3 minute read

Avontuur in het koraalrif

‘Nee nee nee! Ik wil niet meer spelen!’ Aatje zegt het een beetje geïrriteerd.

‘Wat wil je dan doen?’ vraagt haar zus.

‘Ik wil wat gaan kuieren in het koraalrif.’

‘Watte?? Wandelen? Ben je niet goed snik, Aatje? Je hebt toch gehoord wat mama zei?’

‘Jawel! Ik heb oren in mijn hoofd, maar zij hoeft het niet te weten, toch? We gaan een klein rondje zwemmen en komen snel weer terug,’ stelt Aatje voor.

‘Nee nee nee! Ik doe niet mee! Ga jij maar als je wilt, maar ik ga niet mee!’ zegt Co. Vastberaden zegt Aatje: ‘Oké! Dan ga ik alleen! Doei!’ Zonder aarzelen doet ze de deur open en zwemt naar buiten.

‘Aatje! Coraatje! Kom! Kom terug! Niet weggaan!’ Co schreeuwt zich schor, maar Aatje zwemt rustig verder. Co, die haar zusje niet alleen wil laten, gaat ook de deur uit, doet die achter zich dicht en zwemt naar Aatje.

‘Ha! Ik wist wel dat je mee zou gaan. Kom! Een beetje kuieren is gezellig.’ De zussen zwemmen, zwemmen en zwemmen. En voordat ze het weten zijn ze in het donkere deel van het koraalrif gekomen.

‘Nu gaan we terug, Aatje. We zijn ver genoeg geweest. Kom, terug!’ zegt Co een beetje angstig.

‘Welnee, Co! Nog een klein stukje!’ reageert Aatje.

‘Pssst. Pssst. Luister eens, mooie vissen.’

‘Wie is daar?’ zegt Co.

‘Iedere ochtend, lekker vroeg, zwemmen tussen het koraal, dat is goed en gezond, voor ziel en lijf en kieuw,’ zingt moeder rode snapper terwijl ze ’s morgens vroeg de was ophangt. Blij zingend gaat ze haar kinderen wekken: ‘Cora en Coraatje, wakker worden, tijd om op te staan.’ Ze wonen op de bodem van de zee, in een groot en kleurrijk koraalrif. In dit rif wonen veel koralen, sponzen en andere zeedieren: zeesterren, witte zeeappels, zwarte zeeappels, inktvissen, kinkhoorns, schelpen, kreeften, krabben, slangen en allerlei vissen. De familie rode snapper woont onder een rots in het koraalrif. ‘Jullie moeten goed luisteren,’ zegt moeder tegen de kinderen. ‘Vandaag moet ik even naar de supermarkt. Jullie blijven alleen thuis. Er staat genoeg te eten en te drinken in de koelkast. Jullie mogen televisiekijken en binnenshuis spelen. Maar jullie mogen absoluut niet naar buiten. Goed begrepen?! Niet naar buiten gaan! Blijf thuis tot ik terugkom.

Co? Aatje? Begrepen?’ Moeder noemt haar kinderen liefkozend zo.

‘Ja-a, mammietje!’ antwoorden de meisjes. Het zijn brave kinderen, en ze doen het goed op school. Cora is tien, Coraatje acht. Ze beginnen blij te spelen. Verstoppertje, politie en dief, Annamaria koekoek en alle andere denkbare spelletjes. Daarna hebben ze naar films gekeken, gesnoept en gedronken.

‘Bah! Wat saai! Er is niets meer te doen,’ zegt Aatje.

‘Laten we dan een ander spel spelen,’ stelt Co voor.

‘Ik ben het! Groene Murene!’

Ze kunnen de slang die zijn kop uit zijn koraal steekt nauwelijks zien. De murene is groot, met een klein blauw oog en een groot geel oog, en met veel scherpe tandjes in zijn bek. ‘Kom, kom even luisteren in mijn koraal. Ik heb hier heel veel snoep: roomijs, popcorn, suikerspin, spekkies en nog veel meer!’ zegt Murene met een licht valse glimlach.

Aatje lust altijd wel een snoepje. Ze kijkt naar haar zus en begint te zwemmen naar het koraal van de groene slang. ‘Nee, niet doen! Het is een valstrik!’ roept Co. Maar het is te laat.

Zodra Aatje het huis is binnengegaan, sluit de slang haar op in een kooi.

‘Coooo! Coraaaaa! Hellup!’ schreeuwt Aatje het angstig uit. Maar de kooi is op slot met een groot hangslot.

‘Broehahahahaaaa! Jij staat op mijn menu voor vanavond, met een rijke spaghetti erbij. Rode snapper met spaghetti. Broehahahahaaaaa!’ zegt Murene tevreden.

‘Alsjeblieft, meneer Murene, laat me los, asjeblieft asjeblieft asjeblieft. Mijn moeder wordt boos als ik niet thuis ben wanneer zij terugkomt van de supermarkt, asjeblieft asjeblieft asjeblieft.’

Tranen met tuiten huilt Aatje en ze smeekt de slang om vrijgelaten te worden. ‘Ik ben zo’n klein hapje, dat is nooit genoeg voor uw maaltijd.

Toch? Laat me gaan!’ smeekt Aatje.

‘Nou, dan word je het voorgerecht! Broehahahaaaaa!’ antwoordt de slang. Co houdt van haar zus en is hulp gaan halen bij andere vissen.

Murene is de keuken in gegaan, om de groenten voor het avondeten te snijden. Ineens komt er een grote wolk zand het huis van Murene binnen. Dat is Co met haar vrienden! Ze gooien met zand, zoveel, dat het in de ogen van Murene komt!

‘Wat gebeurt er?’ zegt Murene verschrikt. ‘Ik kan niets meer zien! Mijn ogen! Mijn ogen!’ schreeuwt de slang.

Heel snel grist Co de sleutel van het hangslot van de tafel. Zij verlost haar zus uit de kooi. Vliegensvlug zwemmen ze weg uit het huis van de groene slang en zwemmen terug naar huis. Onderweg omhelst Aatje Co. Ze bedankt haar zeer.

‘Zie je wat er gebeurt als je niet luistert?’ zegt Co streng.

‘Ja! Sorry, Co,’ reageert Aatje. Ze zwemmen snel door. Als ze thuiskomen, is moeder er al.

This article is from: