In de harmonie der dingen ontplooi ik

Page 1


IN DE HARMONIE DER DINGEN ONTPLOOI IK

Een zoektocht naar de leeromgeving van morgen

COLOFON

Auteur

Onno van Ark

Contact onnovanark@gmail.com

Externe mentor

Interne mentoren

Afstudeercoördinator

Machiel Spaan

Ralph Brodrück, Wouter Hilhorst, Annemariken Hilberink

Gerard van Heel, Renske van Dam

Beoordelaar scriptie JaapJan Berg

Opleiding

Instituut

Master of architecture

Artez University of the Arts

Datum Maart 2024

Trefwoorden

Architectuur, Harmonie, Antroposofie, School, Leeromgeving, Verhoudingen, Atmosfeer, Zintuigen

VOORWOORD

Met trots presenteer ik mijn afstudeerscriptie, getiteld “In de harmonie der dingen ontplooi ik”. Deze scriptie richt zich niet alleen op het creëren van een nieuwe leeromgeving voor een bestaande basisschool, maar ook op het ontdekken van mijn eigen architecturale identiteit.

Deze scriptie is het resultaat van een persoonlijke reis waarin ik heb gekeken naar elementen die veelvuldig terugkomen in mijn werk als ontwerper. Via ontwerpend onderzoek heb ik onderzocht waarom deze elementen steeds terugkomen en wat voor invloed ze hebben op het ontwerp. Deze bevindingen zijn ook verbonden met mijn persoonlijke opvattingen over de samenleving en hoe ik als ontwerper hier een uitdrukkingsvorm voor zoek.

Mijn dank gaat uit naar allen die mij hebben geholpen bij het afstudeerproces. In het bijzonder wil ik mijn begeleider Machiel Spaan bedanken voor de inspiratie en raad gedurende deze periode. Daarnaast wil ik de begeleiders vanuit de Academie van Bouwkunst; Ralph Brodrück, Annemariken Hilberink, Wouter Hilhorst Renske van Dam en Gerard van Heel bedanken voor de prettige begeleiding.

Ik hoop dat deze scriptie niet alleen een weerspiegeling is van mijn ontwerp en proces, maar ook een inspiratiebron voor toekomstige ontwerpers. Veel lees- en kijkplezier.

SAMENVATTING

Harmonie is een terugkerend onderwerp in mijn werk als ontwerper. Harmonie gaat over de juiste verhoudingen van elementen, waardoor er een vertrouwde balans ontstaat. Als harmonie bereikt wordt zal er een synergie ontstaan tussen de individuele elementen en zorgen die samen voor een sterker geheel. Het bereiken van deze harmonie als ontwerper is voor mij een ultieme uitdaging. Het begrip harmonie kan zowel een sociale, esthetische als methodische betekenis hebben.

De sociale betekenis wordt in deze scriptie gevoed vanuit een observatie van de huidige maatschappij. De hoeveelheid informatie waarmee de mens dagelijks in aanraking komt is de afgelopen twintig jaar vertwintigvoudigd1. Mede door de komst van het internet en sociale media is deze stijging ontstaan. Omdat wij als mens al deze informatie moeten verwerken, heeft dit als resultaat dat we te veel mentaal belast worden. De toename van het aantal burn-out bevestigt dit2. De antroposofie bekijkt de mens vanuit het drieledig mensbeeld. Deze theorie gaat uit van drie elementen: De geest, de ziel en het fysieke lichaam (hoofd, hart en handen). Het zwaartepunt van de huidige maatschappij ligt op de geest, waardoor de harmonie tussen deze elementen uit het drieledig mensbeeld lijkt te ontbreken.

De ruimtelijke component heeft betrekking op de esthetische betekenis van harmonie. We kennen ze allemaal wel. Plekken die vertrouwd en goed aanvoelen en een bepaalde rust uitstralen, al weten we niet altijd waar dit nou aan ligt. Dit heeft te maken met de ruimtelijke verhoudingen, de atmosfeer en de manier waarop de plek je zintuigen prikkelt.

Gedurende dit proces heeft het ambacht van het maken, het met de hand tekenen en het fysiek werken met materialen een cruciale rol gespeeld. Door tijdens het ontwerpproces fysiek te tekenen en te maken, ontstaat er een bijzondere harmonie tussen de tastbare wereld en je ideeën. Het ontwerpen met al je zintuigen verbindt het ontwerp op een diepgaande manier met de ontwerper. Deze methode heeft ervoor gezorgd dat er een synergie ontstaat tussen het ontwerp en de ontwerper, waarin het thema harmonie centraal staat.

Het onderzoek heeft geleid tot een ontwerp voor een nieuwe leeromgeving voor een bestaande basisschool waarbij de focus ligt op de ervaring en relatie van het kind met de natuurlijke en gebouwde omgeving. Het ontwerp probeert het kind op alle facetten uit het drieledig mensbeeld te stimuleren. De ruimtelijke harmonie die is gezocht in het ontwerp draagt bij aan de innerlijke harmonie van het kind, waardoor deze zich kunnen ontplooien in de huidige maatschappij. Hier staat de synergie tussen leren met het hoofd, het hart en de handen (driedelig mensbeeld) centraal, evenals in het ontwerpproces.

INLEIDING

In een wereld die lijkt te versnellen en steeds complexer wordt, valt de negatieve impact van de overvloed aan prikkels op de menselijke balans niet te ontkennen. Als ontwerper met een fascinatie voor ruimtelijke harmonie, ervaar ik een tegenstelling tussen deze snel veranderende maatschappelijke trend en mijn persoonlijke idealen. Mijn vraag reikt verder dan slechts esthetiek: kan ruimtelijke harmonie als ontwerpelement bijdragen aan het herstellen van de innerlijke harmonie van de mens, die verstoord lijkt te worden door de hedendaagse hectiek?

Hoewel mijn afstudeervoorstel nog zoekt naar de exacte terminologie, is de richting van mijn onderzoek al zichtbaar. Mijn focus ligt op de impact van ruimtelijke structuur op de gemoedstoestand van de gebruiker en of architectuur daadwerkelijk een positieve invloed kan uitoefenen. Het begrip “harmonie” staat centraal, verwijzend naar de juiste verhouding tussen delen om een volmaakt geheel te vormen.

Mijn keuze voor ontwerpend onderzoek als methode om tot een ontwerp te komen, met minimale afhankelijkheid van literatuur of externe bronnen, zorgt ervoor dat het resultaat voortkomt uit een innerlijke bron van kennis. De afbakening van mijn scriptie richt zich niet zozeer op de fysieke grenzen van de opgave, maar eerder op het beperken van externe invloeden. De analoge werkwijze die ik heb gekozen, creëert een werkomgeving die in lijn is met het gewenste resultaat: het streven naar een ruimtelijke harmonie die een positieve impact heeft op de innerlijke harmonie van de leerlingen. Het uitwerkingsniveau van het ontwerp is daarmee dienend aan dit gewenste resultaat.

In mijn scriptie doorloop ik een ongebruikelijke opbouw, niet gebonden aan het chronologische proces. Het begint met “de ervaring” waarin het ontwerp vanuit de leerling wordt belicht. De lezer ontdekt hier het eindresultaat en kan deze vervolgens terugredeneren. “De zoektocht”, het tweede deel, verkent thema’s als ruimtelijke verhoudingen, atmosfeer, tactiliteit, en zintuiglijke beleving via ontwerpend onderzoek. Hier ontstaan de eerste uitgangspunten en een aanzet tot het programma.

In deel drie zullen de uitgangspunten worden gekoppeld aan het gekozen programma: de leeromgeving. Zeven studiemodellen laten een ruimtelijke vertaling zien van die nieuwe leeromgeving. Deze studiemodellen concretiseren de uitgangspunten en liggen ten grondslag aan het definitieve ontwerp.

De gekozen locatie wordt in deel vier behandeld en geanalyseerd. Hier krijgt het ontwerp langzaam vorm door het in kaart brengen van de context en het vertalen van de uitgangspunten.

Het laatste deel “de verbeelding” licht het ontwerp toe door middel van tekst, tekeningen en modellen. Het ontwerp bestaat uit verschillende paviljoens en onderdelen, die afzonderlijk van elkaar worden toegelicht en zo een totaalbeeld geven van het ontwerp.

DEEL 1 - DE ERVARING

Via de ogen van het kind ervaren we de nieuwe leeromgeving. Deze ervaring belicht het ontwerp vanuit een ander perspectief dan de ontwerper. In dit deel beleven we een schooldag, en verplaatsen we ons gedurende de dag door het gehele ontwerp. Hierbij maken we voor het eerst kennis met de verschillende paviljoens die zijn ontworpen, elk met zijn eigen karakter en functie. Ondanks de verschillen in verschijningsvorm, vormen de verschillende paviljoens toch een harmonieus geheel.

Samen met zijn vader loopt Jip richting school. Onder de overkapping van de ontvangstruimte staat zijn vriendje Siem naar hem te zwaaien. Hij zwaait terug en zegt zijn vader gedag. Dan daalt hij af richting de fietsenstalling die half verdiept in het maaiveld ligt. De houten kolommen in de fietsenstalling geven ritme aan de ruimte en laten licht subtiel binnenvallen.

Hij stalt zijn fiets en loopt de trap op richting de ontvangstruimte. Het entreepaviljoen kent twee niveaus. Waarvan de ontvangstruimte net boven het maaiveld ligt. Elke ochtend verzamelen alle klassen zich onder de overkapping van de ontvangstruimte. Het zwaar ogende dak wordt gedragen door houten kolommen. Er zijn 10 houten kolommen, één voor elke klas.

Jip loopt over de trap en wurmt zich tussen de andere leerlingen door. Daar vindt hij zijn vriendje Siem die al bij Juf Els staat te wachten. Elke dag begint met een spreuk van Steiner: ik zie rond in de wereld.

Ik zie rond in de wereld, waarin de zon haar licht zendt, waarin de sterren fonkelen, waarin de stenen rusten, de planten levend groeien, de dieren voelend leven, waarin de mens, bezield, de geest een woning geeft; Ik schouw diep in de ziel die binnen in mij leeft.3

Na de spreuk vertelt directeur Hannes in welk paviljoen Jip en zijn klas les hebben. Ze beginnen vandaag in het paviljoen waar Siem op zaterdag ook scouting heeft.

Jip en zijn klasgenoten lopen samen met juf Els door de parkachtige omgeving naar het paviljoen. Het gebouw bestaat uit drie, met houten latten bekleedde, volumes die samen het betonnen dak dragen. Een grote eikenboom groeit tussen de volumes dwars door het dak. Langs de eik loopt Jip naar de massief houten werkbanken. Vandaag ronden ze het vogelhuisje af waar ze de afgelopen weken mee bezig zijn geweest. Het is eind april en de schuifdeuren staan open, de geuren van de net ontsproten planten vullen het paviljoen. Jip hangt zijn jas op, pakt zijn werkstuk uit de wandkast en gaat aan het werk.

Jip is aandachtig aan het werk met zijn vogelhuisje, het is alsof hij aan het buitenspelen is. Het massieve betonnen dak biedt de leerlingen geborgenheid en markeert de overgang tussen binnen en buiten. Door de openheid van het gebouw, de textuur en verticaliteit van de houten gevellatten voelt Jip zich zowel binnen als buiten. Na een uurtje werken mogen ze hun creaties tonen aan juf Els en lopen ze met hun vogelhuisje over de tribune trap richting het dakterras.

Als ze boven op het terras komen, schrikken de vogels die in de grote eik zitten en vliegen richting het Eimersweide meer. Nadat iedereen zijn vogelhuisje op de statieven heeft geplaatst lopen ze langs de huisjes en vertellen de kinderen vol trots over hun creatie. Jip kan zijn aandacht er niet zo goed bij houden, hij is meer geïnteresseerd in het uitzicht en waar de vogels heen vliegen. Wat zou het toch heerlijk zijn als je zo door de lucht kon dwarrelen, denkt hij bij het voelen van de wind in zijn haren. Nadat iedereen zijn vogelhuisje heeft toegelicht, eten ze nog even een tussendoortje op het dak van het paviljoen voordat ze naar de volgende les lopen.

Ze lopen de trap af naar beneden en nemen hun spullen mee. Over het Grindpad lopen ze samen door het park richting het paviljoen voor het “hart”. Het overkragende dak van het paviljoen zorgt voor een herkenbare entreezone. Dit paviljoen is middels een arcade gekoppeld aan de kleuterschool. Onderweg komen ze de klas van meester Marcel tegen die met zijn klas naar een ander paviljoen loopt. Jip ziet dat juf Marga van de kleuterklas in de muziekstudio op de piano speelt. De zachte tonen van de piano weerklinken in het park.

Ze betreden het paviljoen en lopen door de hoge ruimte richting de studio. Het daklicht laat licht subtiel de ruimte in vallen. De rondingen van het gebouw zorgen samen met het licht voor een zachte sfeer. Samen met juf Els oefenen ze een nummer. Jip speelt met een aantal klasgenoten op de blokfluit terwijl de rest met juf Els meezingt. In het openluchttheater vertelt juf Marga op hetzelfde moment een verhaal aan de kleuterklas.

Nadat ze het lied een aantal keer hebben geoefend, is het eindelijk tijd voor pauze. Jip pakt zijn jas van de kapstok en rent samen met vier vriendjes naar buiten door de grote glazen pui.

Samen met zijn vriendjes volgt Jip het pad richting de vijver. Eenmaal aangekomen pakt Siem een steentje op en laat deze stuiteren over het water. Siem heeft het record van de groep, 6x stuiterde zijn steentje op het water. Ze proberen het record van Siem te verbeteren.

Daarna lopen ze langs het bloemenveld richting de volgende les in het paviljoen dat grenst aan de vijver. Het paviljoen bestaat uit vier abstracte metselwerk volumes. Het eerste volume dat Jip en zijn vrienden passeren ligt half in het water, waardoor zijn gedaante hierin weerspiegelt. De stenen volumes verspringen van elkaar en zijn van elkaar gescheiden door diepe insneden. Jip weet dat ze zo een boek mogen uitzoeken in de buurtbibliotheek om het volgende uur te lezen.

Jip loopt door het paviljoen voor het “hoofd” naar de buurtbibliotheek. De ruimte is hoog en gesloten. Door het houten raster van het dak valt er licht binnen. In het midden staat een houten meubel solitair in de ruimte. Jip loopt de trap op, terwijl Sarah de bibliothecaris hem in de gaten houdt. In de diepe kast staan talloze boeken en Jip zoekt naar de letter S op de kast. Hij weet dat zijn boek van Carry Slee ergens hoog in de kast staat.

Daarna loopt Jip door de patio richting de andere kant van het gebouw. Een aantal klasgenoten zit hier al stil en aandachtig te lezen aan de leestafel. De stenen volumes die de patio omsluiten, sluiten de leerlingen af van de buitenwereld.

Daarna betreed Jip de ruimte die aan het water grenst en loopt de trap op. Eenmaal boven gaat Jip op zijn vaste leesplek zitten. Door de pui, die twee verdiepingen hoog is, kijkt hij prachtig uit over het Eimersweide meer. Hij slaat het boek open en begint met lezen. Tussen het lezen door dwalen zijn gedachten af in het vergezicht.

DEEL 2 - DE ZOEKTOCHT

Mijn verhaal begint met zowel een fascinatie als een observatie. Ik ben gefascineerd door eenvoud en stilte en vraag me af waarom deze thema’s een terugkerend onderwerp zijn in zowel mijn werk als mijn persoonlijke leven. Tegelijkertijd observeer ik de huidige samenleving, die steeds minder ruimte lijkt te bieden voor deze aspecten. In een wereld gedomineerd door snelheid en een overweldigende hoeveelheid informatie, die in de afgelopen twintig jaar twintig keer is toegenomen, wordt de samenleving alsmaar complexer en drukker.

Mijn fascinatie voor eenvoud en stilte lijkt een reactie te zijn op deze hectische wereld. Het fungeert als een methode om mezelf mentaal te gronden, innerlijke balans te vinden en om de overvloed aan prikkels beheersbaar te houden. Ik vraag me af of deze benadering ook toepasbaar is op mijzelf als ontwerper. Hoe kan ik ruimtes ontwerpen die eenvoud en stilte uitstralen, die zowel fysieke als mentale rust bieden aan de gebruiker? En welke architectonische elementen spelen hierbij een cruciale rol?

Om dit te onderzoeken heb ik drie thema’s gekozen waarin ik door ontwerpend onderzoek grip probeer te krijgen op de architectonische elementen die ik kan inzetten als ontwerper. De thema’s zijn: “ruimtelijke verhoudingen”, “zintuiglijke beleving” en “atmosfeer en tactiliteit”.

Verbeelding Duncansby Stacks - Scotland

RUIMTELIJKE VERHOUDINGEN

Architectonische ruimte neemt diverse vormen aan, elk met een unieke impact op de ervaring van de gebruiker. Wat als “lelijk” wordt beschouwd in de ene architectuur, kan als “mooi” worden ervaren in een andere. Sommige gebouwen lijken harmonieus, terwijl andere gebouwen deze eigenschappen niet lijken te hebben. In welke mate beïnvloeden architectonische verhoudingen de ervaring van de gebruiker? Kan een evenwicht in de ruimtelijke verhoudingen van architectuur leiden tot een evenwichtige beleving voor de gebruiker?

Om deze vragen te onderzoeken, richt ik me op de invloed van ruimtelijke verhoudingen op de mens. Ik verdiep me in de theorieën van Dom Hans van der Laan om inzicht te krijgen in welke ruimtelijke verhoudingen leiden tot een architectuur van stilte en eenvoud. De gebouwen van Dom Hans van der Laan zijn met een enorme precisie ontworpen met betrekking tot de verhoudingen. Om dit te onderzoeken zijn elementen uit zijn studie vertaald naar ruimtelijke modellen. Het lezen van het boek Dom Han van der Laan van Alberto Ferlenga heeft ertoe geleid dat ik een weekend in de Sint Benedictusberg abdij heb verbleven, om de theorie in de praktijk te ervaren.

Verbeelding abdij Sint Benedictusberg - Vaals

In deze maquette staat de menselijke maat centraal. De ruimtelijke verhoudingen van een gebouw relateren wij als mens aan de verhoudingen van ons lichaam. Wanneer de menselijke maat aanwezig is in een gebouw geeft dit een signaal van herkenning af aan de toeschouwer.

Als mens meten we onbewust de verhoudingen om ons heen. Hierbij verdelen we compositie in verschillende elementen. De maquette 7=3+4 laat het minimale verschil zien die te onderscheiden is met het blote oog. Het antwoord daarop is, volgens van der Laan, de verhouding 3 staat tot 4.

Maquette van de maten reeks 1:7 en een serie van 8, bedacht door Dom Hans van der Laan. Zoals de toetsen van de piano, kan je de 8 maten gebruiken om ruimtelijke composities te maken. Deze reeks biedt handvatten om de juiste proporties van elementen te vinden in het ontwerp.

De bovenstaande maquette is gemaakt om te leren ontwerpen met de theorie van Dom Hans van der Laan. De verhouding van de plint tot de verdieping is 3:4, het minimale visuele verschil wat telbaar is. De gevelopeningen zijn ontworpen volgens de kolomstelling Eustylos. Dit zorgt voor de juist verhouding tussen de opening en de kolom/ligger.

Twee parallel tegenover elkaar staande wanden creëren, volgens van der Laan, de basis voor een architectonische ruimte. Bij deze compositie onstaat er een “binnen” en een “buiten” die waarneembaar is als mens.

De “cella” is een ruimtelijke vertaling van de persoonlijke ruimte volgens van der Laan. De dikte van de wand is daarbij gekoppeld aan de ruimte, namelijk 1:7.

Zuivere geometrische vormen zorgen voor een herkenbaarheid voor de gebruiker. Deze primaire elementen worden ingezet in de compositie van het ontwerp.

In tegenstelling tot de ontwerpen van Dom Hans van der laan zal het ontwerp meer extravert zijn dan introvert. Om zo de interactie tussen gebouw en omgeving meer te benaderen. Dit komt voort uit de gedachte dat we als mens onze verbinding met de natuur grotendeels zijn verloren.

De ruimtes van het gebouw corresponderen met de overkoepelende geometrie van het gebouw. Zo ontstaat er een logica tussen de externe en interne uiting van het gebouw. De leesbaarheid wordt hierdoor ook verbeterd voor de gebruiker.

Uit het onderzoek zijn drie ontwerp uitganspunten opgesteld voor de compositie van de gevel. Een helder ritme in een horizontale gevelopening. Het verschil in verhouding plint/ gebouw is visueel waarneembaar. Of de gevelopeningen vallen weg in het vlak waardoor er een geperforeerd volume onstaat waarin de gevelopeningen ondergeschikt zijn.

De zuivere geometrische elementen waaruit de gebouwcompositie bestaat, zorgt voor een heldere overgang tussen de natuurlijke en gebouwde omgeving. De extraverte uiting van het gebouw gaat hiermee een interactie aan met de omgeving, maar blijft maar wordt wel ervaren als een overgang in de ruimtelijke compositie

ATMOSFEER EN TACTILITEIT

Naast de ruimtelijke verhoudingen die van belang zijn in de ervaring van een ruimte of gebouw, zijn er ook andere factoren die hierop van invloed zijn. De atmosfeer van een ruimte is lastig te definiëren in ontwerpprincipes, omdat het gevoel dat een plek oproept zeer persoonlijk is en sterk verbonden is met de individuele associaties die gedurende het leven zijn ontwikkeld.

Los van de persoonlijke ervaring zijn er echter ook concrete elementen die een architect kan inzetten om een specifieke atmosfeer te creëren, zoals tactiliteit, het spelen met licht en schaduw, en de ruimtelijke opzet. Peter Zumthor slaagt er bijvoorbeeld in om architectuur te vereenvoudigen tot abstracte en monolithische volumes, waarbij het licht en de tactiliteit van de gebruikte materialen een cruciale rol spelen in de ruimtelijke beleving. Junichiro Tanizaki’s essay “In Praise of Shadows” belicht op een unieke manier de rol van tactiliteit en atmosfeer in de Japanse esthetiek, waarbij de subtiliteiten van licht en duisternis de tastbaarheid van objecten versterken en een gevoel van diepte en mysterie creëren.

Zowel bij Zumthor als Tanizaki staat de introspectie van de beschouwer centraal. Deze introspectie vormde ook een belangrijk aspect van de ervaring van het verblijf in de Sint Benedictus Abdij van Dom Hans van der Laan. Het onderzoek naar deze werken resulteerde in maquettes en tekeningen die elementen belichten die verband houden met deze thema’s, en die mij als ontwerper bewuste en onbewuste tools bieden die ik kan inzetten.

Verbeelding Kolumba Museum - Keulen

Beelden in het perifeer gezichtveld raken vervaagd. Maar het ontbreken van scherpte laat ruimte open voor de fantasie om deze in te vullen. Dit creëert een spanningsveld en nieuwschierigheid naar het onbekende. Dit is weergeven in de bovenstaande maquette waarin de structuur in de tweede lijn dit effect weergeeft.

Maquette van reflectie. Het kegelvormige volume, bekleed met een spiegelend materiaal, geeft een reflectie aan de aanschouwer. Het perspectief verandert in de spiegeling in vogelvlucht waardoor er met een bepaalde afstand naar zichtzelf en de maatschappij wordt gekeken.

Belevingstekening van de ervaring in de Sint Benedictus Abdij. De geslotenheid van de abdij geeft een hunkering naar interactie met de buitenwereld. De intensiteit van het zonlicht dat binnen valt benadrukt de vrijheid van de buitenwereld.

Belevingstekening van de zaal ruimte in de Sint Benedictus Abdij. Het heldere ritme van de gevelopeningen, die wanneer je goed kijkt elk een andere logica volgen. De vertrouwdheid van het ritme en de soberheid van het interieur zorgen voor een focus op het licht dat de ruimte invalt en het altaar verlicht.

De herkenbaarheid en vertrouwdheid van een plek heeft te maken met schaal. Wanneer de menselijke maat niet meer te herkennen is, voelt de plek onbehagelijk en onmenselijk.

Ruimtelijk enscenring van de Hohe Galerie - Erwin Heerich. De route door het park bereid de beschouwer voor op het treffen met het paviljoen. De natuurlijke omgeving contrasteert met de duidelijke geometrische structuur van het paviljoen.

Een vlak zonder een herkenbaar materiaal word puur beschoud op zijn geometrische vorm. Wanneer het vlak tactiel wordt, onstaat er een tweede laag waarin het materiaal zorgt voor herkenning. De waarnemning van het materiaal in combinatie met de geometrie zorgt voor een persoonlijke associatie.

ZINTUIGELIJKE BELEVING

Dit hoofdstuk richt zich op het centrale thema van atmosfeer en tactiliteit, waarbij ik dieper inga op hoe de ruimtelijke structuur de verschillende zintuigen kan prikkelen. In onze moderne maatschappij worden we vaak overladen met informatie via digitale media, waardoor we soms het contact met het hier en nu verliezen. Dit roept de vraag op of de ruimtelijke structuur kan helpen bij het verminderen van deze geestelijke prikkels en ons kan aanmoedigen om meer in het moment te leven. Gebouwen kunnen namelijk fysieke zintuiglijke prikkels zoals aanraking, geluid, smaak, geur en zicht gebruiken om ons meer bewust te maken van onze directe omgeving en ons in het nu te brengen.

Het onderzoek in dit hoofdstuk heeft geleid tot methoden die kunnen worden toegepast in het ontwerp van architectuur. Een illustratief voorbeeld hiervan is het werk van Tadao Ando, zoals het conference paviljoen op de Vitra campus. Ando staat bekend om zijn minimalistische benadering van architectuur en zijn voorkeur voor beton als primaire materiaal. Bij het ontwerpen van ruimtes zoals het conference paviljoen integreert hij zorgvuldig licht en schaduw, waardoor de tactiliteit van het beton wordt benadrukt. Ando besteedt veel aandacht aan de beleving van zijn gebouwen. In het Conference Pavilion leidt een smal pad langs een betonnen wand, waardoor de bezoeker als individu het gebouw betreedt. Deze doordachte ruimtelijke enscenering draagt bij aan een diepgaande ervaring van de ruimte en stimuleert de zintuigen op een subtiele maar krachtige manier.

Verbeelding conference pavilion - Vitra Campus

Verbeelding van de overprikkelde maatschapij waarin de mens zich verliest in zijn gedachtes. Waar de mens niet meer in het hier en nu is, en niet zijn directe omgeving waarneemt.

Verbeelding van de koppeling tussen de zintuigelijke prikkel met de bestaande herinneringen van de mens.

De monniken van de Sint Benedictus Abdij vermijden direct oogcontact. De corridor die de monniken vormen geleiden mij naar mijn eigen cella. Persoonlijk contact is er hier niet, ik ben hier alleen met mijn eigen gedachten. Het roept een kil en onvertrouwd gevoel bij mij op.

De materialiteit van de Sint Benedictus Abdij is hard. Mijn eigen voetstappen verraden mijn aanwezigheid in de stilte van de abdij. Ik ben me bewust van de voetstappen en ga bijna sluipend de gang over. Het doorbreken van de stilte voelt als een schending. Ook al zijn er geen monniken te zien, het voelt alsof ik word bekeken.

VAN ZOEKTOCHT NAAR PROGRAMMA

Vanuit het afstudeervoorstel is het onderzoek naar de thema’s: ruimtelijke verhoudingen, tactiliteit en atmosfeer en zintuigelijke beleving ontstaan. Er is bewust gekozen voor een brede onderzoeksscope. Dit heeft geleid tot een intuitief onderzoek naar de verschillende thema’s. Daarbij zijn de elementen die naar voren komen in het onderzoek niet letterlijk overgenomen, maar heeft dit geresulteerd in een eigen interpretatie van de thematiek.

Het onderzoek naar de ruimtelijke verhoudingen van Dom Hans van der Laan heeft geleid tot een besef van het belang van de onderlinge balans van ruimtelijke elementen. De uitgangspunten die daaruit voortvloeien zijn: de ruimtelijke helderheid van de gebouwstructuur, de relatie van gebouw tot natuur, ritmiek in de gevel en zuivere geometrische vormen.

Tactiliteit en atmosfeer is voornamelijk onderzocht door te ervaren. De ervaring in de Sint Benedictus Abdij en Insel Hombroich hebben een grote invloed gehad op de thema’s die vervolgens zijn meegenomen in het uiteindelijke ontwerp. De menselijke maat, natuurlijke materialiteit en licht en schaduw staan hier centraal.

De ervaringen van de Sint Benedictus Abdij, het conference Pavilion en Insel hombroich hebben, mede met de gelezen literatuur van Tanizaki en Pallasmaa, een grote rol gespeelt in de vorming van uitgangspunten bij het thema zintuigelijke beleving. De harde materialen in de abdij, de invloed van de weersomstandigheden in Insel Hombroich en de beschijvingen van het belang van schaduw door Tanizaki.

Een rode draad die door de referenties loopt, los van de specifieke thema’s, is de nadruk op introspectie. Elk werk stimuleert op zijn eigen manier introspectie bij de beschouwer, waarbij het vereenvoudigen of terugbrengen naar de essentie een cruciaal aspect is. Door de architectuur te minimaliseren ontstaat er ruimte voor een pure ervaring, waarbij de thema’s ruimtelijke verhoudingen, tactiliteit, atmosfeer en zintuigelijke beleving centraal komen te staan. Dit is het resultaat waar ik als ontwerper naar streef. De ervaringen en het onderzoek zijn niet vastgelegd in concrete uitgangspunten, maar zijn geïnternaliseerd in mijn ontwerpbenadering, en daarmee geïntegreerd in mijn studies en ontwerpen.

Het onderzoek kan beschouwd worden als een verdieping in de architectuurliteratuur welke niet verbonden is met een mogelijk programma voor de afstudeerscriptie. De thema’s die worden behandelt zijn dan ook leidend. Het programma zal een diendende functie hebben aan de gekozen thema’s. Om een keuze te maken voor een programma, zijn een aantal ruimtelijke verbeeldingen gemaakt met mogelijke programma’s bij de presentatie van de eerste schouw.

1. Paviljoens der verstilling - verbeelding mogelijk programma

2. Een stilte retraite in de stad - verbeelding mogelijk programma

3. De vrije school in het landschap - verbeelding mogelijk programma

DEEL 3 - DE VERTALING

In de zoektocht naar een passend programma kwam ik in aanraking met de antroposofie. De antroposofie is een levensvisie gebaseerd op het werk van Rudolf Steiner. Een oefenweg die het geestelijke in ieder mens wil verbinden met het geestelijke in de wereld. Vanuit het antroposofisch mensbeeld wordt ervan uit gegaan dat een kind met een opdracht aan het leven begint. Het wil zijn eigenheid tot uitdrukking laten komen en zich verder ontwikkelen. Om dit te bereiken is het van belang dat het de kans krijgt lichaam, ziel en geest evenwichtig te ontwikkelen (drieledig mensbeeld). Het ‘ik’, de individualiteit van het kind, is hierbij richting gevend5 .

Het evenwicht in het drieledig mensbeeld is in de antroposofie van groot belang. Hierin is een raakvlak te vinden met mijn persoonlijke geloof dat de huidige maatschappij niet meer in balans is. De overvloed aan informatie en prikkels, de materialistische maatschappij, de toename in het aantal burnouts en de verhoogde mate van stress. Deze elementen worden in de antroposofie beschouwd als het ahrimanische. Ahriman helpt ons om ons van het aardse leven bewust te worden. Maar hij is ook degene die ons verleidt tot materialisme, hebzucht en een beperkt (geestloos) denken. Het arimanische heeft invloed op angst, haast, schaamte, schuld, stress en het continu “aan” staan. Hier tegenover staat de andere tegenmacht, Lucifer, die de mens wegvoert van het aardse leven in de materie. Lucifer is degene die ons het geschenk van de vrijheid geeft, maar die ons ook wil verleiden tot egoïsme, fanatisme en een zekere zweverigheid6.

De filosofie van de antroposofie heeft zich ook vertaald in het onderwijs, namelijk het vrije schoolonderwijs. Op een vrijeschool spreken leerkrachten vaak over het ‘volledige

kind’. Zij streven ernaar dat een kind uitgroeit tot een volwassene die beschikt over een helder denkvermogen (hoofd), een evenwichtig gevoelsleven (hart) en het wilskrachtig handelen (handen).

In de huidige Westerse samenleving wordt vooral veel aandacht besteed aan het denkvermogen. En ook in het onderwijs gaat vaak meer aandacht uit naar cognitieve prestaties, zoals reken- en taaltoetsen, dan naar het gevoelsleven en het handelen van kinderen op wilskracht. Maar op een vrijeschool is het de taak van de leerkracht om aan alle drie de dimensies evenveel aandacht te besteden7.

Wat gebeurt er als we de filosofie van de vrije school combineren met de uitgangspunten die uit het vooronderzoek zijn gekomen. Wat gebeurt er wanneer we een leeromgeving ontwerpen die ons terug in het hier en nu brengt. Waarin de balans van het drieledig mensbeeld terugkomt in de architectonische vertaling. Een leeromgeving waarin de ruimtelijke structuur dezelfde balans en harmonie zoekt als het onderwijssysteem. Dit is waar mijn opgave begint.

Ruimtelijke verbeelding van de overprikkelde mens. Alle energie stijgt naar het hoofd (kleur) en ontrekt zich van het lichaam (zwart-wit).

Ruimtelijke verbeelding van het belang van de balans tussen het heldere denkvermogen (hoofd), een evenwichtig gevoelsleven (hart) en het wilskrachtig handelen (handen).

HET SCHOOLGEBOUW

Voorafgaand aan het ontwerpen van een nieuwe leeromgeving is gedegen onderzoek verricht naar de typologie van schoolgebouwen. Over het algemeen vertoont de ruimtelijke structuur van schoolgebouwen veel overeenkomsten, enkele uitzonderingen daargelaten. Meestal betreedt men het gebouw via een bescheiden entree die leidt naar de aula, de centrale ontmoetingsplaats van de school, geschikt voor evenementen en voorstellingen. In deze typologie staat het klaslokaal centraal, waar leerlingen het grootste deel van hun tijd doorbrengen. Traditioneel zijn de lokalen ontsloten via gangen die langs alle klaslokalen lopen.

Het huidige schoolgebouw biedt een generieke ruimtelijke oplossing voor alle vakken die worden gegeven. Vaak wordt er ruimtelijk geen onderscheid gemaakt tussen praktische vakken (zoals handarbeid), kunstvakken (muziek en theater) en cognitieve vakken. Wat als de ruimte wél afgestemd zou zijn op de specifieke thematiek van de verschillende vakken?

Bij het heroverwegen van de ruimtelijke indeling zou men kunnen streven naar een omgeving die de identiteit van elk vak weerspiegelt. Wat als de leeromgeving inspeelt op de specifieke behoeften van handarbeid, kunst en cognitieve vakken? Een dergelijke benadering zou niet alleen de functionaliteit verbeteren, maar ook de algehele leerervaring verrijken door een geoptimaliseerde omgeving te bieden die aansluit bij de diverse disciplines en activiteiten binnen de school.

Plattegrond - typologie schoolgebouw

HET KLASLOKAAL

In het klaslokaal is dezelfde ruimtelijke structuur te herkennen als in het schoolgebouw. Een standaard klaslokaal heeft afmetingen van ongeveer zes bij acht meter. De lange zijde van het lokaal is gereserveerd voor de entree, waardoor direct zicht ontstaat op het bureau van de docent. De opstelling van de tafels suggereert gelijkwaardigheid, maar er schuilt een hiërarchie in. De leerling die vooraan zit, is het meest zichtbaar voor de docent en de aanwezigheid van de leraar is voelbaar. In het midden van de opstelling ervaart de leerling prikkels van alle kanten, terwijl de achterste positie meer anonimiteit biedt. Zitten bij het raam vergroot de connectie met de buitenwereld, maar kan ook leiden tot afleiding. De zitpositie van de leerling geeft inzicht in diens houding en intentie.

De centrale positie van het schoolbord ondersteunt een traditionele klassikale leermethode. De ruimtelijke structuur draagt bij aan deze onderwijsvorm doordat de docent een centrale en zichtbare positie heeft, met overzicht over de hele klas. De leerlingen zijn gericht op de docent, waardoor deze opstelling geschikt is voor het overbrengen van informatie. Echter, voor informelere lesvormen is deze opstelling minder geschikt. De lesmethodiek van de vrije school, die focust op het gelijkwaardig oontwikkelen van het hoofd, hart en handen is ruimtelijk niet terug te zien.

Plattegrond - typologie klaslokaal

DE NIEUWE LEEROMGEVING

Om een nieuwe leeromgeving te ontwikkelen, die ruimtelijk meer aansluit bij de visie van de vrije school, is er intuïtief onderzoek gedaan. Tijdens het ontwikkelen van de studiemodellen stond telkens het aspect van het drieledig mensbeeld centraal. Het ruimtelijk onderzoek is ontstaan door modellen te maken waarbij de invloed van de onderzochte literatuur vertaald wordt naar het ruimtelijke spectrum. Op deze wijze wordt de thematiek nog verder geïnternaliseerd in mijn ontwerpfilosofie. De thematiek van het vooronderzoek en van de antroposofie zullen daarbij invloed hebben op het maken van deze modellen. Deze manier van werken zorgt ervoor dat het onderzoek meteen een ruimtelijke factor krijgt waarop kan worden gereflecteerd. Daarbij geven de modellen elementen weer die wellicht ingezet kunnen worden in het uiteindelijke ontwerp.

Bij het maken van deze modellen zat de gekozen locatie, welke in deel 4 - de context wordt toegelicht, al in mijn hoofd. De verschillende landschappelijke elementen zijn daarbij meegenomen in de studiemodellen.

Het samenspel van intuïtief onderzoek, aandacht voor het drieledig mensbeeld en de invloed van de gekozen locatie vormen gezamenlijk de basis voor een innovatieve leeromgeving die nauw aansluit bij de principes van de vrije school.

STUDIE 01

Bij aankomst bij dit paviljoen, gericht op het “hoofd”, word je langs een gesloten wand geleid naar de toegangsdeur. Dit smalle pad is ontworpen om ervoor te zorgen dat leerlingen niet gezamenlijk kunnen lopen, maar individueel de ruimte betreden. Bij binnenkomst wordt de hoofdruimte gedomineerd door het centrale meubel, dat verschillende zitplekken biedt voor één tot vier leerlingen. Elke leerling heeft de mogelijkheid om samen met anderen in een specifieke zone te zitten of een individuele plek te kiezen. Het ritme van de kolommen draagt bij aan herkenbaarheid en voorspelbaarheid van de ruimte.

De leerling kan ervoor kiezen om zicht te hebben op de patio, waar weinig tot geen afleiding is. Aan de andere zijde is er uitzicht op de buitenwereld, wat de leerling meer ruimte geeft om in gedachten te zijn. Deze bewuste inrichting biedt een flexibele omgeving waarin de leerling controle heeft over zijn of haar omgeving en de mate van interactie met anderen. Het paviljoen is ontworpen met aandacht voor zowel concentratie als contemplatie, waardoor een veelzijdige leeromgeving ontstaat die tegemoetkomt aan diverse behoeften van de leerlingen.

Overzicht maquette - studie 01

STUDIE 02

Het tweede studiemodel richt zich op de krachtige uiting van wilskrachtig handelen. Dit model bestaat uit drie platformen die ogenschijnlijk zweven tussen de bomen. Horizontale schijven, die met elkaar zijn verbonden door kleinere horizontale schijven die dienst doen als trappen, vormen de basis van het ontwerp. De leerling ervaart een verandering van perspectief bij het bewegen over de platforms, wat resulteert in een omgeving die fysiek bijna lijkt los te staan van de aarde. Dit biedt ruimte voor de fantasiewereld van de leerling. Bovendien staan de ruimtes in nauwe verbinding met de natuurlijke omgeving van de boomtoppen, waardoor een naadloze integratie van de leeromgeving en de natuur ontstaat. De zwevende platforms creëren niet alleen een unieke ruimtelijke ervaring, maar bevorderen ook een gevoel van avontuur en verbeeldingskracht, waarbij de leerling wordt aangemoedigd om zijn wilskracht actief in te zetten.

Overzichts maquette - studie 02

STUDIE 03

De tribunetrap vormt het centrale element in het derde studiemodel, gericht op het wilskrachtig handelen. Deze ruimte combineert een locatie geschikt voor voorstellingen met een dynamische tribunetrap waar routes onderdoor lopen. Hierdoor ontstaan twee werelden: de duistere en mysterieuze ruimte onder de tribunetrap en de openbare en lichte ruimte daarboven. Het ‘theater’-decor kan zowel binnen als buiten plaatsvinden dankzij de schuifwand. Hierdoor wordt het buitendecor als het ware naar binnen gebracht, waardoor een naadloze overgang ontstaat. De regen die van het hellende dak stroomt bij neerslag vormt een natuurlijke verbinding met de omgeving. Door de openheid van de ruimte zullen de seizoenen voelbaar zijn, waardoor de omgeving een dynamisch karakter krijgt dat de leerervaring verrijkt.

Overzicht maquette - studie 03

Interieur beeld - studie 03

STUDIE 04

De kracht van de wind staat centraal in het vierde studiemodel. Het biedt een schuilplaats tegen het weer, maar laat de wind nog steeds door het gebouw waaien. De mogelijkheid om net aan de weersinvloeden te ontsnappen geeft de ruimte een intiem karakter. Deze intieme sfeer biedt de leerling een gevoel van geborgenheid en sluit aan bij het thema “hart” in het drieledig mensbeeld. De bewuste keuze om de wind de ruimte te laten doordringen, terwijl de leerlingen toch beschermd zijn tegen directe weersomstandigheden, creëert een unieke en stimulerende omgeving die de connectie met de natuur behoudt.

Overzicht maquette - studie 04

STUDIE 05

De afmetingen van het vijfde studiemodel zijn vergelijkbaar met de huidige standaard voor een klaslokaal. Niettemin functioneert de ruimte op een geheel andere manier dan een gebruikelijk klaslokaal. De ruimte kan worden opgedeeld in vijf segmenten, waardoor er intieme ruimtes ontstaan voor kleine groepen leerlingen. De structuur van de ruimte is rigide en biedt een heldere organisatie. Gordijnen, die de ruimtes van elkaar scheiden, geven de ruimte rondere en zachtere vormen. Het licht valt gelijkmatig in alle ruimtes door het glazen dak. Hierdoor kunnen leerlingen in deze intieme ruimtes in kleinere groepjes samenkomen. De veelzijdigheid van de ruimte bevordert zowel samenwerking als individuele concentratie.

Overzicht maquette - studie 05

STUDIE

06

Bij aankomst bij studiemodel 06 werp je een blik door het gebouw richting een meer, waar dit uitzicht je begeleidt naar binnen. Eenmaal binnen valt het natuurlijke licht door het daklicht langs de route naar buiten. De ruimte is ontworpen met de focus op de overgang tussen water en land. Het kabbelende water zorgt voor een gevoel van rust, terwijl het uitzicht onbewust de gedachten laat afdwalen. Deze ruimte is specifiek bedoeld voor de cognitieve ontwikkeling van de leerling, waarbij de elementen en kwaliteiten van water worden ingezet als kalmerende elementen die de concentratie verbeteren. Het doel is om een omgeving te creëren die de leerlingen ondersteunt bij hun studie en een serene sfeer die bevorderlijk is voor het cognitieve leerproces.

Overzicht maquette - sutdie 06

STUDIE 07

Het laatste studiemodel richt zich niet zozeer op een specifiek element uit het drieledig mensbeeld, maar werpt een blik op de mogelijke transformatie van de geselecteerde projectlocatie. Binnen dit model zijn diverse soorten ruimtes ontworpen. Bij het betreden van de ruimte verwelkomt een houten trap je, die naar boven leidt. Deze trap vormt samen met het toilet een centraal element in de ruimte. De vier zichtbare kwadranten op de begane grond hebben elk hun eigen functie. De twee werkplekken zijn verbonden met een patio-achtige ruimte, speciaal ontworpen voor praktische vakken zoals handarbeid. De bovenste ruimte is traditioneler van opzet en biedt gelegenheid voor klassikale lessen in kleine groepen. Na de theorieles kan de opgedane kennis meteen in de praktijk worden gebracht in de werkkruimtes op de begane grond. Deze flexibele indeling faciliteert een gevarieerde leeromgeving die zowel traditioneel als praktisch onderwijs mogelijk maakt.

Plattegrond - studie

Overzicht maquette - studie 07

DEEL 4 - DE CONTEXT

De locatie met het bestaande schoolgebouw vormde de context voor het uiteindelijke ontwerp. In dit deel zal uitgelegd worden waarom de locatie gekozen is en wat de kenmerkende eigenschappen van het gebied zijn. Ook zal het bestaande schoolgebouw geanalyseerd worden op zijn huidige kwaliteiten en worden de mogelijkheden in kaart gebracht.

De beslissing voor deze locatie komt voort uit het gekozen programma, gericht op het creëren van een vernieuwende leeromgeving. De affiniteit tussen de visie van de vrije school en antroposofie met het thema van ruimtelijke en innerlijke harmonie was doorslaggevend in de zoektocht naar een geschikte plek. Mijn oog viel op de Parcivalschool in Arnhem.

De Parcivalschool in Arnhem-Zuid is een vrije school, gebouwd in de jaren zestig. Wat mij aantrok aan deze locatie is het feit dat er, naast mijn eigen opgave, ook een landelijke opgave ligt om bestaande scholen uit de wederopbouw te behouden en te renoveren. “In Nederland heeft bijna de helft van de 10.000 scholen een opknapbeurt nodig”, zegt stichting Mevrouw Meijer8. In een gesprek met Hannes van Soest wordt bevestigd dat dit ook de situatie is waarin de Parcivalschool zich bevindt.

De wederopbouw scholen, waar de Parcivalschool onder valt, worden vaak gekenmerkt door hun standaardontwerp met een hoge kwaliteit. Een opvallend kenmerk zijn de ruime en lichte lokalen, die tegenwoordig moeilijk te realiseren zijn binnen de beschikbare budgetten. Dankzij deze royale lokalen tonen de scholen al meer dan vijftig jaar een opmerkelijke flexibiliteit voor veranderingen in zowel de samenleving als het onderwijs. Bovendien zijn de scholen strategisch geplaatst in het hart van de wijk, ontworpen als sociale centra te midden

van uitgestrekte groene ruimtes. Hoewel het onderhoud van dit groen op sommige plaatsen is verwaarloosd, blijft het potentieel voor herontdekking aanwezig9.

De ligging van de Parcivalschool, aan de scheidingslijn van de wijken Malburgen en het Eimersweidemeer, voegt een extra dimensie toe aan de aantrekkelijkheid van de locatie. Dit overgangsgebied verbindt de locatie enerzijds met de stedelijke hectiek en anderzijds de landschappelijke kwaliteit van het Eimersweidemeer aanwezig is.

Deze dualiteit biedt de ruimte voor het nieuwe ontwerp om beide thema’s te omarmen en ze te vertalen naar de kern van het onderzoek: de zoektocht naar ruimtelijke harmonie en de impact hiervan op innerlijke harmonie.

Deze overwegingen resulteren in een reeks uitgangspunten die als fundament dienen voor het uiteindelijke ontwerp. In het volgende deel: “De verbeelding”, zullen deze uitgangspunten uitgebreider worden besproken en verder uitgewerkt.

112 Foto van de huidige klaslokalen - Parcivalschool Arnhem
Foto van het huidige speelplein

Foto achterzijde schoolgebouw

Foto van het huidige kleuterspeelplein - Parcivalschool Arnhem

113

DE LOCATIE

De Parcivalschool in Arnhem-Zuid ligt in de wijk Malburgen, ten zuidoosten van het centrum. De school is gebouwd in de jaren zestig, gelijktijdig met de bouw van de wijk Malburgen. Het ontstaan van het Eimersweidemeer, gelegen ten zuiden van de Parcivalschool, vond plaats door de afgravingen voor schoon zand, gebruikt in de baksteenproductie. Deze bakstenen zijn uiteindelijk gebruikt bij het optrekken van de wijk Malburgen en de Parcivalschool.

De huidige Parcivalschool bestond uit twee losse gebouwen: de reguliere basisschool en een kleuterschool. In de jaren tachtig, toen de vrijeschool zijn intrede deed in het gebouw, is het gebouw gerenoveerd en heeft het gebouw zijn huidige verschijningsvorm gekregen. Tijdens deze renovatie werd een aula, lerarenkamer, entree en gang toegevoegd. Hiermee werden de voorheen afzonderlijke gebouwen met elkaar werden verbonden.

Het gebied om de Parcivalschool heeft verschillende kenmerken en kwaliteiten. De overgang tussen de wijk Malburgen en het Eimersweidemeer vindt plaats op deze locatie. De uitdaging is om deze kenmerken en kwaliteiten te verbinden met het nieuwe ontwerp en deze te laten aansluiten bij het thema.

De stedenbouwkundige en landschappelijke uitgangspunten zijn verbeeld in de komende pagina’s door het gebruik van modellen, schema’s en tekeningen.

Situatie tekening locatie

115

Overzicht maquette - bestaande locatie

Diverse Karakters

Het huidige plangebied ligt in een transitiezone tussen de stad en het Eimersweidemeer. Het gebied kent drie zones waarbij de overgangen hiertussen een eigen karakter hebben.

Beeld 03

DE STAD ZONE 03

Beeld 04

Beeld 01 - Waterland
Beeld 03 - Speelbos
Beeld 02 - Duinlandschap
Beeld 04 - De stad

ZONE 01 WATERLAND

Oriëntatie

De huidige school richt zich naar de wijk (Malburgen) en keert zijn rug naar de landschappelijke zones 01 en 02. Het gebouw sluit zich af van het landschappelijke karakter.

ZONE

ZONE 02 SPEELBOS

DE STAD ZONE 03

HOOFD

BUURT BIBLIOTHEEK

Toevoegen functies

Om de plek toegankelijker en interessanter te maken voor buurtbewoners worden er functies toegevoegd. Dit zorgt er ook voor dat de plek de gehele week gebruikt kan worden.

THEATER/MUZIEK

HART

SPORTHAL

THEATER/MUZIEK SCHOOL Gemeenschap

HANDEN

SCOUTING VERENIGING

Het bestaande gebouw van de Parcivalschool vertoont drie onderscheidende gebouwdelen, hoewel het nu als één geheel wordt beschouwd. Ondanks de samenvoeging is de oorspronkelijke driedeling nog steeds waarneembaar, zij het enigszins vertroebeld door de uitbreiding in de jaren tachtig.

Het eerste gebouwdeel belichaamt de wederopbouwprincipes van licht, lucht en ruimte en herbergt de oorspronkelijke kleuterschool. Het rationele ontwerp bestaat uit diverse metselwerkvolumes, elegante overstekken en herkenbare kozijnverdelingen. De kleuterlokalen zijn groot van opzet en hebben een afmeting van 8x10 meter. Door het daklicht boven de gangstructuur valt er vanaf twee zijdes licht in het lokaal. De secundaire functies liggen langs de gang, en zijn uitgevoerd als solide metselwerk volumes.

Het tweede gebouwdeel vertegenwoordigt de oorspronkelijke basisschool, ook een product van de wederopbouwperiode, gekenmerkt door een sobere opzet. De rationele en homogene indeling omvat een gang met daaraan lokalen gekoppeld op de begane grond. De kap-vorm heeft slechts een functie als bergzolder. Het ritme van de gevelopeningen werd verstoord tijdens de uitbreiding in de jaren tachtig. De openingen werden verkleind en kregen een afgeschuinde hoek.

Het derde gebouwdeel omvat de aula met de lerarenkamer. Een uitbreiding uit de jaren tachtig verbond de twee afzonderlijke gebouwen met elkaar, maar verstoorde tegelijkertijd de helderheid en verbinding met het Eimersweidemeer.

Verbeelding van het concept - een nieuwe ontsluitings as

Plattegrond - bestaand schoolgebouw

Fragment gevelaanzicht - verandering in de tijd

Doorsneden en fragmenten bestaand schoolgebouw

Ingrepen

De ruimtelijke kwaliteit die aanwezig is in de oorspronkelijke kleuterschool en basisschool is in mindere mate terug te zien in de uitbreiding uit de jaren tachtig. Door de uitbreiding wordt de verbinding tussen de school en het achterliggende Eimersweidemeer grotendeels verbroken. Bij de uitbreiding zijn er allerlei schuine hoeken in kozijnen, plafonds en in het volume van de nieuwe aula aangebracht. De helderheid en logica van het gebouw zijn daarbij aangetast. De ontwerpfilosofie van de wederopbouwarchitectuur is daarmee niet in acht genomen bij deze uitbreiding. Deze aanleiding heb ik gebruikt om de uitbreiding te slopen en het oorspronkelijke karakter van de kleuter- en basisschool terug te brengen. Op de koppen van de te slopen delen ontstaat ruimte voor een nieuwe toevoeging die contrasteert met de bestaande architectuur. Deze toevoegingen zorgen voor een nieuwe beëindiging van het volume en huisvest ook het nieuwe ontvangstpaviljoen

UITGANGSPUNTEN

De uitdaging van het project bevindt zich in het herstellen van de verbinding met diverse landschappelijke kenmerken van het gebied. Om deze ingreep te realiseren, wordt besloten de uitbreiding uit de jaren tachtig volledig te slopen, waardoor er ruimte ontstaat tussen de voormalige kleuterschool en basisschool. Deze open ruimte wordt benut voor een nieuwe centrale as die niet alleen de nieuwbouw met de landschappelijke elementen verbindt, maar ook ruimte biedt voor een nieuw entreepaviljoen dat fysiek verbonden is met de oorspronkelijke basisschool.

Er zijn een aantal uitgangspunten opgesteld voor het ontwerp van de nieuwbouw. De homogene ruimtes zullen worden vervangen voor heterogene ruimtes die aansluiten bij de specifieke functie. De nieuwe ruimtes zullen extravert zijn om de verbinding met de landschappelijke context te verbeteren. Dit is een ruimtelijke vertaling van de mentale (introverte) overprikkeling naar een meer gehele prikkeling van de zintuigen. Het contrast tussen de gebouwstructuur en natuur zal bijdragen aan de helderheid tussen natuur en gebouw. De routes die nu intern georganiseerd zijn in het gebouw, zullen extern worden. Dit om de relatie met de buitenwereld, en het hier en nu, te versterken. De indeling van de gebouwen wordt bewust gerelateerd aan de vormentaal van het hoofdgebouw, met als doel een consistente en duidelijke structuur te bieden. Met deze uitgangspunten tezamen probeert het nieuwe ontwerp een ruimtelijke harmonie te creëren die een positieve invloed heeft op de innerlijke harmonie van de leerling.

Referenties van de toegepaste materialen

Van homogene ruimtes naar heterogene ruimtes

Van introvert naar extravert

De ruimtelijke indeling is fysiek gerelateerd aan geometrische hoofdopzet

Contrast tussen geometrische vormen van gebouw en de organische vormen van de natuur.

Routes tussen functies via het landschap

Harmonie tussen gebouw, functie en landschap

DEEL 5 - DE VERBEELDING

In dit laatste deel wordt het ontwerp beschreven en verbeeld. Het ontwerp wordt per gebouwdeel beschreven en verbeeld waarna alle gebouwdelen samen worden toegelicht in het hoofdstuk “Het landschap”. Dit laatste hoofdstuk geeft op die manier een overzicht van het gehele ontwerp.

De oorspronkelijke basisschool en kleuterschool zullen grotendeels behouden blijven. Een nieuwe verbindende as tussen beide gebouwen wordt geïntroduceerd, wat tevens het entreegebied zal vormen. Langs deze entree route wordt een entreepaviljoen gepositioneerd, dat fungeert als centrale ontmoetingsplaats voor de leerlingen. De bestaande structuur behoudt zijn functie en ondergaat een renovatie om terug te keren naar de oorspronkelijke staat. Vanuit het entreepaviljoen krijgt men toegang tot het plangebied, dat een landschappelijk karakter draagt. Van hieruit zullen de kinderen zich via buiten verspreiden naar de nieuwe leeromgevingen. De nieuwbouw bestaat uit vier paviljoens die zich uitstrekken richting het Eimersweidemeer en een nauwere verbinding hebben met de omringende natuur. Elk paviljoen vervult een specifieke functie die aansluit bij een van de thema’s uit het drieledig mensbeeld. De ruimtelijke structuur is zodanig ontworpen dat deze bijdraagt aan de lesstructuur, met paviljoens gewijd aan het hoofd, het hart en de handen. Een vierde paviljoen fungeert als gemeenschappelijk gymlokaal en bijeenkomstruimte. In het ontwerp van de verschillende gebouwdelen zijn een aantal terugkerende ruimtelijke elementen gebruikt. Hierdoor ontstaat een gevoel van samenhang tussen de verschillende bouwelementen waardoor de gebouwen, ondanks hun diversiteit, toch harmonieus samenkomen.

Overzicht maquette - bestaande locatie

HET ENTREEPAVILJOEN

Langs de centrale as onhult zich het entreepaviljoen, een poortwachter tussen het publieke domein en de nieuwe leeromgeving. De overgang wordt subtiel gemarkeert door een betonnen dek, dat de oude schoolstructuren ruimtelijk verbindt. Het entreepaviljoen is een voortzetting van het karakteristieke silhouet van de basisschool.

De materialisering en compositie van het paviljoen vormen een contrast met het metselwerk van de basisschool. De nieuwe structuur bestaat uit een betonnen horizontale schijf en een statig betonnen prisma die beide worden gedragen door ranke houten kolommen. Het solide dak geeft bescherming voor de leerlingen en huisvest de bijeenkomstruimte die eronder ligt. Hier verzamelen de kinderen zich elke ochtend voordat ze zich verspreiden over de diverse leerppaviljoens.

De tien houten kolommen die het dak dragen definiëren de ontmoetingspunten voor de tien klassen. Terwijl de bestaande gebouwen plaats bieden aan zes klassen, openen vier leerpaviljoens hun deuren voor de resterende leergroepen. Onder het entreepaviljoen loopt het ritme van de kolommen door en is de fietsenstalling gehuisvest.

Aan de zijde die grenst met de oude basisschool is er een houten volume onder de kapvorm geplaatst. In dit volume zijn een vergaderruimte en directeurskamer ondergebracht. Vanuit de directeursruimte is er zicht over het plangebied.

Openbreken en verbinden

Om de verschillende landschappelijke zones met elkaar te verbinden en het gebied toegankelijker te maken wordt een deel van de school gesloopt waardoor er een nieuwe as ontstaat.

ZONE 02 SPEELBOS

DE STAD ZONE 03

Langs deze as bevind zicht het nieuwe entreepaviljoen die een herkenbare hoofdtoegang biedt tot het plangebied.

Plattegrond - Entreepaviljoen en gerenoveerde school

Verbeelding - entreegebied

Verbeelding - verzamelplek entreepaviljoen

Maquette entreepaviljoen en gerenoveerde school
Maquette entreepaviljoen en gerenoveerde school

LEERPAVILJOEN VOOR DE HANDEN

Het ontwerp voor het leerpaviljoen voor “de handen” bestaat uit drie houten volumes die samen een driehoekige horizontale schijf dragen. Een houten volume steekt door de betonnen schijf heen en biedt daarmee via de tribunetrap toegang tot het dak. Tussen de houten volumes ontstaat een beschermde buitenruimte. In het hart van het gebouw staat een bestaande eik die door het dak heen steekt. In twee van de houten volumes zijn leerruimtes ontworpen. Een houten werkbank staat centraal in de ruimte, en de gesloten wandkast fungeert als garderobe en opbergruimte.

De interactie tussen de binnen- en buitenwereld staat centraal in het paviljoen. Elke ruimte staat in directe verbinding met de buitenwereld. De puien in de leerruimtes kunnen worden opengezet om zo één grote leerruimte te creëren onder het dak. Het dak van het paviljoen biedt ruimte voor exposities en de tribunetrap kan worden gebruikt voor presentaties en groepsopdrachten. De dynamische manier waarop de leerruimtes bruikbaar zijn, biedt ruimte voor de leerling om zijn fantasie te gebruiken. Zo kunnen ze op een flexibele manier werken en zijn ze altijd zintuigelijk verbonden met de buitenwereld.

Het fysiek maken staat in dit paviljoen voor de handen centraal. De lessen die hier gegeven zullen worden zijn handarbeid, schilderen, tekenen en houtbewerking. Dit paviljoen vormt een atelier voor de kinderen om hun wilskrachtige handelen te ontwikkelen. Buiten schooltijden kan dit paviljoen gebruikt worden door de locale scouting vereniging.

PAVILJOEN HANDEN

CREATIEVE EN FYSIEKE VAKKEN

SCOUTING

ZONE 01 WATERLAND

Leerpaviljoen voor de handen

Centraal in het plangebied staat het leerpaviljoen voor de handen. Hier zullen de creatieve en fysieke vakken worden gegeven gedurende de dag. In het weekend biedt het gebouw

ZONE

DE STAD ZONE 03

ruimte voor de lokale scouting. De sterke relatie tussen binnen en buitenruimtes staat in dit paviljoen centraal en bevorderd het fysieke en creatieve lesprogramma.

Verbeelding - toegang leerpaviljoen voor de handen

Verbeelding - atelierruimtes en tribunetrap leerpaviljoen voor de handen

Verbeelding - het dakterras als expositieruimte

Maquette - leerpaviljoen voor de handen

Maquette - leerpaviljoen voor de handen

LEERPAVILJOEN VOOR HET HART

Vanuit de bestaande kleuterschool is er een fysieke verbinding naar het leerpaviljoen voor het hart. Dit paviljoen is ontworpen voor vakken als theater, dans en muziek. Deze vakken spreken het gevoelsleven van het kind aan en wordt al bij jonge kinderen ingezet als lesmethodiek. De klassen uit de onderbouw zullen worden gehuisvest in zowel de voormalige kleuterschool als in dit paviljoen.

Het paviljoen deelt dezelfde volumetrische opbouw als het paviljoen voor handvaardigheid en het entreepaviljoen: een houten plint draagt een robuust betonnen dak. Wat het gebouw onderscheidt, zijn de vloeiende rondingen die zijn toegepast, waardoor de architectuur zachter oogt en het licht en geluid op een subtielere wijze binnen komt. Aan de zijde van de kleuterschool steekt het betonnen volume uit, waardoor ruimte ontstaat voor een entreezone. Vanuit hier betreden de kinderen het paviljoen.

In de gang, die in het verlengde van de entree ligt, word je begeleid door het licht vanuit het dakraam. De buitencontour van de gang wordt gevuld met een viertal studio’s die uitzicht bieden over het bloemenveld. De verticale houten latten dragen niet alleen het dak, maar zorgen ook voor een akoestische buffer. De binnenste contour van de gang herbergt het leerplein en is lager dan de rest van de ruimtes. Het dak sluit in hoogte aan op de gang van de kleuterschool. Het leerplein dat overloopt in een openluchttheater ligt verdiept in de grond en geeft ruimte voor kleine voorstellingen en optredens.

ZONE SPEELBOS ZONE 01 WATERLAND

PAVILJOEN HART

MUSIkALE VAKKEN EN THEATER

Leerpaviljoen voor het hart

De muzikale en theatervakken zullen worden gegeven in het leerpaviljoen voor het hart. Hierdoor ontstaat er een intiem plein en buitenruimte aan de zijde van de oude kleuterschool. De

DE STAD ZONE 03

kleuterklassen kunnen hier veilig leeren los van de bovenbouw, en hebben hun eigen verbinding met dit leerpaviljoen.

Verbeelding - interieur leerpaviljoen met zicht op het openluchttheater

Verbeelding - exterieur leerpaviljoen met zicht op de muziek ateliers

Maquette leerpaviljoen voor het hart
Maquette leerpaviljoen voor het hart

LEERPAVILJOEN VOOR HET HOOFD

Het paviljoen voor “het hoofd” bestaat uit vier statige metselwerk volumes die gezamenlijk een harmonieuze compositie vormen. Binnen deze volumes wordt een bestaande boom op de binnenplaats omarmd, waardoor er een natuurlijk element wordt geïntegreerd. De entree, gemarkeerd door een terugwijkende gevel in het metselwerk, leidt naar een heldere route die alle vier de volumes met hun specifieke functies verbindt.

Het eerste volume bij de entree herbergt een berging en toilet. Vervolgens, met de klok mee, ontvouwt zich een hoger volume dat dienstdoet als expositieruimte op de begane grond. De studieruimte op de verdieping geeft uitzicht op het Eimersweidemeer. Het weidse uitzicht stimuleert de leerling om in gedachten te dwalen. Het daaropvolgende volume is lager en is ontworpen voor klassikale onderdelen. Het laatste volume vormt een buurtbibliotheek. Midden in de ruimte staat een houten boekenkast. Het raster in het dak is volledig van glas en laat licht binnenvallen om zo de focus op de centrale boekenkast te richten.

De laatste ruimte heeft een intiemere sfeer en wordt omsloten door de metselwerk volumes. Het zichtbare metselwerk, zowel binnen als buiten, creëert een visuele continuïteit en draagt bij aan de solide esthetiek. Echter, dit harde materiaal resulteert ook in een duidelijke akoestiek, vergelijkbaar met de Benedictus abdij. Deze akoestiek bevordert bewustzijn van het eigen geluid tijdens activiteiten. Deze bewustwording zorgt voor een verinnerlijking die aansluit bij het stimuleren van het “hoofd” volgens het drieledig mensbeeld.

ZONE 01 WATERLAND

PAVILJOEN HOOFD

COGNITIEVE VAKKEN

BUURTHUIS

Leerpaviljoen voor het hoofd

Aan de zijde van het Eimersweidemeer zal het leerpaviljoen voor het hoofd verrijzen. De positie is gekozen voor de visuele relatie met de vijver en het Eimersweidemeer. Gedachten kunnen

ZONE 02 SPEELBOS

DE STAD ZONE 03

VOORMALIGBEEKJE

afdrijven bij de vergezichten die je vanaf deze positie hebt. Daarnaast omsluit het paviljoen hiermee de parkachtige zone van het voormalige speelbos.

Verbeelding - buurbibliotheek

Verbeelding - leesruimte

Verbeelding - studie ruimte

Verbeelding - exterieur leerpaviljoen voor het hoofd

Maquette leerpaviljoen voor het hoofd
Maquette leerpaviljoen voor het hoofd

LEERPAVILJOEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Het laatste paviljoen is bedoeld voor de gemeenschap. Dit betekent dat zowel de Parcivalschool als de wijk gebruik kan maken van dit paviljoen. Het gebouw herbergt een ruime gymzaal die ook geschikt is voor voorstellingen en bijeenkomsten, dankzij de uitschuifbare tribunetrap. Centraal gelegen tussen de Mozaïek- en Parcivalschool, heeft dit multifunctionele gebouw een eigen toegang vanaf de Zwanebloemlaan. Het gebouw wordt gepositioneerd op de plek waar nu een tijdelijk gebouw staat die in de toekomst zal worden gesloopt.

Om een uniform en eenduidig gebaar te maken voor alle entrees van de verschillende paviljoens is ook hier gekozen voor een overstek. Het gebouw bestaat uit een groot, solide metselwerk volume dat de gymzaal omsluit. Langs twee zijdes zijn houten volumes toegevoegd die in de secundaire functies van de kleedkamers en bergingen voorzien. Dit alles wordt bij elkaar gehouden door een horizontale betonnen schijf.

Net als in andere paviljoens zijn ook hier natuurlijke elementen geïntegreerd in de gebouwstructuur. Een solitaire boom siert het overstek van de entree, terwijl de kleedkamers uitkijken op een kleine patio. Deze patio wordt aan twee zijdes omgeven door houten lamellen die privacy bieden naar de kleedkamers, maar toch doorzicht mogelijk maken tussen de gymzaal en het park. In de gymzaal zijn perforaties toegevoegd om natuurlijk licht binnen te laten vallen, terwijl de verticale banden in het metselwerk zorgen voor een visuele verkleining van het volume.

PAVILJOEN GEMEENSCHAP

SPORT EN SPEL + VOORSTELLINGEN

Leerpaviljoen voor de gemeenschap

Om de buurt te betrekken in het plangebied wordt er een leerpaviljoen voor de gemeenschap toegevoegd. Hier kan de buurt van gebruik maken voor sport, spel en voorstellingen. De

PLEIN

PLEIN

positie ligt in centraal tussen het plangebied en de bestaande mozaïek school. Beide scholen kunnen gebruik maken van dit paviljoen.

Maquette leerpaviljoen voor de gemeenschap
Maquette leerpaviljoen voor de gemeenschap

HET LANDSCHAP EN DE STAD

Bij het bekijken van de locatie valt op dat deze zich bevindt op de grens tussen de woonwijk Malburgen en het Eimersweidemeer. De huizen aan de noordoostkant van de Parcivalschool zijn ontstaan in de vroege jaren zestig. De buurt wordt gekenmerkt door orthogonale stratenpatronen, waarbij de huizen voornamelijk oost-west georiënteerd zijn. De uniforme structuur van de woningen valt op, het zogenaamde “stempelen”. Naast de openbare basisschool Het Mozaïek, bestaat de bebouwing voornamelijk uit eengezinswoningen van twee bouwlagen met een kap. Net zoals in veel andere wederopbouwwijken, bevinden de scholen zich hier in een groenstrook aan de rand van de woonwijk, of maken ze deel uit van een klein centrumgebied in de buurt. In dit geval bevindt de Parcivalschool zich ook aan de rand van de wijk Malburgen, grenzend aan het Eimersweidemeer. Dit meer is hoogstwaarschijnlijk ontstaan door zandafgravingen voor verschillende baksteenfabrieken langs de Nederrijn in de jaren zestig. Het meer biedt een welkome groene omgeving in de overwegend bebouwde wijk Malburgen.

De stedenbouwkundige opzet van het project contrasteert met die van de wijk Malburgen. Hoewel de huidige speeltuin en groenstructuur ruim zijn opgezet, ontbreekt het aan een aantrekkelijke verblijfskwaliteit. Ik wil deze ruime opzet behouden, waarbij de huidige groenstructuur wordt getransformeerd tot een hoogwaardig park. Door de verschillende leerpaviljoens strategisch in dit toekomstige park te plaatsen, behouden we deze ruime opzet en komt de landschappelijke kwaliteit van de nieuwe omgeving naar voren. Mijn inspiratie voor deze aanpak komt van Insel Hombroich in Neuss. Deze benadering staat bewust in contrast met de structuur van Malburgen, met als doel om naast de educatieve functie ook te dienen als park en ontspanningsplek in de wijk. De verhouding tussen

natuurlijke elementen en paviljoens is hier in balans, waarbij een synergie ontstaat tussen beide. Het gebouw versterkt de kwaliteit van het landschap en het landschap verrijkt de schoonheid van de leerpaviljoens. Deze interactie sluit ook aan bij de sterke band die de leerpaviljoens hebben met hun natuurlijke omgeving.

Om de parkfunctie in de wijk te ondersteunen, zijn er geen harde begrenzingen aangebracht in het plan. Wel zijn er natuurlijke begrenzingen aangebracht om de bezoeker het gevoel te geven dat ze een andere ruimtelijke structuur betreden. Het landschappelijke ontwerp is op hoofdlijnen uitgewerkt. De principe doorsnedes geven richting aan hoe de verschillende routes kunnen werken in een landschappelijke en gebouwde omgeving. Dit is bewust niet verder uitgewerkt omdat dit een specifieke taak is, die door een landschapsarchitect verder ingevuld kan worden.

Overzich maquette - situatie bestaand

HOOGTEVERSCHIL

NATUURLIJKE BEGRENZING

VIJVER

NATUURLIJKE BEGRENZING + WATERBERGING

Landschappelijke ingrepen

Het plangebied wordt niet fysiek afgesloten van de directe omgeving. Door gebruik te maken van natuurlijke begrenzingen zal het gebied wel een gevoelsmatige beslotenheid kennen. Een

NATUURLIJKE

BEGRENZING

EN SECUNDAIRE ROUTES HAAG

HOOFDROUTE

nieuwe vijver zorgt voor zowel een begrenzing als een waterbuffer voor regenwater. Het hoogteverschil in het bestaande landschap en natuurlijk hagen omlsluit de rest.

Tekeningen - uitgangspunten begrenzingen en routes

Tekeningen - uitgangspunten begrenzingen en routes

Overzicht maquette - nieuwe situatie

CONCLUSIE

Dit onderzoek begon met de vraag of ruimtelijke harmonie als ontwerpelement kan bijdragen aan het herstellen van de innerlijke harmonie van de mens. Literair- en ontwerpend onderzoek heeft bijgedragen aan het begrijpen van zaken die invloed hebben op deze thematiek.

De toegepaste werkwijze heeft een diepgaande invloed gehad op zowel het proces als het resultaat van dit project. De antroposofische benadering van het drieledig mensbeeld is hier, deels onbewust, ingezet bij het maakproces. Het handschrift en de ideologie van de ontwerper zijn hierdoor doorgesijpeld in het resultaat.

De uitdaging van deze maatschappij is om in het hier en nu te blijven en niet afgeleid te worden door de (digitale) omgeving. Deze uitdaging heeft ook invloed gehad op het afstudeerproces waarbij deze afleiding steeds naar voren kwam. Dit gaf de realisatie dat dit niet alleen een persoonlijke strijd is, maar dat dit project ook een maatschappelijk belang dient.

In deze context is het essentieel om kritisch na te denken over de digitalisering en hoe we dit toepassen in de maatschappij. Er bestaat vaak een algemene opvatting dat alles wat sneller en efficiënter kan, als “beter” wordt beschouwd. Ondanks de positieve ontwikkelingen brengt de digitalisering echter ook potentiële negatieve gevolgen met zich mee. Met name op het gebied van mentale gezondheid, harmonie en ambacht. Het lijkt erop dat het kapitalistische systeem blind is voor het belang van deze aspecten.

Dit project legt de nadruk op het belang van een harmonieuze ruimtelijke structuur en een gezonde balans van het drieledig mensbeeld. Hierbij is er gekozen voor een ontwerp op hoofdlijnen waarbij de focus ligt op harmonie in de ruimtelijke structuur, de ervaring en het maakproces. De keuze voor een leeromgeving is bewust gemaakt om deze thema’s aan te rijken voor de generatie van de toekomst.

Door elk paviljoen te richten op één aspect uit het drieledig mensbeeld, ontstaat er een divers aanbod aan leeromgevingen. Daarbij probeert de ruimtelijke structuur, net als de lesmethodiek, bij te dragen aan het evenwichtig stimuleren van alle elementen uit het drieledig mensbeeld. Er is veel aandacht geschonken aan aardse zintuigelijke prikkelingen die de leerling in het hier en nu brengen. De sterke relatie tussen gebouw en natuur draagt hieraan bij. Doordat de paviljoens via buiten worden benaderd wordt ook het fysieke aspect meer aangesproken, waardoor de leerling in verschillende omgevingen terechtkomt gedurende de dag. Dit staat in groot contrast met de huidige, doorgaans homogene, ruimtes.

Dit project heeft een nieuwe vorm gezocht voor de leeromgeving van morgen. De architectuur van de leeromgeving heeft een centralere plaats gekregen waardoor er een diverse en evenwichtigere leefomgeving ontstaat. Een omgeving waarin de leerling zich kan ontplooien tot een evenwichtig mens.

NAWOORD

Het eindresultaat van deze ontdekkingsreis is een vertaling van een oorspronkelijke fascinatie. Deze fascinatie begon als een gevoel en een pril idee, maar werd uiteindelijk omgezet in een ruimtelijk ontwerp. Dit ontwerp is moeilijk volledig onder woorden te brengen en vereist de aanvulling van bijbehorende maquettes en tekeningen. Dit benadrukt opnieuw dat de verschillende elementen, zoals tekst, tekeningen en maquettes, samenwerken om een synergie te creëren die het geheel versterkt. Alleen de scriptie in zijn totaliteit verbeeldt de harmonie die hierin centraal staat.

Bij de aanvang van het afstuderen heb ik het proces gezien als een moment om mijn eigen identiteit als ontwerper te onderzoeken en te definiëren. Welke methodiek past bij mijzelf en hoe kan ik deze zodanig inzetten dat dit voldoening geeft in zowel het resultaat als in het proces.

Ik heb er heel bewust voor gekozen om dit project volledig met de hand uit te werken. Ontwerpen betekent voor mij een langdurig proces, waarbij stap voor stap zaken op zijn plek vallen. In de huidige praktijk, lijkt hier vrij weinig ruimte meer voor te zijn. De handmatige manier van werken stimuleert het langzame proces dat ik ontwerpen noem. Het met de hand tekenen en vormgeven heeft soms tot veel frustratie geleid. Maar ik ben erg dankbaar dat ik dit heb doorgezet, omdat het me uiteindelijk ook heel veel heeft gebracht. Deze manier van werken brengt mij in een soort trance waarbij ik het gevoel heb dat al mijn zintuigen, kennis en verbeeldingskracht samenkomen en voortvloeien in het ontwerp. Deze methodiek biedt voldoende ruimte om de handelingen tijdens het proces te analyseren. Hierdoor worden de handelingen beter afgewogen door alle elementen uit het drieledig mensbeeld.

De uitdaging is echter om in deze trance te blijven en niet afgeleid te raken door de omgeving. Zelf heb ik hier tijdens het proces mee geworsteld. Digitale media vormen voor mij een voortdurende strijd met mezelf. Hoewel het de voortgang vertraagde bracht de afleiding steeds opnieuw het besef met zich mee dat dit niet alleen een strijd is voor mij, maar dat dit project ook een maatschappelijk belang dient.

Dit proces heeft eraan bijgedragen dat ik meer te weten ben gekomen over mijzelf als ontwerper. De focus en ideologie die deels al in mijn werk zat ben ik gaan onderzoeken. Dit heeft geleid tot een beter besef van mijn eigen intenties als ontwerper. Dit geeft een goede basis voor het vervolg van mijn carrière, waarbij ik de opgedane kennis kan uitbreiden.

Ik geloof dat prachtige dingen kunnen ontstaan wanneer een mens in harmonie kan leren. Als architect hebben we de verantwoordelijkheid om de waarde van deze harmonie te bewaken. Dit project is een ruimtelijke vertaling van deze ideologie, een eerbetoon aan harmonie.

BRONNEN

Literatuurlijst

• Ferlenga, A., & Verde, P. (2011). Dom Hans van der Laan: Works and Words.

• Zumthor, P. (2006). Atmospheres: Architectural Environments, Surrounding Objects. Birkhaüser.

• Pallasmaa, J. (2012). The eyes of the skin: Architecture and the Senses. John Wiley & Sons.

• Tanizaki, J. (2019). In praise of shadows. Vintage Classic.

• Zwarts, K. (2019). Jan de Yong House with Studio Schaijk 1956. Ediz. illustrata.

• Spaan, M. (2019). The Wandering maker.

Afbeeldingen

• Urban Agency, Paul Tierney · Formwork. (z.d.-b). Divisare. https://divisare.com/projects/299823-urbanagency-paul-tierney-formwork#lg=1&slide=5 (p.153)

• Studio Appelo, Lars Goossens, Peter Mann · THE BEACON. (z.d.-b). Divisare. https://divisare.com/ projects/454776-studio-appelo-lars-goossens-peter-mannthe-beacon#lg=1&slide=5 (p.153)

• BLAF Architecten, Stijn Bollaert · GJG House. (z.d.-c). Divisare. https://divisare.com/projects/442116-blafarchitecten-stijn-bollaert-gjg-house#lg=1&slide=18 (p.153)

Websites

1. Oostra, L. (2017, 31 juli). Stress evolutionair verklaard: “Ons brein past zich niet snel genoeg aan aan technologie”. MT/Sprout. https://mtsprout.nl/mt-sproutacademy/stress-evolutionair-verklaard-hersenen-meer-rustlichaam-minder

2. NOS. (2019, 11 november). Werkdruk en prestatiedrang: 1,3 miljoen werknemers met burn-outklachten. NOS.nl. Geraadpleegd op 5 september 2022, van https://nos.nl/ artikel/2309986-werkdruk-en-prestatiedrang-1-3-miljoenwerknemers-met-burn-outklachten

3. Vrije School Utrecht. (2013, 9 november). Spreuken | Vrije School Utrecht. Vrije School Utrecht | werkelijk onderwijs met hoofd, hart en handen. https://www. vrijeschoolutrecht.nl/leerlingen/spreuken/

4. Harmonie - 19 definities - Encyclo. (z.d.). https://www. encyclo.nl/begrip/harmonie

5. sitemap_index.xml. (2015b, augustus 14). Antroposofiehiberniaschool. Hiberniaschool. https://hiberniaschool. be/steinerpedagogie/antroposofie/#:~:text=Het%20woord%20 %E2%80%99antroposofie%E2%80%99%20(uit,zou%20zijn%20via%20 innerlijke%20ontwikkeling.

6. redactie. (2021, 6 oktober). Dat is ahrimanisch! - Antroposofie inspireert. Antroposofie Inspireert. https://www.antroposofieinspireert.nl/artikelen/dat-isahrimanisch/#:~:text=Het%20is%20een%20regelmatig%20 gehoorde,gaat%20om%20overmatig%20gebruik%20ervan.

7. Anstadt, R. (2021, 25 oktober). Wat is het onderwijsconcept van de Vrijeschool? - OCO. OCO. https:// www.onderwijsconsument.nl/vrijeschool/

8. Laarakker, A. (2023, 26 oktober). SchooltransformatieMbO-nimeto-in-Utrecht-door-Maarten-van-Kesteren-voltooidnog-5000-scholen-te-gaan. https://www.dearchitect. nl/285092/schooltransformatie-mbo-nimeto-in-utrecht-doormaarten-van-kesteren-voltooid-nog-5000-scholen-te-gaan

9. Wederopbouwscholen. (z.d.). Mevrouw Meijer, Geeft Scholenbouw Vleugels. https://www.mevrouwmeijer.nu/ wederopbouwscholen

BIJLAGEN

• Afstudeervoorstel, pagina 252-263

AFSTUDEERVOORSTEL

Fascinatie

Toen ik nog een klein kereltje was kwam ik nauwelijks van mijn kleed af. Op het kleed kon ik eindeloos spelen met een aantal autootjes wat blokjes lego of takjes. Het kleed markeerde mijn eigen fantasie wereld, en die maat van tweemaal twee meter was dan ook ruim voldoende.

Sinds ik mij kan herinneren ben ik bezig met het creëren van een eigen fantasiewereld waarin eenvoud centraal staat. Dromen over hoe je met zo min mogelijk spullen kan overleven, wonen in een smart (auto) en spullen die altijd een dubbele functie hebben zodat ik er zo min mogelijk van nodig heb. De eenvoud geeft mij rust en ruimte. Ruimte voor mijn creatieve ik, ruimte voor fantasie. Die rust heb ik ook nodig had om mij langzaam maar stabiel te ontwikkelen. Maar altijd is mijn intuïtie de basis geweest waarop ik handel. En die intuïtie is waarschijnlijk sterk gebaseerd op mijn ervaringen en fantasieën over eenvoud en minimalisme.

Mijn fascinatie voor eenvoud of minimalisme zet zich ook voort in mijn huidige leven. Ik houd van kamperen, vooral met zo min mogelijk spullen. Het ontbreken van spullen die ik wellicht nodig zou hebben zorgt ervoor dat de spullen die er wel zijn een primaire functie vervullen. Hierdoor weet ik exact wat ik waar en wanneer nodig heb en overzicht blijf houden. Wellicht is het een manier van controle aanbrengen op mijn leven. Maar die manier van controle geeft voor mij wel ruimte voor het onverwachte, voor de natuur en de mensen om mij heen. Ruimte voor de echt belangrijke zaken.

Maatschappelijke relevantie

Wat mij opvalt in de huidige samenleving is dat de rust en ruimte voor je geest niet meer zo vanzelfsprekend is. Mensen ‘leven’ aan de hand van hun agenda, rennen van hot naar her en hebben nauwelijks tijd om stil te staan. Zelf merk ik ook dat mijn agenda mijn leven steeds meer domineert. Je smartphone vraagt constant om aandacht, probeert je constant te verleiden. En elke keer dat je er aan toegeeft krijg je weer een lading aan nieuwe prikkels binnen. De hoeveelheid informatie die wij als mens te verwerken krijgen is in de afgelopen twintig jaar dan ook twintig keer zoveel geworden1. Door de globalisering van de wereld is de hoeveelheid informatie die we als mens tot onze beschikking hebben bijna oneindig. En dit leidt tot problemen. Zo is het aantal burnouts in de afgelopen jaren alleen maar toegenomen2. De veelheid aan informatie verleid mensen waardoor we steeds meer keuzes moeten maken. De stress die hierdoor ontstaat heeft als gevolg dat zestien procent van de Nederlanders in een burn-out zit3. Door de hoeveelheid aan keuzes die we dagelijks maken zijn we soms niet meer bewust van al deze keuzes, en de impact daarvan.

Ook in de architectuur wereld zie je de invloed die de onrust en snelheid van de maatschappij met zich mee brengt. Architectuur moet snel tot stand komen, rendement hebben en winst opleveren. De visie en het belang van de architect wordt hedendaags van mindere waarde geschat. De architectonische ideologie wordt sneller van tafel geveegd om toch maar mee te komen in het kapitalistische systeem. De kracht en waarde die architectuur kan hebben lijd onder het almaar maken van compromissen.

Architectuur wordt in veel gevallen niet meer bedreven zoals bijvoorbeeld Dom Hans van der Laan ooit deed. Bewust en weloverwogen deed hij jarenlang zijn werk. Daarin nam hij ruim de tijd om zijn eigen ideologie en visie op architectuur te vinden en uit te dragen.

Probleemstelling

De wereld lijkt steeds sneller te gaan en wordt steeds complexer. De druk en stress die dit teweeg brengt lijkt een negatieve invloed te hebben op zowel de mentale als fysieke gesteldheid van de mens. Ook in de architectuur wereld kent dit zijn weerslag. Net als in de maatschappij worden hier onbewuste en snelle keuzes gemaakt om maar mee te komen in het kapitalistische systeem van winst en macht. Er lijkt geen tijd meer te zijn om heel bewust en weloverwogen beslissingen te maken vanuit het belang van het individu. Wordt het leven en de architectuur niet veel waardevoller wanneer dit ontstaat vanuit de stilte en rust waarin we ons kunnen focussen op de primaire en belangrijke zaken van het leven?

Opgave

Mijn afstuderen zal een ruimtelijk manifest zijn. Een manifest waarin ik mijn eigen visie en ideologie op architectuur probeer te ontdekken. In dit manifest zullen de thema’s eenvoud en stilte centraal staan. Hierin ga ik op zoek naar hoe de fysieke ruimte ons kan helpen om de rust terug te vinden in deze maatschappij. Om zo weer bewust te worden van de keuzes die we dagelijks als mens maken. Keuzes die onze wereld beïnvloeden. Het ruimtelijk manifest wordt zo vertaald in een ontwerp voor een klooster/retraite waarin ik mijn visie en ideologie uit.

Programma

De plek die ik ga ontwerpen zal een plek van bezinning zijn. Een fysieke locatie waarin je jezelf een aantal dagen kan terugtrekken. Programmatisch kun je de plek het beste vergelijken met een klooster of retraite. Naast de primaire zaken als slapen en eten zal het programma vooral voorzien in ruimtes voor contemplatie. Het programma wordt bepaald aan de hand van de basisbehoeften van de mens. Alle ruimtes zullen één specifieke functie hebben. De eenzijdigheid van de functies zal er voor zorgen dat er heel bewust moet worden omgegaan met de dienende architectuur voor de betreffende behoefte.

Doelgroep

Om te kunnen focussen op mijn fascinatie en interesses wil ik een doelgroep kiezen die richting geeft. Vandaar dat ik kies voor mensen die overspannen zijn, in een burnout zitten of even een adempauze nodig hebben. Het ontwerp, de fysieke ruimte, zal daarbij inspelen op de geestelijke en fysieke gesteldheid van de gebruiker. Hierdoor zal ik mij volkomen kunnen focussen op wat de invloed van het ontwerp op de gebruiker en hoe dit de gebruiker de gewenste ervaring geeft. Om te weten te komen wat er nodig is qua programma baseer ik dit op het bestaande programma van (stilte) retraites.

Architectuur

Ruimtelijke enscenering, atmosfeer, materiaal en tactiliteit zullen de belangrijkste ingrediënten zijn voor het ontwerp. De fysieke omgeving

moet de gebruiker in het hier en nu brengen. De zintuiglijke ervaring is daarbij erg belangrijk. Wat voel je, wat zie je, wat hoor je, wat proef je en wat ruik je. De ruimtes moeten zo worden geënsceneerd dat deze de functie en basisbehoefte versterkt en benadrukt. De verhouding van de architectuur tot de mens zal een thema zijn in het ontwerp. Het eindresultaat zal leiden tot een project die zich vooral richt op de ervaring van de gebruiker. Technische en bouwfysische aspecten worden alleen uitgewerkt wanneer dit invloed heeft op de ervaring van de gebruiker.

Locatie

Het startpunt van de afstudeeropgave ligt niet zozeer in de keuze van de locatie maar meer in de keuze van het programma. Het programma helpt mij namelijk om richting te geven aan de opgave. Hierdoor zorg ik voor een focus op de voor mij relevante thema’s.

De locatie zal daarom ook voortvloeien uit de resultaten die ik haal uit het vooronderzoek. In dit vooronderzoek wil ik niet alleen kijken naar de elementen in het gebouw welke invloed hebben op de gebruiker, maar ook op de externe elementen die daar invloed op hebben. Wanneer de externe factoren die van belang zijn heb geformuleerd kan ik met deze factoren doelgericht op zoek naar een locatie die daaraan voldoet. Samen met de belangrijke ontwerpuitgangspunten die ik na het onderzoek zal formuleren geeft dit richting voor de keuze van de locatie.

De locatie zal ervoor moeten zorgen dat de ontwerpuitgangspunten meer kracht krijgen, en beter op zijn plek vallen. Het kiezen van de locatie is daarmee meer een middel om mijn ontwerp te verstevigen en te verankeren. Bij de presentatie van mijn tweede schouw wil ik dan ook mijn locatie voorleggen. Om vanaf dan met de gekozen uitgangspunten en locatie tot een eerste ontwerp te komen.

Architectonische relevantie

Thematiek

In mijn fascinatie geef ik al enigszins aan welke thema’s ik gebruik in de ontwerpen die ik maak. Ik heb het over heldere structuren, waarmee ik doel op de gebouwstructuur, het ritme van kolommen, penanten en openingen. Het herhalen van dezelfde verhoudingen in de vormgeving van het gebouw zorgt voor samenhang. Architectuur kan soms erg ‘eenvoudig’ en bijna ‘simpel’ ogen. Maar wanneer die verhoudingen juist zijn uitgevoerd schuilt hier een hoge mate van vakmanschap in. Het ontwerp oogt natuurlijk en in balans, en dit zorgt volgens mij ook voor balans en rust voor de gebruiker.

Atmosfeer

De ruwheid van beton op je huid. Een dof geluid wanneer die zware deur in het slot valt. Het kraken van de houten vloer. De baan van het licht, zo mooi zichtbaar op die stoffige zolder. Materiaal, licht, compositie en geur. Het prikkelt je zintuigen. bij het zien voelen of ruiken roept het een associatie op. Een persoonlijke associatie gebaseerd op je herinneringen. Het kan je op je gemak stellen, je angstig maken, een nostalgisch gevoel geven. Het kan je gemoedstoestand veranderen, het kan verwonderen. Gebouwen en ruimtes, ze beïnvloeden ons vaak onbewust. Wat als je hier als ontwerper de focus op legt? Wat als je dit actief inzet om mensen hiervan bewust te maken en te laten ervaren. De fysieke ruimte kun je zo ontwerpen zodat het de gebruiker een ervaring geeft. Hierin ben je als maker in staat om deze ervaring vorm te geven en te dirigeren.

Tijd

Om tot de juiste ontwerpbeslissingen te komen is tijd nodig. Ik wil de tijd nemen om mijn eigen ontwerp te doorgronden. Ik wil vallen en opstaan om zo tot de eenvoud te komen. Om een bepaald gevoel op te roepen bij een gebruiker zullen er veel ruimtelijke studies en maquettes gemaakt worden om te begrijpen welke ruimtes welk gevoel benadrukt. Ik wil mezelf de ruimte geven om ‘traag’ te ontwerpen zodat de keuzes die ik maak kunnen bezinken, ik afstand kan nemen en mijn geest kan laten afdwalen om zo tot nieuwe ideeën te komen en het project te verfijnen. Het ontwerp kan op deze manier stap voor stap verrijkt worden. Het bewust nemen van die tijd is iets wat in de huidige architectuur praktijk niet meer zo zelfsprekend is, maar naar mijns inziens wel essentieel voor waardevolle en tijdloze architectuur.

Reflectie

Met dit onderzoek en afstudeerproject wil ik bijdragen aan het begrijpen van de kracht van architectuur. Door dit onderzoek zal ik beter gaan begrijpen wat architectuur voor invloed heeft op ons, en hoe we daar als architect mee om kunnen gaan. Ik ben er van overtuigd dat dit bijdraagt aan mijn ontwikkeling als architect.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.