2021 Afstudeerscriptie Guus Blom

Page 1

DE GEZONDE SCHOOL De school waar beweging en buiten zijn centraal staat

Afstudeerverslag Guus Blom 2021


Afstudeerverslag Guus Blom Master Architectuur Artez Academie van Bouwkunst Arnhem Mei 2021 MENTOREN: Jeroen van Schooten | Team V architectuur Ralf Brodruck | Artez Annemariken Hilberink | Artez Afstudeercoordinator: Gerard van Heel | Artez


Voor u ligt de scriptie van mijn afstudeerproject aan de Academie van Bouwkunst ArtEZ te Arnhem. Als afsluiting van de masterstudie wordt een door mijzelf geformuleerd afstudeervoorstel onderzocht, ontworpen en uitgewerkt. Dit verslag vormt de visuele en tekstuele uitleg van mijn onderzoek en het hieruit volgende ontwerp. Dit verslag is bedoeld voor diegene die geïnteresseerd is in mijn motivatie voor de keuze van mijn afstudeerproject en de uitwerking ervan. Het verslag geeft een beeld van de verschillende facetten van mijn onderzoek met het uiteindelijke ontwerp als resultaat. Mijn dank gaat uit naar mijn mentor, Jeroen van Schooten. Ik wil hem bedanken voor zijn geduld, scherpzinnigheid en aanstekelijk enthousiasme.

VOORWOORD Afstuderen


SAMENVATTING Afstuderen

Het gebouw bestaat uit drie volumes die onderling verbonden zijn met een groendek op de 1e verdieping; een volume dat aansluit bij het masterplan en stedenbouwkundige uitgangspunten van het gebied. De montessorischool heeft 3 ‘bouwen’; elke ‘bouw’ zit in een ander volume.

Mijn afstudeerproject is een nieuwe basisschool in de Weespertrekvaart buurt in Amsterdam. Deze afstudeeropgave is voortgekomen uit mijn fascinatie voor educatie en de daarbij horende onderwijsgebouwen. De uitdaging die ik mijzelf heb gesteld met dit afstudeeronderzoek is het ontwikkelen van een concept voor een montessorischool waar beweging en buitenzijn centraal staat. Een vraagstuk dat steeds relevanter wordt in een tijd waar steden steeds verder verdichten. Ik heb de opgave om tot een ‘gezonde school’ te komen integraal benaderd. De thema’s duurzaamheid, houtbouw, constructie, spelen en beleving komen aan de orde.

De groei die het kind doormaakt is terug te zien in het gebouw. De kinderen zullen naarmate ze ouder worden naar een ander volume verhuizen. Met mijn ontwerp voor deze basisschool, ligt de nadruk minstens net zoveel op de buitenruimte als op de binnenruimte. Mijn gebouw stimuleert dat docenten die er werken een meer flexibele mindset ontwikkelen ten aanzien van de leeromgeving van hun leerlingen. Het concept van binnen- en buitenruimte is ontwikkeld in een integraal ontwerpproces waarin ik experts op het gebied van houtbouw, pedagogiek en de praktische kanten van het geven van onderwijs heb gesproken. Bij de leslokalen en specifieke lokalen zijn buitenruimten ook ingezet als verlenging van het lokaal door middel van te openen puien om momenten van frisse lucht tijdens en tussen de lessen door te creëren. Elk gebouw heeft zijn eigen specifieke lokalen en functies. Denk hierbij aan een gebouw met de gymzaal, de bieb en het muzieklokaal. De kinderen en de docenten zullen zich dus vanuit hun eigen gebouw/ lokaal buitenlangs via het dek, de verbinder van de school verplaatsen naar het andere lokaal. Een moment van beweging in de buitenlucht. Deze beweging is goed voor ontspanning en nieuwe energieopbouw van kinderen.

In dit onderzoek heb ik gezocht naar een architectuur concept, waarbij mijn ontwikkelde visie op gezond onderwijs samenkomt in een gebouw dat specifiek voor deze locatie is ontworpen. In het gehele proces is het concept aangescherpt tot uiteindelijk het definitieve concept van de gezonde school. De gezonde school is een school waarbij de fysieke en mentale gezondheid van het kind centraal staat. Door onderzoek en analyse naar de openluchtschool uit het verleden, het onderzoek naar montessorionderwijs principes, de huidige tendense op het gebied van montessorischolen, houtbouw en het onderzoek naar Japanse en Finse bassischolen is een concept voor de gezonde school geformuleerd gebaseerd op 6 pijlers: Beweging, buitenlucht, houtbouw, bewust gebouw, groen en een optimaal leerklimaat. Deze hebben geleid tot het ontwerp van een gebouw welke mijn visie op buiten les krijgen in combinatie met beweging goed representeert. Het gebouw motiveert iedereen om te bewegen en ‘frisse lucht momenten’ te nemen. De beweging door de buitenruimte laadt de spanningsboog op waardoor je na dit moment je beter kan concentreren. Zeker bij kinderen is de spanningsboog nog niet heel groot, het is dus van belang dat deze na verloop van tijd weer wordt opgeladen.

Op binnenstedelijke locaties zoals deze in mijn afstudeerverslag is, zijn er plekken in de wijk nodig die ruimte hebben om te spelen en te bewegen. Deze plekken worden nu nog vaak ‘’efficiënt’’ gebruikt en volgebouwd, mijn aanbeveling is om dit niet te doen. Gebruik ruimte om het kind te laten bewegen en buiten te zijn. Een gezonde school in een drukke wijk, draagt bij aan gelukkige en gezonde kinderen.

4


Afbeelding 1. Openluchtschool tuberculose.


INHOUDSOPGAVE

Inleiding 8 Onderzoek Fascinatie en aanleiding 12 Geschiedenis van de openluchtschool 14 Montessorionderwijs 18 Huidige tendens scholen 20 Japanse en Finse scholen 22 Huidige tendens duurzaam bouwen 24 Onderzoek locatie Amsterdam 28 Masterplan 30 Weespertrekvaart 32 Concept 36 Ontwerpproces Volumestudie 42 Functieverdeling 46 Architectonische uitwerking & beslissingen 48 Klaslokalen 72 Houten gevel 94 Gezonde & Bewuste kernpunten 96 Conclusie 98 Reflectie

100

Bronvermelding 102 Foto verwijzing 104 Bijlage Schouw 1,2 & 3 106 Colofon 110

6


7


INLEIDING Afstuderen

Tijdens het ontwerpen van een basisschool voor een opdrachtgever zag ik diverse mogelijkheden voor een vernieuwend concept, maar ook de restricties waar je mee te maken hebt. Mede door dit project is mijn fascinatie voor basisscholen ontstaan. Ik vind het boeiend te zien hoe de verschillende lesmethodieken in het onderwijs aanleiding zijn voor het anders creëren van ruimte voor de gebruikers. Als je werkt aan het ontwerp van een vrije school is een tribunetrap bijna altijd onderdeel van het programma, terwijl bij bijvoorbeeld Daltononderwijs vaak gevraagd wordt om hoekjes voor werkplekken. Deze specifieke vragen vanuit de verschillende invalshoeken van onderwijsmethodieken vind ik architectonisch interessant om in te vullen.

centraal staat. Ik heb de opgave om tot een ‘gezonde school’ te komen integraal benaderd. De thema’s duurzaamheid, houtbouw, constructie, spelen en beleving komen aan de orde.

Ik verbaas mij over de bijna altijd traditionele ontwerpen van basisscholen. Er wordt vanuit gegaan dat het kind zittend achter zijn of haar tafel het gros van de lesuren doorbrengt. De ruimte die het kind heeft, beperkt zich tot het leslokaal en tot zijn tafel. Ik denk dat dit beter kan. Door mijn dyslexie heb ik zelf op twee basisscholen gezeten. De eerste school was erg strikt en door de overvolle klassen, met 40 kinderen, hadden de docenten geen aandacht voor mijn dyslexie. Door deze grote klas was er nergens een plekje om je goed te kunnen concentreren of je even af te zonderen. De tweede basisschool was een oud gebouw met plekken waar je je als kind wel kon afzonderen en/of alleen in alle rust kon werken. Dat werkte voor mij erg goed; er werd niet op mijn vingers gekeken en ik kon me dan beter concentreren. Op deze school zagen de docenten dyslexie niet als handicap maar als superpower. Vaak als wij het vak taal gehad hadden, mocht ik buiten rondjes om het schoolplein rennen om mijn hoofd even te legen en daarna weer fris de volgende les in te gaan. Weer of geen weer, ik ging naar buiten voor die drie minuten en elke keer kwam ik frisser en opgeluchter het lokaal weer binnen dan dat ik er uit ging. Uit mijn onderzoek bleek dat dit momentje buiten spelen in Finland en Japan op sommige scholen onderdeel uitmaakt van de standaard lesdag.

De Nederlandse steden verdichten steeds verder. Wat de relevatie voor dit onderzoek vergroot. In gesprek met andere architecten hoorde ik, in de loop van mijn afstudeertraject, steeds vaker geluiden over projecten waar ambities voor ‘gezonde aspecten’ in scholen hoog op de agenda staan. Echter kunnen deze ambities als bijvoorbeeld houtbouw en voldoende buitenruimte nog niet altijd worden waargemaakt. Mijn afstudeer voorstel kan dienen als bron van inspiratie en als aanleiding om meerdere gezonde pijlers te combineren in nieuwe scholen.

De locatie is een plot in de Weespertrekvaart buurt in Amsterdam; een plot waarvoor een tender is uitgeschreven voor een basisschool. Op binnenstedelijke locaties zoals deze, zijn er plekken in de wijk nodig die ruimte bieden om te spelen en te bewegen. Deze plekken worden nu nog vaak ‘’efficiënt’’ gebruikt en volgebouwd. De combinatie van deze binnenstedelijke locatie en het concept voor een Gezonde school kunnen elkaar versterken. Juist op zo’n plek is hier veel behoefte aan.

Maar wat is nou precies een gezonde school? In dit verslag kijken we eerste naar de geschiedenis; de geschiedenis van de openluchtscholen en het montessorionderwijs. Het tweede deel van het onderzoek kijkt naar de huidige tendens in het binnen- en buitenland op het gebied van scholen en bouwmethodiek. Het onderzoek vormt met zijn uitgangspunten en oranje typologie analyses een basis voor het concept voor de gezonde school. Met de zes pijlers van het concept leg ik vervolgens het ontwerpproces uit. Het verslag sluit ik af met een conclusie en reflectie.

De uitdaging die ik mijzelf heb gesteld met dit afstudeeronderzoek is het ontwikkelen van een concept voor een montessorischool waar beweging en buitenzijn

8



INHOUD Onderzoek Fascinatie en aanleiding 12 Geschiedenis van de openluchtschool 14 Montessorionderwijs 18 Huidige tendens scholen 20 Japanse en Finse scholen 22 Huidige tendens duurzaam bouwen 24


Afbeelding 2. Openluchtschool Leeuwarden

FASCINATIE EN AANLEIDING Basisschool

11


ontstond de fascinatie voor een ‘gezonde school’. Een lezing van Henk Oosterling op Artez, triggerde mijn belangstelling voor de bewustwording van kinderen. Een van de voorbeelden van Henk Oosterling was dat als je kinderen laat zien hoe iets groeit, bijvoorbeeld in een schooltuintje, zij zich bewuster zijn van waar hun eten vandaan komt. Wat later, als ze volwassen zijn, zal leiden tot (milieu)bewustere en gezondere keuzes op het gebied van voeding. Op het basisonderwijs worden dus figuurlijk het zaadje voor de toekomst geplant.

Ik ontwierp een basisschool voor een opdrachtgever. In het ontwerpproces realiseerde ik mij dat architectuur talrijke onbenutte mogelijkheden bood om met een schoolgebouw meer ruimte te kunnen bieden voor de gebruikers en voor de onderwijsmethodiek. Een gebouw wat naadloos aansluit bij het type onderwijs dat er wordt gegeven. Mijn eigen ervaring op de basisschool versterkt mijn motivatie om op een andere manier te kijken naar de architectuur van een schoolgebouw, en dan vooral met het kind als uitgangspunt. Langzaam ging het onderwerp voor mij meer leven en

12

Een ander aspect van mijn fascinatie is gericht op het buiten zijn en bewegen. Op architectuur websites zag


Afbeelding 3. Alamitos Intermediate School, Garden Grove

ik veel projecten van scholen in het buitenland, vooral Scandinavië en Japan, waar het plezier bijna vanaf spatte. Fantastische schoolpleinen, lokalen waarbij binnen en buiten in elkaar overvloeien, nauwelijks kinderen achter schooltafeltjes. Waarom zien we dit niet in Nederland dacht ik? In de hiervoor genoemde landen wordt het basisonderwijs vaak vanuit een ander perspectief ingestoken. Het onderwijs is zodanig vormgegeven dat de leerlingen veel bewegen en buiten zijn tijdens en tussen de lessen. In tegenstelling tot Nederland waar kinderen het grootste deel van de dag binnen zijn. Bij verreweg het grootste deel van de nieuwgebouwde scholen in Nederland wordt geen rekening gehouden

met buiten lesgeven en het meer gebruik maken van de buitenomgeving. Deze voorbeelden en inspirerende mensen werken aanstekelijk en gaven mij de bevestiging dat ik op de goede weg zat! In mijn afstudeeronderzoek wil ik de mogelijkheden onderzoeken voor een basisschool waar buiten en bewegen centraal staan. In andere landen lijkt het te kunnen, waarom in Nederland dan niet (meer)?

‘BUITEN LEREN IS PRESTEREN’ 13


2020

binnen en buiten zo groot mogelijk was. Door middel van openslaande puien en schuifwanden konden meubels eenvoudig van binnen naar buiten worden verplaatst.

Het startpunt van dit onderzoek zijn de openlucht scholen in Nederland. Zoals de naam al suggereert hebben we in Nederland een onderwijsvorm gekend die de focus had op buiten zijn en het welzijn van het kind. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat openluchtscholen zijn, hoe ze zijn ontstaan en ook weer zijn verdwenen. Welke lessen kunnen worden getrokken uit de geschiedenis van de openlucht scholen.

De eerste openluchtschool, niet verbonden aan een sanatorium, werd in 1913 gebouwd in Den Haag. Deze school bestond in de begintijd uit zes duinklassen; in de vorm van verplaatsbare houten gebouwtjes. Deze school was wel nog steeds bedoeld voor zieke kinderen. Later volgden meer van deze openluchtscholen in Rotterdam, Amsterdam en Breda. (Ministerie van Onderwijs,

Openluchtscholen zijn van oorsprong ontwikkeld om zieke en zwakke kinderen te onderwijzen en herstel van de kinderen te bevorderen. Openluchtscholen ontstonden aan het begin van de twintigste eeuw als gevolg van nieuwe inzichten op het gebied van maatschappelijke gezondheidszorg. Verschillende artsen, waaronder schoolartsen, kinderartsen en huisartsen, pleiten voor speciale scholen voor kinderen met een zwakke lichamelijke gesteldheid. Deze kinderen dienden medisch behandeld te worden in combinatie met een nieuw soort school, de openluchtschool. De eerste openluchtscholen werden rond 1905 opgericht bij sanatoria en revalidatie-oorden voor mensen met tuberculose. De kinderen met tuberculose werd een kuur voorgeschreven van rust, goede voeding, goede hygiëne en zo veel mogelijk zonlicht en buitenlucht. Om de kinderen geen leerachterstand te laten oplopen werden bij de sanatoria scholen geopend waar de kinderen naast onderwijs, ook mentaal werden geprikkeld en fysiek gezonder werden. In deze eerste scholen was van een specifiek onderwijsgebouw nog geen sprake maar werd er daadwerkelijk buiten lesgegeven; op een zonnedek, in een duinpan of op een grasveld. Later werden bij sanatoria klaslokalen gebouwd waarbij de relatie tussen

2008

Ventilatie en frisse lucht staat hoog op de politieke agenda door Corona

1960 - 1970

Openluchtschool principes worden geïntegreerd in regulier onderwijs

>1945

Veel gebruik van openluchtscholen

1920 - 1930

Ontstaan van openluchtscholen in Nederland

Buitenles, ontstaan voor zieke kinderen in Sanatoria

1905

Frisse scholen keurmerk

GESCHIEDENIS OPENLUCHTSCHOLEN

Cultuur en Wetenschap, “Van Den Haag tot Goirle: 5 voorbeelden van openluchtscholen”)

Tussen 1920 en 1930 ontstond er discussie over hoe een openluchtschool zou moeten functioneren en aan welke regels deze moest voldoen. Artsen, ambtenaren van de overheid, pedagogische specialisten en architecten, zij hadden allemaal een visie op de openluchtscholen. In 1922 werd de landelijke vereniging van openluchtscholen opgericht. In 1928 was het eerste congres over openluchtscholen waar de verschillende visies werden besproken. Doel van dit congres was om de verschillende verschijningsvormen van bestaande openluchtscholen naast elkaar te leggen en te bekijken of een vorm kon worden bestempeld als meest geschikt. Dhr. D. Broekhuizen omschrijft in zijn boek Openluchtscholen in Nederland hoe deze discussies, na lang debatteren en artikelen publiceren in (medische) tijdschriften, op niets uitliepen. De uitkomst was dat een openluchtschool op elke plek kan komen. Hoe en welke vorm deze school moest krijgen moest in elke gemeente zelfstandig besloten worden. Van nationale coördinatie door de Vereniging van Openluchtscholen was, ondanks de goede poging, dus 14


Foto Ciloschool Afbeelding 4 Openluchtschool Cilostraat Amsterdam - magazine de architect

nauwelijks sprake.

standpunten was dat kinderen van verschillende leeftijden zouden moeten worden samengebracht en deze niet te onderwijzen maar te begeleiden in de ontwikkeling. Haar ideeën voor een school met een ‘centraal hart’ kregen vorm in een school ontworpen door architect J. Brouwer. De school is niet gerealiseerd maar wel uitvoerig gepubliceerd in 1933. (Broekhuizen 54) Deze pedagogische vernieuwers hebben allen hun stempel gedrukt op de openluchtschool.

Het gebrek aan nationale coördinatie had niet als consequentie dat de aanjagers voor verandering stopten met het uitdragen van hun ideeën. In deze tijd ontstonden ook steeds meer initiatieven om openluchtscholen te maken voor gezonde kinderen. Begin jaren twintig van de vorige eeuw heeft dokter Maria Montessori (die later het bekende montessori onderwijs ontwikkelde) veel invloed gehad op de onderwijsmethodiek van een kleuterschoolgebouw in 1924 in Amsterdam. Dat is ontworpen is door stadsarchitect A.R. Hulshoff. De kleuterschool werd als vernieuwend omschreven. De pedagogische visie van Maria Montessori in combinatie met de architectuur en ontwerpvaardigheden van A.R. Hulshoff hebben geleid tot enkele zeer kenmerkende uitgangspunten die veelvuldig zijn gebruikt bij latere openluchtscholen. Enkele belangrijke uitgangspunten waren de ontsluiting zo te organiseren dat er geen gang was en veel daglicht in het lokaal. Deze uitgangspunten zijn ook terug te zien in het iconische ontwerp van architect Dhr. Van Duiker, de Ciloschool in Amsterdam (bovenstaande foto), gebouwd in 1930 en de gemeentelijk Spartaschool in Amsterdam, gebouwd in 1931. Deze methodiek is van invloed geweest op de latere ontwikkeling van openluchtscholen voor gezonde kinderen. Dokter D. Tiemersma schreef begin jaren dertig van de vorige eeuw een uitvoerig pleidooi over een ‘school voor begaafdheidsontwikkeling’. In dit pleidooi werden de ideeën voor onderwijsvernieuwingen in combinatie met openluchtonderwijs beschreven. Een van de

De openluchtscholen die gebouwd werden vanaf 1930, werden veelal gebouwd voor het gezonde kind. Na de oprichting van de Vereniging Voor Openluchtscholen voor het Gezonde Kind kreeg architect Jan Duiker direct de opdracht een openluchtschool te ontwerpen; de Ciloschool. De Ciloschool met haar ranke betonnen constructie en glazen puien op een borstwering, vormde het begin van een zegetocht van de openluchtschool in architectuurboeken en tijdschriften als uiting van een hygiënische stijl. Opmerkelijk aan dit gebouw zijn de open hoeken met balkons voor buitenles. Op de bovenstaande foto zijn balkons te zien, deze kunnen gebruikt worden door de twee aangrenzende klaslokalen. Het gebouw is gemaakt met een betonskelet welke grote uitkragingen heeft. Hierdoor zijn de plattegronden en gevels vrij indeelbaar. De gevels bestonden uit grote raampartijen die te openen waren. Dit zorgde voor goede ventilatie. Doordat deze kozijnen niet dragend zijn en er verder geen constructie in de gevel zit, zijn de kozijnen rank uitgevoerd wat bijdraagt aan de typerende uitstraling van de school. Dit heeft er voor gezorgd dat dit gebouw zo populair werd.

15

Dhr. D. Broekhuizen omschrijft in zijn boek Openluchtscholen in Nederland hoe de Ciloschool


Afbeelding 5 Interieur openluchtschool Cilostraat Amsterdam - magazine de architect

pretendeert een school voor iedereen te zijn. Het bleek echter direct een eliteschool te zijn. Het collegegeld bedroeg 100 gulden bovenop het gemeentelijke schoolgeld. Bovendien waren ouders verplicht bij de toelating van hun kind eenmalig minstens een obligatielening te nemen ter waarde van 500 gulden. Ter vergelijking: het schoolgeld voor een kind op een ander bijzondere school in Amsterdam, De Bugenhagenschool (1933), die eveneens was gebouwd als openluchtschool voor gezonde kinderen, bedroeg 1,50 gulden per maand zonder extra verplichtingen. Als de ouders dit bedrag niet konden betalen werden ze vrijgesteld van betaling. Niet voor niets kreeg de Ciloschool, hoewel in oorsprong opgezet voor ‘normale’ kinderen, direct de reputatie van een school voor kinderen van ‘artsen en advocaten’.

Na de tweede wereldoorlog kwam er meer aandacht voor het welzijn van de samenleving. Dit leidde tot een algehele verbeterde welvaart en hygiëne en de scholen deden hierin mee. Doordat er een medicijn was uitgevonden voor tuberculose was de noodzaak om speciaal voor deze kinderen een school te bouwen niet meer aanwezig. De openluchtschool kreeg een bredere instroom van kinderen met algemene gezondheidsklachten zoals: luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten of stofwisselingsziekten, maar ook gezonde kinderen vonden hun weg naar deze school. De openluchtscholen die na de tweede wereldoorlog werden gebouwd hadden onder andere een eetzaal, slaapmogelijkheid en ruimte voor medische zorg. In de gebouwen kwamen grote glasvlakken, ruime buitenspeelmogelijkheden en tweezijdig te ventileren klaslokalen. Openluchtonderwijs bevorderde de leerprestaties en sloot aan bij de behoefte van de moderne en goed opgeleide samenleving. (Broekhuizen 54)

De schoonheidscommissie van Amsterdam vond het ontwerp van de Ciloschool uit te toon vallen met de omliggende bebouwing en het Plan Zuid van Berlage met haar modernistische uitstraling, waardoor het niet aan de straatzijde gebouwd mocht worden maar in het binnenterrein van een bouwblok. In 1955 werd het gebouw verbouwd, met deze verbouwing is het ranke karakter van het gebouw aangetast. In 1994 is het gebouw voor de tweede keer gerestaureerd en zijn onder andere de originele kleuren, waaronder ‘’Duiker blauw’’, teruggebracht. Het gebouw bestaat nog steeds. In 2008 heeft het gebouw een prijs gewonnen die door de was AVRO georganiseerd en heeft hiermee werd1 miljoen euro gewonnen voor een nieuwe restauratie. De Ciloschool is in 2010 volledig gerenoveerd en wordt nog steeds gebruikt als school. De foto op pagina 17 is de gerenoveerde school te zien. (“Openluchtschool Wint Miljoen Voor Restauratie”). 16

Begin twintigste eeuw was 50% van het onderwijs op de openluchtscholen buiten. In 1962 was dit nog maar tussen de 20 en 30%. De mogelijkheid van buitenonderwijs was er nog wel, maar de focus kwam meer te liggen op het verbeteren van de lokalen. Dit werd onder andere gedaan door grote ramen te plaatsen voor daglicht en frisse lucht wat zorgde voor goede ventilatie in het lokaal. Een mooi voorbeeld is ‘de Brede school’ in Leeuwarden uit 1963. Deze nieuwe school functioneerde als een reguliere school, er werd les gegeven aan tafels en het grootste gedeelte van de dag bracht je door in het lokaal. Bij deze school kon bij elk lokaal het dak er worden afgeschoven. Het concept van de buitenschool werd dus toegepast op


Afbeelding 6 Foto Han van Gool, 2007, Monumenten en Archeologie.

een nieuwe manier. In de jaren 70 werden de principes van de openluchtschool geïntegreerd in het reguliere onderwijs. Dit is vooral terug te zien in de goede ventilatie en daglicht aan twee kanten van een lokaal. De ‘echte’ openluchtschool verdwijnt hierna langzaam. Factoren die hierop invloed hadden waren een algehele verbeterde en gezondere samenleving, de tuberculose is onder controle, de welvaart neemt toe, de hygiëne verbetert en er komt meer druk op budgetten en beschikbare ruimte voor scholen. Daarnaast waren ook de specifieke lesmethoden een oorzaak van het verdwijnen van de openluchtscholen. Een gewone schooldag op een openluchtschool begon in de ochtend met een ontbijt in de aula, daarna werd er buiten lesgegeven. Als lunch kregen de kinderen een gestoomde maaltijd, daarna poetsten ze collectief hun tanden en werd een uur buiten gespeeld. Hierna kregen de kinderen een beker melk en gingen de kinderen 45 min tot een uur slapen. Daarna werd de les weer hervat. De kinderen kregen hierdoor te weinig uren les op een dag. Als de kinderen na 8 jaar de school verlieten, waren ze minder ontwikkeld dan kinderen die ander onderwijs hadden genoten. De openluchtscholen die de lesmethoden niet aanpasten en zich aan hun traditie vasthielden kwamen in problemen met de onderwijsinspectie.

17


MONTESSORIONDERWIJS

Open kasten

Verplaatsbare tafels

Afbeelding 7 Foto Montessorischool Elzeneind

Afbeelding 8 Foto Montessorischool Oudaen

Maria Montesorri was betrokken bij de ontwikkeling van de Openluchtschool, maar heeft later haar montessori onderwijsmethode ontwikkeld.

met verschillende leeftijden in de klas. De visie die heeft geleid tot deze samenstelling is dat dit een harmonische ontwikkeling bevordert. Een kind is dan een keer de jongste in de klas, de middelste en uiteindelijk de oudste van de klas. De kinderen helpen elkaar met de taken. Ze kunnen, als ze er niet uitkomen, het eerst vragen aan leeftijdsgenootjes en daarna aan de oudere kinderen. Het is belangrijk dat er ruimte in een lokaal is voor deze ontmoetingen waar je samen kunt zitten en samenwerken.

De school in de Weespertrekvaart wordt een montessorischool. In Nederland worden steeds meer montesorischolen bijgebouwd, in 2020 was de160e school geopend en er blijven er steeds meer bijkomen. Montessorionderwijs is een vorm van onderwijs die vraagt om specifieke kenmerken van onderwijsgebouwen. Om goed in beeld te krijgen welke kenmerken dit zijn en hoe montessorionderwijs en de ‘gezonde’ school principes van dit ontwerp op elkaar aansluiten en elkaar kunnen versterken beschouwen we eerst de kenmerken van de montessorischool. Vervolgens wordt een vrij recent opgeleverde montessorischool geanalyseerd om de huidige tendens in montessorischolen te kunnen waarnemen. (“Montessori”)

De gevoelige periode is bij het Montessorionderwijs heel belangrijk. Er wordt vanuit gegaan dat het kind van nature actief, leergierig en nieuwsgierig is, en een aangeboren drang heeft om zich te ontwikkelen. Tijdens de ontwikkeling van het kind worden verschillende fases erkend. In elke fase staat de leerling open voor bepaalde leergebieden. Tijdens deze fases stellen de docenten het lesprogramma zo samen dat deze aansluit op deze fases.

In Nederland behoren montessorischolen onder algemeen-bijzonder onderwijs. Andere scholen die ook algemeen-bijzonder zijn, zijn: Jenaplan, Daltononderwijs, Freinetschool, Vrijeschool en Nutsscholen. De scholen in het algemeen-bijzonder onderwijs zijn openbare scholen. Kenmerkend voor deze scholen is dat er ‘neutraal onderwijs’ wordt gegeven. Dit houdt in dat deze scholen een gelijkwaardige betekenis hechten aan alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. De groepenstructuur bij het montessorionderwijs is opgebouwd uit 3 groepen ook wel ‘bouwen’ genoemd. Er is onderbouw (groep 1 & 2), middenbouw (groep 3,4 & 5) en bovenbouw (groep 6,7 & 8). De leerlingen zitten

Zoals eerder vermeld was Maria Montessori ook betrokken bij de ontwikkeling van de openluchtscholen in Amsterdam. Zij was van mening dat kinderen geboren worden met een enorme energie om zich te ontwikkelen en te leren. Bij het montessorionderwijs staat de uitspraak ‘help mij het zelf te doen’ centraal. Het kind leert in zijn of haar eigen tempo. Het is de taak van de docent en de ouders om te herkennen wat het kind op dat moment nodig heeft. Er wordt weinig tot geen klassikaal lesgegeven. De manier van lesgeven in het montessorionderwijs vraagt op een aantal specifieke ruimtelijke kenmerken. 18


1 centrale uitlegtafel Afbeelding 9 Montessorischool Oudaen

Maria Montessori vond het heel belangrijk hoe een klas functioneert en er uit ziet. Zo vond zij een schoolbank waar je stil moest zitten geen goed meubel voor de kinderen. Maria montessori was van mening dat tafels verplaatsbaar, groepeerbaar en soms juist uit de groep geplaatst moesten kunnen worden. De kinderen moeten zelf de opstelling kunnen bepalen als ze daaraantoe zijn. Dit principe wordt nog steeds gebruikt in de montessorischolen. In het lokaal bevindt zich een uitlegtafel waar kinderen om hulp kunnen vragen en samen kunnen werken. De kinderen hebben weektaken die ze af moeten maken; de volgorde kunnen ze zelf bepalen. De docent is er voor begeleiding, controle en om grenzen te stellen. Door deze methodiek wordt zelfstandigheid gecreëerd bij het kind. Belangrijk zijn plekjes in het lokaal waar kinderen kunnen werken. Bij het montessorionderwijs wordt veel gewerkt met kleedjes, deze kleedjes bakenen ruimte af en creëren zo een plek voor de leerling. Deze kleedjes kunnen op de grond geplaatst worden. In nieuwe montessorischolen wordt dit principe gebruikt. Door plekken te creëren heb je ook niet voor elk kind een tafel nodig. Het lokaal heeft dus minder tafels dan leerlingen. Alle kasten voor de kinderen zijn open, hierdoor wordt alles wat er in staat gezien, en kan het gepakt worden. Het is belangrijk bij het montessorionderwijs dat alles wat je pakt, je ook weer terugzet. Dit wordt bereikt door de kasten open te maken. Het is belangrijk dat de kasten niet te diep zijn en niet te hoog zodat alle kinderen er goed bij kunnen. Per ‘bouw’ wordt de hoogte van de kasten 19 aangepast.

Kleedjes Afbeelding10 Foto Montessori kleedjes

Montessorionderwijs heeft speciale aandacht voor natuuronderwijs en onderwijs met kosmische uitgangspunten. Bij sommige scholen zullen hier speciale lokalen voor zijn met daarin alle benodigde onderwijsattributen, maar niet elke school is dat het geval. Als er geen separaat lokaal voor is, moet speciaal kosmisch lesmateriaal wel in het lokaal zichtbaar zijn. In Nederland zijn er op dit moment ongeveer 160 basisscholen die montessorionderwijs geven en 20 in het voortgezet onderwijs. Amsterdam heeft 25 montessorischolen. De meeste van deze montessorischolen zijn gesitueerd in Amsterdam zuid, centrum en noord, slechts één school is gesitueerd in het gebied Amsterdam Amstel / Weespertrekvaartbuurt.


HUIDIGE TENDENS Montesorrischool & politiek

Afbeelding 11 Foto Zwarte hond

Afbeelding 12 Foto Zwarte hond

In de afgelopen jaren zijn een aantal montessorischolen gebouwd die goed functioneren maar traditioneel van opzet zijn. De montessorischool van architect De Zwarte Hond in Waalsdorp is een gebouw wat qua hoogte en materialisering overeenkomt met de directe omgeving. Er is een compacte school gemaakt van baksteen met een buitenspeelplein. Voor het bouwen van een nieuwe school is vaak een beperkt budget, wat vaak resulteert in een compact gebouwvolume. Bij de school in Waalsdorp is dit ook te zien, de lokalen zijn rond een centrale hal gepositioneerd, zeer efficiënt en compact. Mijn persoonlijke mening is dat De Zwarte Hond een goed functionerend en mooi gebouw heeft ontworpen. Het gebouw heeft ook wat kansen laten liggen. Op de bovenste verdieping zijn aan het plafond lampen opgehangen van ongeveer een diameter van 1m. Dit hadden ook daklichten kunnen zijn, of, nog beter, een hele lichtstrook welke in de zomer ook open kan voor ventilatie.

Deze lichtstroken hadden dan voor veel natuurlijk daglicht kunnen zorgen. Het kenmerkende architectonische element in de gevel zijn de ribben, waartussen kinderen zich kunnen verstoppen. Deze architectonische ingreep is mooi om te zien en is een speelobject voor kinderen. De architectuur voegt wat toe aan de beleving van het kind. (“Montessorischool Waalsdorp”).

20

De verbouw van de montessorischool in Amsterdam door Heren 5 architecten is in 2019 opgeleverd. De verbouw en toevoeging die Heren 5 architecten heeft gedaan is het toevoegen van ‘dozen’ in de centrale ontvangstruimte. Deze dozen worden gebruikt voor bijvoorbeeld plekken om te werken, te spelen en als tribune. Deze dozen zijn gemaakt van hout en zijn gemaakt op de schaal van het kind. Er is geen standaard bouwbesluit plafondhoogte toegepast, maar een lager plafond, dit voelt voor de kinderen aan als een geborgen ruimte. Persoonlijk vind


Afbeelding 13 Foto Heren 5

Afbeelding 14 Foto Heren 5

ik de aandacht en de schaal van het ontwerp dat is gebaseerd op de maat van het kind, erg goed gelukt.

tegenwoordig meer gebouwd zonder het Frisse Scholen Keurmerk. Dit keurmerk is een klimatologische oplossing, het is geen architectonische oplossing.

Beide voorbeelden geven de aandacht voor detail en het kind goed weer in de moderne montessorischool.

Door de komst van het coronavirus in 2020 is er weer een hernieuwde discussie ontstaan omtrent ventilatie en het besmettingsgehalte in klaslokalen. Uit onderzoek van het Landelijke Coördinatieteam Ventilatie op Scholen, blijkt dat niet alle scholen voldoen aan de wettelijke norm voor ventilatie. Dit is zonder het coronavirus al een noodzaak, laat staan in deze tijd. Van de onderzochte scholen door het Landelijke Coördinatieteam Ventilatie op Scholen voldoet 38% aan de norm. 11% voldoet daar niet aan. Bij de overige scholen loopt het onderzoek nog of kon het onderzoek niet worden uitgevoerd. Het kabinet stelt 360 miljoen euro beschikbaar om alle scholen te laten voldoen aan de wettelijke normen. (Ministerie van Algemene Zaken).

(heren 5).

In de meest recente gepubliceerde scholen op de architectuurwebsites en bladen blijkt steeds meer aandacht te zijn voor scholen die op de een of andere manier bijdragen aan de gezondheid van het kind. Een van de aspecten die steeds vaker voorkomen is dat de school gebouwd wordt met hout. Er zijn natuurlijk ook andere manieren die bijdragen aan de gezondheid en welzijn van het kind, zoals bijvoorbeeld het Frisse scholen keurmerk. In de afgelopen 15 jaar is frisse lucht steeds belangrijker geworden bij scholen. Geen school wordt 21


JAPANSE EN FINSE SCHOLEN Gebruik van licht en lucht

Afbeelding 15 Foto Tuomas Uusheimo, Andreas Meichsner, 2012, Saunalahti School

Als we kijken naar andere landen waar buitenonderwijs een kenmerkend aspect is, zien we dat in Finland en Japan veel scholen zich hierop focussen. In de architectuur wordt in haar ontwerpen rekening gehouden met de visie op buitenonderwijs. Interessant is om te zien dat beide landen internationaal gezien zeer goed scoren in onderwijs. Dit is meetbaar gemaakt in de PISA-score. De PISA-score (Programme for International Student Assessment) wordt gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te meten per land. Deze score wordt 1 keer per 3 jaar vastgesteld en gepubliceerd. Finland en Japan zijn samen de koplopers in deze lijst. Uit de gegevens van het PISA-document blijkt dat Nederland in 2018 16e op de ranglijst was. In totaal nemen 78 landen deel aan dit onderzoek. Finland en Japan zijn door de combinatie van goed onderwijs en kenmerkende onderwijsgebouwen die zijn gericht op buitenonderwijs, interessant om nader te bekijken. Van beide landen wordt een referentie school en de kwaliteiten van deze gebouwen nader onderzocht.

spelen in het basisonderwijs. Zij stelt: ‘’ Play is important at this age, we value play.” In Finland wordt er niet veel buiten lesgegeven, omdat het klimaat het niet toelaat om buiten stil te zitten. Maar er wordt wel veel buiten gespeeld tussen de lessen door. Wat veel voorkomt bij moderne Finse scholen is dat er gebruik wordt gemaakt van grote glazen puien om veel daglicht het gebouw in te laten. Hierboven is een referentiebeeld van de Saunalahti school in Espoo in Finland uit 2012 te zien. Er is een algemene ruimte waar meerdere klassen tegelijkertijd kunnen zitten, Deze ruimte heeft een grote glazen pui waardoor binnen en buiten visueel met elkaar verbonden zijn. De glazen pui is zo groot is dat het haast voelt alsof je buiten werkt. In deze school zijn specifieke lokalen zoals het muzieklokaal, apart gesitueerd van de klaslokalen. Als hiervan gebruik wordt gemaakt lopen de kinderen door de grote ruimte naar het andere lokaal. De kinderen bewegen veel en krijgen veel daglicht doordat je langs deze grote glazen puien loopt. Ik vind het goed dat deze lokalen separaat zijn van het eigen lokaal, hierdoor beweeg je tussen de lessen door en bevind je je af en toe in een andere ruimte wat stimulerend kan werken. In mijn gezonde school neem ik dit uitgangspunt van het stimuleren van bewegen mee. En natuurlijk de nadruk op het buitenspelen tussen de lessen door. Door de speelplekken zo toegankelijk mogelijk te maken kan dit tussen de lessen door als kort intermezzo worden ingezet.

(Resultaten_PISA_2018_in_vogelvlucht)

Een van de onderwijsmethodes die Finland hanteert is dat na 45 minuten les alle kinderen 15 minuten naar buiten gaan om een frisse neus te halen en te bewegen. Deze 15 minuten worden gebruikt om weer nieuwe energie op te doen. In het Smithsonian Magazine heeft LynNell Hancock een artikel gepubliceerd (Hancock). over hoe belangrijk het is voor kinderen om te bewegen en hun gedachten tijdelijk te ontspannen waardoor na een kwartier de kinderen weer fris verder kunnen met hun vakken. In het artikel wordt Maija Rintola (docent basisonderwijs) geïnterviewd en zij beschrijft en benadrukt de waarde van buitenzijn en

22

Japan scoort ook goed op de PISA-score. Japanse scholen hechten veel waarde aan buiten spelen en buiten


Afbeelding 16 Foto Katsuhisa Kida, 2017, Tokyo

les krijgen. Ook Japan streeft net zoals Finland na om elk uur een kwartier buiten te spelen. Veel van de nieuwe scholen die gebouwd worden hebben schuifwanden, waardoor de grens tussen binnen en buiten vervaagt. In de afbeelding hierboven is een goed voorbeeld te zien van een Japanse school waarbij binnen en buiten in elkaar overlopen. Deze school is ontworpen door Tezuka Architects gebouwd in de stad Tokyo en opgeleverd in 2017. Deze school volgt het montessori principe van ontdekkend leren. De kinderen hebben de vrijheid en de mogelijkheid om te bewegen en zich daardoor te ontwikkelen en samen te werken. Het gebouw is een cirkel, alle wanden die naar binnen gericht zijn kunnen opengeschoven worden. Er ontstaat een veilige omgeving voor kinderen omdat ze nergens heen kunnen en altijd in het zicht zijn van een docent. Doordat het een veilige omgeving is zullen de docenten sneller de wanden openschuiven. ‘Binnen’ wordt nog verlengd door de vloer en plafond door te laten lopen naar buiten, hierdoor kan het functioneren als een verlenging van het lokaal. Ook het buitenspelen zelf heeft een kenmerkende visie: op het schoolplein en op het dek zijn geen speeltoestellen. Het is een open ruimte die uitnodigt om te spelen, Architect Tezuka zegt: “There is no play equipment installed, instead the architecture itself functions as a giant playground. Children are allowed to move about freely, fall down and get wet within a safe environment.” (Lynch) Dit vind ik een mooi principe. Een leeg veld kan voor een kind veel verschillende betekenissen hebben zoals een voetbalveld of een verzonnen wereld waarin ze kunnen spelen met hun vriendjes. De moderne Japanse school is, zoals het bovenstaand voorbeeld, een school waar binnen en buiten harmonieus samengaan. In mijn ontwerp en

visie voor de Gezonde School neem ik de uitgangspunten van een leeg speelveld mee, wat bij kinderen creativiteit stimuleert, en de overgangen tussen binnen en buiten. Uit de bovenstaande voorbeelden kan ik concluderen dat er bij scholen in het buitenland meer aandacht is voor schoolgebouwen waarbij daglicht en buitenlucht steeds meer onderdeel zijn van architectonische uitgangspunten.

23


HUIDIGE TENDENS DUURZAAM BOUWEN Houtbouw

Afbeelding 17 Basisschool het Epos Rotterdam

Een Gezonde school gaat over de ruimtes die je creëert, bewegen en buiten zijn, maar ook over de bouwmethodiek. Deze moet bijdragen aan een gezond binnenklimaat maar ook aan duurzaam gebruik van grondstoffen. In de afgelopen jaren worden er steeds meer scholen gebouwd van hout. Houtbouw is populair en voor scholen vaak goed toepasbaar omdat deze niet veel verdiepingen hebben. Hout zorgt voor een goede vochtbalans in de lucht. Dit draagt mede bij aan een fijn leer- en speelklimaat. Daarnaast is hout een hernieuwbare bron wat het een duurzaam alternatief maakt voor beton en staal.

Jonge. De heren Simons en de Jonge wilden de houten school niet meer afbouwen omdat het een financieel drama was. De oppositie waar Stefan Kroon deel van uit maakte wilde de houten school wel afbouwen om zo een impuls te geven aan de wijk en te investeren in onderwijsgebouwen. Stefan Kroon zegt in het artikel: ‘’Wat ons betreft gaan we door en dat mag best wat meer kosten. Het onderwijs én de wijk Lombardijen verdienen deze investering.’’ Er werd een krachtig signaal geuit vanuit de oppositie in de gemeenteraad van Rotterdam om een impuls te geven aan de wijk.

De circulaire houten school van SeARCH; Het Epos in Rotterdam, welke in 2010 is opgeleverd is een mooi voorbeeld. Deze school is volledig opgebouwd uit houten prefab elementen die demontabel zijn. Als de school om wat voor reden dan ook moet verhuizen kan dit relatief eenvoudig gebeuren. Het gebouw is ook toekomstbestendig ontworpen, het is modulair gebouwd en kan ook modulair worden uitgebreid. Het gebouw is genomineerd voor ArchDaily’s Building of the Year en de Rotterdamse architectuurprijs. Hieruit blijkt dat het een populair gebouw is waar veel aandacht voor is. (“SeARCH”).

Wethouder Hugo de Jonge (CDA) erkende dat de keuze voor een normale betonnen school werd ingegeven door ‘tijd en geld’. ‘’Een keus die zo goed mogelijk uitpakt voor de Rotterdamse schatkist, met een ontwerp dat zich makkelijk laat bouwen en voorspellen.’’ Hij noemde het bouwfiasco van 15 miljoen euro ‘de wet van Murphy in meerdere bedrijven’. (“www.ad.nl”).

Helaas gaat het ook wel eens fout met het bouwen van een houten school. De bassischool Het Open Venster in Rotterdam is uitgelopen op een fiasco. Het moest in 2011 het nieuwe onderwijs icoon worden in Rotterdam, dit is het nooit geworden. In een artikel uit het AD gepubliceerd op 27-09-2017 is een interview met Raadslid Stefan Kroon (D66) opgenomen. In dit artikel bekritiseert Stefan Kroon de toenmalige wethouders Robert Simons en Hugo de

Uiteindelijk is er in 2019 een nieuwe tender gekomen voor een compleet nieuw ontwerp. De ontwerprandvoorwaarde waren streng, er moest traditioneel gebouwd worden met beton en baksteen. BDG-architecten heeft de tender gewonnen en is nu bezig met de uitwerking van hun inzending. Het ziet er naar uit dat er na ruim 10 jaar vertraging basisschool het open Venster toch een nieuw gebouw krijgt, helaas alleen niet van hout.

24

Deze situatie laat zien hoe moeilijk het is om vernieuwend te zijn en dan ook te slagen in de opzet. In dit geval waren de problemen groot zoals bijvoorbeeld het faillissement


Afbeelding 18 Basisschool het Epos Rotterdam

van de aannemer en het niet kunnen vinden van een vervangende aannemer door, zoals de oppositie het noemt, ‘onhaalbare eisen’.

De toepassing van hout in de bouw zal steeds interessanter worden door veranderingen in de wetgeving rondom CO2-uitstoot. Op dit moment worden de betonen staalindustrie uitgesloten van de CO2-belasting. De verwachting is dat, wanneer de carbontaks in Europese wetgeving wordt opgenomen, die uitzonderingspositie verdwijnt. Daardoor zal het bouwen met beton en staal wat duurder worden. Hout wordt met deze carbontaks niet belast en wordt dus relatief gezien goedkoper. Dit biedt kansen voor meer houten schoolgebouwen in de toekomst. (‘‘TNO’’)

Ik vind het jammer dat deze houten school niet gebouwd is, maar tegelijkertijd is het goed om te zien dat de oppositie streefde naar afbouw omdat het goed zou zijn voor de wijk en de ontwikkeling van houten schoolgebouwen. De politiek heeft de macht om veranderingen door te voeren, en dat is hard nodig. In 2019 is er in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin wordt opgeroepen om onderzoek te doen naar het effect van het grootschalig toepassen van bouwen in hout. Onderzocht wordt of het kan leiden tot vertraging van klimaatveranderingen. Ongeveer tweehonderd partijen in de bouw hebben in 2020 een manifest ondertekend waarin wordt gepleit dat biobased bouwmaterialen, zoals hout, opgenomen worden in de milieuprestatieberekening (MPG), TNO voert dit onderzoek nu uit. TNO heeft het rapport Een verkenning van het potentieel van tijdelijke CO-s opslag bij houtbouw, op 25 maart 2021 gepubliceerd. De conclusie uit het verslag is dat er meer onderzoek gedaan moet worden omdat de levenscyclusanalysemethode (wordt gebruikt voor de MPG berekening) is ontwikkeld in een lineaire economie, waarbij producten aan het einde van de levensduur als afval worden beschouwd. Nu Europa, en dus ook Nederland, op weg is naar een circulaire economie is het noodzakelijk de scenario’s voor hergebruik te onderzoeken. Door hergebruik kunnen CO2-emissies verlaagd worden. 25


VOORONDERZOEK Inhoud Amsterdam Masterplan Weespertrekvaart

28 30 32


LOCATIE Weespertrekvaart Amsterdam

27


AMSTERDAM Weespertrekvaartbuurt

Ring Amsterdam Hoofdroute openbaarvervoer Locatie Weespertrekvaartbuurt Op een plattegrond van Amsterdam is te zien dat de Weespertrekvaartbuurt binnen de ring van Amsterdam ligt en een goede ontsluiting heeft. Er is ook een uitstekende aansluiting met openbaar vervoer. Treinstation Amstel is op loopafstand van de locatie en daar zijn ook metro en verschillende busverbindingen.

28


WEESPERTREKVAART Analyse gebied

Spaklerweg + spoor Weespertrekvaart Locatie Weespertrekvaartbuurt Bijlmerbajes In de luwte van de opkomende stadswijk Amstelkwartier ligt de Weespertrekvaartbuurt. Dit is een wigvormig gebied begrensd door het water, de Weespertrekvaart in het oosten, de Spaklerweg en het spoor in het westen en het Amstel Businesspark Zuid in het zuiden. Het gebied ligt nu nog geïsoleerd door de barrièrewerking van het spoor en de trekvaart, maar wordt straks een onderdeel van het Groot Amstelkwartier en van de stad als geheel.

Weespertrekvaart- Oost te transformeren naar een hoogstedelijk woon/ werkgebied. Tegelijkertijd wordt de Bijlmerbajes een herontwikkeling naar het masterplan van OMA, FABRICations en LOLA landscape.

De Weespertrekvaartbuurt heeft een uitstekend ontwikkelpotentieel, met name door de ligging binnen de ring A10 en door de nabijheid van een metrostation met goede verbindingen naar het centrum en Schiphol. Daarom is in 2016 het Strategiebesluit genomen om de deelgebieden Weespertrekvaart-Midden en 29


MASTERPLAN

Bijlmerbajes, Weespertrekvaart midden & Weespertrekvaart Oost

Afbeelding 19. Masterplan Bijlmerbajes

Bijlmerbajes Weespertrekvaart Midden Weespertrekvaart Oost Kavel school In het gebied rondom het kavel voor de school, zijn drie ontwikkelzones te onderscheiden; de Bijlmerbajes, Weespertrekvaart-midden (WTV-midden) en Weespertrekvaart-oost (WTV-oost). Het kavel voor de basisschool ligt in de middelste van de drie; Weespertrekvaart-midden. Deze gebieden samen worden omsloten door het water van de vaart aan de oostzijde en de spoorlijn aan de westzijde. Voor het WTV-midden gebied heeft de gemeente een visie en bouwregels geformuleerd. Dit stedenbouwkundig plan heeft betrekking op de locatie voor de school. Enkele van de bouwregels zijn beeldbepalend zoals het maken van hoekaccenten op de bouwvolumes en parkeren uit het zicht. De gemeente wil middels een overkoepelende visie een eenduidig plan maken. In dit nieuwe gebied komen

175 nieuwe woningen. Ten westen van de kavel lag de voormalige Bijlmerbajes. De Bijlmerbajes is gebouwd in de jaren 70. Toen lag het gebouw aan de rand van de stad. Amsterdam is door de jaren heen flink uitgebreid waardoor het complex nu onderdeel is van het stedelijk weefsel. Met het nieuwe plan van OMA, FABRICations en LOLA landscape worden er 1350 woningen toegevoegd in het Bijlmerbajes gebied. Dit zorgt dit plan voor aanzienlijke verdichting van het gebied. (“Bajes Kwartier”)

30

Ten oosten van de kavel begint het gebied Weespertrekvaart-oost. Dit gebied kenmerkt zich door zijn ligging aan de vaart met aangrenzend een boulevard langs het water. De visie van de stad Amsterdam


MASTERPLAN BIJLMERBAJES OMA + FABRICantoins + LOLA

Afbeelding 20.. Masterplan Bijlmerbajes

Masterplan Bijlmerbajes (OMA + FABRICantoins + LOLA) Direct rechts daarvan Weespertrekvaart met de locatie van de school

is om de waterkant te activeren en aantrekkelijk te maken voor de vele nieuwe toekomstige bewoners. De stedenbouwkundige principes (Stedenbouwkundigplan Weespertrekvaart-oost) zijn vergelijkbaar met WTVmidden. In dit gebied worden ongeveer 1000 nieuwe woningen gerealiseerd.

functies. In WTV-midden & oost komt voornamelijk woningbouw. Daarnaast komen er in de plint ook functies zodat het een levendig geheel wordt.

De conclusies die ik uit de visies voor deze drie gebieden kan trekken is dat de gemeente veel nieuwe woningen wil, ruimte creëert voor recreatie langs het water en functies Winnend plan Bijlmerbajes, AM gebieds-vastgoedontwikkelaar © Ministerie Binnenlandse Zaken WTV- midden heeft door zijn ligging te midden van deze in de wijk. De functies komen voornamelijk op de begane twee markante plekken een unieke locatie; aan één grond waardoor de plint levendig wordt. zijde is het water dichtbij en aan de andere zijde isWeespertrekvaart-Midden een Zover nu uit de plannen valt af te leiden komt er geen 23 belangrijk historisch complex de buur. De ontwikkeling buurthuis, of plek van samenkomst. Misschien wordt van veel woningen in alle drie de gebieden, maar deze functie nog toegevoegd bij de verdere uitwerking voornamelijk de hoge dichtheid van de bebouwing van de van het gebied, maar op dit moment mis ik deze functie. Bijlmerbajes locatie, vraagt om veel nieuwe voorzieningen Ik zie dit als een kans om de school die ik ontwerp ook in de wijk. De school is daar één van. De gemeente wil multifunctioneel in de buurt te laten functioneren, een plek door de hele wijk in de bouwblokken winkels en andere waar mensen heen kunnen gaan voor activiteiten. 31


WEESPERTREKVAART Analyse en conclusies

Bouwvolumes + water

Conclusie: Alle hoeken hebben hoogteaccenten

Wegen & fietspaden

Conclusie: Alle volumes die niet op de hoek liggen, liggen terug t.o.v. rooilijn

32

Conclusie: Elk kruispunt heeft scherpe hoeken. Alle hoeken zijn haaks

Conclusie: Gridstructuur door gehele plan, met uitzondering van het noorden waar mijn locatie is.


Deze analysekaarten geven de visie weer van de gemeente en haar adviseurs. Het complete plan is ontworpen in een strak grid. Het grid is duidelijk zichtbaar in de bebouwing en de infrastructuur. Het water van de Weespertrekvaart loopt diagonaal langs het plan wat zorgt voor een schuine kant in het strakke grid. In het noorden van het plan zijn er dus gebouwen en wegen die niet het grid volgen maar parallel aan het water liggen. Elke weg in het masterplan is voorzien van bomen. Deze bomen vergroenen de wijk. Er worden twee parken gemaakt. De bomenrijen zorgen voor een visuele verbinding tussen deze twee parken. De bebouwing in Weespertrekvaart midden & oost hebben dezelfde uitgangspunten. De bebouwing is voornamelijk woningbouw gemaakt uit steenachtige materialen, met af en toe in de plint een functie. Parkeren is uit het zicht, en elke hoek heeft een hoekaccent. Door de hoekaccenten worden stevige kruispunten gemaakt maar door het brede stratenpatroon is dit haalbaar. De wijk focust zich op langzaamverkeer (voetgangers en fietsers). Er zijn goede fietsverbindingen ontworpen en er is maar één route voor de auto. Door de goede fietsverbindingen met de omgeving worden mensen gestimuleerd de fiets te pakken in plaats van de auto. Treinstation Amstel is op loopafstand net zoals de metro, en bushaltes. Ter plaatse van de locatie waar de school komt kruisen fietsers, voetgangers en auto’s. Bij dit kruispunt is dus veel passantenverkeer en daarom is het een goede, centrale, locatie. Dit geeft ook goede mogelijkheden voor commerciële functies.

Groen

Conclusie: Verschillende parken in het gebied, deze zijn visueel verbonden d.m.v. bomen langs de wegen.

33


WEESPERTREKVAART Transformatie

2004

2005

2006

2007

2008

2011

2013

2014

Deze luchtfoto’s van de afgelopen 16 jaar laten zien hoe de transformatie van Amsterdam Amstel en omgeving is verlopen. Van 1978 tot 2013 was de functie van het gebied voornamelijk industrie & penitentiaire inrichting. Uit de luchtfoto’s blijkt dat er al lange tijd grote veranderingen plaatsvinden. In 2008 is de waterzuiveringsinstallatie verplaatst en in 2013 een deel van de bedrijven langs het water. In 2013 is ten westen van de Spaklerweg begonnen met woningbouw toe te voegen, in 2017 gebeurde dat langs het water. Dit zijn grote vrijstaande woningen met een binnenhaven.

2015

Met het huidige masterplan transformeert het gebied tot voornamelijk woningbouw. Als het masterplan is voltooid zullen er ruim 2300 nieuwe woningen gebouwd zijn. De transformatie van de wijk wordt gefaseerd uitgevoerd: Door deze wijk te transformeren krijgt Amsterdam er veel woningen bij. Het is een populair gebied en wordt gezien als A locatie. Enkele prominente gebouwen zijn al gebouwd of zijn nu in aanbouw, onder andere; HAUT van Team V (houten woontoren) en een energieneutrale woontoren van Mecanoo.

34


2017

2018

2020 - Huidige situatie

Het gebied Weespertrekvaart-midden wordt nu bouwrijp gemaakt. In dit gebied staat sinds 2006 tijdelijke woonruimte. Op de locatie waar de school komt te staan is in 2018 de tijdelijke woonruimte weggehaald. Er staan naast deze tijdelijke woonruimte veel loodsen en kleine bedrijfsunits. Deze maken plaats voor het nieuwe masterplan. Op termijn zal het hele gebied geruimd worden van alle bebouwing en oude infrastructuur. Bij de Bijlmerbajeslocatie zijn de sloopwerkzaamheden in volle gang om ook daar de grond bouwrijp te maken.

35

2019


INHOUD NAAM HOOFDSTUK subchapterone 67 subchaptertwo 88 subchaptertreetreetree 66 subchapterfooooouuuuuuur 66 subchapterfive 66

CONCEPT Gezonde school


Binnenwereld

Buiten / binnen

Binnen

Buitenwereld

Buiten / binnen

zo gelukkig zijn omdat ze een goed onderwijssysteem hebben (The World Happiness Report). Dit begint bij het kinderdagverblijf en eindigt bij de universiteit. De scholen scoren goed op ‘happiness’. Mijn doel is om kinderen in Nederland gelukkig(er) te maken met een nieuwe school met een vernieuwende methode. (Innocenti).

In het onderzoek naar Japanse en Finse scholen heb ik een aantal ontwerpaanleidingen ontdekt welke bijdragen aan een gezonde school en gezonde kinderen. Moderne Japanse scholen hebben een relatie tussen binnen- en buitenruimte. Deze overgangen dragen bij aan een open klaslokaal waardoor er veel frisse lucht het lokaal in kan. De buitenruimtes worden veel gebruikt als verlengstuk van het lokaal en als plek om te spelen. Vaak zijn deze scholen gebouwd uit hout. Edward Wilson, een onderzoeker uit Australië heeft in 2018 onderzoek gedaan naar het verschil in productiviteit en geluk tussen houten gebouwen en gebouwen die gemaakt zijn uit een ander materiaal. (Workplaces: Wellness + Wood = Productivity) Het onderzoek wijst uit dat mensen beter presteren en gelukkiger zijn in zichtbaar houten gebouwen. Het is dus eigenlijk een logische keus om een school van hout te maken en dit zichtbaar te houden. Bij Fins onderwijs wordt er veel aandacht gegeven aan beweging en spelen tussen de lessen door. De beweging tussen de lessen en het buiten zijn resulteert in een kind dat na 15 minuten weer met nieuwe energie het klaslokaal in gaat. In de Finse scholen zijn specifieke lokalen, zoals muzieklokalen, vaak los van overige lokalen gebouwd. Voor muziekles moet je net zoals bij gymnastiek, lopen naar het lokaal. Deze beweging en verandering van omgeving stimuleert het kind. Het zal frisser aan de les beginnen. Deze onderwijsmethodiek en flow binnen en buiten de school inspireert mij. De Finse bevolking is in Maart 2021 weer uitgeroepen tot de gelukkigste mensen op aarde. Unicef publiceerde een artikel op 31 maart 2021 waarin onder andere is opgenomen dat de Finse mensen

Buitenwereld

Het onderzoek dat ik heb uitgevoerd naar verschillende type scholen, heeft mij geholpen bij het maken van een concept. De kern van dit concept is dat door een actief binnen-en buitengebouw te ontwerpen kinderen meer buiten zijn waardoor ze beter presteren, gezonder en gelukkiger zijn. Met dit concept maak ik een gezonde school waar kinderen spelend, bewegend, buiten en lerend hun tijd doorbrengen. De binnen-en buitenruimte integreer ik in de architectuur. Lesgeven wordt dynamischer door extra ruimte, ruimte om te bewegen, bewegend les te geven, buiten les te geven. De schets bovenaan de pagina geeft de traditionele en de gezonde school weer. Bij de traditionele school gebeurt alles, behalve buiten spelen, binnen. De onderste schets is mijn conceptschets voor de school. Er is binnen en buiten, maar de belangrijkste ruimte is de tussenruimte. De tussenruimte is de plek waar je zowel binnen en buiten bent, een plek waar je alle voordelen van het buiten zijn hebt, maar ook de gemakken en het comfort van binnen. Deze ruimte ga ik ontwerpen, activeren en gebruiken om tot een gezonde school te komen. De binnen- en buitenruimte integreer ik in de architectuur. Lesgeven wordt dynamischer door extra ruimte, ruimte om te bewegen, bewegend les te geven, buiten les te geven. 37


WOORDWEB

Schooltuintjes

De gezonde school

Natuurspeeltuin Frisse

Spelen in natuurlijke omgeving

Groen / blauw daken Stimuleert biodiversiteit Vergroten van hoeveelheid groen in de stad Groen Ruimte voor terugtrekking leerling Optimaal leerklimaat

Materiaalgebruik

GEZONDE

Licht Natuurlijke ventilatie

Bewust gebouw

Lage temperatuurverwarming

Overstekken WKO

Zonnepanelen

Passieve duurzaam

Butterfly effect - bewust opgroeien Grijswatersysteem - gebruik en hergebruik water

Goede waarde

Permeabele bestrating gebruik duurzame materialen Aangesloten op stadsverwarming

Vanuit mijn onderzoek heb ik zes pijlers gedefinieerd die samen het uitgangspunt voor ‘de gezonde school’ vormen. Dit woordweb dient als basis voor de verdere uitwerking van de school. Elke pijler is vervolgens verder opgesplitst in kernpunten die mogelijkheden laten zien voor het gebouw.

Er was een manier van wonen, verzorging en lesgeven ontwikkeld om zieke kinderen gezonder te maken. In de gezonde school krijgt buiten lesgeven een nieuwe invulling die past in de huidige maatschappij en stad. Een gezonde school moet voldoende buitenruimte hebben die idealiter aan de lokalen verbonden zijn. Doordat kinderen veel frisse lucht krijgen blijven ze actiever. Doordat de buitenruimte dichtbij is, zijn momenten met frisse lucht ook tijdens en tussen de lessen mogelijk.

De eerste pijler is: een groene omgeving. Groen is altijd goed. Groen bij een school heeft een aantal doelen. Door een deel van de school of het schoolterrein groen te maken, denk hier bijvoorbeeld aan een natuurspeeltuin met water of schooltuintjes, worden de kinderen bewust van flora en fauna. Bewustwording is een van de uitgangspunten die Henk Oosterling nastreeft in zijn onderwijsmethode. Groen reduceert ook hittestress in de steden en is rustgevend. Daarnaast leren kinderen, ontdekken en spelen in het groen. Het is belangrijk om een omgeving te bieden waar kinderen grenzen kunnen opzoeken, kunnen vallen en weer opstaan. Een groene omgeving is hier uitermate geschikt voor.

De derde pijler is: Beweging. Beweging maakt kinderen gezonder en fitter. Uit het onderzoek kwam naar voren dat beweging tussen de lessen door in Japan en Finland wordt ingezet als een moment om te ontladen en weer op te laden voor de volgende les. Op Nederlandse scholen spelen en bewegen kinderen natuurlijk in de pauze, maar hoe kunnen we dit bewegen maximaliseren? Dit is bijvoorbeeld te bereiken door anders te kijken naar de routing in het gebouw. In een gezonde school krijg je niet alle lessen in 1 lokaal, maar zijn er in de school specifieke lokalen die door alle klassen gebruikt kunnen worden. Als de klas gebruikt wil maken van 1 van deze lokalen moet je er

De tweede pijler is: Buitenruimte. Nederland had een rijke traditie van buiten lesgeven met de openluchtscholen. 38


lucht moment - oppepper van het brein Buiten leren Buiten spelen Lucht Licht

Buiten zijn

Buiten

E SCHOOL

Bewegend leren Bewegen

Routing Alles te bereiken via buitenlucht

Houtbouw

Licht bouwen = weinig beton in fundering Duurzaam CO2 opslag

mheid

e

Routing

Hernieuwbaar natuurproduct

thermische Prefab systeem = weinig afval

Vochtregulerende werking gebruikers zijn gelukkiger

heen lopen en vind er beweging plaats. Daarnaast zorgen speelse trappen en hellingbanen voor de nodige extra beweging.

eigen pijler waard is. Hout is een hernieuwbaar materiaal, wat er uiteindelijk voor zorgt dat we CO2 neutraal kunnen gaan bouwen; van ontwikkeling tot gebruik. Houtbouw zorgt voor een gezond gebouw. Het zorgt, in een school, voor een hoog comfort in de lokalen. Ook hier geld het Butterfly- effect: het gebouw waar de kinderen deels mee opgroeien moet een voorbeeld voor de kinderen zijn. De kinderen moeten het vanzelfsprekend gaan vinden en ervaren dat leskrijgen in een houten gebouw fijn is. Met deze ervaring zullen de kinderen bewuster opgroeien en in de toekomst mogelijk weloverwogen keuzes maken als het gaat om gebruik van (bouw)materialen.

De vierde pijler is: Een bewust gebouw. Een bewust gebouw kun je bereiken met hele concrete aspecten die bijdragen aan een duurzaam gebouw; grijs watersystemen, groendaken, duurzame materiaalkeuzen, energie uit hernieuwbare bronnen, etc. Maar een bewust gebouw is meer dan alleen een duurzaam gebouw. Door al deze duurzame aspecten zichtbaar en inzichtelijk te maken voor kinderen kan hun interesse worden gewekt. Het ultieme doel is dat alle duurzame keuzes bijdragen aan het butterfly effect: de school geeft het goede voorbeeld, maakt kinderen bewust en die kinderen geven weer het goede voorbeeld door aan de volgende generatie. Uiteindelijk zorgt een bewust gebouw voor een duurzame toekomst van mensen, maar ook voor een betere en prettiger leefomgeving.

De laatste pijler is: Optimaal leerklimaat. Een optimaal leerklimaat is een abstracte term. Het kind moet zich comfortabel voelen in de school. Het moet niet te warm of te koud zijn, er moeten werkplekken zijn die passen bij de activiteit, rust en reuring moeten in balans zijn, het moet uitdagen maar ook veilig zijn. Deze pijler wordt op alle scholen nagestreefd. De andere vijf pijlers van de gezonde school dragen allemaal een extra steentje bij aan het optimale leerklimaat voor het kind.

De vijfde pijler is: Houtbouw. Bouwen in hout zou je kunnen scharen onder pijler bewust gebouw. Dit is, in mijn ogen, echter een zo belangrijk aspect dat het een 39


INHOUD NAAM HOOFDSTUK subchapterone 67 subchaptertwo 88 subchaptertreetreetree 66 subchapterfooooouuuuuuur 66 subchapterfive 66

ONTWERPPROCES Basisschool


INHOUD ONTWERPPROCES Volumestudie 42 Functieverdeling 46 Architectonische uitwerking & ontwerpbeslissingen 48 Plattegronden Onder het dek als speelplek Het speelplein Op het groendek - een plek om te spelen Het concept in plattegrond Klaslokaal 74 Houten gevel 94 Gezonde & Bewuste uitgangspunten 96

41


VOLUMESTUDIE

Uitgangspunten analyse vertalen in volume 3 gebouwen - 3 losse gebouwen - Volgt niet de rooilijn - Geen samenhang tussen gebouwen

U - Zeer massief volume - Schaal van het kind mis ik - Pakt rooilijn van de straat niet volledig op - Geen hoogte accent

Volume masterplan - Zeer massief volume - Schaal van het kind mis ik - Pakt rooilijn van de straat op

3 gebouwen op verhoogd maaiveld - 3 losse gebouwen - Kleinere schaal, prettig voor kind - Pakt rooilijn van de straat niet op - De gebouwen zijn opzich de accenten

BG + 3 gebouwen - 3 losse gebouwen op een BG - Kleinere schaal, prettig voor kind - Pakt rooilijn van de straat op - Hoek accenten aanwezig - Ruimte voor spelen

De stedenbouwkundige analyse heeft voor deze volumestudie geleid tot de volgende essentiële aandachtspunten: - hoogte van de bebouwing; - hoekaccenten; - bouwen op de rooilijn; - terugliggende volumes die niet gepositioneerd zijn op de hoeken; - mogelijke publieke functies in de plint. Op basis van deze aandachtspunten heb ik verschillende varianten gemaakt. De varianten voldeden aan verschillende van de genoemde aandachtspunten.

42

De massa die uiteindelijk het best aan de genoemde aandachtspunten voldeed is een variant met op elke hoek een hoogteaccent die qua hoogte overeenkomen met de hoogtes die in de omgeving gebruikt worden. Deze variant staat op de rooilijn en vult het bouwvlak aan de straatzijde, hierdoor kan het stratenpatroon en het straatpatroon gemaakt kan worden zoals in het volledige masterplan van de Weespertrekvaart.


Trap - 1 groot gebouw - Volgt de rooilijn - Geen hoogteaccenten - Speels effect heeft het dak, hoe te gebruiken? Terug liggende hoekaccenten - BG met 3 hoek accenten terugliggend - BG wordt dominant, niet gewenst - Volgt rooilijn

Terug liggende hoek accenten - BG met 3 hoek accenten terugliggend - BG wordt dominant, niet gewenst - Volgt rooilijn

3 gebouwen met verbindend dak - 3 losse gebouwen met verbindend dak - BG ruimte voor spelen en interactie tussen gebouwen - Grote volumes - Wat heeft het dak voor nut?

Maximaal uitvullen - doorlopende BG - Binnenplaats wordt gecreert - Binnenruimte privé of openbaar? - Hoekaccenten - Gebouw volgt rooilijn

3 gebouwen met plint - 3 gebouwen met plint - Volgt de rooilijn - Samenhang tussen gebouwen, vorm nader uit te werken

3 gebouwen met verhoogde verbinder - 3 gebouwen met verhoogde plint - Volgt de rooilijn - Ruimte onder verhoogde verdieping voor spelen en buiten les - Samenhang tussen gebouwen, vorm nader uit te werken

43


De maquette op de rechterpagina sluit het beste aan op de gestelde randvoorwaarden. Voor wat betreft hoogte wordt het masterplan gevolgd. Het gebouw heeft hoekaccenten, het staat op de rooilijn en vult het bouwvlak uit. Het heeft aan de binnenzijde zachtere, meer ronde vormen dan de buitenzijde. Met dit bouwvolume kunnen meer functies in het gebouw komen dan alleen de school. Meer functies betekent meer mensen en bekendheid. Hierdoor kan het gebouw een functie in de wijk krijgen. De functie van buurthuis waar bijvoorbeeld de knutselclub in het weekend een plekje heeft maar ook de schaakclub op dinsdagavond en EHBO-cursussen gegeven kunnen worden.

Op de bovenstaande foto is de vervolgstudie op de eerste massastudie te zien. In deze studie zijn de aandachtspunten en zelf gestelde criteria die voortkwamen uit het stedenbouwkundig onderzoek betrokken, maar ook is er in hoofdlijnen rekening gehouden met de gebruikers. De hoogte van de gebouwen is gerelateerd aan de omgeving en aan de hoeveelheid programma. Het gebouw volgt de hoogtes uit het masterplan. De ontwerpcriteria en uitgangspunten zijn als volgt: - Het gebouw volgt de rooilijn van de kavel aan de straatzijde. - Het gebouw heeft een verbinder waarmee de 3 gebouwen verbonden zijn. - Binnengebied; heeft het dezelfde uitstraling als aan de straatzijde? - De hoofdvorm van het gebouw aan het binnengebied is anders dan aan de straatzijde. Aan de straatzijde is alles recht en hoekig, aan het binnengebied is het ronder en vriendelijker voor de kinderen. De buitenkant volgt de rooilijn, en de rooilijn komt voort uit het grid van het masterplan.

Met dit volume wordt ten oosten van het gebouw een afgebakend speelplein gecreëerd voor de kinderen. Het gebouw zorgt voor een buffer tussen de weg en het speelterrein. Ten westen van het speelterrein loopt een voetgangerspad met daar achter water. Hier moet een oplossing voor komen om te voorkomen dat kinderen weglopen of in het water terecht komen.

44


45


School Gedeelde ruimte, deels gebruikt door school deels door derde partij (dubbelgebruik) Ruimte die niet gebruikt wordt door de school

Gebouw A

Gebouw B

Gebouw C

Het gebouw bestaat uit drie losse gebouwen die verbonden zijn met een dek op de eerste verdieping. In deze drie gebouwen zijn verschillende functies ondergebracht. Het montessorionderwijs heeft drie ‘bouwen’. In deze drie bouwen zijn de verschillende klassen onderverdeeld. Elk gebouw symboliseert en huisvest een ‘bouw’. De kinderen groeien van bouw naar bouw en daardoor ook van gebouw naar gebouw. De lokalen en ruimtes van de school zijn donkerblauw gekleurd. Alle klaslokalen zijn op de eerste en tweede verdieping gesitueerd. Het dek is volledig voor gebruik van de school, het dek is de verbinder van de school. Alle drie de gebouwen komen uit op het dek, hierover lopen de kinderen. Via het dek gaan de kinderen naar beneden naar het speelplein, maar ook van gebouw naar gebouw. Beweging is een belangrijke pijler bij de gezonde school. Dit wordt gestimuleerd door verschillende functies in de drie gebouwen toe te passen waardoor er van gebouw naar gebouw gelopen moet

worden. Het dek is van alle drie de gebouwen, het is het ‘buitenhart’ van de school. De lichtblauwe verdiepingen zijn ruimtes die voor wat betreft gebruik gedeeld worden door de school en door derden. Door een dubbelfunctie te creëren ontwikkel je inkomsten en optimaal gebruik van het gebouw. De gymzaal wordt overdag gebruikt door de school en in de avond bijvoorbeeld de badmintonclub. De witte verdiepingen worden niet door de school gebruikt. Deze behoren andere gebruikers toe.

46


Gebouw A

Gebouw B

Gebouw C

In de bovenstaande schema’s is te zien hoe de verschillende functies zijn verdeeld over de drie gebouwen. Elk gebouw huisvest een deel van de school. Naast de school zijn er meer functies.

brengen hun kinderen naar school en kunnen hier vervolgens bijvoorbeeld een kop koffie halen, zomaar of voor onderweg naar het werk. Ook ‘s middags, voor het afhalen van de kinderen, kunnen ze daar zijn. Eveneens op de begane grond is de aula met podium van de school gepositioneerd. In gebouw B zit op de eerste en tweede verdieping de bovenbouw, (derde bouw) van de montessorischool. Op de derde verdieping zijn multifunctionele klaslokalen zoals een muzieklokaal en natuurlokaal gepositioneerd en op de vierde verdieping de gymzaal.

Gebouw A huisvest op de begane grond een fietsenstalling en kinderdagverblijf. Op de eerste en tweede verdieping is de eerste bouw van de montessorischool gesitueerd. Dit is voor de jongste kinderen. Dit gebouw heeft de grootste afstand tot de kruising en heeft dus de meest rustige ligging. Dit is de belangrijkste reden om de jongste kinderen hier te huisvesten. Op de derde verdieping heeft de schoolbibliotheek een plek en daar zijn ook de docentenkamers. Gebouw B staat aan het kruispunt. Dit is de meest prominente plek. Hier komen de meeste mensen langs, te voet, met de fiets of met de auto. Op de begane grond is een werkcafé. De locatie is uitstekend. Ouders

Gebouw C huisvest op de begane grond een fietsenstalling van de school en verhuurbare ruimtes. Deze verhuurbare ruimtes kunnen los van elkaar verhuurd worden en hebben eigen voordeuren. Op de eerste en tweede verdieping heeft de middenbouw van de montessorischool haar plek. Op het dak van gebouw C zijn de schooltuintjes van alle klassen. 47


SITUATIE

GS

Ed

uca

tion alV ers

ion

Schaal 1:500

ion

ion

Edu

GS

cat

ers alV


In deze tekening is te zien hoe het gebouw op de locatie staat. Aan twee kanten omsloten door een weg, aan de westkant door een groenstrook met water en een wandelpad. Het water is de oude slotgracht van de Bijlmerbajes. Ten zuiden van de school zijn twee rijwegen, ten oosten één. De hoofdrouting gaat van west naar zuid. Aan de oostkant van de school zal meer autoverkeer zijn. Ten noorden van de school bevindt zich de natuurspeeltuin, deze is voor iedereen toegankelijk. In de gezonde school wordt beweging gestimuleerd maar dat beperkt zich niet tot het schoolgebouw of schoolterrein. De natuurspeeltuin is in het weekend en vakanties toegankelijk voor iedereen. Via een hellingbaan of trap kom je op het dek van de eerste verdieping. Deze verdieping is volledig van de school. Alle kinderen moeten in de ochtend via deze weg naar hun lokaal lopen, de dag wordt begonnen met beweging. Het dek op de eerste verdieping is volledig groen met een permeabele bestrating en waterbuffer. Het dek is een speelplek van de school, hier staan een aantal toestellen waar de kinderen van gebruik kunnen maken. Er zijn plekken waar je kunt spelen, maar ook plekken waar je je met andere kinderen kunt terugtrekken. De drie daken van de gebouwen worden voorzien van een groendak met waterbuffer. Twee van de drie daken hebben zonnepanelen op het dak. Deze daken wekken energie op voor de school. Gebouw C, het onderste gebouw op de kaart, heeft schooltuintjes op het dak. Gebouw C is het laagste gebouw van de drie, vanuit de andere gebouwen heb je dus uitzicht op de schooltuintjes. De schooltuintjes zijn voor alle leerlingen. De bedoeling is dat leerlingen zorg dragen voor hun tuintjes, geduld leren hebben voor het groeiproces zodat ze uiteindelijk zichtbaar en soms ook proefbaar resultaat hebben. De schooltuintjes kunnen we onder de volgende pijlers plaatsen: de bewuste school en groen. Groen is goed voor flora en fauna in de stad. Het is een onderdeel van de bewuste school, kinderen zijn zelf verantwoordelijk voor hun tuin.


7

8 00 1.0

6 00 3.0

L

5 00 2.0

00 3.0

4

K

00 3.0

00 2.5

00 22.3 00 3.0

3 2

J

00 3.0

00 2.5

1 00 3.0

I

00 2.5

H

00 2.5

G

00 2.5

F

00 32.0 00 2.5

E

00 2.5

D

00 5.0

C

00 5.0

B

00 2.5

A

0

4.000

F

E

4.000

4.000

E

D

6.000

19.800 6.000

24.900

D

C

6.000

6.000

1.200

1.200

C

B

B

A

A 2.000

1

3.500

2

3.500

3

3.500 22.300

4

3.500

5

3.500

6

3.500

7

50

1

2

3.500

3

3.500 20.400

4

3.500

5

3.500

6

1.150

7

8


Ontwerpbeslissingen Begane grond + speelplein

Begane grond Gebouw A (Gebouw Noord). - Kinderdagverblijf - Kinderdagverblijf heeft binnen & buiten een speelplek voor zichzelf. - Fietsenstalling Gebouw B (Gebouw Zuid-Oost). - Café op de hoek - Aula - Multifunctionele ruimte voor vergroting aula of vergroting café Gebouw C (gebouw Zuid-West). - Fietsenstalling - Verhuurbareruimtes

Het schoolterrein is van drie kanten te benaderen. Aan de rechterkant tussen gebouw A&B bevindt zich de hoofdentree, aan de onderkant tussen gebouw B&C kun je het terrein op, en aan de linkerkant tussen de trap en de hellingbaan in. Tussen de gebouwen in is een houten lattengevel, welke tijdens de lesuren afsluitbaar is waardoor de kinderen niet weg kunnen lopen.

In het noordelijk gelegen gebouw is het kinderdagverblijf gevestigd. Elk lokaal in het kinderdagverblijf heeft ruimte om te spelen, te verblijven en te slapen. Samen hebben ze een collectieve binnenspeelruimte en een collectieve begrensde buitenspeelruimte. In elk lokaal kan een pui worden opengezet. Hierdoor wordt het lokaal vergroot en spelen de kinderen buiten.

Het maaiveld is voor een school altijd belangrijk voor spelen en verzamelen. In het ontwerp van het maaiveld heb ik spelen als leidende factor gehouden. Mijn doel is dat het verblijf buiten en beweging terugkomt in het ontwerp. Tussen de gebouwen, onder het dek, kan overdekt gespeeld worden. Deze ruimte zal intensief gebruikt worden als het regent of als het heel erg warm is.

Het zuidwest gebouw huisvest de verhuurbare multifunctionele ruimtes. Deze hebben hun eigen ingang en buitenruimte. Deze ruimtes zullen worden gebruikt voor cursussen, vergaderingen en door bijvoorbeeld verenigingen. Te betreden van onder het dek is een fietsenstalling die door de school wordt gebruikt. Je kunt je fiets droog parkeren. Het zuidoost gebouw huisvest de aula van de school, een café en een multifunctionele deelbare ruimte tussen deze twee functies. Als de school een voorstelling binnen heeft, kan deze tussenruimte, met harmonicadeuren, erbij betrokken worden. Het café kan de ruimte gebruiken bij bijvoorbeeld partijen. De aula heeft een binnen/buiten theater. Afhankelijk van het weer kunnen de voorstellingen binnen of buiten worden gehouden. Het podium is een vast meubel wat ook in de pauzes goed gebruikt kan worden als zit- en speelplek.

Het plein is omsloten wat een veilig geborgen gevoel geeft, maar niet ingevuld. Hier kunnen kinderen zelf hun creativiteit gebruiken om te spelen. Geen standaard speelelementen, maar belijning op de grond en open ruimte voor interpretatie. Ten noorden van de school is een natuurspeeltuin, deze is door de opening in het talud toegankelijk. Hier kan gespeeld en ontdekt worden. Deze speeltuin is voor iedereen toegankelijk zodat er ook na schooltijd en in het weekend gebruik van kan worden gemaakt.

51


Hoofdentree basisschool

52


53


OVERDEKT SPELEN ONDER HET DEK Paraplukolommen als speelplek

Onder het dek tussen de gebouwen in is een plek om te spelen en te verblijven. De hoofdentree komt uit onder dit dek. Als je het schoolterrein op komt, sta je droog en kun je vanaf hier droog maar wel buiten naar je lokaal. De wereld onder het dek is heel anders dan de rest van het gebouw. De constructie in het gebouw bestaat uit houten kolommen en liggers, onder het dek zijn het paraplukolommen. Ik heb de constructie zo ontworpen dat het een plek van spelen en verwonderen kan zijn. De kinderen kunnen rond de kolommen rennen en hun eigen spel verzinnen. Het bos van kolommen zorgt voor speels effect met daarbij een zichtbare houten constructie. Onder het dek aan gebouw B vast (rechter gebouw) is het buitenpodium. Voorstellingen van de school kunnen hier gegeven worden. De stoelen uit de aula kunnen naar buiten en dan is er een volwaardig theater onder het dek. In de schema’s zijn een aantal mogelijkheden geschetst hoe de kolommen en de ruimte die daarmee wordt gecreëerd, benut kunnen worden.

Spelen tussen en om kolommen

54


Hutten bouwen

Schommelen

55


56


57


De opening in het dek zorgt voor lichtinval op het maaiveld. Door de opening groeit een boom. De boom wordt op twee manieren ervaren, de stam op het maaiveld en de kruin op het dek. Vanaf het dek kun je met een glijbaan naar het maaiveld. 58


Onder het dek ervaar je de stam, en is het nog een stam in het woud van houten kolommen. De cirkel op het maaiveld definieert ruimte, het is een plek onder de opening waar licht doorheen komt. De verhoging is een plek waarop gezeten en gespeeld kan worden. 59


In deze tekening is te zien dat op het dek en onder het dek gespeeld kan worden. Het dek is een groendek waar planten groeien met daaronder een waterbuffer welke gebruikt wordt voor het grijswatersysteem. In de opening in het dek is een glijbaan van het dek naar het maaiveld. De opening zorgt voor een visuele verbinding waardoor de kinderen elkaar kunnen zien. Ter plaatse van deze opening zal gespeeld worden. Je kunt je vriendjes of vriendinnetjes boven of onder zien, je kunt

naar elkaar roepen en de glijbaan zorgt ervoor dat je naar elkaar toe kunt. Vanonder het dek moet je weer via de hellingbaan terug naar boven naar het dek toe om nog een keer met de glijbaan te gaan. Dit is een behoorlijke afstand, er wordt dus veel bewogen.

60


61


Het speelplein is omsloten door de gebouwen en het talud. Het speelplein is hiermee veilig en overzichtelijk voor de docenten.

lift nodig. Op het dak van gebouw C (het lage gebouw) bevinden zich de schooltuintjes. Elk gebouw heeft specifieke lokalen of functies. Van gebouw C heeft het dak een specifieke functie, de schooltuintjes. Om hier te komen moet je via gebouw B de loopbrug gebruiken naar het dak. Kinderen uit gebouw C en A moeten dus van hun eigen gebouwen naar gebouw B lopen, naar de derde verdieping gaan en via de loopbrug naar de schooltuintjes gaan. Er vindt beweging plaats; dit is een van de belangrijke pijlers.

In de houten gevels zijn cirkels geplaatst op kinderhoogtes. Door deze cirkels hebben de kinderen op ooghoogte en op zithoogte direct zicht naar buiten. De cirkelvorm komt op verschillende manieren vaker terug in het ontwerp. Gebouw B en C zijn verbonden door twee loopbruggen. Door deze verbinding heeft niet elk gebouw een eigen 62


63


7 6 5

8

00 1.0

00 2.0

4

00 3.0

3

K

00 2.5

00 3.0 00 22.3 00 3.0

2 1

L

00 3.0

J

00 2.5

00 3.0

I

00 3.0

00 2.5

H

00 21.9 00 2.5

G

00 2.5

F

00 2.5

E

00 2.5

D

4000

F

E

4000

4000

E

D

6000

6000

19.800

24.900

D

C

6.000

6.000

1.200

1.200

C

B

B

A

A 2.000

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

22.300

1

2

3

4

5

6

7

64

1

2

3.500

3

3.500 21.000

4

3.500

5

3.500

6

1.150

7

8


Ontwerpbeslissingen 1e verdieping + Groendek

Dek

- Wateropslag t.p.v. het dek - Groendek, planten, struiken en gras groeit op het dek. - Speelmogelijkheid - Permeabele bestrating - Twee openingen in het dek tbv verticale verbinding, licht toetreding en opening voor boom groeien. - Hoofdtoegang tot school. - Plek om samen te komen - Randen aan straatkant voorzien van hoge begroeing tbv afscherming - Gericht naar plein - Twee zijdig toegankelijk, trap en hellingbaan.

1e verdieping

- Gebouw A, onderbouw - Gebouw B, bovenbouw - Gebouw C, middenbouw

spelen of liggen.

Het dek is te bereiken vanuit alle drie de gebouwen met een trap en lift. Eén trap in de buitenruimte en een hellingbaan leiden ook naar de eerste verdieping. Het dek is de verbinder van de drie gebouwen. Het dek wordt gebruikt voor verplaatsing tussen de gebouwen, maar ook als speelplek. Het is voor een belangrijk deel een groen dek. Dat is goed voor de biodiversiteit en het positieve gevoel van groen voor de gebruikers. Het groen helpt in de zomer ook tegen hittestress in de stad.

Belangrijke pijlers voor de gezonde school zijn beweging en buiten zijn. Dit is terug te zien in de benadering van de lokalen. Voordat je bij je lokaal bent heb je al enige inspanning achter de rug. Je begint de dag door naar school te komen. Als je je fiets hebt weggezet ga je via het schoolplein en de hellingbaan naar het dek. Via het dek ga je naar het gebouw waar je les hebt, op de 1e of 2e verdieping.

De onderbouw is ondergebracht in het noordelijk gelegen gebouw. Hier spelen de jongste kinderen in een eigen, afgebakende buitenruimte. Op het dek is een verhoging aangebracht met planten, de kinderen kunnen hier niet langs of doorheen.

De klaslokalen die grenzen aan het dek hebben een relatie met dit dek. Een klaslokaal heeft een eigen stukje buitenruimte. Als het weer het toe laat kan er les worden gegeven of worden gespeeld op het gras. Of op het randje zitten lezen met je voeten in het gras.

Op het dek staan in het groen een aantal klimtoestellen. Op het dek zijn speeltoestellen, op het speelplein op het maaiveld is dat niet het geval. Ik heb bewust voor deze verdeling gekozen. Op het maaiveld kunnen de kinderen zelf de ruimte invullen met spel. Langs de buitenranden van het dek, aan de kant van de weg, is hoge begroeiing. Hierdoor is het dek naar binnen gericht. De gebruikers zullen door deze afbakening meer naar het plein gericht worden. In het dek zijn twee gaten gemaakt. Beide gaten laten daglicht door naar het maaiveld onder het dek. Beide gaten zijn er ook om te spelen. Tussen gebouw A en B gaat een glijbaan door het dek. Tussen gebouw B en C zit er in het gat een net. De kinderen kunnen op het net 65


Traditionele school Fysieke overgangen tussen binnen / buiten

Fietsenstalling

Buiten spelen

Klas

De gezonde en de traditionele school. Zoals in mijn visie verwoord, ontwerp ik een gezonde school. Het geheel van de door mij geformuleerde zes pijlers zorgen samen voor een gezonde school. Een aantal van deze pijlers zijn terug te zien in de opzet van het gebouw.

gebouw veel in de buitenlucht en moet je bewegen. De pijlers ‘buiten’ en ‘beweging’ zijn geïntegreerd in het ontwerp. Soms is de beweging kort, bijvoorbeeld als je naar het toilet gaat. Soms is de beweging groot, bijvoorbeeld als je naar de schoolbibliotheek moet. Alle bewegingen vinden plaats in de buitenlucht.

In de traditionele school vindt de beweging vooral binnen plaats. Het is een compact en efficiënt gebouw, de bewegingen zijn beperkt en grotendeels vinden zij binnen plaats. Met dit gebouw wordt contact met de buitenlucht en beweging weinig gestimuleerd. Bij de gezonde school kom je door de opzet van het

66


Gezonde school Fysieke overgangen tussen binnen / buiten

Fietsenstalling Lerarenkamer

Muziek lokaal

Buiten leren

Buiten spelen

speeltuin

Klas

Schoolbibliotheek WC

Schooltuintje Gymen Aula

Natuurlokaal

67 GSEducationalVersion

natuurspeeltuin


De lokalen en het groene dek grenzen aan elkaar. De relatie tussen de lokalen en het dek wordt op verschillende manieren gemaakt. Op sommige plekken kun je vanaf het klaslokaal het dek oplopen, en op sommige punten is er een bank waarop de kinderen kunnen zitten. Aan de rechterkant is te zien hoe de kleuters buiten een

kringgesprek voeren, deels binnen en deels buiten.

68

De gebouwdelen die te zien zijn, zijn de buitenruimtes van de lokalen. Elk lokaal heeft een buitenruimte, deze gaat door tot de houten lattengevel. Deze buitenruimtes kunnen gebruikt worden om te leren, maar ook om te spelen.


69


Spelen op het dek

70


71


CONCEPT IN PLATTEGROND

= klaslokaal = Brede buitenruimte = Smalle buitenruimte

Deze schets geeft de ordening van lokalen weer. De positionering van de lokalen is bepaald door onderzoek en gekozen uitgangspunten. Enkele uitgangspunten die belangrijk zijn voor een gezond klaslokaal zijn voldoende frisse lucht en buitenruimte. Het daglichtonderzoek was tevens belangrijk bij de scharkering van lokalen. Elk lokaal moet voldoende daglicht krijgen. Op plekken waar teveel direct zonlicht komt, heeft de houten lattengevel plaatselijk een dichtere, dimmende structuur.

De houten lattengevel rondom heeft, afhankelijk van de locatie, soms een open en soms een meer gesloten karakter. De gevel is locatie specifiek. De uitgangspunten zijn bij elk gebouw hetzelfde. Door het verschil in vorm en oriëntatie zijn de gebouwen ten opzichte van elkaar onderscheidend in uitwerking.

Elk lokaal heeft een brede en smalle buitenruimte voor diverse functies. Elke verdieping heeft ook een collectieve ruimte waar de drie klaslokalen gebruik van kunnen maken. 72


Brede buitenruimte

Buiten werken

Buiten samenspelen

Smalle buitenruimte

Zelfstandig buitenwerken

Zelfstandig lezen

Buiten kringgesprekken

Buiten les over de natuur

Plek om je even terug te trekken

Direct zonlicht blijft in de zomer uit het lokaal

73

Plek om in tweetallen te schaken

Plek om te spelen, een tent!

Buiten schommelen

Buiten knikkeren

Sturing in zicht

Plek voor een bureau


7 6 5

8

00 1.0

00 2.0

4

00 3.0

3

K

00 2.5

00 3.0 00 22.3 00 3.0

2 1

L

00 3.0

J

00 2.5

00 3.0

I

00 3.0

00 2.5

H

00 21.9 00 2.5

G

00 2.5

F

00 2.5

E

00 2.5

D

4000

F

E

4000

4000

E

D

6000

6000

19.800

24.900

D

C

6.000

6.000

1.200

1.200

C

B

B

A

A 2.000

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

22.300

1

2

3

4

5

6

7

74

1

2

3.500

3

3.500 21.000

4

3.500

5

3.500

6

1.150

7

8


ducationalVersion

4000

E

6000

19.800

D

6.000

C

1.200

B A 2.000

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

22.300

1

2

3

4

5

6

7

Elk gebouw heeft per verdieping drie klaslokalen. Per verdieping zijn de klaslokalen een collectief, ze delen functies en ruimtes met elkaar. Als je met de trap de verdieping betreedt, kom je uit in de collectieve ruimte. Deze ruimte wordt gebruikt door alle drie de lokalen. Hier kan bijvoorbeeld in de zomer gebruik van worden gemaakt om in de schaduw te werken, maar ook vindt hier de schaakcompetitie tussen de klassen plaats. Aan de dichte wanden ter plaatse van de wc’s zijn klim-grepen bevestigd waardoor de kinderen kunnen klimmen. Hier wordt beweging en spelen gestimuleerd. In deze gedeelde ruimte hangt ook een schommel, en zijn er haken bevestigd in de houten balen om touwen en doeken aan te bevestigen om hutten mee te bouwen. Deze ruimte is dus multifunctioneel bruikbaar. Elk klaslokaal heeft zijn eigen entree. Je komt vanuit de buitenlucht direct je lokaal in. Er zijn geen gangen. Kinderen kunnen afgezet worden bij het lokaal of afgezet worden op de verdieping. Per lokaal is er een brede en smalle buitenruimte die gebruikt wordt. De brede buitenruimte is een extensie van het lokaal, hier kunnen de tafels heen verplaatst worden waardoor het een volwaardig klaslokaal is. De brede buitenruimte is te bereiken als de harmonicadeuren opengeschoven worden. Deze gaan volledig open en er is geen op-of afstap op de grond waardoor het geen moeite kost. In de zomer zorgt het overstek ervoor dat er geen direct zonlicht in het lokaal komt, wat oververhitting voorkomt. In de winter schijnt de zon onder het overstek door doordat de zon lager staat en schijnt de zon het lokaal in. Dit zorgt voor opwarming van het lokaal door zonlicht. 75


400

2600

3100

3500

0

1 ° 87

F

F

F 0

De uitlegtafel is een ronde tafel waaraan kinderen kunnen werken en uitleg kunnen krijgen. Deze tafel staat aan de binnenkant van het lokaal (niet langs de te openen pui aan de kopse kant) Doordat deze hier staat, zal deze vaak kunnen blijven staan. Als er binnen en buiten gewerkt wordt kunnen de kinderen hun eigen tafels door het lokaal verplaatsen. De uitlegtafel staat bij een wandkast, hierin zit het digibord verwerkt.

2900

Op de tekeningen hiernaast is een lokaal te zien met de daarbij horend wanduitslagen.

1

Uit het onderzoek van de montessorionderwijsmethode kwamen vier elementen naar voren die belangrijk zijn in het klaslokaal: het kleedje, de uitleg tafel, de openkast en de verplaatsbare tafels. Deze vier elementen hebben in mijn ontwerp een plek gekregen, hieronder een uitleg hoe dit samengaat in de gezonde school.

2950

INTERIEUR WANDUITSLAGEN

E

400

E

E

2600 2950 3500

In het lokaal zijn stoelen en banken waarop gezeten wordt. Het montessorionderwijs maakt echter ook gebruik van kleedjes, deze kleedjes van 80 bij 120cm kunnen kinderen neerleggen waar ze willen en hiermee hun eigen plekje afbakenen.

6.000

De dichte wanden in het lokaal zijn voorzien van kasten. Het grootste deel van deze kasten is open, hierdoor zien kinderen wat er in staat en kunnen ze het pakken. Uit mijn onderzoek is gebleken dat de open kasten onderdeel is van het montessoriprincipe. De opendelen is op kinderhoogte, vanaf de grond tot boven hun hoofd. Het hoogste deel van de kast is voor de docent, hier zitten ook deuren voor waardoor de kinderen weten dat dat niet voor hun is.

GSEducationalVersion

Er zijn verschillende plekken gecreëerd in het lokaal door vaste meubels. Er is een podium in het lokaal waar op gespeeld en geleerd kan worden. Je kunt hier op de grond zitten op een kleedje, maar je kunt er ook een tafel op zetten. Langs de lange glazenwand is een bank gemaakt. Op deze bank kun je als leerling zitten, ook kun je op de grond zitten en de bank of het podium gebruiken als tafel. De bank loopt ook buiten door, dus als het goed weer is kun je deze ook buiten gebruiken. In het montessorionderwijs is het belangrijk dat er plekken zijn waar kinderen zelf kunnen gaan zitten, dit is middels het podium en bank gemaakt.

C

C

C 1 1

1 GSEducationalVersion

GSEducationalVersion

0 400 2950 3100 3500

76

2600

Aan de muur zijn cirkels bevestigd, hier kunnen de kinderen in gaan zitten/liggen en bijvoorbeeld een boek lezen. De cirkel is een terugkerende vorm in het gehele gebouw.

D

D

D

4.000

3100

De tafels zijn verplaatsbaar, dit kan door de kinderen zelf gedaan worden, dit is een montessoriprincipe. De kinderen kunnen zelf de tafels naar buiten dragen als ze daar willen werken.


3500

3100 2950

2600

400

F E

E

D

4

F

3

D

C

Aanzicht naar te openen pui

3

4

2

0

400

2600

3100

2950

3500

0

C

2

3500

3100 2950

2600

400

0

4 4

4

3.500

3

2

GSEducationalVersion

77

2950

3

2600

3

400

Aanzicht naar te openen pui

3500

3.500

2

0

2

3100

2000


3.100

VLOEROPBOUW -vloerafwerking -cementgebonden dekvloer -dampdichte folie -isolatie -constructieve CLT vloer

v.004 b.k. verdieping

80

70

+11.080

900

250

400

400

v.002

+10.680 o.k. constructieve vloer

TWEEDE VERDIEPING 500

500

houten balklaag, afmetingen: 100mmx500mm

3.500

houten latten gevel, patroon: staande latten, h.o.h. 100mm kleur: blank gelakt [blind bevestigd op achterconstructie]

3.100

geisoleerde glazen vouwwanden

metaaldraad tbv doorvalbeveiliging

VLOEROPBOUW -vloerafwerking -cementgebonden dekvloer -dampdichte folie -isolatie -constructieve CLT vloer

b.k. verdieping

900

250

400

400

80

70

+7.580

+7.180

500

500

EERSTE VERDIEPING

16.220

o.k. constructieve vloer

1.850

houten latten gevel, patroon: staande latten, h.o.h. 100mm kleur: blank gelakt [blind bevestigd op achterconstructie]

houten balustrade spijlen, afm: 50x50mm [blank gelakt]

3.500

DAKOPBOUW -vegatatie -substraat -filterlaag -drainage -bitumineuze dakbedekking -isolatie op afschot [16mm/m1] -drukvaste isolatie -constructieve CLT vloer

b.k. balustrade

1.000

+5.330

b.k. daktuin

+4.330 afschot 16mm/m1

80 250 900

1.150

250

400

400

650

+4.080

70

400

250

b.k. verdieping

+3.680

500

v.001

3.680

4.080

BEGANE GROND

500

500

500

o.k. constructieve vloer

De overgang van het klaslokaal naar hun buitenruimte moet zo soepel mogelijk verlopen. Er mag geen obstakel zijn om hem niet te gebruiken. De onderrail van de harmonicapui is opgenomen in de vloer waardoor ook de kleinste kinderen geen moeite hebben om naar buiten te gaan. VLOEROPBOUW -vloerafwerking -cementgebonden dekvloer -dampdichte folie -isolatie -constructieve betonvloer -drukvaste XPS isolatie

Het materiaalgebruik loopt van binnen naar buiten door, hierdoor voelt het als dezelfde ruimte. funderingsstroken

peil = 0

70

100

250 450 200

-1.100 o.k. fundering

78

550

30

70 250

450 200

1.100 1.100

550

30

100

±0


Afbeelding 21. DS Nursery Ibaraki Japan

Dit is een referentiebeeld wat mij inspireerde. Dit is een kinderdagopvang in Ibaraki Japan. In dit lokaal kunnen drie van de vier wanden open waardoor je bijna helemaal buiten zit. De kinderen hebben alle voordelen van frisse lucht en daglicht maar ook het comfort van alles binnen handbereik hebben. Je kunt je voorstellen dat de kinderen na hun lunch gelijk naar buiten rennen. Deze ‘vanzelfsprekendheid’ in binnen/ buitenruimte vind ik inspirerend.

79


De harmonicadeuren van het klaslokaal zijn opengeschoven waardoor de klas verlengd wordt met de buitenruimte. De kinderen spelen buiten, ze spelen met een schommel die bevestigd is aan één van de houten liggers. Of de kinderen kijken naar buiten door één van de cirkels in de gevel. Ouders kunnen hun kinderen tot verschillende plekken brengen. Bij de jongste kinderen kunnen de ouders mee tot het

80


lokaal, en ze uitzwaaien door de glazen pui. Bij de oudere kinderen kunnen de ouders hun kinderen op het dek afzetten. Die nemen zelf de trap naar hun lokaal. De oudste kinderen vinden hun weg vanaf het schoolterrein uiteraard zelf.

81


De smalle buitenruimte van het lokaal. Deze ruimte wordt meer individueel gebruikt, bijvoorbeeld om te lezen, je even terug te trekken of in tweetallen samen te werken.

82


83


GEBRUIK VAN DE RUIMTE

Glazen deur voor transparantie en zicht op toiletten Kast voor opbergruimte Ieder kind heeft eigen kastje voor jas, tas en schoenen op te bergen. Binnen worden sloffen gedragen Vast meubel, ruimte om te lezen en te spelen

Kast voor opbergruimte Tafel in kast, ruimte om samen te werken of individueel.

Ruimte in kast om harmonicadeur in op te bergen

In een klaslokaal leren de kinderen, maar ze spelen er ook (wat feitelijk ook leren is), ontmoeten, lezen, schaken, knutselen en nog veel meer. Een lokaal moet dus divers inzetbaar zijn en ruimte bieden voor meerdere activiteiten tegelijkertijd. Eén klaslokaal bevat kinderen uit drie groepen. De ruimte heeft dus plek nodig waar een docent kinderen zelfstandig

84

kan laten werken en tegelijkertijd aan een andere groep instructie kan geven. In dit lokaal zijn verschillende zones. Je kunt zelfstandig in één van de wandmeubels werken, spelen of lezen. In een groep werken aan de ronde tafel, in kleine groepjes aan de andere tafels, of op je kleedje op de grond. En, dit kan binnen en buiten. De stoelen en tafels kunnen flexibel gebruikt worden, zowel binnen als buiten, of de kinderen kunnen op het


Vast meubel, boekenkast

Plek om in tweetallen te buiten te spelen/leren

Bank buiten om te zitten, even terug te trekken en te concentreren of op te laden

Buitenruimte is verlengstuk van lokaal, kan gebruikt worden voor collectieve of individuele lessen en te spelen

buitenbankje gaan zitten. Het gebruik van de beschikbare ruimten, binnen en buiten, is dus divers.

85


MATERIALISATIE

Afbeelding 22.

Het voornaamste materiaal is hout, hiervan zijn de meubels, bankjes rond de ramen, constructie en wanden gemaakt

Afbeelding 23.

De vloer is een lichtgrijze anhydriedvloer. Deze is strak kleurt goed bij het hout en is eenvoudig schoon te maken. Door de vloerverwarming is het een aangename speelbare vloer

Voor de lokalen gebruik ik in de basis twee soorten materialen. Er is veel hout te zien in het lokaal: de meubels, liggers, kolommen en wanden. Het tweede soort materiaal dat overduidelijk aanwezig is, is de vloer. Hier pas ik een lichtgrijze anhydriedvloer toe. In deze vloer is de vloerverwarming verwerkt. Het oppervlakte van deze vloer is stevig, slijtvast en goed te reinigen. De houten onderdelen en de lichtgrijze vloer vormen samen de basis van het lokaal.

woning. In een kantoor of woning moet de ruimte af en ingericht zijn. Deze ruimtes worden in principe niet vaak veranderd. Hierdoor beschouw ik deze ruimtes als een schilderij: het is af en je hoeft er niet veel aan te veranderen. Een klaslokaal beschouw ik als een blanco canvas. Ik geef het lege klaslokaal een ‘rustige’ basis door het gebruik van de materialen en kleur zoals ik die hiervoor omschreef. De kinderen zorgen vervolgens voor de dynamiek want zij vullen het lokaal, de ruimte, met steeds wisselende kleur, tekeningen en knutselwerken. Alle aandacht zal kunnen gaan naar de producten van de

Ik benader een klaslokaal anders dan een kantoor of 86


Afbeelding 24.

Afbeelding 25.

De kozijnen zijn antraciet, dit is een mooie tegenhanger in kleur t.o.v. het hout

kinderen. Er ontstaat een dynamisch geheel wat niet te druk of te saai wordt.

87


CONSTRUCTIE

Dubbele liggers

2 wanden met daar tussen isolatie t.b.v. akoestische onderbreking

CLT vloer, met daarop anhydrietvloer

Knip in afwerkvloer t.b.v. thermische ontkoppeling & verdiepte onderrail van harmonica pui t.b.v. drempelloze overgang

De constructie is volledig van hout. Dit is onderdeel van mijn visie op de gezonde school. Houtbouw heeft een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van traditionele betonbouw zoals bijvoorbeeld: - CO2 opslag in plaats van uitstoot; - Vochtregulerende werking; - Thermisch slechte geleider dus weinig verliezen; - Licht bouwsysteem waardoor met een minder zware fundering kan worden gewerkt; - Snel bouwsysteem.

In een school brengt houtbouw echter ook uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van akoestiek. Ik heb tussen alle lokalen een akoestische onderbreking gemaakt omdat er weinig massa tussen de lokalen zit die het geluid tegenhoudt. Deze akoestische onderbreking is ook constructief van belang, de wanden zijn dragend. Ik heb ter plaatse waar twee lokalen elkaar raken een dubbele clt wand geplaatst welke los van elkaar staan met daartussen akoestische absorberende isolatie. Hierdoor is de akoestische overdracht tussen lokalen zeer beperkt. 88


Dubbele kolommen t.b.v. thermische ontkoppeling

Dubbele tussen liggers t.b.v. thermische ontkoppeling

Door dubbele liggers en kolommen te gebruiken is het mogelijk om de thermische lijn hiertussen te leggen. Ter plaatse van de gevel is tussen de liggers en kolommen isolatie aangebracht. De dubbele liggers en kolommen zorgen ervoor dat de constructie meer is dan alleen dragend, het wordt hiermee ook architectonisch. De ruimte tussen de liggers in het lokaal wordt bijvoorbeeld ook gebruikt voor verlichting. 89


INSTALLATIES

Gebruik van natuurlijke materialen Hout is vocht regulerend , zorgt voor optimaal klimaat Mechanische afzuiging door meubel naar achterliggende schacht Materiaal binnenkant kast: akoestische absorberend. In de winter: verwarming middels lage temperatuur vloerverwarming, gekregen door stadsverwarming Materiaal binnenkant kast: akoestische absorberend. Tussen liggers zijn de lichtbronnen gesitueerd

In de zomer: verkoelen door WKO installatie

Natuurlijke luchtcirculatie d.m.v. veel te open delen in gevel

Het gebouw is zo ontworpen dat met minimale inzet van energie en daardoor een beperkte omvang van de benodigde installatietechniek, een optimaal klimaat gecreëerd wordt. De passief duurzame ontwerpbeslissingen zorgen ervoor dat er geen oververhitting in de zomer ontstaat, zoals vaak het geval is in scholen. De buitenruimten welke uitsteekt ten opzichte van het lokaal fungeert als zonnescherm in de zomer. Hierdoor is het directe zonlicht in het lokaal beperkt tijdens de heetste dagen van het jaar.

Twee van de vier gevels zijn bijna geheel voorzien van glas. Daglicht stimuleert je om actief te blijven en vergroot je concentratie. Ik heb ervoor gekozen om veel daglicht toe te laten treden in het lokaal, maar dus zonder dat het in de zomer tot oververhitting leidt. De pui aan de kopse kant van het lokaal kan volledig geopend worden en in de langsgevel kunnen drie ramen open. Deze combinatie zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie. Frisse lucht is een belangrijk onderdeel in mijn visie op dit gebouw. Het houd je scherp tijdens 90


Natuurlijke ventilatie door ramen

Veel natuurlijk direct en indirect licht

Overstek zorgt voor geen direct zonlicht in lokaal in de zomer. Voorkomt extreme koelbehoefte Hemelwater wordt opgevangen en gebruikt voor grijswatersysteem

het werken en is gezond. Goede luchtverversing is bij veel scholen een probleem. Veelal wordt de oplossing gevonden in moeilijk per ruimte in te regelen en te beheersen systemen. De praktijk wijst uit dat de leerkrachten vaak toch het raam maar opendoen omdat dat eenvoudiger is.

op de grond te willen spelen, de kleuters het meest. Daar hebben ze alle ruimte en kunnen vrij bewegen. Dus de vloerverwarming en koeling bieden kinderen mogelijkheid om comfortabel op de grond te kunnen spelen.

De gehele school heeft vloerverwarming. De vloerverwarming verwarmt in de winter en koelt in de zomer. De WKO zorgt ervoor dat in elk jaargetijde het comfortabel is. Kinderen hebben de natuurlijke neiging 91


HOUTEN GEVEL

De houten lattengevel functioneert als balustrade en voor zicht en licht sturing. Gebouw A heeft rigide structuur in de lattengevel, lange lat en daarna weer gevolgd door een korte. De jongste kinderen hebben les in dit lokaal en voor de veiligheid is hier een wat meer dichtere gevel. De korte latten zijn 50mm diep, de lange latten 100mm diep. Onderling zijn de latten voor de stevigheid met elkaar verbonden. De dieptewerking creëert een schaduwspel op de vloer.

Gebouw B en C hebben een structuur waarbij er minder regelmaat zit in het gebruik van de lange en de korte latten. De korte latten dienen weer als balustrade, en de lange latten worden nu gebruikt om zicht te sturen en licht door te laten. De latten zijn hier ook onderling verbonden ten behoeve van de stevigheid.

92


Cederhout 100x50mm

Cederhout 50x50mm Onderling verbonden t.b.v. stabiliteit

Houten latten bevestigd aan vloer

Diepe latten t.b.v. stabiliteit, diepte en textuur in de gevel te creëren.

Lage latten vormen samen de balustrade

93


HOUTEN GEVEL

Deze tekening laat de uitsnede van de houten gevel zien. De houten lattengevel zorgt voor een fysieke afbakening tussen het gebouw en de ruimte daarbuiten.

van het dek. Dit zorgt voor een visuele verbinding. De doorlopende lijn is kenmerkend voor het gebouw en een gevolg van het dek dat zorgt voor fysieke verbinding tussen de drie volumes.

GSEducationalVersion

In alle drie de gebouwen functioneren de lage latten als balustrade. De hoge latten creëren een zichtbaar monolithische vorm. De hoge latten geven ook sturing in zicht en licht.

De lattengevel is het architectonische element dat van buiten het meest zichtbaar is. Ik heb ervoor gekozen om de latten voor de vloerranden door te laten lopen en ter plaatse van de dakrand de latten te stoppen waardoor er een beëindiging van de volumes is.

De balustrade loopt vanuit het gebouw door in de rand 94


De hoofdentree naar het schoolplein is gesitueerd op het maaiveld, onder het dek. In de lattengevels zijn delen van twee cirkels, een grote en een kleine, uitgespaard die samen de entree vormen. De kleine cirkel is bedoeld voor de kinderen. De cirkel komt op verschillende plekken in het gebouw terug als hoofdvorm. De cirkel is speels, zacht en uitnodigend. Eenmaal door de entree kom je onder het dek waar veel rechte lijnen en hoeken zijn. De ronde vormen zijn een mooie tegenhanger van deze strakke lijnen.

Basisschool Dek Lang - 0

1:50

95


GEZONDE & BEWUSTE SCHOOL Duurzame kernpunten van het plan

Duurzaamheid - Houten constructie - CO2 opslag. - Hernieuwbaar natuurproduct. - Vochtregulerend product, het houd de ruimte op een goed luchtvochtigheidspercentage . - Lichtere constructie zorgt voor lichtere fundering, wat resulteert in besparing van beton. - Heeft goede Thermische waarde, hout is isolerend. - Prefab bouwsysteem wat zeer weinig afval produceert. - Wateropslag voor gebruik van grijs watersysteem. - Permeabele bestrating, water kan direct terugvloeien naar grondwater. - Gebruik van duurzame materialen. - Groen/blauw daken . - Opwekken van energie op de daken. - Aangesloten op stadsverwarming. - Passieve duurzaamheid geïntegreerd in ontwerp. Overstekken t.b.v. blokken van direct zonlicht in zomer. - WKO Gezonde school - Stimuleert om te bewegen. - Buiten wordt er les gegeven. - Gebruik en bewegingen vinden veelal buiten plaats. - Door gebruik van schooltuintjes (moestuin) worden kinderen geleerd om te zorgen. Je proeft resultaat van de zorgzaamheid. - 3 gebouwen staan voor de groei als kind, je groeit van bouw naar bouw, elk gebouw heeft zijn eigen identiteit dat past bij de leeftijd van de kinderen . - Gymzaal staat in directe verbinding met buiten, je sport binnen/buiten in de buitenlucht. - Weer of geen weer, buitenspelen kan! op het schoolplein, onder het dek, per verdieping en per klaslokaal binnen/buiten. - Natuurlijke ventilatie. - Door de buitenschool worden de seizoenen intenser beleefd. - Er is geen verkeersruimte, alle ruimtes worden benut, en de bewegingen vinden via de buitenlucht plaats. Gezond om even buiten te komen. - Veel daglichttoetreding. - Spelen = Leren - Het lokaal nodigd uit tot continue beweging. - Ruimte om te rennen, in de stad zijn die plekken schaars. Gedeelde ruimte - Natuurspeeltuin is altijd en voor iedereen toegankelijk. De wijk kan hier altijd gebruik van maken. - Multifunctionele ruimtes, te gebruiken tijdens en na schooltijden. Eigen entrees en buitenruimte. - Coffeebar is een plek om samen te komen, of voor ouders om een koffie to go mee te nemen na het wegbrengen van hun kind.

96


97


CONCLUSIE Afstuderen

Met mijn afstuderen heb ik de kans benut om te werken aan een onderwerp wat mij zeer fascineert, namelijk een optimaal onderwijsgebouw voor het basisonderwijs. Het proces vanaf de start tot het einde is geen lineair proces geweest. Toen het proces vorderde en mijn visie scherper werd, veranderde het gebouw continu mee.

onderwijsgebouwen. Deze inspirerende projecten hebben samen met bovengenoemde referenties en principes, geleid tot de 6 pijlers voor een gezonde school die zijn voortgekomen mijn onderzoek naar gezonde scholen. De zes pijlers zijn: een groene omgeving, Buitenruimte, Beweging, een Bewust gebouw, houtbouw en een optimaal leerklimaat. Deze zes pijlers hebben centraal gestaan bij het ontwerpen van het gebouw.

De uitdaging die ik mijzelf stelde met dit afstudeeronderzoek was het ontwikkelen van een concept voor een montessorischool waar bewegen en buitenzijn centraal staat op een binnenstedelijke locatie in Amsterdam.

Naast de uitgangpunten die voorkomen uit het onderzoek naar onderwijs. Draagt ook de stedenbouwkundige analyse bij aan de uiteindelijke verschijningsvorm van de school. Het stedenbouwkundig plan kenmerkt zich door een rigide grid met brede straatprofielen met veel groen. In dit grid zijn de kruispunten belangrijk. Doormiddel van hoekaccenten op de hoeken worden de kruispunten gemarkeerd. Het plot voor de basisschool heeft 3 hoekpunten. Op deze drie hoekpunten zijn 3 hogere volumes geplaatst. Deze drie gebouwen symboliseren de drie ‘bouwen’ die er in het montessorionderwijs zijn en zijn onderling verbonden met een dek. Door het dek sluit het volume van de school aan bij het principe wat in de rest van de wijk wordt gehanteerd; een basement met daarop hoekaccenten.

In het verleden is in Nederland geëxperimenteerd met architectuur en methodieken van basisscholen. Een bekend voorbeeld zijn de openluchtscholen. Hierbij is voor het kind ruimte gecreëerd met als uitgangspunt veel buitenlucht. Dit is een voorbeeld waarbij architectuur de gezondheid van het kind vooropstelt. Openluchtscholen waren in eerste instantie specifiek voor kinderen met luchtwegproblemen. Later werden openluchtscholen voor iedereen toegankelijk en werd het een school met een eigen filosofie. De openluchtschool ontwikkelde zich in de loop der jaren zowel in methodiek als in architectuur. Uiteindelijk zijn de traditionele openluchtscholen verdwenen door dat de lesmethodiek niet meer voldeed aan de standaard. Een deel van de architectuur principes voor buiten lesgeven is daardoor verloren gegaan. Een ander deel is, in afgezwakte vorm, onderdeel geworden van de nieuwe standaard voor scholenbouw. De afgelopen decennia zijn basisscholen weer traditioneler geworden en aan meer regels gebonden. De architectuur volgde de lesmethodiek. In het geval van Montessorionderwijs geeft deze lesmethodiek wel veel aanleiding voor uiterlijke kenmerken van een gebouw en interieur; de uitlegtafel, de open kast, het kleedje en verplaatsbare tafel.

De vorm van het gebouw en de zes pijlers versterken elkaar. Het doel van de eerste pijler, een groene omgeving, is kinderen bewust maken van flora en fauna en de hittestress vermindert. In het plan is het Noordelijkste deel van het plot opgelaten voor een natuurspeeltuin. Daarnaast bevinden zich op het dak van gebouw C schooltuintjes. Ook op het dek is veel groen en beplanting aanwezig. De tweede pijler is Buitenruimte. In het gebouw is veel buitenruimte om te spelen op het dek en op het speelplein. Maar buitenruimte is ook ingezet als verlenging van leslokalen en specifieke lokalen door middel van te openen puien om momenten van frisse lucht tijdens en tussen de lessen door te creëren.

Als we nu in Nederland kijken zijn in de recent opgeleverde scholen weinig scholen waar beweging en buiten zijn wordt gestimuleerd vanuit de vorm van het gebouw. In de Montessorischool Waalsdorp worden kinderen wel uitgedaagd door het gebouw om te spelen en ontdekken. Het gebouw is echter compact en gericht op het klaslokaal zelf. In Nederland zien we wel ontwikkelingen op het gebied van Houtbouw; ambities en inmiddels ook een aantal geslaagde projecten luiden een nieuw tijdperk in. In Finland en Japan zien we de aspecten, beweging en buitenzijn, wel duidelijk naar voren komen in de

De derde pijler is: Beweging; beweging maakt je gezond en fit. Als je speelt beweeg je, maar stimuleert nog meer beweging. De kinderen moeten met de hellingbaan of trap naar het dek toe, het hart van de school, vanuit daar gaan ze met de trap naar het lokaal. In de drie gebouwen zitten specifieke functies die iedereen gebruikt, hierdoor moeten de kinderen, gedurende de lesdag, van gebouw naar gebouw lopen.

98


De vierde pijler is: Een bewust gebouw. Het gebouw is duurzaam ontworpen in gebouw en gebruik, deze duurzaamheid is zichtbaar voor het kind. Er worden bijvoorbeeld in de lokalen duurzame materialen gebruikt wat de kinderen elke dag zien en gebruiken, de daken zijn voorzien van groen en zonnepanelen, deze zijn te zien vanuit de andere gebouwen van de school. Het doel is om een Butterfly effect te creëren, de kinderen leren over duurzaamheid en ervaren dit in het gebouw, en nemen deze ervaring mee in hun verdere leven waar ze dit ook gaan toepassen. De vijfde pijler is Houtbouw. De hoofddraagconstudie en de gevel is gemaakt van hout; een duurzaam materiaal wat bijdraagt aan het comfort van het gebouw. De kinderen zullen dit houten gebouw als vanzelfsprekend gaan ervaren omdat ze er elke dag in zijn, hierdoor zullen ze zich op een gegeven moment gaan afvragen waarom er niet meer houten gebouwen zijn. Dit gebouw wordt het enige houten gebouw in de buurt, het dient als voorbeeldfunctie voor de wijk, en met een school als voorbeeldfunctie bereik je heel veel mensen van jong tot oud. De laatste pijler is: Optimaal leerklimaat. Deze pijler wordt op alle scholen nagestreefd. Door de eerste vijf pijlers te integreren in het de architectuur van het gebouw helpt het gebouw met het creëren van een optimaal speel/ leerklimaat. Deze zes pijler kunnen helpen bij het ontwerpen/ ontwikkelen van een nieuwe school en kunnen bijdragen en inspireren om een gezonde school te maken. Gezond voor het kind, omdat bewegen en buiten zijn centraal staat, gezond voor de stad omdat de hittestress verminderd, gezond voor wereld om je het duurzaam bouwt en tot slot gezond voor de toekomst omdat het kan inspireren tot meer gezonde keuzes. Een gezonde school kan een meerwaarde toevoegen in deze tijd waar ruimte schaarser wordt en in steden steeds meer mensen in appartementen gaan wonen met een klein balkon. Scholen zijn plekken waar veel mensen komen waardoor er een groot publiek te bereiken is met de duurzame en gezonde boodschap. Het is belangrijk om de kinderen gezond te krijgen/houden en de school kan hieraan bijdrage. De gezonde school waar beweging en buitenlucht centraal staan helpt het kind om gezond en fit te blijven.

99


REFLECTIE Afstuderen

Mijn ontwerp is ruim opgezet met veel aandacht voor het onderdeel buiten zijn. Doordat het gebouw zeer ruim is opgezet, staat het voor wat betreft het aantal vierkante meters niet efficiënt op de kavel. Je zou op zo’n hoog stedelijke locatie meer bebouwde vierkante meters verwachten. Echter, doordat er steeds meer mensen in de steden gaan wonen worden er steeds meer appartementen en woningen gebouwd zonder tuin, soms zelfs zonder eigen balkon. Door de hoge bebouwingsdichtheid is het naar mijn mening van essentieel belang dat er locaties komen waar ruimte is en waar die ruimtelijkheid ook echt zo kan worden ervaren. En in welke ruimte je goed kunt bewegen. Een school is daarvoor een ideale locatie. De school die ik heb ontworpen staat in een wijk waar het overgrote deel van de toekomstige bewoners geen eigen tuin heeft. De kinderen zullen dus ergens anders moeten kunnen rennen en spelen. Het is als volwassenen onze verantwoordelijkheid om, via de gemeente en overheid als bouwer/opdrachtgever, kinderen die ruimte te bieden. Om onze kinderen een gezonder en prettiger jeugd te geven. Hier leren zij, in de acht jaar dat zij er zijn, positieve gewoontes aan. Bijvoorbeeld veel bewegen en in de buitenlucht zijn. De waarde daarvan is, ook in hun levenswijze in de jaren na de basisschool, naar mijn mening bijzonder groot.

uiteindelijk terugbetalen in kinderen die in een optimaal leerklimaat 8 jaar naar school hebben kunnen gaan. Terugblikkend op deze afstudeerperiode kan ik zeggen dat het een waardevolle afsluiting is van mijn studie. Het heeft mij geleerd om flexibel te zijn, niet bang zijn om veranderingen door te voeren bij nieuwe bevindingen en als dat belangrijk is vast te houden aan hetgeen waar ik voor sta. Tijdens mijn afstuderen heb ik naast het architectonische deel ook aandacht gegeven aan het bouwen met hout. Onderzoek en gesprekken met houtconstructeurs hebben mij kennis opgeleverd die ik direct heb kunnen toepassen. Alle ervaring en kennis die ik heb opgedaan over houtbouw, duurzaamheid en conceptuele architectuur gekoppeld aan een specifieke gebruiker, neem ik mee in mijn werk als architect.

Ik heb met dit afstudeerproject een gebouw gemaakt wat kan inspireren om op een andere manier les te geven; een manier waarbij beweging en buiten zijn centraal staat en samen de gezonde school vormen. Door ruimte bij een school te maken wordt het een waardevolle plek in de wijk, een plek waar ook na schooltijd en in het weekend kinderen graag verblijven. De grotere investering in grond en gebouw zal zich

100


101


BRONVERMELDING literatuur

Internet

• “Data en informatie - Amsterdam”. Gemeente Amsterdam, Gemeente Amsterdam, data.amsterdam.nl. Geraadpleegd januari 2020. (“Data en informatie - Amsterdam”). • Hofmann, Tobias. “SHAU”. SHAU, www.shau.nl/index.php?lang=en. Geraadpleegd januari 2020. (Hofmann). • “sitepecific”. www.sitespecific.pt, www.sitespecific.pt. Geraadpleegd januari 2020. • “HEDGE SCHOOL - Architecture Practice + Experimentation”. appluse, www.appluse.eu/HEDGE-SCHOOL. Geraadpleegd januari 2020. • “Gare Maritime - Neutelings Riedijk Architects”. Neutelings-Riedijk, www.neutelings-riedijk.com/gare-maritime. Geraadpleegd maart 2020. • Bruggink, Gijs. “Biophilic school De Verwondering”. ORGA architect, januari 2021, www.orga-architect.nl/projecten/biophilic-school-deverwondering. • “Ausbildungszentrum AZH, Buchs - Peter Moor Architekten ETH SIA”. Petermoor, www.petermoor.ch/ausbildungszentrum-azh,-buchs.html. Geraadpleegd mei 2020. • Team V Architectuur. “Haut”. Team V Architectuur, november 2020, teamv.nl/projecten/haut. • “SeARCH”. Search, www.search.nl. Geraadpleegd oktober 2020. • “Montessori”. Nederlandse Montessori Vereniging, montessori.nl. Geraadpleegd april 2020. • “Using Wood to Reach New Heights”. Stylepark, www.stylepark.com/en/news/using-wood-to-reach-new-heights. Geraadpleegd augustus 2020. • Houten. “Ruimtelijke beleidsregels kinderopvang”. regelgeving overheid, decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/ Houten/303307.html. Geraadpleegd februari 2020. • Sagredo, Rayen. “Maria Montessori Mazatlán School / EPArquitectos + Estudio Macías Peredo”. ArchDaily, 18 april 2021, • Abdel, Hana. “MRN Kindergarten and Nursery / HIBINOSEKKEI + Youji No Shiro”. ArchDaily, 19 maart 2020, www.archdaily.com/935787/ mrn-kindergarten-and-nursery-hibinosekkei-plus-youji-no-shiro. • Wesselink, Christa. “Bouw natuurinclusief met deze checklist van 40 punten”. Stadszaken.nl, 17 juli 2017, stadszaken.nl/artikel/1079/ natuurinclusief-bouwen-met-deze-40-punten. • Author: Monica Arkin. “Outdoor Play Boosts Children’s Performance in Class, Says New Study”. Child in the City, 10 oktober 2017, www. childinthecity.org/2017/10/10/outdoor-play-boosts-childrens-performance-in-class-says-new-study/?gdpr=accept. • Harvard Health. “6 Reasons Children Need to Play Outside”. Harvard Health, 22 mei 2018, www.health.harvard.edu/blog/6-reasonschildren-need-to-play-outside-2018052213880. • “University of Wisconsin - Stevens Point - University of Wisconsin-Stevens Point”. UWSP, www.uwsp.edu/Pages/default.aspx. Geraadpleegd maart 2021. • Niet, Anneke. “Modeling Relationships between Physical Fitness, Executive Functioning, and Academic Achievement in Primary School Children”. The University of Groningen Research Portal, research.rug.nl/en/publications/modeling-relationships-between-physical-fitnessexecutive-functio. Geraadpleegd maart 2021. • “Jantjebeton”. jantjebeton, jantjebeton.nl. Geraadpleegd april 2021. • Van onze redactie cultuur \u0026 media. “Duikers school blijft behouden”. Trouw, 7 december 2010, www.trouw.nl/nieuws/duikers-schoolblijft-behouden~bb07e767. • “Wat is het onderwijsconcept van het montessori-onderwijs?” OCO, 25 februari 2021, www.onderwijsconsument.nl/montessori. • “Why Does Finland Have One of the World’s Best Education Systems?” Masterstudies, www.masterstudies.com/article/why-does-finlandhave-one-of-the-worlds-best-education-systems. Geraadpleegd april 2021. • Uitto, Anna. “Inquiry in Outdoor Education — A Case Study in Primary School Science”. University of Helsinki, 2018, researchportal. helsinki.fi/en/publications/inquiry-in-outdoor-education-a-case-study-in-primary-school-scien. • www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/documenten/publicaties/2019/12/14/pisa-resultaten. • “Resultaten – PISA Nederland”. PISA resultaten, www.pisa-nederland.nl/resultaten. Geraadpleegd April 2021. • FactsMaps. “PISA 2018 Worldwide Ranking - Average Score of Mathematics, Science and Reading”. FactsMaps, 28 juni 2020, factsmaps. com/pisa-2018-worldwide-ranking-average-score-of-mathematics-science-reading. • “www.ad.nl”. AD, www.ad.nl. Geraadpleegd April 2021. • “Basisschool Het Open Venster”. BDG Architecten, www.bdgarchitecten.nl/projecten/basisschool-het-open-venster-rotterdam. Geraadpleegd April 2021. • “Hoe de openluchtscholen van de 20e eeuw kinderen beschermden tegen”. IsGeschiedenis, 22 februari 2021, isgeschiedenis.nl/nieuws/ hoe-de-openluchtscholen-van-de-20e-eeuw-kinderen-beschermden-tegen-tuberculose. • Ministerie van Algemene Zaken. “Corona en ventilatie schoolgebouwen”. Coronavirus COVID-19 | Rijksoverheid.nl, 11 januari 2021, www. rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/onderwijs-en-kinderopvang/basisonderwijs-en-speciaal-onderwijs/corona-en-ventilatieschoolgebouwen. • Innocenti, Unicef. “Finland Is the Happiest Country in the World – Again. Or Is It?” Evidence for Action, 2 april 2021, blogs.unicef.org/ evidence-for-action/finland-is-the-happiest-country-in-the-world-again-or-is-it. • “World Happiness Report 2020 | The World Happiness Report”. Worldhappiness, worldhappiness.report/ed/2020. Geraadpleegd mei 2021. • “Psychologytoday”. www.psychologytoday.com, www.psychologytoday.com/us/blog/norms-matter/202004/why-are-the-finns-so-happythree-lessons-we-can-learn. Geraadpleegd mei 2021. • Hancock, LynNell. “Why Are Finland's Schools Successful?” Smithsonian Magazine, 1 september 2011, www.smithsonianmag.com/ innovation/why-are-finlands-schools-successful-49859555. • Lynch, Patrick. “Tezuka Architects’ Fuji Kindergarten Wins 2017 Moriyama RAIC International Prize”. ArchDaily, 28 september 2017, www. archdaily.com/880027/tezuka-architects-fuji-kindergarten-wins-2017-moriyama-raic-international-prize. • “Bajes Kwartier”. OMA, oma.eu/projects/bajes-kwartier. Geraadpleegd februari 2021.

102


Boeken

• Strauven, Francis, e.a. Aldo Van Eyck. Architectura & Natura, 1998. • Verstegen, Ton en Dolf Broekhuizen. Een traditie van verandering. 1ste ed., nai010 uitgevers, 2009. • Cañizares, Ana. Moderne Architectuur: Scholen & Speelplaatsen. 1ste ed., Librero, 2011. • Broekhuizen, Dolf. Openluchtscholen in Nederland. Uitgeverij 010, 2005.

Documenten

• Gemeente Amsterdam - Stedenbouwkundig plan Weespertrekvaart midden •CLT Handleiding voor architecten - INBO • Buitentijd = Leertijd - Literatuurstudie 2018 Mark Mieras in opdracht van Jantje Beton en IVN - instituut voor natuureducatie en duurzaamheid • Less-structured time in children’s daily lives predicts self -directed executive functions - Department of Psychology and Neurosience, University of Colorado Boulder, Boulder, CO, USA •Time spent outdoors during preschool: links with children’s cognitive and behavioral development - Vidar Ulset, Frank Vitaro, Mara Brendgen, Mona Bekkus, Anne I.H. Borge • PISA documents • TNO 2021 R10538 - Een verkenning van het potentieel van tijdelijke CO2-opslag bij houtbouw • Workplaces:Wellness+ Wood = Productivity • Resultaten_PISA_2018_in_vogelvlucht

103


FOTO VERWIJZING Afbeeldingen

Afbeelding 1. Openluchtschool tuberculose. Foto genomen in 1957 in Holland https://www.messynessychic.com/2016/03/15/classrooms-without-walls-a-forgotten-age-of-open-air-schools/ Afbeelding 2. Openluchtschool. Foto genomen in 1930 in Holland https://www.messynessychic.com/2016/03/15/classrooms-without-walls-a-forgotten-age-of-open-air-schools/ Afbeelding 3. Alamitos Intermediate School, Garden Grove - Richard Neutra Foto genomen in 1951 in California Amerika https://www.messynessychic.com/2016/03/15/classrooms-without-walls-a-forgotten-age-of-open-air-schools/ Afbeelding 4. Cilo school Amsterdam / J. Duiker Foto genomen in 1932 Amsterdam Magazine de architect Afbeelding 5. Cilo school Amsterdam / J. Duiker Datum onbekend, Amsterdam Magazine de architect Afbeelding 6. Cilo school Amsterdam / J. Duiker Foto genomen 2007, fotograaf: Han van Gool, Amsterdam Monumenten en Archeologie - https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/erfgoed-week/goed-geschoold/ Afbeelding 7. Montessorischool Elzeneind Datum onbekend, fotograaf OCmaatwerk http://www.ocmaatwerk.nl/montessorischool-elzeneind/ Afbeelding 8. Montessorischool Oudaen Datum onbekend, fotograaf motessorischool Oudaen https://www.montessorischooloudaen.nl Afbeelding 9 Montessorischool Oudaen Datum onbekend, fotograaf motessorischool Oudaen https://www.montessorischooloudaen.nl Afbeelding 10 Montessori kleedjes Datum onbekend, fotograaf onbekend Afbeelding 11 + 12 Montessorischool Waalsdorp Datum 2014, fotograaf Scagliola & Brakkee https://dezwartehond.nl/projecten/montessorischool-waalsdorp/ Afbeelding 13 + 14 Montessorischool Waalsdorp Datum 2019, fotograaf Heren 5 https://heren5.eu/portfolio/scholekster-montessori-school-amsterdam/ Afbeelding 15 Saunalahti school, Finland Datum 2012, fotograaf Tuomas Uusheimo, Andreas Meichsner, https://www.archdaily.com/901151/shaping-the-future-what-to-consider-when-designing-for-children/5b890916f197cc4193000106-shaping-the-future-what-to-consider-when-designing-for-children-photo?next_project=no

104


Afbeelding 16 Kinderdagverblijf Tokyo Datum 2017, fotograaf: Katsuhisia Kida https://www.archdaily.com/880027/tezuka-architects-fuji-kindergarten-wins-2017-moriyama-raic-international-prize/59c28cbbb22e3819e70000a4-tezuka-architects-fuji-kindergarten-wins-2017-moriyama-raic-international-prize-photo Afbeelding 17+18 Bassischool Epos Rotterdam - Search architecten Datum 2020, fotograaf Ossip van Duivenbode https://architectenweb.nl/projecten/project.aspx?ID=39906 Afbeelding 19+20 Masterplan Bijlmerbajes - OMA, LOLA & FABRICations Render 2017 https://oma.eu/projects/bajes-kwartier Afbeelding 21. DS Nurseryschool - Ibaraki, Japan - fotograaf onbekend datum 2016 https://e-ensha.com/en-ds-nursery/ Afbeelding 22. Float studio - New York City - foto genomen door Float Stuio datum 2015 http://www.float.studio/food52 Afbeelding 23. Vakantiehuis - STNM - foto gemaakt door Julien Renault Datum onbekend https://atelierordinaire.tumblr.com/post/173859758534/projet-12-shooting-for-stnm-photo-by-julien Afbeelding 24. Basisschool Linden Tree - Barcelona - foto genomen door Adria Goula Datum onbekend https://afasiaarchzine.com/2019/06/balcells-rius-tigges/ Afbeelding 25. Woonhuis ten oosten van Gothenburg - ontworpen door Bornstein Lyckefors Architects Datum onbekend http://www.thenordique.com/blog/a-contemporary-black-wooden-house

105


BIJLAGE

Schouw 1 & 2 - Digitaal

Doordat dit mijn tweede afstudeeropgave is en ik een ik de presentatie digitaal gedaan met een film waarin ik vliegende start had, kon ik de eerste en tweede schouw het ontwerp toelicht. Mijn eerste en tweede schouw zijn Maquettes samenvoegen tot één presentatie. Doordat de academie beoordeeld als ‘goed’. als gevolg van de coronamaatregelen gesloten was, heb 106


107


BIJLAGE

Schouw 3 - Fysiek

Mijn derde schouw heb ik fysiek in het auditorium in een klein comité kunnen presenteren. Ik had een digitale presentatie welke ondersteund werd met posters en maquettes. De derde schouw is beoordeeld als ‘ruim voldoende’.

108


22

109


COLOFON De gezonde school

Opleiding: ArtEZ Academie van Bouwkunst Onderlangs 9 Postbus 49 6800 AA Arnhem Student:

Guus Blom

Mentor: Jeroen van Schooten (Team V architectuur) Begeleiding: Ralph Brodruck Annemariken Hilberink Afstudeercoördinator: Gerard van Heel Gecomiteerde:

Nader te bepalen

Status document:

Definitief

Datum:

Juni 2021

TREFWOORDEN De Gezonde School Basisschool Amsterdam Montessorischool Gezondheid Houtbouw Duurzaamheid Kinderen Onderwijs Ruimtelijke beleving Beweging Buiten

110


111


Afstudeerverslag Guus Blom 2021 112


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.