Sport in beweging De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018 Joost van der Horst Jos Frietman
Hoofdstuk 1 Inleiding
Sport in beweging De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
In opdracht van NOC*NSF, MBO Raad – Bedrijfstakgroep ZWS, Hogescholen Sport Overleg, SBB, Arbeidsmarktfonds Samen Presteren, Nationale Raad Zwemveiligheid en de KVLO Joost van der Horst Jos Frietman
1
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
Inhoudsopgave
1 INLEIDING.........................................................................................................................................................................................................................4 5.4 Vacatures 1. Inleiding 5.5 Ontwikkelingen 2 HIGHLIGHTS.....................................................................................................................................................................................................................6 2. Highlights 3 KERNGEGEVENS MBO-GEDIPLOMEERDEN......................................................................................................................................................16 Bijlagen 3. 3.1 Ontwikkeling intredeposities (cohort 2014/2015). ......................................................................................................................................... 17 Kerngegevens mbo-gediplomeer Bijlage 1 – Verantwoording on den3.2 Loopbaanontwikkeling (cohort 2012/2013)....................................................................................................................................................18 derzoeksaanpak 3.3 Bondsen nevenfuncties. .........................................................................................................................................19 3.1 en brancheopleidingen Ontwikkeling intrede Bijlage 2 – Tabellen mbo: ontwik-
posities (cohort 2014/2015) keling intredeposities 4 KERNGEGEVENS HBO-GEDIPLOMEERDEN. 3.2 Loopbaanontwikkeling .....................................................................................................................................................20 Bijlage 3 – Tabellen mbo: loop (cohort 4.1 2012/2013) Ontwikkeling intredeposities (cohort 2014/2015). .........................................................................................................................................21 baanontwikkeling 2012/2013)................................................................................................................................................... 22 4.2 Loopbaanontwikkeling 3.3 Bonds- en(cohort brancheop Bijlage 4 – Tabellen mbo: bonds leidingen 4.3 Bondsen brancheopleidingen en nevenfuncties. . ....................................................................................................................................... 24 en nevenfuncties en brancheopleidingen en nevenfuncties Bijlage 5 – Tabellen hbo: ontwik5 KERNGEGEVENS WERKGEVERS.......................................................................................................................................................................... 26 4. Kerngegevens hbo-gediplomeerkeling intredeposities den5.1 Arbeidsmarkt sport en bewegen...................................................................................................................................................................... 27 Bijlage 6 – Tabellen hbo: loop 5.2 De4.1 combinatiefunctionaris/buurtsportcoach................................................................................................................................................. 29 Ontwikkeling intredebaanontwikkeling 5.3 (cohort Ontwikkeling van de formatie............................................................................................................................................................................ 29 posities 2014/2015) Bijlage 7 – Tabellen hbo: bonds 5.4 Vacatures............................................................................................................................................................................................................... 29 4.2 Loopbaanontwikkeling en brancheopleidingen en nevenfuncties 5.5 Ontwikkelingen......................................................................................................................................................................................................31 (cohort 2012/2013) Bijlage 8 – Tabellen werkgevers 4.3 Bonds- en brancheopBIJLAGEN leidingen en nevenfuncties Bijlage 1 • Verantwoording onderzoeksaanpak.................................................................................................................................................... 32 Bijlage Kerngegevens 2 • Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities........................................................................................................................................ 42 5. werkgevers Bijlage 5.1 3 • Tabellen mbo: loopbaanontwikkeling. .................................................................................................................................................. 56 Arbeidsmarkt sport en bewegen Bijlage 4 • Tabellen mbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties.................................................................................................. 62 5 • Tabellen ontwikkeling intredeposities......................................................................................................................................... 70 Bijlage 5.2 De hbo: combinatiefunctio naris/buurtsportcoach Bijlage 6 • Tabellen hbo: loopbaanontwikkeling.................................................................................................................................................... 84 7 • Tabellen hbo: bonds Bijlage 5.3 Ontwikkeling vanendebrancheopleidingen en nevenfuncties................................................................................................... 94 formatie Bijlage 8 • Tabellen werkgevers.............................................................................................................................................................................102
3
Voorliggende rapportage bevat de uitkomsten van de zesde editie van de Arbeidsmarkmonitor Sport (AMMS). Aan deze monitor – uitgevoerd door KBA Nijmegen in opdracht van NOC*NSF, Hogescholen Sport Overleg, de mbo s&b-opleidingen, SBB, Arbeidsmarktfonds Samen Presteren, Nationale Raad Zwemveiligheid en KVLO – hebben bijna 1.500 werkgevers en ruim 850 mbo- en hbo-gediplomeerden deelgenomen.
Hoofdstuk 1 Inleiding De vragenlijsten zijn ten opzichte van de vorige monitor voor een groot deel hetzelfde gebleven. De grootste wijziging heeft plaatsgevonden bij de alumni-vragenlijsten. Bij de vorige monitors kon er voor bepaalde kenmerken (bijvoorbeeld dienstverbanden, sectoren werkzaam) alleen iets gezegd worden over de sportbaan met de meeste uren. Om meer inzicht te krijgen in baan-
kenmerken van de overige sportbanen en/ of de niet-sportbanen, zijn extra vragen toegevoegd.
zijn opgenomen in de vorm van rechte tellingen/tabellen. Voor wat betreft de mboen hbo-gediplomeerden gaat het daarbij om informatie over bijvoorbeeld:
Onderwerpen die in de tabellen met betrekking tot de werkgevers aan bod komen zijn:
• hun uitstroombestemming (arbeidsmarkt/ vervolgopleiding); • hun positie op de arbeidsmarkt (werkend in een sportgerelateerde baan en/of andere baan); • baankenmerken (omvang, dienstverbanden, opleidingseisen); • het al dan niet volgen/gevolgd hebben van branche- en/of bondsopleidingen; • (het hebben van) nevenfuncties.
Om het groeiende aanbod van sportopleidingen (naast de opleiding Lichamelijke Opvoeding) in het hbo op herkenbare wijze te structuren, hebben de hogescholen een nieuwe naam geïntroduceerd voor
• formatieomvang; • dienstverbanden; • kenmerken van de sport- en bewegenfuncties; • het verwachte verloop van het aantal sport- en bewegenfuncties; • ontwikkelingen waarmee ze te maken hebben. Net als bij de vorige monitor worden er vooraf enkele thema’s uitgelicht; met name rondom de werkgelegenheid(sverdeling) en formatie-ontwikkeling (vanaf twee jaar geleden tot de verwachte ontwikkeling over
5
de ‘overige’ sportopleidingen: Sportkunde (bij sommige hogescholen ‘Sport Studies’ genoemd). In voorliggende rapportage wordt deze term ook gebruikt. De rapportage is opgesplitst in twee delen. Een deel met een beknopte beschrijving van de resultaten en een omvangrijker deel (i.c. de bijlagen) waarin de onderzoeksgegevens
vijf jaar). Daarna volgen drie hoofdstukken waarin – per subgroep1 – uitkomsten van de monitor worden beschreven. In hoofdstuk 3 gebeurt dat voor de mbo-gediplomeerden, in hoofdstuk 4 voor degenen met een hbo-opleiding en in hoofdstuk 5 voor de werkgevers. Gedetailleerde gegevens over deze groepen respondenten en een uitgebreide onderzoeksopzet en verantwoording zijn terug te vinden in de bijlagen. VOETNOOT 1. De VBO-leergang ontbreekt dit jaar in het onderzoek. Vanwege de veranderende (Europese) privacywetgeving (i.e. het in werking treden van de Algemene verordening gegevensbescherming) en de daarmee samenhangende heersende onduidelijkheid bij de pabo-hogescholen, is het niet gelukt deze alumni bij het onderzoek te betrekken.
In de Arbeidsmarktmonitor Sport 2018 zijn bij gediplomeerden (i.c. het alumni-onderzoek) en werkgevers gegevens verzameld. In dit hoofdstuk volgen enkele belangrijke highlights. De highlights met betrekking tot het alumni-onderzoek zijn gebaseerd op gegevens die zijn verzameld bij de in 2014/2015 gediplomeerden (i.c. de intredeposities).
Hoofdstuk 2 Highlights 1. Groot deel alumni vindt werk; omvang sportbaan stijgt; verdere versnippering in banen • Het overgrote deel van de mbo- en hbo-alumni heeft enkele jaren na het afstuderen werk. Het aandeel gediplomeerden – momenteel geen opleiding volgend – met een baan is tussen 2015 en 2018 bovendien licht toegenomen
(van 91% naar 92% bij de mbo-gediplomeerden en van 95% naar 97% bij de hbo-gediplomeerden, zie Tabel b2.4a en Tabel b5.4a). Het percentage werkzoekenden is ongeveer gelijk gebleven (5% bij de mbo-gediplomeerden en 4% bij de hbo-gediplomeerden). • Het gaat daarbij vaker om een sportbaan dan om ander werk. Bij mbo-gediplo-
meerden is deze verhouding 46 procent versus 39 procent, bij hbo-gediplomeerden 64 procent versus 30 procent. In Figuur 2.1 en Figuur 2.2 zijn deze gegevens uitgesplitst naar mbo- respectievelijk hbo-gediplomeerden die wel of niet nog in een vervolgopleiding bezig zijn. • Mbo-gediplomeerden – die momenteel geen opleiding volgen – hebben ten
opzichte van de vorige meting vaker sportgerelateerd werk (51% versus 55%) en minder vaak een andere baan (40% versus 37%). Bij de hbo-gediplomeerden – die momenteel geen opleiding volgen – is een omgekeerde beweging zichtbaar, daar neemt het aandeel met sportgerelateerd werk licht af (71% versus 69%) en het deel met ander werk toe (24% versus 28%). • De omvang van de banen in de sport neemt bij mbo-gediplomeerden toe (vooral bij niveau 3 en niveau 4). Zowel het gemiddeld aantal uren per sportbaan, als het gemiddeld aantal uren in sportbanen per persoon stijgt (Tabel b2.8a). Gemiddeld hebben de sportgerelateerde banen
van mbo-gediplomeerden uit 2014/2015 een omvang van 19 uur per baan (was de vorige meting 14 uur). Het aantal uren werkzaam in sportgerelateerde baan/ banen per persoon is gemiddeld 25 uur (was de vorige meting 18 uur). • De omvang van de sportbanen van de hbo-gediplomeerden neemt ten opzichte van de vorige metingen eveneens (licht) toe. Gemiddeld gaat het nu om 24 (was 21) uren per baan en 31 (was 29) uren werkzaam in sportgerelateerde banen per persoon (Tabel b5.8a). • Er is wel sprake van een versnippering van het werk in meerdere banen. Net als tijdens de vorige monitor is er een grote groep mensen met meer dan één baan.
Zowel bij de mbo- als bij de hbo-alumni gaat het om meer dan een derde van de groep (zie respectievelijk Tabel b2.7 en Tabel b5.7). Bij de mbo-alumni is er – ten opzichte van de vorige meting – bij alle niveaus zelfs een toename van het aantal mensen met meer dan één baan. • Terugkijkend op de afgelopen twee jaar zien werkgevers vaker een groei (25%) dan een afname (10%) van het aantal fte aan sportbanen in hun organisatie. De grootste groep (65%) geeft aan dat de sportgerelateerde formatie-omvang gelijk is gebleven. Gemiddeld is er de afgelopen twee jaar sprake geweest van een groei van 3,5 procent.
7
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
Gediplomeerden 2014/2015 N = 324 (100%)
Sportgerelateerd 50%
Vervolgopleiding N = 210 (65%)
Overig %
Diploma / gestopt N = 90 (43%)
Nog bezig N = 120 (57%)
Vervolgopleiding N = 139 (43%)
Sportgerelateerde baan N = 49 (35%)
Arbeidsmarkt N = 114 (35%)
Overige baan N = 58 (42%)
N=19
Geen baan N = 32 (23%)
N=71
Sportgerelateerde baan N = 102 (55%)
Arbeidsmarkt N = 185 (57%)
Overige baan N = 68 (37%)
Geen baan N = 15 (8%)
FIGUUR 2.1 SCHEMATISCH OVERZICHT LOOPBAAN MBO-GEDIPLOMEERDEN 2014/2015.
2. Sportwerkgelegenheid (intredeposities) gelijk verdeeld over sport- en overige branches • De verdeling van de sportgerelateerde werkgelegenheid (voor wat betreft intredeposities) voor mbo- en hbo-gediplomeerden is vergelijkbaar met de verdeling zoals gerapporteerd in de vorige monitor. Iets minder dan de helft van de werkgelegenheid (46%) ligt in branches die we tot de sportsector rekenen – zoals sportverenigingen, fitnesscentra en de zwembranche – en voor iets meer dan de helft
8
(54%) in andere sectoren (zie Tabel 2.1, rechterkolom). Voor hbo-gediplomeerden bevindt de werkgelegenheid zich naar verhouding vaak buiten de sportsector, en dan met name in het onderwijs (zie Tabel 2.1, middelste kolom). • Binnen de sportsector is de fitnessbranche de grootste werkgever als het gaat om sportbanen (12% van de totale sportgerelateerde werkgelegenheid), gevolgd door sportverenigingen (11%) en ‘overige commerciële organisaties’ (divers samengestelde groep, bijvoorbeeld tennis-, zeilof dansscholen, commerciële aanbieders van sportaccommodaties, sportwinkels, in totaal 10%). De zwembranche en de overheid nemen respectievelijk 5 procent en 3 procent van de werkgelegenheid voor hun rekening. De sportbonden vormen een relatief kleine branche (2%). • Bij de andere sectoren zijn onderwijs (14% van de totale sportgerelateerde werkgelegenheid) en gezondheidszorg (eveneens 14%) de grootste werkgevers voor mbo- en hbo-gediplomeerden. De welzijnssector is goed voor 11 procent van de werkgelegenheid, de sector toerisme en recreatie voor 10 procent en de veiligheidssector voor 5 procent.
3. Formatie sport- en bewegenfuncties gegroeid • De formatie van sport- en bewegenfuncties is in de afgelopen twee jaar gegroeid
Hoofdstuk 2 • Highlights
betreft de sportgerelateerde werkgelegenheid. De te verwachten groei voor de komende vijf jaren ligt in het algemeen hoger dan de gerealiseerde groei van de afgelopen twee jaar. De meeste groei wordt verwacht bij de sportbonden (Tabel 2.3). De verwachte uitbreidingsvraag is ten opzichte van de vorige metingen toegenomen (Figuur 2.3). Werkgevers zijn dus positiever over de toekomst. Ook de verwachte vervangingsvraag is toegenomen. Dit leidt tot een forse stijging van de totale vraag naar 32 procent.
Gediplomeerden 2014/2015 N = 249 (100%)
Sportgerelateerd 28%
Vervolgopleiding N = 66 (27%)
Overig 72%
Diploma / gestopt N = 33 (50%)
Nog bezig N = 33 (50%)
Sportgerelateerde baan N = 14 (37%)
Arbeidsmarkt N = 183 (73%)
Vervolgopleiding N = 38 (15%)
N=5
N=28
Arbeidsmarkt N = 211 (85%)
Overige baan N = 16 (42%)
Geen baan N=8 (21%)
Sportgerelateerde baan N = 145 (69%)
Overige baan N = 59 (28%)
Geen baan N=7 (8%)
FIGUUR 2.2 SCHEMATISCH OVERZICHT LOOPBAAN HBO-GEDIPLOMEERDEN 2014/2015.
met 3,5 procent (Tabel 2.2). Dat is ruim 1 procentpunt hoger dan bij de vorige meting. De ontwikkeling van de sportgerelateerde werkgelegenheid verschilt naar sector en branche. In de sportsector is de afgelopen twee jaar gemiddeld genomen sprake van een groei van ruim 4 procent. In de overige branches/sectoren ging het om ongeveer 3 procent. • Als we inzoomen op het niveau van afzonderlijke branches, zijn de verschillen groter. Binnen de sporteigen sector zijn de sportverenigingen (5%) en
fitness (5%) relatief het hardst gegroeid. Binnen de overige sectoren is de groei het grootst geweest binnen toerisme en recreatie (10%). Ook heeft de werkgelegenheid zich in de gezondheidszorg (6%) en welzijn (5%) gunstig ontwikkeld. De sector veiligheid is de enige sector waarin – net als in de vorige meting – de sportwerkgelegenheid is gekrompen. • Werkgevers hebben zich ook uitgesproken over hun toekomstverwachtingen wat
9
4. Dienstverbanden sportgerelateerde banen: voornamelijk vast contract, toename zzp’ers • Binnen de sporteigen sector gaat het voornamelijk om vaste contracten voor wat betreft de sportgerelateerde dienstverbanden. Het werkgeversonderzoek toont aan (Tabel b8.5a) dat het bij de sportbonden (71%) en de overheidsdiensten met betrekking tot sport (63%) om meer dan de helft van het totaal type dienstverbanden gaat en bij fitness (55%), de zwembranche (49%) en de overige commerciële organisaties (47%) om ongeveer de helft. • Uitzonderingen zijn de sportverenigingen, waar (net als bij de twee vorige monitors) het merendeel van de dienstverbanden uit tijdelijke contracten bestaat (56%).
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL 2.1 VERDELING VAN DE SPORTGERELATEERDE WERKGELEGENHEID (INTREDEPOSITIES) NAAR SECTOR EN BRANCHE, OP BASIS VAN ENQUÊTE ONDER MBO- EN HBO-GEDIPLOMEERDEN 2014-2015. Percentage van sportwerkgelegenheid Mbo Hbo Totaal Sportbranches Sportverenigingen (voetbal-, gymnastiek-, atletiek-, hockey-, basketbal-, volleybal-, korfbal-, zwem-, judo-, (tafel)tennis-, cricket-, golfverenigingen)
11%
8%
11%
Fitness (bijvoorbeeld fitnesscentra, sportscholen)
14%
5%
12%
Zwembranche (bijvoorbeeld zwembaden, zwemscholen, exclusief zwemverenigingen)
7%
2%
5%
Sportbonden en sportondersteuning (i.e. overkoepelende organen)
1%
2%
2%
Outdoor
3%
4%
4%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport (bijvoorbeeld gemeenten, lokale sportservicebureaus)
1%
7%
3%
Overige commerciële organisaties (bijvoorbeeld sportcentra, zeil-, tennis- en dansscholen)
10%
10%
10%
Sportbranches totaal
49%
38%
46%
Overige branches Toerisme en recreatie (bijvoorbeeld campings, hotels, thema-, pret- en vakantieparken)
11%
9%
10%
Gezondheidszorg (bijvoorbeeld fysiotherapie, verpleegtehuizen, ziekenhuizen, revalidatiecentra, ggz)
16%
10%
14%
Welzijn (bijvoorbeeld kdv, bso, scouting, lokaal welzijnswerk)
11%
10%
11%
Onderwijs (bijvoorbeeld po, vo, mbo en hbo)
9%
30%
14%
Veiligheid (bijvoorbeeld PI, brandweer, politie)
5%
3%
5%
Overige branches totaal
51%
62%
54%
100%
100%
100%
Sportsector en overige branches totaal
• Binnen de overige branches (Tabel b8.5b) gaat het – net als in de vorige monitors – bij de sportgerelateerde dienstverbanden eveneens vooral om vaste contracten: onderwijs (87%), veiligheid (84%) en gezondheidszorg (78%). • Bij welzijn vormen de vaste contracten ook een grote groep (59%), maar daarnaast werken daar ook veel werknemers met een tijdelijk contract (26%). Bij toerisme en recreatie vormen de oproepkrachten de grootste groep werknemers (43%). • Ook vanuit het alumni-onderzoek komt het beeld naar voren dat het bij de sportgere-
10
lateerde banen voornamelijk om vaste en tijdelijke contracten gaat. Bij de mbo-gediplomeerden (Tabel b2.9a) heeft bijna de helft (47%) een vast contract en ongeveer een kwart een tijdelijk contract (26%). Bij de hbo-gediplomeerden gaat het om respectievelijk 51 en 34 procent (Tabel b5.9a). Ten opzichte van de vorige monitor hebben de gediplomeerden vaker een vast contract (bij de vorige meting ging het bij beide groepen nog om ongeveer 40%). • Net als bij de vorige editie zijn de werkgevers expliciet gevraagd naar de inhuur van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).
Hoofdstuk 2 • Highlights
TABEL 2.2 VERANDERINGEN IN DE FORMATIE VAN SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES TEN OPZICHTE VAN TWEE JAAR GELEDEN. Toegenomen
Afgenomen
Gelijk gebleven
Percentage toe- of afname fte
Totaal N (=100%)
185
Sportbranches (sporteigen sector) Sportverenigingen
14%
5%
81%
4,9%
Fitness
27%
17%
57%
5,4%
60
Zwembranche
26%
10%
64%
2,7%
103
Sportbonden en sportondersteuning
33%
15%
52%
3,3%
27
Outdoor
46%
15%
38%
n.b.*
13
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
44%
0%
56%
3,2%
18
Overige commerciële organisaties
29%
16%
56%
2,9%
45
Sportbranches totaal
23%
10%
67%
4,3%
451
Overige branches (overige sector) Toerisme en recreatie
27%
3%
70%
9,7%
33
Gezondheidszorg
44%
9%
47%
6,0%
90
Welzijn
32%
13%
56%
4,9%
88
Onderwijs
18%
9%
72%
1,5%
225
Veiligheid
25%
13%
63%
-3,8%
16
Overige branches totaal
27%
10%
63%
2,7%
452
Sportsector en overige branches totaal
25%
10%
65%
3,5%
903
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
En net als bij de vorige editie blijkt dat er vooral in de fitnessbranche veel gebruikgemaakt wordt van deze inhuur. Het aandeel hiervan ten opzichte van het totaal type dienstverbanden is bovendien in beide branches gestegen. Het vormt daar respectievelijk 16 (was 12) en 11 (was 10) procent van het type dienstverbanden (zie Tabel b8.5a). • Uit het alumni-onderzoek blijkt dat bij de mbo-gediplomeerden het aandeel zzp’ers ten opzichte van de vorige monitor is gestegen (van 3% naar 6%, zie Tabel b2.9a).
• Bij de hbo-gediplomeerden zijn het vooral de Sportkunde-alumni die als zzp’er werken en ook hier is een stijging (van 5% naar 8%) waarneembaar (Tabel b5.9a). • Het gaat hierbij om de sportbaan met de meeste uren. Dit jaar is ook naar baankenmerken gevraagd van de overige (sport)banen. Opvallend is dat daaruit blijkt dat alumni relatief vaak als zzp’er werkzaam zijn in hun kleinere sportbaan (Tabel b2.9b). Zowel bij niveau 3- als niveau 4-gediplomeerden gaat het – wanneer alle sportbanen meegenomen worden – om ongeveer 10 procent (iets
11
wat bij eerdere metingen niet aangetoond kon worden). Bij de Sportkunde-alumni gaat het – rekening houdend met alle sportbanen – om 11 procent (Tabel b5.9b).
5. Aansluitingsproblemen vooral door baankenmerken, niet door opleiding • Net als bij de vorige editie wordt het merendeel (94%) van de vacatures bij de werkgevers vervuld (Tabel b8.24), waarvan bijna 80 procent door beginnende of ervaren beroepskrachten met een s&b-opleiding (Tabel b8.24 en Tabel b8.25).
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL 2.3 VERWACHTING FORMATIE VAN SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES OVER VIJF JAAR. Groei
Blijft gelijk
Krimp
Percentage uitbreidingsvraag
Percentage vervangingsvraag
Totaal N (=100%)
131
Sportbranches Sportverenigingen
20%
74%
6%
13,4%
45,8%
Fitness
29%
65%
6%
14,4%
24,2%
48
Zwembranche
33%
63%
5%
14,6%
34,9%
80 25
Sportbonden en sportondersteuning
20%
76%
4%
20,1%
17,0%
Outdoor
50%
50%
0%
n.b.*
n.b.*
8
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
56%
38%
6%
6,9%
8,3%
16
Overige commerciële organisaties
43%
50%
7%
0,9%
21,3%
30
Sportbranches totaal
29%
66%
6%
12,7%
27,2%
338
Toerisme en recreatie
14%
86%
0%
5,2%
31,1%
21
Gezondheidszorg
30%
68%
2%
11,4%
9,8%
81
Welzijn
52%
45%
3%
16,0%
25,2%
67
Onderwijs
17%
66%
17%
-1,6%
11,9%
178
Veiligheid
33%
58%
8%
7,5%
18,1%
12
Overige branches totaal
27%
63%
10%
7,3%
16,4%
359
Sportsector en overige branches totaal
28%
64%
8%
10,0%
21,9%
697
Overige branches
* NIET BEREKEND IN VERBAND MET DE LAGE N.
• Wanneer vacatures niet ingevuld kunnen worden, heeft dat voornamelijk te maken met de baankenmerken (te kleine omvang van de baan en/of ontoereikend salaris) en minder met de opleiding van de sollicitant (zie Tabel 2.4). • Alhoewel het gros van de gediplomeerden werk vindt, is dat niet altijd (39%, zie Tabel 2.6) in een sportgerelateerde baan (waarvoor zij zijn opgeleid). • Een groot deel van de gediplomeerden die naast een sportbaan ook ander werk heeft, geeft aan dat de sportgerelateerde baan te klein van omvang is (vooral bij de hbo-alumni) en/of het andere
werk meer salaris biedt (vooral bij de mbo-alumni). • De alumni die uitsluitend ander werk hebben, geven aan dat er volgens hen te weinig werk in de s&b-sector is. Dat laatste geldt in sterke mate voor de hbo-alumni. Ook geeft een groot deel van deze groep aan hun andere werk interessanter te vinden (zie Tabel 2.5).
6. Langetermijnontwikkelingen: verbreding van de markt voor sport en bewegen • In Tabel 2.6 worden enkele resultaten van het alumni-onderzoek vergeleken met de
12
resultaten van de vorige metingen. In de vorige monitor werd geconstateerd dat hbo-gediplomeerden steeds minder vaak voor een vervolgopleiding kiezen. In de huidige monitor is het aandeel hbo-gediplomeerden dat kiest voor een vervolgopleiding weer licht gestegen. Het aandeel mbo-gediplomeerden dat voor een vervolgopleiding kiest, blijft door de jaren heen redelijk constant. • Een andere trend is dat – overall bezien – het percentage mbo- en hbo-alumni met sportgerelateerd werk licht daalt (de alumni die momenteel geen opleiding volgen hebben wel vaker sportwerk, zie highlight 1).
Hoofdstuk 2 • Highlights
TABEL 2.4 KNELPUNTEN BIJ HET INVULLEN VAN VACATURES (SELECTIE RESPONDENTEN MET VACATURES DE AFGELOPEN TWEE JAAR).* Sporteigen
Overige branches
Totaal
Salaris ontoereikend
35%
13%
26%
Vacatures te klein
43%
34%
39%
Weinig aanbod niveau
26%
11%
20%
Weinig aanbod richting
21%
7%
16%
Onregelmatige werktijden
26%
9%
19%
Imago
6%
10%
8%
Anders
18%
36%
25%
Totaal (N=100%)*
263
170
433
• De werkgevers hebben tijdens elke Arbeidsmarktmonitor Sport ontwikkelingen benoemd waar zij mee te maken hebben. Uit de vorige metingen bleek dat er sprake is van een verbreding van de markt voor sport en bewegen, waarbij met name sprake zou (gaan) zijn van een toename van de vraag naar sport en bewegen gerelateerd aan gezondheid en welzijn. Dat blijkt ook uit de huidige monitor. Zowel bij de werkgevers in
de sporteigen sector als in de overige sectoren geeft ongeveer 60 procent aan een toenemend gebruik van sport en bewegen te zien voor gezondheid (preventie) (Tabel 2.7 en Tabel 2.8). Deze in de vorige monitor gesignaleerde trend lijkt dus door te zetten. De andere – eerder – gesignaleerde trend met betrekking tot de afname van structurele financiële middelen, lijkt gestopt. Het
aandeel werkgevers wat hiermee te maken heeft, is in de huidige meting gedaald. Verder geeft een steeds groter deel van de werkgevers aan te maken te hebben met: • een toename van (andere) geldstromen dan subsidies; • meer (politieke, lokale) belangstelling voor sport; • noodzaak tot (verdergaande) professionalisering van de organisatie.
TABEL 2.5 REDENEN VAN DE KEUZE VOOR EEN NIET-SPORTGERELATEERDE BAAN (RESPONDENTEN DIE OP DIT MOMENT GEEN OPLEIDING VOLGEN).* Mbo 2014/2015 Redenen
Hoger salaris
Sportgerelateerde baan en ander werk
Hbo 2014/2015 Uitsluitend ander werk
Sportgerelateerde baan en ander werk
Uitsluitend ander werk
48%
38%
31%
21%
Meer uren huidige baan (of volledige aanstelling)
35%
22%
47%
14%
Regelmatigere werktijden huidige baan
19%
17%
6%
11%
Niet genoeg/geen werk in s&b-sector
23%
29%
38%
60%
Ander werk interessant(er)
19%
40%
31%
37%
Andere reden
19%
17%
16%
25%
51
95
54
95
N
13
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
2011 2011
2012 2012
2013 2013
2014 2014
2015 2015
Periode 2011-2016 (AMMS 2011) Uitbreidingsvraag: 4% Periode 2011-2016 Vervangingsvraag: 16% (AMMS 2011) Totale vraag: 20% Uitbreidingsvraag: 4% Vervangingsvraag: 16% Totale vraag: 20%
2015 2015
2016 2016
2017 2017
Periode 2015-2020 (AMMS 2015) Uitbreidingsvraag: 5% Periode 2015-2020 Vervangingsvraag: 20% (AMMS 2015) Totale vraag: 25% Uitbreidingsvraag: 5% Vervangingsvraag: 20% Totale vraag: 25%
2016 2016
2017 2017
2018 2018
2019 2019
Periode 2013-2018 (AMMS 2013) Uitbreidingsvraag: 7% Periode 2013-2018 Vervangingsvraag: 13% (AMMS 2013) Totale vraag: 20% Uitbreidingsvraag: 7% Vervangingsvraag: 13% Totale vraag: 20%
2018 2018
2019 2019
2020 2020
2021 2021
2022 2022
2023 2023
Periode 2018-2023 (AMMS 2018) Uitbreidingsvraag: 10% Periode 2018-2023 Vervangingsvraag: 22% (AMMS 2018) Totale vraag: 32% Uitbreidingsvraag: 10% Vervangingsvraag: 22% Totale vraag: 32%
FIGUUR 2.3 ONTWIKKELING VERWACHTE UITBREIDINGS- EN VERVANGINGSVRAAG 2011-2023.
14
Hoofdstuk 2 • Highlights
TABEL 2.6 LANGETERMIJNONTWIKKELINGEN GEDIPLOMEERDEN. AMMS2011
AMMS2013
AMMS2015
AMMS2018
Kiest voor een vervolgopleiding, waarvan:
66%
66%
65%
65%
- sportgerelateerde vervolgopleiding
41%
38%
54%
50% 50%
Mbo-gediplomeerden
- andere vervolgopleiding
59%
62%
46%
Sportgerelateerd werk
50%
49%
49%
47%
Ander werk
33%
34%
40%
39%
Geen baan
17%
17%
10%
14%*
Kiest voor een vervolgopleiding, waarvan:
37%
30%
22%
27%
- sportgerelateerde vervolgopleiding
25%
38%
32%
28%
- andere vervolgopleiding
75%
62%
68%
72%
Sportgerelateerd werk
67%
68%
68%
64%
Ander werk
26%
23%
26%
30%
Geen baan
6%
9%
6%
6%
Hbo-gediplomeerden
TABEL 2.7 LANGETERMIJNTREND ONTWIKKELINGEN WERKGEVERS SPORTEIGEN SECTOR. AMMS2011
AMMS2013
AMMS2015
AMMS2018
Een terugloop van structurele financiële middelen
43%
41%
54%
45%
Een toename van (andere) geldstromen dan subsidies
5%
8%
22%
29%
Een toenemend gebruik van sport en bewegen voor gezondheid (preventie)
28%
35%
53%
62%
Meer (politieke, lokale) belangstelling voor sport
10%
20%
25%
33%
Meer vraag van de klant naar kwaliteit
19%
31%
34%
39%
Meer klantgericht werken, meer ingaan op individuele vragen van klanten
28%
38%
46%
53%
Vraag naar meer variatie in het aanbod van sport en bewegen
17%
29%
43%
45%
Noodzaak tot (verdergaande) professionalisering van de organisatie
18%
33%
44%
44%
AMMS2018
TABEL 2.8 LANGETERMIJNTREND ONTWIKKELINGEN WERKGEVERS OVERIGE SECTOR. AMMS2011
AMMS2013
AMMS2015
Een terugloop van structurele financiële middelen
51%
56%
58%
41%
Een toename van (andere) geldstromen dan subsidies
4%
5%
17%
28%
Een toenemend gebruik van sport en bewegen voor gezondheid (preventie)
25%
22%
57%
59%
Meer (politieke, lokale) belangstelling voor sport
11%
14%
26%
25%
Noodzaak tot (verdergaande) professionalisering van de organisatie
20%
15%
45%
49%
15
In dit hoofdstuk staan de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek onder de mbo-gediplomeerden op het gebied van sport en bewegen (verder: mbo-gediplomeerden). De tabellen waarnaar wordt verwezen voor de achterliggende data staan in Bijlagen 2, 3 en 4.
Hoofdstuk 3 Kerngegevens mbo-gediplomeerden Paragraaf 3.1 betreft de ontwikkeling in intredeposities gebaseerd op de onderzoeksgegevens van de mbo-gediplomeerden afgestudeerd in schooljaar 2014/2015. Gegevens over deze gediplomeerden worden vergeleken met de gegevens van
gediplomeerden uit eerdere schooljaren (i.e. de gegevens uit de voorgaande monitors). Paragraaf 3.2 brengt de loopbaanontwikkeling in beeld. Het gaat in deze paragraaf om onderzoeksgegevens van mbo-gediplomeerden uit schooljaar 2012/2013 welke
eerder in 2015 en nu opnieuw in 2018 zijn bevraagd. Paragraaf 3.3 geeft informatie over de bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties van de mbo-gediplomeerden afgestudeerd in schooljaar 2014/2015.
3.1 Ontwikkeling intredeposities (cohort 2014/2015)
als voor degenen die in 2012/2013 hun diploma hebben behaald. Niveau 2-gediplomeerden stroomden daarentegen minder vaak door naar de arbeidsmarkt dan in de eerdere jaren (zij doen vaker een vervolgopleiding). • De meeste mbo-gediplomeerden van de verschillende opleidingsniveaus (overall 95%) hebben ten minste één baan (gehad) sinds het moment van afstuderen (Tabel b2.5). • Als mbo-gediplomeerden uit 2014/2015 een baan hebben (gehad), is dat niet altijd een sportgerelateerde baan (geweest).
De percentages lopen binnen de verschillende niveaus wat uiteen; zo heeft van de gediplomeerden op niveau 2 ruim de helft een sportgerelateerde baan (gehad), terwijl dit 77 procent was bij niveau 3 en 69 procent bij niveau 4 (Tabel b2.5). • De omvang van het werken in de sport neemt (vooral bij niveau 3 en 4) toe. Zowel het gemiddeld aantal uren per sportbaan, als het gemiddeld aantal uren in sportbanen per persoon stijgt (Tabel b2.8a). Gemiddeld hebben de sportgerelateerde banen van mbo-gediplo-
• 50 procent van de mbo-gediplomeerden (cohort 2014/2015) met een opleiding op niveau 4 volgt op het moment van vragen een vervolgopleiding (al dan niet in combinatie met een baan). De andere 50 procent bevindt zich uitsluitend op de arbeidsmarkt; een iets groter deel dan bij de vorige meting (Tabel 2.2). • De verhouding ‘vervolgopleiding-arbeidsmarkt’ is voor niveau 3-gediplomeerden in de huidige monitor ongeveer hetzelfde
17
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL 3.1 UITSTROOMBESTEMMING NA TWEE JAAR. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Arbeidsmarkt
64%
71%
49%
72%
69%
44%
58%
72%
50%
- direct naar arbeidsmarkt
32%
27%
35%
40%
38%
32%
26%
32%
39%
- na vervolgopleiding met diploma
20%
39%
4%
28%
27%
1%
21%
32%
2%
- na vervolgopleiding zonder diploma
12%
5%
10%
3%
3%
11%
11%
8%
9%
Vervolgopleiding
36%
29%
51%
28%
31%
56%
42%
28%
50%
Totaal (N=100%)
25
41
214
67
121
227
38
95
191
meerden uit 2014/2015 een omvang van 19 uur per baan (dat was de vorige meting 14 uur). Het aantal uren werkzaam in sportgerelateerde baan/banen per persoon is gemiddeld 25 uur (was 18 uur de vorige meting). • Alumni hebben bij hun sportbaan met de meeste uren vaker een vast contract (Tabel b2.9a). Bij de huidige meting is ervoor gekozen om ook naar baankenmerken te vragen van de overige (sport)banen. Daaruit blijkt dat alumni relatief vaak als zzp’er werkzaam zijn in hun kleinere sport-
baan (Tabel b2.9b). Zowel bij niveau 3- als niveau 4-gediplomeerden gaat het om ongeveer 10 procent (iets wat bij eerdere metingen niet aangetoond kon worden). • Er zijn steeds meer mbo-gediplomeerden werkzaam in de sectoren gezondheidszorg en welzijn. De meeste alumni (met een sportbaan) zijn – net als in de andere metingen – werkzaam in de sporteigen sector (Tabel b2.10b en Tabel b2.10c). • Ongeveer een op de vijf mbo-gediplomeerden heeft sinds het afstuderen weleens zonder betaalde baan gezeten
TABEL 3.2 OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN MBO-GEDIPLOMEERDEN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
0-8 uur per week
24%
11%
9-16 uur per week
19%
8%
17-24 uur per week
14%
19%
25-32 uur per week
14%
11%
> 32 uur per week
30%
51%
47
53
806
1.082
37
37
Gemiddeld aantal uren per sportgerelateerde baan
17
20
Gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon
22
29
Totaal aantal sportgerelateerde banen* Totaal aantal uren Totaal aantal personen
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
18
(Tabel b2.13). De meest voorkomende reden daarvoor is dat ze geen werk konden vinden, niet op het gebied van sport en bewegen en niet daarbuiten (Tabel b2.14).
3.2 Loopbaanontwikkeling (cohort 2012/2013) • In 2015 heeft 97 procent van de mbo-gediplomeerden minstens één baan (gehad): 35 procent heeft minstens één baan (gehad); 31 procent heeft twee banen (gehad) en 32 procent heeft drie banen of meer (gehad). Twee jaar later (in 2018) heeft van deze groep gediplomeerden iedereen minstens één baan gehad: 24 procent heeft minstens één baan (gehad); 32 procent heeft twee en 45 procent drie of meer banen (gehad). Meestal gaat het om sportgerelateerde banen (Tabel b3.1). • Zowel in 2015 als in 2018 heeft 58 procent van de mbo-gediplomeerden uit 2013 een sportgerelateerde baan (Tabel b3.2a).
Hoofdstuk 3 • Kerngegevens mbo-gediplomeerden
TABEL 3.3 BEROEPSNIVEAU IN 2015 EN 2018. 2015
2018
S&b-opleiding onder mbo-niveau
14%
14%
Mbo-niveau
58%
30%
Hbo-niveau
7%
35%
Bonds- en brancheopleidingen
12%
12%
Geen opleidingseisen
5%
0%
Anders of onbekend
5%
9%
Totaal (N=100%)
43
43
• Van 75 procent van de mbo-gediplomeerden uit 2013 is tussen 2015 en 2018 hun positie niet veranderd als het gaat om het hebben van wel of geen sportgerelateerde baan: 46 procent had (in 2015) en heeft (in 2018) een sportgerelateerde baan en 29 procent op beide momenten niet. Van de rest van de mbo-gediplomeerden heeft 13 procent hun niet-sportgerelateerde baan verruild voor een baan binnen de sportarbeidsmarkt en is 13 procent met een baan op het gebied van sport en bewegen buiten de sportarbeidsmarkt gaan werken (Tabel b3.2b). • De omvang van de sportgerelateerde banen van de mbo-gediplomeerden uit 2013 is tussen 2015 en 2018 toegenomen (Tabel 3.2). In 2015 ging het om 17 uren per sportgerelateerde baan en in 2018 gaat het om 20 uren per sportgerelateerde baan. • Daarnaast is ook het aantal uren werkzaam in sportgerelateerde banen per persoon toegenomen; in 2015 ging het om 22 uren in sportgerelateerde banen per persoon en in 2018 gaat het om 29 uren in sportgerelateerde banen per persoon.
• Mbo-gediplomeerden uit 2013 met een sportbaan hebben in 2018 vaker een baan in de gezondheidszorg (33% t.o.v. 20%) en zijn minder vaak (87% t.o.v. 71%) werkzaam in de sporteigen sector (Tabel b3.4). Ook hebben de mbo-gediplomeerden in 2018 minder vaak dan in 2015 een baan waarvoor een opleiding op mbo-niveau wordt vereist (30% t.o.v. 58%) en vaker een hbo-opleiding als opleidingseis (35% t.o.v. 7%) (Tabel 3.3). • Andere kenmerken van de groep mbo-gediplomeerden die in 2013 hun diploma hebben behaald en zowel in 2015 als in 2018 werkzaam zijn op de sportarbeidsmarkt: • in 2018 zijn er minder gediplomeerden met een baan als trainer/coach of sportinstructeur (Tabel b3.6); • 47 procent van de gediplomeerden heeft in 2018 nog hetzelfde type aanstelling (Tabel 3.7a); • 65 procent van de gediplomeerden werkt meer uren per week dan in 2015 (Tabel b3.8);
19
• 51 procent heeft in 2018 een baan in een andere sector dan in 2015 (Tabel b3.9a); • 65 procent werkt op een ander beroepsniveau (Tabel b3.10).
3.3 Bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties • 12 procent van de mbo-gediplomeerden heeft een bondsopleiding gevolgd, of is die nog aan het volgen (Tabel b4.1 en Tabel b4.2). • Het gaat daarbij vaak om opleidingen tot voetbaltrainer/-coach, zwemonderwijzer/-instructeur, tennistrainer of gymleider/-trainer (Tabel b4.3). • 9 procent van de mbo-gediplomeerden heeft een brancheopleiding gevolgd, of is die nog aan het volgen (Tabel b4.6). Meestal betreft dit een brancheopleiding tot (fitness)instructeur. • 47 procent van de mbo-gediplomeerden heeft sinds het afstuderen één of meer nevenfuncties (gehad) (Tabel b4.9). In 37 procent van de gevallen gaat het om een functie van minder dan 5 uur per week. 50 procent van de nevenfuncties heeft een omvang van tussen de 5 en 10 uur per week (Tabel b4.13). Meestal gaat het om een nevenfunctie als trainer of coach of scheidsrechter (Tabel b4.16) en in 42 procent van de gevallen om functies die langer dan een jaar duren (Tabel b4.17).
In dit hoofdstuk staan de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek onder de hbo-gediplomeerden op het gebied van sport en bewegen (verder: hbo-gediplomeerden). De tabellen waarnaar wordt verwezen voor de achterliggende data staan in Bijlagen 5, 6 en 7.
Hoofdstuk 4 Kerngegevens hbo-gediplomeerden Paragraaf 4.1 betreft de ontwikkeling in intredeposities gebaseerd op de onderzoeksgegevens van de hbo-gediplomeerden afgestudeerd in schooljaar 2014/2015. Gegevens over deze gediplomeerden worden vergeleken met de gegevens van
gediplomeerden uit eerdere schooljaren (i.e. de gegevens uit de voorgaande monitors). Paragraaf 4.2 brengt de loopbaanontwikkeling in beeld. Het gaat in deze paragraaf om onderzoeksgegevens van hbo-gediplomeerden uit schooljaar 2012/2013 welke
eerder in 2015 en nu opnieuw in 2018 zijn bevraagd. Paragraaf 4.3 geeft informatie over de bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties van de mbo-gediplomeerden afgestudeerd in schooljaar 2014/2015.
4.1 Ontwikkeling intredeposities (cohort 2014/2015)
Dit is vergelijkbaar met eerdere metingen (Tabel b5.5). • De omvang van de sportbanen neemt ten opzichte van de vorige metingen licht toe. Gemiddeld gaat het nu om 24 uren per baan en 31 uren werkzaam in sportgerelateerde banen per persoon (Tabel b5.8a). • Wat betreft hun grootste sportbaan hebben gediplomeerden van de ALO veel vaker een vast contract (59%) dan gediplomeerden van Sportkunde (38%) (Tabel b5.9a). Het aandeel met een vast
contract is bij de LO-gediplomeerden ook sterk toegenomen ten opzichte van de vorige meting. • Zoals eerder aangegeven, hebben we nu ook informatie over de kleinere banen van de alumni en daaruit blijkt dat ze (vooral de Sportkunde-alumni) in die kleine banen relatief vaak als zzp’er werkzaam zijn (Tabel b5.9b). • De hbo-gediplomeerden zijn – net als in de andere jaren – het vaakst werkzaam in de sector onderwijs en de sporteigen sector (Tabel b5.10b en Tabel 5.10c).
• 76 procent van de LO-afgestudeeren die in 2014/2015 hun diploma hebben behaald, stroomt daarna direct door naar de arbeidsmarkt, bij Sportkunde is dat 71 procent. De rest begint meteen of na enige tijd met een vervolgopleiding (zie Tabel b5.2, Figuur 4.1 en Figuur 4.2). • 79 procent van de hbo-gediplomeerden uit 2014/2015 heeft ten minste één sportgerelateerde baan (gehad) na het afstuderen.
21
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
4.2 Loopbaanontwikkeling (cohort 2012/2013)
Responsgroep N = 121 (100%)
Sportgerelateerd 19%
Vervolgopleiding N = 29 (24%)
Overig 81%
Diploma / gestopt N = 13 (45%)
Nog bezig N = 16 (55%)
Sportgerelateerde baan N=9 (47%)
Arbeidsmarkt N = 92 (76%)
Vervolgopleiding N = 19 (16%)
N=5
N=28
Arbeidsmarkt N = 102 (84%)
Overige baan N=6 (32%)
Geen baan N=4 (21%)
Sportgerelateerde baan N = 87 (85%)
Overige baan N = 14 (14%)
Geen baan N=1 (1%)
FIGUUR 4.1 SCHEMATISCH OVERZICHT LOOPBAAN HBO-GEDIPLOMEERDEN LO 2014/2015.
• 30 procent van de hbo-gediplomeerden is na hun opleiding wel eens werkloos geweest. Dat was onder de gediplomeerden van de vorige monitor 35 procent (Tabel b5.13). • De meest voorkomende reden daarvoor is dat ze geen werk kunnen vinden, niet op het gebied van sport en bewegen en niet daarbuiten (Tabel b5.14).
22
• In 2015 heeft 97 procent van de hbo-gediplomeerden uit 2013 een baan (gehad). In 2018 heeft van deze groep gediplomeerden 100 procent een baan (gehad) sinds afstuderen. Bijna altijd gaat het om sportgerelateerde banen (Tabel b6.1). • Van 75 procent van de hbo-gediplomeerden uit 2013 is tussen 2015 en 2018 hun positie niet veranderd als het gaat om het hebben van wel of geen sportgerelateerde baan: 57 procent had (in 2015) en heeft (in 2018) een sportgerelateerde baan en 18 procent op beide momenten niet. Van de rest van de hbo-gediplomeerden heeft 10 procent hun niet-sportgerelateerde baan verruild voor een baan binnen de sportarbeidsmarkt en is 15 procent met een baan op het gebied van sport en bewegen buiten de sportarbeidsmarkt gaan werken (Tabel b6.2b). • Tussen 2015 en 2018 is de omvang van de sportgerelateerde banen iets toegenomen. In 2015 ging het gemiddeld om 21 uur per sportgerelateerde baan, terwijl het in 2018 gemiddeld om 24 uur per sportgerelateerde baan gaat (Tabel 4.1). • Daarnaast is ook het gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon toegenomen: in 2015 ging het om 28 uur in sportgerelateerde banen per persoon en in 2018 gaat het om 33 uur in sportgerelateerde banen per persoon.
Hoofdstuk 4 • Kerngegevens hbo-gediplomeerden
TABEL 4.1 OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN HBO-GEDIPLOMEERDEN IN 2015 EN 2018. 2015
2018 Totaal
Totaal
LO
Sportkunde
0-8 uur per week
9%
6%
6%
6%
9-16 uur per week
10%
7%
9%
6%
17-24 uur per week
19%
4%
6%
3%
25-32 uur per week
17%
23%
14%
32%
> 32 uur per week
45%
59%
66%
53%
92
97
47
50
1.902
2.294
1.174
1.120
69
69
35
34
Totaal aantal sportgerelateerde banen* Totaal aantal uren Totaal aantal personen Gemiddeld aantal uren per sportgerelateerde baan
21
24
25
22
Gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon
28
33
34
33
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
• In 2018 zijn de hbo-gediplomeerden met een sportgerelateerde baan minder vaak werkzaam in de sporteigen sector dan in 2015 (40% t.o.v. 51%) en vaker werkzaam in de gezondheidszorg (21% t.o.v. 16%) (Tabel b6.4). • 75 procent van de hbo-gediplomeerden met een sportgerelateerde baan heeft in 2018 een baan waarvoor een hbo-opleiding is vereist. In 2015 was dat nog 70 procent (Tabel 4.2). • Andere kenmerken van de groep hbo-gediplomeerden die in 2013 hun diploma hebben behaald en zowel in 2015 als in 2018 werkzaam waren op de sportarbeidsmarkt: • 53 procent van de hbo-gediplomeerden heeft in 2018 nog hetzelfde type aanstelling (Tabel b6.7a);
Responsgroep N = 128 (100%)
Sportgerelateerd 34%
Vervolgopleiding N = 37 (29%)
Overig 66%
Diploma / gestopt N = 20 (54%)
Nog bezig N = 17 (46%)
Sportgerelateerde baan N=5 (26%)
Arbeidsmarkt N = 91 (71%)
Vervolgopleiding N = 19 (15%)
N=5
N=28
Arbeidsmarkt N = 109 (85%)
Overige baan N = 10 (53%)
Geen baan N=4 (21%)
Sportgerelateerde baan N = 58 (53%)
Overige baan N = 45 (41%)
FIGUUR 4.2 SCHEMATISCH OVERZICHT LOOPBAAN HBO-GEDIPLOMEERDEN SPORTKUNDE 2014/2015.
23
Geen baan N=6 (6%)
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
• 59 procent van de hbo-gediplomeerden werkt in 2018 meer uren per week dan in 2015 en 26 procent werkt minder uren (Tabel b6.8a); • 22 procent werkt op een ander beroepsniveau (Tabel b6.10).
4.3 Bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties • 10 procent van de hbo-gediplomeerden heeft een bondsopleiding gevolgd, of is die nog aan het volgen (Tabel b7.1 en Tabel b7.4). • Het gaat daarbij vaak om opleidingen tot voetbaltrainer/-coach, gymleider/-trainer, tennistrainer, basketballtrainer of judotrainer (Tabel b7.3).
• 6 procent van de hbo-gediplomeerden heeft een brancheopleiding gevolgd, of is die nog aan het volgen (Tabel b7.6 en Tabel b7.8). • 54 procent van de hbo-gediplomeerden heeft sinds het afstuderen één of meer nevenfuncties (gehad) (Tabel b7.9). LO-gediplomeerden hebben iets minder vaak een nevenfunctie dan Sportkunde-gediplomeerden (Tabel b7.10). • 56 procent van de nevenfuncties heeft een omvang van minder dan 5 uur per week en 35 procent een omvang tussen de 5 en 10 uur per week (Tabel b7.14).
TABEL 4.2 BEROEPSNIVEAU IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Totaal
Totaal
LO
S&b-opleiding onder mbo-niveau
3%
0%
0%
Sportkunde 0%
Mbo-niveau
11%
14%
2%
26% 58%
Hbo-niveau
70%
75%
90%
Bonds- en brancheopleidingen
4%
1%
0%
3%
Geen opleidingseisen
3%
3%
0%
5%
Anders of onbekend
10%
8%
7%
8%
79
79
41
38
Totaal (N=100%)
24
Hoofdstuk 4 • Kerngegevens hbo-gediplomeerden
25
In dit hoofdstuk staan de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek onder werkgevers. De tabellen waarnaar wordt verwezen voor de achterliggende data, staan in Bijlage 8.
Hoofdstuk 5 Kerngegevens werkgevers 5.1 Arbeidsmarkt sport en bewegen In organisaties in de sporteigen sector zijn in de fitness (95%) en bij overheidsdiensten met betrekking tot sport (92%) relatief de meeste betaalde medewerkers actief. In deze organisaties zijn ook relatief het vaakst medewerkers met een
s&b-functie werkzaam (Tabel 5.1). Binnen de overige sectoren zijn bijna uitsluitend organisaties met betaalde medewerkers. Organisaties waar relatief het vaakste betaalde s&b-functies voorkomen zijn veiligheid (100%), gezondheidszorg (88%) en onderwijs (87%) (Tabel 5.2).
• Bij de sportverenigingen gaat het voornamelijk om kleine banen (van minder dan 12 uur). Voor de sporteigen sector geldt dat binnen de sportbonden (92%) en overheidsdiensten (73%) relatief de meeste medewerkers werkzaam zijn in een sport- en bewegen-
functie van 12 uur of meer (Tabel 5.3). Bij de overheidsdiensten met betrekking tot sport is dat aandeel wel afgenomen ten opzichte van de vorige meting. Binnen de overige sectoren zijn in de branches veiligheid (99%) en gezondheidszorg (90%) relatief de meeste medewerkers werkzaam in een baan van 12 uur of meer (Tabel 5.4). • Aan de werkgevers is gevraagd wat de minimale opleidingseis is voor de sportgerelateerde functie met de meeste fte’s.
In sommige sectoren geeft meer dan de helft van de respondenten aan dat het hierbij om het opleidingsniveau gaat van mbo-niveau of lager. Dit geldt voornamelijk voor functies in de sector veiligheid (84%), de zwembranche (80%), toerisme en recreatie (64%), fitness (56%), de overige commerciële organisaties (56%) en welzijn (53%). • Voor functies binnen het onderwijs (91%), de overheidsdiensten met betrekking tot sport (68%) en sportbonden (63%) is rela-
tief vaak hbo-niveau vereist (Tabel b8.8c). • Voor de sporteigen sector geldt dat de sportbonden (71%) en de overheidsdiensten met betrekking tot sport (63%) relatief het vaakst medewerkers met een functie op het gebied van sport en bewegen met vaste contracten in dienst hebben. • Binnen de overige sectoren werken s&b-medewerkers in het onderwijs (87%), in de veiligheid (84%) en de gezondheidszorg (78%) relatief het meest met een vast contract (Tabel b8.5a).
27
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL 5.1 ORGANISATIES IN DE SPORTBRANCHES MET BETAALDE MEDEWERKERS. Totaal aantal organisaties
Organisaties met betaalde medewerkers
Organisaties met betaalde s&b-functies
Sportverenigingen
422
58%
55%
Fitness
85
95%
93%
Zwembranche
149
83%
82%
Sportbonden en sportondersteuning
42
88%
76%
Outdoor
21
76%
71%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
26
92%
88%
Overige commerciële organisaties
72
83%
76%
Totaal
817
TABEL 5.2 ORGANISATIES IN DE OVERIGE SECTOREN MET BETAALDE MEDEWERKERS. Totaal aantal organisaties
Organisaties met betaalde medewerkers
Organisaties met betaalde s&b-functies
Toerisme en recreatie
66
97%
65%
Gezondheidszorg
139
97%
88%
Welzijn
134
97%
80%
Onderwijs
269
100%
87%
Veiligheid
22
100%
100%
Totaal
630
28
Hoofdstuk 5 • Kerngegevens werkgevers
5.2 De combinatiefunctionaris/ buurtsportcoach • Combinatiefunctionarissen zijn het vaakst in dienst bij een overheidsdienst op het gebied van sport (80%) (Tabel 5.5). Verder zijn combinatiefunctionarissen in de overige sectoren relatief het vaakst werkzaam in de sector welzijn (29%) (Tabel 5.6). • De meest genoemde redenen dat organisaties combinatiefunctionarissen in dienst hebben, zijn (Tabel b8.10c): • toename in s&b als preventie (39%); • toename in s&b als maatschappelijk doel (33%); • meer samenwerking met andere sectoren (32%); • meer samenwerking met niet-commerciële aanbieders s&b (32%).
5.3 Ontwikkeling van de formatie • Het merendeel van de werkgevers (65%) geeft aan dat de sportgerelateerde werkgelegenheid de afgelopen twee jaar gelijk is gebleven. Een kwart geeft aan dat er een toename is geweest (Tabel b8.12a en Tabel 8.12b). Als reden voor de toename in s&b-functies wordt net als bij de vorige monitor meestal genoemd professionalisering (34%) en nieuwe activiteiten (32%), terwijl voor een afname in s&b-functies als oorzaak voornamelijk wordt verwezen naar een daling van leerlingaantallen (35%), afname van
TABEL 5.3 AANTAL UREN WERKZAAM MEDEWERKERS IN S&B-FUNCTIES (SPORTBRANCHES). 12 uur of meer
Totaal aantal medewerkers (=100%)
Sportverenigingen
35%
823
Fitness
53%
550
Zwembranche
67%
2.280
Sportbonden en sportondersteuning
92%
277
Outdoor
43%
145
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
73%
810
Overige commerciële organisaties
58%
444
TABEL 5.4 AANTAL UREN WERKZAAM MEDEWERKERS IN S&B-FUNCTIES (OVERIGE BRANCHES). 12 uur of meer
Totaal aantal medewerkers (=100%)
Toerisme en recreatie
56%
417
Gezondheidszorg
90%
1.189
Welzijn
81%
1.103
Onderwijs
70%
1.277
Veiligheid
99%
683
leden (17%) of gebrek aan subsidie (13%) (Tabel 8.13a en Tabel 8.13b). • Binnen de sporteigen branches wordt voor de komende vijf jaar over het algemeen niet verwacht dat de sport- en bewegenfuncties afnemen. Organisaties binnen de overheidsdiensten met betrekking tot sport (56%) verwachten het vaakst een toename (Tabel b8.17a). In de overige branches is dit beeld hetzelfde. Organisaties in de welzijn (52%) geven relatief het vaakst aan dat ze een toename verwachten (Tabel b8.17b).
29
5.4 Vacatures • 20 procent van de organisaties ervaart (zeer) grote knelpunten bij het invullen van vacatures. Dit zijn voornamelijk organisaties in de sporteigen sector (Tabel b8.14). De meest voorkomende knelpunten bij het invullen van vacatures hebben te maken met baankenmerken: een te kleine vacature (39%) en een ontoereikend salaris (26%) (Tabel b8.15). • De wervingskanalen die het meest worden ingezet om vacatures in te vullen, zijn het eigen netwerk (76%) en de eigen website (47%) (Tabel b8.16).
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
30
Hoofdstuk 5 • Kerngegevens werkgevers
TABEL 5.5 COMBINATIEFUNCTIONARISSEN IN DIENST (SPORTBRANCHES).
5.5 Ontwikkelingen • De werkgevers is gevraagd aan te geven met welke ontwikkelingen ze te maken hebben. Het ging daarbij om onderwerpen als: • samenwerking en concurrentie; • financiële ontwikkelingen; • de veranderende rol van sport en bewegen; • ontwikkelingen met betrekking tot personeelsbeleid; • demografische ontwikkelingen; • veranderde vraag.
In dienst
Niet in dienst
Totaal N (=100%)
Sportverenigingen
11%
89%
225
Fitness
12%
88%
67
Zwembranche
15%
85%
114
Sportbonden en sportondersteuning
26%
74%
31
Outdoor
31%
69%
13
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
80%
20%
20
Overige commerciële organisaties
25%
75%
53
• Als werkgevers in de sporteigen sector met één of meerdere van de voorgelegde ontwikkelingen te maken hebben, gaat dat relatief het vaakst om (Tabel b8.22): • meer sport en bewegen voor gezondheid (preventie) (62%); • vergrijzing (58%); • meer klantgericht werken, meer ingaan op individuele vragen van klanten (53%); • een toenemende behoefte aan flexibel inzetbare medewerkers (51%);
• meer sport en bewegen voor maatschappelijke/sociale doelen (zoals participatie, cohesie, maatschappelijke stages, et cetera) (50%). • Binnen de overige sectoren hebben werkgevers vooral te maken met een meer sport en bewegen voor gezondheid (preventie) (59%) (Tabel b8.23).
TABEL 5.6 COMBINATIEFUNCTIONARISSEN IN DIENST (OVERIGE BRANCHES). In dienst
Niet in dienst
Toerisme en recreatie
7%
93%
Totaal N (=100%) 54
Gezondheidszorg
14%
86%
111
Welzijn
29%
71%
118
Onderwijs
23%
77%
265
Veiligheid
5%
95%
21
31
B.1 De Arbeidsmarktmonitor Sport B.1.1 Doelstelling onderzoek In het verlengde van de doelstelling van de beide vorige monitors kan het doel van de AMMS2018 als volgt worden omschreven:
Bijlage 1 Verantwoording onderzoeksaanpak het geven van een kwantitatief en kwalitatief beeld van de arbeidsmarkt in 2018 voor sportgerelateerde functies op mbo- en hbo-niveau; de aansluiting tussen sportopleidingen en sportarbeidsmarkt staat hierbij centraal (statisch beeld: momentopname/foto);
• het zichtbaar maken van ontwikkelingen op de sportarbeidsmarkt anno 2018 (dynamisch beeld: film) door: • een retrospectieve vergelijking van de bevindingen uit de AMMS2018 met de bevindingen uit de vorige monitors;
• werkgevers te vragen naar huidige en toekomstige ontwikkelingen binnen de sportarbeidsmarkt en de omgeving daarvan en de verwachte impact van deze ontwikkelingen op de arbeidsmarktvraag.
• Het genereren van gebruikswaarde op basis van deze uitkomsten voor: • de professionalisering van de sportarbeidsmarkt; • kwaliteit en kwantiteit van het opleidingenaanbod.
B.1.2 Onderzoeksopzet
op het gebied van sport en bewegen, vacatures en werving, verwachte verloop van het aantal sport- en bewegenfuncties en ontwikkelingen waarmee ze te maken hebben.
Centraal in de AMMS2018 staat de vraag naar de aansluiting tussen gediplomeerden van s&b-opleidingen enerzijds (aanbodzijde) en de arbeidsmarktbehoefte aan gediplomeerden anderzijds (vraagzijde).
In de Arbeidsmarktmonitor Sport zijn bij gediplomeerden (i.c. het alumni-onderzoek) en werkgevers gegevens verzameld over de volgende thema’s: • bij mbo en hbo sportgediplomeerden: gevolgde opleiding(en), uitstroombestemming, loopbaangeschiedenis en baankenmerken (waaronder belang van kerntaken en opleidingseisen); • bij werkgevers: omvang en personeelskenmerken, opleidingseisen functies
33
Bij het alumni-onderzoek zijn twee cohorten betrokken. In lijn met de eerdere metingen (zie Overzicht b1.1) ging het dit keer om alumni die hun diploma hebben behaald in schooljaar 2012/2013 en in schooljaar 2014/2015.
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
OVERZICHT B1.1 METINGEN EN COHORTEN ARBEIDSMARKTMONITOR SPORT.* Afstudeerjaren 2003-2004
2004-2005
AMMS2008**
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
AMMS2011
2008-2009
AMMS2013 AMMS2015
·
AMMS2018
* DE AMMS2006 BETROF ALLEEN EEN ONDERZOEK ONDER WERKGEVERS. ** ALLEEN HBO-GEDIPLOMEERDEN.
AMMS 2018
AMMS 2015
Lo
op
ba
De keuze voor twee cohorten maakt het mogelijk om ontwikkelingen in loopbanen (ontwikkelingen binnen cohort 1) en in intredefuncties (vergelijking cohort 1 en 2) in kaart te brengen: zie Figuur b1.1.
a
n no
tw
ikk
e
De gegevens zijn via een webenquête (in combinatie met telefonische rappel en afname) verzameld.
g lin
B.2 Respons De veranderende (Europese) privacywetgeving (i.e. het inwerking treden van de Algemene verordening gegevensbescherming) heeft het veldwerk aanzienlijk belemmerd. Er zat gemiddeld een grote doorlooptijd tussen het initiële contact met partijen die contactgegevens moesten aanleveren en de daadwerkelijke levering. Er is daarom voor gekozen om de veldwerkperiode met een maand te verlengen. Uiteindelijk hebben aan de huidige monitor bijna 1.500 werkgevers
Ontwikkeling intredeposities Cohort 10/11
Cohort 12/13 (cohort 1)
Cohort 14/15 (cohort 2)
FIGUUR B1.1 LOOPBAANONTWIKKELING VERSUS VERGELIJKING INTREDEPOSITIES.
34
Bijlage 1 • Verantwoording onderzoeksaanpak
en ruim 850 mbo- en hbo-gediplomeerden deelgenomen. Deze responsaantallen liggen tussen de aantallen van de vorige twee edities van de Arbeidsmarktmonitor Sport (zie Overzicht b1.21).
Steekproef 1.947 Respons 340 (17%)
Non-respons 1.607 (83%)
In de volgende paragrafen wordt de respons uitgesplitst naar de verschillende subonderdelen. Deze paragrafen bevatten tevens tabellen over de achtergrondkenmerken van de respondenten.
FIGUUR B1.2 OVERZICHT RESPONS.
2.1 Respons onder mbogediplomeerden 2.1.1 Cohort 2014-2015 In totaal heeft KBA Nijmegen 1.947 unieke contactgegevens ontvangen van veertien verschillende ROC’s met sport- en bewegenopleidingen. Daarvan hebben 340 gediplomeerden meegewerkt aan het onderzoek wat neerkomt op een responspercentage van 17 procent (Figuur b1.2).
OVERZICHT B1.2 VERGELIJKING RESPONS AFGELOPEN DRIE AMMS’EN.
Mbo 1e keer
Hbo 1e keer
Mbo 2e keer
Hbo 2e keer
Totaal alumni
Werkgevers
Monitor
Steekproef
Respons
Responspercentage
AMMS13
1.347
280
21%
AMMS15
3.316
423
13%
AMMS18
1.947
340
17%
AMMS13
836
227
27%
AMMS15
1.478
380
26%
AMMS18
1.131
270
24% 34%
AMMS13
276
95
AMMS15
280
142
51%
AMMS18
262
102
39%
AMMS13
205
101
49%
AMMS15
227
127
56%
AMMS18
380
143
38%
AMMS13
2.664
703
26%
AMMS15
5.301
1.072
20%
AMMS18
3.720
855
23%
Amms-13
2.121
407
19%
Amms-15
7.587
1.582
21%
Amms-18
7.698
1.488
19%
35
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B1.1A VERDELING POPULATIE, STEEKPROEF EN RESPONSGROEP NAAR OPLEIDING/NIVEAU. Populatie*
Steekproef
Niveau 2: Sport- en bewegingsbegeleider
17%
18%
Responsgroep 11%
Niveau 3: Sport- en bewegingsleider
31%
30%
29%
Niveau 4: Sport- en bewegingscoördinator
53%
52%
59%
Totaal (N=100%)
4.671
1.947
340
Steekproef 262
* BRON: DUO (WWW.DUO.NL/ORGANISATIE/OPEN_ONDERWIJSDATA/DATABESTANDEN/DEFAULT.ASP).
Met een netto respons van 340 respondenten voldoet de respons aan de eisen voor een betrouwbaarheidsniveau van 94 procent voor een populatie van 4.671 gediplomeerden in 2014/2015.
Respons 102(39%)
tieverdeling verwacht zou mogen worden (Tabel b1.1a). Ten opzichte van de populatie bestaat de responsgroep daarnaast uit relatief meer vrouwen en BBL’ers (Tabel b1.1b).
2.1.2 Cohort 2012-2013 De steekproef voor het cohort 2012-2013 bestaat uit respondenten die hebben meegedaan aan de AMMS2015. In totaal ging het daarbij om 423 respondenten. Omdat het niet is gelukt met alle ROC’s een verwerkersover-
De responsverdeling is niet helemaal representatief voor de gehele populatie. Net als bij de vorige monitors bestaat de responsgroep uit minder niveau 2- en meer niveau 4- gediplomeerden dan op basis van de popula-
Non-respons 1.60 (61%)
FIGUUR B1.3 OVERZICHT RESPONS.
eenkomst af te sluiten, is de feitelijke steekproef uitgekomen op 262 respondenten. Deze zijn allemaal voor de tweede keer benaderd. Er hebben 102 gediplomeerden meegewerkt aan het onderzoek; een responspercentage van 39 procent (Figuur b1.3).
TABEL B1.1B ACHTERGRONDKENMERKEN VAN DE POPULATIE EN DE RESPONDENTEN. Populatie* Niveau 3 (N=1.434)
Niveau 2 (N=784)
Responsgroep
Niveau 4 (N=2.453)
Totaal (N=4.671)
Niveau 2 (N=38)
Niveau 3 (N=100) Niveau 4 (N=202)
Totaal (N=340)
Geslacht Man
80%
79%
69%
74%
53%
62%
52%
55%
Vrouw
20%
21%
31%
26%
29%
26%
36%
32%
Onbekend
-
-
-
-
18%
12%
11%
12%
BOL
93%
80%
92%
89%
76%
76%
84%
81%
BBL
0%
2%
0%
1%
21%
22%
13%
16%
Extraneus
7%
18%
7%
10%
-
-
-
-
Onbekend
0%
2%
0%
1%
3%
2%
3%
3%
Leerweg
* BRON: DUO (WWW.DUO.NL/ORGANISATIE/OPEN_ONDERWIJSDATA/DATABESTANDEN/DEFAULT.ASP).
36
Bijlage 1 • Verantwoording onderzoeksaanpak
TABEL B1.2A VERDELING POPULATIE, STEEKPROEF EN RESPONSGROEP NAAR OPLEIDING/NIVEAU. Populatie 2012-2013*
Responsgroep 2012-2013 in AMMS15
Niveau 2: Sport- en bewegingsbegeleider
19%
14%
13%
Niveau 3: Sport- en bewegingsleider
30%
26%
26%
51%
60%
61%
4.529
262
102
Niveau 4: Sport- en bewegingscoördinator Totaal (N=100%)
Responsgroep 2012-2013 in AMMS18
* BRON: DUO (HTTP://WWW.DUO.NL/ORGANISATIE/OPEN_ONDERWIJSDATA/DATABESTANDEN/DEFAULT.ASP).
2.2 Respons onder hbo-gediplomeerden 2.2.1 Cohort 2014-2015 In totaal heeft KBA Nijmegen 1.131 unieke contactgegevens ontvangen van de verschillende sporthogescholen. Daarvan hebben 270 gediplomeerden meegewerkt aan het onderzoek, wat neerkomt op een responspercentage van 24 procent (Figuur b1.4).
Steekproef 1.131
Met een respons van 270 respondenten voldoet de respons aan de eisen voor een betrouwbaarheidsniveau van 93 procent voor een populatie van 1.344 gediplomeerden in 2014/2015.
Respons 270 (24%)
Non-respons 861 (76%)
FIGUUR B1.4 OVERZICHT RESPONS.
TABEL B1.2B ACHTERGRONDKENMERKEN VAN DE RESPONDENTEN. Populatie 2012-2013 (N=4.529) Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Responsgroep 2012-2013 in 2015 (N=262)
Responsgroep 2012-2013 in 2018 (N=102)
Niveau 2
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Geslacht Man
83%
76%
67%
57%
63%
55%
54%
59%
52%
Vrouw
17%
24%
33%
35%
25%
37%
46%
33%
44%
-
-
-
8%
12%
8%
-
7%
5%
BOL
100%
98%
99%
92%
82%
86%
85%
78%
95%
BBL
0%
2%
1%
8%
18%
13%
15%
22%
3%
-
-
-
0%
0%
1%
-
-
2%
860
1.359
2.310
37
67
158
13
27
62
Onbekend
Leerweg
Onbekend N
37
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B1.3A VERDELING POPULATIE, STEEKPROEF EN RESPONSGROEP NAAR OPLEIDING. Populatie*
Steekproef
Responsgroep
46%
56%
50%
Sportkunde
54%
44%
50%
Totaal (N=100%)
1.443
1.131
270
LO
* BRON: HTTPS://DUO.NL/OPEN_ONDERWIJSDATA/DATABESTANDEN/HO/INGESCHREVEN/HBO-INGESCHR/INGESCHREVENEN-HBO5.JSP.
Er is geprobeerd om de verdeling naar opleiding in de responsgroep zo veel mogelijk gelijk te laten zijn aan de populatieverdeling, maar dat is niet helemaal gelukt. De LO-gediplomeerden zijn iets oververtegenwoordigd (Tabel b1.3a). Ten opzichte van de populatie bestaat de responsgroep daarnaast uit relatief meer vrouwen en is de verdeling
naar hogeschool niet zoals op basis van de populatie verwacht zou mogen worden (Tabel b1.3b). Een en ander heeft voornamelijk te maken met het verschil in kwaliteit van de aangeleverde contactgegevens.
2.2.2 Cohort 2012-2013 De steekproef voor het cohort 2012-2013 bestaat uit respondenten die hebben meegedaan aan de AMMS2015. Het daarbij om 380 respondenten. Deze zijn voor de huidige monitor benaderd. 140 gediplomeerden hebben meegewerkt aan het onderzoek (een responspercentage van 38%, zie Figuur b1.5).
TABEL B1.3B ACHTERGRONDKENMERKEN VAN DE POPULATIE EN RESPONSGROEP. Populatie* ALO
Responsgroep
Sportkunde
Totaal
ALO
Sportkunde
Totaal
Geslacht Man
66%
63%
64%
54%
47%
50%
Vrouw
34%
37%
36%
41%
49%
45%
Onbekend
-
-
-
4%
4%
4%
Instituut Hanze Hogeschool
8%
13%
11%
11%
37%
24%
Hogeschool Windesheim
19%
6%
12%
9%
0%
4%
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
19%
26%
23%
19%
3%
11%
Fontys Sporthogeschool
19%
15%
17%
40%
21%
31%
Haagse Hogeschool
14%
10%
12%
7%
8%
8%
Hogeschool van Amsterdam
20%
17%
18%
13%
12%
13%
Inholland
0%
10%
5%
0%
8%
4%
Hogeschool Zeeland
0%
4%
2%
0%
10%
5%
Totaal (N = 100%)
658
785
1.443
135
135
270
BRON: VERENIGING HOGESCHOLEN (HTTP://CIJFERS.VERENIGINGHOGESCHOLEN.NL/).
38
Bijlage 1 • Verantwoording onderzoeksaanpak
Steekproef 380 Respons 143(38%)
Non-respons 237 (62%)
FIGUUR B1.5 OVERZICHT RESPONS. TABEL B1.4A VERDELING POPULATIE, STEEKPROEF EN RESPONSGROEP NAAR OPLEIDING. Populatie 2012-2013*
Responsgroep 2012-2013 in AMMS15
LO
46%
39%
Responsgroep 2012-2013 in AMMS18 35%
Sportkunde
54%
61%
65%
Totaal (N=100%)
1.451
380
140
* BRON: HTTP://CIJFERS.VERENIGINGHOGESCHOLEN.NL/INDEX.HTM.
2.3 Respons onder werkgevers Net als bij de vorige monitor is deze keer gebruikgemaakt van het leerbedrijvenbestand van SBB. Bedrijven die niet ingedeeld konden worden naar een specifieke branche, zijn verwijderd uit het bestand. Het leerbedrijvenbestand is daarnaast nog aangevuld met contactgegevens van de WOS (waarbij het voornamelijk ging om organisaties behorende bij de ‘sportbonden en sportondersteuning’) en NRZ (waarbij het ging om organisaties uit de zwembranche). Na ontdubbeling bestond de steekproef uit 7.698 organisaties. Tabel b1.5 geeft weer hoe de verdeling naar sector en branche in de steekproef is.
In totaal hebben 1.488 organisaties meegewerkt aan het onderzoek. Wat neerkomt op een responspercentage van 19 procent (Figuur b1.6). De responsgroep vormt een vrij goede afspiegeling van de steekproef. De fitnessbranche is iets ondervertegenwoordigd, de overige branches komen ongeveer even vaak voor als op basis van de steekproef verwacht zou mogen worden.
Steekproef 7.698 Respons 1.488 (19%)
FIGUUR B1.6 OVERZICHT RESPONS.
Tabel b1.7 geeft een overzicht van de functies van de respondenten van organisaties die hebben meegewerkt aan het onderzoek. Het grootste gedeelte van de respondenten is eigenaar/directeur of heeft een managementfunctie. Vanuit de verenigingen hebben veel bestuursleden de enquête ingevuld.
39
Non-respons 6.210 (81%)
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B1.4B ACHTERGRONDKENMERKEN VAN DE RESPONDENTEN. Populatie 2012-2013 (N=1.451)
Responsgroep 2012-2013 in 2015 (N=380)
Responsgroep 2012-2013 in 2018 (N=143)
Man
61%
45%
43%
Vrouw
39%
43%
52%
-
11%
4%
Lerarenopleidingen LO
46%
39%
36%
Overige hbo-sportopleidingen
54%
61%
64%
Geslacht
Onbekend Opleiding
Instituut Windesheim
19%
27%
24%
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
21%
16%
22%
Haagse Hogeschool
10%
16%
20%
Hogeschool van Amsterdam
15%
15%
12%
Hanzehogeschool
15%
12%
10%
Fontys Sporthogeschool
16%
8%
6%
Inholland
4%
6%
6%
Hz University of Applied Sciences
1%
-
-
TABEL B1.5 VERDELING STEEKPROEF EN RESPONSGROEP NAAR SECTOREN EN BRANCHE (AMMS2018). Steekproef
Responsgroep
Sportverenigingen
32%
30%
Fitness
12%
6%
Zwembranche
8%
10%
Sportbonden en sportondersteuning
1%
3%
Outdoor
1%
1%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
1%
2%
Overige commerciĂŤle organisaties
5%
5%
Sporteigen subsector
Overige sectoren Toerisme en recreatie
6%
5%
Onderwijs
12%
18%
Gezondheidszorg
7%
9%
Welzijn
12%
10%
Veiligheid Totaal (N = 100%)
40
1%
1%
7.698
1.488
Bijlage 1 • Verantwoording onderzoeksaanpak
TABEL B1.6 VERDELING STEEKPROEF EN RESPONSGROEP NAAR SECTOREN EN BRANCHE (AMMS2015). Steekproef
Responsgroep
Sportverenigingen
32%
37%
Fitness
14%
7%
Zwembranche
8%
8%
Sporteigen subsector
Sportbonden en sportondersteuning
2%
3%
Outdoor
2%
2%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
1%
1%
Overige commerciële organisaties
7%
6%
Toerisme en recreatie
7%
6%
Onderwijs
10%
9%
Gezondheidszorg
6%
7%
Welzijn
11%
12%
Overige sectoren
Veiligheid Totaal (N = 100%)
TABEL B1.7 FUNCTIES RESPONDENTEN. Percentage Eigenaar/directeur
17%
Managementfunctie
32%
Functie op het gebied van P&O/HRM
7%
Bestuurslid
8%
Andere functie
36%
Totaal (N=100%)
1.488
41
1%
1%
7.587
1.582
Bijlage 2 Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities De tabellen in deze bijlage zijn gebaseerd op de onderzoeksgegevens van de mbo-gediplomeerden die tijdens de uitvoering van het onderzoek ruim twee jaar zijn afgestudeerd. Voor de huidige monitor betreft dat gediplomeerden uit het schooljaar 2014/2015.
Gegevens over deze gediplomeerden worden vergeleken met de gegevens van gediplomeerden uit schooljaar 2010/2011 welke in 2013 zijn bevraagd en gediplomeerden uit schooljaar 2012/2013 welke in 2015 zijn bevraagd (i.e. de gegevens uit de voorgaande monitors).
43
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
Opleiding en vooropleiding TABEL B2.1A GEDIPLOMEERDEN MBO-OPLEIDINGEN SPORT EN BEWEGEN NAAR OPLEIDING/NIVEAU. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
Sport- en bewegingsbegeleider (niveau 2)
Opleiding
9%
16%
11%
Sport- en bewegingsleider (niveau 3)
15%
29%
29%
Sport- en bewegingscoördinator (niveau 4)
76%
55%
59%
Trainer/coach
9%
13%
14%
BOS-medewerker
19%
13%
14%
Bewegingsagoog
26%
17%
16%
Operationeel sport en bewegingsmanager
18%
12%
15%
-
-
-
Onbekend
5%
0%
1%
Totaal (N=100%)
280
423
340
Niveau 4 ‘oude stijl’
2014/2015 (AMMS18)
TABEL B2.1B GEDIPLOMEERDEN MBO-OPLEIDINGEN SPORT EN BEWEGEN NAAR VOOROPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Vmbo SDV
8%
7%
6%
21%
10%
5%
12%
6%
3%
Vmbo – theoretische leerweg
36%
39%
47%
5%
31%
53%
15%
31%
44%
Vmbo – gemengde leerweg Vmbo – kaderberoepsgerichte leerweg Vmbo – basisberoepsgerichte leerweg
Niveau 4
-
-
-
0%
5%
6%
3%
4%
6%
20%
22%
16%
18%
19%
13%
9%
21%
13%
-
-
-
35%
8%
1%
39%
6%
3%
20%
10%
4%
5%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
Mavo
0%
5%
4%
5%
7%
6%
3%
10%
8%
Havo
0%
7%
12%
1%
8%
8%
3%
11%
14%
Vwo
0%
0%
1%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
Mbo
4%
7%
5%
6%
8%
4%
12%
8%
4%
Anders
12%
2%
5%
3%
3%
4%
3%
2%
2%
25
41
214
68
122
233
33
99
201
Vmbo overig Vbo
44
Bijlage 2 • Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities
Uitstroombestemming TABEL B2.2 UITSTROOMBESTEMMING NA TWEE JAAR. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Arbeidsmarkt
64%
71%
49%
72%
69%
44%
58%
72%
50%
- Direct naar arbeidsmarkt
32%
27%
35%
40%
38%
32%
26%
32%
39%
- Na vervolgopleiding met diploma
20%
39%
4%
28%
27%
1%
21%
32%
2%
- Na vervolgopleiding zonder diploma
12%
5%
10%
3%
3%
11%
11%
8%
9%
Vervolgopleiding
36%
29%
51%
28%
31%
56%
42%
28%
50%
Totaal (N=100%)
25
41
214
67
121
227
38
95
191
TABEL B2.3 VERVOLGOPLEIDINGEN NA HET BEHALEN VAN DIPLOMA INITIËLE MBO-OPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
S&b mbo niveau 3
41%
-
-
54%
-
-
44%
-
-
S&b mbo niveau 4
41%
87%
-
18%
68%
-
15%
66%
-
Ander type mbo-opleiding
18%
7%
4%
23%
15%
5%
30%
21%
1% 24%
ALO
-
-
20%
-
-
18%
-
-
Andere s&b-hbo-opleiding
-
-
17%
-
1%
24%
-
-
14%
Ander type hbo-opleiding
-
-
48%
-
7%
42%
-
4%
40%
Anders
-
7%
11%
5%
8%
12%
11%
8%
22%
Totaal (N=100%)
17
30
140
39
75
153
27
71
123
TABEL B2.4A OVERZICHT HUIDIGE SITUATIE RESPONDENTEN NAAR WEL/NIET VERVOLGOPLEIDING.* 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
A
B
C
A
B
C
A
B
C
Baan
70%
94%
83%
88%
91%
89%
77%
92%
85%
- Sportbaan
39%
58%
49%
47%
51%
49%
35%
55%
46%
- Andere baan
31%
36%
34%
41%
40%
40%
42%
37%
39%
Geen baan
30%
6%
17%
12%
9%
10%
23%
8%
15%
- Werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
4%
6%
5%
6%
5%
5%
- Niet werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
8%
3%
5%
17%
3%
9%
Totaal (N=100%)
131
149
280
185
230
415
139
184
323
* A: IN VERVOLGOPLEIDING, B: NIET IN VERVOLGOPLEIDING, C: TOTAAL.
45
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B2.4B OVERZICHT HUIDIGE SITUATIE RESPONDENTEN NAAR NIVEAU. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Baan
20%
22%
36%
22%
29%
50%
29%
22%
39%
- Sportbaan
12%
5%
21%
13%
12%
28%
16%
7%
19%
- Andere baan
8%
17%
14%
9%
17%
22%
13%
15%
20%
Geen baan
16%
7%
15%
7%
2%
6%
13%
6%
11%
Werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
6%
0%
1%
5%
1%
3%
Niet werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
1%
2%
5%
8%
5%
8%
In vervolgopleiding
Niet in vervolgopleiding Baan
56%
66%
46%
56%
61%
43%
39%
67%
48%
Sportbaan
32%
32%
30%
15%
40%
26%
18%
49%
25%
Andere baan
24%
34%
16%
41%
21%
17%
21%
18%
23%
Geen baan
8%
5%
2%
15%
7%
1%
18%
4%
2%
Werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
12%
4%
0%
10%
4%
0%
Niet werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
3%
3%
0%
8%
-
2%
Totaal (N=100%)
25
41
214
68
121
228
38
94
191
Loopbaangeschiedenis TABEL B2.5 BANEN SINDS AFSTUDEREN OORSPRONKELIJKE STUDIE, TOTALE RESPONSGROEP – MBO. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Geen baan
20%
7%
11%
6%
5%
2%
16%
-
5%
Eén baan
36%
27%
23%
42%
37%
32%
18%
31%
21%
Twee banen
16%
37%
24%
24%
32%
32%
18%
36%
31%
Drie banen
20%
15%
24%
12%
16%
19%
29%
18%
23%
Vier banen of meer
8%
15%
18%
16%
11%
14%
18%
14%
20%
Minimaal één sportgerelateerde baan*
65%
53%
76%
40%
63%
71%
56%
77%
69%
Totaal aantal respondenten (N=100%)
25
41
214
67
122
229
38
99
199
Totaal aantal banen
44
89
496
133
239
506
88
224
488
70%
57%
61%
28%
49%
54%
34%
51%
49%
Percentage sportgerelateerde banen
* PERCENTAGE IS BEREKEND TEN OPZICHTE VAN HET AANTAL RESPONDENTEN MET EEN BAAN.
46
Niveau 4
Bijlage 2 • Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities
Banen en functies TABEL B2.6A OVERZICHT ACTIVITEIT RESPONDENTEN DIE NU GEEN SPORTGERELATEERDE BAAN HEBBEN.* 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
A
B
C
A
B
C
A
B
C
Nooit werk gehad
34%
8%
22%
8%
6%
7%
11%
6%
9% 54%
Nooit sportwerk gehad
36%
65%
49%
64%
67%
66%
51%
56%
Sportwerk gehad, nu geen baan
11%
3%
8%
7%
8%
8%
17%
8%
13%
Sportwerk gehad, nu ander werk
19%
24%
21%
20%
19%
20%
21%
29%
25%
Totaal (N=100%)
115
70
185
98
114
212
90
85
175
* A: IN VERVOLGOPLEIDING, B: NIET IN VERVOLGOPLEIDING, C: TOTAAL.
TABEL B2.6B REDENEN VAN DE KEUZE VOOR EEN NIET-SPORTGERELATEERDE BAAN (VOOR RESPONDENTEN DIE OOIT SPORTGERELATEERD WERK HEBBEN GEDAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Meer loon huidige baan
Redenen
20%
22%
22%
Meer uren huidige baan (of volledige aanstelling)
18%
12%
15%
Regelmatigere werktijden huidige baan
9%
8%
9%
Geen sportgerelateerde baan gevonden
29%
22%
15%
Huidige baan interessanter dan een baan in s&b-sector
16%
16%
22%
Andere reden
9%
22%
18%
Totaal (N=100%)
45*
51*
79*
* ER WAREN MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
47
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B2.7 AANTAL BANEN EN VERDELING NAAR SPORT- EN NIET-SPORTBANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN BAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Eén baan
84%
83%
72%
68%
71%
61%
32%
54%
59%
Uitsluitend één sportbaan
42%
26%
38%
8%
34%
25%
0%
23%
18%
Uitsluitend één andere baan
42%
57%
34%
60%
37%
36%
32%
31%
41% 27%
Twee banen
11%
14%
20%
33%
27%
30%
32%
33%
Uitsluitend twee sportbanen
11%
9%
9%
15%
9%
8%
9%
10%
8%
Eén sportbaan en één andere baan
0%
3%
9%
12%
12%
17%
14%
19%
12%
Uitsluitend twee andere banen
0%
3%
3%
6%
6%
5%
9%
5%
7%
Meer dan twee banen
5%
3%
8%
0%
3%
10%
36%
12%
14%
Eén sportbaan en twee of meer andere banen
0%
0%
1%
-
1%
2%
14%
6%
3%
Twee of meer sportbanen en één andere baan
0%
3%
4%
-
1%
3%
14%
4%
5%
Twee of meer sportbanen plus meerdere andere banen
0%
0%
1%
-
-
1%
5%
2%
4%
Uitsluitend meer dan twee sportbanen
5%
0%
2%
-
1%
4%
0%
0%
2%
Uitsluitend meer dan twee andere banen
0%
0%
0%
-
-
1%
5%
0%
1%
Totaal (N=100%)
19
35
175
52
109
211
22
81
152
TABEL B2.8A OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
<9 uur per week
36%
21%
34%
23%
22%
39%
17%
17%
23%
9-16 uur per week
27%
7%
26%
39%
15%
27%
42%
15%
16%
17-24 uur per week
-
14%
8%
-
11%
11%
25%
13%
11%
25-32 uur per week
9%
43%
14%
23%
20%
9%
8%
30%
14%
> 32 uur per week
27%
14%
19%
15%
32%
15%
8%
26%
36%
Totaal aantal sportbanen*
15
18
133
18
67
153
19
64
111
Totaal aantal uren
192
314
1.837
252
1.246
1.810
201
1.364
2.037
Totaal aantal personen
11
14
104
13
54
113
12
54
81
Gemiddeld aantal uren per sportbaan
13
17
14
14
19
12
11
21
18
Gemiddeld aantal uren in sportbanen per persoon
17
22
18
19
23
16
17
25
25
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
48
Bijlage 2 • Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B2.8B OMVANG ALLE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
<9 uur per week
36%
14%
25%
8%
19%
23%
-
9%
Niveau 4 11%
9-16 uur per week
27%
7%
30%
31%
7%
27%
25%
6%
10% 16%
17-24 uur per week
-
21%
8%
15%
13%
13%
42%
13%
25-32 uur per week
9%
43%
15%
23%
20%
12%
17%
30%
15%
> 32 uur per week
27%
14%
22%
23%
41%
24%
17%
43%
48%
Totaal aantal banen*
15
20
160
22
79
201
37
96
161
Totaal aantal uren
192
334
2.039
322
1.463
2.340
281
1.785
2.498
Totaal aantal personen
11
14
104
13
54
113
12
54
81
Gemiddeld aantal uren per baan
13
17
13
15
19
12
8
19
16
Gemiddeld aantal uren in banen per persoon
17
24
20
25
27
21
23
33
31
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
TABEL B2.8C OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN) – UITSLUITEND RESPONDENTEN DIE MOMENTEEL GEEN OPLEIDING MEER VOLGEN. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
<9 uur per week
17%
9%
Niveau 4 8%
9-16 uur per week
33%
15%
10% 10%
17-24 uur per week
50%
15%
25-32 uur per week
0%
33%
18%
> 32 uur per week
0%
28%
53%
Totaal aantal sportgerelateerde banen*
9
57
65
Totaal aantal uren
92
1.255
1.548
Totaal aantal personen
6
46
49
Gemiddeld aantal uren per sportgerelateerde baan
10
22
24
Gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon
15
27
32
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
49
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B2.8D OMVANG ALLE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN) - UITSLUITEND RESPONDENTEN DIE MOMENTEEL GEEN OPLEIDING MEER VOLGEN. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
<9 uur per week
0%
0%
4%
9-16 uur per week
33%
4%
4%
17-24 uur per week
50%
15%
10%
25-32 uur per week
17%
33%
16%
> 32 uur per week
0%
48%
65%
Totaal aantal banen*
22
89
95
Totaal aantal uren
115
1.676
Totaal aantal personen
6
Niveau 4
1.773 46
49
Gemiddeld aantal uren per baan
5
19
19
Gemiddeld aantal uren in banen per persoon
19
36
36
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
TABEL B2.9A DIENSTVERBANDEN VAN DE SPORTGERELATEERDE BANEN (MET DE MEESTE UREN).* 2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Vast contract
38%
43%
35%
8%
54%
49%
Tijdelijk contract
38%
28%
30%
50%
24%
23%
Oproepkracht
25%
15%
18%
33%
7%
14%
Uitzendkracht (vanuit uitzendbureau)
0%
3%
2%
8%
-
3%
Gedetacheerd
0%
2%
0%
-
2%
1%
Eigen bedrijf
0%
0%
4%
-
-
5%
Zzp’er
0%
3%
3%
-
9%
4%
Anders
0%
7%
8%
-
4%
1%
Totaal (N=100%)
16
61
119
12
54
81
* NIET GEVRAAGD IN AMMS13.
50
Niveau 4
Bijlage 2 • Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B2.9B DIENSTVERBANDEN ALLE (SPORTGERELATEERDE) BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN, GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN).* Alle sportgerelateerde banen
Alle banen
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Vast contract
17%
57%
54%
33%
59%
60%
Tijdelijk contract
50%
28%
31%
58%
35%
37%
Oproepkracht
50%
11%
19%
50%
13%
23%
Uitzendkracht (vanuit uitzendbureau)
5%
8%
-
4%
8%
-
Gedetacheerd
-
2%
1%
-
2%
1%
Eigen bedrijf
-
2%
5%
-
4%
5%
Zzp’er
-
9%
10%
-
9%
10%
Anders
-
6%
5%
-
6%
6%
N
12
54
81
12
54
81
* ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR AMMS18, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT. TABEL B2.10A FUNCTIEBENAMINGEN (SPORTBAAN MET MEESTE UREN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Sportinstructeur (bijvoorbeeld fitnessinstructeur)
36%
27%
32%
29%
29%
22%
33%
24%
22%
Trainer/coach
9%
13%
15%
24%
24%
23%
17%
11%
15%
Combinatiefunctionaris
9%
7%
13%
-
15%
5%
8%
11%
9%
Sport- en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
9%
-
6%
6%
3%
7%
8%
13%
5%
-
-
1%
-
2%
1%
-
-
1%
Overige sportgerelateerde docent
Docent Lichamelijke Opvoeding/leraar bewegingsonderwijs
9%
-
-
-
-
1%
-
7%
4%
(Allround) zwembadmedewerker/instructeur
9%
40%
6%
24%
3%
9%
17%
13%
15%
Toezichthoudende zwembadmedewerker
-
-
3%
-
-
3%
8%
-
1%
Sportopbouwwerker, sportbuurtwerker
-
-
2%
-
-
-
-
-
-
Bewegingsagoog
-
-
5%
-
3%
6%
-
2%
3% 5%
Recreatiemedewerker BOS-medewerker (inclusief LOBOS) Manager (sport en bewegen)
-
-
3%
-
-
-
8%
-
9%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2%
-
2%
-
-
-
3%
Buurtsportcoach
-
-
-
-
-
1%
-
-
-
Eigenaar/directeur
-
-
-
-
-
3%
-
6%
3%
-
-
-
-
-
-
-
-
1%
Andere functiebenaming
Verenigingsmanager
9%
13%
13%
18%
19%
20%
-
13%
14%
Totaal (N=100%)
11
15
111
17
62
122
12
54
81
51
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B2.10B SECTOREN (SPORTBAAN MET MEESTE UREN) – GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN.* 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Sporteigen sector
82%
93%
85%
88%
79%
83%
83%
91%
76%
Toerisme en recreatie
9%
20%
16%
6%
6%
10%
8%
13%
23%
Veiligheid Gezondheidszorg
Niveau 4
-
-
4%
-
10%
1%
17%
6%
14%
18%
20%
19%
12%
17%
22%
17%
23%
33%
-
-
13%
6%
10%
14%
17%
13%
21%
Onderwijs
Welzijn
9%
-
11%
6%
6%
9%
17%
15%
20%
Een andere sector
18%
7%
13%
6%
2%
2%
-
8%
9%
11
15
112
17
63
121
12
53
80
N * TEKST ONTBREEKT.
TABEL B2.10C SECTOREN (SPORTBAAN MET MEESTE UREN) – GEPERCENTEERD OP SECTOR.* 2010/2011 (AMMS13)
Sporteigen sector Toerisme en recreatie
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
60%
72%
52%
71%
61%
57%
53%
54%
39%
7%
11%
10%
5%
5%
6%
5%
8%
12%
-
-
11%
-
6%
-
11%
3%
7%
13%
11%
8%
5%
8%
15%
11%
13%
17%
Veiligheid Gezondheidszorg
2012/2013 (AMMS15)
Niveau 2
Welzijn
-
-
6%
5%
7%
8%
11%
8%
11%
Onderwijs
7%
-
3%
5%
5%
7%
11%
9%
10%
Een andere sector
13%
6%
9%
10%
9%
7%
0%
4%
4%
15
18
177
21
87
177
19
89
156
N (sectoren)
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
52
Bijlage 2 • Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B2.11A FUNCTIEBENAMINGEN (ALLE SPORTBANEN) – GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN.* 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Sportinstructeur (bijvoorbeeld fitnessinstructeur)
50%
28%
28%
Trainer/coach
25%
15%
23%
Combinatiefunctionaris
8%
11%
9%
Sport- en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
8%
20%
7%
-
-
1%
Overige sportgerelateerde docent
8%
7%
4%
(Allround) zwembadmedewerker/instructeur
25%
15%
17%
Toezichthoudende zwembadmedewerker
8%
-
1%
-
4%
4%
8%
-
7%
-
-
3%
Docent Lichamelijke Opvoeding/leraar bewegingsonderwijs
Bewegingsagoog Recreatiemedewerker Manager (sport en bewegen)
Niveau 4
Buurtsportcoach
-
-
1%
Eigenaar/directeur
-
6%
4%
Verenigingsmanager
-
-
1%
Verenigingsondersteuner
-
-
1%
Projectmedewerker
-
2%
-
Andere functiebenaming
8%
15%
19%
N
12
54
81
* ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR AMMS18, ER ZIJN RESPONDENTEN MET MEER DAN ÉÉN BAAN; TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
TABEL B2.11B SECTOREN (ALLE SPORTBANEN) – GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN.* 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Sporteigen sector
92%
94%
Niveau 4 84%
Toerisme en recreatie
17%
17%
28%
Veiligheid
17%
6%
14%
Gezondheidszorg
25%
25%
36%
Welzijn
17%
15%
25%
Onderwijs
17%
17%
23%
Een andere sector
-
8%
9%
N
12
53
80
* ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR AMMS18 (MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK).
53
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
Opleidingseisen TABEL B2.12 OPLEIDINGSEISEN VOOR SPORTGERELATEERDE BANEN. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
S&b-opleiding onder mbo-niveau
27%
20%
8%
6%
13%
12%
8%
16%
9%
Mbo-niveau
45%
47%
59%
53%
52%
49%
46%
33%
51%
Hbo-niveau
Niveau 4
-
-
2%
12%
2%
6%
0%
4%
5%
Bonds- en brancheopleidingen
9%
-
15%
12%
8%
14%
8%
12%
13%
Geen opleidingseisen
9%
-
6%
6%
11%
10%
15%
14%
10%
-
-
-
-
7%
3%
15%
14%
5%
Anders
9%
33%
10%
12%
8%
7%
8%
6%
6%
Totaal (N=100%)
11
15
111
17
62
121
13
49
77
Onbekend
Kenmerken periodes zonder werk TABEL B2.13 PERIODE NA AFSTUDEREN ZONDER BETAALDE BAAN EN OPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13) Sinds afstuderen…
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
… niet voorgekomen
76%
66%
81%
65%
67%
83%
81%
81%
82%
… één keer voorgekomen
20%
24%
14%
24%
28%
13%
15%
17%
16%
… twee keer voorgekomen
-
2%
2%
3%
2%
3%
4%
1%
1%
… meer dan twee keer voorgekomen
4%
7%
3%
8%
4%
1%
0%
1%
1%
Totaal (N=100%)
25
41
212
62
114
216
26
89
168
TABEL B2.14 REDENEN VOOR PERIODE NA AFSTUDEREN ZONDER BETAALDE BAAN EN OPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Ik kon geen werk vinden op het gebied van sport en bewegen
44%
31%
43%
42%
41%
30%
47%
38%
30%
Ik kon überhaupt geen werk vinden
33%
38%
31%
30%
31%
38%
13%
29%
14%
Langdurige ziekte
22%
-
2%
9%
10%
6%
0%
8%
9%
-
-
-
-
Zwangerschap
-
Zorg voor kleine kinderen
-
6%
-
-
-
-
Tijdelijke sportgerelateerde aanstelling liep af
-
6%
2%
3%
4%
9%
0%
4%
4%
Andere redenen
-
19%
22%
15%
14%
17%
40%
21%
43%
Totaal* (N=100%)
9
16
49
33
49
47
15
24
56
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
54
Bijlage 2 • Tabellen mbo: ontwikkeling intredeposities
Stage TABEL B2.15A STAGE BIJ (OUD-)WERKGEVER(S). 2014/2015 (AMMS18) Eén baan (gehad)
Twee banen (gehad)
Meer dan twee banen (gehad)
Bij nul werkgevers
67%
42%
29%
Totaal 37%
Bij één werkgever
33%
28%
37%
33%
Bij twee werkgevers
0%
14%
17%
15%
Bij meer dan twee werkgevers
0%
15%
17%
15%
Totaal (N=100%)
12
85
100
197
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Totaal
Bij nul werkgevers
22%
30%
42%
37%
Bij één werkgever
39%
41%
29%
33%
TABEL B2.15B STAGE BIJ (OUD-)WERKGEVER(S). 2014/2015 (AMMS18)
Bij twee werkgevers
11%
17%
14%
15%
Bij meer dan twee werkgevers
28%
13%
14%
15%
18
54
125
197
Totaal (N=100%)
55
De tabellen in deze bijlage zijn gebaseerd op de onderzoeksgegevens van de mbo-gediplomeerden die tijdens de uitvoering van het onderzoek ruim vier jaar zijn afgestudeerd. Voor de huidige monitor betreft dat gediplomeerden uit het schooljaar 2012/2013. De gegevens van dezelfde respondenten uit de vorige monitor (i.e. eerste meting) worden
Bijlage 3 Tabellen mbo: loopbaanontwikkeling naast de nieuwe gegevens (i.e. tweede meting) gepresenteerd. Op deze manier wordt de ontwikkeling van loopbanen in kaart gebracht. Percentages/aantallen betreffende de eerste meting staan steeds onder het kopje 2015 en de percentages/aantallen betreffende de tweede meting onder het kopje 2018.
Naast geaggregeerde tabellen bevat deze bijlage ook tabellen betreffende verschuivingen/migraties in/van loopbaanposities. In deze migratie-tabellen zijn voor de volledigheid de gegevens van de voorgaande monitors opgenomen, deze staan steeds onder de kopjes AMMS13 en AMMS15 en gaan
over respectievelijk de gediplomeerden van schooljaar 2008/2009 en 2010/2011 (i.e. de groepen die destijds vier jaar geleden zijn afgestudeerd). De nieuwe gegevens – over de 2012/2013-gediplomeerden – staan onder het kopje AMMS18.
TABEL B3.1 BANEN SINDS AFSTUDEREN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Geen baan
3%
0%
Eén baan
35%
24%
Twee banen
31%
32%
Drie banen
20%
21%
Vier banen of meer
12%
24%
Minimaal één baan
97%
100%
- Waarvan minimaal één sportgerelateerde baan
72%
75%
Totaal (N=100%)
101
101
57
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B3.2A ACTIVITEIT OP SPORTMARKT IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Wel actief op de Sportarbeidsmarkt
58%
58%
Niet actief op de Sportarbeidsmarkt: andere baan
33%
39%
Niet actief op de Sportarbeidsmarkt: geen baan
9%
3%
Totaal (N=100%)
101
101
TABEL B3.2B MIGRATIE (SPORT)ARBEIDSMARKT. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Sportarbeidsmarkt -> sportarbeidsmarkt
31%
48%
46%
Niet sportarbeidsmarkt -> niet sportarbeidsmarkt
35%
27%
29%
Niet sportarbeidsmarkt -> sportarbeidsmarkt
19%
18%
13%
Sportarbeidsmarkt -> niet sportarbeidsmarkt
15%
7%
13%
95
141
104
Geen verandering
Wel verandering
Totaal (N=100%)
Nota bene: de volgende tabellen gaan uitsluitend over respondenten die op beide meetmomenten een sportgerelateerde baan hebben. TABEL B3.4 OVERZICHT SECTOREN SPORTBAAN MET DE MEESTE UREN IN 2015 EN 2018.
TABEL B3.3 OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
2015
2018
0-8 uur per week
24%
11%
Sporteigen sector
87%
71%
9-16 uur per week
19%
8%
Toerisme en recreatie
4%
2%
17-24 uur per week
14%
19%
Gezondheidszorg
20%
33%
25-32 uur per week
14%
11%
Welzijn
22%
20%
> 32 uur per week
30%
51%
Onderwijs
9%
11%
47
53
Veiligheid
0%
0%
806
1.082
Een andere sector
4%
4%
37
37
N*
45
45
Totaal aantal sportgerelateerde banen* Totaal aantal uren Totaal aantal personen**
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TELT OP TOT MEER DAN 100Â PROCENT. Gemiddeld aantal uren per sportgerelateerde baan
17
20
Gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon
22
29
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN. ** NIET IEDEREEN HEEFT DE VRAGEN OVER HET AANTAL UREN INGEVULD.
58
Bijlage 3 â&#x20AC;¢ Tabellen mbo: loopbaanontwikkeling
TABEL B3.6 FUNCTIES SPORTBAAN MET MEESTE UREN IN 2015 EN 2018. TABEL B3.5 OPLEIDINGSEISEN VOOR SPORTBAAN MET MEESTE UREN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
S&b-opleiding onder mbo-niveau
14%
14%
Mbo-niveau
58%
30%
Hbo-niveau
7%
35%
Bonds- en brancheopleidingen
12%
12%
Geen opleidingseisen
5%
0%
Anders of onbekend
5%
9%
Totaal (N=100%)
43
43
2015
2018
Trainer/coach
33%
19%
Sport en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
7%
7%
Sportinstructeur
26%
9%
Docent LO
0%
9%
(Allround)zwembadmedewerker/instructeur
7%
5%
Fysiotherapeut
0%
12%
Bewegingsagoog
9%
7%
Buurtsportcoach
0%
5% 0%
Verenigingsondersteuner
2%
Verenigingsmanager
0%
5%
Manager s&b
0%
2%
Projectmedewerker/-leider
0%
2%
Eigenaar/directeur
5%
2%
Anders
12%
16%
43
43
Totaal (N=100%)* * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
TABEL B3.7A VERANDERING VAN DIENSTVERBAND SPORTBAAN MET MEESTE UREN. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Geen verandering aanstelling
73%
61%
47%
Wel verandering aanstelling
27%
39%
53%
33
31
43
Totaal (N=100%)
TABEL B3.7B OVERZICHT VERANDERINGEN DIENSTVERBAND SPORTBAAN MET MEESTE UREN (2015->2018). Percentage Tijdelijk contract -> vast contract
35%
Vast contract -> tijdelijk contract
26%
Oproepkracht -> tijdelijk contract
9%
Oproepkracht -> gedetacheerd
9%
Andere wisselingen
22%
Totaal (N=100%)
23
59
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B3.8 VERANDERING VAN ARBEIDSUREN IN SPORTBAAN/SPORTBANEN. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Geen verandering aantal uren
11%
14%
22%
Werkt meer uren
61%
63%
65%
Werkt minder uren
29%
23%
13%
28
56
37
Totaal (N=100%)
TABEL B3.9 MIGRATIE SPORTARBEIDSMARKT, VERANDERING VAN SECTOR. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Werkzaam in dezelfde sector
52%
41%
49%
Verandering van sector
48%
59%
51%
25
103
45
Totaal (N=100%) * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK. TABEL B3.10 VERANDERING VAN BEROEPSNIVEAU.
2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Zelfde beroepsniveau
44%
34%
35%
Ander beroepsniveau
56%
66%
65%
Hoger beroepsniveau - Van onder mbo-niveau naar mbo-niveau - Van onder mbo-niveau naar branche- of bondsniveau
1%
9%
5%
-
2%
2%
- Van onder mbo-niveau naar hbo-niveau
1%
-
-
- Van mbo- naar hbo-niveau
3%
11%
28%
- Van branche- of bondsniveau naar hbo-niveau
1%
5%
-
2%
4%
5%
-
2%
-
48%
33%
25%
27
44
43
Lager beroepsniveau -Van mbo-niveau naar onder mbo-niveau -Van hbo-niveau naar mbo-niveau
Andere verschuivingen Totaal (N=100%)
60
Bijlage 3 • Tabellen mbo: loopbaanontwikkeling
TABEL B3.11 VERANDERING BELANG VAN KERNTAKEN SPORTBAAN MET MEESTE UREN. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
56%
Belang van instructietaken (lesgeven, trainen) - Geen verandering in belang van deze kerntaak
39%
9%
- Kerntaak belangrijker geworden
39%
89%
16%
- Kerntaak minder belangrijk geworden
21%
2%
28%
42%
Belang van praktische, uitvoerende taken - Geen verandering in belang van deze kerntaak
46%
9%
- Kerntaak belangrijker geworden
21%
91%
28%
- Kerntaak minder belangrijk geworden
32%
0%
30%
Belang van opstellen c.q. adviseren over trainingsschema’s, behandelplannen, belastbaarheid, et cetera - Geen verandering in belang van deze kerntaak
14%
11%
33%
- Kerntaak belangrijker geworden
57%
75%
30%
- Kerntaak minder belangrijk geworden
29%
14%
37%
Belang van organisatorische taken - Geen verandering in belang van deze kerntaak
50%
6%
51%
- Kerntaak belangrijker geworden
29%
68%
26%
- Kerntaak minder belangrijk geworden
21%
16%
23%
28%
Belang van beleidstaken - Geen verandering in belang van deze kerntaak
25%
14%
- Kerntaak belangrijker geworden
50%
43%
33%
- Kerntaak minder belangrijk geworden
25%
43%
40%
Belang van managementtaken - Geen verandering in belang van deze kerntaak
39%
11%
30%
- Kerntaak belangrijker geworden
50%
34%
44%
- Kerntaak minder belangrijk geworden
11%
55%
26%
Totaal (N=100%)
28
44
43
61
Bijlage 4 Tabellen mbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties De onderzoeksgegevens met betrekking tot de bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties van de mbo-gediplomeerden afgestudeerd in schooljaar 2014/2015 zijn te vinden in de tabellen in deze bijlage. Gegevens over deze gediplomeerden worden
vergeleken met de gegevens van gediplomeerden uit schooljaar 2010/2011 welke in 2013 zijn bevraagd en gediplomeerden uit schooljaar 2012/2013 welke in 2015 zijn bevraagd (i.e. de gegevens uit de voorgaande monitors).
Bondsopleidingen TABEL B4.1 VOLGEN VAN BONDSOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
Volgt wel een bondsopleiding
16%
15%
12%
Volgt geen bondsopleiding
84%
85%
88%
Totaal (N=100%)
277
423
337
63
2014/2015 (AMMS18)
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B4.2 VOLGEN VAN BONDSOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Volgt wel een bondsopleiding
8%
9%
15%
12%
Volgt geen bondsopleiding
92%
92%
85%
88%
37
100
200
337
Totaal (N=100%)
Totaal
TABEL B4.3 SOORT BONDSOPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) Opleiding tot
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Totaal
Voetbaltrainer, -coach (KNVB)
0%
25%
33%
29%
Zwemonderwijzer, -instructeur (KNZB)
33%
0%
13%
12%
Tennistrainer (KNLTB)
0%
13%
13%
12%
Gymleider, -trainer (KNGU)
33%
13%
10%
12%
Arbiter/scheidsrechter
0%
25%
3%
7%
Skileraar
0%
0%
7%
5%
Buitensportinstructeur
33%
13%
0%
5%
Overig
0%
13%
20%
17%
3
8
30
41
Totaal (N=100%)
TABEL B4.4 STATUS VAN BONDSOPLEIDING VAN GEDIPLOMEERDEN VAN MBO-SPORTOPLEIDINGEN. Huidige status
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
Ben nog bezig met deze opleiding
10%
21%
2014/2015 (AMMS18) 12%
Opleiding met diploma afgerond
88%
75%
83%
Opleiding zonder diploma gestopt
2%
3%
5%
Totaal (N=100%)
42
61
41
TABEL B4.5 STATUS VAN BONDSOPLEIDING VAN GEDIPLOMEERDEN VAN HBO-SPORTOPLEIDINGEN, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Huidige status
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Ben nog bezig met deze opleiding
33%
12%
10%
12%
Opleiding met diploma afgerond
0%
88%
90%
83%
Opleiding zonder diploma gestopt
67%
0%
0%
5%
3
8
30
41
Totaal (N=100%)
64
Totaal
Bijlage 4 • Tabellen mbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties
Brancheopleidingen TABEL B4.6 VOLGEN VAN BRANCHEOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Volgt wel een brancheopleiding
13%
12%
9%*
Volgt geen brancheopleiding
87%
88%
91%
Totaal (N=100%)
276
418
337
* EEN DERDE HIERVAN BESTAAT UIT FITNESSOPLEIDINGEN (BIJVOORBEELD FITVAK A/B), DE REST TE DIVERS OM IN AFZONDERLIJKE TABEL TE TONEN. TABEL B4.7 VOLGEN VAN BRANCHEOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Volgt wel een brancheopleiding
11%
11%
7%
9%
Volgt geen brancheopleiding
89%
89%
93%
91%
37
100
200
337
Totaal (N=100%)
Totaal
TABEL B4.8 STATUS VAN BRANCHEOPLEIDING VAN GEDIPLOMEERDEN VAN MBO-SPORTOPLEIDINGEN. Huidige status
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Ben nog bezig met deze opleiding
54%
64%
50%
Opleiding met diploma afgerond
34%
36%
47%
Opleiding zonder diploma gestopt
12%
-
3%
35
45
30
Totaal (N=100%)
Nevenfuncties TABEL B4.9 AANTAL NEVENFUNCTIES NA HET AFSTUDEREN VAN DE MBO-SPORTOPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Nul nevenfuncties
39%
49%
53%
Eén nevenfunctie
31%
29%
27%
Twee nevenfuncties
15%
14%
12%
Drie nevenfuncties
15%
8%
8%
Totaal (N=100%)
280
394
306
65
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B4.10 AANTAL NEVENFUNCTIES NA HET AFSTUDEREN VAN DE MBO-SPORTOPLEIDING, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Aantal nevenfuncties
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Totaal
Nul nevenfuncties
69%
52%
51%
53%
Eén nevenfunctie
19%
29%
28%
27%
Twee nevenfuncties
3%
10%
15%
12%
Drie nevenfuncties
9%
9%
7%
8%
Totaal (N=100%)
32
90
184
306
TABEL B4.11 SOORT CONTRACT BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE NA AFSTUDEREN MBO-SPORTOPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Soort contract Arbeidscontract
30%
13%
18%
Vrijwilligerscontract
33%
48%
47%
Geen contract
32%
37%
35%
Anders
5%
2%
1%
Vaste aanstelling
30%
26%
27%
Tijdelijke aanstelling
70%
74%
73%
Totaal (N=100%)
172
201
141
Indien contract, soort aanstelling
TABEL B4.12 SOORT CONTRACT BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE NA AFSTUDEREN MBO-SPORTOPLEIDING, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Totaal
Soort contract Arbeidscontract
30%
14%
18%
18%
Vrijwilligerscontract
40%
47%
48%
47%
Geen contract
30%
37%
34%
35%
Anders
0%
2%
0%
1%
Indien contract, soort aanstelling Vaste aanstelling
43%
20%
28%
27%
Tijdelijke aanstelling
57%
80%
72%
73%
10
43
88
141
Totaal (N=100%)
66
Bijlage 4 â&#x20AC;¢ Tabellen mbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties
TABEL B4.13 AANTAL UREN PER WEEK WERKZAAM IN BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
Minder dan 5 uur per week
41%
50%
2014/2015 (AMMS18) 37%
Tussen de 5 en 10 uur per week
46%
41%
50%
Meer dan 10 uur per week
13%
9%
13%
Totaal (N=100%)
165
192
133
Totaal
TABEL B4.14 AANTAL UREN PER WEEK WERKZAAM IN BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Minder dan 5 uur per week
10%
44%
37%
37%
Tussen de 5 en 10 uur per week
80%
49%
48%
50%
Meer dan 10 uur per week
10%
7%
16%
13%
10
41
82
133
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
11%
12%
11%
Baancommissaris
-
1%
-
Trainer of coach
57%
69%
66%
Bestuursfunctie
2%
3%
3%
Commissiewerk
4%
5%
6%
Totaal (N=100%) TABEL B4.15 TYPE FUNCTIE EN TAKEN NEVENFUNCTIES. Scheidsrechter
Overige
26%
12%
14%
Totaal (N=100%)
208*
196*
141*
Totaal
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
TABEL B4.16 TYPE FUNCTIE EN TAKEN NEVENFUNCTIES, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Scheidsrechter
10%
19%
8%
11%
Trainer of coach
90%
67%
63%
66%
Bestuursfunctie
0%
0%
4%
3%
Commissiewerk
0%
2%
8%
6%
Overige
0%
12%
17%
14%
Totaal (N=100%)
10*
42*
89*
141*
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
67
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B4.17 HUIDIGE SITUATIE BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Momenteel werkzaam in belangrijkste nevenfunctie Nog wel werkzaam in nevenfunctie
60%
51%
52%
Niet meer werkzaam in nevenfunctie
40%
49%
48%
Indien niet meer werkzaam, hoelang in functie gewerkt Maximaal 12 maanden
51%
52%
48%
13-24 maanden
20%
22%
25%
Meer dan 24 maanden
29%
26%
27%
Totaal (N=100%)
171
195
141
TABEL B4.18 HUIDIGE SITUATIE BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE, UITGESPLITST NAAR NIVEAU. 2014/2015 (AMMS18) Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Totaal
Momenteel werkzaam in belangrijkste nevenfunctie Nog wel werkzaam in nevenfunctie
60%
57%
48%
52%
Niet meer werkzaam in nevenfunctie
40%
43%
52%
48%
Maximaal 12 maanden
25%
61%
44%
48%
13-24 maanden
50%
17%
27%
25%
Meer dan 24 maanden
25%
22%
29%
27%
10
42
89
141
Indien niet meer werkzaam, hoelang in functie gewerkt
Totaal (N=100%)
68
Bijlage 4 â&#x20AC;˘ Tabellen mbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties
69
Bijlage 5 Tabellen hbo: ontwikkeling intredeposities De navolgende tabellen zijn gebaseerd op de onderzoeksgegevens van de hbo-gediplomeerden die tijdens de uitvoering van het onderzoek ruim twee jaar zijn afgestudeerd.
Voor de huidige monitor betreft dat gediplomeerden uit het schooljaar 2014/2015. Gegevens over deze gediplomeerden worden vergeleken met de gegevens van gediplomeerden
uit schooljaar 2010/2011 welke in 2013 zijn bevraagd en gediplomeerden uit schooljaar 2012/2013 welke in 2015 zijn bevraagd (i.e. de gegevens uit de voorgaande monitors).
Opleiding en vooropleiding TABEL B5.1A GEDIPLOMEERDEN HBO-SPORTOPLEIDINGEN NAAR OPLEIDING. Opleiding
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
52%
39%
50%
-
-
50%
Sport Gezondheid en Management (SGM)
34%
16%
-
Sport Management en Ondernemen
3%
8%
-
Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding (ALO) Sportkunde
Sport- en BewegingsEducatie (SBE) Sport en Bewegen Psychomotorische Therapie (PMT), Bewegingsagogiek
-
11%
-
5%
15%
-
-
11%
-
Andere hbo-sportopleiding
6%
-
-
Totaal (N=100%)
227
380
270
71
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B5.1B GEDIPLOMEERDEN HBO-SPORTOPLEIDINGEN NAAR HOGESCHOOL. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
LO
Sportkunde
Totaal
Hanze Hogeschool
29%
30%
30%
5%
16%
12%
11%
37%
24%
Hogeschool Windesheim
5%
1%
4%
31%
25%
27%
9%
-
4%
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
28%
39%
33%
8%
22%
16%
19%
3%
11%
Fontys Sporthogeschool
31%
38%
18%
30%
10%
6%
8%
40%
21%
Haagse Hogeschool
-
11%
5%
28%
8%
16%
7%
8%
8%
Hogeschool van Amsterdam
-
-
-
18%
13%
15%
13%
12%
13%
Inholland
-
-
-
-
10%
6%
-
8%
4%
Hogeschool Zeeland
-
-
-
-
10%
5%
128
99
227
135
135
270
Totaal (N=100%)
149
231
380
TABEL B5.1C GEDIPLOMEERDEN NAAR VOOROPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Havo
Opleiding
45%
55%
54%
Vwo
13%
16%
18%
Mbo CIOS/Sport en bewegen
33%
19%
19%
Mbo overig
4%
4%
6%
Anders
5%
6%
3%
-
-
< 1%
227
380
270
Onbekend Totaal (N=100%)
Uitstroombestemming TABEL B5.2 UITSTROOMBESTEMMING NA TWEE JAAR. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
ALO
Overig
LO
Sportkunde
Arbeidsmarkt
75%
86%
88%
86%
84%
85%
- Direct naar arbeidsmarkt
66%
75%
79%
76%
76%
71%
- Na vervolgopleiding met diploma
5%
10%
6%
8%
7%
11%
- Na vervolgopleiding zonder diploma
4%
1%
3%
1%
1%
3%
Vervolgopleiding
25%
14%
12%
14%
16%
15%
Totaal (N=100%)
128
99
149
229
121
128
72
Bijlage 5 â&#x20AC;¢ Tabellen hbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B5.3 SOORT VERVOLGOPLEIDING, NIVEAU EN INTENSITEIT VAN GEDIPLOMEERDEN DIE VERDER LEREN. 2010/2011 (AMMS13) ALO
Overig
2012/2013 (AMMS15) Totaal
ALO
2014/2015 (AMMS18)
Overig
Totaal
ALO
Sportkunde
Totaal
Soort vervolgopleiding Sportgerelateerde opleiding
28%
56%
38%
16%
41%
32%
19%
32%
26%
Andere vervolgopleiding*
72%
44%
62%
84%
59%
68%
81%
68%
74%
Niveau Bachelor/hbo
37%
40%
38%
45%
37%
40%
69%
43%
55%
Master/wo
51%
40%
47%
48%
56%
53%
22%
38%
30%
Onbekend
12%
20%
15%
7%
7%
7%
9%
19%
14%
Intensiteit Voltijd
53%
56%
54%
48%
63%
58%
28%
68%
49%
Deeltijd
42%
32%
38%
48%
28%
35%
63%
22%
41%
Duaal
2%
8%
4%
3%
9%
7%
6%
11%
9%
Onbekend
2%
4%
3%
-
-
-
3%
-
1%
Totaal (N=100%)
43
25
68
31
54
85
32
37
69
* VAAK GENOEMD: PABO, PSYCHOLOGIE EN ONDERWIJSKUNDE.
TABEL B5.4A OVERZICHT HUIDIGE SITUATIE RESPONDENTEN NAAR VERVOLGOPLEIDING.* 2010/2011 (AMMS13)
Baan
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
A
B
C
A
B
C
A
B
C
83%
93%
91%
86%
95%
94%
79%
97%
94%
- Sportgerelateerde baan
59%
70%
68%
48%
71%
68%
37%
69%
64%
- Andere baan
24%
23%
23%
38%
24%
26%
42%
28%
30%
Geen baan
17%
7%
9%
14%
5%
6%
21%
3%
6%
- Werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
6%
4%
4%
11%
3%
4%
- Niet werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
8%
1%
2%
11%
-
2%
Totaal (N=100%)
46
181
227
50
321
371
38
211
249
* A: IN VERVOLGOPLEIDING, B: NIET IN VERVOLGOPLEIDING, C: TOTAAL.
73
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B5.4B OVERZICHT HUIDIGE SITUATIE RESPONDENTEN NAAR NIVEAU. 2010/2011 (AMMS13) ALO
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
ALO
Sportkunde
Totaal
In vervolgopleiding Baan
26%
15%
21%
11%
13%
12%
12%
12%
12%
- Sportgerelateerde baan
21%
8%
15%
8%
6%
6%
7%
4%
6%
- Andere baan
5%
7%
6%
3%
7%
5%
5%
8%
6%
Geen baan
7%
1%
4%
2%
2%
2%
3%
3%
3%
- Werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
1%
0%
1%
2%
1%
2%
- Niet werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
1%
1%
1%
1%
2%
2%
Niet in vervolgopleiding Baan
94%
93%
93%
92%
80%
82%
83%
80%
82%
- Sportgerelateerde baan
85%
53%
70%
86%
50%
62%
72%
45%
58%
- Andere baan
8%
40%
23%
7%
30%
20%
12%
35%
24%
Geen baan
6%
7%
7%
2%
6%
4%
1%
5%
3%
- Werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
1%
5%
3%
1%
5%
3%
- Niet werkzoekend
n.b.
n.b.
n.b.
1%
1%
1%
-
-
-
Totaal (N=100%)
128
99
227
148
223
371
121
128
249
Loopbaangeschiedenis TABEL B5.5 BANEN SINDS AFSTUDEREN OORSPRONKELIJKE STUDIE, TOTALE RESPONSGROEP. 2010/2011 (AMMS13) Banen
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
LO
Sportkunde
Geen baan
6%
1%
4%
1%
2%
2%
1%
1%
Totaal 1%
Eén baan
15%
25%
19%
26%
27%
27%
18%
25%
22% 33%
Twee banen
25%
37%
30%
26%
30%
28%
28%
38%
Drie banen
23%
18%
21%
14%
20%
18%
18%
16%
17%
Vier banen of meer
30%
18%
25%
32%
21%
25%
35%
19%
27% 79%
Minimaal een sportgerelateerde baan*
92%
64%
79%
93%
71%
80%
92%
66%
Totaal (N=100%)
128
99
227
148
228
376
136
134
270
Totaal aantal banen
378
237
615
436
571
1.007
426
324
750
Percentage sportgerelateerde banen
79%
54%
69%
80%
51%
63%
78%
48%
65%
* PERCENTAGE IS BEREKEND TEN OPZICHTE VAN HET AANTAL RESPONDENTEN MET EEN BAAN.
74
Bijlage 5 â&#x20AC;¢ Tabellen hbo: ontwikkeling intredeposities
Banen en functies TABEL B5.6A OVERZICHT ACTIVITEIT RESPONDENTEN DIE NIET ACTIEF OP SPORTMARKT ZIJN.* 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
A
B
C
A
B
C
A
B
C
Nooit werk gehad
37%
4%
12%
15%
3%
6%
8%
0%
2%
Nooit sportwerk gehad
58%
63%
62%
46%
62%
58%
60%
61%
60%
Sportgerelateerd werk gehad, nu geen baan
0%
13%
10%
8%
11%
10%
12%
9%
10%
Sportgerelateerd werk gehad, nu ander werk
5%
20%
16%
31%
24%
25%
20%
30%
27%
Totaal (N=100%)
19
54
73
26
92
118
25
66
91
* A: IN VERVOLGOPLEIDING, B: NIET IN VERVOLGOPLEIDING, C: TOTAAL. TABEL B5.6B REDENEN VAN DE KEUZE VOOR EEN NIET-SPORTGERELATEERDE BAAN (VOOR RESPONDENTEN DIE OOIT SPORTGERELATEERD WERK HEBBEN GEDAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Meer loon huidige baan
29%
6%
13%
-
9%
Meer uren huidige baan (of volledige aanstelling)
14%
19%
17%
17%
9%
2014/2015 (AMMS18)
Totaal
ALO
Sportkunde
8%
6%
21%
Totaal 16%
11%
6%
12%
10%
Regelmatigere werktijden huidige baan
-
6%
4%
-
-
-
-
12%
8%
Geen sportgerelateerde baan gevonden
43%
44%
43%
83%
63%
66%
41%
24%
29%
-
6%
4%
-
9%
8%
24%
12%
16%
Andere reden
-
3%
17%
-
9%
8%
24%
21%
22%
Totaal (N=100%)*
7
16
23
6
32
38
17
34
51
Huidige baan interessanter dan een baan in de sector sport en bewegen
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
75
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B5.7 AANTAL BANEN EN VERDELING NAAR SPORT- EN NIET-SPORTBANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN BAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Eén baan
72%
77%
74%
56%
64%
60%
57%
68%
Totaal 63%
Uitsluitend één sportbaan
62%
35%
50%
47%
29%
36%
39%
25%
32%
Uitsluitend één andere baan
10%
42%
24%
9%
35%
24%
18%
43%
31%
Twee banen
23%
18%
21%
31%
30%
29%
32%
23%
28%
Uitsluitend twee sportbanen
18%
9%
14%
23%
12%
16%
17%
10%
13%
Eén sportbaan en één andere baan
3%
9%
6%
7%
13%
10%
15%
10%
13%
Uitsluitend twee andere banen
2%
0%
1%
1%
5%
3%
0%
3%
2%
Meer dan twee banen
5%
5%
4%
14%
5%
9%
12%
8%
10%
Eén sportbaan en twee of meer andere banen
1%
1%
1%
4%
1%
2%
2%
2%
2%
Twee of meer sportbanen en één andere baan
3%
1%
2%
3%
1%
2%
6%
4%
5%
Twee of meer sportbanen plus meerdere andere banen
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
Uitsluitend meer dan twee sportbanen
0%
2%
1%
7%
3%
5%
4%
1%
3%
Uitsluitend meer dan twee andere banen
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Totaal (N=100%)
115
92
207
140
206
346
114
115
229
TABEL B5.8A OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
LO
Sportkunde
Totaal
<9 uur per week
6%
13%
8%
7%
7%
7%
8%
9%
8%
9-16 uur per week
9%
13%
10%
8%
11%
10%
10%
8%
9%
17-24 uur per week
12%
8%
11%
19%
23%
21%
11%
8%
10%
25-32 uur per week
30%
17%
26%
23%
17%
20%
23%
19%
21%
> 32 uur per week
43%
50%
45%
43%
42%
43%
48%
56%
51%
Totaal aantal sportgerelateerde banen*
126
61
187
156
147
303
135
88
223
2.933
1.379
4.312
3.142
3.125
6.267
3.213
2.096
5.309
Totaal aantal personen
Totaal aantal uren
100
48
148
106
108
214
106
64
170
Gemiddeld aantal uren per sportgerelateerde baan
23
23
23
20
21
21
24
24
24
Gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon
29
29
29
30
29
29
30
33
31
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
76
Bijlage 5 • Tabellen hbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B5.8B OMVANG ALLE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
LO
Sportkunde
Totaal
<9 uur per week
4%
2%
3%
3%
1%
2%
2%
3%
2%
9-16 uur per week
5%
19%
9%
6%
9%
7%
4%
6%
5%
17-24 uur per week
13%
2%
9%
14%
20%
17%
10%
3%
8%
25-32 uur per week
29%
17%
25%
25%
19%
22%
25%
22%
24%
> 32 uur per week
49%
60%
53%
53%
50%
51%
58%
66%
61%
Totaal aantal banen*
138
71
209
179
173
352
162
110
272
Totaal aantal uren
3.084
1.527
4.611
3.446
3.466
6.912
3.701
2.386
6.087
Totaal aantal personen
100
48
148
106
108
214
106
64
170
Gemiddeld aantal uren per baan
22
22
22
19
20
20
23
22
22
Gemiddeld aantal uren in banen per persoon
31
32
31
33
32
32
35
37
36
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
TABEL B5.8C OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN) – UITSLUITEND RESPONDENTEN DIE MOMENTEEL GEEN OPLEIDING MEER VOLGEN. 2014/2015 (AMMS18) LO
Sportkunde
Totaal
<9 uur per week
3%
7%
5%
9-16 uur per week
11%
5%
8%
17-24 uur per week
12%
8%
10%
25-32 uur per week
23%
20%
22%
> 32 uur per week
51%
60%
55%
Totaal aantal sportgerelateerde banen*
120
83
203
2.971
2.059
5.030
Totaal aantal personen
Totaal aantal uren
94
60
154
Gemiddeld aantal uren per sportgerelateerde baan
25
25
25
Gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon
32
34
33
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
77
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B5.8D OMVANG ALLE BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN) – UITSLUITEND RESPONDENTEN DIE MOMENTEEL GEEN OPLEIDING MEER VOLGEN. 2014/2015 (AMMS18) LO
Sportkunde
<9 uur per week
0%
2%
Totaal 1%
9-16 uur per week
3%
3%
3%
17-24 uur per week
7%
3%
6%
25-32 uur per week
27%
23%
25%
> 32 uur per week
63%
68%
65%
Totaal aantal banen*
143
101
244
3.375
2.295
5.670
94
60
154
Gemiddeld aantal uren per baan
24
23
23
Gemiddeld aantal uren in banen per persoon
36
38
37
Totaal aantal uren Totaal aantal personen
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
TABEL B5.9A DIENSTVERBANDEN VAN DE SPORTGERELATEERDE BANEN (MET DE MEESTE UREN).* 2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Vast contract
49%
38%
44%
59%
38%
Totaal 51%
Tijdelijk contract
44%
44%
44%
31%
38%
34% 2%
Oproepkracht
-
6%
3%
2%
3%
Uitzendkracht (vanuit uitzendbureau)
-
2%
1%
1%
-
1%
2%
-
1%
3%
2%
2%
-
4%
2%
-
13%
5%
4%
5%
5%
2%
8%
4%
Gedetacheerd Eigen bedrijf Zzp’er Anders
1%
1%
1%
2%
-
1%
Totaal (N=100%)
122
114
236
106
64
170
* NIET GEVRAAGD IN AMMS13.
78
Bijlage 5 • Tabellen hbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B5.9B DIENSTVERBANDEN ALLE (SPORTGERELATEERDE) BANEN (GEDIPLOMEERDEN MET MINSTENS ÉÉN SPORTBAAN, GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN).* Alle sportgerelateerde banen
Alle banen
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Vast contract
62%
41%
54%
65%
41%
Totaal 56%
Tijdelijk contract
39%
38%
39%
45%
44%
45%
Oproepkracht
5%
9%
6%
7%
13%
9%
Uitzendkracht (vanuit uitzendbureau)
1%
2%
1%
2%
3%
2%
Gedetacheerd
4%
3%
4%
4%
5%
4%
Eigen bedrijf
-
13%
5%
1%
13%
5%
4%
11%
6%
4%
11%
6%
Anders
6%
3%
5%
7%
3%
5%
N
106
64
170
106
64
170
Zzp’er
* ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR AMMS18, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
TABEL B5.10A FUNCTIEBENAMING (SPORTBAAN MET MEESTE UREN). 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
LO
Sportkunde
Totaal
Docent Lichamelijke Opvoeding/leraar bewegingsonderwijs
56%
4%
38%
65%
2%
34%
59%
-
37%
Combinatiefunctionaris
14%
13%
14%
21%
6%
13%
15%
13%
14%
Sportinstructeur (bijvoorbeeld fitnessinstructeur)
5%
15%
8%
1%
13%
7%
3%
11%
6%
-
-
-
-
13%
7%
-
-
-
2%
8%
4%
4%
7%
5%
5%
9%
6% 4%
Psychomotorisch therapeut Trainer/coach Sport- en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
1%
6%
3%
2%
6%
4%
3%
5%
Bewegingsagoog
2%
-
1%
1%
8%
4%
-
-
-
Manager (sport en bewegen)
2%
12%
5%
-
5%
2%
2%
5%
3% 5%
Projectmedewerker/projectleider
-
-
-
-
4%
2%
-
13%
Overige sportgerelateerde docent
1%
-
1%
1%
-
0%
3%
3%
3%
(Allround) zwembadmedewerker/instructeur
5%
8%
6%
-
2%
1%
2%
2%
2% 1%
Beleidsmedewerker sport
-
2%
1%
-
1%
0%
-
2%
Verenigingsmanager
-
2%
1%
-
1%
0%
-
-
-
Recreatie
-
-
-
-
-
-
-
5%
2%
Buurtsportcoach
-
-
-
-
-
-
2%
-
1%
Verenigingsondersteuner
-
-
-
-
-
-
1%
-
1%
-
-
-
-
-
-
1%
9%
4%
Andere functiebenaming
Eigenaar
13%
31%
19%
6%
44%
24%
5%
25%
12%
Totaal (N=100%)
102
52
154
125
121
246
106
64
170
79
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B5.10B SECTOREN (SPORTBAAN MET MEESTE UREN) – GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN.* 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
LO
Sportkunde
Totaal
Onderwijs
76%
14%
56%
81%
16%
49%
75%
14%
53%
Sporteigen sector
41%
80%
54%
40%
65%
52%
47%
73%
57%
Gezondheidszorg
8%
18%
11%
6%
40%
23%
6%
29%
14%
Welzijn
11%
14%
12%
8%
28%
18%
8%
25%
14%
1%
2%
2%
4%
5%
4%
5%
8%
6%
4%
10%
7%
6%
19%
11%
Een andere sector
3%
10%
5%
2%
3%
2%
6%
11%
8%
N
102
51
153
125
122
247
106
63
169
Veiligheid Toerisme en recreatie
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
TABEL B5.10C SECTOREN (SPORTBAAN MET MEESTE UREN) – GEPERCENTEERD OP SECTOR.* 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Onderwijs
54%
11%
41%
55%
10%
32%
50%
8%
33%
Sporteigen sector
28%
58%
37%
31%
36%
34%
31%
41%
35%
Gezondheidszorg
6%
11%
8%
4%
21%
13%
4%
16%
9%
Welzijn
9%
6%
8%
4%
15%
10%
5%
14%
9%
-
-
-
1%
1%
1%
3%
3%
3%
Toerisme en recreatie
1%
6%
3%
3%
6%
4%
4%
11%
7%
Een andere sector
2%
8%
4%
4%
10%
7%
4%
6%
5%
N (sectoren)
147
65
212
192
214
406
160
111
271
Veiligheid
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
80
Totaal
Bijlage 5 • Tabellen hbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B5.11A FUNCTIEBENAMINGEN (ALLE SPORTBANEN) – GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN.* 2014/2015 (AMMS18) LO
Sportkunde
Totaal
Docent Lichamelijke Opvoeding/leraar bewegingsonderwijs
64%
-
40%
Combinatiefunctionaris
17%
13%
15%
Sportinstructeur (bijvoorbeeld fitnessinstructeur)
4%
16%
8%
Trainer/coach
13%
19%
15%
Sport- en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
5%
6%
5%
Manager (sport en bewegen)
2%
5%
3%
Projectmedewerker/projectleider
-
13%
5%
Overige sportgerelateerde docent
5%
5%
5%
(Allround) zwembadmedewerker/instructeur
3%
3%
3%
Beleidsmedewerker sport
-
2%
1%
Sportopbouw
-
2%
1%
Recreatie
-
5%
2%
Buurtsportcoach
4%
-
2%
Verenigingsondersteuner
1%
-
1%
Eigenaar
2%
9%
5%
Andere functiebenaming
5%
31%
15%
N
106
64
170
* ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR AMMS18, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
TABEL B5.11B SECTOREN (ALLE SPORTBANEN) – GEPERCENTEERD OP RESPONDENTEN.* 2014/2015 (AMMS18) LO
Sportkunde
Totaal
Onderwijs
80%
16%
56%
Sporteigen sector
58%
81%
67%
Gezondheidszorg
9%
32%
18%
Welzijn
11%
29%
18%
Veiligheid
4%
5%
4%
Toerisme en recreatie
9%
25%
15%
Een andere sector
6%
11%
8%
Totaal (N=100%)*
106
63
169
* ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR AMMS18 (MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK).
81
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
Opleidingseisen TABEL B5.12 OPLEIDINGSEISEN VOOR SPORTGERELATEERDE BANEN. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
ALO
Sportkunde
Opleiding op het gebied van s&b onder mbo-niveau
1%
4%
2%
-
3%
1%
0%
3%
Totaal 1%
Mbo-niveau
16%
38%
23%
5%
26%
15%
9%
17%
12% 66%
Hbo-niveau
74%
37%
61%
89%
54%
71%
82%
41%
Universitair niveau
2%
-
1%
-
3%
2%
-
-
-
Bonds- en brancheopleidingen
4%
4%
4%
2%
3%
3%
5%
2%
4%
Geen opleidingseisen
2%
12%
5%
2%
4%
3%
1%
16%
7%
-
-
-
2%
4%
3%
2%
16%
7%
Anders
2%
6%
3%
1%
3%
2%
1%
5%
3%
Totaal (N=100%)
102
52
154
123
121
244
92
58
150
Onbekend
Kenmerken periodes zonder werk TABEL B5.13 PERIODE NA AFSTUDEREN ZONDER BETAALDE BAAN EN OPLEIDING. Sinds afstuderen…
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
ALO
Sportkunde
Totaal
niet voorgekomen
68%
62%
65%
68%
63%
65%
78%
61%
70%
één keer voorgekomen
22%
30%
25%
28%
29%
29%
18%
31%
24%
twee keer voorgekomen
6%
9%
7%
2%
5%
4%
3%
6%
4%
meer dan 2 keer voorgekomen
5%
-
3%
2%
2%
2%
1%
2%
2%
Totaal (N=100%)
124
94
218
133
211
344
130
127
257
82
Bijlage 5 • Tabellen hbo: ontwikkeling intredeposities
TABEL B5.14 REDENEN VOOR PERIODE ZONDER BETAALDE BAAN EN OPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
ALO
Overig
Totaal
ALO
Overig
Totaal
ALO
Sportkunde
Totaal
Ik kon geen werk vinden op gebied van s&b
56%
47%
51%
44%
39%
40%
42%
43%
43%
Ik kon überhaupt geen werk vinden
19%
23%
21%
22%
31%
28%
9%
24%
19%
Langdurige ziekte (geestelijk of lichamelijk)
2%
4%
3%
2%
5%
4%
6%
7%
6%
Zwangerschap
-
2%
1%
2%
4%
3%
-
-
-
Zorg voor kleine kinderen
-
2%
1%
0%
2%
2%
-
1%
1%
Ik had een tijdelijke sportgerelateerde aanstelling
6%
-
3%
15%
6%
9%
12%
7%
8%
Gereisd/vrijwilligerswerk in buitenland
8%
8%
8%
7%
5%
6%
21%
10%
14%
Andere redenen
10%
15%
12%
7%
9%
8%
9%
8%
8%
52
53
105
43
80
123
33
76
109
Totaal (N=100%)* * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
Stage TABEL B5.15A STAGE BIJ (OUD-)WERKGEVER(S). 2014/2015 (AMMS18) Eén baan (gehad)
Twee banen (gehad)
Meer dan twee banen (gehad)
Bij nul werkgevers
100%
65%
48%
57%
Bij één werkgever
0%
25%
33%
29%
Bij twee werkgevers
0%
9%
8%
8%
Bij meer dan twee werkgevers
0%
1%
10%
6%
6
80
108
194
Totaal (N=100%)
Totaal
TABEL B5.15B STAGE BIJ (OUD-)WERKGEVER(S). 2014/2015 (AMMS18) LO
Sportkunde
Bij nul werkgevers
55%
59%
Totaal 57%
Bij één werkgever
29%
29%
29%
Bij twee werkgevers
7%
10%
8%
Bij meer dan twee werkgevers
9%
3%
6%
Totaal (N=100%)
100
94
194
83
De tabellen in deze bijlage zijn gebaseerd op de onderzoeksgegevens van de hbo-gediplomeerden die tijdens de uitvoering van het onderzoek ruim vier jaar zijn afgestudeerd. Voor de huidige monitor betreft dat gediplomeerden uit het schooljaar 2012/2013.
Bijlage 6 Tabellen hbo: loopbaanontwikkeling De gegevens van dezelfde respondenten uit de vorige monitor (i.e. eerste meting) worden naast de nieuwe gegevens (i.e. tweede meting) gepresenteerd. Op deze manier wordt de ontwikkeling van loopbanen in kaart gebracht. Percentages/aantallen betreffende de eerste meting staan steeds onder het kopje 2015
en de percentages/aantallen betreffende de tweede meting onder het kopje 2018. Naast geaggregeerde tabellen bevat deze bijlage ook tabellen betreffende verschuivingen/ migraties in/van loopbaanposities. In deze migratietabellen zijn voor de volledigheid de gegevens van de voorgaande monitors opgenomen,
deze staan steeds onder de kopjes AMMS13 en AMMS15 en gaan over respectievelijk de gediplomeerden van schooljaar 2008/2009 en 2010/2011 (i.e. de groepen die destijds vier jaar geleden zijn afgestudeerd). De nieuwe gegevens – over de 2012/2013-gediplomeerden – staan onder het kopje AMMS18.
TABEL B6.1 BANEN SINDS AFSTUDEREN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Totaal
Totaal
LO
Geen baan
3%
-
-
-
Eén baan
23%
20%
25%
18%
Twee banen
26%
26%
21%
29%
Drie banen
20%
24%
23%
25%
Vier banen of meer
29%
29%
31%
29%
Minimaal één baan
97%
100%
100%
100%
- Waarvan minimaal één sportgerelateerde baan
83%
83%
92%
78%
Totaal (N=100%)
143
143
52
91
85
Sportkunde
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B6.2A ACTIVITEIT OP SPORTARBEIDSMARKT IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Totaal
Totaal
LO
Wel actief op de Sportarbeidsmarkt
72%
67%
85%
Sportkunde 57%
Niet actief op de Sportarbeidsmarkt: andere baan
20%
29%
13%
38%
Niet actief op de Sportarbeidsmarkt: geen baan
8%
3%
2%
4%
Totaal (N=100%)
143
143
52
91
TABEL B6.2B MIGRATIE (SPORT)ARBEIDSMARKT. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Geen verandering Sportarbeidsmarkt -> sportarbeidsmarkt
59%
61%
57%
Niet sportarbeidsmarkt -> niet sportarbeidsmarkt
17%
23%
18%
Wel verandering Niet sportarbeidsmarkt -> sportarbeidsmarkt
13%
9%
10%
Sportarbeidsmarkt -> niet sportarbeidsmarkt
11%
7%
15%
Totaal (N=100%)
101
127
143
TABEL B6.2C MIGRATIE SPORTARBEIDSMARKT (2015 -> 2018), UITGESPLITST NAAR OPLEIDING. LO
Sportkunde
Sportarbeidsmarkt -> sportarbeidsmarkt
81%
44%
Niet sportarbeidsmarkt -> niet sportarbeidsmarkt
6%
25%
Niet sportarbeidsmarkt -> sportarbeidsmarkt
4%
13%
Sportarbeidsmarkt -> niet sportarbeidsmarkt
10%
18%
52
91
Geen verandering
Wel verandering
Totaal (N=100%)
Nota bene: de volgende tabellen gaan uitsluitend over respondenten die op beide meetmomenten een sportgerelateerde baan hebben.
86
Bijlage 6 â&#x20AC;¢ Tabellen hbo: loopbaanontwikkeling
TABEL B6.3 OMVANG SPORTGERELATEERDE BANEN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Totaal
Totaal
LO
Sportkunde
0-8 uur per week
9%
6%
6%
6%
9-16 uur per week
10%
7%
9%
6%
17-24 uur per week
19%
4%
6%
3%
25-32 uur per week
17%
23%
14%
32%
> 32 uur per week
45%
59%
66%
53%
92
97
47
50
1.902
2294
1.174
1.120
69
69
35
34
Totaal aantal sportgerelateerde banen* Totaal aantal uren Totaal aantal personen Gemiddeld aantal uren per sportgerelateerde baan
21
24
25
22
Gemiddeld aantal uren in sportgerelateerde banen per persoon
28
33
34
33
* INCLUSIEF MEERDERE BANEN.
TABEL B6.4 OVERZICHT SECTOREN SPORTBAAN MET MEESTE UREN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Totaal
Totaal
LO
Sportkunde
Sporteigen sector
51%
40%
31%
50%
Toerisme en recreatie
10%
5%
0%
10%
Gezondheidszorg
16%
21%
2%
40%
Welzijn
18%
15%
2%
28%
Onderwijs
54%
50%
88%
10%
Veiligheid
2%
2%
0%
5%
Een andere sector
10%
13%
12%
15%
82
82
42
40
N
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
87
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B6.5 OPLEIDINGSEISEN VOOR SPORTBAAN MET MEESTE UREN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Totaal
Totaal
LO
S&b-opleiding onder mbo-niveau
3%
0%
0%
0%
Mbo-niveau
11%
14%
2%
26%
Hbo-niveau
70%
75%
90%
58%
Bonds- en brancheopleidingen
4%
1%
0%
3%
Geen opleidingseisen
3%
3%
0%
5%
Anders of onbekend
10%
8%
7%
8%
79
79
41
38
Totaal (N=100%)
Sportkunde
TABEL B6.6 FUNCTIES SPORTBAAN MET MEESTE UREN IN 2015 EN 2018. 2015
2018
Trainer/coach
8%
1%
Sport en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
4%
3%
Sportinstructeur
5%
4%
Docent LO
45%
45%
(Allround)zwembadmedewerker/instructeur
1%
0%
Bewegingsagoog
3%
4%
Recreatiemedewerker
1%
0% 5%
Buurtsportcoach
5%
Verenigingsondersteuner
1%
1%
Manager s&b
3%
1% 7%
Projectmedewerker/-leider
3%
Eigenaar/directeur
0%
1%
Anders
20%
27%
74
74
Totaal (N=100%)* * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
TABEL B6.7A VERANDERING VAN DIENSTVERBAND SPORTBAAN MET MEESTE UREN. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Geen verandering aanstelling
67%
58%
53%
Wel verandering aanstelling
33%
42%
47%
65
33
73
Totaal (N=100%)
88
Bijlage 6 â&#x20AC;¢ Tabellen hbo: loopbaanontwikkeling
TABEL B6.7B VERANDERING DIENSTVERBAND (2015 -> 2018) NAAR OPLEIDINGSNIVEAU. LO
Sportkunde
Geen verandering aanstelling
56%
50%
Wel verandering aanstelling
44%
50%
39
34
Totaal (N=100%)
TABEL B6.7C OVERZICHT VERANDERINGEN IN AANSTELLING SPORTBAAN MET MEESTE UREN (2015->2018). Percentage Tijdelijk contract -> vast contract
71%
Vast contract -> tijdelijk contract
12%
Andere wisselingen
17%
Totaal (N=100%)
34
TABEL B6.8A VERANDERING VAN ARBEIDSUREN IN SPORTBAAN/SPORTBANEN. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Geen verandering aantal uren
29%
15%
14%
Werkt meer uren
49%
58%
59%
Werkt minder uren
22%
27%
26%
59
74
69
Totaal (N=100%)
TABEL B6.8B VERANDERING ARBEIDSUREN (2015 -> 2018) NAAR OPLEIDINGSNIVEAU. LO
Sportkunde
Geen verandering aantal uren
9%
21%
Werkt meer uren
63%
56%
Werkt minder uren
29%
24%
35
34
Totaal (N=100%)
TABEL B6.9 MIGRATIE SPORTARBEIDSMARKT, VERANDERING VAN SECTOR. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Werkzaam in dezelfde sector
80%
57%
45%
Verandering van sector
20%
43%
55%
56
109
82
Totaal (N=100%) * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
89
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B6.10 VERANDERING VAN BEROEPSNIVEAU. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
Zelfde beroepsniveau
90%
76%
78%
Ander beroepsniveau
10%
24%
22%
Hoger beroepsniveau - Van onder mbo-niveau naar mbo-niveau
-
-
1%
3%
8%
3%
-
5%
4%
Andere verschuivingen
7%
11%
14%
Totaal (N=100%)
59
58
79
- Van mbo-niveau naar hbo-niveau Lager beroepsniveau - Van hbo-niveau naar mbo-niveau
90
Bijlage 6 • Tabellen hbo: loopbaanontwikkeling
TABEL B6.11A VERANDERING BELANG VAN KERNTAKEN SPORTBAAN MET MEESTE UREN. 2011- > 2013 AMMS13 Gediplomeerden 2008/2009
2013 -> 2015 AMMS15 Gediplomeerden 2010/2011
2015 -> 2018 AMMS18 Gediplomeerden 2012/2013
59%
Belang van instructietaken (lesgeven, trainen) Geen verandering in belang van deze kerntaak
64%
3%
Kerntaak belangrijker geworden
15%
87%
18%
Kerntaak minder belangrijk geworden
20%
10%
23%
49%
Belang van praktische, uitvoerende taken Geen verandering in belang van deze kerntaak
39%
5%
Kerntaak belangrijker geworden
15%
93%
17%
Kerntaak minder belangrijk geworden
46%
2%
34%
Belang van opstellen c.q. adviseren over trainingsschema’s, behandelplannen, belastbaarheid, et cetera Geen verandering in belang van deze kerntaak
37%
17%
28%
Kerntaak belangrijker geworden
32%
33%
32%
Kerntaak minder belangrijk geworden
31%
50%
40%
Belang van organisatorische taken Geen verandering in belang van deze kerntaak
49%
7%
53%
Kerntaak belangrijker geworden
31%
88%
26%
Kerntaak minder belangrijk geworden
20%
5%
22%
36%
Belang van beleidstaken Geen verandering in belang van deze kerntaak
37%
17%
Kerntaak belangrijker geworden
36%
48%
29%
Kerntaak minder belangrijk geworden
27%
35%
35%
Geen verandering in belang van deze kerntaak
36%
20%
29%
Kerntaak belangrijker geworden
37%
30%
27%
Kerntaak minder belangrijk geworden
27%
50%
44%
59
60
78
Belang van managementtaken
Totaal (N=100%)
91
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B6.11B VERANDERING KERNTAKEN (2015 -> 2018), UITGESPLITST NAAR OPLEIDINGSNIVEAU. LO
Sportkunde
Geen verandering in belang van deze kerntaak
78%
38%
Kerntaak belangrijker geworden
12%
24%
Kerntaak minder belangrijk geworden
10%
38%
Geen verandering in belang van deze kerntaak
46%
53%
Kerntaak belangrijker geworden
20%
14%
Kerntaak minder belangrijk geworden
34%
33%
Belang van instructietaken (lesgeven, trainen)
Belang van praktische, uitvoerende taken
Belang van opstellen c.q. adviseren over trainingsschemaâ&#x20AC;&#x2122;s, behandelplannen, belastbaarheid, et cetera Geen verandering in belang van deze kerntaak
22%
35%
Kerntaak belangrijker geworden
27%
38%
Kerntaak minder belangrijk geworden
51%
27%
Belang van organisatorische taken Geen verandering in belang van deze kerntaak
56%
49%
Kerntaak belangrijker geworden
15%
38%
Kerntaak minder belangrijk geworden
29%
14%
Geen verandering in belang van deze kerntaak
34%
38%
Kerntaak belangrijker geworden
20%
41%
Kerntaak minder belangrijk geworden
46%
22%
22%
Belang van beleidstaken
Belang van managementtaken Geen verandering in belang van deze kerntaak
37%
Kerntaak belangrijker geworden
20%
35%
Kerntaak minder belangrijk geworden
44%
43%
41
37
Totaal (N=100%)
92
Bijlage 6 â&#x20AC;¢ Tabellen hbo: loopbaanontwikkeling
93
Bijlage 7 Tabellen hbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties De onderzoeksgegevens met betrekking tot de bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties van de hbo-gediplomeerden afgestudeerd in schooljaar 2014/2015 zijn
te vinden in de tabellen in deze bijlage. Gegevens over deze gediplomeerden worden vergeleken met de gegevens van gediplomeerden uit schooljaar 2010/2011 welke in
2013 zijn bevraagd en gediplomeerden uit schooljaar 2012/2013 welke in 2015 zijn bevraagd (i.e. de gegevens uit de voorgaande monitors).
Bondsopleidingen TABEL B7.1 VOLGEN VAN BONDSOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN. 2010/2011 (AMMS13) Volgt wel een bondsopleiding
21%
Volgt geen bondsopleiding Totaal (N=100%)
2012/2013 (AMMS15) 13%
79% 226
2014/2015 (AMMS18) 10%
87% 378
95
90% 268
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B7.2 VOLGEN VAN BONDSOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN (NAAR OPLEIDING). 2014/2015 (AMMS18) ALO
Sportkunde
Volgt wel een bondsopleiding
13%
8%
Totaal 10%
Volgt geen bondsopleiding
87%
92%
90%
Totaal (N=100%)
135
133
268
TABEL B7.3 SOORT BONDSOPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) ALO
Sportkunde
Totaal
Voetbaltrainer, -coach (KNVB)
12%
18%
14%
Gymleider, -trainer (KNGU)
18%
9%
14%
Tennistrainer (KNLTB)
18%
0%
11%
Basketbaltrainer, -coach (NBB)
12%
9%
11% 11%
Judotrainer (JBN)
18%
0%
Schaatstrainer, -coach (KNSB)
0%
18%
7%
Hockeytrainer, -coach (KNHB)
12%
0%
7%
Overig (bijvoorbeeld, trainer tafeltennis, badminton, korfbal)
12%
45%
25%
17
11
28
2014/2015 (AMMS18)
Totaal (N=100%)
TABEL B7.4 STATUS VAN BONDSOPLEIDING VAN GEDIPLOMEERDEN VAN HBO-SPORTOPLEIDINGEN. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
Ben nog bezig met deze opleiding
Huidige status
6%
9%
7%
Opleiding met diploma afgerond
90%
89%
93%
Opleiding zonder diploma gestopt
4%
2%
-
Totaal (N=100%)
47
47
28
TABEL B7.5 STATUS VAN BONDSOPLEIDING VAN GEDIPLOMEERDEN VAN HBO-SPORTOPLEIDINGEN, UITGESPLITST NAAR OPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) Huidige status
ALO
Sportkunde
Ben nog bezig met deze opleiding
6%
9%
Totaal 7%
Opleiding met diploma afgerond
94%
91%
93%
Opleiding zonder diploma gestopt
-
-
-
Totaal (N=100%)
17
11
28
96
Bijlage 7 • Tabellen hbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties
Brancheopleidingen TABEL B7.6 VOLGEN VAN BRANCHEOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
Volgt wel een brancheopleiding
6%
6%
2014/2015 (AMMS18) 6%*
Volgt geen brancheopleiding
94%
94%
94%
Totaal (N=100%)
226
373
268
* GENOEMDE OPLEIDINGEN ZIJN TE DIVERS OM IN AFZONDERLIJKE TABEL TE TONEN. TABEL B7.7 VOLGEN VAN BRANCHEOPLEIDING OP DIT MOMENT OF IN VERLEDEN, UITGESPLITST NAAR OPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) Huidige status
ALO
Sportkunde
Volgt wel een brancheopleiding
6%
7%
Totaal 6%
Volgt geen brancheopleiding
94%
93%
94%
Totaal (N=100%)
135
133
268
TABEL B7.8 STATUS VAN BRANCHEOPLEIDING VAN GEDIPLOMEERDEN VAN HBO-SPORTOPLEIDINGEN. Huidige status
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Ben nog bezig met deze opleiding
14%
29%
29%
Opleiding met diploma afgerond
86%
71%
71%
Opleiding zonder diploma gestopt
-
-
-
Totaal (N=100%)
14
21
17
2014/2015 (AMMS18)
Nevenfuncties TABEL B7.9 AANTAL NEVENFUNCTIES NA HET AFSTUDEREN VAN DE HBO-SPORTOPLEIDING. Aantal nevenfuncties
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
Nul nevenfuncties
31%
44%
46%
Eén nevenfunctie
34%
31%
30%
Twee nevenfuncties
23%
16%
17%
Drie nevenfuncties
12%
9%
7%
Totaal (N=100%)
225
344
260
97
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B7.10 AANTAL NEVENFUNCTIES NA HET AFSTUDEREN VAN DE HBO-SPORTOPLEIDING, UITGESPLITST NAAR OPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) Aantal nevenfuncties
ALO
Sportkunde
Nul nevenfuncties
49%
43%
Totaal 46%
Eén nevenfunctie
30%
31%
30%
Twee nevenfuncties
15%
20%
17%
Drie nevenfuncties
7%
6%
7%
Totaal (N=100%)
131
129
260
TABEL B7.11 SOORT CONTRACT BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE NA AFSTUDEREN HBO-SPORTOPLEIDING. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Soort contract Arbeidscontract
27%
9%
13%
Vrijwilligerscontract
30%
37%
47%
Geen contract
35%
51%
38%
Anders
7%
3%
2%
Indien contract, soort aanstelling Vaste aanstelling
25%
17%
21%
Tijdelijke aanstelling
75%
83%
79%
Totaal (N=100%)
155
193
141
TABEL B7.12 SOORT CONTRACT BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE NA AFSTUDEREN HBO-SPORTOPLEIDING, UITGESPLITST NAAR OPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) ALO
Sportkunde
Totaal
Soort contract Arbeidscontract
16%
9%
13%
Vrijwilligerscontract
51%
43%
47%
Geen contract
31%
45%
38%
Anders
1%
3%
2%
Indien contract, soort aanstelling Vaste aanstelling
24%
18%
21%
Tijdelijke aanstelling
76%
83%
79%
67
74
141
Totaal (N=100%)
98
Bijlage 7 â&#x20AC;¢ Tabellen hbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties
TABEL B7.13 AANTAL UREN PER WEEK WERKZAAM IN BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE. 2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Minder dan 5 uur per week
40%
54%
56%
Tussen de 5 en 10 uur per week
44%
35%
35%
Meer dan 10 uur per week
16%
11%
9%
Totaal (N=100%)
152
193
138
TABEL B7.14 AANTAL UREN PER WEEK WERKZAAM IN BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE (NAAR OPLEIDING). 2014/2015 (AMMS18) ALO
Sportkunde
Totaal
Minder dan 5 uur per week Tussen de 5 en 10 uur per week
55%
57%
56%
41%
29%
35%
Meer dan 10 uur per week
5%
14%
9%
Totaal (N=100%)
66
72
138
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
8%
7%
3%
Baancommissaris
-
1%
-
Trainer of coach
56%
65%
71%
TABEL B7.15 TYPE FUNCTIE EN TAKEN NEVENFUNCTIES. Scheidsrechter
Bestuursfunctie
7%
6%
7%
Commissiewerk
6%
15%
8%
Overige
24%
6%
11%
Totaal (N=100%)
200*
192*
141*
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
99
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B7.16 TYPE FUNCTIE EN TAKEN NEVENFUNCTIES, UITGESPLITST NAAR OPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) ALO
Sportkunde
Totaal
3%
3%
3%
Baancommissaris
-
-
-
Trainer of coach
87%
57%
71%
Bestuursfunctie
3%
11%
7%
Commissiewerk
1%
14%
8%
Overige
6%
16%
11%
Totaal (N=100%)
67*
74*
141*
2010/2011 (AMMS13)
2012/2013 (AMMS15)
2014/2015 (AMMS18)
Scheidsrechter
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
TABEL B7.17 HUIDIGE SITUATIE BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE. Momenteel werkzaam in belangrijkste nevenfunctie Nog wel werkzaam in nevenfunctie
64%
55%
51%
Niet meer werkzaam in nevenfunctie
36%
45%
49%
Maximaal 12 maanden
39%
49%
40%
13-24 maanden
22%
31%
28%
Meer dan 24 maanden
39%
20%
31%
Totaal (N=100%)
152
189
141
Indien niet meer werkzaam, hoelang in functie gewerkt
TABEL B7.18 HUIDIGE SITUATIE BELANGRIJKSTE NEVENFUNCTIE, UITGESPLITST NAAR OPLEIDING. 2014/2015 (AMMS18) ALO
Sportkunde
Totaal
Nog wel werkzaam in nevenfunctie
49%
53%
51%
Niet meer werkzaam in nevenfunctie
51%
47%
49%
Momenteel werkzaam in belangrijkste nevenfunctie
Indien niet meer werkzaam, hoelang in functie gewerkt Maximaal 12 maanden
33%
47%
40%
13-24 maanden
30%
26%
28%
Meer dan 24 maanden
36%
26%
31%
67
74
141
Totaal (N=100%)
100
Bijlage 7 â&#x20AC;˘ Tabellen hbo: bonds- en brancheopleidingen en nevenfuncties
101
Bijlage 8 Tabellen werkgevers TABEL B8.1 ORGANISATIES IN DE SPORTBRANCHES MET BETAALDE MEDEWERKERS. Totaal aantal organisaties
Organisaties met betaalde medewerkers
Organisaties met betaalde s&b-functies
Sportverenigingen
422
58%
55%
Fitness
85
95%
93%
Zwembranche
149
83%
82% 76%
Sportbonden en sportondersteuning
42
88%
Outdoor
21
76%
71%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
26
92%
88%
Overige commerciële organisaties
72
83%
76%
Totaal
817
TABEL B8.2A ORGANISATIES IN DE SPORTBRANCHES NAAR AANTAL BETAALDE S&B-MEDEWERKERS. Aantal medewerkers N
0
1 t/m 5
6 t/m 10
11 t/m 50
51 t/m 100
244
6%
75%
12%
7%
0%
0%
Fitness
81
2%
43%
25%
30%
0%
0%
Zwembranche
124
2%
27%
17%
48%
5%
1%
Sportbonden en sportondersteuning
37
14%
35%
22%
24%
5%
0%
Sportverenigingen
101 of meer
Outdoor
16
6%
50%
19%
19%
6%
0%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
24
4%
21%
17%
42%
4%
13%
Overige commerciële organisaties
60
8%
42%
10%
40%
0%
0%
Totaal
586
TABEL B8.2B AANTAL VRIJWILLIGERS BIJ DE SPORTVERENIGINGEN MET SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES. Aantal vrijwilligers
Sportverenigingen
N
0
1 t/m 5
6 t/m 10
11 t/m 50
51 t/m 100
101 of meer
356
2%
9%
13%
51%
15%
10%
103
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.3 ORGANISATIES IN DE OVERIGE SECTOREN MET BETAALDE MEDEWERKERS. Totaal aantal organisaties
Organisaties met betaalde medewerkers
Organisaties met betaalde s&b-functies
Toerisme en recreatie
66
97%
65%
Gezondheidszorg
139
97%
88%
Welzijn
134
97%
80%
Onderwijs
269
100%
87%
Veiligheid
22
100%
100%
Totaal
630
TABEL B8.4 ORGANISATIES IN DE OVERIGE SECTOREN NAAR AANTAL MEDEWERKERS MET EEN S&B-FUNCTIE. Aantal medewerkers N
0
1 t/m 5
6 t/m 10
11 t/m 50
51 t/m 100
101 of meer
Toerisme en recreatie
64
33%
31%
16%
20%
0%
0%
Gezondheidszorg
135
9%
42%
26%
20%
2%
1%
Welzijn
130
18%
48%
17%
12%
5%
1%
Onderwijs
269
13%
64%
9%
13%
0%
0%
Veiligheid
22
0%
27%
27%
41%
0%
5%
Totaal
620
TABEL B8.5A TYPE DIENSTVERBANDEN MEDEWERKERS MET EEN S&B-FUNCTIE IN DE SPORTBRANCHES. Overheidsdiensten met betrekking tot sport
Overige commerciële organisaties
18%
63%
47%
5%
33%
18%
50%
2%
22%
0%
4%
0%
0%
1%
0%
1%
0%
4%
0%
7%
0%
5%
11%
4%
3%
16%
0%
7%
7%
1%
15%
0%
0%
0%
0%
1.027
712
3.561
317
257
858
575
Sportbonden en sportondersteuning
Outdoor
49%
71%
15%
21%
10%
10%
4%
0%
1%
3%
1%
1%
1%
Leerarbeids-/stageovereenkomst
7%
5%
Ingehuurde zzp’ers
4%
Ander contract
Sportverenigingen
Fitness
Zwembranche
Vaste contracten
24%
55%
Tijdelijke contracten
56%
17%
Oproepkrachten
1%
Uitzendkrachten Gedetacheerden
N
104
Bijlage 8 • Tabellen werkgevers
TABEL B8.5B TYPE DIENSTVERBANDEN MEDEWERKERS MET EEN S&B-FUNCTIE IN DE OVERIGE BRANCHES. Toerisme en recreatie
Gezondheidszorg
Welzijn
Onderwijs
Veiligheid
Vaste contracten
25%
78%
59%
87%
84%
Tijdelijke contracten
17%
10%
26%
8%
2%
Oproepkrachten
43%
2%
6%
0%
0%
Uitzendkrachten
2%
0%
0%
0%
0%
Gedetacheerden
0%
0%
0%
1%
0%
Leerarbeids-/stageovereenkomst
11%
6%
7%
4%
13%
Ingehuurde zzp’ers
2%
3%
2%
0%
0%
Ander contract
0%
0%
0%
0%
0%
TABEL B8.6A VALLEN DE MEDEWERKERS VAN ORGANISATIES MET BETAALDE MEDEWERKERS MET EEN S&B-FUNCTIE ONDER EEN CAO (SPORTBRANCHES)? Ja
Nee
Onbekend
Totaal N (=100%)
Sportverenigingen
12%
81%
7%
245
Fitness
4%
89%
7%
82
Zwembranche
78%
20%
2%
126
Sportbonden en sportondersteuning
84%
13%
3%
32
Outdoor
47%
27%
27%
15
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
100%
0%
0%
23
41%
55%
4%
56
Overige commerciële organisaties
TABEL B8.6B VALLEN DE MEDEWERKERS VAN ORGANISATIES MET BETAALDE MEDEWERKERS MET EEN S&B-FUNCTIE ONDER EEN CAO (OVERIGE BRANCHES)? Ja
Nee
Onbekend
Toerisme en recreatie
78%
18%
4%
Totaal N (=100%) 45
Gezondheidszorg
59%
40%
1%
124
Welzijn
97%
0%
3%
114
Onderwijs
98%
1%
1%
237
Veiligheid
91%
5%
5%
22
105
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.7A AANTAL UREN WERKZAAM MEDEWERKERS IN S&B-FUNCTIES (SPORTBRANCHES). Minder dan 12 uur
12 uur of meer
Sportverenigingen
65%
35%
Totaal aantal medewerkers (=100%) 823
Fitness
47%
53%
550
Zwembranche
33%
67%
2.280
Sportbonden en –ondersteuning
8%
92%
277
Outdoor
57%
43%
145
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
27%
73%
810
Overige commerciële organisaties
42%
58%
444
Totaal aantal medewerkers (=100%)
TABEL B8.7B AANTAL UREN WERKZAAM MEDEWERKERS IN S&B-FUNCTIES (OVERIGE BRANCHES). Minder dan 12 uur
12 uur of meer
Toerisme en recreatie
44%
56%
417
Gezondheidszorg
10%
90%
1.189
Welzijn
19%
81%
1.103
Onderwijs
30%
70%
1.277
Veiligheid
1%
99%
683
106
Bijlage 8 â&#x20AC;˘ Tabellen werkgevers
TABEL B8.8A S&B-FUNCTIES IN DE SPORTBRANCHES (VERDELING OP BASIS VAN AANTALLEN FTE). Sportverenigingen
Fitness
Zwembranche
Sportbonden en sportondersteuning
Outdoor
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
Overige commerciĂŤle organisaties 14%
Trainer/coach
74%
26%
0%
33%
13%
0%
Sport- en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
5%
13%
0%
9%
31%
1%
8%
Sportinstructeur (bijvoorbeeld fitnessinstructeur)
4%
47%
4%
1%
25%
0%
30%
Docent LO/leraar bewegingsonderwijs
1%
0%
0%
2%
4%
14%
1%
Overige sportgerelateerde docentfuncties
1%
2%
0%
1%
4%
1%
0%
(Allround) zwembadmedewerker/instructeur
0%
2%
37%
2%
10%
16%
16%
Toezichthoudend zwembadmedewerker
0%
1%
22%
0%
0%
15%
5%
Beleidsmedewerker sport
1%
1%
0%
6%
0%
2%
1%
Sportopbouwwerker, sportbuurtwerker
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
Bewegingsagoog
0%
0%
0%
1%
4%
0%
0%
Recreatiemedewerker
0%
0%
0%
0%
2%
0%
4%
Buurtsportcoach
5%
2%
1%
14%
3%
43%
3%
Assistent LO-docent
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
Verenigingsmanager
2%
1%
0%
1%
1%
1%
3% 2%
Verenigingsondersteuner
1%
0%
0%
4%
0%
1%
Manager (sport en bewegen)
1%
2%
1%
4%
2%
2%
3%
Projectmedewerker/-leider
0%
0%
0%
9%
0%
1%
0%
Andere functie
6%
3%
33%
12%
0%
2%
10%
107
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.8B S&B-FUNCTIES IN DE OVERIGE BRANCHES (VERDELING OP BASIS VAN AANTALLEN FTE). Toerisme en recreatie
Gezondheidszorg
Welzijn
Onderwijs
Trainer/coach
1%
4%
4%
1%
Veiligheid 9%
Sport- en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
13%
12%
25%
4%
4%
Sportinstructeur (bijvoorbeeld fitnessinstructeur)
4%
8%
1%
1%
13%
Docent LO/leraar bewegingsonderwijs
1%
1%
6%
55%
0%
Overige sportgerelateerde docentfuncties
0%
0%
1%
3%
7%
(Allround) zwembadmedewerker/instructeur
9%
3%
5%
0%
0%
Toezichthoudend zwembadmedewerker
26%
0%
2%
0%
0%
Beleidsmedewerker sport
0%
0%
1%
0%
0%
Sportopbouwwerker, sportbuurtwerker
0%
0%
3%
0%
0%
Bewegingsagoog
0%
23%
3%
1%
1%
Recreatiemedewerker
32%
0%
2%
0%
0%
Buurtsportcoach
3%
2%
9%
5%
0%
Assistent LO-docent
0%
0%
1%
0%
0%
Verenigingsmanager
0%
0%
0%
0%
1%
Verenigingsondersteuner
0%
0%
1%
0%
0%
Manager (sport en bewegen)
3%
2%
1%
0%
1%
Projectmedewerker/-leider
0%
1%
0%
0%
0%
Andere functie
8%
44%
36%
29%
64%
TABEL B8.8C MINIMALE OPLEIDINGSEIS BELANGRIJKSTE SPORTFUNCTIE NAAR SECTOR.
Sportverenigingen
Onder mbo
Mbo
Hbo
Wo
Bonds/branche
Geen
Anders
N
14%
12%
8%
0%
54%
4%
8%
193
Fitness
18%
38%
20%
2%
18%
2%
2%
60
Zwembranche
28%
52%
8%
0%
9%
1%
3%
104
Sportbonden en -ondersteuning
4%
19%
63%
4%
7%
4%
0%
27
Outdoor
8%
42%
25%
0%
8%
17%
0%
12
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
0%
32%
68%
0%
0%
0%
0%
19
Overige commerciĂŤle organisaties
15%
41%
17%
0%
15%
2%
9%
46
Toerisme en recreatie
9%
55%
15%
0%
9%
6%
6%
33
Gezondheidszorg
3%
41%
45%
8%
2%
0%
0%
95
Welzijn
10%
43%
44%
0%
1%
0%
1%
90
Onderwijs
1%
3%
91%
0%
1%
0%
4%
220
Veiligheid
6%
78%
17%
0%
0%
0%
0%
18
108
Bijlage 8 • Tabellen werkgevers
TABEL B8.9 VRIJWILLIGE FUNCTIES BIJ DE SPORTVERENIGINGEN. Functie
Fte
Aantal sportverenigingen met functie*
Trainer/coach/instructeur
46%
91%
Scheidsrechter/official
18%
50%
Bestuurder
13%
71%
Andere functie
22%
33%
Totaal (N=100%)
7.782
304
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
TABEL B8.10A COMBINATIEFUNCTIONARISSEN IN DIENST (SPORTBRANCHES). In dienst
Niet in dienst
Totaal N (=100%)
Sportverenigingen
11%
89%
225
Fitness
12%
88%
67
Zwembranche
15%
85%
114
Sportbonden en sportondersteuning
26%
74%
31
Outdoor
31%
69%
13
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
80%
20%
20
Overige commerciële organisaties
25%
75%
53
Totaal N (=100%)
TABEL B8.10B COMBINATIEFUNCTIONARISSEN IN DIENST (OVERIGE BRANCHES). In dienst
Niet in dienst
Toerisme en recreatie
7%
93%
54
Gezondheidszorg
14%
86%
111
Welzijn
29%
71%
118
Onderwijs
23%
77%
265
Veiligheid
5%
95%
21
109
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.10C REDEN COMBINATIEFUNCTIONARIS WERKZAAM IN BEDRIJF.* Sporteigen
Overige branches
Meer samenwerking met commerciële aanbieders s&b
15%
22%
Totaal 19%
Meer samenwerking met niet-commerciële aanbieders s&b
27%
35%
32% 32%
Meer samenwerking met andere sectoren
40%
27%
Contact met s&b-‘makelaars’
18%
20%
19%
Toename in s&b als preventie
33%
43%
39%
Toename in s&b als maatschappelijk doel
35%
32%
33%
Toename in politieke belangstelling
20%
18%
19%
Toenemende behoefte aan allround medewerkers
15%
7%
11%
Toenemende behoefte aan flexibele medewerkers
25%
14%
19%
Toenemende behoefte aan goed geschoolde medewerkers
27%
17%
22%
Toename variatie in aanbod s&b
24%
32%
29%
Anders
16%
21%
19%
91
116
207
Totaal (N=100%)* * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT. TABEL B8.11A AANTAL COMBINATIEFUNCTIONARISSEN IN DIENST (SPORTBRANCHES).
Aantal combinatiefunctionarissen
N
67
24
Sportverenigingen Fitness
15
8
Zwembranche
33
16
Sportbonden en sportondersteuning
38
8
Outdoor
49
4
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
157
16
Overige commerciële organisaties
28
12
Totaal
387
88
Aantal combinatiefunctionarissen
N
TABEL B8.11B AANTAL COMBINATIEFUNCTIONARISSEN IN DIENST (OVERIGE BRANCHES). Toerisme en recreatie
11
4
Gezondheidszorg
22
16
Welzijn
97
34
Onderwijs
80
60
Veiligheid Totaal
110
0
1
210
115
Bijlage 8 • Tabellen werkgevers
TABEL B8.12A VERANDERINGEN IN DE FORMATIE VAN SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES TEN OPZICHTE VAN TWEE JAAR GELEDEN (SPORTBRANCHES). Toegenomen
Afgenomen
Gelijk gebleven
Percentage toe- of afname fte
Totaal N (=100%)
Sportverenigingen
14%
5%
81%
4,9%
185
Fitness
27%
17%
57%
5,4%
60
Zwembranche
26%
10%
64%
2,7%
103
Sportbonden en sportondersteuning
33%
15%
52%
3,3%
27
Outdoor
46%
15%
38%
22,7%
13
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
44%
0%
56%
3,2%
18
Overige commerciële organisaties
29%
16%
56%
2,9%
45
TABEL B8.12B VERANDERINGEN IN DE FORMATIE VAN SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES TEN OPZICHTE VAN TWEE JAAR GELEDEN (OVERIGE BRANCHES). Toegenomen
Afgenomen
Gelijk gebleven
Percentage toe- of afname fte
Toerisme en recreatie
27%
3%
70%
9,7%
Totaal N (=100%) 33
Gezondheidszorg
44%
9%
47%
6,0%
90
Welzijn
32%
13%
56%
4,9%
88
Onderwijs
18%
9%
72%
1,5%
225
Veiligheid
25%
13%
63%
-3,8%
16
TABEL B8.13A OORZAKEN TOENAME S&B-FUNCTIES. Sporteigen
Overige branches
Extra middelen
7%
6%
Totaal 6%
Nieuwe subsidie
9%
12%
11%
Stijging leerlingenaantallen
20%
24%
22%
Toename leden
43%
17%
29%
Toename individuen
14%
17%
15%
Toename bedrijven
8%
6%
7%
Toename zorgverzekeraars
3%
6%
5%
Nieuwe doelgroepen
26%
20%
23%
Nieuwe activiteiten
31%
33%
32%
Samenwerking organisaties
13%
11%
12%
Professionalisering
38%
30%
34%
Anders
15%
15%
15%
Totaal (N=100%)*
111
127
238
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
111
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.13B OORZAKEN AFNAME S&B-FUNCTIES. Sporteigen
Overige branches
Totaal
Geen subsidie
13%
13%
13%
Geen sponsorgelden
5%
-
3%
Daling leerlingenaantallen
26%
45%
35%
Afname leden
33%
-
17%
Afname individuen
3%
3%
3%
Afname bedrijven
3%
3%
3%
Afname zorgverzekeraars
3%
3%
3%
Anders
46%
42%
44%
39
38
77
Totaal
Totaal (N=100%)* * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
TABEL B8.14 MATE VAN KNELPUNTEN BIJ INVULLEN VAN SPORTGERELATEERDE VACATURES. Sporteigen
Overige branches
In zeer grote mate
7%
2%
5%
In grote mate
21%
9%
15%
Noch in grote mate, noch in kleine mate
32%
28%
30%
In kleine mate
21%
23%
22%
In zeer kleine mate
19%
37%
28%
Totaal (N=100%)
434
427
861
TABEL B8.15 KNELPUNTEN BIJ HET INVULLEN VAN VACATURES (SELECTIE RESPONDENTEN MET VACATURES DE AFGELOPEN TWEE JAAR). Sporteigen
Overige branches
Totaal
Salaris ontoereikend
35%
13%
26%
Vacatures te klein
43%
34%
39%
Weinig aanbod niveau
26%
11%
20%
Weinig aanbod richting
21%
7%
16%
Onregelmatige werktijden
26%
9%
19%
Imago
6%
10%
Anders
18%
36%
Totaal (N=100%)*
263
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
112
8% 25%
170
433
Bijlage 8 • Tabellen werkgevers
TABEL B8.16 GEBRUIK VAN WERVINGSKANALEN VOOR S&B-FUNCTIES. Sporteigen
Overige branches
UWV/WERKBedrijf
6%
3%
Totaal 5%
Advertentie
28%
17%
23% 4%
Uitzendbureau
5%
3%
Werknemerspool
3%
7%
5%
Sportgerelateerde opleiding mbo
30%
17%
24%
Sportgerelateerde opleiding hbo
13%
16%
14%
Sportgerelateerde opleiding wo
1%
1%
1%
Contact met bonds/brancheopleiding
12%
2%
7%
Eigen netwerk
85%
67%
76%
Eigen website
50%
43%
47%
Andere sportgerelateerde website
21%
5%
13%
Sociale media
46%
29%
38%
Werkindesport.nl
6%
19%
13%
Anders
6%
19%
13%
Totaal (N=100%)*
427
402
829
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT. TABEL B8.17A VERWACHTE ONTWIKKELING IN DE FORMATIE VAN SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES KOMENDE VIJF JAREN (SPORTBRANCHES). Toename
Blijft gelijk
Afname
Totaal N (=100%)
Sportverenigingen
20%
74%
6%
131
Fitness
29%
65%
6%
48
Zwembranche
33%
63%
5%
80 25
Sportbonden en sportondersteuning
20%
76%
4%
Outdoor
50%
50%
0%
8
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
56%
38%
6%
16
Overige commerciële organisaties
43%
50%
7%
30
TABEL B8.17B VERWACHTE ONTWIKKELING IN DE FORMATIE VAN SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES KOMENDE VIJF JAREN (OVERIGE BRANCHES). Toename
Blijft gelijk
Afname
Totaal N (=100%)
Toerisme en recreatie
14%
86%
0%
21
Gezondheidszorg
30%
68%
2%
81
Welzijn
52%
45%
3%
67
Onderwijs
17%
66%
17%
178
Veiligheid
33%
58%
8%
12
113
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.18 VERWACHTING KRIMP- EN GROEIFUNCTIES. Groei
Krimp
Sporteigen
Overige branches
Totaal
Sporteigen
Overige branches
Totaal
Trainer/coach
50%
17%
34%
32%
26%
28%
Sport- en bewegingsbegeleider/sport(bege)leider
38%
37%
37%
37%
26%
31%
Sportinstructeur (bijvoorbeeld fitnessinstructeur)
24%
21%
23%
39%
23%
31%
Combinatiefunctionaris
16%
18%
17%
37%
30%
33%
Docent LO/leraar bewegingsonderwijs
10%
45%
26%
42%
74%
60%
Overige sportgerelateerde docentfuncties
10%
8%
9%
39%
32%
35%
(Allround) zwembadmedewerker/instructeur
25%
3%
14%
50%
32%
40%
Toezichthoudend zwembadmedewerker
14%
2%
8%
45%
32%
38%
Beleidsmedewerker sport
8%
6%
7%
45%
34%
39%
Sportopbouwwerker, sportbuurtwerker
5%
7%
6%
42%
26%
33%
Bewegingsagoog
11%
17%
14%
39%
32%
35%
Recreatiemedewerker
9%
8%
9%
47%
30%
38%
Buurtsportcoach
10%
8%
9%
45%
26%
34%
Assistent LO-docent
1%
5%
3%
50%
28%
38%
Verenigingsmanager
11%
2%
7%
39%
32%
35%
Verenigingsondersteuner
13%
3%
8%
37%
32%
34%
Manager (sport en bewegen)
15%
4%
10%
32%
34%
33%
Projectmedewerker/-leider
9%
6%
7%
45%
26%
34%
Anders
7%
13%
10%
29%
15%
21%
Totaal (N=100%)*
128
114
242
38
47
85
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
114
Bijlage 8 â&#x20AC;¢ Tabellen werkgevers
TABEL B8.19 OORZAKEN VAN GROEI S&B-BANEN BINNEN BEDRIJF. Sporteigen
Overige branches
Totaal
Extra middelen
12%
16%
14%
Nieuwe subsidie
13%
21%
17%
Stijging leerlingenaantallen
21%
30%
26%
Toename leden
51%
16%
34%
Toename individuen
21%
19%
20% 12%
Toename bedrijven
13%
11%
Toename zorgverzekeraars
10%
8%
9%
Nieuwe doelgroepen
37%
17%
28%
Nieuwe activiteiten
44%
34%
39%
Samenwerking organisaties
23%
17%
20%
Professionalisering
38%
23%
31%
Anders
10%
16%
13%
Totaal (N=100%)*
126
116
242
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK.
TABEL B8.20 OORZAKEN VAN KRIMP S&B-BANEN BINNEN BEDRIJF. Sporteigen
Overige branches
Totaal
Geen subsidie
13%
13%
13%
Geen sponsorgelden
9%
-
3%
Daling leerlingenaantallen
22%
77%
56%
Afname leden
39%
-
15%
Afname vraag van individuen
17%
3%
8%
Afname vraag van bedrijven
9%
3%
5%
Afname vraag van zorgverzekeraars
0%
3%
2%
Afname structurele middelen
9%
18%
15%
Gevolgen Wet werk en zekerheid
4%
-
2%
Anders
39%
13%
23%
23
39
62
Totaal (N=100%)* * MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK. TABEL B8.21 OORZAKEN GROEI VRIJWILLIGERSWERK.
Percentage Groei leden
49%
Uitbreiding (activiteiten/vereniging)
18%
Professionalisering
10%
Overig (diverse uiteenlopende oorzaken)
25%
Totaal (N=100%)
102
115
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.22 ONTWIKKELINGEN WAAR ORGANISATIES IN DE SPORTBRANCHE MEE TE MAKEN HEBBEN. Sportverenigingen
Fitness
Zwembranche
OverheidsSport-bonden Overige diensten met en sportOutdoor commerciële betrekking ondersteuning organisaties tot sport
Totaal
Samenwerking en concurrentie Meer concurrentie van commerciële aanbieders van sport en bewegen
26%
77%
57%
36%
30%
19%
61%
Meer concurrentie van niet-commerciële aanbieders van sport en bewegen
27%
32%
16%
16%
10%
13%
36%
43% 24%
Meer samenwerking met commerciële aanbieders van sport en bewegen
16%
14%
23%
36%
70%
38%
25%
22%
Meer samenwerking met andere niet-commerciële Aanbieders van sport en bewegen
35%
29%
23%
48%
30%
75%
28%
33%
Meer samenwerking met ander sectoren
31%
25%
31%
56%
70%
94%
33%
35%
Een terugloop van structurele financiële middelen
57%
36%
36%
52%
20%
44%
28%
45%
Een toename van (andere) geldstromen dan subsidies
23%
38%
31%
40%
70%
25%
25%
29%
Een afnemende afhankelijkheid van subsidies
22%
5%
16%
24%
10%
25%
25%
19%
Financiële ontwikkelingen
Veranderende rol van sport en bewegen Een toenemend gebruik van sport en bewegen voor gezondheid (preventie)
50%
89%
67%
64%
50%
81%
61%
62%
Een toenemend gebruik van sport en bewegen voor maatschappelijke/sociale doelen (zoals participatie, cohesie, maatschappelijke stages, et cetera)
52%
39%
46%
68%
60%
94%
33%
50%
Meer (politieke, lokale ) belangstelling voor sport
27%
36%
37%
56%
10%
50%
31%
33%
44%
Ontwikkelingen met betrekking tot personeelsbeleid (Verdergaande) professionalisering van de organisatie
45%
41%
41%
76%
10%
50%
31%
Een toenemende behoefte aan allround medewerkers
14%
38%
50%
20%
60%
31%
50%
31%
Een toenemende behoefte aan gespecialiseerde medewerkers
26%
43%
39%
24%
30%
19%
25%
31%
Een toenemende behoefte aan flexibel inzetbare medewerkers
43%
43%
64%
48%
50%
75%
61%
51%
Vergrijzing
58%
71%
61%
44%
30%
56%
50%
58%
Dalende inwonersaantallen (krimpregio)
31%
11%
27%
16%
10%
31%
25%
25%
39%
Demografische ontwikkelingen
Veranderende vraag Meer vraag van de klant naar kwaliteit
36%
50%
43%
40%
20%
25%
39%
Meer klantgericht werken, meer ingaan op individuele vragen van klanten
32%
68%
66%
76%
90%
81%
56%
53%
Vraag naar meer variatie in het aanbod van sport en bewegen
47%
32%
39%
60%
40%
63%
47%
45%
Totaal (N=100%)*
176
56
94
25
10
16
36
413
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
116
Bijlage 8 • Tabellen werkgevers
TABEL B8.23 ONTWIKKELINGEN WAAR ORGANISATIES IN DE OVERIGE BRANCHES MEE TE MAKEN HEBBEN. Toerisme en recreatie
Gezondheidszorg
Welzijn
Onderwijs
Veiligheid
Totaal
Samenwerking en concurrentie Meer concurrentie van commerciële aanbieders van sport en bewegen
28%
23%
28%
6%
0%
14%
Meer concurrentie van niet-commerciële aanbieders van sport en bewegen
3%
12%
17%
6%
0%
9%
Meer samenwerking met commerciële aanbieders van sport en bewegen
28%
24%
21%
19%
7%
21%
Meer samenwerking met andere niet-commerciële aanbieders van sport en bewegen
10%
42%
27%
40%
0%
34%
Meer samenwerking met ander sectoren
24%
47%
45%
34%
71%
39%
Financiële ontwikkelingen Een terugloop van structurele financiële middelen
21%
40%
28%
49%
29%
41%
Een toename van (andere) geldstromen dan subsidies
24%
33%
43%
22%
43%
28%
Een afnemende afhankelijkheid van subsidies
10%
17%
11%
9%
7%
11%
Veranderende rol van sport en bewegen Een toenemend gebruik van sport en bewegen voor gezondheid (preventie)
24%
71%
69%
57%
43%
59%
Een toenemend gebruik van sport en bewegen voor maatschappelijke/sociale doelen (zoals participatie, cohesie, maatschappelijke stages, et cetera)
41%
49%
63%
31%
21%
41%
Meer (politieke, lokale ) belangstelling voor sport
17%
22%
25%
27%
21%
25%
Ontwikkelingen met betrekking tot personeelsbeleid (Verdergaande) professionalisering van de organisatie
31%
52%
57%
45%
71%
49%
Een toenemende behoefte aan allround medewerkers
34%
24%
39%
16%
14%
23%
Een toenemende behoefte aan gespecialiseerde medewerkers
17%
42%
41%
34%
29%
36%
Een toenemende behoefte aan flexibel inzetbare medewerkers
52%
37%
47%
25%
29%
33%
Demografische ontwikkelingen Vergrijzing
21%
66%
39%
35%
86%
43%
Dalende inwonersaantallen (krimpregio)
10%
10%
17%
41%
0%
27%
Veranderende vraag Meer vraag van de klant naar kwaliteit
45%
28%
35%
6%
14%
19%
Meer klantgericht werken, meer ingaan op individuele vragen van klanten
38%
66%
53%
16%
57%
35%
Vraag naar meer variatie in het aanbod van sport en bewegen
34%
29%
53%
47%
29%
43%
Totaal (N=100%)*
29
83
75
217
14
418
* MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK, TOTAAL TELT OP TOT MEER DAN 100 PROCENT.
117
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.24 VACATURES SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES AFGELOPEN TWEE JAAR. N
Percentage met vacatures
Vacatures (in fte)
Percentage vervuld
Sportbranches Sportverenigingen
135
49%
71
95%
Fitness
46
46%
26
95%
Zwembranche
82
57%
74
91%
Sportbonden en sportondersteuning
25
76%
46
98%
Outdoor
7
57%
5
100%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
14
64%
36
100%
Overige commerciĂŤle organisaties
31
68%
32
91%
340
55%
290
95%
Toerisme en recreatie
23
70%
38
92%
Gezondheidszorg
80
41%
48
93%
Welzijn
68
59%
75
88%
Onderwijs
206
24%
56
98%
Veiligheid
12
67%
72
97%
Overige branches totaal
389
38%
289
94%
Sportsector en overige branches totaal
729
46%
579
94%
Sportbranches totaal Overige branches
118
Bijlage 8 • Tabellen werkgevers
TABEL B8.25 INVULLING VACATURES SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES. N
Schoolverlaters
Ervaren krachten
S&b-opleiding
Andere opleiding
S&b-opleiding
Andere opleiding
Sportbranches Sportverenigingen
70
14%
2%
67%
17%
Fitness
28
51%
6%
25%
18%
Zwembranche
44
33%
3%
51%
13%
Sportbonden en sportondersteuning
18
31%
4%
24%
41% 4%
Outdoor
7
46%
9%
42%
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
12
44%
0%
50%
6%
Overige commerciële organisaties
21
45%
9%
31%
15%
200
31%
4%
48%
17%
14%
Sportbranches totaal Overige branches Toerisme en recreatie
18
35%
34%
17%
Gezondheidszorg
35
43%
11%
31%
15%
Welzijn
37
39%
11%
29%
20%
Onderwijs
44
38%
5%
51%
5%
Veiligheid
11
35%
0%
46%
19%
Overige branches totaal
145
39%
11%
36%
14%
Sportsector en overige branches totaal
345
34%
7%
43%
16%
TABEL B8.26A DIENSTVERBANDEN VRIJWILLIGERS MET EEN S&B-FUNCTIE WERKZAAM IN DE SPORTEIGEN SECTOR. Percentage werkzaam op basis van vrijwilligers-overeenkomst
Percentage werkzaam op basis van vast bedrag voor onkostenvergoeding
Aantal organisaties 305
Sportverenigingen
27%
21%
Fitness
68%
26%
8
Zwembranche
36%
17%
38 17
Sportbonden en sportondersteuning
21%
46%
Outdoor
26%
55%
5
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
37%
27%
6
Overige commerciële organisatie
36%
25%
19
Totaal
27%
24%
398
119
De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018
TABEL B8.26B DIENSTVERBANDEN VRIJWILLIGERS MET EEN S&B-FUNCTIE WERKZAAM IN DE OVERIGE SECTOREN. Percentage werkzaam op basis van vrijwilligersovereenkomst
Percentage werkzaam op basis van vast bedrag voor onkostenvergoeding
Toerisme en recreatie
42%
51%
4
Gezondheidszorg
61%
38%
36
Aantal organisaties
Welzijn
57%
31%
29
Onderwijs
48%
20%
31
Veiligheid
-
-
-
59%
36%
100
Totaal
TABEL B8.27A VERGOEDING VRIJWILLIGERS MET EEN S&B-FUNCTIE WERKZAAM IN DE SPORTEIGEN SECTOR. Percentage verdient meer dan 1.500 euro per jaar
Percentage verdient 1.500 euro per jaar
Sportverenigingen
7%
Fitness
4%
Zwembranche Sportbonden en sportondersteuning
Percentage verdient minder dan 1.500 euro per jaar
Aantal organisaties
21%
72%
309
-
96%
9
-
17%
83%
39 16
3%
8%
88%
Outdoor
-
-
100%
5
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
-
20%
80%
6
Overige commerciële organisatie
1%
4%
95%
21
Totaal
6%
17%
77%
405
TABEL B8.27B VERGOEDING VRIJWILLIGERS MET EEN S&B-FUNCTIE WERKZAAM IN DE OVERIGE SECTOREN. Percentage verdient meer dan 1.500 euro per jaar
Percentage verdient 1.500 euro per jaar
Percentage verdient minder dan 1.500 euro per jaar
Aantal organisaties
Toerisme en recreatie
-
-
100%
4
Gezondheidszorg
-
1%
99%
32
Welzijn
27%
12%
61%
28
Onderwijs
2%
36%
62%
30
-
-
100%
1
7%
4%
89%
95
Veiligheid Totaal
120
Bijlage 8 • Tabellen werkgevers
TABEL B8.28A VERANDERINGEN IN DE FORMATIE VAN VRIJWILLIGERE SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES TEN OPZICHTE VAN TWEE JAAR GELEDEN. Toegenomen
Afgenomen
Gelijk gebleven
Totaal N (=100%)
Sportverenigingen
27%
16%
57%
309
Fitness
38%
0%
63%
8
Zwembranche
19%
16%
65%
37
Sportbonden en sportondersteuning
19%
6%
75%
16
Outdoor
0%
0%
100%
5
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
0%
17%
83%
6
Overige commerciële organisatie
38%
29%
33%
21
Totaal
26%
15%
58%
402
TABEL B8.28B VERANDERINGEN IN DE FORMATIE VAN VRIJWILLIGE SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES TEN OPZICHTE VAN TWEE JAAR GELEDEN. Toegenomen
Afgenomen
Gelijk gebleven
Toerisme en recreatie
33%
0%
67%
Totaal N (=100%) 3
Gezondheidszorg
31%
6%
63%
35
Welzijn
36%
21%
43%
28
Onderwijs
10%
10%
81%
31
Veiligheid
0%
0%
100%
1
Totaal
26%
11%
63%
98
TABEL B8.29A VERWACHTE ONTWIKKELING IN DE FORMATIE VAN VRIJWILLIGE SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES DE KOMENDE VIJF JAAR. Sportverenigingen Fitness Zwembranche
Toename
Blijft gelijk
Afname
Totaal N (=100%)
32%
56%
12%
307
-
100%
-
8
21%
62%
18%
39 16
Sportbonden en sportondersteuning
19%
69%
13%
Outdoor
20%
80%
-
5
Overheidsdiensten met betrekking tot sport
0%
67%
33%
6
Overige commerciële organisatie
24%
62%
14%
21
Totaal
28%
59%
13%
402
TABEL B8.29B VERWACHTE ONTWIKKELING IN DE FORMATIE VAN VRIJWILLIGE SPORT- EN BEWEGENFUNCTIES DE KOMENDE VIJF JAAR. Toename
Blijft gelijk
Afname
Totaal N (=100%)
Toerisme en recreatie
33%
33%
33%
3
Gezondheidszorg
26%
69%
6%
35
Welzijn
45%
48%
7%
29
Onderwijs
26%
71%
3%
31
Veiligheid
-
100%
-
1
Totaal
31%
63%
6%
99
121
COLOFON Uitgever Arko Sports Media Fotografie Shutterstock Ontwerp en opmaak www.ikgraphicdesign.com Contact
• NOC*NSF • Jan Minkhorst • MBO Raad - Bedrijfstak ZWS • Marcel van den Broek / Han Dahlmans • Hogescholen Sport Overleg • Thom Terwee (Hogeschool van Amsterdam) • SBB • Marike Knape • Werkgevers in de Sport • Nischa Janssen • Nationale Raad Zwemveiligheid • Jarno Hilhorst • KVLO • Jo Lucassen • Namens mbo • Ap te Winkel (Graafschap College) • Projectleider • Pauline Rekvelt (ROC Mondriaan)
ISBN 978-90-5472-423-0 NUR 133
© 2018 KBA Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van KBA Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
â&#x20AC;&#x153;Sport vervult een belangrijke functie in de Nederlandse maatschappij en economie.â&#x20AC;?