Ooit geprobeerd te mailen terwijl je aan het bellen bent?
blad.
Pedagoog Pedro De Bruyckere tackelt het streven naar multitasken en vier andere mythes over leren. Lees hoe op pagina 6.
Krant van de arteveldehogeschool september 2015
Nepal Na de schokken de heropbouw In april en mei dit jaar kreeg Nepal twee zware aardschokken te verduren. Het resultaat: 8000 doden, enorm veel schade en het middelpunt van de wereldpers. Even toch. Vier maanden blikt blad. terug én vooruit. “Met het ingezamelde geld gaan we onder andere vier scholen heropbouwen”, zegt docent Lut De Jaegher. Samen met 17 stagiairs van de Arteveldehogeschool beleefde ze de fatale dagen in Nepal. ” >> Lees meer op pagina 4. © Lut De Jaegher
Opleiding tot leraar secundair onderwijs start begeleid afstandsonderwijs
Leerkracht worden zonder naar school te gaan (of toch bijna) Nieuw dit jaar bij de opleiding tot leraar secundair onderwijs: een traject via afstandsonderwijs. “Maar vergis je niet: we zetten intensief in op begeleiding”, zegt e-coach Dries Vanacker. “De vakken die reguliere studenten in dagonderwijs krijgen, worden in het afstandstraject via onze digitale leeromgeving aangeboden”, zegt Vanacker. “Zo kunnen studenten de leerstof op hun eigen tempo verwerken. De examens leggen ze af op hetzelfde moment als hun mede-
studenten in het reguliere traject. De inhoud, de vraagstelling en de evaluatie zijn dezelfde. Via een digitaal leerpad volgen we de studievoortgang op en sturen we bij waar nodig.” Carrièreswitch Een exact inschrijvingscijfer was bij het ter perse gaan nog niet gekend, maar uit de mails en telefoons die binnenlopen sinds de bekendmaking van het traject, blijkt dat er veel interesse is. Vanacker: “Veel mensen die werken of een gezin hebben en een carrière-
Veel mensen die werken en/of een gezin hebben en een carrièreswitch willen maken, kunnen zich overdag niet zomaar vrijmaken. Wie via afstandsonderwijs studeert kan de leerstof op eigen tempo verwerven.
© Anne-Sophie De Lembre
switch willen maken, kunnen zich overdag niet zomaar vrijmaken.” Contactmomenten Let wel: afstandsonderwijs betekent niet dat je je docenten en medestudenten nooit ziet. “De skills van een leerkracht verwerf je nu eenmaal niet alleen achter je computer. Per semester zijn er een twaalftal contactmomenten op de campus, telkens op een weekavond. Die zijn onder andere bedoeld om agogische en praktische vaardigheden te oefenen, maar uiteraard kunnen studenten het dan ook on-
Afstandsonderwijs betekent niet dat je docenten en medestudenten nooit ziet derling of met de docenten hebben over de leerstof die ze zelfstandig verwerven.” 21 onderwijsvakken Wie het reguliere dagtraject start, heeft keuze uit 24 onderwijsvakken, 21 ervan kan je nu ook volgen via afstandsonderwijs. Vanacker: “Een vak als lichamelijke opvoeding bijvoorbeeld bieden we niet aan via afstandsonderwijs. Het is té doe-georiënteerd, dat krijg je niet onder de knie via afstandsleren.” Vier jaar De reguliere bacheloropleiding duurt drie jaar, het standaardtraject in afstandsonderwijs neemt vier jaar in beslag. “De 180 studiepunten zijn dus meer gespreid om de combinatie met werk of gezin mogelijk te maken”, zegt Vanacker. “Maar net als bij de gewone opleiding zijn ook vrijstellingen en verkorte trajecten mogelijk.” Nog een gelijkenis met het dagtraject: de klemtoon op stage. Studenten afstandsonderwijs lopen in hun derde jaar en vierde jaar stage in het secundair onderwijs en dat gebeurt uiteraard wel overdag. Het
stagetraject kan in overleg wel gespreid worden over een langere periode. Intakegesprek Wie zich wil inschrijven voor het afstandstraject, voert eerst een intakegesprek met een medewerker van de opleiding. Bedoeling is om na te gaan of de studiebelasting haalbaar is. “Zo willen we de studie-uitval zoveel mogelijk vermijden”, zegt Vanacker. “Een student in het klassieke dagonderwijs volgt ongeveer vijfentwintig uur per week lessen. Logisch dus dat diezelfde opleiding via het afstandstraject combineren met een job of gezin, niet vanzelfsprekend is.” Doelgroep Kan een 18-jarige die recht uit het secundair onderwijs komt het traject afstandsonderwijs starten? “Neen, dat is niet de bedoeling. Onze doelgroep is tweeledig: enerzijds mensen die professioneel het roer radicaal willen omgooien, anderzijds mensen die bijvoorbeeld al een onderwijsdiploma op zak hebben, maar lesbevoegdheid willen verwerven voor een extra vak.” Na Officemanagement is Leraar secundair onderwijs de tweede bacheloropleiding aan de Arteveldehogeschool die een traject via afstandsonderwijs aanbiedt.
www.arteveldehogeschool.be/ leraar-secundair-afstandsonderwijs
2
arteveldehogeschool september 2015 Samen meer waarde creëren EDITORIAAL De start van het nieuwe academiejaar 2015 - 2016 betekent voor de Arteveldehogeschool meteen ook het startschot voor het nieuwe instellingsplan “Samen meer waarde creëren”. Een jaar lang werd door verschillende stakeholdersgroepen aan een steen gepolijst om er een glanzend prisma van te maken. Een prisma met drie vlakken, symbolisch voor de drie gekozen waarden, de drie krachtlijnen en de drie strategische doelen in het nieuwe instellingsplan.
De krachtlijnen van het instellingsplan zijn co-creatie, zelfsturing en engagement. Deze drie krachtlijnen dagen onze medewerkers, studenten en werkveld uit om de komende vijf jaar verder te groeien, elk vanuit hun eigen engagement. Alle stakeholders samen vormen een dynamisch leernetwerk waarin ze in openheid en vertrouwen, en in gelijkwaardigheid kunnen samenwerken als co-creators. Zo bloeit een onderzoeks- en innovatiecultuur waarin het mogelijk is complexe vraagstukken aan te pakken en veranderingen te realiseren. Studenten en medewerkers worden gestimuleerd om vanuit eigen talenten hun professionele groei richting te geven en doelen te formuleren (zelfsturing). Ondernemingszin en autonome motivatie worden aangescherpt.
Van gevaarlijke hoofdtelefoons tot jobcrafting bij 55+ers
We verbinden engagement en ambitie met elkaar. Niet alleen voor de persoonlijke groei, maar ook om als wereldburger met een kritische kijk de maatschappij mee gestalte te geven. De krachtlijnen van het instellingsplan vertalen we in drie strategische doelen: inzetten op innovatief onderwijs, onderzoek en dienstverlening, werken aan een waarderende omgeving en het verder uitbouwen van strategische partnerschappen en netwerken, zowel regionaal als internationaal. Die strategische doelen zullen uitgewerkt worden in negen strategische programma’s waaraan de opleidingen en diensten samen met het werkveld zullen werken.
co-creatie, zelfsturing en engagement
Het instellingsplan is gebaseerd op drie waarden die tonen wie/wat we willen zijn: betrokken, open en vernieuwingsgericht.
15 nieuwe onderzoeksprojecten
Wanneer we het licht van het instellingsplan door het prisma sturen, merken we pas hoe mooi en kleurrijk de realisaties in opleidingen en diensten zullen zijn. Ik nodig u dan ook graag uit om samen met onze medewerkers en studenten de schouders te zetten onder dit nieuwe instellingsplan dat de Arteveldehogeschool richting geeft tot 2020.
In september schieten aan de Arteveldehogeschool 15 nieuwe PWO-projecten uit de startblokken. PWO staat voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Van de betrokkenheid van vaders bij kindvoorzieningen, over het gevaar van muziek beluisteren via je smartphone met een hoofdtelefoon, tot jobcrafting bij 55+ers: de onderzoeken zijn opnieuw heel uiteenlopend. Wat hebben ze gemeen? Alle PWO-projecten zijn praktijkgebaseerd: ze vertrekken vanuit een reële vraag uit het werkveld of ze verkennen potentiële onderzoekslijnen. © Pixabay
www.arteveldehogeschool.be/PWO-nieuw
Studentencoöperatie ARTEpreneur geeft student-ondernemers vleugels Carte blanche om te ondernemen, begeleiding op maat en weinig risico’s. Zo kan je de studentencoöperatie ARTEpreneur in drie woorden omschrijven. Van een back-updienst voor de populaire game Minecraft tot een website die je toelaat om makkelijk in groep een cadeau te kopen, de eerste ARTEpreneurs schotelen de meest uiteenlopende businessplannen voor. Echte klanten De belangrijkste doelstelling van ARTEpreneur is leren van elkaar en ervaringen delen, zowel successen als tegenvallers”, zegt Jelle Van Roosbroeck, docent Bedrijfsmanagement en coach van de ondernemende studenten. “We verwachten meer dan een super idee van studenten die
up voor. “Kadonation wordt een website die de aankoop van een cadeau in groep makkelijker en overzichtelijker maakt,” zegt hij. Lang nadenken om in de coöperatie te stappen heeft hij niet gedaan. “Het grootste voordeel is onze beperkte aansprakelijkheid. Vanuit het opleidingsonderdeel ‘ondernemerschap’ worden we bovendien met medestudenten stap voor stap begeleid. We kunnen de boekhouding uit handen geven en leren via gerichte
© Aaike Geusens
Student Fabrice Guillermin: “Via gerichte coaching leren we de knepen van het vak”
Studenten kunnen startkapitaal vergaren dat hen na hun opleiding een vliegende start geeft
via ARTEpreneur willen ondernemen. De voornaamste voorwaarde is ‘marktklaar’ zijn, met andere woorden: hebben ze klanten?” Beperkte aansprakelijkheid Student-ondernemer Fabrice Guillermin bereidt via ARTEpreneur de lancering van zijn start-
© Anne-Sophie De Lembre
Johan Veeckman Algemeen directeur Arteveldehogeschool
Oud-studenten over hun opleiding(en) en hun (zoektocht naar) werk
Quo vadis alumni? OPLEIDING Hoe kijken onze oud-studenten terug op hun opleiding? Studeerden ze verder? En zijn ze tevreden over hun job? De Arteveldehogeschool vroeg het aan haar alumni van academiejaar 2012-2013. blad. pikt er enkele opvallende resultaten uit.
blad. is een publicatie van de Arteveldehogeschool. www.arteveldehogeschool.be/blad blad@arteveldehs.be Redactiecoördinatie: Wouter Viaene Redactie: Ruben De Clercq, Wouter Viaene en studenten Journalistiek Stefanie Clairhout, Robien De Costere, Maxime Degroote, Aaike Geusens, Bertrand Goethals en Jens Haché
74
74% is (heel) tevreden over zijn opleiding* *geeft de opleiding een score van 7 of meer op 10
Waarom zouden ze de opleiding opnieuw volgen? 1. Omdat ze tevreden zijn over de kwaliteit 2. Omwille van de goede reputatie in het werkveld 3. Omdat de opleiding prima aansloot bij hun verwachtingen
2
1
3
Lay-out: Rika Devis Verantwoordelijke uitgever: Johan Veeckman Hoogpoort 15 9000 Gent
VERDER STUDEREN
59
59% volgt of volgde een bijkomende opleidig of langdurige bijscholing* *bijscholing van minimum 35 uur
Meest gekozen types vervolgopleiding 38% Schakelprogramma naar een master 19% Bachelor-na-bachelor 12% Tweede professionele bachelor
3
blad. Arteveldehogeschool bouwt
Nieuw vanaf september 2016
Nieuwe topsporthal Watersportbaan
Bachelor in de mondzorg
De Arteveldehogeschool plant de bouw van een topsporthal aan de Watersportbaan in Gent. De nieuwbouw zal aansluiten tegen een bestaande sporthal van Universiteit Gent. Op de nieuwe campus aan de Watersportbaan zullen alle opleidingsonderdelen rond lichamelijke opvoeding van de Arteveldehogeschool georganiseerd worden, voornamelijk voor studenten uit de opleiding tot leraar secundair onderwijs. De site zal onder andere bestaan uit een polyvalente sporthal, een oefenzaal, een ruimte voor contactsporten en een dans- en fitnesszaal. De sporthal werd ontworpen door architectenbureau Licence to Build uit Lennik. Hiernaast alvast een simulatie van de “voordeur”.
© Licence to Build
coaching ook zelf de knepen van het vak.” Startkapitaal opbouwen De verschillende ARTEpreneurs werken samen onder een gezamenlijk ondernemingsnummer. Op die manier behouden ze hun recht op kindergeld en studiebeurzen. “Zelfs als onze start-up de mist in zou gaan, verliezen we niets”, zegt Maxim Vanhove. Hij ontwikkelt een back-updienst voor de populaire game Minecraft. “Onze winst staat tijdelijk ge-
Momenteel is het wachten op de goedkeuring van de bouwaanvraag, de concrete timing van de start van de werken hangt daarvan af.
blokkeerd op de rekening van de vennootschap. Zodra we afgestudeerd zijn, komt dat geld vrij. Zo kunnen we een mooi startkapitaal opbouwen om mee aan de slag te gaan na onze opleiding.” Pilootproject “De Arteveldehogeschool is bijzonder fier ARTEpreneur als pilootproject te mogen uitwerken”, zegt An Boone, een van de drijvende krachten achter ARTEpreneur. “We krijgen de steun van Agentschap Ondernemen en we werken samen met De Punt, het groeiplatform voor ondernemen, de federatie Vlaamse Jeugdhuizen Formaat, en met Startpunt, een organisatie gespecialiseerd in begeleiding van werkzoekenden die zelfstandige willen worden.” www.arteveldehogeschool.be/ artepreneur
Met ARTEpreneur profileert de Arteveldehogeschool zich verder als onderwijsinstelling die ondernemingszin als een essentiële competentie beschouwt. Arteveldestudenten die willen ondernemen kunnen terecht bij ACCIO, ons centrum voor creativiteit, innovatie en ondernemingszin. Uniek in Vlaanderen: Bijzonder Kwaliteitskenmerk Ondernemen De nieuwe studentencoöperatie ARTEpreneur is er voor alle studenten, ook van buiten de Arteveldehogeschool. Maar als er één opleiding is die veel potentiële ‘ARTEpreneurs’ in haar rangen heeft, dan is het wel de bachelor Bedrijfsmanagement van de Arteveldehogeschool. “Wij zijn de enige opleiding in Vlaanderen met het Bijzonder Kwaliteitskenmerk Ondernemen van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie NVAO”, zegt opleidingsdirecteur Kathy Dewitte. “Een titel waar we bijzonder trots op zijn, zeker aangezien we hem kregen voor al onze afstudeerrichtingen, van marketing tot logistiek management.”
© Aaike Geusens
www.arteveldehogeschool.be/ kenmerkondernemen
Student Maxim Vanhove: “Zelfs als onze start-up de mist in zou gaan, verliezen we niets”
In september 2016 start de Arteveldehogeschool met de gloednieuwe opleiding ‘Bachelor in de mondzorg’.
Wat? Deze nieuwe opleiding leidt op tot een nieuw paramedisch beroep dat internationaal al goed ingeburgerd is, maar momenteel in België niet bestaat. De bachelor in de mondzorg zal samen met de tandarts en tandartsassistent de hygiëne en mondzorg bij de bevolking verbeteren. Hij zal voornamelijk preventief werken, bij kinderen, in woonzorgcentra en bij specifieke doelgroepen zoals bijvoorbeeld kansarmen. Daarnaast kan hij
Uit studies blijkt dat er een grote nood is aan dit ondersteunend profiel op bachelorniveau ook de toestand van de mond en het gebit analyseren en in kaart brengen en - waar nodig in overleg met de tandarts - tandsteen verwijderen. In tegenstelling tot de tandartsassistent mag de bachelor in de mondzorg dus ook in de mond zorg verlenen.
Waarom? Uit studies blijkt dat er een grote nood is aan dit ondersteunend profiel op bachelorniveau. Tandartsen zijn – zeker in Vlaanderen – zo overbevraagd, dat ze quasi continu bezig zijn met behandeling en amper tijd overhouden voor gerichte preventie. Heel wat Europese landen waar dit paramedisch beroep al bestaat en er een gelijkaardige opleiding is, scoren beter op vlak van mondhygiëne dan België. De Arteveldehogeschool werkt voor de bachelor Mondzorg samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Metropolia (Helsinki) die de opleiding al jaren aanbieden, met de vakgroep Tandheelkunde van de Universiteit Gent, en met UC Leuven-Limburg die nu gelijktijdig met dezelfde bacheloropleiding start.
Wie?
WERK Gemiddeld vonden de studenten twee maanden na afstuderen een eerste job in hun sector.
Talenkennis belangrijk? Jawel! 57% zegt professioneel regelmatig Frans te gebruiken, 40% Engels.
90
hello r onjou
b
+/-90% is tevreden over zijn • verloning • jobinhoud • ontplooiingskansen
Doelgroep zijn in de eerste plaats gediplomeerden uit het algemeen en technisch secundair onderwijs die een wetenschappelijke richting gevolgd hebben. Graag met mensen werken, communicatief en technisch vaardig zijn en geïnteresseerd zijn in wetenschap en gezondheidszorg, vormen een absolute voorwaarde om de opleiding succesvol te doorlopen. En ja, - het is een open deur intrappen - kandidaat-studenten moeten natuurlijk mond- en gebitzorg een uitdaging vinden! Let wel: een mond verraadt meer dan je denkt. Uit de staat van de hygiëne van de mond kan je veel over de gezondheid van iemand aflezen. Zo is er bijvoorbeeld een duidelijke link met hart- en vaatziekten, vroeggeboorte, diabetes … Er is ook een relatie tussen de mondhygiëne en de sociale situatie van de cliënt. Werken aan een betere mondhygiëne is dus ook mee inzetten op het versterken van de gezondheid bij kansengroepen.
www.arteveldehogeschool.be/mondzorg
En zo vonden ze hun eerste job in de sector:
23 21 17 14 23% stageplaatsen
21% spontane sollicitatie
17% VDAB
14% kennisenkring
8
7
8% uitzendbureau of interimkantoor
6,8% vacature in media © Rob Gieling
4
arteveldehogeschool september 2015
Nepal Mount Everest
Pokhara 25 april 2015
7,9 / schaal van Richter
Kathmandu 12 mei 2015
7,3 / schaal van Richter
Docent Lut De Jaegher blikt terug op twee aardbevingen in Nepal
“Het was vreselijk, de straat ging letterlijk op en neer”
Helpen bij de heropbouw was niet evident. “Probeer in zo’n chaos maar eens vervoer te rege
Op 25 april en 12 mei 2015 wordt Nepal twee keer opgeschrikt door een aardbeving. De balans is zwaar: bijna 8000 doden, meer dan 14000 gewonden en onnoemelijk veel verwoeste huizen. Zeventien studenten van de Arteveldehogeschool lopen stage in Nepal op het moment van de bevingen. Ook docent Lut De Jaegher is ter plaatse, ze begeleidt al jaren stagiairs in Nepal. Meteen na de beving staat Luts telefoon roodgloeiend. Van de VRT tot De Standaard, iedereen bombardeert haar tot verslaggever ter plaatse. Nu de mediastorm is gaan liggen, blikt Lut terug op het onwezenlijke moment van die eerste beving en wat daarop volgde.
“Ik zat met een student op een terras op de eerste verdieping, eigenlijk gewoon op een dak. Meteen voelde ik dat het om een aardbeving ging en ik maande iedereen aan om naar buiten te gaan. Het was vreselijk, de straat ging letterlijk op en neer, in golven.”
ze doorhadden hoezeer het thuisfront verlangde naar hun veilige terugkeer, beseften ze wel dat het de juiste beslissing was. Ondertussen zetten ze in eigen land hun schouders onder de vele inzamelacties (zie hiernaast).”
Chaos “De reactie van de stagiairs was onvoorstelbaar moedig. Niemand wilde terug naar huis, ook al wisten we dat er kans was op nieuwe schokken. Ze zagen de noden ter plekke en ze zijn meteen aan de slag gegaan om te helpen waar ze konden. Dat was niet evident. Probeer in zo’n chaos bijvoorbeeld maar eens vervoer te regelen om hulpgoederen naar getroffen dorpen te brengen. En toch deden ze zo’n dingen gewoon. Stuk voor stuk zijn die stagiairs bijzonder gegroeid door hun ervaring in Nepal. Ik zag ze skills gebruiken waarvan ik – en ook zijzelf – niet wist dat ze ze hadden.”
© Anne-Sophie De Lembre
Docent Lut De Jaegher begeleidt al jaren studenten die stage lopen in Nepal.
344 344 Vlaamse welzijns- en zorgorganisaties doen aan onlinehulpverlening. Onze bacheloropleiding Sociaal werk is toonaangevend op vlak van onderzoek rond dit thema. Onderzoeker Philippe Bocklandt was eerder dit jaar als specialist nog te gast in het Vlaams Parlement bij een commissievergadering rond onlinehulp. www.onlinehulp arteveldehogeschool.be
Veilig terug “Bij de tweede aardbeving op 12 mei was er veel meer angst dan bij de eerste. Iedereen wist wat de gevolgen zouden zijn. Na die tweede beving besliste het hogeschoolbestuur om iedereen terug te laten keren. Niet alle stagiairs waren het daar aanvankelijk mee eens. Ze wisten hoeveel werk er nog te doen was in Nepal. Nadat
Stuk voor stuk zijn de stagiairs bijzonder gegroeid door hun ervaring in Nepal
© Lut De Jaegher
Praktijk als meerwaarde in professionele bacheloropleidingen
“Start uitwisseling met het werkveld zo vroeg mogelijk” Ervaring opdoen op een echte werkplek? Het is een van de speerpunten van de professionele bacheloropleidingen. “Studenten komen zo meteen te weten of het beroep in de praktijk iets voor hen is”, zegt onderwijsdirecteur Imran Uddin. “In een hogeschool met professionele bacheloropleidingen is de link met het werkveld enorm belangrijk”, zegt Imran Uddin, sinds 1 februari 2015 directeur onderwijs en studentenbeleid van de Arteveldehogeschool. “Ik ben er voorstander van om studenten in onze opleidingen zo vroeg mogelijk met het werkveld in aanraking te laten komen. Zo kunnen we theorie en praktijk optimaal op elkaar
afstemmen. Bovendien komen studenten meteen te weten of de job iets voor hen is. Heel wat opleidingen organiseren daarom stages vanaf het eerste jaar. Studenten kunnen dan niet alleen zelf actief aan de slag gaan, maar ook participeren en observeren.” Leren en reflecteren De opleiding Pedagogie van het jonge kind bijvoorbeeld kiest resoluut voor de integratie van theorie en praktijk van bij het begin. Iets leren in een professionele omgeving en daarna over je ervaringen reflecteren in de les: dat is het basisidee. “Er is sprake van tweerichtingsverkeer”, zegt Evelyne Eneman, stageverantwoordelijke van de opleiding Pedagogie van het jonge kind, die 370 studenten telt. De opleiding organiseert al in het eerste jaar stage
© Anne-Sophie De Lembre
Directeur onderwijs en studentenbeleid Imran Uddin: “Ik ben er voorstander van om studenten in onze opleidingen zo vroeg mogelijk met het werkveld in aanraking te laten komen.”
5
blad. Studente Journalistiek Maxime Degroote getuigt
Lijken stapelden zich op terwijl toeristen het land verlieten
© Maxime De Groote
“Ik zat op de bus toen het gebeurde, toen Nepal instortte”, schrijft Maxime Degroote. De studente Journalistiek liep stage in Kathmandu op het moment van de bevingen. Ze was aan het werk voor vrijwilligersorganiatie VIN (Volunteers Initiative Nepal) en ze maakte ook reportages rond sociale thema's voor Spotlight Magazine. “Ik was net ingedommeld en werd ruw uit mijn slaap gewekt. De motor van de bus begaf het. Dat was de enige logische verklaring.” Maar zo logisch was het dus niet. Maxime zag de dagen nadien hoe de lijken zich opstapelden terwijl toeristen het land verlieten. Zij bleef, hielp met straten ruimen en noodpakketten maken voor een getroffen bergdorp. Een week later trok ze naar haar medestagiairs van de Arteveldehogeschool in Pokhara. “Samen met lokale organisaties trokken we naar de dorpen rond Pokhara en naar verwoeste schooltjes met tenten en voedsel.”
Lees het pakkende relaas van Maxime op www.arteveldehogeschool.be/maxime-in-nepal © Lut De Jaegher
elen om hulpgoederen naar getroffen dorpen te brengen.”
Opbrengst naar noodhulp en duurzame heropbouw
Tussenstand inzamelacties Arteveldehogeschool: 65.660 euro
Stage in Nepal: de nood is hoog, de interesse is groot Jaarlijks lopen een twintigtal studenten van de Arteveldehogeschool stage in Nepal. Het land in de Himalaya ziet er op postkaarten idyllisch uit, maar achter die façade schuilden ook al voor de rampen van dit jaar vele noden. De aardbevingen hebben de band van de Arteveldehogeschool met Nepal nog versterkt. Als er geen inreisverbod is, trekken er dit academiejaar zeker opnieuw studenten naar ginds voor hun stage. Er zijn zelfs al meer kandidaten dan vorig jaar.
Op het moment van de aardbevingen liepen 17 studenten van de Arteveldehogeschool stage in Nepal. Het merendeel uit onze opleiding tot leraar secundair onderwijs, maar ook uit de opleidingen Ergotherapie, Sociaal werk en Journalistiek.
Terwijl onze stagiairs In Nepal na de eerste aardbeving ter plaatse de handen uit de mouwen staken, zetten medestudenten, medewerkers en sympathisanten in België meteen allerhande inzamelacties op. Bij het ter perse gaan stond de teller van het ingezamelde geld op 65.660 euro. De Arteveldehogeschool werkt voor de besteding van het geld samen met Bikas, een vzw die al 25 jaar projecten in Nepal uitvoert rond gemeenschapsontwikkeling, en met lokale partners, de Nepalese overheid en de Europese Commissie.
www.arteveldehogeschool.be/ stage-in-nepal-wie-doet-wat-waar
Metaalskeletbouw Een deel van de opbrengst ging meteen naar de bouw van huizen in de dorpen rond Pokhara, waar onze studenten stage liepen. Het gaat om aardbevingsbestendige woningen in metaalskeletbouw. Ze kosten 1000 euro per stuk en het materiaal ervan is herbruikbaar voor de heropbouw van de eigen woning. Daarnaast schonken we ook een aantal noodwoningen ter waarde van 120 euro. Een deel van de fondsen wordt in reserve gehouden voor projecten op langere termijn, bijvoorbeeld het inrichten van mobiele klassen tijdens stages van onze studenten. Scholen Docente Lut De Jaegher: “Met het ingezamelde geld gaan we ook vier scholen heropbouwen in dorpen rond Pokhara. Onze stagiairs hebben daarvoor de prospectie gedaan. Bij de bouw van die scholen wordt er rekening mee gehouden dat ze bij eventuele toekomstige rampen als noodhospitaal ingericht kunnen worden.” Steun Nepal! De bewoners van Nepal kunnen nog steeds alle financiële hulp gebruiken. Steun Nepal en stort uw bijdrage op de rekening “Arteveldehogeschool helpt Nepal”, bij BIKAS, BIC: GEBABEBB, IBAN: BE37 0015 5028 5928. U ontvangt een fiscaal attest voor schenkingen vanaf 40 euro. © Tine Desodt
© Lut De Jaegher
Op het moment van de aardbevingen liepen 17 studenten van de Arteveldehogeschool stage in Nepal. Het merendeel uit onze opleiding tot leraar secundair onderwijs.
De camera’s van het één-programma Café Corsari gericht op de verkoop van pannenkoeken op campus Mariakerke, een van de vele inzamelacties voor Nepal aan de Arteveldehogeschool.
Mieke Embo ontwikkelt nieuw model voor werkplekleren
en is een pionier op het vlak van de integratie van theorie en praktijk. “Na hun stage discussiëren de studenten in de les over hun ervaringen. Ze gaan bijvoorbeeld na of de praktijk overeenstemt met de theorie die de docent uiteengezet heeft.” Startklare professionals afleveren De opleiding hanteert twee verschillende stagevormen, de lintstage en de blokstage. De blokstage is een traditionele stage: studenten lopen een aantal opeenvolgende weken mee in het werkveld. Lintstage betekent dat de studenten een dag per week stage lopen. Dat doen ze een heel jaar op een vaste werkplek. “Bij de lintstage vertrekken studenten vanuit de theorie van een bepaald vak naar de praktijk en krijgen ze een opdracht mee. Voor de module ‘Communicatie en samenwerking in team’ gaan ze bijvoorbeeld na hoe hun stageplek de interne communicatie stroomlijnt. Ze onderzoeken dus de praktijk met een specifieke bril.”
“Werkplekleren leert studenten niet alleen handelen, maar ook nadenken over hun eigen functioneren”, zegt Mieke Embo. De opleidingscoördinator Vroedkunde van de Arteveldehogeschool promoveerde onlangs op het onderwerp aan de universiteit van Maastricht. “Hoe vaak gebeurt het niet dat een student een goed gevoel aan zijn stage overhoudt, maar toch te horen krijgt dat hij niet geslaagd is? In het stagemodel dat ik samen met mijn promotoren heb ontwikkeld, zijn de leerdoelen van bij het begin vastgelegd. Zo willen we vermijden dat studenten voor onaangename verrassingen komen te staan.” “Een open feedbackcultuur zit niet in de Vlaamse genen”, zegt Mieke Embo. “Daarnaast zorgt de toenemende werkdruk ervoor dat er vaak weinig tijd is voor een dialoog tussen student en begeleider. Studenten hebben daar nochtans nood aan. En ze moeten tijd krijgen om te groeien. Al te vaak wordt het niet halen van comptenties tijdens een stage gezien als falen, terwijl we net naar een klimaat van groei moeten evolueren. In het model dat ik ontwikkeld heb kijken studenten, begeleiders en beoordelaars met ‘dezelfde bril’ naar het leerproces. Feedback neerschrijven bijvoorbeeld, is essentieel om discussies te vermijden.” Meer info: mieke.embo@arteveldehs.be.
© Anne-Sophie De Lembre
Opleidingscoördinator Mieke Embo: “Hoe vaak gebeurt het niet dat een student een goed gevoel aan zijn stage overhoudt, maar toch te horen krijgt dat hij niet geslaagd is?”
6
arteveldehogeschool september 2015 Mythes over leren en onderwijs ontkracht
Vergeet wat je weet! Jongens zijn beter in wiskunde dan meisjes. Mensen kunnen goed multitasken. En baby’s die naar klassieke muziek luisteren, zijn slimmer. Klopt allemaal niets van, zegt Pedro De Bruyckere. De pedagoog verwijst vijf mythes over leren en onderwijs naar het rijk der fabelen. 1
Mensen kunnen goed multitasken “Multitasken is een echt modewoord: je lijkt pas mee te tellen als je bewust verschillende dingen tegelijk doet. Maar leerkrachten vragen zich vaak af of leerlingen die van alles tegelijk aan het doen zijn, wel opletten. Terecht: uit onderzoek blijkt dat het tegelijk uitvoeren van taken leidt tot concentratieverlies, langere studietijden en slechter presteren. Heb je ooit geprobeerd om een e-mail te typen terwijl je aan het bellen bent? De meeste mensen kunnen dat gewoon niet. In werkelijkheid switcht ons brein namelijk razendsnel tussen de verschillende taken. Dat kost energie en maakt wat je doet minder efficiënt.”
Multitasken maakt wat je doet minder efficiënt
Jongeren zijn allemaal digital natives “Digital natives: bij elke digitale vernieuwing die het onderwijs wil invoeren, duikt de term op. Het gaat om jongeren die geboren zijn in de digitale wereld van na 1980 en voor wie alle vormen van informatie- en communicatietechnologie vanzelfsprekend zijn: Facebook, Twitter, smartphones, tablets … Maar zelfs de bedenker van het begrip, de Amerikaanse auteur Marc Prensky, bekent ondertussen dat digital natives niet bestaan. Tegenover digital natives staan digital immigrants, volwassenen die met veel moeite de technologie proberen bij te benen. Maar uit onderzoek blijkt dat ouderen net veel beter scoren op strategische vaardigheden online. Ze filteren bijvoorbeeld informatie op een kritische manier en gaan voorzichtig om met sociale media. Bovendien zegt slechts 36 procent van de Europese negen- tot zestienjarigen dat het klopt dat ze meer over internet weten dan hun ouders. Er is dus net nood aan de ontwikkeling van digitale vaardigheden van jongeren.” 2
50 50 filmpjes van 1 minuut, dat is wat studenten Multimediaproductie op het einde van elk academiejaar presenteren tijdens het One Munite Festival. Laatste editie in cinema Studio Skoop gemist? Bekijk de inzendingen op www. arteveldehogeschool.be/ oneminutefestival.
3
Iedereen leert op zijn eigen manier “Iedereen kent ze: de mensen die alles eens moeten gehoord hebben, de types die pas iets onthouden als ze het opschrijven en de personen die leren door in beelden te denken. Helaas houdt die opdeling geen steek. De theorieën rond leerstijlen kennen twee problemen: er is nauwelijks wetenschappelijk bewijs en de meerwaarde van het in de klas rekening houden met leerstijlen, is nooit vastgesteld. De theorieën gaan er van uit dat hoe iets geordend is of hoe je er over denkt, bepaalt hoe makkelijk je leert. Maar ons brein werkt zo niet. Een ‘visueel lerende’ onthoudt een reeks beelden niet per se beter dan een ‘auditief lerende’. Alles draait om de betekenis: een visueel lerende zou anders nooit onthouden wat een wiskundige formule als a2 + b2 = c2 precies inhoudt.”
spreker applaus krijgen. Dit is dan ook een betere vraag: doen scholen genoeg om creativiteit te ondersteunen? Hier is het antwoord echter ook nee, dus dat betekent dat er wel mogelijkheid tot verbetering is ”
De meerwaarde van in de klas rekening houden met leerstijlen, is nooit vastgesteld 5
4
Scholen zijn dodelijk voor creativiteit “Does school kill creativity? Het is de titel van een van de meest bekende TED-talks van Sir Ken Robinson, een erg invloedrijke auteur en spreker over onderwijs. Zijn scholen dodelijk voor de creativiteit van jonge mensen? Tegenstanders van ons onderwijsmodel stellen die vraag geregeld: de vaak lineaire manier van lesgeven zou jongeren geen ruimte laten om creatief aan de slag te gaan en zichzelf te ontplooien. Maar het antwoord is ‘neen’, want de vraag is verkeerd gesteld. Robinson hanteert namelijk een veel te enge definitie van het begrip ‘creativiteit’. Dat is meteen ook het probleem bij de nochtans razend populaire TED-talks: meer nog dan wetenschappelijk onderbouwd moeten die boeiend en zelfs een beetje ludiek zijn. En op het einde moet de
Je leert 70% van ervaringen, 20% van anderen en 10% van onderwijs
“De zogenaamde 70-20-10-regel is niet alleen populair in het onderwijs, maar ook in de bedrijfswereld. Hij stelt dat we 70% meer leren van ervaringen dan op basis van interactie met anderen (20%) en formeel onderwijs als trainingen en workshops (10%). Helaas vinden we in de wetenschappelijke literatuur geen bewijzen voor de stelling. Het oorspronkelijke onderzoek gaat bovendien over trainingen in leiderschap, maar we kunnen die inzichten niet zomaar overzetten naar het onderwijs. Verdedigers van de verhouding relativeren bovendien het belang van wetenschap en stellen expliciet dat we de cijfers niet serieus hoeven te nemen. Tja...”
Pedro De Bruyckere is pedagoog en docent aan de Arteveldehogeschool. Met zijn inzichten over onderwijs, jongeren, cultuur en media haalt hij geregeld de pers. In het boek ‘Jongens zijn slimmer dan meisjes (en andere mythes over leren en onderwijs)’ ontkracht hij in zijn geheel eigen, maar wetenschappelijke stijl hardnekkige opvattingen over ons onderwijs. Het boek is recent vertaald naar het Engels.
© Anne-Sophie De Lembre
https://xyofeinstein.wordpress.com
3 x goud, 2 x topsportstudent Arteveldehogeschool
Topsportstudenten Julie Van Gelder en Ineke Van Schoor halen drie keer Europees acogym-goud Studenten Julie Van Gelder (21) en Ineke Van Schoor (19) kaapten in juni drie gouden plakken weg op de Europese Spelen in Azerbeidzjan. Samen met de 15-jarige Kaat Dumarey vormen Julie en Ineke een acrogym-trio. Dankzij het topsportstatuut combineren ze hun sport op topniveau met een bacheloropleiding aan de Arteveldehogeschool. ‘Acrogym’ staat voor acrobatische gymnastiek. Het is een spectaculaire sport waarbij indrukwekkende piramides afgewisseld worden met dans- en grondoefeningen. Julie, Ineke en Kaat toonden zich in juni
tijdens de Europese Spelen in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe als absolute toppers. Ze haalden drie gouden plakken binnen de acrogymdisciplines ‘tempo’, ‘balans’ en ‘allround’. Belgium’s got Talent Vlaanderen leerde het trio - en de bijzondere sportdiscipline acrogym - kennen dankzij Belgium’s Got Talent. De dames haalden eerder dit jaar als ‘Art Acrobatics’ de finale van het populaire VTM-programma. Topsportstatuut Julie is studente Logopedie, Ineke volgt een opleiding tot leraar lager onderwijs. Dankzij het topsportsta-
tuut kunnen ze hun opleiding combineren met intensieve trainingen aan de Gentse topsportschool en wedstrijden in binnen- en buitenland. Begonnen op 7 jaar “Julie en ik zijn begonnen met acrobatische gymnastiek toen we zeven waren”, vertelt Ineke. “Omdat we meestal twee keer per dag trainen, kunnen we maar weinig lessen volgen. Gelukkig hebben we een topsportstatuut. Dat laat ons toe om onze studies te spreiden: in een jaar nemen we maar één semester op, of de helft van onze studiepunten. Daarnaast mogen we afwezig zijn in functie van
Omdat we meestal twee keer per dag trainen, kunnen we maar weinig lessen volgen trainingen en wedstrijden, kunnen we onze examens spreiden en krijgen we aangepaste deadlines voor opdrachten. Zonder het topsportstatuut zou de combinatie studie en sport onmogelijk zijn.”
7
blad. Beperking of niet: M-decreet wil elke leerling zorg op maat bieden
Kinderen in een klas met veel diversiteit zijn gemotiveerder
Onderzoek M-decreet: wat zijn de (re)acties in de praktijk? Hoe verloopt de invoering van het M-decreet in de praktijk? En hoe beleven de betrokkenen het? Om dat te onderzoeken loopt sinds 1 september een “schooletnografisch onderzoek” naar (re)acties op de nieuwe maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Zonder in te grijpen of partijdig te zijn, lopen drie onderzoekers van de Arteveldehogeschool een jaar lang mee met drie schoolteams in het basisonderwijs. www.arteveldehogeschool.be/reacties-M-decreet
ADHD, slechtziend, in een rolstoel of helemaal geen beperking: sinds 1 september heeft elke leerling in het basis- en secundair onderwijs recht op zorg op maat. Dat is het duidelijke en tegelijk erg ambitieuze doel van het M-decreet, waarbij de ‘M’ staat voor ‘maatregelen voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften’. “In het ideale scenario vermindert de zogenaamde ‘inclusie’ het aantal verwijzingen naar buitengewoon onderwijs in een aparte setting, en wordt de specifieke ondersteuning in het gewone onderwijs aangeboden”, zegt Marijke Wilssens, docent en onderzoekster aan de Arteveldehogeschool. Sinds begin deze maand moeten leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften meer in het gewone onderwijs terechtkunnen. Dat is de basisgedachte van het M-decreet, waarmee Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) een belangrijke stap wil zetten richting ‘inclusief onderwijs’. De Vlaamse regering volgde voor de uitvoering van het decreet onder meer een aantal beleidsaanbevelingen van de leidraad ‘Klaar voor redelijke aanpassingen’. Die is twee jaar geleden ontwikkeld door de bachelor-na-bacheloropleidingen Buitengewoon onderwijs en Zorgverbreding en remediërend leren van de Arteveldehogeschool.
stellen”, zegt Wilssens. “Het M-decreet stipuleert net dat elk kind zorg op maat moet krijgen, beperking of niet. Geattesteerde stoornissen als dyslexie en ADHD springen het meest in het oog, maar elke leerling kan vroeg of laat te maken krijgen met kleine of grote leerproblemen. Ook kinderen die wat extra aandacht nodig hebben omdat hun ouders bijvoorbeeld pas gescheiden zijn, verdienen volgens het decreet aangepaste zorg. In die zin biedt het zelfs garanties.” Bal in kamp van leerkracht “Wat leerkrachten betreft denk ik niet dat velen hun manier van werken moeten aanpassen”, vervolgt Wilssens. “Heel wat leraars doen het al uitstekend op het vlak van differentiatie en zorg. Wie het misschien wel even moeilijk krijgt, zijn leerkrachten die voor specifieke zorg tot nu toe nog steeds doorverwezen naar de zorgcoördinator, leerlingenbegeleider of het CLB. Bedoeling is nu dat ze zelf ook een tandje bijsteken. Zo moeten CLB’s volgens het M-decreet de bal eerst in het kamp van het lerarenteam leggen vooraleer ze een verslag kunnen opmaken om te verwijzen: wat hebben leraren zelf al gedaan om de zorgvraag van de leerling te beantwoorden? Dat kan gaan van emotionele zorg door een luisterend oor en goed gesprek tot geïndividualiseerde werk- en evaluatievormen in de lessen.”
Elke leerling kan vroeg of laat te maken krijgen met kleine of grote leerproblemen
Minder snel naar buitengewoon onderwijs “De ‘M’ in M-decreet staat voor ‘maatregelen voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften’”, zegt docent en onderzoekster Marijke Wilssens. “In de basiszorg gaat het bijvoorbeeld om aanpassingen die de klas zo stimulerend mogelijk maken voor leerlingen met een beperking: een laptop voor kinderen met dyslexie, visuele schema’s voor jongeren met autisme of verstandelijke beperking, een volgkaart voor kinderen met gedragsstoornissen, een toegankelijke omgeving voor rolstoelgebruikers enzovoort. Het idee is om kinderen minder snel door te verwijzen naar het buitengewoon onderwijs, dat wel blijft bestaan. Een klas met veel diversiteit kan álle kinderen meer motiveren om te leren.” Gegarandeerde zorg voor iedereen Maar wat betekent het M-decreet in de praktijk? Zullen kinderen zonder beperking niet plots minder aandacht krijgen? In hoeverre moeten leerkrachten anders gaan lesgeven? “Ik kan beide groepen gerust-
Budgettair moeilijk Toch is het volgens Wilssens en heel wat partners in het werkveld nog te vroeg om van een volledige inclusie te spreken. “Ondanks het M-decreet kunnen kinderen met zeer complexe of meervoudige beperkingen nog steeds niet in het reguliere onderwijs terecht”, zegt ze. “Ik denk vooral aan leerlingen met ernstige verstandelijke beperkingen en/of gedragsstoornissen. Klassenraden kunnen nog steeds aantonen dat bepaalde aanpassingen niet redelijk zijn om het gewone leerplan te volgen. Het M-decreet moedigt scholen wel aan tot standaardmaatregelen zoals laptops in de les of meer tijd voor toetsen, maar door de moeilijke budgettaire situatie van vandaag, is er geen extra mankracht om leraren te ondersteunen bij meer individuele aanpassingen en trajecten. Scholen vragen terecht extra begeleiding en professionalisering. In een ideale wereld zou die ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs veel meer ingezet kunnen worden in de gewone schoolomgeving.”
Julie Van Gelder, Ineke Van Schoor en Kaat Dumarey in actie. Bij acrogym worden indrukwekkende piramides afgewisseld met dans- en grondoefeningen
Arteveldehogeschool ondersteunt scholen De Arteveldehogeschool is op 1 september, de startdatum van het M-decreet, begonnen met een nascholingsproject voor scholen. Dertig scholen tekenden in voor acht vormingssessies, ontwikkeld samen met de pedagogische begeleidingsdienst van het katholiek onderwijs en de stedelijke begeleidingsdienst van Gent. “We organiseren geen aparte bijscholingen per beperking”, legt Marijke Wilssens uit. “Bedoeling is om schoolteams te leren reflecteren over hun aanpak van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften: hoe wordt die nog universeler en beter afgestemd op ieders noden?” www.arteveldehogeschool.be/m-decreet
Leraar, ga aan de slag met de leidraad universeel ontwerp! Elke leerling is uniek in hoe hij of zij leert. Maar hoe speel je in op die diversiteit op school en in de klas? Hoe breng je het M-decreet in de praktijk? De Arteveldehogeschool onderzocht de mogelijkheden van Universal Design for Learning (UDL). Het resultaat is een leidraad voor al wie zelf aan de slag wil met ‘universeel ontwerp’.? www.arteveldehogeschool.be/universeelontwerp
© Anne-Sophie De Lembre
“CLB’s moeten vanuit het M-decreet de bal eerst in het kamp van het lerarenteam leggen vooraleer ze doorverwijzen”, zegt Marijke Wilssens, docent en onderzoekster van de bachelor-na-bacheloropleidingen Buitengewoon onderwijs en Zorgverbreding en remediërend leren
sterk diploma begeleiding op maat studeren in Gent
bachelor bedrijfsmanagement l International Business Management l officemanagement l communicatiemanagement l journalistiek l grafische en digitale media
70 topsportstudenten Topsport combineren met een opleiding is populair aan de Arteveldehogeschool: zowat zeventig studenten maken gebruik van het topsportstatuut. Voetbal, gymnastiek en wielrennen zijn het populairst, de opleidingen Bedrijfsmanagement en Leraar secundair onderwijs tellen het meest topsportstudenten.
l sociaal werk l pedagogie van het jonge kind l onderwijs: kleuteronderwijs l onderwijs: lager onderwijs l onderwijs: secundair onderwijs l ergotherapie l logopedie en audiologie l podologie l verpleegkunde l vroedkunde l mondzorg (nieuw vanaf september 2016) l bachelor-na-
Discipline “Een studie combineren met topsport vergt heel veel discipline”, zegt Frank Vandaele, topsportcoach aan de Arteveldehogeschool. “Samen met de zorgcoaches volg ik de studenten van dichtbij op. De opleiding van een topsporter kan langer duren, maar dat hoeft niet. Er zijn ook topsportstudenten die hun bacheloropleiding gewoon in drie jaar afronden.”
bachelor creatieve therapie l onderwijs: buitengewoon onderwijs l onderwijs: schoolontwikkeling l onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren l oncologische verpleegkunde l postgraduaten en bijscholingen © Ineke Van Schoor
hoger beroepsonderwijs (HBO5)
8
arteveldehogeschool september 2015 Tanguy Serraes verkoopt artisanale sneeuwballen en ijs
De studententijd is hét moment om te ondernemen “Tanguy Serraes moet zowat de bekendste student-ondernemer van Gent zijn. Twee jaar geleden nam hij de bekende confiserie Larmuseau over en in maart blies hij ijssalon Talamini nieuw leven in. Dat alles combineert hij met zijn studies Marketing aan de Arteveldehogeschool. Met confiserie Larmuseau, die al sinds 1913 de bekende Gentse sneeuwballen maakt, had Tanguy Serraes al een project voor de wintermaanden. De bolvormige snoepjes, met binnenin vanille en aan de buitenkant een flinterdun fondantchocoladelaagje en poedersuiker, zijn namelijk enkel verkrijgbaar tussen begin september en eind maart. Gentse iconen “Nadat ik Larmuseau in 2013 had overgenomen, ging ik op zoek naar een project voor tijdens de zomer”, zegt Tanguy. “Toevallig zocht Talamini toen een overnemer. Het ijssalon is net als Larmuseau een Gents icoon en gebruikt ook artisanale ingrediënten. Dat past perfect in mijn verkoopsverhaal.”
Met dank aan papa Tanguys zin voor ondernemerschap is gaandeweg gegroeid. “Ik heb altijd zelf iets willen doen, wilde niet voor een baas werken”, zegt hij. “Ondernemen is echt mijn passie: ik heb nog nooit voor iets zo veel discipline kunnen opbrengen. Vroeger dacht ik dat studeren niets voor mij is. Ik ben zelfs een tijdje gestopt om me volledig op mijn onderneming te focussen. Maar ondertussen heb ik de draad van mijn opleiding Marketing weer opgepikt. Ik kijk nu door een heel andere bril naar de leerstof en probeer telkens meteen de vertaalslag te maken naar mijn eigen praktijk.” Ook Tanguys vader gaf hem een duwtje in de rug. “Ik had soms tien verschillende ideeën per week. Mijn vader heeft me geholpen om van het beste werkelijkheid te maken.”
Het kriebelt om verder uit te breiden, maar voorlopig is het niet aan de orde
Sinds 1958 Talamini ligt in de Maaltebruggestraat, in de buurt van het Sint-Pietersstation, en verkoopt al sinds 1958 ijshoorntjes. Veel inwoners en toeristen spreken van “het beste ijs van Gent”. Geregeld gaat Tanguy ook de hort op met een mobiel ijswagentje. Zo stond hij onlangs nog aan campus Kantienberg.
Termont is fan De ondernemende student puurt heel veel voldoening uit zijn werk. Hij wordt dan ook bedolven onder de complimenten, zowel van bekend als onbekend Vlaanderen. Onder meer chocolatier Dominique Persoone en de Gentse burgemeester Daniël Termont zijn fan. Tanguy schopte het trouwens tot de finale van Dé Gentse Ondernemer 2015, een wedstrijd waarin een professionele jury en het grote publiek hun favoriete ondernemer uit de Arteveldestad kozen. Kriebels om te groeien Geen twee zonder drie: wil Tanguy zijn aantal zaken nog verder uitbreiden? “We gaan ons nu eerst vijf jaar toeleggen op Larmuseau en Talamini”, zegt hij. “Daarna zien we wel waar we staan en welke kansen zich voordoen. Misschien kunnen we dan zelfs wedijveren met de grote jongens. Het kriebelt wel om verder uit te breiden, maar voorlopig is het niet aan de orde.”
Diploma Tanguy is er dan ook op gebrand om zijn diploma te halen. “Ik wil iets teruggeven aan de Arteveldehogeschool, want die heeft heel veel voor mij gedaan”, zegt hij. “Ook mijn ouders verdienen dat. Toen ik jonger was, brachten ze mij zes dagen per week naar de voetbaltraining. Hun enige voorwaarde was dat ik mijn diploma hoger onderwijs zou halen. Hoewel ze nu heel fier zijn op mij, wil ik toch bewijzen dat ik dat diploma kan bemachtigen. Bovendien weet je nooit wat de toekomst brengt.” Student: zet nu de stap! De jonge ondernemer wil ook andere studenten aansporen om te ondernemen. “Als je 25 of 30 bent en een gezin hebt, is het moeilijker om je job op te geven om een project op te starten”, zegt hij. “Dan zijn er veel meer risico’s dan wanneer je student bent. Ik raad studenten van de Arteveldehogeschool die met een idee rondlopen, aan om naar ACCIO (het Arteveldehogeschool Centrum voor Creativiteit, Innovatie en Ondernemingszin, nvdr.) te stappen. Daar krijg je een heel goede begeleiding en ondersteuning, een absolute meerwaarde.” Lees nog meer over ondernemen aan de Arteveldehogeschool op pagina 2. http://www.arteveldehogeschool.be/accio-home
© Jens Haché
Wie is Tanguy Serraes? > 24 jaar > Woont en werkt in Gent > Studeert Marketing aan de Arteveldehogeschool > Finalist Dé Gentse Ondernemer 2015 > Nam in 2013 sneeuwballenfabrikant Larmuseau over > Nam in maart ijssalon Talamini over
Al (lang) afgestudeerd? Tot binnenkort! omgaan met
slechthorende en
dove personen Het
M-decreet voor de
supervisie voor creatieve therapeuten
wat betekent dit
logopedie
mind the Midwife
20 jaar vroedkunde
in Vlaanderen Het leven zoals het is aan de Arteveldehogeschool? Volg ons op Facebook, Twitter, Instagram en LinkedIn www.arteveldehogeschool.be/social-media
seminarie
Think.Feel.Connect When print and digital meet ...
hit or run
word mentor vakmentor of klasmentor
succesvol samenwerken
hoe pak ik het aan?
Ja, er zijn vast ook bijscholingen en studiedagen aan de Arteveldehogeschool die jou op het lijf geschreven zijn! www.arteveldehogeschool.be/permanente-vorming