SAMENVATTING
De door mij gebouwde werk-plaats op landgoed de Overhage te Cuijk is mijn architectonische ziel. Deze éénpersoons werk-plaats fungeert als mediator tussen mijn hoofd en mijn handen. Wat je met je hoofd kan bedenken, kunnen je handen maken. Deze opportunistische kreet werd het startschot om mijn vaardigheden te gaan ontwikkelen zonder een daadwerkelijk doel voor ogen te hebben. De werk-plaats was ook niet een doel op zich maar een middel om mijn vaardigheden, 1:1 (één op één) te testen. Om de vaardigheid van het maken te duiden, spreken we over ambacht. Hierbij vind ik de ervaring van het maken belangrijker dan de perfectie van het gemaakte resultaat zelf. Er zit namelijk een ziel verholen in het gemaakte, die door de maker is geschonken. Dat is het menselijke van het gemaakte. In de alledaagsheid van onze gebouwde omgeving ligt dan ook veel aandacht en liefde verscholen. Gebouwen worden namelijk door mensen gemaakt; niet door machines.
De tijd en aandacht die gepaard is gegaan met het maken, zouden gebruikers moeten kunnen ervaren. Ik leg dat proces vast met een bouwwerk en maak daarmee een maakproces tastbaar. Ik vier daarin de details, de authenticiteit van imperfecties en de vergankelijkheid van materialen. Ambacht is daarin een concreet en esthetisch middel. Doordat mijn handen en geest samengekomen zijn, heeft ambacht ook gezorgd voor het dichter tot mezelf komen. Ik heb me als persoon ontwikkeld en ben mezelf beter gaan begrijpen. Vandaar dat de daad van het maken voldoening geeft. Je leert van jezelf, over jezelf. Het is een continue reflectie. Mijn werk-plaats is dus een materiële afspiegeling van mij als maker en treft daarmee mijn diepste laag. Ambacht is daarom het menselijke van het gemaakte en is de ziel van degene die het uitoefent.
De werk-plaats is een tijdelijk bouwwerk dat op afspraak bezocht kan worden. Na één jaar wordt het gedemonteerd. Het staat in nauwe relatie met het landgoed dat zich al eeuwen leent als plek van agrarische nijverheid en tegenwoordig verbonden is aan de bloementeelt. Met mijn architectonische ingreep maak ik een complementerend gebaar op maaiveld niveau en ga ik met eerbied om met het landschap. Voor de bouw van de werk-plaats gebruikte ik afvalpallets die vrijgekomen zijn bij de bloementransporten. De bouw duurde, met veel tussenpauzes, om en nabij twee jaar en de aanloop daar naartoe met allerlei experimenten en onderzoeken een jaar.
Onder experimenteren versta ik proefondervindelijk ervaren. In de maak-experimenten die ik deed, maakte ik kennis met diverse materialen en heb ik verschillende technieken uitgeprobeerd. Met mijn handen ontdekte ik de mogelijkheden en beperkingen van zowel mezelf, het materiaal als het gereedschap dat ik gebruikte. Ik kreeg te maken met mislukking en leerde te denken vanuit mijn handen. Bij alle experimenten concludeerde ik drie belangrijke onderdelen in het maken. Het testen, evalueren en herhalen. Door van die cyclus een constante te maken, vindt er ontwikkeling plaats. Een ambacht is iets wat je dus kunt ontwikkelen en vraagt daarom om continuïteit. Aangezien ik deze proeven slechts eenmalig heb uitgevoerd spreek ik dus van experimenten en niet van ambacht. De schaal, complexiteit en tijdsspanne van de experimenten sluit aan bij die eenmaligheid. Hierin lag de nadruk echter nog te veel op het resultaat. Dat heeft te maken met dat ik voorschriften heb gevolgd omdat ik de betreffende ervaring en kennis niet had. Hierdoor ga je van start met een doel. Als dat doel is behaald is de cyclus klaar. Bij mijn werkplaats is echter het omgekeerde van toepassing en lag de nadruk op mijn ontwikkeling. Niet wetende wat het resultaat zou kunnen zijn.
JAPANSE HOUTVERBINDINGEN
materiaal: hout
techniek: kigumi
proces: voorbeelden namaken
experimenteertijd: 2 werkdagen
handvaardigheden: meten, tekenen, zagen, schuren
ervaring: te hoge moeilijkheidsgraad voor mij. wellicht ook vanwege de eerste keer werken met de kataba
materiaal: beukenhout, multiplex
techniek: algemeen schrijnwerk
proces: volgens werktekening
experimenteertijd: 15 werkdagen
handvaardigheden: meten, tekenen, zagen, boren, timmeren, schuren, schilderen
ervaring: beukenhout aankopen bleek moeilijk. het zagen, schuren en schilderen verliep uiterst soepel
materiaal: hout
techniek: algemeen schrijnwerk
proces: volgens werktekening
experimenteertijd: 8 werkdagen
handvaardigheden: meten, tekenen, zagen, boren, timmeren, schuren, schilderen
ervaring: niet de juiste multiplex gebruikt. deze versplinterde erg tijdens het zagen. het frezen was lastig maar ging goed.
RIETVELD STOEL
RIETVELD TAFEL
SPACESHUTTLE
materiaal: lego
techniek: bouwstenen
proces: volgens handleiding
experimenteertijd: 2 werkdagen
handvaardigheden: meten, tellen, lezen, kijken
ervaring:
erg leuk om na 20 jaar deze lego set weer op te bouwen. het bouwen verliep vlekkeloos en vooral snel.
BIJZETTAFEL
materiaal: collemandina marmer
techniek: cnc-waterjet
proces: reactief frezen op basis van samenstelling natuursteenplaat
experimenteertijd: 5 werkdagen
handvaardigheden: meten, tekenen, frezen, polijsten
ervaring: de vorm kwam tot stand door om putten en barsten heen te frezen. erg interessant om met cnc te werken. waterjet sluit fouten uit.
ZWALUWSTAARTEN
materiaal: eiken- en walnotenhout
techniek: houtverbinden
proces: reactief frezen op basis van houtscheuren
experimenteertijd: 2 werkdagen
handvaardigheden: meten, tekenen, zagen, frezen, timmeren, schuren
ervaring: een zwaluwstaart passend maken is niet eenvoudig. te los is hij niet functioneel. te strak kan de scheuren groter maken. die scheidslijn is flinterdun
GERAAMTE
materiaal: houten latjes
techniek: stapelen
proces: improviseren
experimenteertijd: 2 werkdagen
handvaardigheden: meten, aftekenen, knippen, lijmen
ervaring: begonnen zonder idee wat ik wilde maken. onbedoeld ziet het er Japans uit. het stapelen vergde veel precisie om geen uitzonderingen in repetitie en verhoudingen te waarnemen.
BORD
materiaal: keramiek
techniek: kintsugi
proces: reageren op breuk, improviseren
experimenteertijd: 2 werkdagen
handvaardigheden: mengen, lijmen
ervaring: de complexiteit van de breuk bepaald de hoeveelheid arbeid. de lijm moet dik gemengd worden om goed te kunnen toepassen. de lijm nat afvegen resulteert in plattere naden.
BETONTEXTUUR
materiaal: beton en hout
techniek: béton brut
proces: improviseren
experimenteertijd: 1 werkdag
handvaardigheden: meten, tekenen, zagen, timmeren, storten
ervaring:
alleen met heel nat beton en een bekisting met veel reliëf krijg je een dergelijke textuur. door de zomerse temperatuur buiten hardde het beton echter te snel uit met scheuren als gevolg.
VERWERING
materiaal: beton en cortenstaal
techniek: corrosie
proces: improviseren
experimenteertijd: 2 werkdagen
handvaardigheden: timmeren, storten, bevochtigen
ervaring: het storten ging goed na de ervaring met de betontextuur. de verwering op het gladde oppervlak verliep moeizaam. de tijd die nodig is om het beton een oranje uitslag te geven is aanzienlijk.
VLINDERDAS
materiaal: papier
techniek: origami
proces: volgens handleiding
experimenteertijd: 1 werkdag
handvaardigheden: vouwen, snijden
ervaring: een precisie werkje, zeker voor iemand met grote handen. de dikte van het papier is van invloed op het resultaat en bepaalt of dat de das geplooid blijft staan. vouwen net naast de vouwlijn zorgt ervoor dat je elders niet uitkomt.
METSELWERK
materiaal: baksteen en mortel
techniek: metselen
proces: improviseren
experimenteertijd: 1 werkdag
handvaardigheden: stapelen, mixen, smeren
ervaring: in tegenstelling tot normaal metselen moet je erg slordig te werk gaan om de mortel te laten uittreden. mortel was aan de droge kant. te natte mortel viel direct van de steen af.
T-SHIRT
materiaal: katoenstof
techniek: naaien
proces: volgens patroon en instructies naaister
experimenteertijd: 2 werkdagen
handvaardigheden: meten, aftekenen, spelden, knippen, naaien
ervaring: nog geen eerdere ervaring met een naaimachine. naaister moest me vaak corrigeren. ik stuurde te laat bij. het inzicht en de timing van bijsturen ontbrak bij me.
TYPOGRAFIE
materiaal: papier en inkt
techniek: typen
proces: improviseren
experimenteertijd: 1 werkdag
handvaardigheden: typen
ervaring: de druk op de toetsen is zichtbaar op het papier. typfouten zijn echter niet meer te herstellen. focussen is dus essentieel.
Tektoniek is een omvattend begrip waarover al veel is geschreven. Veel meningen staan haaks op elkaar. Daarom heb ik een literatuurstudie gedaan om het onderwerp beter te begrijpen, de bestaande essays te kunnen plaatsen binnen het vakgebied architectuur en om mijn eigen standpunt te kunnen vormen. Mijn standpunt werd het vertrekpunt van de werk-plaats.
Om te beginnen ben ik bij het lezen van allerlei literatuur veel dezelfde woorden tegengekomen. Daar heb ik een begrippenlijst van gemaakt met daarin de meest voorkomende, de belangrijkste of voor mij onduidelijke begrippen. Deze lijst zit achterin dit afstudeerverslag.
De literatuur die ik heb bestudeerd, heb ik beperkt tot theoretici die zich in het verleden hebben uitgesproken over het onderwerp tektoniek. De betreffende theoretici zijn; Vitruvius, E.E. Viollet-Le-Duc, Gottfried Semper, John Ruskin, Adolf Loos, Karl Bötticher, Kenneth Frampton, Mark Rakatansky en Otto Wagner. Inachtnemend dat er tussen de standpunten tevens eeuwen aan architectuurhistorie zit.
Door de standpunten van de theoretici in kaart te brengen, ben ik aan het denken gezet. Zodoende heb ik mijn eigen standpunt kunnen vormen. Daardoor ben ik erachter gekomen dat de onderlinge gelijkenissen het grootst zijn binnen dezelfde tijdsgeest en dat ik me het meest kan vinden in de uitspraken van de meest recente theoretici. Ik heb mijn opvattingen uitgeschreven tot een motto. Daarvoor gebruikte ik mijn typemachine binnen het typografie experiment.
VITRUVIUS (81VC - 15VC)
• Bouwen is ontstaan om het vuur te beschermen en warmte te behouden
• Architectuur dat alleen omschreven wordt door evenwicht, proporties en verhoudingen
GOTTFRIED SEMPER (1803 - 1879)
• De vier elementen van architectuur: haard, terras, wand en dak
• Haard = metaal, maar metaaleigenschappen passen ook bij de andere elementen
• Elke constructie moet bekleed worden
• Het idee en de vorm zijn belangrijker dan de materialen zelf
E.E. VIOLLET-LE-DUC (1814 - 1879)
• Architectuur vervult niet alleen een functioneel programma maar heeft ook een symbolische betekenis
• Rationalisme
• Ontwerpen doe je aan de hand van feiten en realistische voorspellingen
• Zonder een reden van het zijn, is iets overbodig en wordt het niet gemaakt
• Het gebruik van traditie als uitgangspunt is overbodig omdat er mogelijk betere manieren zijn om de noodzaak van het maken te vervullen
JOHN RUSKIN (1819 - 1900)
• Waarheid: Eerlijk gebouw vermijdt constructief-, oppervlakte- en operatief bedrog
• Kracht: Majestueze uitstraling door één krachtig gebaar
• Leven: Uitstraling van gebouw door met de hand te bouwen
• Opoffering: Architectuur moet in het teken staan van toewijding aan God
• Schoonheid: Kan alleen bereikt worden door gebruik van ornamenten/kleuren vanuit God
• Herinnering: Erfenissen behouden, restaureren kan niet
• Gehoorzaamheid: Regels die iedereen accepteert
KARL BÖTTICHER
(1806 - 1889)
• Materiaaleigenschappen schrijven de structurele beslissingen voor
• De kunstvorm is de artistieke omhulling
• De kunstvorm moet tonen wat voor bouwdeel het is, zoals een dak, plafond, zuil of wand
• De constructie heeft een artistieke bekleding nodig om zich te kunnen verheven tot kunst
• Architectuur die een materiaal naakt laat zien is niet esthetisch
OTTO WAGNER (1841 - 1918)
• Werkelijkheid bereik je door programma, symboliek, materiaal en constructie van gebouwen te tonen
• Techniek en architectuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden
• Waar ornamenten niet noodzakelijk zijn zullen ze ook niet aangebracht worden
• Iets wat onpraktisch is kan niet mooi zijn
• Noodzakelijkheid bepaalt de kunst
ADOLF LOOS (1870 - 1933)
• Textuur en structuur van gebruikte materialen vervullen de behoefte aan decoratie
• Architectuur is geen kunst
• Kunst is revolutionair, huizen zijn conservatief
• Het exterieur moet er eenvoudig uitzien en ornamentloos worden behouden
• Het ontologische deel van de constructie verzorgt de krachtafdracht, de figuratie is hetgeen dat daar omheen zit. Dit kan onderdeel zijn van de constructie of het deel dat de materiaaleigenschappen laat zien
• Tektonische architectuur is het accorderen van ontologie en figuratie
• Tektoniek is de expressieve mogelijkheid van een constructie
• De verbinding is de verwevenheid waarmee een gebouw tot stand komt, waarbij detailleren en het maakproces fundamenteel zijn
• Het maakproces is geleidelijk en reflectief, en kenmerkt zich door te lokaliseren, te bevragen en uit te breiden.
• Een ambachtsman is geen snelle uitvoerder van een vooropgezet plan maar een reflectieve beoefenaar die de tijd neemt, nadenkt en terugkomt op beslissingen.
• Vakmanschap verwijst naar het verlangen om het werk goed uit te voeren omwille van het werk zelf. Dat vereist vaardigheden.
• Een vakman wordt geroepen datgene te doen, waar hij goed in is. Die roeping ontstaat geleidelijk.
• De samenstelling is het product van de maker
• Maken is het proces van de samenstelling
• Het is niet de expressie die betekenis geeft aan een samenstelling maar het proces om tot een samenstelling te komen
• Tektonische gelaagdheid is de resultante die ontstaat na het proces dat een maker aflegt
• Nep bestaat niet
• In hedendaagse architectuur wordt een bepaalde stijl of beeld verlangt, waarbij achteraf wordt bepaalt hoe dit gerealiseerd gaat worden
KENNETH FRAMPTON (1930)
RICHARD SENNET (1943)
MARK RAKATANSKY (1958)
WILLEM VAN DE VORLE
• Tektoniek is de verbinding of overlaping van architectuur en techniek
• Details en verbindingen zijn een resultante van het maakproces
• De techniek mag niet verhult worden, ofwel géén bekleding.
• Rijkheid zit in de afzonderlijke bouwdelen, niet (alleen) in het grote gebaar
• Empirisch onderzoek is nodig om maakprocessen te ontrafelen en materiaal te doorgronden
EENS MET:
• Het is niet de expressie die betekenis geeft aan een samenstelling maar het proces om tot een samenstelling te komen
• Tektonische gelaagdheid is de resultante die ontstaat na het proces dat een maker aflegt (RAKATANSKY)
ONEENS MET:
• Architectuur dat een materiaal naakt laat zien is niet esthetisch (BOTTICHER)
• Iets wat onpraktisch is kan niet mooi zijn (WAGNER)
• Elke constructie moet bekleed worden (SEMPER)
Voor het fysiek worden van mijn afstudeerproject had ik een locatie nodig om te kunnen bouwen. Ik wilde graag een locatie met werkruimte waar ik ook materiaal kon opslaan. Ook wilde ik een plek waar ik niemand tot last was en vooral waar niemand mij tot last was. Zonder externe bemoeienis om in alle rust te kunnen experimenteren. Het liefst onttrokken aan de publieke ruimte om me geen zorgen te hoeven maken over vandalisme. Niet in de laatste plaats, om praktische redenen dichtbij mijn woonplaats Cuijk. Van de plekken die ik heb bekeken vond ik landgoed de Overhage het fraaist. De landeigenaar is een bekende van me, was direct enthousiast en hij stemde in met mijn plan van aanpak. Op voorwaarde dat de Gemeente Cuijk ook akkoord ging. Die goedkeuring kwam er door me te beroepen op een kunstwerk van tijdelijke aard. Waar ik in eerste instantie dacht dat de locatiekeuze van ondergeschikt belang zou zijn op het afstudeerproject, vond ik daarna meerdere locatiespecifieke aanknopingspunten die het verdere verloop van mijn bouwproces beïnvloedden.
Om het landgoed te leren begrijpen heb ik samen met landschapsarchitecte Anna Fink meerdere intuïtieve veldonderzoeken gedaan. Het doel was om een concrete locatie op het landgoed voor mijn bouwwerk te vinden. Hierbij waren persoonlijke, zintuigelijke bevindingen van belang om mijn gevoelswaarde aan de plek te koppelen en zodoende keuzes te kunnen afwegen over waar mijn bouwwerk zou moeten komen staan.
De Overhage op een 19de-eeuwse topografische kaart. Watwaswaar.nl
Gaandeweg de 20ste eeuw raakte het goed nog verder opgedeeld laanstructuren, grachten, bomen, tuinmuren en enkele gebouwen al op de kadastrale kaart van 1830 zuidelijk van het huis lag (het 20ste eeuw herbouwd als T-boerderij. De ook al op de oudste
Overhage 12 is betrekkelijk recent volledig herbouwd in een het restant van het oude huis (Overhage 14) is aangewezen Overhage 16-18 welke al sinds lange tijd was gesplitst.
De Fraters van Tilburg lieten in de jaren 50 in de toen nog landelijke laan vanuit Cuijk naar Overhage een sober Mariakapelletje
Stromijt en Mariakapelletje aan de Overhage
Overhage 1 Wegkapel voor Maria
Overhage 1 Wegkapel voor Maria, glas-in-lood raampjes
(1950)
Het kapelletje aan de Overhage en de stromijten van Marinus Derks op een
Huis Overhage (Overagt) staat al beschreven in stukken uit de 16de eeuw en heeft met zijn ouderdom een hoge cultuurhistorische waarde in Cuijk en omgeving. De rol die de verschillende eigenaren door de eeuwen heen hebben gespeeld is van grote betekenis op het Brabantse dorp. Sociaaleconomisch gezien met betrekking tot de werkgelegenheid maar ook maatschappelijk. Diverse eigenaren hadden hoge bestuurlijke functies en waren lokaal actief in het ontginnen van gronden, aanleg van wegen, dijken en boerderijen. Hierdoor hebben zij een grote stempel gedrukt op onder meer de landschappelijke en ruimtelijke structuur tussen Cuijk en Vianen. Met name onder Snouckaert en Spengler in de 18de eeuw is er op het gebied van ontginning, uitbreiding en inrichting van het landschap veel gebeurd. Nog altijd zijn hiervan structuren en elementen behouden gebleven, zoals de (fruit)boomgaarden achter Overhage 14 en de diverse waterstructuren. De huidige beplantingen zijn niet allemaal eeuwenoud, maar de inrichting, structuur, vorm en gebruik refereert aan de historische landschappelijke en agrarische inrichting van het landgoed.
Kasteel (Overhage 14) bewoond door familie van Galen – Bronckhorst. De familie was invloedrijk en bezat naast Overhage ook het eiland Middelweerd in de Maas tussen Mook en Katwijk.
Huys oft Spycker d’Overhage staat bekend om het stenen huis met gracht en ophaalbrug. Hieraan waren lokale gronden, hoeves en rechten verbonden.
Duiventilrecht, boomgaarden, visvijvers, moeshoven, broeklanden, weilanden, bossen, beplante lanen, bouwhoven, 20 morgen teelland, turfgrond in de Peel en een grafkelder in de Cuijkse kerk.
Moerassige grond Overhage is opgehoogd uit landbouw historisch oogpunt. Oorzaak was het vele bemesten.
Restant teruggevonden van historische langgerekte gracht met afgeronde uiteinden.
Achtererven van Overhage 14 en 16 worden gebruikt voor de teelt en ingericht met (fruit)boomgaarden.
Landgoed wordt verkaveld maar laan-, gracht- en boomstructuren blijven behouden.
1. Auto staat geparkeerd bij de poort en volgen karrespoor
2. Materiaalvoorraad en gereedschap
3. Realisatiemoment water
4. Bijenkasten
5. Loofboompje die afsteekt bij de dennen
6. Overwoekerende bramenstruiken
7. Pollen maaiveld
8. Ree in staat van ontbinding
9. Einde beverspoor
10. Kopse kant water
11. Grote boom met kaalgevreten stam
12. Meerdere botjes
13. Knotwilg met kaalgevreten stam
Bevindingen:
Het landgoed is wijds maar optisch niet groot. Van A naar B lopen duurt echter langer dan ingeschat. Het landgoed is niet verlaten. Het is juist een komen en gaan van wild; hazen, konijnen, wilde ganzen, eenden, duiven, roofvogels en een reiger. Mensen zijn hier te gast.
INDIVIDUELE WANDELINGEN
Mezelf laten leiden door interessante markeringen in het maaiveld of op de horizon.
Wandeling 1:
De poort waar de bloementeelt ophoudt wordt gemarkeerd door een opstaande biels. In de verte vallen twee grote bomen op die afsteken tegen de groene achterwand. De hagen links en rechts fungeren als trechter waarna het landschap zich opent. Door de weidsheid van het landgoed ben ik even kwijt welke richting ik op wil. Ik word aangetrokken door de grote boom. Halverwege het veld word ik gegrepen door de openheid en bekruipt me een kwestbaar gevoel. Ik richt mijn blik tot het maaiveld en door gaten en pollen te ontwijken kom ik uiteindelijk aan bij de waterkant. Het water is pas laat waarneembaar.
Wandeling 2:
De poort en de trechter voelen prettig en vanaf de laatste struik laat ik me leiden door de haag. Het voelt er veilig ondanks dat ik soms in flinke gaten stap. Ik stel de oversteek naar de groene muur nog even uit. Ik stuit op een opening in de haag. Vanaf dat punt ga ik het landschap in. Ik pik een beverspoor op dat me met wat kronkelingen naar de waterkant leidt. Een geborgen gevoel om aan het water te zijn in plaats van in het open veld.
Al wandelend, onder woorden brengen wat ik zie en voel op plekken.
1. Poort met tunnel
Beschrijving van plek: tunnel van struiken, landschappelijke trechter
Gevoelswaarde: idyllisch, entree
Geschikt als locatie: in routing
2. Besefmoment van water
Beschrijving van plek: over de houtwal heen kunnen kijken
Gevoelswaarde: verrassingseffect
Geschikt als locatie: in routing
3. Overview
Beschrijving van plek: diepte in landschap moeilijk in te schatten
Gevoelswaarde: wauw-factor
Geschikt als locatie: in routing
4. Dennenkom
Beschrijving van plek: omarming van bomen maar voelt luguber door botjes
Gevoelswaarde: beangstigend
Geschikt als locatie: niet
5. Inlijsting
Beschrijving van plek: perspectivisch interessant maar veel verkeersgeluid
Gevoelswaarde: idyllisch
Potentie bouwlocatie: niet geschikt
6. Beverspoor
Beschrijving van plek: binnen houtwal
Gevoelswaarde: veilig
Potentie bouwlocatie: geschikt
Met de voorkeur om ergens direct aan het water te gaan bouwen, voer ik dit onderzoek blind uit. Hiermee hoop ik met andere zintuigen informatie vanuit het landschap tot me te kunnen nemen.
1. Ogen dicht en startpunt.
2. Het maaiveld is erg hobbelig. Regelmatig verstappen wat resulteert in een rustig tempo. Het fluiten van vogel geeft me een onbezorgd en prettig gevoel.
3. Naast vogelgeluiden valt de wind me vaker op. Door de wind voel ik grassprieten tegen mijn lichaam komen. Ik interpreteer dit als prettig en krijg het idee dat we langs het water lopen.
4. Het verkeersgeluid wordt heviger maar nog niet storend. Mijn gevoel zegt me dat we richting de weg lopen.
5. Het verkeersgeluid is duidelijk hoorbaar en de wind voelbaar. Door het horen van bomengeritsel denk ik dat we de dennenbomen nog niet voorbij zijn.
6. ‘’De natuur houdt op!’’. Ik hoor namelijk geen vogels meer fluiten en bomen ritselen.
7. Ogen open en eindpunt.
POSITIES
In de zone rondom het water voel ik me veilig. De houtwal kent vier spatiëringen waarop ik mock-ups heb geplaatst om de positie in het landschap en diens benadering te testen.
1. Niet zichtbaar vanaf de poort. Bij het betreden van het landschap prominent aanwezig en dichtbij. De weidsheid van het landschap wordt niet ervaren en er is geen spanningsopbouw in de benadering.
2. Van een afstandje even als teaser te zien. In de tunnel is de mock-up onzichtbaar maar na de tunnel weer zichtbaar. Echter ontneemt de grote boom, die in het verlengde staat van de mock-up, de aandacht.
3. Eventjes zichtbaar van een afstandje. Tijdelijk uit beeld in de tunnel. Bij betreding van het landschap subtiel zichtbaar langs de waterkant. Niet te ver weg en niet te dichtbij. Ook geen heftige markering die de aandacht ervan afleidt.
4. Waar de eerste mock-up te dichtbij staat, staat de vierde mock-up te ver weg. De weidsheid van het landschap wordt ervaren maar ik heb de neiging om af te snijden.
Hiermee ben ik tot de conclusie gekomen dat de plek van mock-up drie mijn exacte bouwlocatie moet zijn. Tevens de plek waar bij de duo wandeling mijn gevoelswaarde sterk was. 1 2 3 4
BENADERING SEQUËNTIE
Van een afstandje even als teaser te zien. In de tunnel is de mockup onzichtbaar. Na de tunnel, bij betreding van het landschap, subtiel zichtbaar langs de waterkant. Niet te ver weg en niet te dichtbij. Ook geen heftige markering die de aandacht ervan afleidt. De opgestelde pallets gaan op in het landschap.
SCHAALSTUDIE
Om een aanzet te doen tot een vorm en grootte, heb ik de mock-up uitgebreid. Door binnen de houtwal te blijven, en niet af te wijken van de wateromzoming, kan het bouwwerk opgaan in de omgeving. Iets wat ik belangrijk vind als ik er te gast ben. De spatiëring in de houtwal is drie pallets diep en vijf pallets breed.
Tijdens mijn afstudeerproces waren er allerlei randvoorwaarden van toepassing die volstrekt logisch waren ten aanzien van de uitvoeringsfase, maar waar ik als maker nu pas direct de gevolgen van ondervonden heb. Randvoorwaarden die uitgesloten lijken wanneer je een fictief project maakt of wanneer het het ontwerp niet verder rijkt dan een geprinte tekening. Doordat ik tijdens alle seizoenen doorging met maken op locatie werden wind, regen, zon en droogte factoren om rekening mee te houden. Daarnaast had ik ook te maken met wilde dieren. Soms waren de weerscondities dermate slecht (geweest) dat op moment van constatering het maken al snel naar de achtergrond verdween en ik me juist bezig moest houden met het conserveren van het bouwwerk. Noodzakelijke noeste arbeid om de juiste condities te scheppen, voor zowel het bouwwerk als mezelf, waarin verder bouwen weer mogelijk was. Snoeien, maaien, afwateren, ventileren, beschutten en afbakenen zijn slechts enkele voorbeelden om de werkbare conditie te herstellen.
Larven op een vochtige klos
Werken in tropische temperaturen
Schade na storm Eunice (25-02-2022)
Onkruid groeit door de openingen van de kruisverbinding
Beetsporen van een bever
Brandnetel overwoekering onder plateaus
Schimmelvorming op houtvoorraad
Geul graven na hevige regen
Het maakproces zie ik als een continue herhaling van handelingen. Door die repetitie doe ik ervaring op en test ik mijn kunde met mijn handen. Anderzijds biedt het mijn hoofd tegelijkertijd kennis en (nieuwe) inzichten. Handen en hoofd samen zorgen dus voor persoonlijke ontwikkeling. Concreet betekent dat ik via mijn handen handigheid verkrijg in het werken met materiaal en materieel. Abstract betekent dat mijn hoofd extra kennis opdoet om ideeën te bedenken. Die twee ogenschijnlijk aparte werelden vervloeien zo met elkaar. Sterker nog, die hebben elkaar nodig. Dat noem ik de ziel. Door die opzet van het proces, waarin ik als ontwerper ook bouwer ben, zijn de bouwonderdelen van dit architectuurproject in het werk ontstaan. Het niveau van kunde is hierin aangeleerd en de opgedane ervaring heeft geleid tot kennis van bouwen.
Met de basiselementen (plankjes en klossen) die vrijgekomen zijn na demontage maak ik bouwonderdelen. Ik heb het gebouw zo voor me gezien dat die bestaat uit een reeks dezelfde bouwonderdelen. Bouwonderdelen zijn een fundering, een vloer, een kolom, een dak, een gevel, een ingang en een meubel. Het maken van die bouwonderdelen zal dus een constante herhaling zijn van hetzelfde maakproces om door repetitie mezelf en het gebouw te blijven ontwikkelen. Daarin maak en ontwerp ik verschillende ontmoetingen tussen basiselementen en tussen bouwonderdelen, om laten zien hoe mijn handen en hoofd samenwerken. De esthetica van het gebouw is dus een gevolg van de samenwerking van mijn handen en hoofd, en daarmee een concreet geworden ziel.
Zoals eerder benoemd verhul ik de basiselementen, ofwel klossen en planken, niet. Ik maak dus geen samengestelde elementen zoals een CLT-ligger maar precies het andere uiteinde van het spectrum. Binnen gebouwonderdelen laat ik de plankjes en klosjes herkenbaar als basismaterialen door ze met tussenafstanden aan elkaar te monteren. Dit heeft als bijkomend voordeel dat het hout goed geventileerd blijft door de seizoenen. Dus met mijn gekozen manier van assembleren rek ik de fysieke houdbaarheid van het gebouw. Iets wat nodig is vanwege de slechte kwaliteit van het afvalpallet-hout.
Dreaming a building or building a dream?
Als bouwmateriaal gebruik ik afvalpallets vanwege de relatie met de eeuwenoude nijverheid van de locatie. De pallets zijn overblijfselen van de huidige bloementeelt ter plaatse. Bijkomende redenen voor het gebruik van afvalpallets als bouwmateriaal zijn de relatief eenvoudige bewerkbaarheid van het hout, de verkrijgbaarheid en de lage kosten van het materiaal. In de selectieprocedure van de pallets beoordeel ik de algehele bruikbaarheid. Randvoorwaarden daarvoor zijn algehele staat (scheuren, schimmels en houtsterkte), demonteerbaarheid (hoeveelheid, soort en manier van schroeven) en de afmetingen planken (lengte minimaal 1000mm en breedte minimaal 60mm).
Het huidige bloemenveredelingsbedrijf heeft naast landgoed de Overhage nog meer bedrijfsgebouwen op het aangrenzend industrieterrein de Beijerd. In verband met ruimtegebrek gebeurt de opslag van de afvalpallets ook verspreid, wat betekent dat ik meerdere locaties moet uitkammen om aan mijn bouwmateriaal te komen.
Palletvoorraden
Pallets naar bouwlocatie vervoeren
Palletvoorraden uitzoeken
Plateaus gereed voor transport naar bouwlocatie
Pallets ophalen
Met het uit elkaar halen van de afvalpallets komen de basiselementen vrij waarmee ik een nieuw bouwwerk maak. Die basiselementen zijn klossen en planken en dienen herkenbaar te blijven in de nieuwe bouwonderdelen om de oorsprong van het materiaal te kunnen herleiden en de systematiek van het maakproces te kunnen blijven duiden. In tegenstelling tot Euro-pallets hebben afvalpallets géén keurkmerk en gestandaardiseerde afmetingen. De kwaliteit is wisselend en zowat elke plank is uniek qua afmeting. Daarmee wordt mijn aanpassingsvermogen op de proef gesteld en heb ik vooral met uitzonderingen te maken in plaats van de regel. Iets waardoor de maakbaarheid van een dergelijk project een extra uitdaging krijgt.
Partij planken afkorten tot 1m
Klossen en planken scheiden
Planken categoriseren op lengte en breedte
Planken losbreken
Hoeveelheid vrijgekomen klossen
Planken vrijmaken van spijkers
Planken vrijmaken van spijkers
Planken opslaan
Alle werkzaamheden voer ik met handgereedschap uit. Daarmee stop ik het menselijke in het gemaakte. Het materieel varieert daarmee van een potlood tot aan een elektrische decoupeerzaag. Dat is voor mij de grens omdat dan de kunde van mijn handen nog zichtbaar kan blijven vanwege de vrije hanteerbare vorm en diens menselijke controle die je dan nog hebt. Grotere machines zoals zaagtafels gebruik ik niet omdat de menselijke invloed daarme op de achtergrond beland en daarmee de kunde van mij als individu wellicht minder zichtbaar is. Dan wordt de esthetica namelijk bepaald door het gereedschap en niet door de persoon die het gereedschap hanteert.
Elementen schroeven
Voeten en plateaus stellen
Maaien
Maaien
Opstap waterpas maken
Plateaus koppelen
Klos vastschroeven
RESULTAAT
Met zijn vijftien voeten staat het bouwwerk op het landschap, in plaats van met een fundering die verzonken ligt in het maaiveld. Mijn bouwlocatie aan de waterkant kent sterke hoogteverschillen die ik middels de voetstaanders opgevangen heb en waardoor ze onderling in hoogte verschillen. Alle bovenkanten liggen op gelijke hoogte om de plateaus te kunnen koppelen. Het hart van de voeten voorziet in de krachtafdracht waar ik dubbele planken in verticale richting voor heb gebruikt. Om het torderen van de voeten tegen te gaan, heb ik een klos halverwege de voetstaander opgenomen. De stabiliteit wordt verkregen middels een onder-kruis dat met halfhout-verbindingen in elkaar steekt en op maaiveld leunt. Het boven-kruis draagt op dezelfde wijze de plateaus.
HANDEN
Met de toepassing van halfhout-verbindingen lukte het om planken in elkaar te monteren in plaats van op- of aan elkaar. De vier uitlopers van het kruis verdelen zo het gewicht evenredig op het maaiveld. Voor het bepalen van de voethoogtes heb ik eerst de bouwlocatie ingemeten.
HOOFD
De keuze om de fundering óp het maaiveld te zetten heeft te maken met de restrictie van de landeigenaar om de grond niet te roeren. Nadat mijn bouwwerk is gedemonteerd wil ik met eerbied voor de natuur geen blijvende schade hebben toegebracht maar slechts een tijdelijke afdruk. De ruimte tussen de planken van de onderkruizen en de voetstaanders voorziet in de behoefte om het hout natuurlijk te drogen. Hiermee wordt houtrot, schimmel en schade voorkomen. Op een drassig landgoed belanrgijk voor de houdbaarheid van mijn bouwwerk.
BETEKENIS
De verbinding met de natuur is niet verhult. Met een gemiddelde hoogte van ongeveer vijftig centimeter is zichtbaar hoe de voeten op het landschap landen. De slechts vijftien voeten houden de zone tussen maaiveld en plateaus luchtig. De keuze voor één centrale krachtafdrukt houdt zowel de kruizen als plateauranden vrij waardoor deze lijken te zweven en de lichtvoetigheid van het gebouw nogmaals wordt benadrukt.
ERVARING
De voet heeft een evolutie doorgemaakt tot wat het nu is. De simpelheid van een stabiliteitskruis en een centrale staander voor krachtafdracht diende als vertrekpunt. Iets dat in het eindresultaat zichtbaar is gebleven maar verder is uitgebreid en verbeterd. Het maken van de eerste voet was complex maar verliep intuïtief. De laatste voet is gemaakt zonder nog na te hoeven denken bij de handelingen. Persoonlijk ben ik er daardoor achter gekomen dat de repetitie van handelingen tijdens het maken tijdbesparend is maar een valkuil is voor mijn inventiviteit en het experimenteren.
Halfhout verbinding zagen
Eerste reeks voeten in verschillende hoogtes
Eerste prototype
Tweede prototype
Onderzoek voet/plateau-verbinding
Bovenklos aanpassen op plateau
Plaatsing van voeten op maaiveld
Bovenkruis inzagen
Systeemtekening voet
RESULTAAT
Op elke voet rust een vierkant plateau van één meter bij één meter. Een plateau bestaat uit ribben van planken, met centraal en aan weerszijden een stevig rekwerk met klossen. Met het centrale rekwerk valt het plateau over de voet heen. Onderkant plateau op het bovenkruis van de voet. Bovenkant voet is daarmee gelijk aan bovenkant plateau. Net zoals elke voet specifiek is voor de positie op het maaiveld, is elk plateau ook specifiek afgestemd op diens voet. Geen één plank is namelijk identiek waardoor diktes en hoogten van de plateaus onderling verschillen. De voeten zijn met terugwerkende kracht aangepast op de plateaus. Door kruizen van halfhout-verbindingen zijn de vijftien plateaus aan elkaar gekoppeld tot één vloeroppervlak. De kruizen belichamen de samenwerking der delen.
HANDEN
De plateaus bestaan uit drie rekwerken met daartussen ribben. Voor de plateaus heb ik steeds een serie van zestien planken bij elkaar gezocht die dezelfde hoogte en dikte hadden. De hoogte verschilt zodoende per plateau maar de planken onderling binnen een plateau dus niet.
HOOFD
Elke voet draagt één plateau. Ook mijn gewicht loodrecht daar bovenop is geen enkel probleem. Behalve wanneer ik me op het oppervlak verplaatste, dan voelde het geheel wankel aan. Met de kruisverbindingen koppelde ik alle plateaus daarom tot één vloeroppervlak om de beloopbaarheid te waarborgen. Door de planken ook hier weer op afstand van elkaar te monteren creëerde ik een oppervlak dat natuurlijk kan blijven drogen. Hiermee wordt de houdbaarheid van mijn bouwwerk in stand gehouden. Door de plateaus haaks op de voeten te monteren is een link naar het geraamte-experiment in het eerste deel van het afstudeerproces gelegd.
BETEKENIS
De hoogte van de plateaus wordt bepaald door de breedte van de planken. De planken zijn gemiddeld genomen tussen de zeven en tien centimeter breed waardoor de vloer slank is. Die rankheid wordt nog eens extra benadrukt door het luchtige van het plateauoppervlak. Door de ribafstand blijven de voeten en maaiveld onthult. Dit heeft als bijkomend voordeel dat wind, regen en zon reikt tot op het maaiveld en de natuur zijn gang kan blijven gaan onder het bouwwerk. Op deze wijze blijft er geen dorre plek achter na demontage van het afstudeerproject.
De plateaus hebben allemaal dezelfde oriëntatie. In lengte-richting lopen de ribben lastiger dan haaks op de lengterichting, ondanks dat de ribafstand is afgestemd op mijn schoenmaat. De ribben lopen daarom parallel aan het water om de beweging van landschap naar water te stimuleren. De ribben staan dus haaks op die beweegrichting, vanwege de aantrekkingskracht van het water op mij.
ERVARING
Het plateau heeft qua omvang veel weg van een afvalpallet en is daar qua materiaal op zes klossen na gelijk aan. Afvalpallets draaien en keren, leidde tot nieuwe inzichten hoe om te gaan met de materie. Dit voedde mijn zoektocht naar een rank, luchtig en licht plateau.
Eerste test kruisverbinding
Onderzoek voet/plateau-verbinding
Zwaar eerste prototype plateau
Prototype met planken op zijkant
Draagkrachttest
Kruisverbinding plaatsen
Impressie van de werk-plaats tijdens het monteren van de voeten en plateaus(22-01-2022)
Voeten en plateaus gereed
Montage op locatie
Systeemtekening plateau
RESULTAAT
Met de plaatsing van de kolommen wordt de centrale krachtafdracht van de voeten verder doorgezet naar boven. Precies waar de kop van de voet tussen de ribben van een plateau steekt, staat een kolom. Een kolom bestaat uit twee rekwerken die ik ook al gebruikte om de plateaus te maken. Echter zijn de rekwerken hier verticaal op elkaar gestapeld en grijpen ze in elkaar om knikken tegen te gaan. De vijftien kolommen staan in rijen van drie, parallel aan het water. De middelste rij kolommen zijn langer door een extra derde rekwerk waarmee tevens de hoek van het dakvlak wordt bepaald.
HANDEN
De rekwerken die ik in eerste instantie stapelde, knikten snel en waren ook lastig op elkaar te monteren doordat twee klossen op elkaar kwamen te zitten. Door bij één van de twee rekwerken de klos te verplaatsen ten opzichte van de ribben, grijpen de twee rekwerken in elkaar tot één kolom. Het resulteerde in een stevigere kolom die tevens makkelijker te schroeven was.
HOOFD
De kolommen staan loodrecht boven de voeten. Die puntlasten van de kolommen gaan dus direct door naar de voeten en het maaiveld. De plateaus worden daarmee ontzien in krachtafdracht van alles wat er aan bebouwing nog boven zich bevindt.
BETEKENIS
De vijftien kolommen vormen een raster van één meter bij één meter. Het heeft voor mij dezelfde intimiteit als de door mensen aangeplante rijen dennen aan de overkant van het water. Qua positie kort op elkaar maar genoeg ruimte om er tussendoor te bewegen. De tussenruimten bepalen de manier van verplaatsen over de vloer: links - rechts en voor - achter. Als een toren op een schaakbord. De kolomrijen zijn daarnaast een directe referentie naar de agrarische functie van de locatie. Vanuit de geschiedenis van het landgoed en diens fruitboomgaarden, waarbij in de huidige bloemenveredelingsfunctie diezelfde rijenstructuur van beplanting nog steeds zichtbaar is.
ERVARING
Met het maken van de plateaus had ik per ongeluk een klein overschot aan rekwerken. Die rekjes heb ik hergebruikt en aangepast tot kolommen. Het wiel steeds opnieuw willen uitvinden voor elk bouwonderdeel is tijdrovend en simpelweg niet altijd nodig. Ik paste de bestaande rekjes slechts op een andere manier toe.
Monteren van de vijftien kolommen op de plateaus
Optopping voor middelste rij kolommen
Sjouwen op locatie
Productie van kolommen
Eerste prototype kolom
Kolomvarianten
Koppeling plateau-kolom voorboren
Optopping met sporen
Reeks kolommen met spooruitlopers
RESULTAAT
Het dak bestaat uit een repetitie van planken waarin acht vlakken zijn te herkennen. Vier rechte vlakken in het midden aan weerszijden en aan beide kanten elke twee hoekvlakken. Elke plank overlapt de onderliggende plank wat resulteert in een getrapte vorm waarmee regenwater naar de randen wordt geleid. In tegenstelling tot de andere bouwonderdelen, waarbij de planken ventilerend zijn toegepast, zijn de dak-planken direct op elkaar bevestigd om zo alle onderliggende bouwonderdelen te beschermen van weersinvloeden. Het dak incasseert en offert zich op voor de kolommen, plateaus en voeten.
HANDEN
Een mooie uitdaging was het samenbrengen van de hoeken. De planken op de kopse kanten gaan voor de planken aan de lange zijden omdat de koppen het dak beëindigen. De moeilijkheid zat hem in het schroeven van onder naar boven. Op een bepaald moment wordt de opening in het dak dusdanig klein waardoor ik er niet goed meer bij kon. Al hangend over het dak moest ik dan de bovenste plankjes monteren.
HOOFD
Doordat ik de planken wilde laten overlappen om te voorkomen dat regenwater binnen zou seipelen, was ik in staat om de variaties in plankbreedte op te kunnen vangen. De breedtes kennen onderlinge verschillen tot wel drie centimeter die waarneembaar zijn aan de binnenzijde, dus de onderkant van het dak.
BETEKENIS
De spantrichting staat haaks op het water en creëeren looplijnen er naartoe. De richting van de spanten is dus complementerend aan de plateaus en diens looprichting. De dak-planken liggen haaks op de spanten en overbruggen de afstand tussen de spanten. Daarmee liggen de dak-planken evenwijdig aan het water en aan de plateaus. De planken zijn vlak toegepast, om de onderlinge planken zichtbaar te houden. De vertrapping begeleidt het water van de werk-plaats af. Omdat de dakplanken vertrapt naar boven lopen en de naden op de hoeken ook steeds een plank opschuiven lijken de planken in elkaar verweven te zijn. Een cadeautje dat in het werk is ontstaan en wat aan de binnenzijde zichtbaar is.
ERVARING
Het op hoogte werken is een lastige opgave. Het is iets wat ik fysiek niet gewend ben. Het positioneren van een werktrap op de ribben van de plateaus is tevens riskant voor de veiligheid.
Montage van recht dakdeel
Bevestigen van onder naar boven
Impressie van de werk-plaats tijdens het monteren van het dak(19-08-2022)
Eerste glimp van de ruimte
Het weven van dakplanken op de hoek
Werken op hoogte
Dakreliëf voor het eerst zichtbaar
Hoekaansluiting van het dak
RESULTAAT
Tussen de plateaus, de spanten en het dak zijn gevelcassettes geplaatst om de ruimte van de werk-plaats te definiëren. De langsgevel bestaat in de basis uit twee boven elkaar geplaatste cassettes en vier naast elkaar geplaatste cassettes. Uitzonderingen daarop zijn de ingang en de gevel aan de waterzijde. De ingang is waar er zich geen cassettes bevinden. De water-zijde bestaat uit een borstwering die overhoeks loopt, om niet van de plateaus te kunnen vallen maar ook om de relatie met het water niet te verliezen. Aan de veldzijde is de gevel meer gesloten, slechts semi-transparant, om gehoor te geven aan het, uit de weidsheid voortkomende, kwetsbare gevoel vanuit de veldonderzoeken.
HANDEN
Qua arbeid en handeling traden er gelijkenissen op met de plateaus omdat de gevelcassettes ook bestaan uit rekwerken en ribben. Voor de cassettes werd steeds een serie van elf planken bij elkaar gezocht die dezelfde hoogte en dikte hadden. De gevelcassettes verschillen ten opzichte van elkaar maar de planken onderling binnen een cassette dus nauwelijks.
HOOFD
Elke cassette is bevestigd tussen twee kolommen, waarbij ze vrij van de plateaus en het dak zijn gemonteerd. De cassettes boven elkaar, raken elkaar op de uitloper van de borstwering. De cassettes naast elkaar stoppen tussen de kolommen en doen zo mee in het gevelritme van plankafstanden. Vanwege de verdraaiing van de kolommen, was er niet voor alle cassettess dezelfde bevestiging van toepassing waardoor er gevelgeleding is ontstaan.
BETEKENIS
Door verspringende planken, en klossen die in het oog springen, zijn de onderste gevelcassettes in verschijningsvorm ornamentaler dan andere bouwonderdelen. Dat komt voort uit het gebrek aan normale afvalpallets. Een korte tijdsperiode waren er slechts pallets van kleinere afmetingen voor handen. Ik heb niet gewacht tot er weer de gebruikelijke pallets beschikbaar waren, maar me geheel volgens het experiment laten leiden door het materiaal. Door de gevelcassettes los te houden van de kolommen blijft de constructie in het zicht en doet zelfs mee in de repetitie van het gevelaanzicht. Iets waarin mijn standpunt haaks staat op de uitspraken van Semper in het theoretici-onderzoek; dat een constructie bekleed moet worden.
ERVARING
Voor de gevelcassettes als bouwonderdeel waren de meeste prototypes nodig. Er waren veel mogelijkheden qua montage en bevestiging, veel andere bouwonderdelen in de buurt om rekening mee te houden, en vanwege de beeldbepalende eigenschap is het een belangrijk onderdeel.
Hiërarchie en verbindingstest
Bevestiging aan kolom
Gevelpositie in relatie tot vloer
Gemonteerde gevelcassettes
Detail gevelcassette
Prototype 1 cassette
Evolutie van cassette
Gevelcassette-test horizontaal
Gevelcassette-test verticaal
Lamellen-werking van borstwering
Geleding
Gevelframe hoekaansluiting
Gevelcassette-test horizontaal
Nok
Semi-transparantie door lamellen
Gevelcassette-test verticaal
Geleding bepaald door bevestiging op kolommen
Cassettes in gevelaanzicht
Gevelframe hoekaansluiting
Constatering andere verbinding met kolommen benodigd
Verdraaiing gevelgeleding
Hoek intern
Differentiatie gevelcassettes
RESULTAAT
De trap is een combinatie van een plateau met daarop een kleinere trede. Het plateau ligt direct op het maaiveld en de trede ligt los op het plateau. De trede is qua maat een kwart van het plateau en volgt dezelfde repetitie in plankafstand en richting. De trede wordt doorkruist door een lange plank (kam) om aandacht te vragen voor waar de voeten geplaatst gaan worden. Daarmee wijst de plank in de richting van de gevelopening en heeft het dezelfde verschijning als de vloerverbinding daarboven. De relatie tussen trap en vloer is daarmee gelegd.
HANDEN
De zestiende repetitie van een plateau kende weinig geheimen, wat resulteerde in de kortste bouwtijd tot dusver. Dertig minuten. De trede lijkt in zeker zin op een plateau maar door de kam dienen alle dwarsplanken ook uitgezagen te worden om ze in elkaar te laten vallen. De halfhout-verbinding betekent op die manier twaalf keer een uitsparing zagen. Erg arbeidsintensief.
HOOFD
Om de afstand van maaiveld tot aan vloerniveau te overbruggen had ik behoefte aan een opstap. Alleen een plateau op maaiveld overbrugde die afstand niet; vandaar de extra trede. De trap is demontabel om na het werken weer van het maaiveld af te kunnen halen om houtrot tegen te gaan.
BETEKENIS
Het plateau dient als eerste opstap vanaf het maaiveld. Vanuit elke richting is deze betreedbaar. De trede is kleiner en trechtert de looplijn in de richting waar de gevelopening toegang geeft tot de werk-plaats. De kam van de trede dient al begeleider van de voeten.
ERVARING
De plankafstand van het plateau werd zoals bij alle plateaus bepaald door de klos die op dat moment gebruikt werd. Bij het maken van de trede was er niet een zelfde klos aanwezig waardoor de deze in elkaar werd geschroefd op het plateau om dezelfde plankafstand te handhaven. Zelfs de kleinste afwijking viel namelijk op; wat ik in beeld storend vind. Maar zodra de planken van de trede en het plateau elkaar niet raken, is er te weinig wrijving om op zijn plek te blijven liggen bij het belopen.
Prototype: plateau op piketjes
Waterpas stellen
Beschimmelde opstap
Tijdelijke gebruiksoplossing van twee afvalpallets
Test met oude gevelcassette
Het uitzagen van de voetenbegeleider (kam)
Visualiseren van het idee
RESULTAAT
Het meubel is gemaakt met hetzelfde materiaal en met dezelfde uitgangspunten als de werk-plaats. Het meubel kan gezien worden als kruk om op te zitten. De kruk heeft richting; een ranke staander aan de voorzijde en een stevige rug van lamellen aan de achterzijde. Door de H-layout als grondoppervlak is de kruk vrij te positioneren op de vloer van de werk-plaats en zakt deze niet tussen spleten van de vloer.
HANDEN
Het meubel is een logisch gevolg vanuit de bouwvolgorde; nog meer dan de werk-plaats. Dat heeft waarschijnlijk met de schaal van assembleren te maken. Elke beperking in schroefmogelijkheid leverde een andere toepassing op. Bijvoorbeeld omdat een plank in de weg zat bij het schroeven of omdat een plank als geschroefd was op de plek die nogmaals nodig was. Als je goed kijkt naar de schroefposities, zou je bijna de gehele bouwvolgorde kunnen herkennen.
HOOFD
Door de hoeveelheid planken die dicht bij elkaar samenkomen in het meubel (wat met de schaal te maken heeft) zou het op het oog al snel kunnen dichtslibben en de relatie met de werk-plaats verliezen. Om dit te voorkomen heb ik gekozen om aan één zijde voor maximale rankheid te gaan en de sterkte en stevigheid uit één onderdeel te halen. Door die twee principes met elkaar te verbinden zijn uiteindelijk afzonderlijke onderdelen zichtbaar. Een H-onderstel, een rug van lamellen, een zitting van lamellen en een staander.
BETEKENIS
Het meubel is onbedoeld een driedimensionaal object van vlakken geworden. De verandering en verdraaiing van plankrichtingen geven het meubel zijn esthetiek
ERVARING
Het werken op deze kleinere schaal, in vergelijking met de werk-plaats, waarbij er meer samenkomt op kleinere afstand is erg leuk. Zitten is niet per sé leuk na een half uur. De plankafstand werd op den duur onprettig en sneed in de bovenbenen.
Grondoppervlak H-layout
Halfhoutverbinding als accent en bepaling beenposities
Enkele staander
Montage van horizontale- en verticale onderdelen
Steveige rug van lamellen coherent aan de andere bouwelementen
Zittest
Lamellen
CONCLUSIE
De nadruk van mijn afstudeerproject ligt in de methodiek die ik gebruikt heb om architectuur te maken, namelijk de vervloeiing van uitvoering en ontwerp. Al makend ontwerpen en al ontwerpend maken. Door te maken ben ik er achter gekomen dat ik de uitvoeringsfase altijd onderschat heb en dat ik de kwaliteit van esthetiek helemaal in eigen hand heb gehad. Ik ben opgeleid als ontwerper maar door mijn methode heb ik inlevingsvermogen en begrip gekregen voor de uitvoerende kant binnen de bouwsector. Met de bagage die ik inmiddels heb durf ik een discussie met ambachtslieden aan en voel ik me kundig genoeg voor bouwbegeleiding. Ik ben in staat uit te leggen aan een aannemer hoe hij iets zou moeten of kunnen maken. In die zin zou ik in de toekomst graag meedenken in het uitvoeringsproces omdat daar de uiteindelijke esthetische kwaliteit van een gebouw bepaald wordt. Dat is tevens een reactie op de probleemstelling uit het afstudeervoorstel waarin ik pleit voor meer zichtbaarheid van de menselijke hand binnen de uitvoering van architectuurprojecten. De belangrijkste persoonlijke conclusie is dan ook de ultieme verbondenheid die een persoon kan hebben met een gebouwd project. Voor mij symboliseert de kruisverbinding tussen de plateaus dat het meest. Daarin komen de begrippen die ik belangrijk vind in relatie tot het maken, ‘samenwerking’ en ‘bescheidenheid‘, tot uiting.
Het is daarom van belang om kennis van de werk-plaats te nemen omdat het al makend ontwerpen en al ontwerpend maken een manifestatie is die teruggrijpt naar de oorsprong van het woord architekton, wat meester bouwer betekent. De werk-plaats voegt in dat opzicht niets nieuws toe aan bestaande architectuur inzichten. Ik zie het juist als een belangrijke herinnering, dan wel opfrissing dat architectuur door mensen wordt gemaakt en niet door de mogelijkheden van machines wordt bepaald. Ik hoop hiermee andere architecten onder andere te laten inzien dat ze geen programmeurs hoeven te zijn en dat software slechts
een middel is om architectuur te maken in plaats van een doel. Idealiter gaan ze ter lering vaker naar de bouwplaats en in gesprek met ambachtslieden.
Mijn atypische ontwerpproces heeft als voordeel dat het multidisciplinair is geweest en niet slechts eenzijdig vanuit de ontwerpersrol. Alle bouwelementen zijn zo in het werk ontstaan en niet vooraf bedacht. Met de bijbehorende details heb ik mezelf meermaals verrast. Ook ben ik bewuster geworden van de tijd die gepaard gaat met het bouwen en de arbeidsintensiviteit ervan.
Het belangrijkste referentiekader waarin de werk-plaats is ontwikkeld is dat de kwaliteit van de afvalpallets hebben bepaald hoe ik ermee om moest gaan. Niet andersom. Ik heb niet iets bedacht en vervolgens met afvalpallets gemaakt. Dat heeft de beperkingen van het materiaal blootgelegd; onder andere de verscheidenheid aan afmetingen, korte houdbaarheid en de gevoeligheid voor het weer. Eigenschappen zoals de beschikbaarheid en de goede verwerkbaarheid staan daar tegenover.
Als resumé wil ik benadrukken dat de getekende representaties zijn achteraf gemaakt. Het niveau van kunde heb ik mezelf aangeleerd en de opgedane ervaring heeft geleid tot kennis over bouwen. Het maken mag gezien worden als een 1:1 expressie van kennis over materiaal en ervaring met gereedschap. Mijn waardering voor het werken met de handen is na de werk-plaats nog groter geworden. In mijn streven naar meer ambachtelijkheid in de architectuur heb ik hiermee de afstand hopelijk verkleind tussen wat een architect bedenkt en tekent, en hetgeen wat een vakman bouwt. In mijn geval waren dat dus niet twee individuen maar juist één persoon, ikzelf.
Boeken:
Drijver, P. Niemeijer, J. (2011). Rietveld meubels om zelf te maken. THOTH
Van der Heijden, H. (2017). Post Piraeus. Caroline Kruit (Wingender, 2017, p 82-91)
Drabbe, N. van Heeswijk, H. Oosterman, A. Szita, J. (2014). Van Schijndelhuis. NDCC Publishers
Sennet, R. (2020). De ambachtsman: De mens als maker. (van Paassen, W.) (14de ed.). J.M. Meulenhoff
Nobuyuki, Y. (2019). A+U 19:09 588 Heinz Bienefeld: Drawing Collection. A+U Publishing Co.
Frampton, K. (1995). Studies in Tectonic Culture: The Poetics of Construction in Nineteenth and Twentieth Century Architecture. The MIT Press
Koren, L. (2008). Wabi-Sabi: for Artists, Designers, Poets & Philosophers. (2de ed.). Imperfect Publishing
McCarter, R. (2021). Carlo Scarpa. (6de ed.). Phaidon
Zwerger, K. (2015). Wood and Wood Joints: Building Traditions of Europe, Japan and China. (3de ed.). Birkhäuser
Eig, van, M. (2021). Het Detail. De Architect
De reden dat ik mijn afstudeerproject graag één op één wilde bouwen was om ervaring op te doen en me verbonden wilde voelen met een gebouw. Naast dat het uiteraard in het verlengde ligt van mijn onderwerp. In mijn optiek kun je niet praten over maakbaarheid als je niks maakt. Omdat ik de werk-plaats zelf heb gemaakt en mijn dierbaarheid richting het ambacht daarin kwijt kon, is de voldoening enorm groot.
De continue herhaling van handelingen, ofwel repetitie, was essentieel binnen het maakproces van de werk-plaats. Het constante reflecteren op mijn eigen werk maakte mezelf kritischer en zelfbewuster, maar ook kundiger en ervarener. Ik leerde mezelf beter kennen. Concreet betekende dat ik via mijn handen de ervaring verkreeg in het werken met materiaal en materieel. Abstract betekende dat mijn hoofd kennis vergaarde om (nieuwe) ideeën te bedenken. Die twee ogenschijnlijk aparte werelden van bedenken en maken vervloeiden zo met elkaar. Die vervloeiing vond plaats in mij als maker en kwam tot uiting in de werk-plaats.
Door de opzet van het proces, waarin ik als ontwerper ook bouwer ben, werd mijn gebouw een persoonlijke afspiegeling. Handen en hoofd samen zorgen in dat opzicht dus ook voor persoonlijke ontwikkeling.
Het maken was voor mij een aaneenschakeling van hoogtepunten, zelfs als iets tegen zat. Aan de voldoening van het maken heb ik veel plezier beleefd en heeft in dat opzicht zelfvertrouwen getankt. Die positiviteit heeft absoluut bijgedragen aan de consistentie en de wil om energie in het afstudeerproject te blijven stoppen. Het bouwproces heeft echter nog mooiere dingen opgeleverd dan een concreet bouwwerk. Door met mijn vader ideeën uit te wisselen tijdens het bouwen is de relatie met mijn vader niet eerder zo sterk geweest en hebben we een gemeenschappelijk passie bij elkaar (her)ontdekt.
Wat een voorbode bleek voor erg goede gesprekken die we nooit eerder hebben gehad. Daarnaast kocht ik tijdens het afstuderen mijn eigen woning waarin ik alle ervaring van het maken en het omgaan met gereedschap direct weer kon inzetten.
Het omgaan met de opleiding heb ik echter als moeizaam ervaren. De wrijving en onbegrip in het begeleidingsproces heeft veel inlvoed gehad op mijn motivatie. Ik heb me altijd voorgehouden dat wrijving de keerzijde was van het afstuderen op mijn eigen manier in te willen richten en in die zin ben ik me ervan bewust dat de werk-plaats tegen de kaders van de opleiding aanschuurt. Zonder wrijving echter geen glans.
ABSTRACTIE Het buiten beschouwing laten van specifieke elementen, weglaten van details, een afgeleide
AMBACHT De wisselwerking tussen hoofd en handen, het maken
AMBIGUÏTEIT Dubbelzinnigheid
ATMOSFEER Beleving van de gebruiker, sensorische kwaliteiten van een ruimte
BETON BRUT Ruw beton met de patronen en naden die erop zijn gedrukt door de bekisting
COGNITIEF Mentale verwerking van informatie
CONNOTATIE Gevoelswaarde, emotionele betekenis
DETAIL Klein onderdeel, bijzonderheid, specifieke uitwerking
EMPIRISME Alleen ervaring kan leiden tot kennis
ESTHETIEK Schoonheid, hoe iets eruit ziet
FIGURATIE Representeren, huid van een gebouw, symbolische aspecten
FILOSOFIE (Levens)beschouwing, opvatting, zoektocht naar de aard van de dingen, streven naar wijsheid
GEDIJEN Voorspoedig groeien
GELEDING Op elkaar volgende of onderscheidende onderdelen in verticale zin
GESAMTKUNSTWERK Een ideaal samenspel van alle kunsten op alle schaalniveaus, één geheel
GESTIEK Gebaren en houding om iets uit te drukken, expressie, betekenis
HOLISME Het geheel is meer dan de som der delen
HOUDBAARHEID De tijd dat een product relevant is, tand des tijds doorstaan, tijdloosheid
IDENTIFICATIE Herkennen, als gelijke beschouwen, vereenzelvigen
IMPERFECTIE Onvolmaaktheid
INDIVIDUALITEIT Eigen aard, karakter, persoonlijkheid
INDUSTRIALISATIE Productieproces door mechanisatie, fabrieksmatig reproduceren, géén persoonlijke toewijding
KAIZEN Continue verbetering
KATABA Japanse trekzaag
KIGUMI Japanse traditionele constructiemethode met hout, zonder spijker of schroeven
KINTSUGI Japanse repareerkunst van gebroken keramiek met goude lak of lijm
MAAKBAARHEID De mate waarin iets gerealiseerd kan worden: bedenken, ontwerpen, ontwikkelen en bouwen
MIJMEREN Dagdromen, nadenken, peinzen
MINGEI Volksambacht
ONTOLOGIE Fundamentele constructie van een gebouw, technische aspecten ONTVANKELIJKHEID Open staan voor een gebeurtenis
ONBAATZUCHTIGHEID Zonder er zelf voordeel van te hebben
ORIGAMI Japanse vouwkunst
RAFFINEMENT Verfijndheid
RATIONALISME Alleen het gebruik van ratio (menselijk verstand) kan leiden tot kennis
ROUTINE Handigheid door ervaring, herhaling, geoefendheid, bedrevenheid en continuiteit
SABI Materiële objecten, het objectieve, esthetisch ideaal
SCHRIJNWERK Fijn timmerwerk
SHOKUNIN Oneindig trainen om ergens de beste in te worden
TACTILITEIT Hoe een materiaal aanvoelt
TEKTONIEK De kunst van het verbinden, de omgang met materiaal,het overeenstemmen van ontologie en figuratie, de overlapping van architectuur en bouwtechniek
VAKMANSCHAP Het meester zijn van een volledig en complex proces
VERGANKELIJKHEID Acceptatie dat niets blijft zoals het is
VERNACULAIR Inheems, voor een bepaalde streek geldend
VERRIJKING Meerwaarde, waardevoller maken
VOLDOENING Tevredenheid
WABI Manier van leven, het subjectieve, ruimtelijke gebeurtenissen
WABI-SABI Filosofische levenskunst over vergankelijkheid
WEDERKERIGHEID De onderlinge relatie tussen het bediende en het dienende
ZIEL Het innerlijke, de drager van het ego, de geestelijke aard, gevoel, gewaarwording, zelfbewustzijn