misdaad
door Wouter Laumans fotografie Taco van der Eb
Voormalig Yab Yum-baas Theo Heuft over hoeren, onderwereld en afpersing
‘Ik heb ze allemaal overleefd’ De musical Yab Yum – Het circus van de nacht gaat deze week in première. De wervelende show geeft een spannend, romantisch beeld van het bordeel. Maar in werkelijkheid was alles veel waanzinniger. Op b ezoek bij ‘randfiguur’ Theo Heuft.
38
39
N
og altijd praat Theo Heuft terughoudend over de gebeurtenissen die ertoe geleid h ebben dat hij, in april 1999, ‘zijn’ Yab Yum verkocht. Want die hebben hem hevig aangegrepen. ‘Tuurlijk had ik de zaak willen houden. Maar ik kon niet meer verder.’ De 77-jarige Heuft zegt het met een bitter trekje om de mond. Dan zacht: ‘Het waren levensgevaarlijke jongens. Als ze je gezin gaan bedreigen, je zoon en je kleinzoon, dan moet je capituleren.’ Hij refereert aan de periode dat hij het aan de stok kreeg met de – inmiddels geliquideerde – topcriminelen Sam Klepper en John Mieremet. Na de dood van hun voormalige compagnon, drugshandelaar Klaas Bruinsma, k iezen ook zij het chique Yab Yum als hun hang-out. En waar Bruinsma er nog iets van manieren op n ahield, storen zij zich aan God noch g ebod. Meerdere keren zijn er s chietpartijen in de zaak en ook voor de lol wordt er weleens in de rondte geschoten.
Wippende kippen
40
Een ander mens zou van minder voorgoed depressief raken. Heuft niet. Wel besluit hij daarna te stoppen met Yab Yum. Het ligt echter niet in zijn aard om lamgeslagen in een hoek te blijven zitten. Net zoals het niet des Heufts is om zijn pensioen in een marinade van witte wijn te slijten op een golfbaan aan de Côte d’Azur. ‘We hadden er wel een huisje. In Mougins. Maar als ik daar zat, vroeg ik me altijd af: wat moet ik hier nou in godsnaam doen?’ Dus werd het wat anders. Zoals alles in zijn leven altijd net even anders lijkt te lopen. Samen met zijn vrouw kocht hij, net buiten de stad Mâcon, een oude smederij en geitenstal die hij o mbouwde tot Bergerie Fuisse, een prachtige chambres d’hôtes. Hij ontvangt er in de zomermaanden gasten. Dat noemt hij ‘het anti-vervelingsplan voor mij en Mony’ (zijn vrouw Monique, red.). Terwijl hij een rondleiding geeft, wijst Heuft even grinnikend naar een grote haan die een hennetje bestijgt. ‘Kijk, ze maken een wippie!’ Daarna draait hij zijn hoofd omhoog en blaast grijnzend een dikke wolk sigarenrook richting de helblauwe Franse hemel. Hier zijn
het is niet des Heufts om zijn pensioen in een marinade van witte wijn te slijten op een golfbaan aan de Côte d’Azur de kippen ook echt wippende k ippen. Maar voorbij zijn de avontuurlijke nachten vol drank, seks en onderwereld aan het Singel 295 in Amsterdam. Het roemruchte grachtenpand met de groene lantaarn aan de gevel is al meer dan tien jaar niet meer van hem. ‘Ik kijk nooit terug en ik heb nergens spijt van,’ is de zin die hij keer op keer herhaalt. Misschien dat er in Frankrijk daarom maar weinig sporen zijn terug te vinden van zijn levenswerk. De enige h erinnering aan Yab Yum is een muurschildering op de parkeerplaats. Wie goed kijkt, ziet het bekende logo van de twee koerende duifjes dat in een van de nisjes geschilderd is. Het is het logo dat, in de hoogtijdagen van de club, de zijkant van de daklichten van Amsterdamse taxi’s sierde. De chambres d’hôtes is niet afhankelijk van Heufts bekendheid. Het gebeurt regelmatig dat Nederlandse gasten niet eens weten wie die vriendelijke man is die ze ’s ochtends vraagt of ze een gekookt eitje lusten. Heuft vindt het prima zo. ‘Wat we hier in zes maanden omzetten, draaiden we in de Yab per dag,’ zegt hij schouderophalend, terwijl hij nog eens de brand steekt in zijn Dominicaanse sigaar. ‘Ik ben blij als we binnenkort naar Amsterdam kunnen.’
chique herenclub Eind augustus is het zover. Dan zijn voor even weer alle schijnwerpers op hem gericht. Voor de première van de musical Yab Yum – Het circus van de nacht heeft hij alvast twee loges gereserveerd voor zichzelf en 25 gasten. Theaterproducent Henk van der Meyden benaderde Heuft twee jaar geleden met het voorstel om van zijn boek over Yab Yum een musical te maken. Daarvoor wilde hij de rechten kopen. ‘Dat gaat over tonnen, dacht ik,’ zegt Heuft lachend. ‘Dat was helaas niet zo, maar dat maakte me niet uit. Ik heb
Theo Heuft groeit op in een streng katholiek middenstandsgezin in Amster dam-West. Zijn vader stookt in de oorlog illegaal jenever en zijn moeder, die het thuis voor het zeggen heeft, werkt keihard in de slijterij van de familie. Later omschrijft hij die tijd als een kleurloze jeugd met weinig vrijheden. Na zijn jeugd heeft hij vage banen en raakt gokverslaafd. Als hij zijn verslaving overwint, begint hij zijn eerste bordeel, de Bayadera, pal tegenover De Nederlandsche Bank. Een aantal jaren later verhuist hij naar het Singel. Daar start hij begin jaren tachtig Yab Yum. Deze nering zal uitgroeien tot het bekendste en meest luxueuze sekshuis van Nederland.
15.000 gulden fooi
god in frankrijk. ‘Tuurlijk had ik Yab Yum willen houden, Maar ik kon niet meer verder.’
De nieuwe eigenaren De financiële recherche heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar de overdracht van Yab Yum in 1999. De boeken van Hennie Vittali zijn onderzocht omdat ze de nieuwe baas verdachten van witwaspraktijken. In 2008 sloot de gemeente Amsterdam Yab Yum in het kader van de wet Bibob. ‘Er is ernstig gevaar dat Yab Yum zijn vergunning misbruikt voor criminele activiteiten,’ aldus een woordvoerder. In 2010 v erkocht Hennie Vittali het pand aan het Singel aan de omstreden vastgoed ondernemer Chris Kraypoel. ‘Met die man wil ik niks meer te maken hebben,’ zegt Heuft als hij ter sprake komt. ‘Hij komt zijn afspraken niet na. Ik zou best als adviseur willen optreden als Yab Yum ooit weer open gaat. Maar wel op mijn voorwaarden. Ik ben genoeg in de maling genomen.’
genoeg om de eindstreep te halen. Niet slecht voor een jongen met maar acht jaar lagere school toch?’ zegt hij glunderend. ‘Pooier was toen ik begon het laagste wat er bestond. En als het dan zo afloopt, met een musical en een groot bord op Carré, daar ben ik best trots op.’
anti-vervelingsplan. Bergerie Fuisse, de chambres d’hôtes van theo Heuft en zijn vrouw Monique.
Een chique herenclub waar zakenmensen hun deals voorbereiden en beklinken. ‘Als je met je zakenrelatie en een paar meiden dolle pret in het bubbelbad zit te maken, dan onderhandelt het de volgende dag een stuk makkelijker. Dan ben je kwajongens onder elkaar.’ De jaren tachtig waarin de zaak furore maakt, beschouwt hij achteraf als de leukste tijd. Het ondernemen op zich en de inspanningen om de zaak telkens te verbeteren, het hebben van oog voor details, het managen van de medewerkers; het zit hem in het bloed. En met het succes komen ook de omzetten. ‘Het was een geweldige tijd, het leek alsof de geldpers aanstond. Ongelooflijk. We verkochten tienduizend flessen champagne per jaar. Als je bedenkt dat de goedkoopste fles 350 gulden kostte, dan kun je je wel een voorstelling maken van de bedragen waar het om ging.’ Daar kwam het geld van de dames nog eens bovenop. ‘De meisjes’, zoals Heuft ze altijd noemt, moeten in Yab Yum een hoger percentage afdragen dan in andere clubs. Met een ingewikkelde berekening op een flip-over legt hij de dames uit dat er veel hogere kosten verbonden zijn aan het runnen van Yab Yum dan aan een doorsnee bordeel. ‘Ik had het wel een beetje verkeerd uitgerekend. Onderaan de streep leek het alsof er zelfs geld bij moest,’ zegt hij schaterlachend. Heuft zit vol anekdotes over dergelijke streken. Hij vertelt over de Arabier die hij aansprak omdat hij elke avond 15.000 gulden fooi gaf aan een van de dames. ‘Ik heb de beste man uitgelegd dat het belastingtechnisch niet kon om het
41
meisje zoveel toe te stoppen. Dan zou zij de helft moeten afstaan aan de fiscus. Ik stelde dat hij eigenlijk dus 30.000 gulden zou moeten geven. Dat deed hij. Toen had ik ook weer wat verdiend.’ Bij het opdissen van dit soort verhalen is hij in zijn element. Hij vertelt alles op beschaafde toon, een beetje geaffecteerd soms. Zo spreekt hij het woord bar op zijn Frans uit als ‘baaar’. Maar wie wat langer met hem praat, hoort ook de humor en de taal van de straat. Met enige regelmaat gebruikt hij termen die ook in onderwereldkringen gebezigd worden. Zo heeft hij het steevast over ‘ruggen’ als hij over duizendjes praat en hij zegt ‘hij zat verschut’ wanneer hij het heeft over de gevangenisstraf van een van zijn voormalige compagnons. ‘Ik was een gokker en zat in de agressieve verkoop. Ik ben zelf een jongen van de gestampte pot. Een randfiguur,’ zegt hij. ‘Ik wil een visitekaartje laten maken waarop staat: Theo Heuft, randfiguur. Met een mooi randje eromheen’.
genieten. ‘Ik kijk nooit terug en ik heb nergens spijt vAn.’
Nacht van Bruinsma
42
Ik ben er nog goeie ouwe tijd. voorbij zijn de avontuurlijke n achten vol drank, seks en onderwereld.
onder een afdakje toespreekt, terwijl zij in een rijtje in de stromende regen op het parkeerterrein moeten staan. ‘Ik gedoogde die jongens,’ herinnert hij zich de periode aan het eind van de jaren tachtig. ‘Ik moest wel. Ik heb erbij gestaan dat een van die bodyguards een gozer in elkaar trapte. Toen ik er wat van zei, riep die bodyguard ‘Theo, hou nou maar je mond. Als Bruinsma zegt dat ik jou in elkaar moet schoppen, doe ik het ook.’ Hoewel Bruinsma en de zijnen steeds meer een plaag worden voor Yab Yum, is de charismatische Dominee ook een soort publiekstrekker. De diplomatie die Heuft in die tijd hanteert, is er een van: kill them with kindness. Vriendelijk staat hij de g rillige Bruinsma te woord om hem vervolgens het bos in te sturen. Toch wordt de s ituatie onhoudbaar. Wanneer Heuft Bruinsma aanspreekt over een openstaande r ekening van tonnen, reageert de maffiabaas zeer gepikeerd.
Relikwie. kratje uit het familiebedrijf.
Hells Angels en Yab Yum anp
Het feit dat hij bekend was met de mores van de penoze, was een voordeel voor hem. Want niet alleen z akenmensen melden zich bij Yab Yum. Ook de onderwereld, die in die tijd bakken geld verdient met de hasjhandel, wil een g eslaagde deal graag vieren in het exquise sekshuis. ‘Het was spannend en gevaarlijk om het bedrijf te runnen, maar daar hield ik wel van.’ Een van de vaste klanten in die tijd is maffiabaas Klaas Bruinsma. In de m usical is het personage Kees van Vliet op de polder-don gebaseerd. In de show wordt hij in de stijl van het Chicago van Al C apone neergezet, maar in werkelijkheid moest Bruinsma niets hebben van dat soort nostalgie. Hij runt zijn onderwereldimperium in de jaren tachtig als een bikkelharde moderne manager. En waar de oude penoze-conflicten nog beslecht werden met een paar rake klappen, lost Bruinsma zijn ruzies niet zelden op door zijn tegenstanders te liquideren. De Dominee, zoals zijn bijnaam luidt, en zijn groep beschouwen Yab Yum als hun clubhuis. Niet alleen wordt er gefeest, het bordeel wordt ook gebruikt als conferentiecentrum. ‘Het erge was dat die gasten dachten dat de zaak bij hen hoorde, en dat ik bij hen hoorde.’ Tijdens een van die ‘vergaderingen’ ziet Heuft hoe Bruinsma zijn jongens van-
een deal met ze doet, ga je de mist in.’ Sam Klepper belooft ervoor in te staan dat het conflict niet verder escaleert. Ruim een week na dit gesprek, op 24 januari 1996, wordt Bons voor de deur van Yab Yum doodgeschoten. Na deze moord belt Heuft naar het huis van Klepper, iets wat hem zeer kwalijk wordt genomen. ‘Dat hebben ze gebruikt als reden om me af te persen. Ze hadden, na mijn telefoontje, invallen van de politie gehad en daarmee had ik ze schade berokkend.’ Het bedrag wordt vastgesteld op 2 miljoen gulden. Later wordt op dat bedrag nog een ‘korting’ gegeven van 800.000 gulden. Wanneer Heuft, net als hem eerder lukte bij Bruinsma, denkt zijn belagers op vriendelijke wijze af te kunnen poeieren, wordt hij ernstig bedreigd. Er worden pistolen op hem gericht en Sam Klepper staat af en toe gewapend voor zijn huis. ‘Ik heb aangifte gedaan, maar er gebeurde niks. Ze hebben me niet geholpen. Ik zag iedereen voorbijrijden, behalve de politie.’ Theo Heuft raakt dan in paniek. In Yab Yum laat hij zijn gezicht amper nog zien. ‘Ik was zo bang dat ik mijn krant niet eens meer uit de brievenbus durfde te h alen. Ik zat opgesloten in mijn eigen huis.’
Het hardnekkige gerucht dat het de Hells Angels waren die Yab Yum hebben afgeperst, is volgens Heuft pertinent onwaar. Het verhaal komt voort uit het feit dat portier Harry Stoeltie, de zwager van de latere eigenaar Vittali, een prominent figuur is binnen de Amsterdamse Hells Angels. ‘Ik heb nooit problemen met ze gehad,’ zegt Heuft. ‘In de Bruinsma-tijd hebben ze ooit in een balorige bui een keer een spiegel stuk geschoten. Dat was het.’
Wanneer Heuft Bruinsma vervolgens ook nog afwijst als compagnon, lopen de spanningen verder op. In een e ruptie van geweld sloopt De Dominee het volledige interieur van Yab Yum. In deze zogeheten ‘nacht van Bruinsma’ wordt voor tonnen schade aangericht aan de seksclub. Ruim een jaar later lijkt Heuft opgelucht adem te kunnen halen. In 1991 wordt Bruinsma doodgeschoten voor het Hilton Hotel. ‘Ik zat te lunchen toen ik het hoorde, en kreeg toch kippenvel van het nieuws. Ik zag die man drie, vier keer in de week en, hoe gek het ook klinkt, ik had geen pleurishekel aan hem. Maar op dat moment heb ik maar een extra flesje wijn besteld.’
niets te vertellen Maar de opluchting blijkt van korte duur. Dit grimmige verhaal is niet in de musical verwerkt, maar twee van Bruinsma’s compagnons, het
gentlemen’s Club. herinnering aan Yab Yum.
eruchte duo Sam Klepper en Johnny b Mieremet springen in het vacuüm dat De Dominee achterlaat. Waarna een nachtmerrie van afpersing en doodsbedreigingen volgt. De zoon van Heuft werkt ook in de Yab, maar blijkt niet zo tactvol als zijn vader. Op een avond geeft hij Johnny Mieremet een duw. Heuft senior wordt vervolgens te verstaan gegeven dat hij zijn zoon moet ontslaan. Daarmee wordt steeds pijnlijker duidelijk dat Heuft nog amper iets te vertellen heeft in zijn eigen zaak. Bovendien heeft Yab Yum-portier Bert Bons een slepend conflict met twee broers die als bodyguards van Klepper en Mieremet optreden. Bons heeft een van de broers een pak slaag verkocht in Hoorn. Hij is bang en wil ontslag nemen. Daarop besluit Heuft met Sam Klepper in gesprek te gaan. ‘Daar ben ik de fout ingegaan,’ herinnert hij zich. ‘Als je op de een of andere manier
Om uit deze wurggreep te komen, besluit hij de zaak te sluiten. En er dient zich een koper aan. Hennie Vittali, toevalligerwijs de zwager van een van de portiers, wil de zaak wel kopen. Voor een schijntje neemt hij Yab Yum over. ‘Hij heeft me niet afgeperst, maar wel uitgeperst. Waar het op neerkomt, is dat het een sigaar uit eigen doos was. Het scheelde een miljoen of 10,’ zegt Heuft bitter. Wanneer Heuft op Koninginnedag 1999 de sleutels overhandigt, knapt er iets bij hem. ‘Het was dramatisch. Ik had een kantoortje in de Spuistraat, daar stond mijn bureau. Daar zat alleen ik. Het eerste wat mevrouw Vittali deed, toen ik de sleutels had overhandigd, was op mijn stoel gaan zitten. Toen zakte ik door de grond. Ik was helemaal gek op die tent.’ Terwijl hij aan de grote oude maalsteen in zijn tuin zit, kijkt hij even naar een antiek houten kratje. Gebrs. Heuft staat erop, het is een relikwie van de zaak van zijn familie. Het blijft even stil. Dan zegt hij: ‘Ik geniet echt van het leven. Ik ben er nog. Ik heb ze allemaal overleefd.’
43