1 minute read

Aqua

Next Article
Reflectie

Reflectie

Perceptie

Aqua

Als ik Et TerrAqua benader vanuit de zee hoor ik de stem van het water in mijn hoofd.

Ik ben het water. Ik ben op de aarde vanaf zijn eerste oorsprong. Mijn aanwezigheid is in al mijn verschijningsvormen te aanschouwen. Verdampt in de lucht ben ik de witte nevel, die het mensenkind wolken noemt. Ik kan de aarde bevochtigen voor het mensenkind met mijn overvloedige regen. Maar ik kan ook mijn kracht laten zien door orkanen, windhozen en kokende oceanen. Eeuwen ben ik mijn gang gegaan, mijn zeeën bevroren, mijn zeeën stegen, mijn zeeën daalden, maar altijd was dit het gevolg van een natuurlijke verandering in de atmosfeer. Nu bemerk ik weer een verandering in mijn hoedanigheid. Ik stijg langzaam. Mijn vaste hoedanigheid, wat het mensenkind ijs noemt, neemt af. Langzaam neem ik meer bezit van het vaste land.

Ik ben het water, langzaam stijg ik door de vloed, ik til hem langzaam op, ik voel dat hij zich voorwaarts beweegt. Hij heeft zich aangepast om te reizen op de scheidslijn die ik maak tussen mij en het land, ik duld hem. Langzaam spoel ik langs een ander object dat in mij staat, het is een ruwe muur, ik betast hem, ik bemerk dat hij zacht is; en mijn aanraking niet lang kan verdragen, langzaam zorg ik ervoor dat hij verdwijnt.

This article is from: