Arteveldemagazine 47 - februari 2014

Page 1

Arteveldehogeschool - hoogpoort 15 - 9000 gent

driemaandelijks magazine

februari 2014

themanummer

BEGELEIDING OP MAAT

nummer 47


Themanummer: begeleiding op maat

studievoortgang 4

een student moet vooral graag studeren

Studiekeuze en heroriënteren 6 Leerlingen hebben vaak een fout beeld studiefinanciering 8

vragen over centen? een adres!

toelatingsvoorwaarden 10

ik had een nieuw avontuur nodig

combi gezin en studie 12 SWITCH = gezin + studie studietraject op maat 14

Pdt’er zijn is niet erg

studiemethode 16 De Lassi-test als hulpmiddel taal 18

tien voor taal

sportstatuut 20

zwemmen staat op de eerste plaats

begeleiders op maat 22

medewerkers in beeld

bijzonder statuut 24 Toch voor een klas combi werken en studeren 26 Een groot doorzettingsvermogen is belangrijk bemiddeling 28

de ombudsman

sociaal-juridische begeleiding 30

studeren wat het kost

psycho-sociale begeleiding 32

met al je persoonlijke problemen kan je bij ons terecht

Buitenlandse studie en stage 34

belgen genieten meer

creatief en innovatief 36

eerste hulp bij ondernemen

dubbelinterview 38

begeleiding op maat is de toekomst

Verder studeren / solliciteren 42

Deze uitgave werd gerealiseerd door laatstejaarsstudenten Bachelor in de journalistiek Verantwoordelijke uitgever Johan Veeckman Hoogpoort 15 9000 Gent

organisaties zijn op zoek naar onze studenten

Redactie Elias Albrecht Wided Bouchrika Max De Boeck Kimberly De Bruyker Joy De Meulemeester Mathieu De Smedt Joris De Witte Jordy Ferket Nicolas Gantois James Huys Eva Nowé Julie Tielens

Jan Tieter Stefan Van Assche Jana Vanden Eynde Hannes Venneman EINDRedactie Lies Van den Berghe www.bloknoot.be Fotografie en lay-out Steven Meert www.GEKIEKT.be

begeleidende docent Peter-Jan Bogaert Advertenties Kristine De Smet kristine.desmet@arteveldehs.be Contact arteveldemagazine@arteveldehs.be www.arteveldehogeschool.be


Begeleiding op maat Beste lezer Dit magazine is een knap werkstuk van een groep studenten journalistiek. Zestien getalenteerde jonge mensen hebben het beste van zichzelf gegeven om het thema van dit magazine ‘begeleiding op maat’ te belichten. Ik wil hen alvast feliciteren voor hun inzet en creativiteit. De rol van de begeleidende docent om tot dit schitterende resultaat te komen mag hierbij niet onderschat worden. Hij gaf hen immers het vertrouwen dat ze deze opdracht zouden aankunnen. Hij moedigde hen aan op moeilijke momenten. Hij wees hen geduldig de weg waar nodig. Hij maakte hen sterker, vanuit het besef dat elke student anders is en andere noden heeft. De student centraal Begeleiding op maat is ruimte geven aan studenten, kansen geven om te leren, fouten laten maken en geduldig remediëren. Hier en daar een drempel wegwerken en een extra duwtje in de rug geven op het moment dat men dat nodig heeft. Begeleiding op maat impliceert ook studenten wijzen op hun talenten en hen aanmoedigen om er meer mee te doen. Dat heeft niets te maken met het verpamperen van studenten of het niveau van het onderwijs verlagen. Integendeel, studenten worden geacht zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces en zelf hun noden kenbaar te maken. Begeleiding op maat betekent alert blijven voor deze individuele noden. Studenten houvast geven en zelfredzaam maken opdat ze sterker zouden worden als student en als mens. De krachten bundelen Begeleiding op maat is teamwerk. In de Arteveldehogeschool vinden we het een gedragen verantwoordelijkheid van alle medewerkers: directie, docenten, secretariaatmedewerkers, studie-adviseurs, stuvomedewerkers, leercoaches, taalcoaches enz. We investeren fors in tijd, mensen

en vorming om onze begeleiding op een zeer professionele wijze aan te pakken en gelukkig zijn er ook nog ouders, familie, vrienden en medestudenten die een grote steun zijn voor onze studenten. 360° zorgzaamheid 360 graden zorgzaamheid, voor de studiekiezer, de student, de alumnus en uiteindelijk voor de samenleving. In dit magazine maken we deze slogan met 14 begeleidingsproducten concreet. We zijn er van overtuigd dat onze aanpak uiteindelijk winst zal opleveren zeker voor die studenten die een gemotiveerde keuze maken en meestal succesvoller

zijn. Gelukkige studenten studeren met meer passie en halen meer uit hun studie. Alumni die trots zijn op hun hogeschool vertellen hun verhaal verder. Door begeleiding op maat aan te bieden zorgen we ervoor dat vele verschillende talenten zich kunnen ontwikkelen. Zo geven we als hogeschool graag veel menselijk kapitaal terug aan de samenleving . Johan Veeckman Algemeen directeur Arteveldehogeschool


Om het studierendement van haar studenten te verhogen biedt de Arteveldehogeschool trajectbegeleiding aan. Met dit centrale aspect van begeleiding op maat willen de begeleiders het beslissingsvermogen en de zin voor verantwoordelijkheid van de studenten laten groeien.

Een student moet vooral graag studeren Veerle Vanoverberghe is verantwoordelijke trajectbeheer en -coaching. Zij ondersteunt de trajectbeheerders en -coaches van de verschillende opleidingen en brengt hen enkele keren per jaar ook allemaal samen. Ze is steeds bereikbaar voor vragen vanuit de opleidingen en is dé persoon bij uitstek om toe te lichten wat we ons bij traject­ coaching precies moeten voorstellen. Wat houdt trajectcoaching precies in? Veerle Vanoverberghe: “Studenten krijgen de kans om met de hulp van trajectbeheerders hun persoonlijk traject uit te stippelen. Opvolging van dit traject gedurende het schooljaar krijgen ze van hun trajectcoach. Het aantal PDT-studenten – studenten met een persoonlijk deeltraject, nvdr – neemt toe met 40% en we zien dat er wel degelijk nood is aan voldoende begeleiding. Als studenten merken dat hun jaar niet verloopt zoals ze gehoopt hadden, kunnen ze in overleg met onze medewerkers beslissen om al dan niet een vak te laten vallen of om extra ondersteuning te krijgen. Maar ook studenten met een modeltraject hebben baat bij opvolging van hun traject.” Hoe wordt trajectcoaching concreet opgevolgd gedurende het schooljaar? Vanoverberghe: “We hebben een groot aanbod aan verschillende begeleiders – soms wordt daar zelfs wat plagerig mee gelachen – maar we merken toch dat ze écht wel nodig zijn en dat het rendeert. De trajectcoaches zijn medewerkers die heel gedreven zijn en de student zeer nauw opvolgen. De band tussen begeleider en student is ook wat losser, wat een persoonlijker contact mogelijk maakt. Zo kunnen de studenten steeds bij hun begeleiders terecht als eerste aanspreekpunt, in sommige opleidingen zelf ’s avonds of tijdens het weekend.” Hoe hoog is de drempel voor studenten om een beroep te doen op begeleiding op maat?

4

Vanoverberghe: “Trajectcoaching is in sommige gevallen gewoon verplicht. Soms is het verwerkt in een vak als professionele ontwikkeling en hangen er studiepunten aan vast. We stellen wel vast dat voor sommige studenten de drempel om een meer specifieke coach aan te spreken effectief groot is. Vaak blijven net de studenten die begeleiding nodig hebben weg, en zijn het de goede, bezorgde studenten die bevestiging zoeken bij een coach. De groep van studenten die uitstelt, zoekende is of écht wel baat zou hebben bij een vorm van begeleiding, die missen we soms.” De hamvraag voor elke student die gaat verder studeren is uiteraard: welke richting zal ik kiezen? Waarom is het zo moeilijk voor studenten om te kiezen? Vanoverberghe: “Het aanbod is natuurlijk enorm. Achttienjarigen kennen zichzelf bovendien nog niet altijd goed en worden niet altijd op de juiste manier voorbereid. Binnen het secundair onderwijs bestaat er een groot onderscheid tussen de scholen: sommige bereiden hun studenten intens voor op die keuze, andere verwachten dat de student voor zichzelf uitzoekt welke richting hij uitgaat. Om het keuzeprobleem voor toekomstige studenten te beperken heeft de Arteveldehogeschool een website ontwikkeld (www.klaarvoorhogeronderwijs.be), die we in verschillende scholen voorstellen. Op die manier hopen wij een instrument aan te reiken dat het voor de student makkelijker maakt om een beslissing te nemen.” Zou een verplicht motivatiegesprek geen handig instrument zijn om studenten voor eventuele foute keuzes – en misschien wel voor zichzelf – te behoeden? Vanoverberghe: “Dat is een goede opmerking, in enkele van onze opleidingen gebeurt dat al. Toen bleek dat in die richtingen vaak studenten zaten die een volledig verkeerd beeld hadden van de opleiding, beslisten de directeurs om een verplicht instroomgesprek

te organiseren. Zo’n gesprek zorgt ervoor dat studenten achteraf niet voor verrassingen komen te staan en dus een goede keuze maken.” Wanneer is begeleiding op maat voor u geslaagd? Vanoverberghe: “Als een student graag studeert, zich thuisvoelt op de Arteveldehogeschool en binnen een redelijke termijn zijn of haar diploma behaalt. Dat een PDT-student een jaartje langer doet over zijn studies, is niet zo erg. Een student moet vooral graag studeren. Wij peilen daarom geregeld naar het welbevinden en de tevredenheid van de studenten. Dat blijft voor ons zeer belangrijk.” Elias Albrecht Marieke getuigt Na zeventien jaar gewerkt te hebben met kinderen die een ernstige mentale beperking hebben, besliste Marieke Devos dat ze ergo­therapeut wou worden. De Arteveldehogeschool was de enige hogeschool die inging op haar vraag om deze studies met een job te kunnen combineren. Marieke Devos over begeleiding op maat: “Veerle Vanoverberghe adviseerde me om via een EVC-procedure – EVC staat voor eerder verworven competenties, nvdr – vrijstellingen te verkrijgen. In samenwerking met Ann Van de Velde, trajectbeheerder binnen Ergotherapie, werd er vervolgens een studietraject op maat voor mij uitgewerkt. Dankzij de sessies leer­ coaching heb ik een goede studiemethode ontwikkeld, die me enorm geholpen heeft om alle stof te verwerken. Dankzij een sterke intrinsieke motivatie, een stevige portie doorzettingsvermogen, mijn bereidwillige medestudenten en de ondersteuning van de Arteveldehogeschool kon ik tijdens mijn studies stapsgewijs elke hindernis overwinnen en uiteindelijk slagen in mijn opzet: ergotherapeut worden.”


“De band tussen begeleider en student is ook wat losser, wat een persoonlijker contact mogelijk maakt�

Veerle Vanoverberghe, verantwoordelijke trajectbeheer en coaching

5


Scholieren uit het zesde middelbaar staan vaak voor de moeilijke vraag of ze willen verder studeren en welke richting ze dan willen inslaan. Het project Rolmodellen wil hen sensibiliseren bij die keuze: studenten gaan er op vrijwillige basis in dialoog met leerlingen uit het secundair onderwijs.

Leerlingen hebben vaak een fout beeld van het hoger onderwijs Kimberley Baeyens (21), studente verpleegkunde en postgraduaat pediatrie en neonatologie, gaf zich vorig jaar op als rolmodel nadat ze een oproep had gezien op het onlineplatform Dinar. Ze heeft allerminst spijt van die keuze en maakt ook dit jaar deel uit van het project. “Het is leuk om leerlingen te motiveren en hun soms foute beeld over het hoger onderwijs enigszins bij te stellen.” Als rolmodel gaat Kimberley, samen met medestudenten van de Arteveldehogeschool, de Gentse universiteit en Hogeschool Gent op bezoek bij middelbare scholen om er in kleine groepjes te vertellen wat het leven als student hoger onderwijs precies inhoudt. “Vaak hebben ze daar een erg verkeerd beeld van. Zo weten ze wel dat de regel­ matige toetsen wegvallen, maar onderschatten ze daardoor de impact van de examens. Of ze geloven niet in zichzelf en denken dat het hoger onderwijs niets voor hen is. Dan is het aan ons om die studenten te motiveren.” Ze kan daarvoor uit haar eigen ervaringen putten. “Ik kom zelf uit het technisch onderwijs en kan hen dan uitleg geven over hoe ik alles succesvol aangepakt heb. Ze zijn dan vaak onder de indruk en krijgen meteen een pak meer zelfvertrouwen. Zo was er een meisje dat helemaal niet verder wilde studeren, maar op mijn aanraden toch naar opendeurdagen van scholen is gegaan en uiteindelijk erg geïnteresseerd raakte.” Drempel Veel studieopties zijn gewoon ook niet goed bekend bij de leerlingen in het middelbaar. “Ze weten meestal niet dat je je voor minder dan zestig studiepunten kan inschrijven en studeren kan combineren met werken, of dat er manieren zijn om je voor te bereiden op ingangsexamens. Ook de kostprijs is vaak een struikelblok voor hen, terwijl ze ondersteund kunnen worden door de dienst

6

studentenvoorzieningen.” Het feit dat er met studenten wordt gewerkt om leerlingen te begeleiden bij hun studiekeuze, is volgens Kimberley het grote voordeel van het project. “De drempel om vragen te stellen is kleiner dan wanneer de leerlingen daarvoor naar een leerkracht

de universiteit. Daarnaast krijg je een certificaat voor vrijwilligerswerk bij je diploma, wat mooi meegenomen is. Maar het leukste blijft toch dat je leerlingen kunt motiveren en informeren over dingen waar ze nog niet veel over weten.” Jan Tieter

Goed voorbereid op het hoger onderwijs

“Als rolmodel leer je erg veel nieuwe mensen kennen uit uiteenlopende richtingen”

moeten gaan. Wanneer ze bijvoorbeeld met vragen zitten over vrije tijd of over het kotleven, zullen ze eerder geneigd zijn om het daar met ons over te hebben, omdat wij dichter bij hun leefwereld staan.” Coachingvaardigheden Het project heeft niet alleen veel nut voor de studenten in spe, ook de rolmodellen zelf profiteren mee. “Je leert in de eerste plaats veel nieuwe mensen kennen, uit heel uiteenlopende richtingen op zowel hogescholen als

Naast het project Rolmodellen helpt ook de website www.klaarvoorhogeronderwijs.be de leerlingen bij de overgang naar het hoger onderwijs. Lobke Dedrie van de dienst studie­ advies is één van de initiatiefnemers. “Uit onze contacten met secundaire scholen en met de centra voor leerlingenbegeleiding bleek een aantal jaren geleden dat eerstejaars­ studenten niet meer zo goed voorbereid zijn op het hoger onderwijs. Ze weten niet goed welke werkvormen er gebruikt worden, hoe ze moeten studeren en dat gebruik van academisch Nederlands in élke opleiding belangrijk is.” Sinds 2011 is de website er. “Zo’n digitaal platform sluit immers dicht aan bij de leefwereld van de leerlingen. Op de site testen de kandidaat-studenten hun startcompetenties die nodig zijn voor het hoger onderwijs op het vlak van studiekeuze, leermethode, ICT en taal. Ze kunnen dan met die resultaten aan de slag om beter te worden in die domeinen. Inmiddels gebruiken meer dan 25.000 leerlingen en 1000 leerkrachten de website, dus we kunnen spreken van een succes.”


7


De Arteveldehogeschool wil het hoger onderwijs voor iedereen betaalbaar maken. De dienst Studentenvoorzieningen Stuvo beantwoordt daarom met plezier alle vragen over financiële problemen of onduidelijkheden.

Vragen over centen? Eén adres! Studietoelagen, verminderd inschrijvingsgeld, de precieze kostprijs van een studiejaar: niet elke student in het hoger onderwijs ziet door de bomen het bos nog. Daarom staan bij Stuvo tien medewerkers paraat om een duidelijk antwoord te verschaffen op de financiële vragen van elke student. Iris De Slagmeulder (43) is een van hen: “Ook wij moeten ons aan het beroepsgeheim houden.” “Stuvo heeft een gedecentraliseerde werking: we kiezen ervoor om zo dicht mogelijk bij de student te staan, zodat de drempel laag blijft. Op die manier moeten studenten niet lang zoeken naar een stuvomedewerker of informatie. We hebben een bureau op de campussen en zorgen ervoor dat het werk discreet kan gebeuren”, legt De Slagmeulder de werking van de dienst uit. Advies Op de website van de Arteveldehogeschool staat te lezen dat de dienst Studievoorzieningen de studenten informeert, maar daar blijft het niet bij. “Op de infodagen lopen studenten ons voor het eerst tegen het lijf. Naast informatie geven we advies over onder andere studiefinanciering en huisvesting. Op de inschrijvingsdagen ontmoeten we de studenten een tweede keer: iedereen die zich wenst in te schrijven tegen een verminderd tarief, komt altijd eerst bij ons langs. ”

De dienst zit daardoor aan de bron: “Het grote voordeel is dat we meteen met iedereen die een studietoelage wenst, kennismaken. We zorgen dan dat die personen in contact komen met de juiste campusmedewerker die aan hun studierichting verbonden is, zodat die de hele situatie kan bekijken. Als de student dat wenst natuurlijk.” Studietoelage Vlaamse overheid Studenten zitten met diverse vragen, maar bij de start van de studies is de meest gestelde vraag wanneer ze in aanmerking komen voor een studietoelage, vertelt De

Wij houden ons aan het beroepsgeheim Slagmeulder. “Vaak weten mensen niet precies of ze recht hebben of niet. De studietoelages zijn gebaseerd op een complex systeem van regels en voorwaarden. Op basis van het inkomen en de gezinssamenstelling kent men een barema toe. Als het inkomen lager is dan dat barema, heeft een student recht op een studietoelage. Hoe verder het inkomen onder dat barema ligt, hoe groter de studietoelage.” Het procentuele aantal beursstudenten op de Arteveldehogeschool bedroeg vorig academiejaar 22,16 procent.

Volgens De Slagmeulder kan Stuvo via het eigen systeem van studiefinanciering maatwerk bieden. “We kijken niet enkel naar de inkomsten van de student en de ouders, maar houden rekening met de hele situatie thuis. We zoeken naar een passende oplossing voor iedere situatie. We lossen geen structurele problemen op, maar helpen de mensen wel.” Er geldt natuurlijk een zwijgplicht voor de Stuvo-medewerkers. “Wij moeten ons aan het beroepsgeheim houden: wat studenten ons toevertrouwen, blijft bij ons.” Centen voor studenten Om een duidelijk beeld te scheppen van de kostprijs van een academiejaar, heeft het Centrum voor budgetadvies en onderzoek (Cebud) een brochure samengesteld die interessant is voor iedere student. De brochure Wat kost een student? is het resultaat van een grootschalig onderzoek van de studentenvoorzieningen van alle hogescholen en universiteiten in Vlaanderen. “Daarnaast bieden de hogeschool, Stuvo en de werkgroep Centen voor studenten ook relevante informatie online aan. De opleidingen geven op voorhand ook een idee van de te verwachten studiekosten voor een academiejaar. Dat vinden we belangrijk: een geïnformeerd student is er twee waard”, besluit De Slagmeulder. Joris De Witte

Wat kost een student? Naam Studierichting Woont in Inschrijving Cursussen Vervoer/verblijf Weekgeld Totaal Betaald door

8

Glenn Spileers (20) Communicatiemanagement Ronse €610,60 €415 trein: €233 €50 €2758,60 vader

Sjarel Van Cauter (19) Ergotherapie Gent €610,60 €200 kot: €3720 €80 €6930,60 ouders en weekendwerk

De brochure Wat kost een student? is accuraat. Volgens onze berekeningen is het verschil in kostprijs van een opleiding van een pendelstudent en een kotstudent (dertig schoolweken) 4172 euro. Volgens de berekening van de brochure 4173 euro. Een verschil van welgeteld 1 euro.


9


Mensen die op een bepaald moment in hun leven weer op de schoolbanken willen gaan zitten om een diploma te halen, kunnen daarvoor terecht bij de Arteveldehogeschool. Ze moeten wel aan een aantal toelatingsvoorwaarden voldoen.

Ik had een nieuw avontuur nodig in mijn leven Studente Ilse Van Nuffel heeft met haar 39 lentes al veel levenservaring. Drie jaar geleden begon ze toch nog aan de opleiding Kleuteronderwijs. “Met mijn beroepsdiploma moest ik bewijzen dat ik het in het hoger onderwijs zou redden. Ik zit nu in mijn laatste jaar, dus ja, blijkbaar lukt het me wel.” Ilse volgde in het middelbaar de creatieve opleiding reclame- en decoratietekenen aan Sint-Lucas in Gent. Toen ze veertien was, scheidden haar ouders en verwaarloosde ze haar school. “Ik heb wat geprofiteerd van de situatie en ging heel vaak uit. Na mijn zesde jaar middelbaar ben ik meteen gaan werken bij een bakker, zodat ik alleen kon gaan wonen.” Ommekeer Omdat ze na verloop van tijd meer wilde verdienen, veranderde Ilse van werk en ging ze aan de slag in de Volkswagenfabriek. “In die periode heb ik in het volwassenenonderwijs een cursus gevolgd om schoonheidsspecialiste te worden. Toen ik 28 was, leerde ik mijn man kennen en ben ik voltijds schoonheidsspecialiste geworden.” Ze kregen twee kinderen. “Aangezien mijn man en ik beiden zelfstandigen waren, hadden we weinig tijd voor hen. Daarom besloot ik te stoppen met mijn job en iets te zoeken waardoor ik meer tijd zou hebben. Ik wilde ook een ommekeer in mijn leven, want die creatieve kant van mij bleef op zijn honger zitten. Ik heb vroeger leiding gegeven in de Chiro en daar stond ik altijd graag bij de jongste groep. Daarbij voegde ik het creatieve van mijn kunstopleiding en zo kwam ik terecht bij de opleiding Kleuteronderwijs. Die bleek ik te kunnen volgen via een SWITCHtraject, waardoor ik mijn studies en gezin combineer.”

10

Discipline Ilse moest bij aanvang van haar studie een motivatietekst schrijven. “Tijdens de toelatingsprocedure voor het SWITCH-traject moest ik uitleggen hoe ik mijn studies zou aanpakken. Gelukkig steunen mijn man en mijn ouders mij en helpen ze mij ook in het huishouden.” De bevoegde personen waren overtuigd, al twijfelden ze of Ilse de cursussen wel zou kunnen verwerken. Maar dat bleek geen probleem te zijn. “Ik had in het begin wat moeite om aan het studieritme te wennen, maar ik heb toch de discipline opgebouwd om mij in te zetten. Op mijn eerste rapporten had ik vooral tienen en elven, maar als ik naar mijn laatste punten kijk, staat er ook al eens een veertien en vijftien tussen. De vakken worden niet makkelijker, maar het is nu weer een routine om te studeren.”

“Ik moest opnieuw wennen aan het studieritme, maar nu loopt het vlot” studente Ilse Van Nuffel

Astrid getuigt Voordeel Dankzij het SWITCH-traject kan Ilse haar opleiding in vier jaar voltooien. Ze zit nu in haar laatste jaar, volgend jaar kan ze beginnen te werken. Ze ziet enkele voordelen in het feit dat ze al wat ouder is dan de andere studenten. “Na mijn stage van vorig jaar was de directeur zeer tevreden. Hij heeft letterlijk gezegd dat hij mij wil terugzien met een sollicitatiebrief. Volgens mij komt dat omdat ik veel ervaring heb met mijn eigen kinderen en omdat ik – in tegenstelling tot jongere studentes – niet meer op zwangerschapsverlof zal gaan. Ik ben echt heel blij dat ik deze kans gekregen heb: ik kan op een relatief gemakkelijke manier een heel andere wending geven aan mijn leven.” Mathieu De Smedt

“Ik ben Astrid Belliot (46) en zit in mijn eerste jaar op de Arteveldehogeschool, waar ik secundair onderwijs Muzikale Opvoeding en Project Kunstvakken volg. Ik kom uit Suriname en daar heb ik al een universitair diploma in de macro-economie behaald. Mijn Belgische man is diplomaat en acht jaar geleden woonden we in Oeganda voor zijn werk. Daar kon ik weinig aanvangen met mijn economisch diploma en omdat muziek mijn hobby is, gaf ik halftijds muziekles op een school. Dat beviel me zo goed dat ik het wou blijven doen.” “Na Oeganda hebben we vier jaar in de Verenigde Staten geleefd. Na twee termijnen moeten diplomaten verplicht drie jaar in hun eigen land blijven, dus wonen mijn man en ik sinds augustus weer in België. Dat is voor mij een mooie kans om opnieuw te gaan studeren. Aangezien ik mijn universitair diploma behaald heb in Suriname, moest het erkend worden voor ik kon beginnen. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar uiteindelijk ben ik toch kunnen starten en ik vind de opleiding fantastisch.”


11


Studenten die hun studie combineren met een job of een gezin, kunnen aan de Arteveldehogeschool rekenen op een studietraject op maat. Ook voor studenten die een vak moeten meenemen of die recht hebben op een vrijstelling, is er in een individueel traject voorzien. Op die manier kan elke student op eigen tempo een volwaardig diploma behalen.

SWITCH = gezin + studie Charlotte Rutgeerts (29) is het er roerend mee eens dat gemotiveerd zijn essentieel is om een studie te combineren met een gezin. Ze begon aan de opleiding vroedkunde toen haar dochtertje Banu ongeveer zes maanden oud was. Ondertussen zit ze in het derde jaar vroedkunde en heeft ze nog drie semesters te gaan. Vroedvrouw worden is Charlotte haar grote droom en dat het niet altijd gesmeerd loopt, neemt ze er graag bij. “Na mijn vorige opleiding in de beeldende kunst speelde ik al met het idee om vroedkunde bij te studeren. Nog voor ik mijn dochtertje kreeg, nam ik deel aan studiedagen rond zwangerschap en bevalling. Ik volgde een opleiding waarin ik getraind werd als bevallingscoach, maar ik miste de medische kennis om er op professioneel vlak iets mee te doen. Toen Banu geboren werd, besefte ik dat mijn job als leerkracht geen zekerheid bood. Bovendien kon ik niet veel kanten op met mijn diploma in de beeldende kunst. Op dat moment besliste ik om te doen waar ik al zo lang van droomde: vroedkunde studeren.” Ongeveer zes maanden na de bevalling begon de bacheloropleiding. “Als SWITCHstudent kon ik ervoor kiezen om vakken zelfstandig te studeren, maar ik ging voltijds naar de les en mocht Banu meenemen. Ik had een kinderstoeltje mee in de ene arm, hield Banu vast op de andere en droeg mijn boekentas op mijn rug. Dat heb ik wel niet zo vaak gedaan, omdat ik er tijdens de les mee inzat dat Banu de andere studenten zou storen. Ook nu ga ik nog altijd zoveel mogelijk naar de les. Als ik toch iets mis, haal ik het op tijd in.” Persoonlijk traject “Ik heb ervoor gekozen om mijn derde studiejaar over twee jaar te spreiden. In totaal zal mijn opleiding dus vier jaar duren. Samen met mijn trajectbeheerder stippelde ik een programma uit dat voor mij haalbaar is. De trajectbeheerder weet welke vakken

12

je moet volgen om te mogen beginnen aan een volgende module en welke vakken of stages veel tijd in beslag nemen. Het systeem zit heel goed in elkaar en alle beslissingen worden gemaakt op maat van de student. Een belangrijke tip voor studenten die van plan zijn om een SWITCH-traject te volgen, is dan ook om zoveel mogelijk te communiceren met de Arteveldehogeschool. Als je de trajectbeheerders en docenten op de hoogte houdt van je persoonlijke situatie, is veel mogelijk.” Motivatie “Het eerste jaar heb ik volledig op adrenaline geleefd. Ik deed enorm veel voor school en mijn resultaten waren heel goed. Dat motiveerde mij om verder te gaan, en ook in het tweede jaar behaalde ik goede resultaten. Maar ik had last van stress, kon vaak niet slapen en had een hoge bloeddruk. Ik merkte ook dat Banu het er moeilijk mee had dat ik niet altijd beschikbaar was. Als ik dan al thuis was, liep ik vaak te denken aan taken die ik nog moest afwerken. Ook tijdens de examenperiode kon ik Banu niet voldoende aandacht geven. Ik zat van ’s ochtends tot

’s avonds aan mijn bureau te studeren, zodat ik niet altijd met haar kon spelen of haar niet kon troosten. Door mijn derde jaar te spreiden over twee studiejaren heb ik iets meer ruimte, maar de stress is er nog steeds.” Charlotte is een perfectionist en wil altijd het onderste uit de kan halen. “Daarom is het soms frustrerend dat ik kansen links moet laten liggen. Zo is een stage in Afrika voor mij niet haalbaar, terwijl ik dat net een meerwaarde vind voor een vroedvrouw in wording. Ook op persoonlijk vlak moet ik als SWITCH-student offers brengen: veel tijd om met mijn man en mijn dochtertje samen te zijn, is er niet. Vorig jaar wou ik met mijn man The Broken Circle Breakdown gaan kijken in de cinema en dat is er nog altijd niet van gekomen. Maar ik ben enorm blij dat ik aan de opleiding begonnen ben. Ik zou er mijn leven lang spijt van gehad hebben als ik er niet voor was gegaan!” Eva Nowé

“Ik had een kinderstoeltje mee in de ene arm, hield Banu vast op de andere en droeg mijn boekentas op mijn rug”


13


Een persoonlijk deeltraject (PDT) is een studietraject dat op maat wordt gemaakt voor een bepaalde student. Concreet houdt dit in dat je vakken uit vorige semesters meeneemt, en dus in verschillende jaren en groepen zit. Maar dat blijkt in de praktijk enorm mee te vallen.

PDT’er zijn is niet erg, maar ga naar de lessen en stel niet uit Anis Tahiri (20) zit deels in zijn tweede en deels in zijn derde jaar Bedrijfsmanagement. Zijn eerste jaar hogeschool verliep niet zoals gepland, hij moest vijf vakken meenemen naar zijn tweede jaar. “Niemand kijkt er van op als ik zeg dat ik een PDT’er ben.” “Tijdens mijn eerste jaar aan de Arteveldehogeschool kon ik nog niet goed om met de vrijheid die ik kreeg. In het middelbaar word je heel strak gehouden. Je krijgt taken die tegen een bepaalde dag af moeten en tussentijdse testen. Aan de hogeschool was dat niet meer het geval en ik heb mij een beetje laten gaan. Leren in de vakantie deed ik niet, want dat was ik niet gewoon. Ook tijdens de examens stelde ik het studeren altijd maar uit. Tot het te veel werd om nog in mijn hoofd te rammen, met als resultaat een hoop herexamens. Die gingen ook niet zoals gepland en ik moest vijf vakken meenemen.” Lessenroosters maken “Ze helpen je hier op de Arteveldehogescohol heel goed om als PDT’er je weg te vinden. Zo zijn er in september telkens twee sessies waar alle trajectcoaches aanwezig zijn. Trajectcoaches zijn mensen die je tijdens het jaar bijstaan als je problemen hebt met je rooster. Je krijgt een hele hoop papieren, die vul je in en geef je af aan die trajectcoach. Samen kijk je dan hoeveel vakken je mag meedoen en welke je best eerst doet. Zo is er een regel dat je tweeënzeventig studiepunten mag opnemen als je in je vorige schooljaar meer dan vijfenveertig studiepunten hebt behaald. Heb je er minder, dan mag je maar voor zestig studiepunten studeren, zoals in een normaal traject. Ik had minder dan vijfenveertig studiepunten en kon dus maximum zestig studiepunten opnemen. Ik zal daardoor vier jaar over mijn opleiding doen in plaats van drie.”

14

“Toch heb ik gemengde gevoelens bij de begeleiding. Het lijkt vaak alsof het de eigen schuld van de PDT’er is als er problemen ontstaan met het lessenrooster. Sommige lectoren houden niet altijd rekening met het feit dat lessen overlappen en dat we daardoor niet steeds aanwezig kunnen zijn. Dan moet je er zelf maar voor zorgen dat het opgelost geraakt.” Verschillende groepen “Omdat ik als PDT’er in verschillende groepen zit, is het moeilijk om een band op te bouwen met mijn medestudenten. Vorig jaar zat ik in mijn eerste semester in drie verschillende groepen, in het tweede semester opnieuw in twee andere. Zo wordt het heel moeilijk om echte vrienden te maken. Vrienden uit mijn eerste jaar zie ik af en toe nog eens, als we hetzelfde vak volgen. We praten nog altijd, maar het is niet meer hetzelfde als vroeger. Gelukkig volgt iemand uit mijn eerste jaar hetzelfde traject als ik. Met hem heb ik wel nog een sterke band. Gelukkig, want anders zou het maar saai zijn.” “PDT’er zijn is niet zo erg als het in het begin lijkt. Natuurlijk is het leuker om op drie jaar af te studeren en een modeltraject te volgen. Maar het is ook niet het einde van de wereld om er langer over te doen. Mijn advies voor nieuwe studenten? Geniet van je studententijd, maar zorg ervoor dat je naar zoveel mogelijk lessen gaat en dat je je taken niet uitstelt. Had ik dat in mijn eerste jaar gedaan, dan was ik dit jaar waarschijnlijk al afgestudeerd.” Joy De Meulemeester

Lexicon Om u wegwijs te maken in het ingewikkelde lexicon van het hoger onderwijs, lichten we enkele belangrijke afkortingen toe. PDT Een persoonlijk deeltraject (PDT) is een vorm van een geïndividualiseerd traject (GIT). Het is een studietraject dat afwijkt van een modeltraject en dat op maat is gemaakt voor een bepaalde student. EVK Een eerder verworven kwalificatie (EVK) is elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aantoont dat een formeel leertraject met succes werd afgerond. Om geldig te zijn, mag het creditbewijs niet behaald zijn binnen de instelling en de opleiding waarin men de kwalificatie wil inzetten. Bij een EVK-procedure wordt de eerder verworven kwalificatie vergeleken met de inhoud van de door de student gekozen opleiding. Nadien kan de student eventueel een vrijstelling krijgen voor een bepaald vak. EVC Een eerder verworven competentie (EVC) is het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes dat verworven werd door middel van een leerproces dat niet met een studiebewijs werd bekrachtigd. Een eerder verworven competentie kan worden toegekend indien een student beroepservaring voorlegt binnen een sector die relevant is voor de door de student gekozen opleiding. Bij een EVC-procedure wordt de eerder verworven competentie onderzocht. Nadien kan de student eventueel een vrijstelling krijgen voor een bepaald vak.


“Het is moeilijk om vrienden te maken als je in verschillende groepen zit�

15


De LASSI-test als hulpmiddel Als hun studiemethode niet toereikend is om te slagen voor hun examens, kunnen studenten hulp vragen aan de traject- en leercoaches van de Arteveldehogeschool. Een tiental jaar geleden voerde de school ook de LASSI-test in, om studenten nog beter te kunnen begeleiden. Bij het begin van haar eerste jaar Vroedkunde kreeg Nele De Rycke (18) de LASSI-test voorgeschoteld. Ze was eerst sceptisch, maar na een informatief gesprek met de trajectcoach was ze verkocht. “De hogeschool zou mensen er meer bewust van moeten maken dat de test hen kan helpen. De meeste studenten weten dat echt niet.” Hoe was je eerste ervaring met de LASSI-test? Nele De Rycke: “In het begin van het schooljaar moest iedereen in mijn richting de test afleggen, samen met een taaltest. Vooraf

16

hadden we het doel van LASSI klassikaal besproken. Later konden we elk om beurt bij de trajectcoach onze resultaten bespreken. Dat was jammer genoeg niet verplicht, zodat veel van mijn collega’s niet zijn gegaan. Uit de test en het gesprek erna kon ik opmaken ­welke aspecten van mijn studiemethode goed waren en welke delen om meer aandacht vroegen. Ik heb er bijvoorbeeld uit geleerd dat ik me veel meer moet voorbereiden tijdens het jaar.” Kunnen studenten echt voordeel halen uit de test? De Rycke: ”Zeker. Op zijn minst begin je al

na te denken over de vragen en over de onderdelen waarop je zwak hebt gescoord. Daarop kan je dan actie ondernemen. Mijn taaltest was bijvoorbeeld niet zo super en daardoor heb ik beseft dat ik misschien beter bijlessen volg vooraleer ik mijn bachelorproef maak. Als je goede resultaten haalt, valt er natuurlijk weinig te verbeteren. Maar als de resultaten tegenvallen, leidt LASSI al snel tot zelfreflectie. Daarna kunnen studenten om een begeleiding vragen die is afgesteld op hun specifieke traject.” Zijn er dingen aan de test die je zou veranderen?


“De test kan snel tot nuttige en nodige zelfreflectie leiden”

Nele: “Ik vind dat er te veel vragen zijn, na een tijdje beginnen ze op elkaar te lijken. Een subtielere verwoording of minder concrete vraagstelling kan dat verhelpen. Je weet ook dat je beoordeeld wordt op de test en dus streef je naar perfectionisme. Je bent geneigd om de waarheid te verbloemen. Maar wat vooral zou moeten veranderen, is dat de studenten erop gewezen moeten worden wat de test voor hun kan betekenen in de praktijk.” Zou je de test aanraden aan eerstejaars indien hij niet verplicht was? Nele: “Ja, de test heeft haar nut al bewezen. Maar vooral het daaropvolgende gesprek met de trajectcoach kan een enorme hulp zijn. Ik dacht ook dat het allemaal tijdverspilling was, tot het gesprek met de

trajectcoach. De test helpt de coaches een beeld te vormen van jou, zodat ze je sneller kunnen helpen. Ook als de resultaten van de LASSI-test goed zijn, is het gesprek nog nuttig. Je kan er terecht met alle zorgen en vragen over je studiemethode of je opleiding.

bij hun studiemethode en de LASSI-test is een ideaal middel daarvoor, samen met het aansluitende gesprek.” Stefan Van Assche

De motivatievragenlijst Hoe zou jij de begeleiding van de studiemethode op de Arteveldehogeschool beoordelen? Nele: “De opzet is zeer goed: iedereen kan de begeleiding aanvragen, de leercoaches zijn vaak beschikbaar. Maar het kan efficiënter. Een afspraak maken kan soms lang duren, vooral in het begin van het jaar. Veel mensen van mijn richting zijn al gestopt omdat ze de hoeveelheid leerstof hadden onderschat. Soms moeten studenten er sneller op worden gewezen dat ze niet goed bezig zijn. Sommige studenten hebben echt hulp nodig

De LASSI-test wordt vaak bijgestaan door andere screeningsinstrumenten om studenten te begeleiden, zoals een taaltest en een motivatievragenlijst. Deze laatste peilt diepgaand naar de motivatie en drijfveer van studenten om zich in te zetten voor hun studies. De vragenlijst bestaat uit vijf schalen: externe verplichting, interne verplichting, persoonlijk belang, plezier en motivatie. Na elektronische afname van de vragenlijst ontvangt de student een interpretatie van zijn scores en krijgt hij tips gebaseerd op zijn motivatieprofiel.

17


Het wordt al langer gezegd: de taalvaardigheid van de studenten kan beter. Daarom heeft de Arteveldehogeschool taalcoaching opgestart om die vaardigheden op te krikken bij de studenten die dat nodig hebben. Met resultaat.

Tien voor taal Joke Vrijders (33) is verantwoordelijk voor het taalbeleid en was erbij toen in het academiejaar van 2007 de eerste taalworkshops van start gingen. “We merkten dat de taalvaardigheid van een aantal studenten echt niet goed was en dat er ook studenten waren die bleken te sukkelen bij het schrijven van hun bachelorproef. Wij besloten om hen daar beter bij te begeleiden.” Daarom organiseert de school nu vier verschillende taalworkshops die elk semester terug­­keren: uitspraak en articulatie; cursussen lezen, begrijpen en samenvatten; spelling en zakelijk schrijven. Een workshop bestaat uit vier sessies van anderhalf uur en is gespreid over vier weken. “De workshops, die ook in de opleidingen worden georganiseerd, kennen een groeiend succes. In het eerste semester is er veel interesse voor de spellingsessies, in het tweede semester is de workshop over zakelijk schrijven het populairst. Dat hangt samen met de bachelorproeven”, legt Vrijders uit. Taalscreening Om van bij het begin van het academiejaar de juiste studenten te bereiken, krijgen alle studenten een taalscreening. “Als de resultaten niet goed zijn, moeten de studenten de mogelijkheid krijgen om die te verbeteren. Dat kan via de workshops”, verklaart Vrijders. “De workshops zijn elke keer anders, omdat we inspelen op de noden van de student in kwestie. Het is dan ook niet ongewoon dat iemand tweemaal dezelfde workshop volgt. Het is gebruikelijk dat je iets na vier sessies nog niet onder de knie hebt. Maar we proberen de studenten wel een strategie mee te geven, zodat ze achteraf zelfstandig aan hun probleem kunnen voortwerken.” Crash course Dit academiejaar vond de eerste crash course English plaats, een initiatief om je Engels een week voor de start van het semester op te frissen. “Afgelopen zomer werd bepaald dat hogescholen meerdere Engelstalige

18

vakken mogen aanbieden. Wij dachten meteen aan de studenten die hun Engels zouden willen bijschaven”, zegt Vrijders. “Gedurende een week krijgt de student een snelcursus Engels. Dat is ook interessant voor studenten die op buitenlandse stage gaan of voor buitenlandse studenten die hier op Erasmus komen.” Naast de crash course is er ook de taalworkshop English@home om je niveau nog te verbeteren.

spelling gevolgd. “Iedereen verbaasde zich erover dat ik nog dt-fouten maakte. Ik wilde dat probleem dan ook aanpakken en heb me ingeschreven voor de workshop. Alle aspecten van spelling kwamen aan bod en ik merkte dat het daarna een pak beter ging. Nu oefen ik mijn spelling nog wekelijks online via de Software Nederlandse Spelling, waarvoor ik via de hogeschool een gratis account kreeg.”

Stagiairs uit de opleiding Secundair onderwijs begeleiden de workshops. “Aanvankelijk waren we wat onzeker over die methode, maar na al die jaren is de tevredenheid bij studenten en onszelf nog altijd even hoog”, aldus Vrijders. Toch wil de dienst de

Jérémie Degrave (24) studeert Secundair onderwijs geschiedenis en informatica. Hij volgde de eerste crash course English: “Omdat ik in het tweede semester op stage ga naar India, vond ik het nodig om mijn Engels op te krikken. Zo’n week lijkt kort, maar het helpt wel enorm. Alle aspecten van een normale cursus Engels komen aan bod en het is leuk werken in een kleine groep. Mijn begeleider is een leeftijdsgenoot en als ik hem tegenkom in de gangen, spreken we elkaar nog steeds aan in het Engels.” Wided Bouchrika

“Als ik nu de begeleider, een leeftijdsgenoot, tegenkom in de gangen, spreken we elkaar nog steeds aan in het Engels” Jérémie Degrave

workshops nog verbeteren: “We houden altijd een tevredenheidsonderzoek, maar dat gaat slechts over het gevoel van de student. Via een effectmeting willen we bekijken of de taalvaardigheid ook werkelijk verbetert. Schrijft die student nu echt betere teksten? Want dat resultaat willen we bereiken.” Probleem aangepakt Stephanie Nachtergaele (22) is studente Logopedie en heeft de workshop over

De regels van het net Klachten van docenten over onfatsoenlijke mails van studenten hebben voor de doorbraak van de nettiquette gezorgd. De Arteveldehogeschool heeft alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat mailtjes niet langer beginnen met ‘hey’, spelfouten bevatten en afsluiten met ‘groetjes’. Aandachtspunten voor goede mails zijn: 1 Draag elementaire beleefdheid hoog in het vaandel. 2 Wees to-the-point in je boodschap. 3 Let op je spelling. Voor wie deze gulden regels niet kan onthouden, kwam de dienst Studieadvies in samenwerking met de taalcoaches met een flyer naar buiten: een checklist professionele e-mails. Om altijd op zak te hebben en je voorbeeldig een weg te banen door het wereldwijde web.


19


Topsport met studeren combineren is geen evidentie. Daarom biedt de Arteveldehogeschool speciale voor statuten aan. Olympisch zwemmer Emmanuel Vanluchene (21) maakt er graag gebruik van.

Zwemmen staat op de eerste plaats, de rest is bijzaak Emmanuel Vanluchene (21) volgt de opleiding Secundair onderwijs, afstudeerrichting Lichamelijke opvoeding en bewegingsrecreatie. Om zijn spartaanse trainingen toch te kunnen combineren met studeren, heeft de zwemmer een topsportstatuut. “Zonder dat statuut zou het nooit lukken.” In 2012 stond Emmanuel in de finale van de Olympische Spelen in Londen. Samen met zijn teamgenoten zwom hij een nieuw Belgisch record. “Zwemmen is iets natuurlijks voor mij, in het water ben ik in mijn element. Sinds mijn zesde zwem ik in clubverband, maar het is pas vanaf mijn zeventiende echt serieus geworden. Toen nam ik deel aan mijn allereerste Europees jeugdkampioenschap. Daarna ben ik echt op gang geraakt en nu mag ik deelnemen aan de Olympische Spelen: een droom van heel wat topsporters.”

Studeren met topsportstatuut “Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in sport. Het was dus een logische keuze om lichamelijke opvoeding te gaan studeren. Omdat ik in Wachtebeke ging trainen, was

“Ik krijg enorm veel hulp om mijn sport op het hoogste niveau uit te oefenen” het makkelijker om in Gent naar school te gaan. Gelukkig biedt de Arteveldehogeschool de nodige faciliteiten aan om met een topsportstatuut te studeren. Zonder dat statuut zou studeren onmogelijk zijn voor mij. Ik train elke ochtend van zeven tot tien uur en doe daarna nog tot elf uur krachttraining. ’s Avonds train ik dan opnieuw van vier tot zes uur. Ik heb dat statuut dus echt wel nodig.” “Ik heb een A-internationaal topsportstatuut, dat wil zeggen dat ik op zijn minst deelneem aan Europese kampioenschappen. Je kan ook een nationaal statuut hebben, wat inhoudt dat je enkel aan Belgische kampioenschappen deelneemt. Dat statuut is niet zo flexibel als het mijne. Het grootste voordeel van mijn statuut is dat ik heel veel vrijheid krijg om mijn passie te beoefenen. In het begin van het schooljaar geef ik mijn zwemschema door aan mijn begeleider, zodat mijn lessenrooster daaraan aangepast wordt. Examens moet ik bijvoorbeeld niet op de dag van het examen zelf afleggen, maar op inhaaldagen. Alles staat in het teken van mijn sport.” “Ik ben tevreden over de begeleiding voor

20

topsporters op school en alle hulp die ik krijg. Sommige lectoren staan niet te springen om me te helpen en willen geen rekening houden met mijn schema, maar daarvoor schuif ik mijn sport niet opzij. Anderen steunen me natuurlijk wel en ook op de hulp van mijn medestudenten kan ik rekenen. Een van de nadelen is wel dat ik zes jaar over mijn opleiding zal doen. Per schooljaar neem ik vijfendertig studiepunten op, terwijl dat er normaal gezien zestig zijn. Maar ik heb het er graag voor over.” Geen studentenleven “Doordat ik een topsportstatuut heb, zit ik in verschillende groepen. Het is dus moeilijk om een hechte band op te bouwen met mijn klasgenoten. Bovendien kan ik niet vaak mee naar de frituur of de pizzeria, want ik moet mij aan een strikt dieet houden. Ook uitgaan is niet evident. In het begin van het schooljaar lukt dat wel eens omdat het seizoen dan nog niet begonnen is, maar na september is het moeilijk. Dat is jammer, maar weegt niet op tegen alles wat ik door mijn sport meemaak. En wat ik nu mis, kan ik later nog altijd inhalen. Zwemmen op dit niveau zal dan niet meer lukken. Daarom is school niet echt een prioriteit voor mij. Zwemmen staat nu op de eerste plaats, al de rest is voorlopig bijzaak.” Joy De Meulemeester


21


22


23


De Arteveldehogeschool telde vorig academiejaar 607 studenten met een bijzonder statuut omwille van een functiebeperking. Dat is ongeveer 5 procent van de hele studentenpopulatie, en dus heel wat. Oud-studente Charlotte Dhaenens had enkele jaren geleden ook zo’n statuut. Ze vertelt hoe begeleiding op maat haar geholpen heeft om te slagen in het hoger onderwijs.

Toch voor een klas, ondanks een leerstoornis Pas toen Charlotte Dhaenens (24) op haar achttiende aan de bachelor in het onderwijs: lager onderwijs begon, ontdekte ze dat ze dyslexie en dyscalculie had. Daardoor stopte ze met de opleiding. Voor Charlotte was het een droom die uiteenspatte. “De Arteveldehogeschool heeft mij toen geweldig goed opgevangen, waardoor ik meteen een alternatief in handen had. Dankzij die begeleiding kan ik nu uiteindelijk toch voor een klas staan.” “Al van kinds af wou ik in het onderwijs staan. Na het zesde middelbaar viel mijn oog dan ook op de bachelor in het onderwijs: lager onderwijs aan de Arteveldehogeschool. Maar ergens halverwege het eerste jaar, na het indienen van een taak, hadden mijn lectoren het gevoel dat er iets niet juist was. Op de lagere school had ik ook al wel te horen gekregen dat ik een leerstoornis had, maar voor mij uitte zich dat vooral in het niet graag doen van wiskunde en Nederlands. Omdat ik het middelbaar vlot doorstaan heb, werd daar over mijn stoornis niet meer gesproken. Maar in het hoger onderwijs kreeg ik dus te horen dat ik me toch moest laten testen.” Alternatief “Uit de resultaten van die test bleek dat ik dyslexie en dyscalculie had. De zorgcoach van mijn opleiding zei me dat het daarom heel moeilijk zou zijn om voor een klas te staan. Maar ik wou dat niet aanvaarden en heb toen toch nog mijn stage gedaan. Op den duur besefte ik zelf ook wel dat het niet zou lukken: als een kind me een vraag zou stellen over wiskunde, dan zou ik daar niet op kunnen antwoorden. Toen ben ik gaan samenzitten met mijn zorgcoach om een alternatief te zoeken waarmee ik toch iets kon doen in het onderwijs. Ik heb enorm veel aan haar gehad. Ze hielp me echt om die ­tegenslag te verwerken door mij te begeleiden naar een andere opleiding. Ik had echt

24

het gevoel dat zij wist wie ik was en dat ze mijn achtergrond kende.” Faciliteiten “Op die manier ben ik begonnen aan de bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, met ‘project kunstvakken’ en ‘bewegingsrecreatie’ als keuzevakken. Dat jaar kreeg ik dankzij mijn bijzonder statuut allerlei faciliteiten. Zo mocht ik doorheen het

jaar een laptop gebruiken om makkelijker notities te kunnen nemen. Ook het feit dat ik mijn schriftelijke examens mondeling kon toelichten, gaf mij een zekere geruststelling. Dat heeft er mij echt door geholpen. Ik vond het ook goed dat ik de vrijheid kreeg om te beslissen of ik die faciliteiten wou gebruiken, zodat het niet als een verplichting aanvoelde.” Zelfvertrouwen “Ondertussen studeer ik culturele agogiek aan de VUB. Mijn leerstoornis heeft mij ook assertiever gemaakt. Ik weet dat ik ga moeten knokken om er te geraken, maar dat mag mij niet tegenhouden. Ik heb altijd al gedanst, van kleins af aan. Het was een positieve afwisseling met het schoolleven en gaf mijn zelfvertrouwen een boost. Nu geef ik zelf wekelijks danslessen. Door mijn afstudeerstage bij Handicum, een organisatie die zich richt op mensen met een handicap en hun omgeving, heb ik twee jaar geleden mijn eerste dansvoorstelling kunnen maken. Dat was een productie waarin zowel mensen met als zonder een beperking meedansten. En in augustus mag ik zelfs een tweede voorstelling maken.” James Huys

Een bijzonder statuut als gevolg van een functiebeperking geeft een student recht op faciliteiten. Die faciliteiten zijn maatregelen die inspelen op de beperkingen die de student ervaart en hebben tot doel die te beperken. Daarbij wordt het principe van begeleiding op maat gehanteerd, zodat elke student faciliteiten krijgt naargelang zijn of haar specifieke noden. Studenten kunnen een bijzonder statuut verkrijgen door een aanvraag in te dienen bij de zorgcoach van hun opleiding. Er is ook gerichte ondersteuning vanuit studieadvies mogelijk. Op www.arteveldehs.be vind je meer info over de bijzondere statuten.


“Ik had echt het gevoel dat mijn zorgcoach wist wie ik was en dat ze mijn achtergrond kende�

25


Voor de meeste studenten is het plannen van hun studie al moeilijk genoeg. Anderen worstelen tussendoor nog met een studentenjob. Sommigen gaan nog een stap verder: zij combineren hun studie met het runnen van een eigen bedrijf.

Een groot doorzettingsvermogen is heel belangrijk Ellen Hofman (29) combineert haar studie Podologie met haar eigen bedrijf in SintAmandsberg, het Voetcenter. Ze heeft daarbovenop nog drie kleine kinderen om voor te zorgen. “De combinatie is zwaar, zeker het afgelopen jaar. Ik vind de opleiding leuk en interessant, maar ik zal blij zijn als ze achter de rug is.” “Van opleiding ben ik verpleegkundige, maar het ploegenwerk in combinatie met een gezin en een man die zelfstandig kinesist is, was niet meer haalbaar. Mijn schoonmoeder had het Voetcenter al en in 2009 ben ik erbij gekomen. Nu runnen we het bedrijf samen. Ik vind de pedicure leuk, maar voor mij was het niet genoeg. Ik vond dat ik de mensen niet genoeg kon helpen. Voor iemand die niet goed kon stappen of die een probleem had aan zijn voet, konden we niets doen. Ik wilde meer, dus ben ik begonnen met een opleiding Podologie. Ik zit nu in mijn laatste jaar. Met wat geluk ben ik op 30 juni afgestudeerd. Dan geef ik een feestje!” Halve psycholoog “De combinatie studeren en een eigen bedrijf runnen is niet gemakkelijk. Het laatste jaar is er wat te veel aan. De zaak zit in de fleur van haar leven en is enorm uitgebreid. We werken er ondertussen met zijn drieën, maar als bedrijfsleider heb ik natuurlijk veel extra werk, vaak tot laat op de avond. Ik heb kleine kinderen, dus werk dat niet af is, is voor wanneer zij in bed liggen of in het weekend. Organisatie is belangrijk. Een groot doorzettingsvermogen ook. Ik weet waarom ik dat diploma wil, dus ik ga ervoor. Daarom heb ik er ook voor gekozen om mijn studie niet over meerdere jaren te spreiden. Even doorbijten en ik ben ervan af. Anders is het toch maar uitstel van executie.” “De opleiding is interessant en ik doe het graag. Maar als ik afgestudeerd ben, zal ik meer tijd hebben voor mijn patiënten, mijn gezin en mezelf. Dus daar kijk ik erg naar uit.

26

Er zijn klanten die om de zes weken terugkomen en die leer je goed kennen. Als pedicure ben je een halve psycholoog. Hun tijd bij mijn collega’s en mezelf is een uitlaatklep voor hen. Mensen zitten hier al snel drie kwartier en dan babbel je. Zo bouw je een band op.” Leerkracht als babysit “Gelukkig krijg ik veel steun van mijn omgeving. Mijn collega’s weten dat mijn diploma een meerwaarde zal zijn voor het bedrijf, want dan zullen wij het enige podologiecenter in Sint-Amandsberg zijn. Nu moeten de mensen daarvoor naar Drongen of Sint-Denijs-Westrem. Mijn man steunt me ook, al heeft hij het soms lastiger dan ik.”

“Mensen die een carrièreswitch willen maken, moeten dat zeker doen. Als je te lang wacht, is het te laat, dus blijf niet bij de pakken zitten. Je moet wel zeker zijn. Als je twijfelt, is de kans groot dat je er de brui aan geeft.

“Ik wil mijn studie niet spreiden over meer dan drie jaar. Even doorbijten en ik ben ervan af”

“Over de school mag ik zeker niet klagen, die zorgt ervoor dat de combinatie haalbaar is. Ik heb een fantastische zorgcoach die enorm veel voor me doet. Zonder haar zou het me niet lukken. Ik heb inspraak in mijn examenplanning en ze zorgt ervoor dat ik stage kan doen tijdens weken die passen in mijn werkschema. Ze doet echt al het mogelijke om een plaats voor me te vinden. Ze verdient echt een bloemetje. Ik zou niet weten wat te doen zonder haar. De leerkrachten hebben ook begrip voor mijn situatie. Ze weten dan mijn zoon gehandicapt is en dat dat niet altijd gemakkelijk is. Ze kunnen natuurlijk geen wonderen verrichten. Ik moet nog altijd de lessen volgen en slagen voor mijn examens. Dat ik een tweede zit had vorig jaar, daar kunnen zij niets aan doen. Maar als ze me met iets kunnen helpen, doen ze dat. Ze hebben zelfs gezegd dat als ik geen opvang vind voor de kinderen, ik ze altijd mag meebrengen (lacht).”

Toen ik aan mijn studie begon, waren we met verschillende werkstudenten, nu zijn we nog maar met drie. De rest heeft opgegeven of is gestopt met werken. Maar na dit jaar is het voor mij ook afgelopen. De stage weegt enorm door: twee keer tweehonderd uur. En daarnaast in de zaak werken, studeren en voor mijn kinderen zorgen. Ik spreid mijn stage daarom over het hele semester in plaats van over zes weken. Gelukkig zorgt mijn zorgcoach Sabine Verschelde ervoor dat dat allemaal kan.” Jana Vanden Eynde


27


Begeleiding op maat betekent ook dat je als student ergens terecht kunt met je klachten. Bij de Arteveldehogeschool heeft elke opleiding daarom een eigen ombudsman.

De ombudsman De ombudsman heeft de – soms ondankbare – taak oor te hebben voor de klachten van studenten en hen daarin bij te staan. Daarnaast heeft hij echter ook een grote invloed op de samenstelling van het studiecontract. Marc Mombaerts (56), ombudsman voor de richting Journalistiek en deels voor de richting Communicatiemanagement, geeft een woordje uitleg. “Mijn job is heel divers. Eerst en vooral ben ik natuurlijk de persoon bij wie studenten terecht kunnen met klachten. Dat is ook nodig, want de student voelt zich soms als David die het moet opnemen tegen de machtige Goliath. Het is echter niet mijn taak om de student zomaar gelijk te geven. Ik sta ervoor in dat studenten krijgen waar ze recht op hebben, en omgekeerd ook niet krijgen waar ze geen recht op hebben. “Het begint natuurlijk altijd met een student die naar mij komt met het gevoel onrechtvaardig te zijn behandeld, iets wat hij nergens kan aankaarten in die grote structuur. Soms betekent dit dat ik moet onderzoeken waar er mogelijk iets fout gelopen is, maar vaak help ik de student in kwestie ook te begrijpen waarom hij misschien toch ongelijk heeft. Als de student gelijk heeft en ik echt kan helpen, is dat zalig werk. Want dan voel ik telkens weer dat ik iets gerealiseerd heb.” “Een derde van de klachten die ik krijg, gaat over de onderwijsregeling en twee derde gaat over de examenregeling. Het is natuurlijk niet altijd een klacht, soms is het gewoon een vraag naar duidelijkheid: wat zijn de precieze deliberatieregels? Waarom ben ik nu precies gebuisd? Ik ben echter geen puntenmachine. Ik kan een acht op twintig niet veranderen in een tien op twintig.” Adviesfunctie “Wat mensen vaak vergeten, is dat ­ombudsmedewerkers ook een adviserende functie hebben. Als studenten bij ons komen

28

met klachten over regels die ze als oneerlijk beschouwen, kunnen wij daar natuurlijk niet meteen iets aan doen. Als de regels er zijn, moeten ze nageleefd worden. Maar wat we wel kunnen doen, is breder gaan kijken en het studiecontract onder de loep nemen. Dan kunnen we proberen het beleid aan te passen. Drie keer per jaar is er een ombudsforum waarop we gezamenlijk problemen over het studiecontract aankaarten. Zelf heb ik er bijvoorbeeld voor gepleit om in het contract op te nemen dat gsm’s verboden zijn tijdens de examens. Dat zijn dingen die soms evident lijken, maar ze moeten wel in het studiecontract staan.” Preventief werken “Als ombudsmedewerker behandel je niet alleen klachten, maar je werkt ook preventief. Zo kijken we bijvoorbeeld de examenroosters na en bespreken we met het opleidingsmanagement de gang van zaken op de hogeschool. Dat laatste is makkelijk omdat we ervoor gekozen hebben de ombudsmedewerkers binnen de school te kiezen. Je kan de job van ombudsmedewerker namelijk op twee manieren invullen. Ofwel is de ombudsman iemand van buitenaf die noch de studenten noch de docenten kent, ofwel kies je voor een ombudsman die zelf docent is en de opleiding dus kent. Hij mag natuurlijk zelf geen lesgeven aan de studenten voor wie hij ombudsman is, dat spreekt voor zich. Het is voor een ombudsmedewerker makkelijker om problemen te beoordelen als hij zijn collega’s en de opleiding goed kent. Je hebt dan een ruimere kijk op wat er gebeurt. Je luistert naar de problemen van de studenten en je gebruikt je eigen ervaring en kennis van zaken om hen te helpen.”

Vertrouwensrelatie “Als ombudsman moet je een sterke vertrouwensrelatie hebben met de opleidingsdirecteur. Als je bij hem met het dossier van een student komt, moet je je standpunt verdedigen en dan sta je natuurlijk soms lijnrecht tegenover elkaar, dat hoort bij de job. Maar de dag dat het vertrouwen er niet meer is, stop ik ermee. Dan zou ik de studenten enkel benadelen, want als je opleidingsdirecteur je adviezen altijd naast zich neerlegt, sta je nergens. Gelukkig heb ik daar persoonlijk nooit problemen mee. Ook met de mede­docenten blijft mijn professionele relatie goed. Mijn collega’s begrijpen dat mijn job niet altijd gemakkelijk is, dus ik heb het nog niet meegemaakt dat iemand me geen goedendag meer wenste in de gang.” Hannes Venneman

“Ik sta ervoor in dat studenten krijgen waar ze recht op hebben, en omgekeerd ook niet krijgen waar ze geen recht op hebben”


29


Omdat een diploma behalen de kans op werk vergroot, biedt de Arteveldehogeschool sociaaljuridische begeleiding aan voor studenten in moeilijke sociale situaties. Zo krijgen ook zij een eerlijke kans om af te studeren.

Studeren, wat het ook kost Het is belangrijker dan ooit om een diploma te behalen en toch zijn er velen die uit de boot vallen. Daarbij gaat het lang niet altijd om slechte studenten. Soms staat een moeilijke thuissituatie het afstuderen in de weg, en ook financieel is studeren niet voor iedereen even evident. Mark (21) studeert Sociaal werk. Ondanks zijn problemen probeert hij toch een diploma te behalen. “Ik kom uit een klein dorp waar iedereen elkaar kent. Ik heb nogal strikte ouders, mijn oudere broer en zus zijn modelkinderen en heel gehoorzaam. Ik was altijd al een beetje het probleemkind. Na het middelbaar heb

ik in een bakkersschool een korte opleiding gevolgd en daarna heb ik besloten om verder te studeren. Thuis ging het al vanaf mijn kindertijd niet goed en dus zag ik het niet zitten om daar te blijven wonen. Mijn ouders zeiden dat ik niet op kot mocht en dat ik mijn eerste studiejaar volledig zelf moest betalen. Maar als ik mijn best deed, zouden ze alles terugbetalen. Dat was vorig schooljaar, maar het was voor mij niet haalbaar om die kosten alleen te dragen.” Stress Daarom trok Mark naar het OCMW, om een leefloon aan te vragen. Die aanvraag werd afgekeurd, wellicht omdat zijn broer en zus wel succesvol waren afgestudeerd. “Ik besloot om toch aan mijn studies te beginnen, ook al

30

was mijn aanvraag afgekeurd. Ik wou zo ver mogelijk geraken. Maar na enkele weken, toen ik met de fiets op weg was naar school, begon ik opeens te hyperventileren. Ik kon niet meer ademen. Als ik stilstond, werd het alleen maar erger. Ik heb uren aan het station van Gent op en neer gereden, tot ik naar het kot van een vriendin gegaan ben. Daar heb ik besloten om niet meer naar huis te gaan. Ik ben naar de hulpdienst van de school gegaan en werd daar heel goed geholpen.” Stuvo Mark kwam na zijn paniekaanval terecht bij een medewerkster van de dienst Studentenvoorzieningen, Stuvo. Zij hielp hem een tweede aanvraag in te dienen bij het OCMW en overliep samen met hem zijn mogelijkheden. “Toen mijn eerste aanvraag werd afgewezen, raadde het OCMW mij aan om psychosociale hulp te zoeken. Ik heb dat op aandringen van de medewerkster van Sovoarte ook gedaan. Na enkele afspraken werd geconstateerd dat ik ADHD had. Het is een stereotiepe ziekte, maar in mijn geval blijkbaar wel redelijk opvallend. Ik werd naar een specialist doorverwezen voor medicatie.” In de tussentijd kreeg Mark via de Arteveldehogeschool een kot toegewezen. Hij ging ook enkele langetermijnleningen aan bij de school. “Het was een kot dat normaal door uitwisselingsstudenten gebruikt werd. Uitzonderlijk mocht ik daar verblijven. Ik moest wel wat betalen, maar het was een redelijk tarief. Ik wou mijn examens afleggen en mezelf bewijzen.” Volharding De resultaten lieten niet lang op zich wachten. “Door de medicatie kon ik mij concentreren. En omdat ik op mijn gemak was, ver van mijn ouders, waren mijn examenpunten goed. Ik schrok er zelf van.” Helaas waren zijn problemen daarmee nog niet voorbij. “Ik kreeg weer een negatief antwoord van het OCMW. En toen ik naar mijn ouders ging en

hen mijn punten toonde, was hun antwoord een kort en bondig nee.” Mark moest een nieuw kot zoeken en kon niet langer de kosten dragen. Hij probeerde een halftijdse baan te combineren met zijn studies, maar bleek daarmee niet rond te komen. “Eerst werkte ik elke ochtend drie uur, vijf dagen in de week. Vrachtwagens lossen en daarna naar school. Toen bleek dat ik daar geen vast contract kon krijgen, ben ik een andere job gaan zoeken, in een restaurant van een hotel-restaurantketen. Afwassen, bedienen, zo’n beetje van alles.” Hij nam een zwaar besluit. “Ik ben een rechtszaak begonnen tegen mijn ouders, om onderhoudsgeld te vorderen. Mijn ouders kregen immers nog kinderbijslag, waarvan ik niets zag. Dat vond ik niet eerlijk.” Mark won de rechtszaak. “Ik krijg nu sinds drie weken per maand 300 euro extra op mijn rekening.” De relatie met zijn ouders is nog steeds slecht, maar Mark studeert nu deeltijds om zijn studies met zijn werk te kunnen combineren. Hij zit inmiddels halverwege zijn tweede jaar en is vast van plan zijn diploma te behalen. Max De Boeck (Mark wenste anoniem te blijven; het is dan ook niet zijn echte naam.) Wat is Stuvo? Stuvo, de dienst Studentenvoorzieningen, wil studenten wegwijs maken in de wirwar van juridische regels die bij hogere studies komen kijken. Hij biedt daarom een sociaaljuridische begeleiding, die kan gaan van jongeren en hun ouders informeren over de kinderbijslag, tot studenten bijstaan die werkloos (of net werkende) zijn. Ook studenten die een conflict hebben met hun ouders en meer willen weten over de onderhoudsplicht, zijn welkom. De medewerkers bieden informatie aan op de campussen, maar kunnen ook via mail of telefoon gecontacteerd worden.


“Ik wil iets bewijzen”

31


Faalangst, assertiviteit en uitstelgedrag zijn problemen waar jongeren vaak mee geconfronteerd worden. Psychosociale begeleiding kan er in die gevallen voor zorgen dat de student zorgeloos door het leven gaat.

Met al je persoonlijke problemen kan je bij ons terecht Een op zes jongeren kampt met psychosociale problemen, van uitstelgedrag over een depressie of faalangst tot een problematische thuissituatie. Op de Arteveldehogeschool staan psychotherapeuten ter beschikking om een student tijdens deze moeilijke periodes te begeleiden. “Een probleem los je niet op in vijf seconden, er is tijd voor nodig”, zegt Els Van den Driessche (42), de verantwoordelijke van de psychosociale begeleiding. Als studenten contact willen zoeken, hoe moeten ze dat dan doen? Els Van den Driessche: “Een student kan zich eerst aanmelden op de campus. Dat gebeurt op eigen initiatief of na doorver-

“Op maat van de student werken is belangrijk in de psychosociale begeleiding” wijzing door de zorgcoach. Een medewerker van de studentenvoorzieningen, een Stuvomedewerker, zal tijdens een verkennend gesprek luisteren naar het verhaal en als er verdere begeleiding nodig is, dan wordt de student doorverwezen naar ons Stuvohuis.” Wat gebeurt er na de aanmelding en de doorverwijzing op de campus? Van den Driessche: “In het Stuvohuis staat eerst een kennismakingsgesprek op het programma. Daarin proberen we het probleem te achterhalen, maar zo bouwen we ook een band op met de student. Daarna volgt een

32

korte theoretische verkenning, waarin we uitleggen wat het probleem precies is, op welke manieren we die kunnen aanpakken. Tot slot stellen we dan een behandelingsprogramma op. We evalueren vervolgens de vooruitgang tijdens de individuele bijeenkomsten.” Met hoeveel psychotherapeuten werken jullie binnen het Stuvohuis? Van den Driessche: “We zijn met drie therapeuten. Elk van ons heeft zijn specialisatie op vlak van studiegebonden problematieken. Katrien is expert in het domein van de assertiviteit, Wouter op vlak van uitstelgedrag en ikzelf focus me op faalangst” Hoe gaan jullie precies te werk? Van den Driessche: “Elk probleem behandelen we eclectisch. Dat wil zeggen dat je uit verschillende psychotherapeutische modellen je elementen haalt waardoor je niet meer zuiver gedragstherapeutisch, contextueel of psychodynamisch werkt. Je past de therapie aan aan de cliënt. Op maat van de student werken is een belangrijke factor in de psychosociale begeleiding.”

Studenten kunnen zowel individuele sessies als groepssessies volgen. Waarin onderscheiden beide behandelingen zich? Van den Driessche: “Zowel groepssessies als individuele sessies hebben hun voordelen. In groep ervaren de studenten steun van elkaar. Er heerst een gevoel van herkenning: ik ben niet alleen. Tot slot kan je dan samen met andere mensen ook probleemsituaties nabootsen. Maar sommige mensen worden liever individueel geholpen. Tijdens zo’n individuele sessie kan je gerichter werken.” Met welke problemen kan een student bij jullie terecht? Van den Driessche: “Met alle persoonlijke problemen: niemand wordt gewoon weg­ gestuurd. Indien nodig verwijzen we door naar externe therapeuten. Buiten de school is er een netwerk van bekwame personen aanwezig die ons bijstaan bij niet-school­ gebonden problemen.” Vanaf wanneer is iemand geholpen volgens jullie? Van den Driessche: “Bij het verkennend gesprek stellen we verwachtingen op, die zijn gekoppeld aan persoonlijke doelen en subdoelen. Na verschillende sessies gaan we na of we erin geslaagd zijn die te realiseren.” Hoe ziet u de toekomst van de psychosociale begeleiding op de Arteveldehogeschool? Van den Driessche: “Er komt vanaf volgend academiejaar ook een vorm van digitale psychosociale begeleiding. Zo kunnen studenten, voor wie het nog een taboe is om de stap naar een psychosociale begeleiding daadwerkelijk te zetten, al informatie op­ zoeken op dat digitale kanaal.” Jordy Ferket


33


Veel Vlaamse studenten grijpen met beide handen de kans om in het buitenland te gaan studeren, maar hun plaatsjes hier blijven niet leeg. Ook buitenlandse studenten gaan immers gretig in op het aanbod van de Arteveldehogeschool om in Gent een opleiding te komen volgen.

Belgen genieten meer van het leven dan de mensen bij mij thuis Mohammad Alshafeey (26) is laatstejaarsstudent Bedrijfsmanagement aan Seneca College in Toronto, Canada. Om zijn studies af te sluiten, koos de Canadese student met Jordaanse roots voor een buitenlandse ervaring. Vooral de Belgische gastvrijheid en het studentikoze Gent spreken hem aan. Ondanks zijn enthousiasme kende de zijn studiereis hoogtes en laagtes. Een overzicht van zijn buitenlands avontuur. 15 juli “Vandaag kreeg ik goed nieuws te horen: ik mag mijn laatste semester in België doen! Dit is het eerste jaar dat mijn hogeschool een buitenlands uitwisselingsproject organiseert en ik ben een van de gelukkigen die zich mag klaarmaken voor een buitenlands avontuur. Ik ben heel dankbaar voor deze unieke kans. Ik ben met mijn 26 jaar wat ouder dan de doorsneestudent. Toen ik achttien was, koos ik voor de opleiding Bedrijfsmanagement, maar twee jaar later moest ik gaan werken omdat ik mijn studies niet langer kon betalen. Nu ik mijn diploma bijna in handen heb, besloot ik de kans te grijpen om in het buitenland te studeren. Ik weet niet veel over België, maar ik hoor dat de mensen er heel behulpzaam en hartelijk zijn. Ik hoop nieuwe vriendschappen op te bouwen en mijn kennis in bedrijfszaken te verrijken.”

34

1 september “Mijn laatste dag als assistent-verkoopmanager bij een autoverdeler zit erop! Om mijn studies en het vervoer naar Europa te kunnen betalen heb ik de voorbije drie maanden gewerkt. Nu kan ik me volledig focussen op mijn reis naar België. Ik ben vooral bezig met praktische zaken, maar wil nog niet te veel opzoeken. Ik word graag nog wat verrast als ik toekom.” 19 september “Mijn eerste dagen in Gent zijn niet van een leien dakje gelopen. Ik ben gekomen zonder in een verblijf te voorzien en de zoektocht verloopt moeilijker dan verwacht. Een kot zoeken voor drie maanden zonder de taal te spreken: het veroorzaakte veel problemen. Ik was vaak gestresseerd, maar ik werd dikwijls geholpen door onbekenden die mij door de straten van Gent gidsten. Totaal anders dan in mijn thuisstad Toronto. Dat zorgt ervoor dat ik toch gedreven bleef om hier te kunnen wonen. Gelukkig hebben mijn stagebegeleiders mij geholpen om een kot te vinden: dankzij hun hulp heb ik een appartement gevonden in twee dagen tijd. Bedankt, Artevelde!” 27 september “De eerste lesweek in België is achter de rug. Ik volg vier lessen, allemaal in het Engels. Ik vind het fijn dat in mijn klassen zowel Nederlandstalige als Engelstalige studenten zitten. Het is nieuw voor mij dat veel lessen de werking en wetgeving van de Europese Unie in kaart brengen. In Canada volg ik de opleiding International Business Management, maar we leren er heel weinig over de Europese Unie. De lesgevers weten ook ontzettend veel over de praktijk en kunnen hun lessen rijkelijk illustreren met voorbeelden. We moeten vaak groepswerken maken, wat ik in het verleden bijna nog nooit heb moeten doen. Maar het is fijn om met Belgen samen te werken.”

16 oktober “Mijn eerste maand in België is voorbijgevlogen. Ik heb een nieuwe stad ontdekt en nieuwe mensen leren kennen, maar ben ook meer te weten gekomen over mezelf. In het verleden was ik vaak druk bezig met werken en mijn studies. Nu heb ik veel meer tijd om te lezen en te reizen. Ik breng steeds meer tijd door met boeken over handel, politiek en cultuur. Mijn leven hier verloopt ook tegen een veel rustiger tempo dan in Toronto. Daar draait het leven echt om werken, maar hier genieten de mensen van het leven. Wat ook opmerkelijk is, is het hoge niveau van het Engels. Iedereen lijkt gemakkelijk Engels te kunnen spreken, wat mijn integratie vergemakkelijkt.” 3 november “In de herfstvakantie ben ik voor de eerste keer met mijn familie en mijn vriendin naar Jordanië geweest. Ik heb de Dode Zee, Petra en Amman bezocht. Bovendien heb ik mijn Jordaanse familie na een lange tijd teruggezien. Ik heb tijdens mijn verblijf in België ook de kans genomen om Duitsland en Nederland te bezoeken. Ik hou nu meer dan ooit van reizen en nieuwe culturen ontdekken. Ondanks mijn korte verblijf hier heb ik me proberen aan te passen aan de Belgische levenswijze. Toch blijft het moeilijk om bijvoorbeeld nog Nederlands te leren: mijn korte verblijf zorgt ervoor dat ik alweer naar huis moet tegen dat ik mij goed en wel heb kunnen integreren.” Nicolas Gantois


“Behulpzame mensen gidsten mij vaak door de straten van Gent�

35


Het Arteveldehogeschool Centrum voor Creativiteit, Innovatie en Ondernemen, beter bekend als ACCIO, werd in het leven geroepen om onder meer studentenondernemers bij te staan. Oud-student Michael Vanderpoorten deed er een beroep op en betreurt maar één ding: dat hij dat niet eerder al had gedaan.

Eerste hulp bij ondernemen Michael Vanderpoorten (21) studeerde vorig academiejaar af als bachelor in de grafische en digitale media. Gebeten door webdesign en -development besloot hij tijdens zijn studie al om een eigen onderneming op te richten, YungPanda. De opstart deed hij volledig zelf, al had hij daarvoor wel op de ondersteuning van ACCIO kunnen rekenen. “Mocht ik opnieuw beginnen, dan zou ik ACCIO al meteen inschakelen.” Van jongs af aan was Michael al bezig met Photoshop en andere grafische

programma’s. Daarom was de keuze voor een bachelor in de grafische en digitale media een voor de hand liggende keuze. “Tijdens de vakanties werkte ik al voor verschillende bedrijven maar omdat het werk bleef binnenkomen, en je als student maar een beperkt aantal dagen kan werken, besloot ik om een eigen onderneming op te richten. Op die manier kon ik mijn portfolio verder uitbouwen en tegelijkertijd bezig zijn met mijn passie.” Een jaar later is hij afgestudeerd en werkt hij voltijds voor zijn bedrijf. Centrale ondersteuning In 2011 richtte de Arteveldehogeschool de kenniskring ACCIO op. Per opleiding is er een verantwoordelijke van ACCIO. In Michaels geval was dat Marie-Pierre De Coninck, die hem als docent Bedrijfseconomie met raad en daad bijstond. “Toen ze van mijn bedrijfje hoorde, vertelde ze me dat ik bij haar terecht kon voor vragen. Dat heb ik dan ook meermaals gedaan.” YungPanda is gespecialiseerd in alle digitale media, printwerk en apps. Michael was er tijdens de zomer van 2012 al druk voor in de weer. Na het behalen van zijn attest Bedrijfsbeheer kon hij op 1 oktober van datzelfde jaar ook officieel starten. Hij startte het bedrijf zelf op, maar was blij dat hij voor advies op ACCIO kon terugvallen: “Vooral de juridische kant van een eigen onderneming vond ik moeilijk. Gelukkig kon ik dan bij mevrouw De Coninck terecht met mijn vragen over het btw-stelsel, facturen en andere zaken waarvan ik niet eens wist dat je die als kleine onderneming in orde moest brengen.” Te enthousiast De combinatie studeren en ondernemen is niet altijd gemakkelijk. “Als beginnende ondernemer was ik soms te enthousiast, waardoor ik het moeilijk vond om opdrachten af te wijzen. Daardoor

36

heb ik mijn studies een beetje verwaarloosd, ik hield er twee herexamens voor de twee hoofdvakken aan over.” Dat had hij nochtans kunnen vermijden: “In het begin van het academiejaar kan je als student-ondernemer een statuut aanvragen, maar dat heb ik te laat ontdekt, waardoor ik geen aanvraag meer kon indienen. Dat vond ik echt heel jammer.” Niet twijfelen Voor potentiële studenten-ondernemers heeft hij nog enkele tips: “Mocht ik opnieuw beginnen, dan zou ik ACCIO al meteen inschakelen. Zij weten veel meer en hebben ook betere contacten met verschillende partners.” Daarnaast raadt hij studenten aan om gewoon de stap te zetten: “Als je denkt dat het iets voor jou is om een eenmanszaak op te richten, dan zou ik niet twijfelen. Uiteindelijk heb je als student weinig te verliezen en kan je relatief makkelijk stoppen mocht het toch niets voor jou blijken te zijn.” Meer info over ACCIO vind je terug op www.arteveldehogeschool/accio/ en op de Facebookpagina: www.facebook.com/ AccioArteveldehogeschool. Kimberly De Bruycker

“Vooral de juridische kant van ondernemen vond ik moeilijk”


37


De modale student bestaat niet. Elke student is een individu met zijn eigen sterktes en zwaktes, en moet dan ook op een unieke manier gecoacht worden. Een ambitieus doel als je beseft dat er in de Arteveldehogeschool ongeveer 13.000 studenten ingeschreven zijn. Toch komt deze droom elk jaar een beetje dichterbij komt.

Begeleiding op maat is de toekomst Een persoonlijke aanpak van elke student leidt ertoe dat veel studenten een eigen statuut hebben: sommigen hebben een sportstatuut of zijn werkstudent, velen zijn PDT-studenten. Hilde Van Puyenbroeck (41), diensthoofd van de dienst Studieadvies, en Ruben Dobbelaere (38), diensthoofd van de dienst Studentenvoorzieningen, geven uitleg over wat begeleiding op maat nu precies inhoudt en vooral over wat de toekomst zal brengen. ‘Begeleiding op maat’ en ‘Talentdetectie’ zijn termen die je op de Arteveldehogeschool veel hoort. Kunt u die termen wat meer toelichten? Hilde Van Puyenbroeck: “Elk talent heeft coaching nodig om tot topprestaties te komen. Vergelijk het met een topsporter. Niet iedere sporter heeft echter hetzelfde

38

nodig om goed te kunnen presteren: de ene heeft meer nood aan medische verzorging, de andere meer aan psychologische hulp. Alles begint natuurlijk met het spotten van het talent en de sporter in de juiste sport plaatsen. Zo moet je ook begeleiding op maat voor studenten verstaan. Studeren is topsport. Begeleiding op maat start bij het begeleiden van de studiekeuze zodat de student het passende leertraject vindt. De coaching loopt door tijdens de studies. Zelfs bij het afstuderen wanneer men op zoek is naar een job of een vervolgstudie kan men aankloppen voor advies. Is het aanbod van begeleiding op maat vrijblijvend? Ja, meestal, want de student blijft verantwoordelijk voor zijn leerproces. Er zijn activiteiten die gericht zijn op de versterking van ondersteunende vaardigheden (bv. taalcompeteties, leercompetenties, informatievaardigheden, assertiviteit, …) die de student nodig heeft om te slagen . Andere activiteiten uit het aanbod zijn eerder gericht op de coaching van studenten die zich op basis van hun talenten willen profileren.. Als we studenten aanspreken op hun talenten en hen leren hoe ze deze kunnen inzetten tijdens hun studies, zullen ze gepassioneerder studeren en sterker in het leven staan. Een student bij wie we bv. een aangeboren talent zien voor leiderschap, kunnen we stimuleren om studentenvertegenwoordiger te worden of een student journalistiek die zeer analytisch is ingesteld, moedigen we aan om te kiezen voor het keuzepakket ‘onderzoeksjournalistiek’ in het derde jaar. Begeleiding op maat wordt in de Arteveldehogeschool gedragen door vele medewerkers in de opleidingen en in de diensten. Begeleiding op maat doet niet af aan de kwaliteit van het onderwijs, maar geeft de student het duwtje in de rug als hij het nodig heeft. Via de website

www.arteveldehogeschool.be/studeren/ begeleiding-op-maat vind je het aanbod en de contactgegevens.” Het is een vaak gehoorde uitspraak dat hogeschoolstudenten beter voorbereid op de arbeidsmarkt komen dan universiteitsstudenten. Past begeleiding op maat in dat plaatje? Van Puyenbroeck: “Het voordeel van professionele bachelors is inderdaad dat ze meteen met de nodige kwalificaties en vaardigheden op de arbeidsmarkt komen. Maar vergeet niet dat meer dan 40 procent van onze bachelors ook verder studeert. Door onze manier van begeleiden proberen we studenten nog sterker voor te bereiden op wat volgt..Iemand die bijvoorbeeld goed is in talen, kan op internationale stage gaan en daarmee dan een toekomstige werkgever van zijn taalvaardigheid overtuigen.” Ruben Dobbelaere: “De oriëntering van de student is heel belangrijk. Als ze afgestudeerd zijn, hebben de studenten al een mentaal en onderwijskundig traject afgelegd waardoor ze zich bewust zijn van hun potentieel. Ze zijn beter voorbereid op het werkveld en in zekere zin is dat de beste reclame voor de keuzes die de Arteveldehogeschool heeft gemaakt op het vlak van begeleiding op maat.” Is het de bedoeling dat die begeleiding enkel van toepassing is op de onderwijsactiviteiten? Dobbelaere: “Helemaal niet. We hebben er bewust voor gekozen het concept begeleiding niet eng op te vatten. We doen veel meer dan enkel de student helpen zijn diploma te behalen. We willen de student ook helpen bij zijn persoonlijke ontwikkeling. We kijken in eerste instantie naar de sterktes en zwaktes van de student, maar ook naar externe factoren die het behalen van een diploma kunnen bemoeilijken, zoals financiering, huisvesting en psychosociale


39


factoren. We hebben voor al die aspecten een begeleidingsaanbod uitgewerkt. We willen de verantwoordelijkheid bij de student niet weghalen, maar we willen hem wel zoveel mogelijk steunen bij het behalen van zijn diploma. Onze studentenvoorzieningen werken aanvullend op wat de andere betrokken diensten bij begeleiding op maat doen. Ze organiseren en combineren alle begeleidingsmaatregelingen om het zo voor de student makkelijker te maken de juiste begeleiding te vinden.” Zijn er specifieke projecten die in de nabije toekomst van start gaan? Van Puyenbroeck: “De volgende jaren lanceren we verschillende projecten. Een eerste project op korte termijn: we hebben een film en een boek uitgebracht rond studeren met autisme (zie kaderstuk geprikkeld om te weten). Een tweede voorbeeld is het Ear openers-project, dat studenten en docenten tips moet geven voor het luisteren en noteren tijdens de lessen. Verder zetten we nog meer in op ‘taalontwikkelend lesgeven’, waarbij we docenten leren hoe ze de taalcompetenties van studenten kunnen stimuleren. Een belangrijk project is ook het studentenloket, dat er in het academiejaar 2015-2016 moet komen. Op deze fysieke en digitale plek zullen

40

studenten met frequent gestelde vragen terecht kunnen, vragen die op elke student, ongeacht de opleiding, van toepassing zijn. Als een vraag specifieker van aard is, zal het studentenloket de doorverwijzing naar de juiste medewerker ook vlotter maken.” Dobbelaere: “We werken verder ook aan een digitaal pakket voor de drie grote onderwijsgebonden psychosociale problemen: assertiviteit, uitstelgedrag en faalangst. Sommige studenten die met een dergelijk probleem kampen, kunnen geholpen worden met een digitaal pakket en hoeven dan niet altijd meteen bij een van onze medewerkers langs te gaan.” Hoe gaat u de effectiviteit van die projecten testen? Van Puyenbroeck: “We werken samen met de UGent aan een onderzoeksmodel waarmee we kunnen nagaan of we onze doelstellingen halen. De resultaten zijn belangrijk om onze methodes te evalueren en onze investeringen te verantwoorden. We zien dat het aantal studenten de laatste jaren enorm gestegen is, terwijl het aantal studenten dat de school verlaat zonder het behalen van credits, gestaag blijft. Dat is natuurlijk vooral de verdienste van de studenten en docenten, maar we hopen dat dat begeleiding op maat

hier ook toe bijdragen. De tevredenheidscijfers van de studenten bevestigen in ieder geval al onze keuzes op het vlak van Begeleiding op Maat.” Hannes Venneman

Geprikkeld om te weten Om studeren met een functiebeperking bespreekbaar te maken, heeft de Arteveldehogeschool twee educatieve pakketten uitgebracht. Elk pakket bestaat uit een boek en een documentaire. In 2012 kwam Proef op de som. Studeren met dyscalculie uit, in februari 2014 Geprikkeld om te weten. Studeren met autisme. “Als we een functiebeperking leren begrijpen en gepaste ondersteuning bieden, wordt studeren voor heel wat studenten met een functiebeperking haalbaar”, vertelt projectleider Valérie Van Hees.


“De tevredenheidscijfers bevestigen onze keuzes op het vlak van begeleiding op maat”

Feedback begeleiding op maat Om het succes van de begeleiding op maat te meten werd een tevredenheidsonderzoek bij studenten en alumni uitgevoerd. “Investeren in Begeleiding op Maat loont zowel voor de student, de hogeschool als de samenleving”, aldus Hilde Van Puyenbroeck. Tevredenheidsscores 2013 Taalcoaching: 88% Trainingen: 89% Trajectbeheer: 86% Trajectcoaching: 89% Leercoaching: 87% Studieadvies: 90% Zorgcoaching: 89% Ombudsmedewerkers: 90 % Sociaal-juridische begeleiding: 88% Studiefinanciering: 88% Huisvestingsdienst: 90% Sport en cultuur: 93% Mobiliteit: 90%

41


Na jaren van zwoegen en zweten bereik je dan eindelijk de finish: je bachelordiploma. Maar wat daarna? Verlies je jezelf in een zwart gat? Blijf je nog studeren? Of verzend je dan toch maar met trillende handen die eerste sollicitatiebrief? De dienst studieadvies helpt je bij de juiste keuze.

Organisaties zijn op zoek naar onze studenten Of je nu met een individuele vraag zit over je professionele toekomst of je wil een informatiesessie volgen over solliciteren, bij de dienst studieadvies kan je altijd terecht. Je hoeft na het behalen van je diploma ook nog niet per se aan het werk: extra vormingen op de Arteveldehogeschool zijn zeker een optie. Eva Booms van de dienst studieadvies licht toe. Diploma bijna op zak. En wat nu? Eva Booms: “Naast het aanbod van de opleidingen zelf, helpt de dienst studieadvies je om je voor te bereiden op de arbeidsmarkt. We doen dit bijvoorbeeld aan de hand van een beroepentest: een vragenlijst die je interesses in kaart brengt en daar de beroepen aan koppelt die bij je passen. Dat is handig als je echt nog niet weet wat je eigenlijk wil gaan doen. Heb je toch besloten om te gaan solliciteren? Dan geeft de dienst

‘Wie werkt, kan bij ons terecht voor avondopleidingen of kortlopende vormingen en lezingen’ je individuele feedback op je brief en cv. Dat is een fel gewaardeerde service, merken we. Er zijn ook algemene sessies over solliciteren, in samenwerking met Randstad, waar altijd veel studenten op afkomen.” Brengen jullie studenten in contact met mogelijke werkgevers? Booms: “We bemiddelen niet echt, maar we faciliteren wel. We hebben al jaren een uitgebreide vacaturedatabank. Je kan er je eigen cv achterlaten. Daarnaast hebben we nu met Jobat een specifieke module ontwikkeld op

42

maat van onze school: bedrijven en organisaties zijn soms echt op zoek naar iemand met een diploma van de Arteveldehogeschool. We zijn een sterk merk op de arbeidsmarkt.”

richting inslaan, maar werken kan ook leuk zijn. En als je werkt, kan je bij ons terecht voor avondopleidingen of kortlopende vormingen en lezingen.”

Kunnen oud-studenten ook gebruikmaken van jullie diensten? Booms: “Ja, natuurlijk. Sommige diensten worden zelfs meer door alumni gesmaakt, omdat ze meer tijd hebben of omdat ze voelen dat ze die informatie in een eerste werksituatie kunnen gebruiken. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de e-learningpakketten die we samen met de VDAB aanbieden. Die zijn volledig gratis: je vraagt een paswoord aan en kan zelfstandig aan de slag. Je kan kiezen tussen vreemde talen (Engels, Frans, Duits), de klassieke softwarepakketten (Excel, Word, Powerpoint, Photoshop) of items die gerelateerd zijn aan de werkplek, zoals assertiviteit of je goed voelen op je werk.”

Missen studenten de school als ze afzwaaien? Booms: “Misschien niet meteen, dat is ook logisch. Maar studenten die wat langer afgestudeerd zijn, komen wel graag terug. Om hun oud-studiegenoten te zien of hun docenten. We doen ook veel inspanningen om de band in stand te houden: een nieuwsbrief, alle opleidingen hebben een groep op Facebook en LinkedIn. Er wordt speciaal voor alumni heel wat georganiseerd: studiedagen, vormingen. De opleiding Communicatiemanagement heeft nu zelfs aparte vormingen georganiseerd, door alumni speciaal voor alumni. Een alumniwerking begint eigenlijk al voor je start op school. Het heeft te maken met je goed voelen bij je keuze, je verbonden voelen met je hogeschool, er trots op zijn en je verhalen doorvertellen!”

Je kan ook verder studeren aan de Arteveldehogeschool? Booms: “Dat klopt. Er zijn veel mogelijkheden: een bachelor na bachelor, een postgraduaat, verkorte trajecten. Je moet je natuurlijk afvragen waarom je precies wil blijven studeren. Verdiepen of specialiseren is natuurlijk prima en je kan zelfs een andere

Peter-Jan Bogaert

www.arteveldehogeschool.be/studeren/ begeleiding-op-maat Contact: Eva.Booms@arteveldehs.be


Levenslang leren aan deaan Arteveldehogeschool Levenslang leren de Arteveldehogeschool Postgraduaten

Leraren en scholen

Advanced Podiatry Skills (nieuw!) Postgraduaten Autismespectrumstoornissen Business event management Postgraduaat Autismespectrumstoornissen Creativiteit en innovatie (nieuw!) Postgraduaat Begeleider professionalisering voor Diabeteseducator leraren en school Dysfagie (nieuw!) Postgraduaat Business Event Management Postgraduaat European ClinicalDiabeteseducator Specialization Fluency Disorders Postgraduaat European Clinical Specialization in Hippotherapie Fluency disorders Lactatiekunde Postgraduaat Hippotherapie Mindfulness Postgraduaat Lactatiekunde Neurologische en spraakstoornissen PostgraduaattaalMindfulness Pediatrie en neonatologie Postgraduaat Neurologische taal- en spraakstoornissen Professionele coach Postgraduaat Leidinggevende in de kinderopvang Rouwen verliesconsulent Postgraduaat Vroegdetectie en vroegbegeleiding Stomatherapie en wondzorg van ontwikkelingsstoornissen Postgraduaat Eduwond: stomatherapie en wondzorg permanente vormingen

Intake in de hulpverlening

Bijscholingen Intervisie voor animatoren in rusthuizen

Gesubsidieerde nascholingsprojecten: CLEVER

(competenties leren evalueren en remediëren) en D.O.O.S. (duurzame ontwikkeling op school) Sociaal werk ICT–nascholingen in open aanbod Bemiddelen in het sociaal werk en vraaggestuurd Bijscholing tot school-, klas- en vakmentor Sociaal-juridische hulpverlening Bijscholing: Onderzoekscompetenties in de klas Social Casework Hulp bieden aan kinderen en jongeren rouw Bijscholing: Talenten en competenties in in organisaties Bijscholing over migratie ‘No place like home’ Vormingsaanbod: Competenties en talenten in organisaties Website Kwalitatief Onderzoek Socia cahier: werkstukken over welzijnswerk Animo; nieuwsbrief voor animatoren in het rusthuis

Gezondheidszorg

Autisme en probleemgedrag Gezondheidszorg Autisme praktijkopleiding Initiatie toegepast wetenschappelijk onderzoek via afstandsleren Begeleider van sporters Neonatologie Een buddy bij de wieg: perinatale coaching in kansarmoede Neurologische zorg Diabetes: opfrissingsdagen voor verpleegkundigen Stottertherapie: opstart intervisiegroep Fotografie in een en agogische context Psychologische en therapeutische psychotherapeutische stromingen Intervisie voor Vroegdetectie enstottertherapeuten vroegbegeleiding: modules: neonatale zorg Mindfulnesstrainer voor kinderen - mindfulscreenen opvoedenvan baby en in een breder perspectief; ontwikkeling dreumes; vroegbegeleiding: introductie in vroegbehandeling Neurologische zorg Aan de slag alsen begeleider van (top)sporters Outreachend rehabilitatiegericht werken in de psychiatrie Eutonie: door groeiend lichaamsbewustzijn in balans leven Woningaanpassing Diabetes: interdisciplinair gedeelde zorg Levensreddend handelen Ouderenzorg: begeleide intervisie Sociale gezondheidszorg: levend leren

Rol als verantwoordelijke facilitaire dienstverlening Leraren en scholen Social Casework Gesubsidieerde nascholingsprojecten: Voor elk Sociaal vanuit biografisch perspectief talent werken een passend leertraject; Kopschuif: een Wegwijs in onlinehulpverlening frisse kijk op school- en lerarenprofessionaliteit; Groot worden in vrijheid Groeien en leren door– reflecteren conflicten.over jongeren en ICT – bijscholing in open aanbod (REN) burgerschap Rol van ploegbazen – stimulerend leidinggeven Zelfzorg voor welzijnswerkers www.arteveldehogeschool.be >> onderzoek

en ontwikkeling

www.arteveldehogeschool.be

Als ‘t aan jou lag, had je de SWITCH al gemaakt. opklimmen

een job vinden

van richting veranderen

switch: studeren en werken combineren Zeven opleidingen aan de Arteveldehogeschool bieden jou een bijzonder traject om werk of gezin te combineren met een bacheloropleiding. Meer info: www.arteveldehogeschool.be >> SWITCH Ook de andere opleidingen aan de Arteveldehogeschool bieden faciliteiten op maat aan, waardoor je studeren, werken en een gezin beter kan combineren. Bel 09 234 90 00 voor meer info.


OPLEIDINGEN 2013-2014 BACHELOR BEDRIJFSMANAGEMENT Accountancy - fiscaliteit Financie- en verzekeringswezen Internationaal ondernemen Kmo-management Logistiek management Marketing Rechtspraktijk OFFICEMANAGEMENT Management assistant Event- en projectmanagement Medical management assistant COMMUNICATIEMANAGEMENT JOURNALISTIEK GRAFISCHE EN DIGITALE MEDIA Crossmedia-ontwerp Grafimediabeleid Grafimediatechnologie Multimediaproductie SOCIAAL WERK Maatschappelijke advisering Maatschappelijk werk Personeelswerk Sociaal-cultureel werk Syndicaal werk  PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND ONDERWIJS: KLEUTERONDERWIJS ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS ONDERWIJS: SECUNDAIR ONDERWIJS 23 onderwijsvakken - 192 combinaties ERGOTHERAPIE LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE Logopedie Audiologie PODOLOGIE VERPLEEGKUNDE VROEDKUNDE

BACHELOR NA BACHELOR CREATIEVE THERAPIE ONDERWIJS: buitengewoon onderwijs ONDERWIJS: schoolontwikkeling ONDERWIJS: zorgverbreding en remediërend leren oncologische VERPLEEGKUNDE

POSTGRADUATEN EN BIJSCHOLINGEN

arteveldehogeschool.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.