Lezen in de zomer is leuk

Page 1

LEZEN IN DE ZOMER IS LEUK

een makkelijk te integreren leesbevorderingsproject voor taalarme kinderen

DE RUGZAK EN LEESMAATJES | EEN UITGAVE VAN BUURTWERK ‘T LAMPEKE VZW

3


4


LEZEN IN DE ZOMER IS LEUK een makkelijk te integreren leesbevorderingsproject voor taalarme kinderen

5


Lezen in de zomer is leuk is een uitgave van

Concept: Karin Nelissen, Coördinatrice Buurtwerk ‘t Lampeke vzw Projectverantwoordelijke: Saskia Wetzelaer Foto’s: Nicole Meersschaert Eindredactie: Saskia Wetzelaer Vormgeving: Pieter Ver Elst | welcome back victoria Verantwoordelijke uitgever: Karin Nelissen Met dank aan de oorspronkelijke bijdrage van Sofie Brockmans, Fieke Tak en Siska Goeminne. Eerste druk maart 2016 Contactadres: Kinderwerking Fabota, Riddersstraat 33, 3000 Leuven | 016 22 89 78 fabota@lampeke.be | www.lampeke.be Je kan Lezen in de zomer is leuk bestellen via bestelling@lampeke.be. © Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op welke wijze ook, na expliciete toestemming van de de uitgever en met bronvermelding. De eerste uitgave (2008) van Lezen in de zomer is leuk werd mogelijk gemaakt door een subsidie in het kader van ‘Managers van Diversiteit’ een project van Vlaams minister van Inburgering Marino Keulen. Deze vernieuwde uitgave werd mogelijk gemaakt door toegekende subsidie (2015) van Het Vlaams Fonds voor de Letteren. 6


ALS JE SAMEN MET EEN KIND KAN LACHEN OF SCHREIEN BIJ EEN BOEK, DAN GROEIT ER EEN INTIMITEIT TUSSEN JULLIE. EN TERWIJL JULLIE PRATEN OVER WAT JE GELEZEN HEBT, ZAL EEN KIND JE TOEVERTROUWEN WAT HEM BEZIGHOUDT. ASTRID LINDGREN

7


Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met

Deze uitgave werd mogelijk gemaakt met de steun van

8


INHOUD Inleiding

9

Voor wie De Rugzak en Leesmaatjes bedoeld zijn

11 12 Kansarmoede 14 Zomerverlies 16 Identiteiten, cultuur en familie 18 Meertaligheid

25 25 30 32 34

37 37 39 39 40 40 41 44 49

51

De Rugzak

Wat zit er in De Rugzak /de ingrediĂŤnten van De Rugzak? Werken met een reisdagboek Zoeken van ondersteunende partners van De Rugzak Ouders betrekken bij De Rugzak

Leesmaatjes

Hoe Leesmaatjes werkt Maken en verspreiden van affiches en flyers Zoeken van een geschikt moment voor Leesmaatjes Betrekken van de hele werking bij Leesmaatjes Verzamelen van (lees)materiaal voor Leesmaatjes Een mobiele leeshoek of bibliotheek Een bibliotheek, hoe doe je dat? Zien en horen lezen, doet lezen!

Wie zijn wij?

9


10


“DAT IS VOORAL NADELIG VOOR SOCIAAL ZWAKKERE GROEPEN. DE LEERWINST DIE ZIJ BOEKEN OP SCHOOL, ZIJN ZE DAARDOOR TEGEN SEPTEMBER WEER KWIJT. VEEL KINDEREN VALLEN TIJDENS DE VAKANTIE TERUG OP EEN TAALARM MILIEU. (…) HET IS BELANGRIJK DAT WE ALLE OUDERS EN KINDEREN STIMULEREN OM OOK TIJDENS DE VAKANTIE OP ALLERLEI MANIEREN SPELEND TE LEREN.” Ignace Glorieux, VUB-socioloog, in Klasse voor Ouders, juni 2007

EEN LANGE ZOMERVAKANTIE ZORGT VOOR ‘ZOMERVERLIES’ We waren binnen kinderwerking Fabota al jaren bezig om het lezen tijdens de zomermaanden ‘warm’ te houden. Om het ‘zomerverlies’ tegen te gaan én omdat we al jaren geloven in het belang van (voor)lezen, ontwikkelden we een leesbevorderingsproject voor maatschappelijk kwetsbare, allochtone en autochtone kinderen. We willen deze kinderen ook tijdens de lange zomer blijven stimuleren op gebied van taal en lezen. Dat doen we op twee manieren.

DE RUGZAK geven we mee aan kinderen die tijdens de vakantie in hun land van herkomst verblijven. Zij gaan op reis, zien nieuwe plaatsen en doen nieuwe indrukken op. Maar tegelijk verliezen ze een stuk kennis van het Nederlands. Met een reisdagboek, door hen gekozen boeken en een mp3-speler met Nederlandstalige liedjes en luisterverhalen willen we de kinderen op een speelse en aantrekkelijke manier stimuleren om ook in het buitenland met het Nederlands bezig te zijn. Geen lesjes of werkmateriaal, maar De grote dino-encyclopedie en Mathilda moeten het zomerverlies tegengaan. En door het groeiend aanbod van meertalige boeken, krijgt ook de thuistaal van kinderen een volwaardige plek in De Rugzak.

Met LEESMAATJES willen we het leesplezier bij de ‘thuisblijvende’ kinderen in de kinderwerking aanwakkeren en stimuleren. Vrijwilligers gaan tijdens de middagpauzes met de kinderen aan het lezen: ze lezen voor, lezen samen of stimuleren de kinderen om zelf te lezen. Voor kinderen met een meer dan gemiddelde leeshonger zetten we een (mobiele)bibliotheek op. Zo kunnen ze ook thuis én samen met hun ouders genieten van het lezen. Op ontdekkingstocht gaan in een boek, het is voor veel van deze kinderen alsof er een nieuwe wereld opengaat. Kleurige citaten van kinderen, ouders en kinderwerkers illustreren de concrete werking van De rugzak en Leesmaatjes. Deze brochure is een bruikbare handleiding voor iedereen die ermee aan de slag wil gaan. We zagen met trots hoe we andere werkingen door de jaren heen inspireerden met dit project, en willen met deze hernieuwde uitgave onze inspiratie, theoretische steuntjes, nuttige tips en relevante links delen. Veel leesplezier!

11


12


1.

VOOR WIE DE RUGZAK EN LEESMAATJES BEDOELD ZIJN…

13


VOOR WIE DE RUGZAK EN LEESMAATJES BEDOELD ZIJN

KANSARMOEDE Dit leesbevorderingsproject is opgezet voor kinderen van 2,5 tot 14 jaar uit kansarme Vlaamse of gezinnen van allochtone origine. De betrokken gezinnen zijn taal- en/ of leesarm, en het risico op zomerverlies bij de kinderen is reëel. Met het project willen we in de eerste plaats de kinderen zelf bereiken, maar ook hun ouders willen we er zeker bij betrekken. Voor het welslagen is het immers essentieel om rekening te houden met de ouders, zodat zij hun kinderen mee kunnen aanmoedigen en stimuleren. Met Leesmaatjes en De Rugzak komen we tegemoet aan een verlangen van veel kansarme ouders: zij hopen en wensen dat hun kind het goed doet op school en daardoor later ook in het leven. Via De rugzak reiken we hen en hun kinderen bovendien een toegankelijke manier aan om een band te creëren tussen hun leven hier in België en de voor hen zo belangrijke familie in het buitenland.

1 OP 5 KINDEREN LEEFT IN EEN ARM GEZIN

Deze cijfers draaien om kinderen jonger dan 18 jaar. Bijna één op de vijf (of 18,8%) leeft in een gezin met een inkomen onder de armoederisicodrempel. Dat is een stijging van bijna 3% ten opzichte van tien jaar geleden. bron: www.deredactie.be, 03 december 2015

WAAR KOMEN DIE KINDEREN DAN VANDAAN ?

36,4% 20% 36,4% KINDEREN UIT EENOUDERGEZINNEN

14

KINDEREN UIT GROTE GEZINNEN

KINDEREN VAN OUDERS DIE GEBOREN ZIJN BUITEN BELGIË


73% KINDEREN UIT GEZINNEN WAAR BIJNA NIEMAND WERKT 15


ZOMERVERLIES “Rond zomerverlies werd vastgesteld dat kinderen uit lagere sociale klassen meer nadeel ondervinden van lange schoolonderbrekingen dan kinderen uit hogere sociale klassen. Terwijl leerlingen uit de hogere sociale klassen hun schoolvrije tijd doorbrengen in een sociaal milieu dat stimulerend is voor hun algemene ontwikkeling, leven kinderen uit de lagere klassen vaak in milieus waar dergelijke stimuli minder aanwezig zijn. Kinderen die sociaal en economisch minder bevoordeeld zijn, verliezen tijdens de lange zomeronderbreking dan ook veel van de kennis, de vaardigheden en de attitudes die ze op school hebben verworven. De kinderen uit meer bevoorrechte kringen hebben daarvan veel minder last. Voor hen is de vakantieperiode vaak zelfs een verrijking voor of een aanvulling van wat ze op school geleerd hebben. Een en ander heeft als gevolg dat de niveauverschillen tussen kinderen met een verschillende sociale achtergrond bij het begin van het nieuwe schooljaar groter geworden zijn dan vlak vóór de zomervakantie.” ‘De tijden veranderen, de schooltijden niet’, De Morgen, 24 januari 2007

16


KINDEREN DIE SOCIAAL EN ECONOMISCH MINDER BEVOORDEELD ZIJN, VERLIEZEN TIJDENS DE LANGE ZOMERONDERBREKING VEEL VAN DE KENNIS, DE VAARDIGHEDEN EN DE ATTITUDES DIE ZE OP SCHOOL HEBBEN VERWORVEN. 17


IDENTITEITEN, CULTUUR EN FAMILIE

“KINDEREN WORDEN NOOIT BINNEN ÉÉN GROEP OF ÉÉN CULTUUR OPGEVOED. ZE HEBBEN DAN OOK MEERDERE ‘IDENTITEITEN’ DIE SAMENHANGEN MET DE VERSCHILLENDE GROEPEN WAARIN ZE ZICH BEVINDEN. ZULKE MOGELIJKE ‘GROEPEN’ ZIJN DE GODSDIENSTCULTUUR, DE NATIONALITEIT, DE FAMILIE, HET SOCIALE MILIEU, DE BUURT, DE SPORTPLOEG, DE VRIENDEN, DE KINDERWERKING.” Vrij naar een fragment uit: Michel Vandenbroeck, De blik van de Yeti. Over het opvoeden van jonge kinderen tot zelfbewustzijn en verbondenheid. SWP, 2007, tweede druk

Hoewel kinderen meerdere ‘identiteiten’ hebben, gaat alle aandacht vaak maar naar één bepaalde identiteit, terwijl andere identiteiten in de schaduw blijven. Zo stellen we in de kinderwerking vast dat veel kinderen zich voorstellen met een verwijzing naar hun nationaliteit of religie: “Ik ben van Senegal”, “Ik ben van de islam”, “Ik ben Nepalees”... Dat is immers hun identiteit die het meest in het oog springt, of waarop ze het vaakst worden aangesproken. Ze behoren dan ook op de eerste plaats tot hun gezin en hun familie. Maar daarnaast maken ze deel uit van hun klas, hun school, hun vrienden, de voetbalploeg, de circusschool, de kinderwerking, de buurt, de straat. Ook in die verschillende groepen hebben ze hun eigen identiteit. Vaak krijgen die verschillende identiteiten niet evenveel aandacht, hoewel ze in het leven van de kinderen wel even belangrijk zijn. De kinderen zijn niet alleen trots op hun ouders, maar ook op hun juf, hun vriendjes of hun voetbaltrainer... Met De rugzak willen we net die verschillende identiteiten van de kinderen met elkaar verbinden: in het vakantieland kunnen ze laten zien wie ze zijn in België, en omgekeerd.

18


19


“OMDAT MEERTALIGHEID GEEN SYNONIEM HOEFT TE ZIJN VOOR GEBREKKIG NEDERLANDS EN EEN SCHOOLSE ACHTERSTAND.� Elke Decruynaere (schepen van onderwijs, opvoeding en jeugd stad Gent)

Het is een maatschappelijk gegeven dat steeds meer kinderen opgroeien in een meertalige context. Op school, in de sportclub, in onze kinderwerking spreken ze Nederlands, maar thuis wordt vaak een andere (moeder) taal gesproken. Die moedertaal is ontzettend belangrijk. Het is de taal waarin kinderen hun eerste woorden ontdekken, hun eerste relaties ontwikkelen en vat leren krijgen op zichzelf, hun leven, hun cultuur... Als een kind zijn/haar moedertaal of eerste taal goed spreekt, leert het makkelijker een tweede taal. Een kind dat de betekenis van een woord kent in zijn/haar moedertaal, zal veel makkelijker datzelfde woord aanleren in het Nederlands. Binnen onze kinderwerking proberen we vanuit een open houding met meertaligheid om te gaan. Er is dus ook plaats voor de thuistaal van de kinderen. We beschouwen meertaligheid als een rijkdom, als een deel van de identiteit van kinderen. Identiteit en taal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door kinderen in hun (moeder)taal te erkennen, voelen zij zich meer aanvaard en meer betrokken. We merken dat door bewust en respectvol om te gaan met taal en cultuur binnen onze kinderwerking, ook het zelfvertrouwen en welbevinden van de kinderen groeit.

Neem een kijkje op www.CtenO.be en ontdek tips voor je eigen werking rond talensensibilisering.

20

www.meertaligheid.be geeft je inspiratie, tips, achtergrondinformatie...


SPONTAAN RUIMTE MAKEN VOOR DE MEERTALIGE IDENTITEIT VAN KINDEREN, IS EEN MANIER OM AAN TALENSENSIBILISERING TE DOEN. Door onze geïntegreerde manier van werken zijn taal-en leesbevordering deel van een algemene grondhouding. Vanuit die houding prikkelen we de kinderen continu, door interactie en uitdagende activiteiten. Net zoals taalontwikkeling geen losstaand gegeven is in de ontwikkeling van een kind, is taalstimulatie ook geen losstaand gegeven binnen onze werking. Ze zit erin vervat.

WAT IS ‘PEDAGOGISCHE TACT’?

Pedagogische tact is een speciaal moment van interactie waarbij je als leraar/begeleider ‘het juiste doet op het goede moment’ (Stevens & Bors, 2013) en waarbij de leerling/het kind dat ook zo ervaart.” “Pedagogische tact zou je kunnen beschouwen als de toetssteen voor de kwaliteit van de omgang met je leerlingen. Lukt het je om hen goed te begrijpen, goed te ‘verstaan’? Hoe merk je dat? Past je gedrag naar de leerlingen toe bij wat zij nodig hebben? En hoe weet je wat zij nodig hebben? Deze en vergelijkbare vragen worden bij wijze van spreken in één keer beantwoord in pedagogisch tactvol gedrag; de kinderen laten je al snel weten of jouw antwoord meer of minder geslaagd was (als je goed kijkt en luistert).” bron: pedagogische tact in een notendop, esther de boer (kpc groep) & kris verbeeck (m&o groep), ’s-hertogenbosch, kpc groep en m&o groep, 2015.

“DOOR TE EISEN DAT IEMAND ZIJN/HAAR ANDERS ZIJN OPGEEFT, VERHINDEREN WE NET DAT HIJ ZICH HET NEDERLANDS EIGEN MAAKT.” KOEN JASPAERT, KU LEUVEN 21


“ALS JIJ VAN MIJ VERSCHILT MAAK JE MIJ NIET ARMER MAAR RIJKER...”

ANTOINE DE SAINT-EXUPÉRY

“TWEETALIGHEID VERBETERT WERKGEHEUGEN”

Blom et al (2014) “The benefits of being bilingual: working memory in bilingual Turkish-Dutch children” journal of Experimental Child psychology Het onderzoek van Blom sluit aan bij eerder onderzoek naar de cognitieve effecten van tweetaligheid. Zo is het al langer bekend dat tweetaligen zich beter kunnen focussen. Dat komt waarschijnlijk doordat ze de hele tijd overzicht moeten houden over hun twee talen. Ze moeten de talen uit elkaar houden, beslissen welke taal ze wanneer gebruiken en steeds een van hun twee talen onderdrukken. Wanneer een Turks-Nederlands kind Nederlands spreekt, moet hij de Turkse woorden die in zijn hersenen actief worden negeren. Deze focustraining beperkt zich niet tot de hersengebieden die met taal te maken hebben, maar werkt ook door in de rest van het brein. Dat tweetaligheid ook goed is voor je werkgeheugen is een relatief nieuwe vondst in het onderzoek. Blijkbaar geeft het spreken van twee talen een uitgebreide hersentraining die verder gaat dan focussen alleen. Bovendien laat het onderzoek van Blom zien dat het tweetalige voordeel ook geldt voor kinderen van laagopgeleide ouders.

22


23


24


WE GELOVEN IN DE POSITIEVE KRACHT VAN HET CONTACT MET BOEKEN. LEZEN LEERT EN HELPT DE KINDEREN OM VOORWERPEN EN SITUATIES TE BENOEMEN EN HUN GEVOELENS TE UITEN. BOEKEN STIMULEREN HUN DROMEN EN WAKKEREN HUN FANTASIE AAN. BOVENDIEN CREËERT HET (VOOR)LEZEN OOK RUST. TIJDENS ZO’N LEESMOMENT KUNNEN DE KINDEREN EVEN TOT ZICHZELF KOMEN OF EEN GEZELLIG ONDERONSJE HEBBEN MET ENKELE ANDERE KINDEREN EN EEN KINDERWERKER OF OUDERS. DOOR DIE INDIVIDUELE AANDACHT IN EEN VEILIGE EN GEBORGEN SFEER LEREN ZE HOE FIJN LEZEN KAN ZIJN.

25


BOEKEN

kun je... kopen, vragen aan uitgeverijen en bibliotheken, vragen aan buurtbewoners (eerste keus in tweedehands).

26


2.

DE RUGZAK Kinderen die tijdens de vakantie naar hun land van herkomst gaan, kunnen een rugzak met Nederlands taalmateriaal meenemen. Hierbij kan de link naar de thuistaal van kinderen gelegd worden, door een aanbod van meertalige boeken. Elke rugzak heeft een persoonlijke inhoud, afgestemd op het kind. Het taalmateriaal is aangepast aan de interesses van het kind, en aan zijn/haar leesniveau. Zo houdt het ene kind van prinsessenboeken, terwijl een ander kiest voor voetbalstrips. Bovendien heeft ieder kind een aangepaste ondersteuning nodig. Sommige kinderen kunnen al best zelfstandig werken of lezen, terwijl anderen daar wat hulp bij nodig hebben. De rugzak kan een persoonlijke toets krijgen door bijvoorbeeld een zelfgemaakt label of ‘look.’

1. WAT ZIT ER IN DE RUGZAK? Boeken op maat van het kind, dus aangepast aan zijn/haar interesses en leesniveau. Rekening houden met de persoonlijke interesses van het kind, is heel belangrijk. Als een kind een boek of een verhaal níét boeiend vindt, dan is het maar moeilijk te motiveren om het te lezen. Terwijl het net de bedoeling is dat het kind op de duur zelf spontaan naar de rugzak grijpt. Zorg ook voor boeken in de thuistaal van het kind. Een lijst vol inspiratie: www.foyer.be/IMG/pdf/verschillende_talen.pdf

27


De kinderen krijgen de rugzak in bruikleen. Om ervoor te zorgen dat deze intact en met complete inhoud terugkomt, kan er samen met hen een contractje ingevuld worden. Die wat zakelijke overeenkomst verhoogt de betrokkenheid van de kinderen en hun ouders. Op deze manier kunnen zij op een duidelijke manier hun engagement tonen, want dit project kan alleen slagen als ook de ouders erbij betrokken zijn en geloven in de zin en het belang ervan.

IK LUISTER GRAAG NAAR EEN VERHAAL OVER TIJGERS EN LEEUWEN, WANT DAT ZIJN DIEREN VAN MIJN LAND. NGENDO, 6 JAAR

Een mp 3-speler met Nederlandse luisterverhalen en liedjes. Ook liedjes in de thuistaal van het kind, kunnen hier aan bod komen. Dit is een heel belangrijk onderdeel van de rugzak. Een mp3 heeft immers niets schools. Integendeel, de kinderen vinden de mp3 ‘cool’ en ze zullen er makkelijk naar grijpen. Zo horen ze toch elke dag Nederlands. Tip: Batterij problemen? Koop oplaadbare mp3’s met een USB-verbinding.

Luisterverhalen kun je in boekenwinkels vinden, maar ga zeker ook eens kijken in de bibliotheek.

ALS MIJN ZUS JALOERS WAS OP MIJN MP3, DAN GAF IK HAAR ÉÉN ‘OORTJE’, ZODAT ZE KON MEELUISTEREN. DENNY, 11 JAAR

Enkele taalspelletjes. Hierbij is het opnieuw belangrijk rekening te houden met de interesse en het taalniveau van het kind. Je kan spelletjes uit de handel toevoegen (pim pam pet, reisscrabble,...) of zelf een opdrachtenspelletje maken zoals een boodschap in geheimschrift ontcijferen, een postkaartje laten schrijven, etc...

28


DE RUGZAK

IK HEB HET LIEFST DAT EEN MEVROUW HET VERTELT, WANT EEN MENEER IS NIET LEUK OM NAAR TE LUISTEREN. MINA, 10 JAAR

Een ruilzakje met enkele typische Belgische spullen. In dit ruilzakje kunnen typisch Belgische dingen gestopt worden (die je samen met het kind kan zoeken), zoals een vlaggetje, een suikerklontje met papier eromheen, een cent… Het is de bedoeling dat de kinderen die spullen proberen te ruilen voor typische spullen uit het vakantieland, zoals een Marokkaans vlaggetje of een Nepalese munt. Er hoeft natuurlijk niet geruild te worden. Op vakantie samen met neefjes en nichtjes zoeken naar typische spullen kan voor een kind een speelse manier zijn om zijn ‘Belgische’ identiteit en die binnen zijn familie met elkaar te verbinden. Een reisdagboek. Dit onderdeel is heel belangrijk voor het doel van het project. Het reisdagboek vraagt wel de nodige inzet en voorbereiding van de kinderwerkers. Zij kunnen er samen met de kinderen vooraf mee aan de slag gaan.

AAN MIJN BROERS HEB IK NIET GEZEGD DAT IK DIE [MP3] HAD, WANT ANDERS KWAMEN ZE DAAR MISSCHIEN OVER ZEUREN. IK LUISTERDE ’S AVONDS IN MIJN BED. MOGDA, 10 JAAR

29


ONDERWEG VONDEN WE DE MP3 EERST EEN FIJNE OPLOSSING, OMDAT DE KINDEREN DAN GEEN RUZIE MAKEN. HET IS EEN LANGE RIT EN DE KINDEREN VERVELEN ZICH SNEL. DUS DE MP3 IS EEN FIJNE OPLOSSING, DACHTEN WIJ, EN ZO KRIJGEN ZE EVENGOED DE NEDERLANDSE TAAL TE HOREN. TWEE VLIEGEN IN ÉÉN KLAP. MAAR OP DE TERUGREIS KONDEN ZE DE VERHAALTJES AL MEE OPZEGGEN. ZO HOORDEN WIJ TELKENS HETZELFDE VERHAALTJE - HUN LIEVELINGSVERHAALTJE - OPNIEUW EN OPNIEUW. DÁÁR WERDEN WIJ WEL HOORNDOL VAN... MAMA VAN NELSON

30


31


2. WERKEN MET EEN REISDAGBOEK Het reisdagboek is een invulboekje waarmee er gefocust wordt op de identiteit van het kind. Vorm en ‘look’ van het boekje zijn aangepast aan de leeftijd en smaak van het kind, en ook inhoudelijk is het boekje heel persoonlijk. De kinderen kunnen er bijvoorbeeld foto’s inplakken, of kunnen er hun vrienden in laten schrijven, tekeningen maken, en zo meer. Daarbij worden ze individueel begeleid door de kinderwerkers. Samen met hen kunnen de kinderen, voor hun vertrek naar het buitenland, al in het reisdagboek werken, zodat de bedoeling ervan helemaal duidelijk is. Tijdens het schooljaar kunnen er ook alvast foto’s gemaakt worden in de klas. Zo kunnen de kinderen hun leerkracht of vriendjes, hun klas of school laten zien aan hun familie of vrienden in het vakantieland. Foto’s maken het makkelijker voor hen om te vertellen over een cultuur die voor de ander vreemd is. Het dagboek reist natuurlijk mee terug, waardoor het opnieuw in België getoond kan worden. Je kan van te voren zelf een reisdagboek maken, aangepast aan het kind en gezin in kwestie. De mogelijkheden zijn talrijk.

DAT DE KINDEREN DE FOTO’S UIT HET REISDAGBOEK KUNNEN TONEN, VERSTERKT DE BAND MET HUN FAMILIE GINDER. WANT HET IS VOOR DE KINDEREN MEESTAL NIET GEMAKKELIJK OM TE VERTELLEN OVER BELGIË. ZE ZIJN BANG DAT HET DAN LIJKT ALSOF ZE ‘STOEFEN’, ALSOF ZE GEEN RESPECT TONEN VOOR DE CULTUUR VAN HUN THUISLAND. DE FOTO’S BRENGEN ALLES IN BEELD, EN DAT IS GEMAKKELIJKER. MAMA VAN MOISHA EN HOUDA

32


DE RUGZAK

IK KAN NOG GEEN NEDERLANDS EN HET WAS DUS HEEL MOEILIJK OM SAMEN MET MIJN KIND HET REISDAGBOEK IN TE VULLEN. IK BESEFTE DAT IK IETS MOEST DOEN. WANT IK WIL OOK DE SCHOOLLOOPBAAN VAN MIJN KINDEREN KUNNEN VOLGEN. DAAROM HEB IK BESLOTEN OM ZELF LESSEN NEDERLANDS TE VOLGEN. MAMA VAN HANAAN

MEER INFO OVER HET REISDAGBOEK EN DE RUGZAK ? FABOTA.LAMPEKE.BE/RUGZAK-EN-LEESMAATJES

33


3. OP ZOEK NAAR PARTNERS DIE DE DE RUGZAK MEE ONDERSTEUNEN Om het project te dragen en te ondersteunen, is het een goed idee om een stuurgroep met medewerkers van de kinderwerking en leerkrachten uit de buurtscholen op te richten. De leerkrachten kunnen immers belangrijke partners zijn in dit project. Deze stuurgroep probeert de overige leerkrachten van de buurtscholen • zo goed mogelijk te informeren over het project • te motiveren om kinderen en hun ouders te ondersteunen en zo hun betrokkenheid bij De rugzak te verhogen • in te schakelen om mee te bepalen welke kinderen het meest baat hebben bij dit project. Zij weten immers welk leesniveau en welke interesses de kinderen hebben en hoe ze het best bij het lezen begeleid worden.

LEESNIVEAU

34

/= LEESPLEZIER...


DE RUGZAK

Met de ouders van ‘onze’ kinderen uit de kinderwerking hebben we vaak een goede vertrouwensrelatie en het lukt ons aardig om heel wat ouders voor een taalrugzak te engageren. Onze grote betrokkenheid bij de gezinnen maakt de drempel immers minder hoog en vergroot aanzienlijk de kans op slagen. Maar uiteraard ligt dat een stuk moeilijker bij die kinderen die we niet kennen. Daarom helpen de leerkrachten ons een handje om ook de ouders van deze kinderen te bereiken en hen te overtuigen aan het project mee te werken. Daarnaast kunnen de leerkrachten, beter dan wie ook, nagaan of en in hoeverre het project de kinderen geholpen heeft en of het zomerverlies daadwerkelijk beperkt is gebleven.

HET IS FIJN ALS EEN LEERKRACHT ONS HELPT OM DE OUDERS DIE WIJ NIET KENNEN BIJ DE SCHOOLPOORT AAN TE SPREKEN. ZIJ KUNNEN MAKKELIJKER EEN GESPREK BEGINNEN. ZO BEREIKEN WE NOG MEER KINDEREN DIE DE TAALRUGZAK BEST KUNNEN GEBRUIKEN. HET STEUNT ONS OOK OM TE ZIEN DAT DE LEERKRACHTEN GELOVEN IN ONS PROJECT. FIONA, KINDERWERKSTER

35


4. BETREKKEN VAN OUDERS BIJ ‘DE RUGZAK’ BRENG OUDERS OP DE HOOGTE Om de ouders voor het project te engageren, is het belangrijk om hen ervan op de hoogte te brengen. Dit kan door hen persoonlijk aan te spreken of door het uitdelen van informatiebriefjes. Ook de leerkrachten van de kinderen die we je bij het project wilt betrekken, kunnen de ouders informeren. Zodra de kinderen én hun ouders interesse hebben voor een taalrugzak, kan het samen zoeken naar de juiste invulling ervan beginnen. De interesse van het kind is daarbij hét vertrekpunt. Want als hij/zij de inhoud van de rugzak niet leuk of ‘cool’ vindt, dan heeft de rugzak maar weinig zin.

LEG DUS DUIDELIJK UIT AAN DE OUDERS DAT HET LEES- EN LUISTERPLEZIER VAN DE KINDEREN VOOROP STAAT. HET IS BELANGRIJK DAT DE KINDEREN DE RUGZAK NIET ALS EEN VERPLICHTING ERVAREN, MAAR WEL ALS EEN LEUKE EN ONTSPANNENDE BEZIGHEID. GEEF GEÏNTERESSEERDE OUDERS DE NODIGE ONDERSTEUNING We geloven dat voorlezen de band tussen ouder en kind kan versterken. Betrek ouders bij de voorleesmomenten in de werking of bibliotheek. Of organiseer zelf een vormingssessie ‘voorlezen’, met voorbeeldfilmpjes, voorleestips en de mogelijkheid om het aanbod aan boeken zelf te ontdekken. Vergeet voor anderstalige ouders en hun kinderen ook de ‘boeken zonder woorden’ niet. Door deze boeken aan te bieden krijgen ouders die nog weinig Nederlands spreken, de kans om ook op een zelfzekere manier ‘voor te lezen’ uit een boek. Doordat het verhaal verteld wordt aan de hand van prenten, kunnen ouders er zelf een verhaal bij verzinnen in hun moedertaal.

www.studiosesam.be Op de website van Studio Sesam vind je veel nuttige tips over intercultureel communiceren.

36

Een kind dat nog niet voldoende Nederlands spreekt zal op deze manier het verhaal beter begrijpen en uiteindelijk de Nederlandse woorden die erbij horen ook vlotter opnemen. Ook ouders die wel Nederlands spreken, maar niet goed kunnen lezen of zich onzeker voelen over het voorlezen van een (prenten)boek, kunnen op deze manier ‘voorlezen.’


DE RUGZAK

DIE RUGZAK WAS FIJN, WANT MIJN VRIENDEN HADDEN DIE NIET EN DAT IS WEL FIJN. TINE, 10 JAAR

In het aanbod van deze ‘boeken zonder woorden’ zijn verhalen te vinden voor elke leeftijd, zelfs voor volwassenen. Je vindt een lijst van bruikbare prentenboeken zonder tekst op www.foyer.be. Schenk ook aandacht aan de thuistaal van gezinnen door het meertalig voorlezen voor te stellen. In de meeste bibliotheken kun je ondertussen de anderstalige (prenten)boeken van ‘O Mundo’ uitlenen, een pakket met op maat ontwikkelde voorleesuurtjes makkelijk toepasbaar in je eigen werking. De Sesam-kinderboeken sluiten hierbij aan.

WAAR KAN IK MEERTALIGE BOEKEN VINDEN? • omundo.be • mantralingua.com • nik-nak.eu • multiculti-keuzelijst: een selectie multiculturele voorleesboeken via leesweb/de boekenkaravaan • studiosesam.be • www.foyer.be

HET IS VOOR DE KINDEREN NIET GEMAKKELIJK OM TE LEZEN, OMDAT ZE IN VAKANTIESFEER ZIJN EN DAN OOK NOG OP BEZOEK BIJ FAMILIE DIE WE NIET VAAK ZIEN. MAMA VAN NADIA

37


38


3.

LEESMAATJES Voor de kinderen die tijdens de zomer in België blijven en naar de kinderwerking komen, lassen we (voor)leesmomenten in. We willen immers het lezen in een speelse, niet-schoolse omgeving bevorderen. Enthousiaste vrijwilligers worden ‘de leesmaatjes’ en komen tijdens de middagpauze langs om één à twee uur lang met de kinderen te lezen. Door een mobiele leeshoek in te richten, kan het lezen van dag tot dag elders een plekje krijgen, zelfs buiten. Of, waarom geen ‘echte’ bibliotheek uit bouwen? De leesmaatjes lezen verhalen voor, lezen samen met de kinderen of stimuleren ze juist om zelf te lezen. Ook het leesaanbod is heel gevarieerd: prentenboeken, strips, zelfgemaakte verhalen, gebruiksaanwijzingen, weetjesboeken, kinderkranten, anderstalige boeken, reclamefolders,... In de leeshoek /bibliotheek komt álles aan bod wat aansluit bij de leefwereld van de kinderen. Leesmaatjes hebben natuurlijk ieder hun eigen manier van (voor)lezen. Elke manier van voorlezen is waardevol, maar belangrijk is dat de leesmaatjes er zelf plezier in hebben en dat ze de kinderen vertrouwd maken met boeken en met leespret.

39


40


LEESMAATJES

MAAK EN VERSPREID AFFICHES EN FLYERS OM LEESMAATJES TE VINDEN

Ga op zoek naar vrijwilligers die zich enkele of meerdere momenten kunnen vrijmaken. Verspreid je eigen affiches en flyers (maak ze samen met de kinderen!) en probeer zo veel mogelijk mensen te bereiken die ‘leesmaatje’ willen worden. Ook via de plaatselijke bibliotheek kun je proberen om voorlezers te vinden. De meeste bibliotheken werken namelijk met vrijwillige voorlezers.

“IK LEES HET LIEFST VOOR ERGENS RUSTIG OP EEN BANKJE, VOOR ÉÉN KIND.” MARIE, LEESMAATJE

“De leesmaatjes zijn een vaste waarde tijdens de schoolvakanties en zomermiddagen in de kinderwerking. Ze voelen zich mee verantwoordelijk voor de kinderen die naar de leesplek of bibliotheek komen. Ze spreken hen aan op ongewenst gedrag, knopen veters, snuiten neuzen… Soms is het weleens moeilijk, door een ruzie of de regen. Maar bovenal horen we van de vrijwillige voorlezers hoe ze dit project een warm hart toedragen en er samen met ons in geloven.” (één van de kinderwerkers)

“IK HOU VOORAL VAN VERTELLEN VOOR EEN GROEPJE KINDEREN. HET IS EEN BEETJE ALS TONEELSPELEN VOOR MIJ.” JEF, LEESMAATJE

ZOEK EEN GESCHIKT MOMENT VOOR LEESMAATJES

Het leesmaatjesmoment ligt bij voorkeur vast, bijvoorbeeld na het eten, tijdens de middagpauze. Het mag uiteraard niet storend zijn voor de rest van de werking.

41


BETREK DE HELE WERKING BIJ LEESMAATJES

Om dit leesproject te doen slagen, is het noodzakelijk dat het door de hele werking gedragen wordt. Probeer daarom iedereen erbij te betrekken: niet alleen de kinderen, maar ook hun ouders en alle medewerkers. Informeer de ouders over het ‘zomerlezen’ op verschillende momenten, bijvoorbeeld als ze hun kinderen komen ophalen of bij een ouderbijeenkomst. De medewerkers kunnen uiteraard zelf leesmaatje zijn, of zij kunnen de kinderen motiveren om de mobiele leesplekken of de bibliotheek een bezoekje te brengen.

” IK HOU HET MEEST VAN STRIPVERHALEN OVER VOETBAL. EEN LEESBOEK VIND IK NIET FIJN, MAAR IK WIL WEL ALLES OVER VOETBAL WETEN.” PIETER, 11 JAAR

VERZAMEL (LEES)MATERIAAL VOOR LEESMAATJES

Zorg ervoor dat de boeken aantrekkelijk zijn, maar ook educatief verantwoord. Voorzie voor elke leeftijd een voldoende groot en gevarieerd aanbod en hou rekening met verschillen in leesniveau. Stem je materiaal af op de interesses van de kinderen. Vraag vooraf wat ze leuk vinden. Ook hier geldt: als de boeken hen niet interesseren, haken ze snel af.

“BOEKEN OVER BOMEN EN VLINDERS EN BLOEMEN ZIE IK GRAAG. OMDAT IK DAAR VEEL OVER WIL LEREN EN WETEN.” LISANDRO, 7 JAAR

“IK HEB HET LIEFST ZO’N PLAT BOEK MET FLAPJES, WANT DAAR KAN IK IETS MEE DOEN.” YANDA, 5 JAAR 42


LEESMAATJES

MAAK EEN MOBIELE LEESHOEK OF EIGEN BIBLIOTHEEK EEN MOBIELE LEESHOEK: Ga eerst na hoeveel plaats in de werking beschikbaar is om boeken op te slaan. Op basis daarvan kies je voor één of meerdere, grote of kleine koffers, voor stapelbare manden of een rek met wieltjes. Maak de leeshoek aantrekkelijk. Kinderen komen sneller af op wat er gezellig uitziet. Dit kan door middel van attributen, thema materiaal, versiering,... In de zomer kan een snel opgezet tentje in een mum van tijd omgetoverd worden tot een ware oase van leesplezier. Maak je eigen taalkoffer, waarbij het uitgangspunt nog steeds plezier is. Naast een aanbod van de (voorlees)boeken, kan er ook een educatief spel, een puzzel of handpop en ander taalstimulerend materiaal toegevoegd worden. Probeer eens een ‘Annie MG Schmidt-mand’ of ‘Roald Dahl-doos’ samen te stellen, waarbij het hele oeuvre van een auteur ontdekt kan worden. Of gebruik eens de Kamishibai, het Japans verteltheatertje, waarbij de verhalen aan de hand van prenten verteld worden. Hierbij is het uiteraard ook mogelijk om de verhalen meertalig op te vatten. Meer info over de meertalige Kamishibai? www.steunpuntgok.be/downloads/goktip_kamishibai.pdf

EEN EIGEN BIBLIOTHEEK! In de bibliotheek van onze kinderwerking, die we dankzij de steun van het Vlaams Fonds voor de Letteren konden realiseren, verzamelden we alles wat met ‘taal en lezen’ te maken heeft. Naast de vele boeken die we kregen en zelf aankochten, biedt ‘onze bibliotheek’ ondertussen dus ook een actueel en groeiend aanbod van taal- en leesbevorderingsmateriaal aan. Niet alleen de kinderen komen wekelijks boeken ontlenen om thuis te kunnen lezen, ook hun ouders, medewerkers, vrijwilligers, leesmaatjes en zelfs buurtbewoners krijgen de mogelijkheid om dit aanbod te verkennen en te gebruiken. De wekelijkse bibliotheekmomenten blijven groeien. Het is een ontdekkings-en ontmoetingsplek geworden, waar we een sociale mix van al deze mensen aantreffen.

Zorg dat medewerkers zelf geprikkeld blijven in het “voorleesverhaal” (bv. door interne vorlmng)

Maak het aanbod ruim genoeg. Prentenboeken zonder tekst en anderstalige boeken zijn een troef, voor meertalige kinderen!

43


Talen, ons gedacht! Een interactieve tentoonstelling over taal en emotie voor meertalige volwassenen hilde.desmedt@foyer.be

verteltafel voor kleuters Op een verteltafel kunnen kinderen een

bepaald verhaal uit een (prenten)boek naspelen of na vertellen met behulp van attributen uit het boek. Op deze manier komen verhalen tot leven, wordt taal verbonden aan handelingen, groeit woordenschat.

viewmaster Door met een oude

‘viewmaster’ naar mini-verhaaltjes te kijken, vertellen kinderen spontaan over wat ze zien.

taalkoffers Een boek met een kamishibai Meer info over het Kamishibai pakket vind je op www.abc-web.be 44

thema dat verduidelijkt en verrijkt wordt door attributen, een liedjes cd, spelletjes, een handpop,...


SOMS IS HET FIJN OM TE KUNNEN LUISTEREN NAAR EEN VOORGELEZEN VERHAAL, TERWIJL JE MEE BLADERT IN EEN BOEK, WEG MIJMERT BIJ DE PRENTEN, OF GEWOON OVER IETS HELEMAAL ANDERS DAGDROOMT Luisterboeken, muziek cd’s

“Bij het luisteren naar muziek wordt je meegevoerd in het ritme, zowel muzikaal als tekstueel”

Poëzie gedichten versjes... Haal de seizoenen binnen door een natuurplekje te maken in de bibliotheek

hikkies

Boekjes die een brug willen slaan naar kinderen met een anderstalige en/of andersculturele achtergrond www.hikkies.be

nic nak

meertalige boekjes www.nik-nak.eu

owww.omundo.be mundo boeken Strips Tijdschriften

Vertelstenen Voor kinderen die geboeid zijn door lezen en schrijven. Door op

echte stenen een verhaal vast te leggen met symbolen, ontdekken ze ‘taaltekens’ en kan er samen een verhaal gemaakt worden dat terug gelezen kan worden aan de hand van de symbolen.. De stenen kunnen ook dienen als drager van enkele zorgvuldig uitgekozen tekeningen uit het verhaal, die door de kinderen in volgorde gelegd kunnen worden.

FABOTA.LAMPEKE.BE/RUGZAK-EN-LEESMAATJES

meertaligheid.be

Meertaligheid als meerwaarde

cteno.be

Vintage hoekje Om kinderen te herinneren aan het ‘brieven schrijven,’ of ‘postkaartjes sturen.’

Centrum voor taal en onderwijs

fundels.com

Digitale prentenboeken

leesweb.org/karavaan

interactief voorlezen voor een divers publiek

45


EEN BIBLIOTHEEK, HOE DOE JE DAT? BOEKEN VERZAMELEN Laat iedereen weten dat je op zoek bent naar allerlei soorten boeken. Onthoud: tweedehands is vaak nog eersteklas! Ook uitgeverijen en bibliotheken geven je graag hun iets ‘oudere’ boeken die nog in goede staat zijn. Let op dat er toch wat nieuwe ‘actuele’ boeken blijven verschijnen.

WAT, WAAR? Zorg voor een praktisch systeem waar de boeken mooi en ordelijk uitgestald kunnen worden. Dit hoeft niet altijd een boekenkast te zijn, ook gestapelde kistjes of strategisch geplaatste planken kunnen goed dienen. Hou er rekening mee dat er genoeg ruimte over blijft om boeken met de ‘cover’ in de kijker te zetten. Dit is voor veel kinderen aantrekkelijker dan enkel de rug van een boek te kunnen zien.

SCHENK WAT EXTRA AANDACHT AAN DE ‘GEZELLIGHEIDSFACTOR.’ INDIRECTE SFEERVOLLE VERLICHTING, ZACHTE KUSSENS IN EEN HOEK, EEN COMFORTABELE BANK, EEN KNUSSE SCHOMMELSTOEL EN EEN ZACHT MUZIEKJE: HET GEEFT ZIN OM TE LEZEN. Probeer bepaalde boeken in kleine ‘afdelingen’ te bundelen voor de kinderen. Zo kan er een dino-plek, sport-hoek of ruimte-plank ontstaan. Door wat extra aankleding prikkelt zo’n afdeling de nieuwsgierigheid van de kinderen des te meer. Een kookactiviteit voor kinderen kan bijvoorbeeld starten in de bibliotheek door het uitpluizen van een kookboek, opgeleukt met kookgerei en lekkere proevertjes. Of haal de seizoenen binnen door een natuurplekje te maken in de bibliotheek.

IN HET GRAS VIND IK HET WEL MOEILIJK OM TE LEZEN, WANT MIJN ARMEN DOEN DAN PIJN. MISSCHIEN MOET JE BOEKEN KOPEN DIE NIET ZO ZWAAR ZIJN. LINA, 8 JAAR 46


47


ALS IK ZELF EEN PLEKJE ZOU

MOGEN KIEZEN, DAN WIL IK LEZEN IN EEN HOTEL, MET EEN ZWEMPAK AAN, IN EEN LANGE STOEL IN HET ZONNETJE EN MET EEN ZONNEBRIL OP. OBERS BRENGEN DAN EEN BOEK OP EEN BORDJE EN IK MAG ZO VEEL BOEKEN KIEZEN ALS IK WIL. ZIA, 9 JAAR

48


49


IEMAND DIE VOORLEEST, IS GRAPPIG, WANT DIE TREKT GEKKE GEZICHTEN EN ZIJN ARMEN LEZEN OOK MEE‌ FAIZA, 7 JAAR

UITLENEN EN TERUGBRENGEN Er is makkelijk bruikbare bibliotheeksoftware aan te kopen, al dan niet met scanner. Via hun ISBN- code worden de boeken in dit systeem geregistreerd. Als de kinderen dan ook nog een echte bib kaart krijgen, die bijhoudt welke boeken uitgeleend zijn en wanneer ze deze moeten terugbrengen, is de uiteindelijke stap naar de stadsbibliotheek alweer iets kleiner geworden... Je kan een bib-reglementje maken, waarbij je de nadruk legt op wat je van de kinderen verwacht. Zo kunnen er afspraken zijn over de bezoeken aan de bib, maar ook regels wat betreft de uitleentermijnen van de boeken. Spreek de kinderen die een boek moeten terugbrengen altijd even persoonlijk aan. Doe dat ook met hun ouders en nodig ze uit om mee te komen naar de bibliotheek. Het is dus handig om het wekelijkse bibmoment enigszins te koppelen aan het uur dat ouders hun kinderen ophalen.

Er zijn online ook gratis bibliotheeksystemen te vinden.

De vrijwillige leesmaatjes kunnen uiteraard ingeschakeld worden in het bibmoment. Zo leren ze de kinderen zelf, maar ook hun smaak in boeken nog beter kennen.

WAT IS INTERACTIEF VOORLEZEN? INTERACTIEF VOORLEZEN WIL ZEGGEN DAT HET VOORLEZEN VAN HET PRENTENBOEK/ VOORLEESBOEK WORDT ONDERBROKEN DOOR OPEN VRAGEN OVER HET VERHAAL OF OVER DE PLAATJES. SPONTANE REACTIES VAN DE KINDEREN KUNNEN OOK EEN LEUKE AANLEIDING ZIJN VOOR EEN GESPREKJE. ZORG WEL DAT DE INTERACTIE NIET DE BOVENTOON GAAT VOEREN, ZODAT HET VERHAAL HELEMAAL NAAR DE ACHTERGROND VERDWIJNT.

50


LEESMAATJES

ZIEN EN HOREN LEZEN, DOET LEZEN ! Hoe beweeg je kinderen die het niet gewoon zijn om spontaan te lezen, tot een bezoekje aan de leeshoek of bibliotheek? Je kunt natuurlijk gewoon naar hen toe stappen en hen vragen of ze zin hebben in een boekje. Maar dat helpt lang niet bij iedereen… Ook de plek van het lezen kan een belangrijke rol spelen. Zo vinden sommige kinderen het fijn om in de rustige omgeving van de bibliotheek te blijven lezen en anderen willen hun eigen (lees)plekje zoeken. Bijvoorbeeld onder een parasol met blote voeten in de zandbak, of op een deken in het gras. Doordat het er gezellig en leuk uitziet, prikkelt het hun nieuwsgierigheid.

IK VIND DAT ALTIJD LEUK [DAT IEMAND VOORLEEST], IK WIL DAT ALTIJD. XIANG, 9 JAAR

VOORLEESTIPS VAN BOEKENBENDE.BE

• •• •• •• •• •

Kies een rustige plek om voor te lezen, een plaatsje waar de kinderen niet geprikkeld worden door dingen die afleiden. Lees zelf vooraf al eens de verhalen die je gaat voorlezen. Kies altijd een boek dat aansluit bij de ontwikkeling, de interesse en de leefwereld van je ‘voorleeskind’ Vertel, voor je begint voor te lezen, kort iets over het verhaal. Lees langzaam en duidelijk voor. Leg de moeilijke woorden uit tijdens het voorlezen. Stel af en toe een vraag over het verhaal. Maak je verhaal zo levendig mogelijk, maar ga niet overdrijven. Verlies je ‘voorleeskind’ niet uit het oog. Bedenk dat ook voorlezen gaat met vallen en opstaan. Door het uit te proberen krijg je ervaring en gaat het steeds beter.

51


IK HOEF GEEN VERHAAL. IK WIL ALLEEN WETEN HOE SNEL DE DIEREN KUNNEN LOPEN, HOE GROOT ZE KUNNEN WORDEN, EN VOORAL OOK OF ZE HIER IN DE BUURT WONEN… TINA, 8 JAAR

52


WIE ZIJN WIJ ? BUURTWERK ‘T LAMPEKE VZW, LEUVEN

Buurtwerk ’t Lampeke is gevestigd in de Ridderbuurt in Leuven. De vzw werkt rechtstreeks en concreet met de kansarme doelgroep. De werking is expliciet afgestemd op buurtbewoners die, om welke reden ook, maatschappelijk kwetsbaar zijn of dat dreigen te worden. ’t Lampeke wil kansarmoede opmerken en doorbreken en ondersteunt mensen door samen met hen de problemen aan te pakken, door samen met hen op weg te gaan. Buurtwerk ’t Lampeke werkt samen met een diverse groep mensen aan een warme en solidaire samenleving. Ter bestrijding van kansarmoede hanteren de medewerkers de methodiek van de basisschakels, specifiek daarvoor ontwikkeld. De vzw bestaat uit vier deelwerkingen op verschillende locaties in de buurt. Deze deelwerkingen werken intensief samen.

53


In kinderdagverblijf de Wurpskes kunnen tien baby’s of peuters terecht voor dagopvang. Er is extra aandacht voor de ontwikkelingskansen van elk kind en de ouders worden intensief begeleid en in hun opvoeding ondersteund. Kinderwerking Fabota richt zich op alle kinderen tussen 2,5 en 14 jaar. Verderop zoomen we uitgebreider in op de activiteiten van de kinderwerking. Jongerenwerking den Tube werkt met 12- tot 24-jarigen, in twee leeftijdsgroepen. De uitvalsbasis is een oud vrachtschip, omgebouwd tot een drijvende activiteitenruimte. Jongeren en begeleiders geven samen vorm aan het gevarieerde aanbod: computerlessen, theaterbezoek, voetbal, koken, samen op kamp gaan, fietsen, videoclips maken,… Er is specifieke aandacht voor het thema onderwijs. Waar mogelijk gaan we in op individuele vragen en noden van jongeren. Buurthuis ’t Lampeke richt zich tot de volwassenen met afwisselende activiteiten: een dagelijkse buurtmaaltijd, cultuuruitstappen, thematische werkgroepen, een sociale kruidenier, een jaarlijkse vakantie, een wekelijks juridisch spreekuur,… Bezoekers en vrijwilligers beslissen mee hoe het buurthuis wordt gerund. Er is veel aandacht voor individuele vragen en begeleiding.

KINDERWERKING FABOTA Kinderwerking Fabota richt zich op de buurtkinderen van 2,5 tot 14 jaar. De werking heeft tot doel kinderen op te vangen en te begeleiden, met expliciete aandacht voor de kansarme doelgroep. De kinderwerking biedt dagelijks naschoolse opvang en begeleiding bij huiswerk aan, organiseert woensdagmiddagactiviteiten en biedt tijdens de vakanties een speelpleinwerking aan. Er is veel aandacht voor onderwijs, onder andere via een werkgroep met de ouders en een goede samenwerking met de buurtscholen. De missie van de kinderwerking is elk kind de kans te geven om te worden wie het kan zijn, en de ontwikkeling van het kind te ondersteunen, zodat het ten volle kan functioneren in en een deel kan zijn van onze maatschappij. De ouders worden binnen de werking in hun opvoeding ondersteund en begeleid. Naast de geplande activiteiten en ateliers hebben de kinderen de mogelijkheid hun eigen spel te ontdekken. De begeleiders bieden hen tijdens deze momenten prikkels en impulsen aan, zodat ze hun eigen wereld kunnen ontdekken. Zo doen zich heel wat kansen en leermomenten voor: kinderen leren constructief te spelen of met conflicten om te gaan.

54


SAMENWERKING MET DE BUURTSCHOLEN De samenwerking met de buurtscholen voor dit specifieke project is geworteld in een jarenlang samenwerkingsverband. Kinderwerkers van Fabota gaan naar deze scholen toe en spelen er tijdens de middagpauze met de kinderen, de kinderwerking en de buurtscholen wisselen materialen uit, gebruiken elkaars infrastructuur, en zo meer. Voor het welslagen van een leesbevorderingsproject als De rugzak en Leesmaatjes is zo’n samenwerking beslist een meerwaarde.

VRIJE BASISSCHOOL SINT-JAN Dit is wellicht de ‘groenste’ stadsschool van Leuven. Deze school is laagdrempelig en heeft een ‘familiaal’ karakter en een open kijk op al wat leeft in de buurt en – daarom ook – op de hele wereld. www.sintjanleuven.be

MATER DEI - INSTITUUT Deze buurtschool wil haar engagement stoelen op drie stevige pijlers, namelijk: kansrijk onderwijs bieden; gericht op het ontdekken van de wereld en de eigen innerlijke rijkdom; op basis van het ‘ontmoeten’. www.materdei-leuven.be

Buurtwerk ’t Lampeke vzw, Riddersstraat 147, 3000 Leuven | 016 23 80 19 info@lampeke.be www.lampeke.be

55


Deze publicatie werd klimaatneutraal geproduceerd en gedrukt op CyclusOffset 100% FSC® gerecycleerd ongestreken papier. De productie van Cyclus is gebaseerd op een concept van verregaande recycling, wat leidt tot een zo laag mogelijke impact op het milieu en een groene en duurzame groei ondersteunt. ClimatePartner-ID 11491-1603-1001 | De uitstoot van broeikasgassen werd gecompenseerd. Ondersteund klimaatbeschermingsproject : ‘Biogas in Households, Bagepalli, India’

graphic design

welcomebackvictoria www.victoria.be

56


57


een makkelijk te integreren leesbevorderingsproject voor taalarme kinderen

IK LUISTER GRAAG NAAR EEN VERHAAL OVER TIJGERS EN LEEUWEN, WANT DAT ZIJN DIEREN VAN MIJN LAND. NGENDO, 6 JAAR

IN HET GRAS VIND IK HET WEL MOEILIJK OM TE LEZEN, WANT MIJN ARMEN DOEN DAN PIJN. MISSCHIEN MOET JE BOEKEN KOPEN DIE NIET ZO ZWAAR ZIJN. LINA, 8 JAAR

EEN UITGAVE VAN BUURTWERK ‘T LAMPEKE VZW 58

LEZEN IN DE ZOMER IS LEUK een makkelijk te integreren leesbevorderingsproject voor taalarme kinderen

LEZEN IN DE ZOMER IS LEUK


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.