tweede editie van het Sportcafé van Veldhoven georganiseerd, waar alle bestuursleden en vrijwilligers van Veldhovense sport- en beweegaanbieders welkom waren. Het convenant ‘Veilig Sportklimaat’, één van de speerpunten voor de komende jaren, werd daar onder-

tekend. Hulsbosch: “Dat convenant komt voort uit het sportakkoord. Een aantal voetbalverenigingen heeft het een paar jaar geleden opgestart, samen met ons en de politie. Dat convenant gaan we verlengen en uitbreiden. Voorafgaand aan het Sportcafé gaven 21 verenigingen en andere partijen uit de sport-, beweeg- of gezondheidssector al aan hun krabbel te willen zetten. De komende jaren moeten dat er nog meer gaan worden.”

Door structureel goed contact te onderhouden met de gemeente, zijn de lijntjes kort en kan een vereniging wensen, ideeën, knelpunten of twijfels snel bespreken

“De ontwikkeling die we hebben doorgemaakt, de sportstimuleringsprojecten die we samen met de verenigingen tot een succes maken en het gezamenlijke streven om iedereen veilig en met plezier te kunnen laten sporten en bewegen in Veldhoven, maken mij trots” – Roland Hulsbosch

Wisselwerking

Zo zorgen verenigingen en gemeente samen voor een gezonde toekomst in Veldhoven. De les die verenigingen uit de samenwerking in Veldhoven kunnen trekken: wanneer je jezelf positioneert als betrouwbare partner van de gemeente en actief meedenkt én meedoet, krijg je daar kansen om je te ontwikkelen voor terug. De gemeente helpt bij het aanvragen van subsidies en vergunningen, organiseert sportcafés en thema-avonden en kent

Platform PA Lokaal

Het praktijkvoorbeeld uit Veldhoven is een goed voorbeeld van een samenwerking op verschillende vlakken tussen clubs en de gemeente, die begint met goed overleg en korte communicatielijnen. Bestuurders die de clubs al jaren bestieren en een beleidsmedewerker die sport en bewegen al bijna 25 jaar onder zijn hoede heeft, creëren een vruchtbare bodem voor samenwerking. Die is er lang niet overal, en ook in Veldhoven heeft dat moeten groeien. Het bewijst nog maar eens hoe belangrijk het is om niet alleen te weten welke thema’s er spelen en bij wie binnen je eigen gemeente je moet zijn, maar ook dat je met de juiste mensen contact onderhoudt door een keer te bellen, af te spreken en zo nu en dan gewoon een kop koffie te drinken. Om je als club te helpen deze route goed uit te stippelen, heeft de KNLTB het platform PA Lokaal ontwikkeld. Ga er zelf mee aan de slag!

het sportbeleidsmatige wereldje op haar duimpje, waardoor ze je met veel vraagstukken kan helpen.

“En als gemeente zijn we hartstikke blij met die wisselwerking”, besluit Hulsbosch. “De ontwikkeling die we daarin hebben doorgemaakt, de sportstimuleringsprojecten die we samen met de verenigingen tot een succes maken en het gezamenlijke streven om iedereen veilig en met plezier te kunnen laten sporten en bewegen in Veldhoven, maken mij trots.”

SAMEN SUPPORTEN

Speel mee en support je club en TeamNL!

Neem contact op via sales@tennisdirect.nl of ga naar: www.tennisdirect.nl/club/toernooisponsoring

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.